N°, 16506. "Vierde Blad. flo Zaterdag 13 Deceml>ei*. Buitenlandseh Overzicht. Willem Cornelisz van Duyvenbode. Dezer dagen ontvingen we van „Een lezer" een stukje 'van den volgenden im- houd „Daar het mogelijk aan veler aandacht ontgaan zal zijn, dat zich in den gevel van het huis No. 94 op het Hapenburg een gedenksteen met een wapen bevindt-, wil ik hieromtrent het navolgende mee deden, dat ik dezer dagen las op de ach terzijde van drie blaadjes van den Evan- gelischen Scheurkalender Een schoon zinnebeeld in een wapen. Niet licht zal men een wapen vinden, dat een schooner zinnebeeld bevat dan het wa pen, dat in den gevel staat van het huis No. 94 op het Rapenburg te Leiden, en ook gevonden wordt in de Pieterskerk aldaar, van zilver, met twee gekruiste sleutels van keel, maar in eiken hoek ver toon ende een blauwe duif, omringd door een krans van eikeblaren, en met het rand.- schrift er bij (in de kerk): Door God gewrocht, ,Hebben de duiven de brieven in de Stad gebrocht. Dat wapen werd door de Leidsche re geering den 3den October 1578 toegewe zen aan Willem Oorneiisz, naar zijn vak genaamd Speelman, den braven burger, die acht dun en had. en in den hongers nood ten tijde van Leid ens. beleg deze dieren aan eigen mond en die der zijnen onthield, om ze in dienst te 6tellen van 't algemeen belang en ze als postboden te laten gebruiken. Te gelijk met dat wapen ontving hij dan ook den geslachtsnaam Van Duyvebode. Hij overleed kinderloos, vier-en-zeventig jaar oud, den lCden Nov. 1616, en zijn portret is te vinden in Scverinus' belege ring en Ontzet van Leiden, blz. 111. Zijn duiven zijn opgezet geworden en nog lang ten stadhuize bewaard geweest, totdat ze eindelijk' vergaan waren van ouderdom. Maar een paar kleine perkamenten, door die duiven binnen Leiden gebracht, zijn daar nog in het Stedelijk Museum aan wezig". Uit: „De J. Str." Deze mededeelingen maakten onze nieuwsgierigheid gaande en we zijn op onderzoek uitgegaan, om eens te zien of er niet meer to vertellen viel van dezen Willem Cornelisz, die op zoo' treffende" wijze de stad zijner inwoning gediend heeft. Zoo hebben we een aantal gegevens bij een gezameld, die eensdeels het hierboven geschrevene bevestigen, in de tweede plaats op verschillende punten aanvullen, en het in de derde plaats in sommige on derdeden en daarbij in de belangrijke kwestie van de nakomelingschap weer spreken. De gedenksteen in het perceel aan het Rapenburg zal velen, in aanmerking ge nomen het groot aantal gevelsteenen dat Leiden rijk is, niet zijn opgevallen. De straat is er allesbehalve breed en men moet op den walkant loopen, zal deze fraai-gebeitelde steeu voldoende in 't oog vallen. Toch is het den beschouwer niet moge lijk op dezen steen meer te onderscheiden dan twee wapens -in een omlijsting van eikenbladeren. De inscriptie is door den grooten afstand en de effen kleur van het geheel niet te lezen. Voor wie er belang in stelt kunnen we meedeelen dat boven deze wapens staat: Door God Gewrocht Die vü Duivenboede MDLXXIY en daaronder: Doe God tot de boden Duiven schikte Ontset voor Ley den's Stad aanblikte Vernieuwd 1819, In de Pieterskerk prijkt op een bord aan een pilaar, zuidelijk van den preekstoel hetzelfde dubbele wapen. De tekst in clen rand luidt, evenwel eènigszins anders dan deze kalenderblaadjes aangeven. Daar staat „Door Godt gheevrocht, hebben de duy- ven die brieven binnen Ley den ghebrocht. "Willem Corneelissen van Duyven Boden.'' In liet archief dezer gemeente zijn we toen verder gaan informeeren en in den „Stamboom, opgedragen aan de Geachte Familie Van Leeuwen van Duivenbode", van de hand van Joh. Boss, predikant der Ned.-Herv. Gemeente te Bergambacht, vonden we vele bijzonderheden. Willem Cornelisz. was de zoon van den 6tads-ontvanger Cornelis Jansz. en zijn vrouw Clara Ulricx dochter Van dei- Wart el Willem was de jongste uit een gezin van negen kinderen, vier meisjes en vijf jongens Hij werd geboren in 1542, overleed, zooals hiervoor reeds gezegd wordt, den lOden November 1616 en werd in de Pieterskerk begraven, van welke kerk hij organist was geweest. Toen de Spaansche troepen Leiden voor do tweede rnaal belegerden, was Willem dus 32 jaar oud. Hij bekleedde toen o.rn. de functie van vaandrig bij de schutterij. Voor liefhebberij hield hij duiven en niet tegenstaande den nijpenden honger stond bij deze, acht in getal, af aan de magi straat. Heimelijk werden de beestjes door sommige klockmoedigen buiten de stad gebracht en toen de nood qp het hoogst was gestegen, de wanhoop ten top, kwa men er drie terug met hoopvolle berich ten van den prins van Oranje en admiraal Boisot. Nog worden in de Lakenhal twee der briefjes, die in 1574 de droefenis in vreug de, cle wanhoop in' moed deed veranderen, bewaard. De duiven werden na hun dood opgezet. Langen tijd zijn ze op het stad huis bewaard, doch ten slotte zijn ze ver gaan. De regëering wilde haar dankbaarheid uiten jegens Willem Cornelisz. en na het beleg vereerde zij hem een gouden draag- penning met het stadswapen daarin ge graveerd. Aan de keerzijde stond een naar de stad komend voorraadscliip met op het roer een duif met uitgespreidde vlerken. Deze stempclafbeelding was die van de papieren noodmunt, die in Leiden gesla gen wa-s. De stad liet het hier niet bij. Derr 3den October 1578, den vierden verjaardag dus van het ontzet, werd hem een familienaam met geslachtswapen geschonken om de her innering aan het gebeurde tijdens het Be leg levendig te houden. Willem Cornelisz. ontving een zilveren wapenschild en het recht achter zijn naam Van Duyvenbode te voegen. Twintig jaar later, in 1598, heeft Wil lem Cornelisz. het wapen in steen laten -beitelen en in zijn-woning aan het Papen brug, tegenover den Vliet, doen metselen. Toen in 1824, ter gelegenheid van het vijfde halve-eeuwfeest, hier ter stede een tentoonstelling werd gehouden van voor werpen op het beleg betrekking hebbende, waren daar o.m. een copie-authentiek van den giftbrief van het stadsbestuur, de ge denkpenning en twee schilderijen van Van Duyvenbode en zijn vrouw Anna van Leeu wen. Het dubbele wapen is natuurlijk niet door de stad geschonken, dat is alleen het geval met dat met de gekruiste sleutels, waarop in elk kwartier een blauwe duif. Het andere wapen wordt als het stsm- wapen beschouwd. De figuurtjes, die zich hier naast de duiven bevinden, worden, naar we in voornoemden Stamboom lezen, door Rietstap in zijn „Armorial géneral" stijgbeugels (étriers) gènaamd, doch ook worden ze wel als ruiterspóren beschouwd. En Jiu komen we .tot. het huwelijk van Willem Cornelisz. enzijn nakomelingen, die volgens liet scheurkalender-verhaal niet bestaan hebben. We- zullen' hier weer geven wat ds. Boss in den "Stamboom ver telt-. Volgens deze schrijver kan worden aan genomen, dat Willem Cornelisz. tijdens het beleg niet gehuwd was. Blijkens den giftbrief der stad is er alleen sprake van do ontberingen van zijn bejaarde moeder en zijn broeders, maar over huisvrouw en gezin wordt gezwegen. In 15S1 zou Van Duyvenbode gehuwd zijn met Anna Abrahamsdochter van Leeu wen, uit 's-Gravenhage. Den llden Octo ber 1631 overleed zij en werd in de Pieters kerk begraven. Uit een werkje van Roemer een genea logie van Klaas van Duivenbode, secre- ris van Broek in Waterland, kan worden opgemaakt, dat Willem Cornelisz. een zoon heeft gehad, Cornelis Willemsz., die in 1582 geboren werd, maar waar over verder niets vermeld staat. Zijn tweede zoon zou geweest zijn Abra ham Willemsz. van Leeuwen, goudsmid te Leiden, die in 15S4 geboren werd en den 21stcn November 1646 in de Pieterskerk werd ter aarde besteld. Ter verklaring van het feit-, dat hier niet. de naam Van Duyvenbode werd ge bruikt, lezen we dat volgens het oordeel der genealogen het in dien tijd meer voor kwam, dat de tweede zoon den naam van zijn moeder aannam, die dan op zijn nakomelingen overging. Dit wordt ook van Abraham van Leeuwen verondersteld. Dat onder zijn nakomelingen bewaard zijn de copie van den meer genoemden giftbrief, alsook de origineele portretten van Willem Cornelisz. en diens eehtge- noote en de familie-traditie in het bezigen van hetzelfde geslachtswapen, wijzen er volgens ds. Boss op; dat die veronderstel ling hier van geen grond ontbloot is. Tot in het einde der achttiende eeuw bleef de naam Van Duyvenbode onge bruikt, In 1793 evénwel heeft Daniël Con stant van Leeuwen den naam Van Duiven- bode aangenomen, volgens zijn verklaring die in het bezit is van den heer J. J. C. van Leeuwen van Duivenbode te VGra- venhage ter eere van zijn voorzaat Wil lem Cornelisz. Is dus het vermoeden juist, dat Abraham Willemsz. van Leeuwen een zoon was van Willem Cornelisz. dan is de mededceling uit „De J. >Str." onjuist en mag in het ge slacht Van Leeuwen van Duivenbode de nakomelingschap worden gezien van den Leidschcn speelman en organist, die in ban ge Jagen boven zijn eigen belang dat van zijn gezamenlijke medeburgers stelde. W. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS Aanvraag van werkzoekenden. Geopendvan 9—12 en des middags van 2—5 uur. 1 Kantoorbediende, 1 Opzichter, 10 Tim merlieden, 15 Opperlieden, 10 Metselaars, 10 Stucacloors, 15 Schilders, 1 Stoker, 1 Grofbankwerker, 1 Electricien, 1 Goud smid, 1 Gasfitter, 1 Schippersknecht, 3 zijnknecht, 1 Waker, 20 Losse werklieden, 2 Werksters, 1 Waschvrouw. Nu de politieke staking in België .vau April j.l. reeds een pookje achter den rug is, is het dogenblik daar om een rustig oordeel to vellen. Do katholieke politicus Cyrillc van Overberghheeft zich daartoe neergezet en een. oordeel gegeven, waarmee de partijlijdér Woeste het waar schijnlijk niet eens zal -zijn. Van Overbergh zegt dat, al moge deze staking, deze socialistische krachtsinspan ning, haar doel, de revisie^ dan al niet be reikt hebben, zij althans de moreelo eenheid van de socialistische partij heeft versterkt boneyens het vertrouwen van het proleta riaat in het eigen kunnen. Onder de oorzaken van het échec rang schikt de heer Van Overbergh in de eerste plaats den weerzin der katholieke arbeiders en hij trekt clo conclusie, dat de christe lijke democratie de eenigc macht is, die met kans op succes tegenover hèt socialis tische proletariaat kan worden gesteld. Maar tevens verklaart hij,dat de christelij ke arbeiders het niettemihj eens zijn over de noodzakelijkheid van grondwetsherziening. Zij hebben dus wel gehoor; gegeven aan het op hem gedane bei-oep, o'm de stakingsbe weging tegen to werken-, maar feitelijk gaan zij mede met den eisch der socialisten waarvan deze dé vervulling door een alge- meene staking trachten te verkrijgen. Of Van Overbergh in zijn partij deze zaak ter sprake zal brengen, wordt niet vermeld. Waarschijnlijk is het wel, want t zou de vraag zijn of bij een volgende staking de christelijke arbeiders zich ook onzijdig zou den houden. De koning van Spanje is weer te P a r ij s. Hij reist incognito maai de tegenwoordige hartelijke verstandhou ding -tusschén- Frankrijk èn Spanje brengt mee, dat ér een gemeenschappelijk dmei- moest zijn bij president Poincaré. De nieu we ministers zouden ook. van de partij zijn, maar er was een onaangenaam geval. Caillaux kan voor zijn fatsoen niet aan liet feest deelnemen. De „Figaro" deelt hiervan de oorzaak mee. Tijdens zijn premierschap moet Caillaux in een onderhoud met den Sjiaanschen am bassadeur, waarin sprake was van de rege ling van de Marokkaansche quaestie, op piet zeer hoffelijke wijze te kennen heb ben gegeven, dat, indien, de koning niet aan Frankrijk's wenschen tegemoet kwam, men dan onmogelijk het scherpe toezicht aan de Pyreneeën op de anarchisten zou kunnen handhaven. Deze onridderlijke woorden werden té Madrid bekend, en moeten op de koningin- mooder een hoogst pijnlijken indruk ge maakt hebben. •Spoedig daarop verdween Caillaux van het politiek tooneel en de zaak geraakte in het vergeetboek, totdat de heer Caillaux plotseling weer minister werd en den Spaanscken koning als zoodanig zou moeten ontmoeten. Men heeft gemeend, dat het beter was beide personen niet aan denzelfden disch te doen aanzitten! Toen vjjf jaar geleden, 't was na den 28sten December 1903, in alle landen op roepen werden gedaan om' steun te vörlce- nen aan de slachtoffers van de vrecse- lijke catastrophe te Messina, zul len er weinigen, die heter met aardbsche goe deren gezegend waren dan dit met den ge middelden mtensch het geva-1 is, zijn geweest, die niet ferm in den buideL hebben getast. Zoo waren in korten tijd groote sommen bij eengebracht. Millioenen werden er naar Rome gezonden om de arme ongelukkigen, die hun have, maar ook zoovele familieleden en ken nissen hadden verloren, te steunen. De 'tijd hoeft de herinnering aan deze aardbeving vervaagd. Nieuwe rampen zijn gekomen en weer is do band in den zak gestoken om te helpen. Dan verneemt men langzamerhand minder bijzonderheden. Van Messina b.v. vernam men al heel weinig. Bon enkele maal verluidde, dat met liet weder - opb ouwen der stad werd vo cad ge gaan, waarvoor indertijd uit do gelieelo wereld li st geld was saam gebracht, doch met hoe grooto snelheid werd gearbeid, ver nam men niet Tot thans eeu Fra.nsc.hman ter plaatse een bezoek heeft gebracht, zag hoe langzaam het herrijzen der stad ging en vernemen moest, dat de millioenen, be stemd voor de slachtoffers, dcor Italië waren gebruikt voor <lcn veldtocht in Lybië. Als dit waar is, is grooto.* schandaal nauwelijks denkbaar en 't is te hopen, dat naar de juist heid dezer bewering eens een onderzoek zal worden ingesteld. In de „Opinion" vertelt bedoelde Fransch- man, Albert Aercment, zijn wederwaardig heden. Hij s.chets er de armoede, die er een ongekend groot aantal menschen toe brengt om als gids op te treden om bezoe kers do ruïnes te laten zien. Hij deelt dan mee, hoe hij een gids had die elf familie leden bij de ramp had verloren, terwijl clio man zelf bijna onduldbare pijnen heeft moeten doorstaan, na eerst drie dagen, levend be graven te zijn geweest, onder do puinhoopen. En dan vertelt Acrement: „Zond-er leidsman begaf ik mij naar liet Grand-Hotel. Het is een huis van één ver dieping, gebouwd uit houten balken, 's Avonds ging ik de stad in, die ik weer ten halve opgebouwd daeht te vindon ik vond haar vol puinhoopen, die nog 35,000 lijken rnoet-en bedekken. Spookachtig teeken- den zich de geraamten van in aanbouw zijn de huize-ïi en donkere alleenstaande gevels tegen liet luchtruim af. Ik liep door de hoofd straat, die bestaat uit houten hutten en vér- licht wordt door electrische booglampen Een van de hutten is'gróoter dan de anderen een oafc, waarin ïziganon muziek maakten! "Meer kon ik dezen eersten avond niet zien. „Den volgenden morgen ontmoette ik mijn gids, die zich dadelijk aan mij opdrong en mij allerlei verhalen deed over de ramp. Plotseling kwamen wij op éen verlaten plein een ware woestenij- „Dat is de Corso Cavour", zeide mijn gicls. Do Corso Cavour, waar de*.grootste waren huizen cn do bapken zich eens bevonden en waarvan nu niets meer over was. Onder do puinhoopen vónd men groote sommen gelds; niemand weet wat da.armede ge schied is. „Waarom bouwt men Messina niet-weer op," vroeg ik mijn gids. „Waarom is anders al dat geld bijeen gebracht?" „De inwoners van Messina hebben daarvan nietsgekregen- Het geld is gebruikt voor dén •veldtocht in Lybië", verzekerde mij do gids. „De-meerderheid" van de bewoners zou het land* graag willen verlaten. Steeds-leven zij in aiigsfy want- er gaat 'geen week voorbij, waarin men het onderaardsch' rommelen vali de aarde niét'hóöVt. En tocli moet het voor dén handel zoo belangrijke Messina weer opgebouwd worden, maar de daartcfe-noodige gelden worden niet ter beschikking gesteld!" KOUT» BK RICHTEN. De begrooting van het Duitsche rijk is naar de commissie verwezen. Tot 13 Januari zijn de zittingen van den Rijksdag verdaagd. Volgens de nieuwe militiewet zal het Belgische leger op vredesvoet 4587 officie ren en 57696 minderen sterk zijn. De Belgische minister van arbeid heeft aan leen deputatie van Antwerpsche bur gers verklaard, dat Antwerpen voor een wereldtentoonstelling in 1920 cle voorrang heeft. Wanneer Antwerpen zich tot het buitenland wendt, zal cle regeering haar 'steun geven. De .leger-.co-mmissie in cle Fransche Kamer, heeft de door de begrootings-com- missie voorgestelde verhooging der bezoldi ging van de officieren tot en met den rang van majoor niet onbelangrijk vergroot. De uitgaven,-welke .hieruit voortvloeien, zullen ongeveer 30 millioen francs bedragen. 1Te Havre hebben 1500 havenarbeiders hot werk gestaakt. De „Daily Tel." deelt mee, dat het Engelsch ministerie de Welsche kerkwet aan de orde zal stellen voor het hoine- rulc ontwerp. Met machtiging van prins Said Halim zelf maakt het Weensche telcgraafagent- schap bekend, dat de berichen over heb aftreden van den Turkschen grootvizier, onjuist zijn. De Fransche generaal Baumann heeft een nieuwe regeling ontworpen voor de Turksche gendarmerie. 40 buitenlandsche instructeurs zullen de leiding krijgen. 7000 gendarmes zullen voor Armenië bestemd zijn. Over deze voeren een Engelsch man en een Franschman het bevel. De Servische Skoeptsjina zal, na af doening van eenigo noodzakelijke werk zaamheden, worden ontbonden. De nieu we verkiezingen zijn tegen het voorjaar vastgesteld. Pasjitsj zal, naar verluidt als minister-president aftreden. De Albaneesche kwestie is nog niet opgelost. Het gaat nog steeds om de zuid grens. Venizelos heeft nu de mogendhe den doen weten, dat geen Grieksche rc- geering op het oogenblik zuidelijk Alba nië zou kunnen doen ontruimen. Een conservatief lid van dc Doema, Sjetskof genaamd, heeft een door 66 afge vaardigden onderteekend voorstel inge diend om de Korobkabelbelasting op te heffen (d. L de van de Joden geheven be lasting op het geslacht), den Joden een voudig te verbieden om volgens heb ritueel te slachten en de gewone bepalingen voor het slachten van vee ook op hen toepasse lijk te verklaren. In de steenkolenmijnen in Natal werd een paar dagen geleden het werk neer- gelégd. De eisch was beter loon. De pa troons zijn toen met voorstellen gekomen en deze werden aangenomen. Het werk is toen dadelijk horvat. Thans wordt uit Mexico gemeld dat de opstandelingen Tampico niet hebben ingenomen. Ze zijn juist met zware verlie zen teruggeslagen. Kolonel Goethals, de leider der wer ken aan het Panainakanaal heeft ver klaard, dat niet vóór 1 Mei handelssche pen door het kanaal kunnen varen, gevolg van de aardverschuivingen aan de Culebra- geul. T e N e w-Y ork is het proces te gen den geestelijke Hans Schmidt, die in Augustus Anna Aumuller, een vrouw rnct wie hij betrekkingen onderhield, heeft vermoord, begonnen. Beklaagde bekende het miscpijr en verzette zich luidkeels te gen het verzoek van zijn verdediger om een nader onderzoek naar zijn geestvermo gens te doen instellen. Naar men zich her innert, achten do gerechtelijke geneeslcun- cftgen hem volkomen toerekenbaar. „Ik ben niet gek," beet hij zijn verdediger too en vicp toen tot dc rechtbank „Waar is uitstel goed voor? Ga voort met het proces en laat me ^aan 1)© (wioconde tenigjjevonden. Wat niomand meer gedacht had do .Gióconde, Jaconde of Monna Lisa, lioe rnen 't schilderij maar wil noemen, is terecht. Nw meer dan. negen kwartalen te zijn zoek geweest, is het doek. naar Reuter meldt, te Florence gevonden. Dc „Tel." bevat omtrent deze heugelijke geoeurtenis eeD aantal telegrammen uit Parijs en Rome, waaraan we thans het volgende ontleenen Het schilderij van da Vinei werd terug gevonden in het bezit van een inwoner van Floreijce, die ten gevolge der opspo ringen van Fransche politieagenten gear resteerd werd. Ilij verklaarde het schilderij gestolen te hebben om voor Italië frraak to nemen over het feitj dat vele schilde rijen uit Italiaansche musea verden me degenomen door de Fransche troepen ge durende de campagnes van Napoleon 1. De persoon, die gearresteerd werd en in wiens bozit Gioconde gevonden werd. heet Leonard. Het schilderij zal naar Rome overge bracht en aan de Fransche ambassade overhandigd worden. Do -Italiaansche minister Credaro vci- klaarde, dat hij eerst morgen aan dc Kamer volledigo bijzonderheden over de terugvte ding der „Jaconde" zal medcdeelen, als hij moet antwoorden op dc hem gestelde vraag. Do afgevaardigde Martini heeft gevraagd morgen do regeering inlichtingen to mogen verzoeken Onmiddellijk nadat de ontdek king van de Giocondo bekend was gewor den, stelde de Italiaansche minister van Buitenlandsche Zaken, di San Giulano, den Franschcn gezant hiervan in kennis. De ge zant deelde onmiddellijk aan de Fransche regeering het bericht, dat hij van den mi nister van Buitenlandsche Zaken ontvangen had, mede. De directeur der nationale musea te Pa rijs, de heer Henri Marcel, was, toen hem do terugvinding der beroemde schilderij medegedeeld werd, zeer bewogen. „Wij zijn zeide hij reeds zoo dikwijls het voor werp geweest van mystificaties, dat ik aan vankelijk nog eenigszins sceptisch tegenover het bericht stond, maar het telegram over do terugvinding is in zoo besliste bewoor dingen vervat cn geeft blijk van zoo grooto kennis der Italiaansche musea, dat zijn juistheid niet onmogelijk is. Men beweert, dat de diefstal gepleegd werd door éen" persoon, die do diefstallen van kunstwerken in Italië, door Napoleon gepleegd, wilde-wreken. Dit bevestigt mijn eerste opvatting, dat wij met den daad van een krankzinnigo te doen hadden. Immers Italië zelf heeft, hetgeen door Napoleon ge daan werd, vergeven. Bovendien bestaat cv toch ook een recht van verjaring en Italië dankt aan Frankrijk zoo veel. Indien wij weer in het bezit der schilderij komen en als wij uitgemaakt hebben, dat zij autenticic is, dan zullen wij haar haar oude plaats te ruggeven. In de toekmst zullen wij haar be ter bewaken. Trouwens, er werden in het Louvre reeds maatregelen genomen, die elko diefstal onmogelijk maken. Het verdwijnen der „Gioconde", dat plaats greep eenige weken nadat door een ontoerekenbaar persoon, Sigrist genaamd, de „Nachtwacht" van Rembrandt in heb Rijksmuseum hier ter stede beschadigd was, gaf ook in de Nederlandsche pers aan leiding tot levendige polemieken over do bewaking van aan het publiek tentoonge stelde kunstschatten, die door een reeks maatregelen gevolgd werden. Over dc schilderij zelf nog het volgende. Zooals men weet, is de Jioconde het portret van Monna Lisa, de bekoorlijke' vrouw van Francesco del Giocondo, een Florentijnsch edelman. Leonardo da Vinei werkte vier jaren lang, tot het jaar 1500, aan het schil derij zonder het tot zijn volkomen bevredi ging te kunnen afwerken. Frans I van Frankrijk kocht de schilderij voor 12,000 livres, een buitengewoon aanzienlijke som voor dien tijd. Monna Lisa wordt voorgesteld met liet aangezicht naar den linkerkant gewend. Zij zit in een zetel, haar handen liggen over elkaar. Een sluier, vastgehouden door een zeer dun snoer, ligt over het voorhoofd cn valt af op de schouders. Achter het beeld ziet men een meer, omringd door rotsen. De Gioconde is op hout geschilderd cn meet 77 x 53 c.M. De dieven moesten heb paneel uit een zware renaissance-lijsfc schroeven, wat hun operatie niet weinig be moeilijkt zal hebben. Indertijd heeft dc directeur van het Lou vre, Homollc, ontslag moeten ncnien cn ook aan het heengaan van den onderstaats secretaris voor schoone kunsten, Dujardin Beaumetz, was de diefstal der Monna Lisa niet vreemd. Een wisse11ooper van een groo te nijvcrlieidsonderneming te 'Parijs, een ze kere Bonnaud, is bij dc Rue Belleport door twee jongelui aangevallen. Zij probeerden, hem peper in de oogen te gooien en zijn tascli met 2000 francs te ontnemen. Dc man verdedigde zich krachtig. Tijdens het ge vecht kreeg hij een hersenschudding. Geluk kig kwam er spoedig hulp opdagen. Tien minuten vóór de aanranding was eon andere wissollooper met een bedrag van een milliocn franc de straat gepasseerd. In den Kaukasus, b ij IC o w s k o s- kaja, hebben twintig bereden roovsrs heb landgoed van den stadhouder geplunderd* Er is een formeele flag geleverd, waarbij elf personen gedood werden cn zei gewond,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 13