N°, 16506.
"Vierde Blad. flo
Zaterdag 13 Deceml>ei*.
Buitenlandseh Overzicht.
Willem Cornelisz van Duyvenbode.
Dezer dagen ontvingen we van „Een
lezer" een stukje 'van den volgenden im-
houd
„Daar het mogelijk aan veler aandacht
ontgaan zal zijn, dat zich in den gevel
van het huis No. 94 op het Hapenburg
een gedenksteen met een wapen bevindt-,
wil ik hieromtrent het navolgende mee
deden, dat ik dezer dagen las op de ach
terzijde van drie blaadjes van den Evan-
gelischen Scheurkalender
Een schoon zinnebeeld in een wapen.
Niet licht zal men een wapen vinden, dat
een schooner zinnebeeld bevat dan het wa
pen, dat in den gevel staat van het huis
No. 94 op het Rapenburg te Leiden, en
ook gevonden wordt in de Pieterskerk
aldaar, van zilver, met twee gekruiste
sleutels van keel, maar in eiken hoek ver
toon ende een blauwe duif, omringd door
een krans van eikeblaren, en met het rand.-
schrift er bij (in de kerk):
Door God gewrocht,
,Hebben de duiven de brieven in
de Stad gebrocht.
Dat wapen werd door de Leidsche re
geering den 3den October 1578 toegewe
zen aan Willem Oorneiisz, naar zijn vak
genaamd Speelman, den braven burger,
die acht dun en had. en in den hongers
nood ten tijde van Leid ens. beleg deze
dieren aan eigen mond en die der zijnen
onthield, om ze in dienst te 6tellen van
't algemeen belang en ze als postboden
te laten gebruiken.
Te gelijk met dat wapen ontving hij dan
ook den geslachtsnaam Van Duyvebode.
Hij overleed kinderloos, vier-en-zeventig
jaar oud, den lCden Nov. 1616, en zijn
portret is te vinden in Scverinus' belege
ring en Ontzet van Leiden, blz. 111.
Zijn duiven zijn opgezet geworden en
nog lang ten stadhuize bewaard geweest,
totdat ze eindelijk' vergaan waren van
ouderdom.
Maar een paar kleine perkamenten, door
die duiven binnen Leiden gebracht, zijn
daar nog in het Stedelijk Museum aan
wezig".
Uit: „De J. Str."
Deze mededeelingen maakten onze
nieuwsgierigheid gaande en we zijn op
onderzoek uitgegaan, om eens te zien of
er niet meer to vertellen viel van dezen
Willem Cornelisz, die op zoo' treffende"
wijze de stad zijner inwoning gediend
heeft.
Zoo hebben we een aantal gegevens bij
een gezameld, die eensdeels het hierboven
geschrevene bevestigen, in de tweede
plaats op verschillende punten aanvullen,
en het in de derde plaats in sommige on
derdeden en daarbij in de belangrijke
kwestie van de nakomelingschap weer
spreken.
De gedenksteen in het perceel aan het
Rapenburg zal velen, in aanmerking ge
nomen het groot aantal gevelsteenen dat
Leiden rijk is, niet zijn opgevallen. De
straat is er allesbehalve breed en men
moet op den walkant loopen, zal deze
fraai-gebeitelde steeu voldoende in 't oog
vallen.
Toch is het den beschouwer niet moge
lijk op dezen steen meer te onderscheiden
dan twee wapens -in een omlijsting van
eikenbladeren. De inscriptie is door den
grooten afstand en de effen kleur van het
geheel niet te lezen. Voor wie er belang
in stelt kunnen we meedeelen dat boven
deze wapens staat:
Door God Gewrocht
Die vü Duivenboede
MDLXXIY
en daaronder:
Doe God tot de boden
Duiven schikte
Ontset voor Ley den's
Stad aanblikte
Vernieuwd 1819,
In de Pieterskerk prijkt op een bord
aan een pilaar, zuidelijk van den preekstoel
hetzelfde dubbele wapen. De tekst in clen
rand luidt, evenwel eènigszins anders dan
deze kalenderblaadjes aangeven. Daar
staat
„Door Godt gheevrocht, hebben de duy-
ven die brieven binnen Ley den ghebrocht.
"Willem Corneelissen van Duyven Boden.''
In liet archief dezer gemeente zijn we
toen verder gaan informeeren en in den
„Stamboom, opgedragen aan de Geachte
Familie Van Leeuwen van Duivenbode",
van de hand van Joh. Boss, predikant der
Ned.-Herv. Gemeente te Bergambacht,
vonden we vele bijzonderheden.
Willem Cornelisz. was de zoon van den
6tads-ontvanger Cornelis Jansz. en zijn
vrouw Clara Ulricx dochter Van dei-
Wart el Willem was de jongste uit een
gezin van negen kinderen, vier meisjes en
vijf jongens Hij werd geboren in 1542,
overleed, zooals hiervoor reeds gezegd
wordt, den lOden November 1616 en werd
in de Pieterskerk begraven, van welke
kerk hij organist was geweest.
Toen de Spaansche troepen Leiden voor
do tweede rnaal belegerden, was Willem
dus 32 jaar oud. Hij bekleedde toen o.rn.
de functie van vaandrig bij de schutterij.
Voor liefhebberij hield hij duiven en niet
tegenstaande den nijpenden honger stond
bij deze, acht in getal, af aan de magi
straat. Heimelijk werden de beestjes door
sommige klockmoedigen buiten de stad
gebracht en toen de nood qp het hoogst
was gestegen, de wanhoop ten top, kwa
men er drie terug met hoopvolle berich
ten van den prins van Oranje en admiraal
Boisot.
Nog worden in de Lakenhal twee der
briefjes, die in 1574 de droefenis in vreug
de, cle wanhoop in' moed deed veranderen,
bewaard. De duiven werden na hun dood
opgezet. Langen tijd zijn ze op het stad
huis bewaard, doch ten slotte zijn ze ver
gaan.
De regëering wilde haar dankbaarheid
uiten jegens Willem Cornelisz. en na het
beleg vereerde zij hem een gouden draag-
penning met het stadswapen daarin ge
graveerd. Aan de keerzijde stond een naar
de stad komend voorraadscliip met op het
roer een duif met uitgespreidde vlerken.
Deze stempclafbeelding was die van de
papieren noodmunt, die in Leiden gesla
gen wa-s.
De stad liet het hier niet bij. Derr 3den
October 1578, den vierden verjaardag dus
van het ontzet, werd hem een familienaam
met geslachtswapen geschonken om de her
innering aan het gebeurde tijdens het Be
leg levendig te houden. Willem Cornelisz.
ontving een zilveren wapenschild en het
recht achter zijn naam Van Duyvenbode te
voegen.
Twintig jaar later, in 1598, heeft Wil
lem Cornelisz. het wapen in steen laten
-beitelen en in zijn-woning aan het Papen
brug, tegenover den Vliet, doen metselen.
Toen in 1824, ter gelegenheid van het
vijfde halve-eeuwfeest, hier ter stede een
tentoonstelling werd gehouden van voor
werpen op het beleg betrekking hebbende,
waren daar o.m. een copie-authentiek van
den giftbrief van het stadsbestuur, de ge
denkpenning en twee schilderijen van Van
Duyvenbode en zijn vrouw Anna van Leeu
wen.
Het dubbele wapen is natuurlijk niet
door de stad geschonken, dat is alleen het
geval met dat met de gekruiste sleutels,
waarop in elk kwartier een blauwe duif.
Het andere wapen wordt als het stsm-
wapen beschouwd. De figuurtjes, die zich
hier naast de duiven bevinden, worden,
naar we in voornoemden Stamboom lezen,
door Rietstap in zijn „Armorial géneral"
stijgbeugels (étriers) gènaamd, doch ook
worden ze wel als ruiterspóren beschouwd.
En Jiu komen we .tot. het huwelijk van
Willem Cornelisz. enzijn nakomelingen,
die volgens liet scheurkalender-verhaal
niet bestaan hebben. We- zullen' hier weer
geven wat ds. Boss in den "Stamboom ver
telt-.
Volgens deze schrijver kan worden aan
genomen, dat Willem Cornelisz. tijdens
het beleg niet gehuwd was. Blijkens den
giftbrief der stad is er alleen sprake van
do ontberingen van zijn bejaarde moeder
en zijn broeders, maar over huisvrouw en
gezin wordt gezwegen.
In 15S1 zou Van Duyvenbode gehuwd
zijn met Anna Abrahamsdochter van Leeu
wen, uit 's-Gravenhage. Den llden Octo
ber 1631 overleed zij en werd in de Pieters
kerk begraven.
Uit een werkje van Roemer een genea
logie van Klaas van Duivenbode, secre-
ris van Broek in Waterland, kan worden
opgemaakt, dat Willem Cornelisz. een
zoon heeft gehad, Cornelis Willemsz., die
in 1582 geboren werd, maar waar over
verder niets vermeld staat.
Zijn tweede zoon zou geweest zijn Abra
ham Willemsz. van Leeuwen, goudsmid te
Leiden, die in 15S4 geboren werd en den
21stcn November 1646 in de Pieterskerk
werd ter aarde besteld.
Ter verklaring van het feit-, dat hier
niet. de naam Van Duyvenbode werd ge
bruikt, lezen we dat volgens het oordeel
der genealogen het in dien tijd meer
voor kwam, dat de tweede zoon den naam
van zijn moeder aannam, die dan op zijn
nakomelingen overging. Dit wordt ook
van Abraham van Leeuwen verondersteld.
Dat onder zijn nakomelingen bewaard
zijn de copie van den meer genoemden
giftbrief, alsook de origineele portretten
van Willem Cornelisz. en diens eehtge-
noote en de familie-traditie in het bezigen
van hetzelfde geslachtswapen, wijzen er
volgens ds. Boss op; dat die veronderstel
ling hier van geen grond ontbloot is.
Tot in het einde der achttiende eeuw
bleef de naam Van Duyvenbode onge
bruikt, In 1793 evénwel heeft Daniël Con
stant van Leeuwen den naam Van Duiven-
bode aangenomen, volgens zijn verklaring
die in het bezit is van den heer J. J. C.
van Leeuwen van Duivenbode te VGra-
venhage ter eere van zijn voorzaat Wil
lem Cornelisz.
Is dus het vermoeden juist, dat Abraham
Willemsz. van Leeuwen een zoon was van
Willem Cornelisz. dan is de mededceling uit
„De J. >Str." onjuist en mag in het ge
slacht Van Leeuwen van Duivenbode de
nakomelingschap worden gezien van den
Leidschcn speelman en organist, die in ban
ge Jagen boven zijn eigen belang dat van
zijn gezamenlijke medeburgers stelde.
W.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS
Aanvraag van werkzoekenden.
Geopendvan 9—12 en des middags
van 2—5 uur.
1 Kantoorbediende, 1 Opzichter, 10 Tim
merlieden, 15 Opperlieden, 10 Metselaars,
10 Stucacloors, 15 Schilders, 1 Stoker, 1
Grofbankwerker, 1 Electricien, 1 Goud
smid, 1 Gasfitter, 1 Schippersknecht, 3
zijnknecht, 1 Waker, 20 Losse werklieden,
2 Werksters, 1 Waschvrouw.
Nu de politieke staking in België .vau
April j.l. reeds een pookje achter
den rug is, is het dogenblik daar om
een rustig oordeel to vellen. Do katholieke
politicus Cyrillc van Overberghheeft zich
daartoe neergezet en een. oordeel gegeven,
waarmee de partijlijdér Woeste het waar
schijnlijk niet eens zal -zijn.
Van Overbergh zegt dat, al moge deze
staking, deze socialistische krachtsinspan
ning, haar doel, de revisie^ dan al niet be
reikt hebben, zij althans de moreelo eenheid
van de socialistische partij heeft versterkt
boneyens het vertrouwen van het proleta
riaat in het eigen kunnen.
Onder de oorzaken van het échec rang
schikt de heer Van Overbergh in de eerste
plaats den weerzin der katholieke arbeiders
en hij trekt clo conclusie, dat de christe
lijke democratie de eenigc macht is, die
met kans op succes tegenover hèt socialis
tische proletariaat kan worden gesteld.
Maar tevens verklaart hij,dat de christelij
ke arbeiders het niettemihj eens zijn over de
noodzakelijkheid van grondwetsherziening.
Zij hebben dus wel gehoor; gegeven aan het
op hem gedane bei-oep, o'm de stakingsbe
weging tegen to werken-, maar feitelijk
gaan zij mede met den eisch der socialisten
waarvan deze dé vervulling door een alge-
meene staking trachten te verkrijgen.
Of Van Overbergh in zijn partij deze zaak
ter sprake zal brengen, wordt niet vermeld.
Waarschijnlijk is het wel, want t zou de
vraag zijn of bij een volgende staking de
christelijke arbeiders zich ook onzijdig zou
den houden.
De koning van Spanje is weer
te P a r ij s. Hij reist incognito maai
de tegenwoordige hartelijke verstandhou
ding -tusschén- Frankrijk èn Spanje brengt
mee, dat ér een gemeenschappelijk dmei-
moest zijn bij president Poincaré. De nieu
we ministers zouden ook. van de partij
zijn, maar er was een onaangenaam geval.
Caillaux kan voor zijn fatsoen niet aan
liet feest deelnemen. De „Figaro" deelt
hiervan de oorzaak mee.
Tijdens zijn premierschap moet Caillaux
in een onderhoud met den Sjiaanschen am
bassadeur, waarin sprake was van de rege
ling van de Marokkaansche quaestie, op
piet zeer hoffelijke wijze te kennen heb
ben gegeven, dat, indien, de koning niet
aan Frankrijk's wenschen tegemoet kwam,
men dan onmogelijk het scherpe toezicht
aan de Pyreneeën op de anarchisten zou
kunnen handhaven.
Deze onridderlijke woorden werden té
Madrid bekend, en moeten op de koningin-
mooder een hoogst pijnlijken indruk ge
maakt hebben.
•Spoedig daarop verdween Caillaux van
het politiek tooneel en de zaak geraakte
in het vergeetboek, totdat de heer Caillaux
plotseling weer minister werd en den
Spaanscken koning als zoodanig zou moeten
ontmoeten.
Men heeft gemeend, dat het beter was
beide personen niet aan denzelfden disch
te doen aanzitten!
Toen vjjf jaar geleden, 't was na den
28sten December 1903, in alle landen op
roepen werden gedaan om' steun te vörlce-
nen aan de slachtoffers van de vrecse-
lijke catastrophe te Messina, zul
len er weinigen, die heter met aardbsche goe
deren gezegend waren dan dit met den ge
middelden mtensch het geva-1 is, zijn geweest,
die niet ferm in den buideL hebben getast.
Zoo waren in korten tijd groote sommen bij
eengebracht. Millioenen werden er naar Rome
gezonden om de arme ongelukkigen, die hun
have, maar ook zoovele familieleden en ken
nissen hadden verloren, te steunen.
De 'tijd hoeft de herinnering aan deze
aardbeving vervaagd. Nieuwe rampen zijn
gekomen en weer is do band in den zak
gestoken om te helpen.
Dan verneemt men langzamerhand minder
bijzonderheden. Van Messina b.v. vernam men
al heel weinig. Bon enkele maal verluidde, dat
met liet weder - opb ouwen der stad werd vo cad
ge gaan, waarvoor indertijd uit do gelieelo
wereld li st geld was saam gebracht, doch
met hoe grooto snelheid werd gearbeid, ver
nam men niet Tot thans eeu Fra.nsc.hman
ter plaatse een bezoek heeft gebracht, zag
hoe langzaam het herrijzen der stad ging
en vernemen moest, dat de millioenen, be
stemd voor de slachtoffers, dcor Italië waren
gebruikt voor <lcn veldtocht in Lybië. Als
dit waar is, is grooto.* schandaal nauwelijks
denkbaar en 't is te hopen, dat naar de juist
heid dezer bewering eens een onderzoek zal
worden ingesteld.
In de „Opinion" vertelt bedoelde Fransch-
man, Albert Aercment, zijn wederwaardig
heden. Hij s.chets er de armoede, die er
een ongekend groot aantal menschen toe
brengt om als gids op te treden om bezoe
kers do ruïnes te laten zien. Hij deelt dan
mee, hoe hij een gids had die elf familie
leden bij de ramp had verloren, terwijl clio
man zelf bijna onduldbare pijnen heeft moeten
doorstaan, na eerst drie dagen, levend be
graven te zijn geweest, onder do puinhoopen.
En dan vertelt Acrement:
„Zond-er leidsman begaf ik mij naar liet
Grand-Hotel. Het is een huis van één ver
dieping, gebouwd uit houten balken,
's Avonds ging ik de stad in, die ik weer
ten halve opgebouwd daeht te vindon ik
vond haar vol puinhoopen, die nog 35,000
lijken rnoet-en bedekken. Spookachtig teeken-
den zich de geraamten van in aanbouw zijn
de huize-ïi en donkere alleenstaande gevels
tegen liet luchtruim af. Ik liep door de hoofd
straat, die bestaat uit houten hutten en vér-
licht wordt door electrische booglampen Een
van de hutten is'gróoter dan de anderen
een oafc, waarin ïziganon muziek maakten!
"Meer kon ik dezen eersten avond niet zien.
„Den volgenden morgen ontmoette ik mijn
gids, die zich dadelijk aan mij opdrong en
mij allerlei verhalen deed over de ramp.
Plotseling kwamen wij op éen verlaten plein
een ware woestenij-
„Dat is de Corso Cavour", zeide mijn gicls.
Do Corso Cavour, waar de*.grootste waren
huizen cn do bapken zich eens bevonden
en waarvan nu niets meer over was. Onder
do puinhoopen vónd men groote sommen
gelds; niemand weet wat da.armede ge
schied is.
„Waarom bouwt men Messina niet-weer
op," vroeg ik mijn gids. „Waarom is anders
al dat geld bijeen gebracht?"
„De inwoners van Messina hebben daarvan
nietsgekregen- Het geld is gebruikt voor dén
•veldtocht in Lybië", verzekerde mij do gids.
„De-meerderheid" van de bewoners zou het
land* graag willen verlaten. Steeds-leven zij
in aiigsfy want- er gaat 'geen week voorbij,
waarin men het onderaardsch' rommelen vali
de aarde niét'hóöVt. En tocli moet het voor
dén handel zoo belangrijke Messina weer
opgebouwd worden, maar de daartcfe-noodige
gelden worden niet ter beschikking gesteld!"
KOUT» BK RICHTEN.
De begrooting van het Duitsche rijk
is naar de commissie verwezen. Tot 13
Januari zijn de zittingen van den Rijksdag
verdaagd.
Volgens de nieuwe militiewet zal het
Belgische leger op vredesvoet 4587 officie
ren en 57696 minderen sterk zijn.
De Belgische minister van arbeid heeft
aan leen deputatie van Antwerpsche bur
gers verklaard, dat Antwerpen voor een
wereldtentoonstelling in 1920 cle voorrang
heeft. Wanneer Antwerpen zich tot het
buitenland wendt, zal cle regeering haar
'steun geven.
De .leger-.co-mmissie in cle Fransche
Kamer, heeft de door de begrootings-com-
missie voorgestelde verhooging der bezoldi
ging van de officieren tot en met den rang
van majoor niet onbelangrijk vergroot. De
uitgaven,-welke .hieruit voortvloeien, zullen
ongeveer 30 millioen francs bedragen.
1Te Havre hebben 1500 havenarbeiders
hot werk gestaakt.
De „Daily Tel." deelt mee, dat het
Engelsch ministerie de Welsche kerkwet
aan de orde zal stellen voor het hoine-
rulc ontwerp.
Met machtiging van prins Said Halim
zelf maakt het Weensche telcgraafagent-
schap bekend, dat de berichen over heb
aftreden van den Turkschen grootvizier,
onjuist zijn.
De Fransche generaal Baumann heeft
een nieuwe regeling ontworpen voor de
Turksche gendarmerie. 40 buitenlandsche
instructeurs zullen de leiding krijgen. 7000
gendarmes zullen voor Armenië bestemd
zijn. Over deze voeren een Engelsch man
en een Franschman het bevel.
De Servische Skoeptsjina zal, na af
doening van eenigo noodzakelijke werk
zaamheden, worden ontbonden. De nieu
we verkiezingen zijn tegen het voorjaar
vastgesteld. Pasjitsj zal, naar verluidt als
minister-president aftreden.
De Albaneesche kwestie is nog niet
opgelost. Het gaat nog steeds om de zuid
grens. Venizelos heeft nu de mogendhe
den doen weten, dat geen Grieksche rc-
geering op het oogenblik zuidelijk Alba
nië zou kunnen doen ontruimen.
Een conservatief lid van dc Doema,
Sjetskof genaamd, heeft een door 66 afge
vaardigden onderteekend voorstel inge
diend om de Korobkabelbelasting op te
heffen (d. L de van de Joden geheven be
lasting op het geslacht), den Joden een
voudig te verbieden om volgens heb ritueel
te slachten en de gewone bepalingen voor
het slachten van vee ook op hen toepasse
lijk te verklaren.
In de steenkolenmijnen in Natal werd
een paar dagen geleden het werk neer-
gelégd. De eisch was beter loon. De pa
troons zijn toen met voorstellen gekomen
en deze werden aangenomen. Het werk
is toen dadelijk horvat.
Thans wordt uit Mexico gemeld dat
de opstandelingen Tampico niet hebben
ingenomen. Ze zijn juist met zware verlie
zen teruggeslagen.
Kolonel Goethals, de leider der wer
ken aan het Panainakanaal heeft ver
klaard, dat niet vóór 1 Mei handelssche
pen door het kanaal kunnen varen, gevolg
van de aardverschuivingen aan de Culebra-
geul.
T e N e w-Y ork is het proces te
gen den geestelijke Hans Schmidt, die in
Augustus Anna Aumuller, een vrouw rnct
wie hij betrekkingen onderhield, heeft
vermoord, begonnen. Beklaagde bekende
het miscpijr en verzette zich luidkeels te
gen het verzoek van zijn verdediger om een
nader onderzoek naar zijn geestvermo
gens te doen instellen. Naar men zich her
innert, achten do gerechtelijke geneeslcun-
cftgen hem volkomen toerekenbaar. „Ik
ben niet gek," beet hij zijn verdediger too
en vicp toen tot dc rechtbank „Waar is
uitstel goed voor? Ga voort met het proces
en laat me ^aan
1)© (wioconde tenigjjevonden.
Wat niomand meer gedacht had do
.Gióconde, Jaconde of Monna Lisa, lioe rnen
't schilderij maar wil noemen, is terecht.
Nw meer dan. negen kwartalen te zijn zoek
geweest, is het doek. naar Reuter meldt,
te Florence gevonden.
Dc „Tel." bevat omtrent deze heugelijke
geoeurtenis eeD aantal telegrammen uit
Parijs en Rome, waaraan we thans het
volgende ontleenen
Het schilderij van da Vinei werd terug
gevonden in het bezit van een inwoner
van Floreijce, die ten gevolge der opspo
ringen van Fransche politieagenten gear
resteerd werd. Ilij verklaarde het schilderij
gestolen te hebben om voor Italië frraak
to nemen over het feitj dat vele schilde
rijen uit Italiaansche musea verden me
degenomen door de Fransche troepen ge
durende de campagnes van Napoleon 1.
De persoon, die gearresteerd werd en
in wiens bozit Gioconde gevonden werd.
heet Leonard.
Het schilderij zal naar Rome overge
bracht en aan de Fransche ambassade
overhandigd worden.
Do -Italiaansche minister Credaro vci-
klaarde, dat hij eerst morgen aan dc Kamer
volledigo bijzonderheden over de terugvte
ding der „Jaconde" zal medcdeelen, als hij
moet antwoorden op dc hem gestelde vraag.
Do afgevaardigde Martini heeft gevraagd
morgen do regeering inlichtingen to mogen
verzoeken Onmiddellijk nadat de ontdek
king van de Giocondo bekend was gewor
den, stelde de Italiaansche minister van
Buitenlandsche Zaken, di San Giulano, den
Franschcn gezant hiervan in kennis. De ge
zant deelde onmiddellijk aan de Fransche
regeering het bericht, dat hij van den mi
nister van Buitenlandsche Zaken ontvangen
had, mede.
De directeur der nationale musea te Pa
rijs, de heer Henri Marcel, was, toen hem
do terugvinding der beroemde schilderij
medegedeeld werd, zeer bewogen. „Wij zijn
zeide hij reeds zoo dikwijls het voor
werp geweest van mystificaties, dat ik aan
vankelijk nog eenigszins sceptisch tegenover
het bericht stond, maar het telegram over
do terugvinding is in zoo besliste bewoor
dingen vervat cn geeft blijk van zoo grooto
kennis der Italiaansche musea, dat zijn
juistheid niet onmogelijk is.
Men beweert, dat de diefstal gepleegd
werd door éen" persoon, die do diefstallen
van kunstwerken in Italië, door Napoleon
gepleegd, wilde-wreken. Dit bevestigt mijn
eerste opvatting, dat wij met den daad van
een krankzinnigo te doen hadden. Immers
Italië zelf heeft, hetgeen door Napoleon ge
daan werd, vergeven. Bovendien bestaat cv
toch ook een recht van verjaring en Italië
dankt aan Frankrijk zoo veel. Indien wij
weer in het bezit der schilderij komen en
als wij uitgemaakt hebben, dat zij autenticic
is, dan zullen wij haar haar oude plaats te
ruggeven. In de toekmst zullen wij haar be
ter bewaken. Trouwens, er werden in het
Louvre reeds maatregelen genomen, die
elko diefstal onmogelijk maken.
Het verdwijnen der „Gioconde", dat
plaats greep eenige weken nadat door een
ontoerekenbaar persoon, Sigrist genaamd,
de „Nachtwacht" van Rembrandt in heb
Rijksmuseum hier ter stede beschadigd
was, gaf ook in de Nederlandsche pers aan
leiding tot levendige polemieken over do
bewaking van aan het publiek tentoonge
stelde kunstschatten, die door een reeks
maatregelen gevolgd werden.
Over dc schilderij zelf nog het volgende.
Zooals men weet, is de Jioconde het portret
van Monna Lisa, de bekoorlijke' vrouw van
Francesco del Giocondo, een Florentijnsch
edelman. Leonardo da Vinei werkte vier
jaren lang, tot het jaar 1500, aan het schil
derij zonder het tot zijn volkomen bevredi
ging te kunnen afwerken. Frans I van
Frankrijk kocht de schilderij voor 12,000
livres, een buitengewoon aanzienlijke som
voor dien tijd.
Monna Lisa wordt voorgesteld met liet
aangezicht naar den linkerkant gewend. Zij
zit in een zetel, haar handen liggen over
elkaar. Een sluier, vastgehouden door een
zeer dun snoer, ligt over het voorhoofd cn
valt af op de schouders. Achter het beeld
ziet men een meer, omringd door rotsen.
De Gioconde is op hout geschilderd cn
meet 77 x 53 c.M. De dieven moesten heb
paneel uit een zware renaissance-lijsfc
schroeven, wat hun operatie niet weinig be
moeilijkt zal hebben.
Indertijd heeft dc directeur van het Lou
vre, Homollc, ontslag moeten ncnien cn
ook aan het heengaan van den onderstaats
secretaris voor schoone kunsten, Dujardin
Beaumetz, was de diefstal der Monna Lisa
niet vreemd.
Een wisse11ooper van een groo
te nijvcrlieidsonderneming te 'Parijs, een ze
kere Bonnaud, is bij dc Rue Belleport door
twee jongelui aangevallen. Zij probeerden,
hem peper in de oogen te gooien en zijn
tascli met 2000 francs te ontnemen. Dc man
verdedigde zich krachtig. Tijdens het ge
vecht kreeg hij een hersenschudding. Geluk
kig kwam er spoedig hulp opdagen. Tien
minuten vóór de aanranding was eon andere
wissollooper met een bedrag van een milliocn
franc de straat gepasseerd.
In den Kaukasus, b ij IC o w s k o s-
kaja, hebben twintig bereden roovsrs heb
landgoed van den stadhouder geplunderd*
Er is een formeele flag geleverd, waarbij
elf personen gedood werden cn zei gewond,