Brieven van een Leidenaar.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
N<\ 16500.
Zaterdag 6 December.
JEei'sste Hla<l. /\o. 1313.
ISIÏ3SCE
DAGBLAD
CCCCLSI.
St.-Nicolaas is juist voorbij en ik wil ver
onderstellen, dat de meeste lezers, en voor
al de lezeressen, onder den indruk van do
ontvangen surprises, nog wel in een St.-Ni-
colaasstemming zullen verkeercn.
Ik wensch allen geluk met de ontvangen
geschenken, zij mogen van veel of wei
nig waarde zijn geweest en ik hoop, dat
de meesten tevreden, en slechts weinigen
zich teleurgesteld zullen gevoelen.
Het zit hem ook minder in de waarde
van de gekregen geschenken, dan in de
stemming waarmede deze zijn gegeven, ont
vangen enbewaard.
St.-Nicolaas is in de eerste en voornaam
ste plaats een kinderfeest en het doet mij
genoegen, dat het zich als zoodanig heeft
weten te handhaven.
En nu denk ik niet voornamelijk aan wat
kinderen van hun ouders ontvangen, maar
meer aan hetgeen er door personen en cor
poration gedaan wordt voor de kleinen wier
ouders bezwaarlijk voor een goeden en mil-
den Sinterklaas kunnen spelen.
Want het is voor de arme kinderen vooral
hard, de pakken lekkers voor hun, deur tc
zien voorbijgaan naar de woningen der ge
goeden, en straks van hun makkers, wier
oudere in beter maatschappelijk doen
verkeercn, te hooren vertellen, dat zij zoo
veel meer en mooier speelgoed hebben ont
vangen.
Ik herinner mij nog wel dat dit onge
lijk bedeelen op den St.-Nicolaasdag het
eerst mijn geloof aan den goeden Heilige
aan het wankelen heeft gebracht en het
vermoeden bij mij deed ontstaan, dat het
onze ouders waren die zich voor St.-Nico
laas uitgaven.
En daarom vooral doet het goed, dat men
zich meer en meer beijvert om den St.-Nico-
lbasdag ook te maken tot een blijden dag
voor de arme kindertjes.
Ik liëb dameskransjes aan den arbeid ge
zien, ik weet, dat vele kindervrienden en
-vriendinnen dagen te voren hebben aange
klopt bij anderen, dio geen lust cn geen
tijd hadden om persoonlijk .voor St.-Nico
laas te spelen, doch met hun geld anderen
daartoe in staat stelden. En zoo is in me
nig arm gezin waar de kinderen ook hun
kerden naar een St.-Nicolaas-gave blijd
schap gebracht in jonge harten.
We-lke gift of gave ook moge vernede
ren, geen St.-Nicolaasgesohenk, in welken
vorm ook
Ik hoop, dat deze goede oude gewoonte
om op St-Nieolaacdag of -avond do
kinderen, en vooral do kinderen der
armen, t9 bedenken, niet in onbruik
zal geraken en ik dank allen, bekend of on
bekend, die ditmaal daarvoor geld en tijd
hebben gegeven uit naam van de kleinen
die dit iin 6tilte heb reeds den St.-Nicolaas
hebben gedaan. En waar ik vreesde dat door
de nieuwe stroomingen, die tegenwoordig
door het volk gaan, met veel ouds en eer
waardigs ook de oude legende van St.-Nico
laas zou wegdrijven, deed het mij genoe
gen, dat ook de Coöperatieve Bakkerij en
Verbruikersvereeniging „Vooruit", aan de
kinderen van leden en verbruikers een
mooi en prettig St.-Nicolaasfeeöt heeft
bereid.
Ik heb wel jonge, zeer verlichte men&ohen
hooren zeggen, dat men de jeugdige hersen
tjes niet met het St.-Nicolaas mocht vol
stoppen, zo zouden er later maar lact van
Rebben. En zoo heb ik aan de hoofdmannen
i r Coöperatie, die voor 1200 a 1300 klei
nen een echten Sinterklaas, met een even-
echten zwarten knecht lieten optreden, die
den verbouwereerden kDapen en meisjes
vertelden dat zij zoo paa uit
Spanje waren gekomen, ondeugend
gevraagd of zij niet bang waren
dat hiermede de kiem zou worden gelegd
voor een autoriteitsgeloof dat bij hen uit
den booze is! Men heeft mij geantwoord,
dat zij de oude legende veel te mooi vinden
om er de kindertjes niet van te laten ge
nieten.
Ik wil daaruit, onder den indruk van de
heerlijke stemming dier kleinen, die volop
genoten, niet alleen van de versnaperingen,
maar ook van de naive kinderliedjes door
hen aangeheven, geen conclusies trekken,
ik juich het van harte toe, dat men van de
voordeelen die de coöperatie aan de
werklieden biedt, ook de kinderen op deze
wijze laat profiteeren.
De commissie voor Volksbijeenkomsten
heeft reeds sinds jaren het voorbeeld ge
geven hoe men op gemeenschappelijke wij
ze de arme kinderen op den St.-Nicolaas
dag kan doen genieten, en ook dit jaar
blijft zij niet achter.
Maandagavond zal men de Stadsgehoor
zaal weer gevuld zien met kleintjes, die
heerlijk zullen smullen, de meesten in het
blijde geloof, dat de goede Sint, hoewel
reeds vertrokken, nog eens voor hen is
overgekomen.
Wij leven in de eeuw van het kind is
er gezegd en dan wordt daarbij meestal
gedacht aan het vele, dat er gedaan wordt
voor de ontwikkeling der jeugd om haar
veel te leeren kennen en kunnen, omdat
het leven in onze maatschappij zulke zware
eischen stelt.
Te dikwijls wordt echter vergeten, dat
niet alleen het verstand ontwikkeld moet
worden en de wil gestaald, maar ook. de
verbeelding haar rechten heeft en dat
daarom de jonge kinderziel behoefte heeft
aan poëzie, die haar later .zal leeren te
genieten ook van de schoonheden, die de
wereld en het leven bieden.
Daarom moeten wij, vooral ter wille van
onze jeugd, feesten als die van den 5den
December in eere houden.
Willen we dat, dan moeten wij het St.-
Nicolaasfeest niet doen ontaarden in een
dag, waarop men zijn kinderen en zijn
vrienden overlaadt met min of meer kost
bare geschenken, waardoor onderlinge
concurrentie cn naijver ontstaan, die finan
cieel en moreel groot kwaad kan doen,
maar dan moeten we er in de voornaam
ste plaats in zoeken een kinderfeest, waar
aan zoo mogelijk alle kinderen, de armsten
zoowel als de rijksten, aan kunnen deel
nemen op een wijze, die niet de kiem der
zelfzucht doet groeien, maar die in hen
de vatbaarheid voor poëzie doet toenemen
en hun innerlijk leven rijker maakt.
Daarom verheug ik er mij in, dat voor
dezen St.-Nicolaas zich- zoovelen hebben
opgemaakt om ook in de kosten van arme
en misdeelde kinderen St.-Nicolaas-vreug-
de te brengen, en ik hoop, dat, ook al
heeft men daardoor teleurstelling onder
vonden, er mee zal worden doorgegaan,
opdat het eens zoover zal komen, dat geen
enkel kind in het land de blijdschap van
het St.-Nicol&asfeest ral worden ont
houden.
Woensdagavond zag do m a c hi-
nist van een van Arnhem komenden goe
derentrein op den spoorweg het lijk van
een vrouwspersoon liggen. Hij bracht den
trein tot stilstand en nam het lijk mee naar
het station De Steeg, alwaar vrij spoedig
bleek, dat het de 20-jarige A. H. M. uit
Worth-Rheden was, die des avonds naar
een naburige boerderij zou gaan, zich toen
op de spoorbaan heeft begeven en door
een van Arnhem komenden trein is aan
gereden. Het lijk werd naar de ouderlijke
woning overgebracht.
Diefstal van effecten.
Ongeveer drie jaar geleden werd ten na-
deele van twee oude dames te Amster
dam voor een waarde yan f 4 a f 5000 aan
effecten gestolen.
Deze diefstal werd gepleegd onder zeer
eigenaardige omstandigheden. De dames
hadden de gewoonte haar geldsdaardige
papieren in haar rokken te naaien, wan
neer zij uitgingen, om aldus tegen beroo-
ving gevrijwaard te zijn. Maar afdoende
was ook deze maatregel niet.
Een familielid dier dames was overleden
en een uitdraagster werd geroepen om
wat oude kleedingstukken uit den inboedel
der overledene te koopen. Nu had een der
dames haar rok, waarin voor bovengenoemd
bedrag aan effecten genaaid was, op een
stoel neergelegd, in het sterfhuis. Deze rok
geraakte tusschen de oude kleedingstukken
en werd door de koopvrouw meegenomen.
Den rok met den kostbaren inhoud mis
send, deed de dame aangifte bij de poli
tie, die een onderzoek inst-elde bij de uit
draagster, doch zonder resultaat. Wel werd
de rok gevonden, maar de effecten niet,
en de opkoopster hield vol, van niets te
weten.
Donderdag nu bood een vrouw bij een
Eank-instelling te Amsterdam een effect
en eenige coupons te koop aan. De effec
ten waren indertijd als gestolen gesigna
leerd blijkbaar dacht men, dat na drie
jaar de kust wel veilig zou zijn, doch dan
rekende men buiten de activiteit van het
Bankpersoneel, want dit ontdekte, dat het
te koop aangeboden effect destijds ont
vreemd was. De politie werd gewaar-
Aïliuwd en de vrouw gearresteerd. Het
bleek de uitdraagster te zijn van drie jaar
geleden.
Bovendien werden eveneens twee man
nen aangehouden als verdacht van mede
plichtigheid. Er bleken namelijk reeds af
fecten van den diefstal afkomstig, verkocht
te zijn. Het drietal is ter beschikking der
justitie gesteld.
Te Londen kwamen eenige
kinderen aan een dien6tdoenden inspecteur
van politie vertellen, dat een van hun
speelmakkertjes door een vrachtauto ver
morzeld was. Eenige oogenbLikken later
kwam de bestuurder het kleine levenlooze
slachtoffer in een laken gewikkeld bij den
politieman brengen, ten5 einde proces-ver
baal van het ongeval te doen opmaken.
Toen in den loop van het gesprek de be
stuurder de kleeding van het kind nauwkeu
riger beschreef, wierp de inspecteur zich,
door een bang voorgevoel aangegrepen, op
de auto, waarin zich het lijkje bevond, trok
het laken weg en zag zijn eigen kind, gruwe
lijk verminkt.
Uit Buenos-Ayres komt het b ë-
ïicht, dat geologen van het La Plata»-Mu
seum, belast met het toezicht op zekerd
opgravingen te Mizamar (Zuid-Amerika), een
sensationeele ontdekking hebben gedaan van
steenen "werktuigen en gereedschappen vaM
den menseh in den vóórtijd. Deze voorwerpen
zouden er op wijzen, dat er reeds mensohen
bestonden in do tertiaire periode in de Nieuwe
Wereld. Tot dusverre werden overblijfselen
uit dit tijdperk slechts in de oude wereld
gevonden, waar- misschien creeds voor oen
half millioen jaren mensclwn leefden. De
et-nigen tijd geleden te Peltdown, in Enge
land gevonden schedel, wordt op minstens
200,000 jaren geschat.
De Par ij se he politie arres
teerde zekeren Roger de Lapeyrouse, die
zich door middel van een valschen naam
voor millionair had uitgegeven en van ver
scheidene personen belangrijke sommen h?d
geleend. Zijn medeplichtiohtige Grosdidier
werd eveneens in hechtenis genomen.
ffoencen beambte op een station
van den ondergrondschcn spoorweg te Parijs
bezig was do wagons schoon te maken, zag
hij in een bagagenet zich iets' kronkelen.
Naderbij" gekomen bemerkte hij* tot zjjn ont
zetting, dat het vreemde voorwerp eon groots
hoa constrictor van twee meter lengte was,
die zich sissend oprichtte. Do man maakte
dat hij weg kwam, en waarschuwdo zijn
ohef, die op zijn beurt de politic verwit
tigde. Toen do laatste tot aan do tanden toe
gewapend verscheen, was het dier reeds uit
den wagen gekomen cn kroop den tuaH-
ncil in. Ten slotte gal uk te- het do slang met
sabelhouwen af lo maken. Er wordt oen
opderzoek ingesteld, hoo dit gevaarlijke dier
daar gekomen is.
Met vereende krachtenis
een leger mieren er in geslaagd, een ge
heel huis zoodanig ondergraven, dat ten
slotte het dak en alle muren ineenstortten.
Het gebeurde te Pendleton, Vereenigdc
Staten, waar de heer Jacobs, een farmer,
zich een respectabel huis had gebouwd,
waar hij met zijn familie en het genoemdo
leger mieren woonde. Deze mieren zijn
van een bijzondere witte soort, die zich
uitsluitend met hout voeden. Zij kropen
in alle balken, binten, plinten, deuren en
drempels, waar zij hun verwoestingswerk
verrichtten. Door een toeval ontdekte do
heer Jacobs, hoe broos zijn eens soliedc
huis geworden was, en in allerijl zochten
hij en zijn familie een heenkomen. Tot
zelfs de boeken in de bibliotheek bleken
aangetast. Spoedig stortte het dak ineen.
T e N e w-Y ork ia inden la a t-
sten tijd het aantal auto-gevallen, veroor
zaakt door het roekeloos rijden der chauf
feurs, op onrustbarende wijze toegenomen.
De talrijke klachten, dio hierover bij de
politie binnenkwamen, hebben den autori
teiten aanleidng gegeven om een formeele
razzia op touw te zetten. Vier en twintig
politie-beambten. op motorrijwielen weiden
over de geheelo stad verdeeld en arres
teerden Zondag niet minder dan 465 be
stuurders van auto's, die allen reden met
een grooter snelheid, dan door de desbe
treffende politie-verordening wordt toege
staan. Niettegenstaande hun protesten,
werden de automobilisten naar verschillen
de 'politie-burcau's overgebracht, waar zij
dikwijls urenlang moesten wachten, voor
dat hun identiteit was vastgesteld. De
straffen, wegens het te snel le rijden door
den politie-rechter opgelegdvarieeren
van 50 tot S"0 dollar. Eén politie-rechter
had in don tijd van drie uur aan een aan
tal chauffeurs te zamen meer dan DOCO dol
lar boete opgelegd.
To Havanna hcorscht groote op
winding naar a-a.i^eiding van do arrestatie
van tien negers, dio beschuldigd worden oen
blank meisje vermoord en haar bleed afga
tapt te hebben. Zij trachtten de sporen van
hun misdaad te verbergen door liet lichaam
te verbranden on hot huis, waarin de moord
gepleegd was,, roet dynamiet in de lucht
te laten springen. De ontploffing werd door
politic-agenten gehoord, die het bewuste huis
binnendrongen en dao.r het brauJe.nde lijk
van het vermoorde meisje vonden. De politie
gelooft, met een seete te doen to hebban,
die over hot gelieole eiland verbreid is en
op aandringen van haar priesters voortdurend
bloedoffers brengt. Do arrestatie van ver
schillende, dc politie reeds bekende, priesters
dezer sccte, is woldia to verwachten.
D c kapitein van het 1' ran-
sclie stoomschip „Lotus" heeft gerappor
teerd dat het schip in de straat van
Messina door een zeebeving heftig heen cn
weer is geslingerd. Een paniek op het
schip was het gevolg. Gelukkig duurde de
ze zeebeving slechts eenige seconden.
Om tuintip inillioen.
Voor de Parijsche rechtbank is een pró-:
ons tegen den Staat aanhangig, waarbij het
gaat om twintig millioen frs. De aanlei
ding tot dc procedure dagteekent van 238
jaar lier.
De eischeres, de weduwe Cotton, be
weert, dat zij als afstammelinge recht heeft
op dc erfenis van Jean Thiéry, iccn.
Franschman, die 15 September 1675 over
leed tc Korfoe. De door hem nagelaten
gelden enz werden iri consignatie gegeven
bij dc Zecca, de staatsbank te Venetië,-
aangezien de erfgenamen het niet eens
konden worden De crfenis-Thiéry be
rustte nog bij de Zecca, toen Napoleon
zich yan Venetië meester maakte; dc:ö
legde ingevolge de bevelen van het Di
rectoire beslag op de gelden (20 milkoen),-
gebruikte een gedeelte voor het onder-f
houd van zijn leger en zond dc rest naar
Parijs
Bij verschillende vonnissen van de Seine-:
rechtbank tusschen 1822 en 1338 werden
de rechten onder erfgenamen in rechte lijn
van Thiéry erkend; in 1837 en 1874 wer
den die van de tegenwoordige edscheres
erkend, die thans een rechterlijke verkla
ring wil uitlokken, dat dc Fransche staat
dc gelden van de erfenis-Thiéry schuldig:
is, cn deze met de intresten aan haar moet
afstaan.
De tegenpartij echter heeft de exceptie
van gewijsde zaak opgeworpen, daar reeds
in 1871 in dc zaak-Cotton een beslissing
is genomen.
In zijn testament vertelt Jean Thiéry
hoe hij, zonder een cent op zak het kastecL
Thiéry verlaten hebbende, zulk een reus
achtig fortuin heeft bijeengebracht.
Daar ik fortuin wilde maken, zoo las dc
griffier voor, ging ik naar Italic en werd
bediende in een herberg te Brescia. Daar
kwam ik in kennis met een buitenlandsch!
koopman, een Griek, Athanasius Thipaldy
gcheeïen, die me al spoedig voorstelde met
hem mee te gaanhij ging een reis om dc
wereld maken. Ik sloeg toe cn werd zt n-
bcvriend met hem. Hij was zeer rijk, en
daar hij geen enkelen bloedverwant liad,
vermaakte hij mij al zijn bezittingen.
Aan het slot van het testament deelt Jean
Thiéry mede, dat hij dit stuk te Korfc;
dccd opmaken om vooral bij niemand ver.
denking tc wekken over al die rijkdommen,-
tevens om niet door bloedverwanten tc
worden lastig gevallen gedurende dc rest
van zijn leven, dat hij wijden wilde aan dc
lijdende menschlveid. Hij had een behoor
lijk bedrag' uitgetrokken om zes duizend;
missen te laten lezen voor zijn zielsrust.
Het Elyséa als woonhuis.
Raymond Poincaré heeft als president
wel reden tot tevredenheid, doch in liet
huis, of liever paleis, dat de Fransche re
publiek licni te bewonen hoeft gegeven,
kan hij, noch zijn familie zich „thuis" voe
len. Het is hun, als dwalen ze don heelen
dag rond in dc oneindige gangen en zalen
van een museum. Poincaró heeft nu beslo
ten, zijn eigen huis loeg te halen, zijn bi
bliotheek, bekende meubels en familie
stukken over tc brengen in het Elyséo om
zoo te trachten zijn woning wat intiemer en
„hcimlicher" te maken.
Serum legen mond- en klauwzeer
van Bchapen.
Twee medewerkers van het Instituut-
Pasteur in Algiers, de doet. med. Bridré
cn Boquet hebben een 6erum ontdekt tegen
mond- en klauwzeer van schapen. Het serum
werkt zoowel genezend als voorbehoedend.
De Fransche minister van landbouw heeft
bevolen, dat olie hamels, die van Algiers
in Frankrijk worden ingevoerd, met dit se
rum moeten worden ingeënt.
üomleu Visioenen.
UIT HET ENGELSCEI.
VAN
DAW3D CRSST6E GïïURRAY
DOOR
C. KAAKSLAG.
(Nadruk verboden
EERSTE KEEL.
EERSTE BOEK.
Hoe Hercule Asmodée
Bonaventure Job Round aan-
w i e r f
HOOFDSTUK I.
Ezechiël Round stond op een zomerdag
aan de deur zijn pijp te ïookeo, zag naar
niets én dacht aan niets. Hij was een man
met een welgevuld vest (het valt zoo van
zelf jjjn vest het eerst te noemen), een
gladgeschoren rood gezicht, ruig, steil
haar, en een voorkomen van gestadige
knorrigheid. Zijn schoenen waren grof en
plomp en zagen er stevig uit. Zoo waren
zijn beenen en zijn schouders ook en zijn
ïoode vuisten hingen langs zijn zijden ne
der, alsof zij het er eens recht op gezet
hadden hun rust te nemen.
Hij hield het lange roer van zijn pijp
tusschen zijn tanden, en dc kop vond een
rustplaats op zijn rood peluchen vest bij
de klep van den rechterzak. Onder zijn
^est uit bungelde een groote zilveren ket
ting met een handvol cachetten. Zrn kor
te broek was van fijn bombazijn, en zijn
kousen waren van grijs sajet hij had
geen jas aan, en zijn stijve puntboorden
van dio soort onder den naam van
„vadermoorders" bekend, reikten tot aau
zijn ooren. Hij was kort, maar breed van
gestalte en zoo rond door 't te goed doen van
zijn lichaam, dat, als men hem van ter
zijde zag, de onderste knoop van zijn vest
wel een voet voor zijn deftige onderkin uit
te zien kwam.
Achter Round, op de bovenste trede van
do stoep, zat een bulhond met roode
oogen, die, in het denkbeeldig genot van
een lekker hapje, zijn bek aflikte, en be-
geerig tegen de kuiten van zijn baas knip
oogde.
Toen Round omstreeks een halfuur in
den namiddagzonnesehijn gestaan had,
voor de huizen aan de overzijde met zijn
rood vest pralende, kwam er een schraal,
grijs man voorbij en groette hem.
„Goeden middag. Round".
„Goeden middag, Armstrong".
„Mooi weer voor den oogst".
„'t Kon erger", zeide Ezechiël, „en 't
kon beter ook".
De grijze man liep een paar schreden
voort, en Ezechiël klopte de asch van zijn
PUP.
„Armstrong
Do grijze man keerde zich om cn kwam
terug.
„Een woordje, Armstrong!"
„Zeker. Wat heb je te zeggen?"
„Die jongen van mij", zeidc Round, den
grijzen man met het roer yan zijn pijp op
den schouder tikkende.
„De ander zag hem met een afgetrok
ken blik aan.
„Die meid van jou".
„Die meidrf^n mij?" vroeg Armstrong.
„Wat meen je met die meid van mij?"
Weg was zijn afgetrokkenheid, en zijn
Schotsche levendigheid leverde een sterk
contrast op met Ezechiël's slependen toon,
aan de bewoners van het Kolendistrict
eigen.
„Nu, maak je maar niet driftig. Er is
geen reden om driftig te worden. Een be
leefde vraag is een beleefd antwoord
waard".
De grijze man zag hem droog, maar
toch met een zekere gemoedelijkheid aan.
„Doe je beleefde vraag dan
„Die jongen van mij en die meid van
jou. Wat is er tusschen die twee?"
„Jij en ik zijn tusschen die twee", zeide
Armstrong.
„Hè?" hernam Ezechiël, hem aansta
rende. „Ik heb gehoord, dat Job gedurig
om je huis draait".
„En bevalt je dat niet?"
„Neen. Dat bevalt mij niet. En wat
meer is, ik ben er tegen".
„Heel goed", zeidc de Schot, ,,'t Is -plei-
zierig als buren het eens zijn. Ik ben er
ook tegen".
„Armoe is geen schande, heb ik altijd
gehoord", zeide Ezechiël, terwijl hij met
het geld in zijn zak rammelde, „en rijkdom
is geen deugd dat kan wel zijn. Maar
ik zeg: „Ieder mensch moet in den stand
blijven, waarin het Gode behaagd heeft
hem te plaatsen". Als Job zich goe4 ge
draagt, 6chiet er een aardig duitje voor
hem over. Als hij- tegen den zin van zijn
vader trouwt, om zoo te zeggen beneden
zijn stand, dan wil ik niets meer met hem
te doen. hebben en is hij niet meer waar
dig mijn zoon genoemd te worden".
„Elke ketter heeft zijn letter, mijn
vriend", antwoordde de grijze man. „Die
oude spreuk zie ik weer in u bewaarheid.
Ik begrijp er uit, dat je een einde wilt
maken aan de bezoeken van den jongen
iu mijn huis".
„Dat is mijn wensch", sprak Ezechiël
beslissend. „Als hij tegen mijn zin trouwt,
krijgt hij geen penny van mijn geld. Ont
houd dat wel. Geen penny".
„Mijn goede man", hernam de ander
bedaard, „ik geloof, dat je wat te veel
aan je geld denkt. Wie vraagt er naar jc
geld'? Er zijn nog wel een paar andere
dingen in de wereld, die dc moeite waard
zijn, dat men er aan denkt. Als dc jongen
weer bij mij komt, zal ik hem zeggen,
dat het tegen je zin is, cn dat ik het
niet langer hebben wil. Goeden middag".
„Wacht even", zeidc Ezechiël. „Jc kunt
het hem nu dadelijk zeggen. Daar komt^
hij juist aan".
„Zeg jij hem maar, dat hij niet meer
bij me aan huis moet komen", antwoordde
Armstrong, „en als hij dan toch nog komt,
zal ik hem zeggen, dat hij er mee moet
uitscheiden. Jammer genoeg, want ik houd
veel van den jongen".
Round verhief zijn stem en riep: „Job!"
De jongeling wuifde met do hand tot
antwoord, en kwam met versnelden tred
door de straat aanloopen. Hij was een
weinig boven dc zes voet lang, cn bijzonder
breed van schouders voor twee en twintig
jaar. Hij was, naar de mode van dien tijd,
gladgeschoren. Hij droeg souspieds; om
den kraag van zijn jas was een breed
boordsel; zijn hoed was blokvormig en
met een omgekruldcn rand. Onder don
cenen arm had hij een dunnen rotting met
een kwast, en in de andere hand zwaaide
hij een paar handschoenen. Over 't geheel
zag hij er uit als eén echte dandy dat
wil zeggen, voor Castlc Barfield, waar
men niet zooveel elegantie kon verwach
ten als in een groote stad. II ij was boven
dien een knappe jongen, met levendige
grijze oogen, een tamelijk grooten neus,
krullond blond haar, dikke wenkbrauwen,
een zweem donkerder, een mond cn een kin
wat te scherp voor zijn jaren Hij liiekl
het hoofd recht opgericht, en zwaaide een
weinig in zijn gang, hoewel niet hinder
lijk,- maar louter uit vlugheid cn veer
kracht en luchthartigheid.
„Wel mijnheer Armstrong", riep do
nicuwaangekoraene, toen hij op een twin
tig passen afstands was. ,,Hoe gaat het
u? Hoec staat het met dien nieuwen zet
in het schaakspel?"
„Die zet deugt nier. Dc witte raads
heer neemt liet zwarte paard, cn dan is liet
spel uit."
„Zoudt ge dat denken?" vroeg dc jonge
ling lachend
„Dat zal ik vanavend eens komen pro-
becrcn".
„Zoo, zal jc dat?" zeide zijn vader, op
een spottenden toon. Dc jongeling zag
hem snel aan en keek toen naar Arm
strong.
„Wat scheelt er aan?" riep hij.
„Zeg liet licm nu, Armstong", zeide
Ezechiël.
(Wordt vervolgd).