oN 16493. ""Wijdag; SS November. Tweede Blad. A°. 1913. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. !3ea,o. JBvoejacle. De speech van den Pruisischen minister van oorlog in den Duitschen Rijksdag over de spionnage w et is uit de telegram men reeds bekend. Daaruit is ook gebleken dat'de minister het artikel dat de pers zoo aan banden legt en waartegen de pers- yereeniging is' opgekomen, zoo prachtig yindt. Hij wil er zelfs niets aan verande ren. Of hij zijn zin zal krijgen4 't Is de vraag, want zelf3 conservatieven Rijksdag- leden gaat dat to ver. Do sociaal democraat Stadthagen, die na de regeering aan het woord kwam, zeide, dat het kenmerkende van de nieuwe wet was, dat zij de pers onder militair com mando stelde; zij zou voortaan alleen mo gen schrijven wat het legerbestuur goed vindt. De heele wet, betoogde hij verder, is vol innerlijke tegenstrijdigheid. Men wil spionnage uitroeien, en spionneert zelf uit alle macht. Het militairisme haat de open baarheid, en dat is de eigenlijke oorzaak yan deAï wet. Volgens do nieuwe wet zal reeds elke nalatigheid strafbaar zijn. Ook zou b.V; strafbaar zijn iemand aan wien zijn zoon vertelt, dat men hem voor .Wackes uit heeft gemaakt en die dat voort zegt omdat hij dan 'n militair geheim ver raadt. De nieuwe wet geeft aan de mili taire overheid een onbeperkte macht over alle staatsburgers, daar zij alleen te be slissen heeft wat een militair geheim is Het volk wordt vogelvrij verklaard, niet alleen de pers, die geen bijzonder recht .verlangt. Aan een socialistisch blad te Gotha is het indertijd kwalijk genomen, dat het" verslag gaf van manoeuvres op voet van oorlog, waarbij 18 soldaten stier ven en ongeveer 300 ziek werden. De. centrum-afgevoardigdo Gröber vond, dat de regeering wel eens duidelijk mocht omschrijven wat 'n militair geheim is. Zijn partij, vertelde hij, had ernstige bezwaren tegen de wet. Hij wees o. m. ook. op den idealen maatregel dat de pers niet mag spreken over manoeuvres, maar dat vreem de officieren er naar believen mogen rond- loopen. De nationaal-liberaal Von Calker was iets beter over het ontwerp toespreken, ar ook hij wilde wei eens wéjtêhj- wat een militair geheim was en dan ging de be perking van de p'érsvrijheid hêpi; ook to ver. D.e pers moet volgens dez^rh spreker recht van critiek houden. De conservatief Holtschke wilde niets weten van aanneming van het artikel op onderdrukking der persvrijheid. 1)3 vrijzinnige prof. Von Liszt oordeelde dat het begrip militair geheim eigenlijk zelf een geheim is, want niemand weet, wat men er onder verstaat. Yon Litszfc giug de ontworpen bepaling belachelijk maken. Zoo zoide hij tot algemeene vreug de, dat eigenlijk alle publicaties van de vlootvcreeniging en de legervereeniging voortgezette overtredingen van de wet zou den zijn. En admiraal Yon Koster en gene raal Keim, do voorzitters van die twee vereenigingen, zouden zooveel gevangenis- stra f belcopen, dat zij voor hun heele le ven genoeg hadden. Men zou do hoogo militaire overheid boven de wet en boven den rechter plaatsen. Ten slotte is elke kaart van den generalen staf een militair geheim,, misschien zelfs de heele aardrijks kunde. - Het wetsontwerp is nu in handen van een commissie van 21 leden. Die zullen er dus eerst genoeglijk over kunnen bab belen. Eindelijk heeft koning Ferdinand van Bulgarije zich zelf uitgelaten over de geruchten dat hij van plan zou zijn heen te gaan. Hij en Gesjof, de bulgaarsche minister-president, spre ken al dio geruchten tegen. De oorsprong van deze tijding moet wor den* gezocht bij politieke tegenstanders van bulganje in Oostenrijk en ook in Bulgarije zelf. Die hebben de slechte resultaten van den oorlog op de schouders willen schui ven van den koning. De ministers, in de eerste plaats die van buitenlandsche za ken Danef, en die van oorlog Sawof, heb ben den koning in de kritieke dagen van advies gediend, en hij heeft hun raadge vingen opgevolgd. Wellicht is hij daarbij te ver gegaan, maar hij deed het dan toch, vertrouwende op de overdreven mededee- lingen, die de ministers hem gaven. De schuld voor hun handelingen thans op den vorst te schuiven alleen om zich voor hun kiezers te rechtvaardigen, is niet alleen inconstitutioneel, het is onjuist bovendien; want de ministers waren het, die te veel vertrouwen stelden in Rusland en in dè beloften der Panslavisten, en die daardoor zijn overgegaan tot handelingen, die zij later bitter hebben berouwd. Gesjof hoopt niet alleen, dat de kiezors de Russopkiele partij in Bulgarije in het ongelijk zullen stellen, hij is tevens over tuigd, dat geen der partijen den koning de schuld geeft voor het gebeurde, en ver zekert de geheele wereld van de loyauteit van het Bulgaarsche volk. De tijd doodt alles en ook de herinnerin gen aan den gevoerden krijg zullen lang zamerhand vervagen. Wanneer de koning morgen in Bulgarije trugkeert, mag de ontvangst misschien niet overhartolijk zijn, dat zal wel beter worden. Te Rome is gisteren het Italiaansch parlement plechtig door den ko ning geopend. Op den tocht naar 't gebouw van deo Senaat werden de koning en de koningin levendig toegejuicht. De koning hield een openingsrede welke meermalen door applaus onderbroken werd. Hij riep de nieuwe Kamer welkom toel Herinnerde aan de prachtige tentoon stelling welke de eerste 50- jarige periode vcor Italië besloot. De tweede werd geopend met verkrijging van een nieuwe kolonie welke aan xcalië de aan heb Rijk toekomende positie aan de Middellandsche Zee verzekeren zal. Verder bracht de koning hulde aan de heldhaftigheid bij de espeditie jn Lybië tentoongespreid. De koning constateerde verder, dat de tegenwoordige kamer in de eerste plaats is gekozen onder het algemeen stemrecht. Hij loofde nog de groot© opofferingen, welke het land zich ge troost heeft voor de espeditie in Lybië, om dat het de eer en den voorspoed van Italië gold. Den dapperen daarbij gevallen bracht de koning bewogen hulde. Door de annexatie van Lybië hoeft Italië een groots bescha- vingstoak gekregen. De koning meende dat het mogelijk zal zijn, dat zij, die thans naar verschillende landen trekken, spoedig ook naar 'tnieuw- vorkregen gebied zullen kunnen gaan. Zooiand Italië niet de rust in het nieuwe gebied heeft hersteld, zal er onge twijfeld niemand lust gevoelen om naar Afrika's noordkust te emigreeren. Dat zal nog wel een poosje duren. Men gunne even wel den koning z^d optimisme. In do Oostenrijksche Kamer is 't een geweldige herrie geweest. De oor zaak was een redevoering van een lid van de arbeiderspartij, Soidel. Seidel was hef tig uitgevaren tegen de sociaal-democra ten. Do vice-president Pernerstorfer zou Seidel een afstraffing toedienen Maar dat was niet naar den zin der Duitsche nationa- len. Die begonnen een helsch kabaal te maken en niemand kon meer den spreker verstaan. De levenmakers schreeuwden uit alle macht Partijdige president! Rooic president! Gooit hem er uit! Renegaat!" De sociaal-democraten juichten Perner storfer toe, maar dé Duitsche-nationale afgevaardigden begonnen tegen den presi- dentszetel op te dringen, en nu volgde een heftig twistgeschreeuw tusschen deze beide fracties. Op verscheidene plaateen in do zittingszaal dreigde de scheldende kamerleden tot handtastelijkheden over te gaan. De afgevaardigde Wolf kreeg, na een groot scheldtooneel met de sociaal-demo craten, een handvol suikerklontjes in het gelaat, door dezen in de koffiekamer ver zameld. Hierop ontstond een oordoovénd lawaai en er daalde nu een ware suikerre gen op het Kamerlid Wolf neder. Deze stond juist op het punt, een vol waterglas naar zijn collega Sever te werpen, toen hem dit door partijgenooten- werd belet. Yan weerszijden werd geschreeuwd ,,Lausbub! Schoft!" e.d. De vice-president, Pernerstorfer, bleef zijn kalmte bewaren en dicteerde den ste- nografon wat. hij te zeggen had, o.a. dat hij Seidel wel tijdens zijn redevoering tot de orde zou hebben geroepen, als hij, Per nerstorfer, niet zelf partijgenoot van de be- leedigdo sociaal-democraten was geweest. Tot heb einde der zitting bïeef de stem ming onder de Kamerleden zeer onrustig. De sociaal-democraten brachten den vice- president bij iedere gelegenheid een ova tie, terwijl de Duitsch-nationalen onop houdelijk afkeuringen cn minachtende uit roepen slaakten. KORTE BERICHTEN. Dr. Liebknccht, de sociaaldemocraat, is niet geacoepteerd als lid van de commissie tot onderzoek dor legértevorantie3. De soci's besloten toon aan den arbeid dier corabiissio geen deel te nemen. Men méénde, dat do Krupp-affaire hier achter zat. De rijks-knn- selier heeft gezegd, dat dit niet de roden is, dooli. eon voroordealing tot verleiding tot landverraad door anti-militairs redevoerin gen. Prinses Louise van België zal de vol gende week haar sohuldeisoh-ers doen dag vaarden. Ze zal hun vorderingen bestrijden en dan voorspellen doen tot een schikking. In oen te Leeds gehouden, door 1500 afgevaardigden bezochte, bijeenkomst van de National Liberal Federation, heeft men be sloten de jegeering in haar landpolitiek te zullen steunen. Men zal zich verzotten togen den wensoh van minister Churchill om nog meer voor de vloot te gaan bestedon. Over een paar maanden zal de tele fonische verbinding van Engela.nd en Zwit serland gereed zijn. En wij, die dicht in do buurb wonen, moeten nor g?ruimen tijd wachten. Mevrouw Pankhurst-heeft haar lezin gen in de Vorocnigde Staten beëindigd. Zo is naar Engeland teruggekeerd met f 50,000 als loon. Dit bedrag gaat in do kas der militant© kicsreehtstrijdsters. De Franscli© minister van arbeid Chcron heeft oen spoed-ontwerp ingediend tot ver- lecning van financieelen steun aan gemeen ten en vereenigingen voor den bouw van woningen van groot© gezinnon. Do zoon van den overleden milliard-air Pierponb Morgan heeft aan het C&rnavatet- museum te Parijs eon verzameling voor werpen geschonken, welke alle betrekking hebben op Napoleon I en Marie Antoinette. Do Spaansclre minister-president heeft tegengesproken, dat er eenige invloed van Duitschland uitgaat op de Spaansche Ma- rokko-pplitiek. De koningin van Montenegro is lijdend© aan oen nierkwaal. Ecii Parijscli specialist is naar Cettinj© ontboden. De Veroenigde Staten hob ben een ste vige begrooting van oorlog. Voor 1914 be draagt dio 290 millioen gulden, dat is 25 millioen meer dan voor 1913 gevraagd werd. Altijd nog vooruitgang. Het Mexicaansch Congres heeft eon ver zoek van ccn Bolgisoho maatschappij, tot aanleg van 5000 K.M. spoorlijn in handed van oen- commissie gesteld. In do Vereenigdo Staten is deze beslissing niet erg in den smaak gevallen. De regeering van Nicaragua heeft uit levering gevraagd aan do Vereen iep te Sta ten van een cx-president van eerstgenoemde republiek, dio in 1909 een dubbelen moord heeft bedreven. To Melbourne is de ex-postmeester-gene- ra-al van Australië, Charles Edward Frazor, overleden. De man was oorspronkelijk machi nist van zijn beroep. Hij wist zich cén groote kennis te verwerven cn braolit liet in korten tijd tot postmetsster-genéraal. Be moord op heft knaap je Be Klerk. M.en meldt ons uit Amsterdam: Naar wij vernemen heeft Dinsdagmiddag de heer S., rmbtenaar, hier ter etede eenige m-ededeelingen aan dc politie gedaan in ver band met den moord op Hendrik de Klerk. De heer S., had zich Zondagmiddag, verge zeld van zijn twee kinderen, naar de nieuwe Oosterbegraafplaate in don Watergraafs meer begeven, om hot graf zij nor overleden ©olit.genoote te bezoeken. Even vóór hij de begraafplaats verliep werd de heer S. door een op zijn Zondags gokleeden werkman aangesproken, die hem de vraag stelde of hij wist waar het vermoorde jongetje begra ven is. Do heer S. zeide, dat hij zulks niet wiet, en verwees hem daarom naar den opzichter. De man antwoordde daarop: ,,Ik kan dan zelf wel eens zoeken", waarna de heer S., voortliep. De man deed e enigszins zenuwa-chtig en liep toen weder door, daarbij nog evon om zich heen kijkend. De heer S., schonk aanvankelijk niet veel waarde aan deze ontmoeting. Toen hij ©ven wel Dinsdag uit do dagbladen kennis nam van het verhaal, door mej. Nieuwcnburg te Nieuwendam gedaan, en waarbij o. a. door genoemde juffrouw medodeeling was gedaan hoe de man er uitzag, die zich bij liaar met het vermoorde knaapje had vervoegd, viel 't den heer S. ineens op, dat dit signalement zeer wel overeenkwam met het signalement van den man, dien hij Zondagmiddag op de Oosterbegraafplaate had ontmoet. De heer S., toch verklaarde, dat de man e enigszins gezet en van donker uiterlijk was. Hij drceg een donkere jas en fanta-siehoed. Dinsdagmiddag heeft daarom de heer S., zich tot dé politie gewend en haar zijn erva ring van Zondagmiddag medegedeeld. Naar aanleiding van dit verhaal hebben wij ons begeven naar den opzichter van de Nieuwe Ooete-rb? graaf pi aats en hem over het vca'haal van den heer S. geep rok en. De opzichter verklaarde ons, dat hem niets omtrent het voorgevallene van Zondag bekend is en er veffsgchil 1 endo menschcn zijn die naar het graf van het zoo ongelukkig aan zijn einde gekomen knaapje vragen. In hoeverre nu aan liet verhaal van d<m S waarde gehecht moet worden, kunnen wij op het'oogenblik nog niet beoordeelen, doch het schijnt dat der politie een en ander wel van belang voorkomt, daar zich gistermid dag een tweetal rechercheure bij,den lieer S. heeft vervoegd en deze nogmaalo het verhaal van zijn wederva-en had te doen. De heer S-, verklaarde ons nog, d ;t hij den man, die hem Zouda,g naar het graf van Hen drik do Klerk vroeg, zeker zou herkennen, indien hij hem weer zag. Nader meldt men ons. dat juffrouw Nieu- wenburg, uit Nieuwendam, in vorband met haar bevindingen in zako den moord door do justitie is gehoord. Zij heeft haar verkla ringen in den geest als reeds gepubliceerd medegedeeld. Omtrent het verhoor, dat mcj. Nieuwen- burg heeft ondergaan bij den officier van justitie to Amsterdam, rar, C. Baart de la Faille, weet ,,De Tel." het volgende mede to deelen ,,U haat" zoo zeide de officier tot haar ,,bcl ingrijk nieuws over den moord, die 29 September aan den overkant van het IJ plaats had. Waarom is u toen niet bij mij gekomen?" Waarop mcj Nicuwenburg breedvoe rig vertelde, hoe het met haar verklaring gegaan was. Zij herhaalde, hoe het ha-ar nog vóór het in de kranten gestaan had, voor kwam, dat. het- niet in den haak was met dien man, die een roeibootje bij haar huurdo om met dat vreemde, beduusde knaapje te gaan spelevaren en die twee uur later zónder kind terugkwam. Nog maals wees zij er op, hoe zij, toen Zondag dc moordzaak in haar café door de gasten besproken was, haar vermoeden uitte, dat de man en het knaapje bij haar geweest) waren. Haar man zeide toen, dat zij het niet onder zich mocht laten, waarop zij den gemeente-veldwachter van Nieuwen dam verzocht bij haar te komen. Deze ver tegenwoordiger der politie heeft haar toen een verhoor afgenomen en proces-ver baal opgemaakt van haar verklaring. Met) dit proces-verbaal is de veldwachter Maan dagmorgen vroeg naar Amsterdam ge gaan. Dat was Maandag 6 October. Hij heeft, naar zij later vernam, dat proces verbaal gedeponeerd bij de Amsterdam, sehe politie. Do officier vroeg, of mcj. Nieuwenburg later nog wat gehoord heeft van de zijde der politie. Jawel", antwoordde de getuigen. „Er zijn twee rijksveldwachters van de Rijks politie te Buiksloot, bij mij geweest-, die mij nader ondervraagd hebben." „Waarom is u dan toch niet. bij mij go- komen. Het betrof een moord, dat heeft ui toch wel begrepen?" aldu3 de officier. Waarop de getuige antwoordde„Ik dacht, als de politie het weet, is 't vol doende. Trouwens, het kind was toch dood. Had ik het kind kunnen behouden, dai?' zou geen moeite mij te veel zijn geweest Men heeft mij ook aangeraden naar do moeder van het knaapje to gaan. Maar wat had ik daar moeten doen Die armo vrouw heeft al na -igheid genoeg gehad. Ik meende, dat dc politic, als ze meer van mij wilde weten, mij wel zou kunnen vin den. Wat ik wist had ik toch immers aan onzen veldwachter verteld?" Mr. Baart de la Faille vroeg baar toen eenige malen met nadruk, of zij niet in het kabinet van den recht er-commissaris, rar. Binsbergen, was ontboden. En toon dit door mej. Nieuwenburg ten stelligste ont kend werd, mompelde hij: „Zonderling!" De officier ging daarop mej. Nieuwen- burg's verklaring na, die gepubliceerd werci cn welke de getuige thans voor dezen rechterlijken ambtenaar bevestigde. Mr. Baart informeerde uitvoerig over de plaatselijke gesteldheid van cafc „Meer zicht" en liet de getuige een beschrijving DE VERMETELE. 5S< Zoo ik de rebel, graaf van Stret- tou ben, hij was mijn medeplichtige en heeft al de geschriften, onze. groote Bamenzwering betreffende, bij zichDe deur! de deur!" riep hij driftig uit, „past ophij zal ontsnappenEn hij heeft geschriften bij zich, die den Koning zouden verbazen De soldaten vlogen instinctmatig naar beide deuren en toen Sir Humphrey schouderophalend een beweging maakto alsof hij vertrekken wilde, sneed de ser geant hem den weg af „Een oogenblik, nlijnheer „Durft gij?"'wierp Sir Humphrey hoog hartig tegen.* „Zijt gij zulk een volslagen dwaas, dat ge niet ziet, dat die* man 6tapelgek is?" „Doorzoek hem, sergeant!" herhaalde opgewonden Bathurst, „gij zult zien, dat ik waarheid spreek. Doorzoek hemHaar Edelheid weet, dab hij mijn medeplichtige Doorzoek hemHet verlies dier papieren zou u uw strepen kosten". De sergeant was niet weinig ontsteld. Het aangrijpen van den persoon van Sir Humphrey Challoner, den vorigeo dag, was gepaard gegaan met noodlottige ge volgen voor den bode van Brassington en nu De sergeant zou he.t ongetwijfeld nooit gewaagd hebben, maar de nabij*heid van het.leger van den hertog van Cumberland en zijn eigen superieure officieren gaven hem een weinig vrijmoedigheid. Hij had het volste recht en do macht om onderzoek te doen en was naar dit deel van het graafschap gezonden om jacht op rebellen te maken. Hij was meer voor den gek ge houden en bij den neus genomen dan hij zich gaarne herinnerde en hij wist, dat zijn superieuren hem nooit zouden beris pen een spoor gevolgd te hebben, ook zoo hij daarbij zijn macht even was te buiten gegaan. „De papieren", herhaalde Bathurst, „de papieren, die zijn schuld bewijzen de papierenPas op of hij zal ze vernie tigen". De sergeant wierp een laatsten blik op zijn gevangene. Hij was voldoende be waakt door drie man, die hem nu juist do handen op den rug bonden. Die be schuldiging kon dus geen streek zijn om zijn leven te redden en wie weet? Zoo de graaf van Stretton een rebel was, waar om kon dan ook de squire van Harring ton dat niet zijn „Grijpt hem en onderzoekt hem in naam des Konings", beval de sergeant. „Met uw verlof, mijnheer", voegde hij er met onderscheiding bij, „maar de her tog van Cumberland is bijna hier en ik zou ontslagen worden, zoo ik mijn plicht verwaarloosde". „Maar dit is een belediging en geweld 1" schreeuwde Sir Humphrey, die bloedrood van toorn- was geworden. „Het zal Uw Edelheid geen kwaad doen Maar zoo ik verkeerd doe, zal ik 'ongetwijfeld gestraft worden. Onder zoekt hem, mannen 1" Nu was Sir Humphrey op zijn beurt hulpeloos in de macht der soldaten. Hij wist zeer goed, dat de sergeant in zijn recht was en hierom zeker niet zou ge straft worden. Erger gewelddaden dan dit aangrijpen van zijn verheven persoon waren gedurende deze schrikkelijke jacht op voortvluchtige rebellen in de binnen- graafschappen gepleegd tegen aanzien lijke personen, tegen vrouwen en kinde ren. In minder dan vijf seconden had de sol daat het pakje brieven uit Sir Hum phrey's zak gehaald en den sergeant over handigd. „Die kunnen het best door Zijn Konink lijke Hoogheid zelf geïnspecteerd wor den", sprak deze rustig, terwijl hij ze in den binnenzak van zijn rooden rok stopte. „Ja, door Zijn Koninklijke Hoogheid!" riep Jack Bathurst met dolle, woeste koortsachtige blijdschap uit. „Dit is nu wat Uw Edelheid meende, toen gij zeidet quitte met mij te zijn. Wat?" Sir Humphrey was sprakeloos ten ge volge van hopelooze, machtolooze woede. Maar Patience was door de groote ver luchting na den schrikkelijken angst, dien zij doorstaan had, in een zenuwaanval half bewusteloos op te trap neergevallen, mompelend „De brieven onder het oog van Zijn Koninklijke Hoogheid Goddank Toen stond zij plot seling op en vloog lachend, schreeuwend, blij gelukkig de trap op, uitroepend „Philip Philip kom 1 Gij zijt ge red De scheidcnssinart. Toen Jack Bathurst ongeveer een half uur te voren Lord Stretton overviel in het duffe bovenkamertje, gaf hij den jonge ling geen kennis van hetgeen er beneden gebeurde. Hij bad snel Migg's kiel en hoed afgelegd cn Philip plechtig doen be loven niet uit het kamertje te komen, wat hij ook van beneden mocht hooren. Toen had hij hem achtergelaten, opge sloten als een wild dier in zijn kooi. De sterke eikenhouten deur en de dikke muren der oudenvetsche herberg lieten geen ge luid van beneden doordringen en Bat hurst had de voorzorg genomen de deur achter zich te grendelen, want anders j zou Philip zeker zijn woord gebroken heb- j ben, liever dan zijn ridderlijken vriend te veroorloven nog eens zijn leven voor hem j te wagen. Toen het leven beneden al grooter cn j grooter werd, werd Stretton meer cn meer j overtuigd, dat iets dergelijks als een paar dagen geleden in de smidse was ge beurd, nu herhaald werd in de gang der herberg. Hij trachtte met alle kracht de deur, die hem gevangen hield, te forcee- ren en wierp er zich een paar malen met al zijn gewicht tegen aan, tevergeefs be proevend de dikke eiken paneelen in te trappen. Maar de oude deur van stevig hout weerstond al zijn pogingen, terwijl het le ven, dat hij daarbij maakte, tot de oorm der woelige menigte niet doordrong. Als een leeuw in zijn hok liep bij in zijn kamertje op en neer, woedend rver die opsluiting, vernederd bij de gedachte niet te kunnen deelnemen aan net ge vecht, dat om zijnentwil plaats had. In dat folterend oogenblik kwam het roepen zijuer zuster tot hem als de blijdste, meest welkome oproeping tot den strijd. „De deur!snel!......" riep hij, zoo hard als hij kon; „ze is gesloten". Zij vond den grendel en opende dc deur. cn het volgend oogenblik vloog bij de trap af met Patience vlak achter hem. De sergeant cn de soldaten waren niet weinig verbijsterd, toen zij Haar Edelheid in hevige opwinding plotseling haar broe der hoorden toeroepen, dien zij meende zooeven gevangen genomen te hebben. De verschijning van Philip onder aan do trap, in de kleeding van een bediende, oerde bun verbazing ten top. Maar Patience stond daar trotsch, uitda gend in koortsige opgewondenheid tegen over de soldaten. „Ziehier, sergeant", zeide zij, liaars broeders hand grijpend, „hier is Philip Gascoyne, graaf van Stretton, rniju broe der. Neen hem gevangen a!s gij wilt, hij geeft zich willig aan u over, maar ik maai li aan, uw gevangene vrij te laten". De sergeant was totaal verbijsterd. De kwestie werd te ingewikkeld voor zijn kleine hersenen. Hij zou veel hebben wil len geven om van deze verwarde en moei lijke historie af te zijn. „Mijnheer, zijt gij dan de graaf van Stretton?" vroeg hij, Philip aansprekend. Do jongeling antwoordde op trotschen toon: „Ja, sergeant, ik ben Philip James Gascoyne, uw gevangene". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5