oN 16493.
""Wijdag; SS November.
Tweede Blad. A°. 1913.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
!3ea,o. JBvoejacle.
De speech van den Pruisischen minister
van oorlog in den Duitschen Rijksdag over
de spionnage w et is uit de telegram
men reeds bekend. Daaruit is ook gebleken
dat'de minister het artikel dat de pers zoo
aan banden legt en waartegen de pers-
yereeniging is' opgekomen, zoo prachtig
yindt. Hij wil er zelfs niets aan verande
ren.
Of hij zijn zin zal krijgen4 't Is de
vraag, want zelf3 conservatieven Rijksdag-
leden gaat dat to ver.
Do sociaal democraat Stadthagen, die na
de regeering aan het woord kwam, zeide,
dat het kenmerkende van de nieuwe wet
was, dat zij de pers onder militair com
mando stelde; zij zou voortaan alleen mo
gen schrijven wat het legerbestuur goed
vindt. De heele wet, betoogde hij verder,
is vol innerlijke tegenstrijdigheid. Men wil
spionnage uitroeien, en spionneert zelf uit
alle macht. Het militairisme haat de open
baarheid, en dat is de eigenlijke oorzaak
yan deAï wet. Volgens do nieuwe wet zal
reeds elke nalatigheid strafbaar zijn. Ook
zou b.V; strafbaar zijn iemand aan wien
zijn zoon vertelt, dat men hem voor
.Wackes uit heeft gemaakt en die dat voort
zegt omdat hij dan 'n militair geheim ver
raadt. De nieuwe wet geeft aan de mili
taire overheid een onbeperkte macht over
alle staatsburgers, daar zij alleen te be
slissen heeft wat een militair geheim is
Het volk wordt vogelvrij verklaard, niet
alleen de pers, die geen bijzonder recht
.verlangt. Aan een socialistisch blad te
Gotha is het indertijd kwalijk genomen,
dat het" verslag gaf van manoeuvres op
voet van oorlog, waarbij 18 soldaten stier
ven en ongeveer 300 ziek werden.
De. centrum-afgevoardigdo Gröber vond,
dat de regeering wel eens duidelijk mocht
omschrijven wat 'n militair geheim is. Zijn
partij, vertelde hij, had ernstige bezwaren
tegen de wet. Hij wees o. m. ook. op den
idealen maatregel dat de pers niet mag
spreken over manoeuvres, maar dat vreem
de officieren er naar believen mogen rond-
loopen.
De nationaal-liberaal Von Calker was
iets beter over het ontwerp toespreken,
ar ook hij wilde wei eens wéjtêhj- wat
een militair geheim was en dan ging de be
perking van de p'érsvrijheid hêpi; ook to
ver. D.e pers moet volgens dez^rh spreker
recht van critiek houden.
De conservatief Holtschke wilde niets
weten van aanneming van het artikel op
onderdrukking der persvrijheid.
1)3 vrijzinnige prof. Von Liszt oordeelde
dat het begrip militair geheim eigenlijk
zelf een geheim is, want niemand weet,
wat men er onder verstaat. Yon Litszfc
giug de ontworpen bepaling belachelijk
maken. Zoo zoide hij tot algemeene vreug
de, dat eigenlijk alle publicaties van de
vlootvcreeniging en de legervereeniging
voortgezette overtredingen van de wet zou
den zijn. En admiraal Yon Koster en gene
raal Keim, do voorzitters van die twee
vereenigingen, zouden zooveel gevangenis-
stra f belcopen, dat zij voor hun heele le
ven genoeg hadden. Men zou do hoogo
militaire overheid boven de wet en boven
den rechter plaatsen. Ten slotte is elke
kaart van den generalen staf een militair
geheim,, misschien zelfs de heele aardrijks
kunde. -
Het wetsontwerp is nu in handen van
een commissie van 21 leden. Die zullen
er dus eerst genoeglijk over kunnen bab
belen.
Eindelijk heeft koning Ferdinand
van Bulgarije zich zelf uitgelaten over de
geruchten dat hij van plan zou zijn
heen te gaan. Hij en Gesjof, de
bulgaarsche minister-president, spre
ken al dio geruchten tegen.
De oorsprong van deze tijding moet wor
den* gezocht bij politieke tegenstanders van
bulganje in Oostenrijk en ook in Bulgarije
zelf. Die hebben de slechte resultaten van
den oorlog op de schouders willen schui
ven van den koning. De ministers, in de
eerste plaats die van buitenlandsche za
ken Danef, en die van oorlog Sawof, heb
ben den koning in de kritieke dagen van
advies gediend, en hij heeft hun raadge
vingen opgevolgd. Wellicht is hij daarbij
te ver gegaan, maar hij deed het dan toch,
vertrouwende op de overdreven mededee-
lingen, die de ministers hem gaven. De
schuld voor hun handelingen thans op den
vorst te schuiven alleen om zich voor hun
kiezers te rechtvaardigen, is niet alleen
inconstitutioneel, het is onjuist bovendien;
want de ministers waren het, die te veel
vertrouwen stelden in Rusland en in dè
beloften der Panslavisten, en die daardoor
zijn overgegaan tot handelingen, die zij
later bitter hebben berouwd.
Gesjof hoopt niet alleen, dat de kiezors
de Russopkiele partij in Bulgarije in het
ongelijk zullen stellen, hij is tevens over
tuigd, dat geen der partijen den koning
de schuld geeft voor het gebeurde, en ver
zekert de geheele wereld van de loyauteit
van het Bulgaarsche volk.
De tijd doodt alles en ook de herinnerin
gen aan den gevoerden krijg zullen lang
zamerhand vervagen. Wanneer de koning
morgen in Bulgarije trugkeert, mag de
ontvangst misschien niet overhartolijk zijn,
dat zal wel beter worden.
Te Rome is gisteren het Italiaansch
parlement plechtig door den ko
ning geopend. Op den tocht naar 't gebouw
van deo Senaat werden de koning en de
koningin levendig toegejuicht.
De koning hield een openingsrede welke
meermalen door applaus onderbroken
werd. Hij riep de nieuwe Kamer welkom
toel Herinnerde aan de prachtige tentoon
stelling welke de eerste 50- jarige periode
vcor Italië besloot.
De tweede werd geopend met verkrijging
van een nieuwe kolonie welke aan xcalië
de aan heb Rijk toekomende positie aan
de Middellandsche Zee verzekeren zal.
Verder bracht de koning hulde aan de
heldhaftigheid bij de espeditie jn Lybië
tentoongespreid.
De koning constateerde verder, dat de
tegenwoordige kamer in de eerste
plaats is gekozen onder het algemeen
stemrecht. Hij loofde nog de groot©
opofferingen, welke het land zich ge
troost heeft voor de espeditie in Lybië, om
dat het de eer en den voorspoed van Italië
gold. Den dapperen daarbij gevallen bracht
de koning bewogen hulde. Door de annexatie
van Lybië hoeft Italië een groots bescha-
vingstoak gekregen.
De koning meende dat het mogelijk zal
zijn, dat zij, die thans naar verschillende
landen trekken, spoedig ook naar 'tnieuw-
vorkregen gebied zullen kunnen gaan.
Zooiand Italië niet de rust in het
nieuwe gebied heeft hersteld, zal er onge
twijfeld niemand lust gevoelen om naar
Afrika's noordkust te emigreeren. Dat zal
nog wel een poosje duren. Men gunne even
wel den koning z^d optimisme.
In do Oostenrijksche Kamer is 't
een geweldige herrie geweest. De oor
zaak was een redevoering van een lid van
de arbeiderspartij, Soidel. Seidel was hef
tig uitgevaren tegen de sociaal-democra
ten. Do vice-president Pernerstorfer zou
Seidel een afstraffing toedienen Maar dat
was niet naar den zin der Duitsche nationa-
len. Die begonnen een helsch kabaal te
maken en niemand kon meer den spreker
verstaan. De levenmakers schreeuwden uit
alle macht Partijdige president! Rooic
president! Gooit hem er uit! Renegaat!"
De sociaal-democraten juichten Perner
storfer toe, maar dé Duitsche-nationale
afgevaardigden begonnen tegen den presi-
dentszetel op te dringen, en nu volgde
een heftig twistgeschreeuw tusschen deze
beide fracties. Op verscheidene plaateen
in do zittingszaal dreigde de scheldende
kamerleden tot handtastelijkheden over
te gaan.
De afgevaardigde Wolf kreeg, na een
groot scheldtooneel met de sociaal-demo
craten, een handvol suikerklontjes in het
gelaat, door dezen in de koffiekamer ver
zameld. Hierop ontstond een oordoovénd
lawaai en er daalde nu een ware suikerre
gen op het Kamerlid Wolf neder. Deze
stond juist op het punt, een vol waterglas
naar zijn collega Sever te werpen, toen
hem dit door partijgenooten- werd belet.
Yan weerszijden werd geschreeuwd
,,Lausbub! Schoft!" e.d.
De vice-president, Pernerstorfer, bleef
zijn kalmte bewaren en dicteerde den ste-
nografon wat. hij te zeggen had, o.a. dat
hij Seidel wel tijdens zijn redevoering tot
de orde zou hebben geroepen, als hij, Per
nerstorfer, niet zelf partijgenoot van de be-
leedigdo sociaal-democraten was geweest.
Tot heb einde der zitting bïeef de stem
ming onder de Kamerleden zeer onrustig.
De sociaal-democraten brachten den vice-
president bij iedere gelegenheid een ova
tie, terwijl de Duitsch-nationalen onop
houdelijk afkeuringen cn minachtende uit
roepen slaakten.
KORTE BERICHTEN.
Dr. Liebknccht, de sociaaldemocraat, is
niet geacoepteerd als lid van de commissie
tot onderzoek dor legértevorantie3. De soci's
besloten toon aan den arbeid dier corabiissio
geen deel te nemen. Men méénde, dat do
Krupp-affaire hier achter zat. De rijks-knn-
selier heeft gezegd, dat dit niet de roden
is, dooli. eon voroordealing tot verleiding tot
landverraad door anti-militairs redevoerin
gen.
Prinses Louise van België zal de vol
gende week haar sohuldeisoh-ers doen dag
vaarden. Ze zal hun vorderingen bestrijden
en dan voorspellen doen tot een schikking.
In oen te Leeds gehouden, door 1500
afgevaardigden bezochte, bijeenkomst van de
National Liberal Federation, heeft men be
sloten de jegeering in haar landpolitiek te
zullen steunen. Men zal zich verzotten togen
den wensoh van minister Churchill om nog
meer voor de vloot te gaan bestedon.
Over een paar maanden zal de tele
fonische verbinding van Engela.nd en Zwit
serland gereed zijn. En wij, die dicht in do
buurb wonen, moeten nor g?ruimen tijd
wachten.
Mevrouw Pankhurst-heeft haar lezin
gen in de Vorocnigde Staten beëindigd. Zo
is naar Engeland teruggekeerd met f 50,000
als loon. Dit bedrag gaat in do kas der
militant© kicsreehtstrijdsters.
De Franscli© minister van arbeid Chcron
heeft oen spoed-ontwerp ingediend tot ver-
lecning van financieelen steun aan gemeen
ten en vereenigingen voor den bouw van
woningen van groot© gezinnon.
Do zoon van den overleden milliard-air
Pierponb Morgan heeft aan het C&rnavatet-
museum te Parijs eon verzameling voor
werpen geschonken, welke alle betrekking
hebben op Napoleon I en Marie Antoinette.
Do Spaansclre minister-president heeft
tegengesproken, dat er eenige invloed van
Duitschland uitgaat op de Spaansche Ma-
rokko-pplitiek.
De koningin van Montenegro is lijdend©
aan oen nierkwaal. Ecii Parijscli specialist
is naar Cettinj© ontboden.
De Veroenigde Staten hob ben een ste
vige begrooting van oorlog. Voor 1914 be
draagt dio 290 millioen gulden, dat is 25
millioen meer dan voor 1913 gevraagd werd.
Altijd nog vooruitgang.
Het Mexicaansch Congres heeft eon ver
zoek van ccn Bolgisoho maatschappij, tot
aanleg van 5000 K.M. spoorlijn in handed
van oen- commissie gesteld. In do Vereenigdo
Staten is deze beslissing niet erg in den
smaak gevallen.
De regeering van Nicaragua heeft uit
levering gevraagd aan do Vereen iep te Sta
ten van een cx-president van eerstgenoemde
republiek, dio in 1909 een dubbelen moord
heeft bedreven.
To Melbourne is de ex-postmeester-gene-
ra-al van Australië, Charles Edward Frazor,
overleden. De man was oorspronkelijk machi
nist van zijn beroep. Hij wist zich cén groote
kennis te verwerven cn braolit liet in korten
tijd tot postmetsster-genéraal.
Be moord op heft knaap je Be Klerk.
M.en meldt ons uit Amsterdam:
Naar wij vernemen heeft Dinsdagmiddag
de heer S., rmbtenaar, hier ter etede eenige
m-ededeelingen aan dc politie gedaan in ver
band met den moord op Hendrik de Klerk.
De heer S., had zich Zondagmiddag, verge
zeld van zijn twee kinderen, naar de nieuwe
Oosterbegraafplaate in don Watergraafs
meer begeven, om hot graf zij nor overleden
©olit.genoote te bezoeken. Even vóór hij de
begraafplaats verliep werd de heer S. door
een op zijn Zondags gokleeden werkman
aangesproken, die hem de vraag stelde of
hij wist waar het vermoorde jongetje begra
ven is.
Do heer S. zeide, dat hij zulks niet wiet,
en verwees hem daarom naar den opzichter.
De man antwoordde daarop: ,,Ik kan dan
zelf wel eens zoeken", waarna de heer S.,
voortliep.
De man deed e enigszins zenuwa-chtig en
liep toen weder door, daarbij nog evon om
zich heen kijkend.
De heer S., schonk aanvankelijk niet veel
waarde aan deze ontmoeting. Toen hij ©ven
wel Dinsdag uit do dagbladen kennis nam
van het verhaal, door mej. Nieuwcnburg te
Nieuwendam gedaan, en waarbij o. a. door
genoemde juffrouw medodeeling was gedaan
hoe de man er uitzag, die zich bij liaar met
het vermoorde knaapje had vervoegd, viel
't den heer S. ineens op, dat dit signalement
zeer wel overeenkwam met het signalement
van den man, dien hij Zondagmiddag op de
Oosterbegraafplaate had ontmoet.
De heer S., toch verklaarde, dat de man
e enigszins gezet en van donker uiterlijk was.
Hij drceg een donkere jas en fanta-siehoed.
Dinsdagmiddag heeft daarom de heer S.,
zich tot dé politie gewend en haar zijn erva
ring van Zondagmiddag medegedeeld.
Naar aanleiding van dit verhaal hebben
wij ons begeven naar den opzichter van de
Nieuwe Ooete-rb? graaf pi aats en hem over
het vca'haal van den heer S. geep rok en.
De opzichter verklaarde ons, dat hem
niets omtrent het voorgevallene van Zondag
bekend is en er veffsgchil 1 endo menschcn zijn
die naar het graf van het zoo ongelukkig aan
zijn einde gekomen knaapje vragen.
In hoeverre nu aan liet verhaal van d<m S
waarde gehecht moet worden, kunnen wij
op het'oogenblik nog niet beoordeelen, doch
het schijnt dat der politie een en ander wel
van belang voorkomt, daar zich gistermid
dag een tweetal rechercheure bij,den lieer S.
heeft vervoegd en deze nogmaalo het verhaal
van zijn wederva-en had te doen.
De heer S-, verklaarde ons nog, d ;t hij den
man, die hem Zouda,g naar het graf van Hen
drik do Klerk vroeg, zeker zou herkennen,
indien hij hem weer zag.
Nader meldt men ons. dat juffrouw Nieu-
wenburg, uit Nieuwendam, in vorband met
haar bevindingen in zako den moord door
do justitie is gehoord. Zij heeft haar verkla
ringen in den geest als reeds gepubliceerd
medegedeeld.
Omtrent het verhoor, dat mcj. Nieuwen-
burg heeft ondergaan bij den officier van
justitie to Amsterdam, rar, C. Baart de la
Faille, weet ,,De Tel." het volgende mede
to deelen
,,U haat" zoo zeide de officier tot
haar ,,bcl ingrijk nieuws over den moord,
die 29 September aan den overkant van
het IJ plaats had. Waarom is u toen niet
bij mij gekomen?"
Waarop mcj Nicuwenburg breedvoe
rig vertelde, hoe het met haar verklaring
gegaan was. Zij herhaalde, hoe het ha-ar
nog vóór het in de kranten gestaan had,
voor kwam, dat. het- niet in den haak was
met dien man, die een roeibootje bij haar
huurdo om met dat vreemde, beduusde
knaapje te gaan spelevaren en die twee
uur later zónder kind terugkwam. Nog
maals wees zij er op, hoe zij, toen Zondag
dc moordzaak in haar café door de gasten
besproken was, haar vermoeden uitte, dat
de man en het knaapje bij haar geweest)
waren. Haar man zeide toen, dat zij het
niet onder zich mocht laten, waarop zij
den gemeente-veldwachter van Nieuwen
dam verzocht bij haar te komen. Deze ver
tegenwoordiger der politie heeft haar toen
een verhoor afgenomen en proces-ver
baal opgemaakt van haar verklaring. Met)
dit proces-verbaal is de veldwachter Maan
dagmorgen vroeg naar Amsterdam ge
gaan. Dat was Maandag 6 October. Hij
heeft, naar zij later vernam, dat proces
verbaal gedeponeerd bij de Amsterdam,
sehe politie. Do officier vroeg, of mcj.
Nieuwenburg later nog wat gehoord heeft
van de zijde der politie.
Jawel", antwoordde de getuigen. „Er
zijn twee rijksveldwachters van de Rijks
politie te Buiksloot, bij mij geweest-, die
mij nader ondervraagd hebben."
„Waarom is u dan toch niet. bij mij go-
komen. Het betrof een moord, dat heeft ui
toch wel begrepen?" aldu3 de officier.
Waarop de getuige antwoordde„Ik
dacht, als de politie het weet, is 't vol
doende. Trouwens, het kind was toch dood.
Had ik het kind kunnen behouden, dai?'
zou geen moeite mij te veel zijn geweest
Men heeft mij ook aangeraden naar do
moeder van het knaapje to gaan. Maar
wat had ik daar moeten doen Die armo
vrouw heeft al na -igheid genoeg gehad. Ik
meende, dat dc politic, als ze meer van
mij wilde weten, mij wel zou kunnen vin
den. Wat ik wist had ik toch immers aan
onzen veldwachter verteld?"
Mr. Baart de la Faille vroeg baar toen
eenige malen met nadruk, of zij niet in het
kabinet van den recht er-commissaris, rar.
Binsbergen, was ontboden. En toon dit
door mej. Nieuwenburg ten stelligste ont
kend werd, mompelde hij: „Zonderling!"
De officier ging daarop mej. Nieuwen-
burg's verklaring na, die gepubliceerd werci
cn welke de getuige thans voor dezen
rechterlijken ambtenaar bevestigde.
Mr. Baart informeerde uitvoerig over de
plaatselijke gesteldheid van cafc „Meer
zicht" en liet de getuige een beschrijving
DE VERMETELE.
5S<
Zoo ik de rebel, graaf van Stret-
tou ben, hij was mijn medeplichtige
en heeft al de geschriften, onze. groote
Bamenzwering betreffende, bij zichDe
deur! de deur!" riep hij driftig uit, „past
ophij zal ontsnappenEn hij
heeft geschriften bij zich, die den Koning
zouden verbazen
De soldaten vlogen instinctmatig naar
beide deuren en toen Sir Humphrey
schouderophalend een beweging maakto
alsof hij vertrekken wilde, sneed de ser
geant hem den weg af
„Een oogenblik, nlijnheer
„Durft gij?"'wierp Sir Humphrey hoog
hartig tegen.* „Zijt gij zulk een volslagen
dwaas, dat ge niet ziet, dat die* man
6tapelgek is?"
„Doorzoek hem, sergeant!" herhaalde
opgewonden Bathurst, „gij zult zien, dat ik
waarheid spreek. Doorzoek hemHaar
Edelheid weet, dab hij mijn medeplichtige
Doorzoek hemHet verlies dier
papieren zou u uw strepen kosten".
De sergeant was niet weinig ontsteld.
Het aangrijpen van den persoon van Sir
Humphrey Challoner, den vorigeo dag,
was gepaard gegaan met noodlottige ge
volgen voor den bode van Brassington en
nu
De sergeant zou he.t ongetwijfeld nooit
gewaagd hebben, maar de nabij*heid van
het.leger van den hertog van Cumberland
en zijn eigen superieure officieren gaven
hem een weinig vrijmoedigheid. Hij had
het volste recht en do macht om onderzoek
te doen en was naar dit deel van het
graafschap gezonden om jacht op rebellen
te maken. Hij was meer voor den gek ge
houden en bij den neus genomen dan hij
zich gaarne herinnerde en hij wist, dat
zijn superieuren hem nooit zouden beris
pen een spoor gevolgd te hebben, ook zoo
hij daarbij zijn macht even was te buiten
gegaan.
„De papieren", herhaalde Bathurst,
„de papieren, die zijn schuld bewijzen
de papierenPas op of hij zal ze vernie
tigen".
De sergeant wierp een laatsten blik op
zijn gevangene. Hij was voldoende be
waakt door drie man, die hem nu juist
do handen op den rug bonden. Die be
schuldiging kon dus geen streek zijn om
zijn leven te redden en wie weet? Zoo de
graaf van Stretton een rebel was, waar
om kon dan ook de squire van Harring
ton dat niet zijn
„Grijpt hem en onderzoekt hem in naam
des Konings", beval de sergeant.
„Met uw verlof, mijnheer", voegde hij
er met onderscheiding bij, „maar de her
tog van Cumberland is bijna hier en ik
zou ontslagen worden, zoo ik mijn plicht
verwaarloosde".
„Maar dit is een belediging en geweld 1"
schreeuwde Sir Humphrey, die bloedrood
van toorn- was geworden.
„Het zal Uw Edelheid geen kwaad
doen Maar zoo ik verkeerd doe, zal ik
'ongetwijfeld gestraft worden. Onder
zoekt hem, mannen 1"
Nu was Sir Humphrey op zijn beurt
hulpeloos in de macht der soldaten. Hij
wist zeer goed, dat de sergeant in zijn
recht was en hierom zeker niet zou ge
straft worden. Erger gewelddaden dan
dit aangrijpen van zijn verheven persoon
waren gedurende deze schrikkelijke jacht
op voortvluchtige rebellen in de binnen-
graafschappen gepleegd tegen aanzien
lijke personen, tegen vrouwen en kinde
ren.
In minder dan vijf seconden had de sol
daat het pakje brieven uit Sir Hum
phrey's zak gehaald en den sergeant over
handigd.
„Die kunnen het best door Zijn Konink
lijke Hoogheid zelf geïnspecteerd wor
den", sprak deze rustig, terwijl hij ze in
den binnenzak van zijn rooden rok stopte.
„Ja, door Zijn Koninklijke Hoogheid!"
riep Jack Bathurst met dolle, woeste
koortsachtige blijdschap uit. „Dit is nu
wat Uw Edelheid meende, toen gij zeidet
quitte met mij te zijn. Wat?"
Sir Humphrey was sprakeloos ten ge
volge van hopelooze, machtolooze woede.
Maar Patience was door de groote ver
luchting na den schrikkelijken angst, dien
zij doorstaan had, in een zenuwaanval
half bewusteloos op te trap neergevallen,
mompelend „De brieven onder
het oog van Zijn Koninklijke Hoogheid
Goddank Toen stond zij plot
seling op en vloog lachend, schreeuwend,
blij gelukkig de trap op, uitroepend
„Philip Philip kom 1 Gij zijt ge
red
De scheidcnssinart.
Toen Jack Bathurst ongeveer een half
uur te voren Lord Stretton overviel in het
duffe bovenkamertje, gaf hij den jonge
ling geen kennis van hetgeen er beneden
gebeurde. Hij bad snel Migg's kiel en
hoed afgelegd cn Philip plechtig doen be
loven niet uit het kamertje te komen,
wat hij ook van beneden mocht hooren.
Toen had hij hem achtergelaten, opge
sloten als een wild dier in zijn kooi. De
sterke eikenhouten deur en de dikke muren
der oudenvetsche herberg lieten geen ge
luid van beneden doordringen en Bat
hurst had de voorzorg genomen de deur
achter zich te grendelen, want anders j
zou Philip zeker zijn woord gebroken heb- j
ben, liever dan zijn ridderlijken vriend te
veroorloven nog eens zijn leven voor hem j
te wagen.
Toen het leven beneden al grooter cn j
grooter werd, werd Stretton meer cn meer j
overtuigd, dat iets dergelijks als een
paar dagen geleden in de smidse was ge
beurd, nu herhaald werd in de gang der
herberg. Hij trachtte met alle kracht de
deur, die hem gevangen hield, te forcee-
ren en wierp er zich een paar malen met
al zijn gewicht tegen aan, tevergeefs be
proevend de dikke eiken paneelen in te
trappen.
Maar de oude deur van stevig hout
weerstond al zijn pogingen, terwijl het le
ven, dat hij daarbij maakte, tot de oorm
der woelige menigte niet doordrong.
Als een leeuw in zijn hok liep bij in
zijn kamertje op en neer, woedend rver
die opsluiting, vernederd bij de gedachte
niet te kunnen deelnemen aan net ge
vecht, dat om zijnentwil plaats had.
In dat folterend oogenblik kwam het
roepen zijuer zuster tot hem als de
blijdste, meest welkome oproeping tot
den strijd.
„De deur!snel!......" riep hij, zoo
hard als hij kon; „ze is gesloten".
Zij vond den grendel en opende dc deur.
cn het volgend oogenblik vloog bij de trap
af met Patience vlak achter hem.
De sergeant cn de soldaten waren niet
weinig verbijsterd, toen zij Haar Edelheid
in hevige opwinding plotseling haar broe
der hoorden toeroepen, dien zij meende
zooeven gevangen genomen te hebben.
De verschijning van Philip onder aan do
trap, in de kleeding van een bediende,
oerde bun verbazing ten top.
Maar Patience stond daar trotsch, uitda
gend in koortsige opgewondenheid tegen
over de soldaten.
„Ziehier, sergeant", zeide zij, liaars
broeders hand grijpend, „hier is Philip
Gascoyne, graaf van Stretton, rniju broe
der. Neen hem gevangen a!s gij wilt, hij
geeft zich willig aan u over, maar ik maai
li aan, uw gevangene vrij te laten".
De sergeant was totaal verbijsterd. De
kwestie werd te ingewikkeld voor zijn
kleine hersenen. Hij zou veel hebben wil
len geven om van deze verwarde en moei
lijke historie af te zijn.
„Mijnheer, zijt gij dan de graaf van
Stretton?" vroeg hij, Philip aansprekend.
Do jongeling antwoordde op trotschen
toon: „Ja, sergeant, ik ben Philip James
Gascoyne, uw gevangene".
(Wordt vervolgd).