|SJ«. 16491. "Woensdag 2ö November. Tweed© JBlad. 19] 3. Buitenlandseh Overzieht. Gemengd Nieuws. Eerste Kamer. Tweede Kamer. Uit een korte mcdedeeling weet men I reeds, dat het TurkschBulgaarsclio niet het eenig geheim verdr ag is tusschen Balkan-mogendheden gesloten. Zelfs zou men moeten vermoeden, dat de Russische bladen, die dit feit wereldkundig maakten, slecht ingelicht zijn geweest. Het laatst gesloten verdrag, waarvan de „Matin*den tekst geeft, maakt tenminste een Turksch- Bulgaarsch verdrag tot een vrijwel onmo gelijk iets. Het nieuwe verdrag tusschen Bulgarije en Servië toch is gericht zoowel tegen Turkije als tegen Roemenië en Oostenrijk-IIongarije.N Erg dankbaar toont zich Servië dus niet jegens Roeme nië, met welk land het cok weer een ver drag moet hebben gesloten tot behoud van het evenwicht op den Balkan. Het we melt wel van verdragen op liet schiereiland. Aan het verdrag willen we iets ontleenen. 'Artikel twee luidt b.V. „Indien Roemenië Bulgarije aanvalt, is Servië verplicht Roemenië onmiddellijk den oorlog te verklaren en al zijn strijdkrach ten tegen dien staat in het veld te brengen, ten minste 100,000 man, hetzij langs den Donau, hetzij op het oorlogstooneel in de Dobroedzja. 7,Indien Turkije Bulgarije aanvalt, is Ser vië verplicht een inval in Turkije te onder nemen en van zijn gemobiliseerde troepen 100,000 soldaten af te zonderen om ze naar het tooneel van den strijd aan den Wardar te zenden. „Indien Servië op dat oogenblik alleen of verbonden met Bulgarije, zich reeds in oorlog met een derden staat bevindt, zal het tegen Roemenië of Turkije alle troepen, waarover iiet de vnjc beschikking heeft, ge bruiken." Artikel drie zegt: ^Indien Oostenrijk-Hongarije Servië aan valt, is Bulgarije verplicht Oostenrijk-Hon garije onmiddellijk den oorlog te verklaren en zijn troepen, ten minste 200,000 man, I naar Servië tc zenden, om hetzij aanvallend, hetzij verdedigend met het Servische leger tegen Oostenrijk-Hongarije op te treden. „Bulgarije aanvaardt dezelfde verplich ting ingeval Oostenrijk-Hongarije, onder het een of ander voorwendsel, in overleg met of zonder de toestemming ^an Turkije,- zijn troepen het sandzjak van Nowi Bazar doet binnenrukken en Servië het dienten- gevolge den oorlog verklaart; óf .ingeval i Servië ter verdediging van zijn be llanger), zijn troepen het sandzjak doet bin nenrukken en daardoor in gewapend con flict met Oostenrijk-Hongarije komt. Ingeval Turkije Servië aanvalt is Bulga- rije verplicht onmiddellijk Turkije binnen I te rukken en van zijn gemobiliseerde troe pen ren minste 100,000 man naar het too neel van den strijd aan den Wardar te zenden. Als Roemenië' Servië aanvalt, is Bul garije verplicht de Roemeemche troepen aan te vallen, zoodra 2ij den Donau zijn overgetrokken en op Servisch grondgebied verschenen. „Indien Bulgarije, alleen of verbonden; met Servië, zich in een der gevallen, ge noemd in dit artikel, reeds in oorlog be vindt met een derden staat, is liet verplicht Servië bij te staan met alle troepen, waar over het de vrije beschikking heeft." Artikel vier bepaalt, dat beide staten zijn gehouden elkaar bij te staan als een hunner Turkije den oorlog verklaart. Plet aantal troepen dat Bulgarije in het veld brengt mag niet minder bedragen dan 200,000 man, dat van Servië niet minder dan 150,000 man. Artikel vijf zegt, dat in geval een van beide "staten den oorlog aan een derden staat verklaart zonder voorafgaande over eenkomst met en zonder toestemming van zijn bondgenoot, deze laatste van zijn ver plichtingen ontslagen zal zijn, maar "is tij dens den .oorlog: gehouden een welwillende onzijdigheid ten aanzien "van zijn bondge noot in acht te nemen en onverwijld een troepenmacht van ten minste 50,000 man op de been te brengen en die samen te trek ken op een wijze die de vrijheid van bewe ging van zijn bondgenoot bevordert. Een vcldtochtsplan tegen Turkije is zelfs aan het geheim verdrag toegevoegd. In Oostenrijk-Hongarije heeft het plan, dat, zcoals duidelijk blijkt, vooral tegen dit lijk is gericht, een onaangenamen indruk gemaakt. Er is door de t egenstanders van home rule voor Ierland altijd beweerd dat de Ieren zelf er niets voor gevoelen, dat dit verlangen niet leeft onder de groote massa.' Larkin heeft verteld hoe absoluut onjuist die bewering is. In een rede in Albert Hall te Londen zeide de Iersche arbeidcrslcider, waarom hij voor. home rule is. Hij-*Verklaardc zich er voor, omdat de arbeiders in Ierland vervuld zijn van het ideaal van hun nationaliteit en ze niet te krijgen zijn om te denken aan dingen, die er wezenlijk op aan komen, voor dat ideaal 19 verwezenlijkt. Dat is terecht een afdoend antwoord voor de men- schen, die beweren, dat het volk in Ier land niet om Home Rule geeft. Larkin sprak ook zijn erkentelijkheid uit voor de liberale regeering, die Ierland Home Rule zal geven. Deze uitlatingen, zegt de -„Nation," ver-: baasden de felle partijgangers onder zijn gehoor. Er schijnt nu nog een nieuw bemiddel 'mgsvoorstel der regeering meV betrekking tot Ulster të zijn. Het Londensch weekblad „The News of the World" verzekert dit ten minste. Het regecringsvoorstel, dat aan de oppositie zal worden voorgelegd, om vat twee punten, namelijk dat de leden van het Iersche parlement uit Ulster het recht van veto nopens elk wetsontwerp, dat Ulster betreft, krijgen, "en dat zij dit recht voor een te voren bepaald aantal jaren uitoefenen mogen. Men hecht in Engeland eenige waarde aan het bericht, omdat Sir George Rid del 1, de eigenaar van het blad, op zeer goeden voet staat men minister Lloyd George. Over het gebeurde te Zabernisde rust nog niet ingetreden. De militaire auto riteiten handelen ook niet praktisch met het arresteeren van eenige minderen. En nu is daarop nog gevolgd huiszoeking op het bureau van de „Zabern Ztg." Het resultaat is nihil geweest, maar in de Elzasser pers is men slecht* te spreken over dit optreden. In den Rijksdag zal deze kwestie ook aan de orde komen. We zullen dus spoe dig vernemen of nog iets, tegen hét dwaze luitenantje zal worden gedaan. Röser, lid der vooruitstrevende volks partij, heeft gisteren de volgende inter pellatie ingediend: „Is de rijkskanselier bereid inlichtingen te geven over de in de pers openbaar gemaakte uitlatingen van een officier te Zabern en de daardoor veroorzaakte verdere gebeurtenissen?" De afgevaardigden uit de Elzas hebben de volgende vragen gesteld: Is het de re geering bekend, dat in het 99ste regiment infanterie te Zabern een officier tegen sol daten uit Elzas-Lotharingen voor de ge- heeje bevolking hoogst beleedigende ge voelens aan den dag heeft gelegd en de meest kwetsende uitdrukkingen heeft ge bruikt, zonder dat de militaire overhead hem deswege voldoende heeft dóen boe ten? Wat denkt de rijkskanselier te doen om de soldaten uit Elzas-Lotharingen tegen zulke beleedigingen en de bevolking van Elzas-Lotharingen tegen dergelijke uittar tingen te beschermen? De d readnoug h t-w o e d e is nog in vollen gang. Deze week zullen er in Enge land weer drie van die reuzenstoomers van stapel loopen van drie verschillende werven. Een dezer vaartuigen is voor Chili bestemd, de beide andere zijn voor den Engelschen dienst. De eene Engelsche bootzal met olie worden gestookt en Engeland zal dan twee van dergelijke schepen bij de vloot hebben. Nog m£ar acht jaar is het geleden, dat Engeland de eerste dreadnought liet bou wen en op het eind van dit jaar zullen er over de geheels wereld 150 zijn, inclusief degenen, die op stapel staan.. Het aantal dreadnoughts, dat mén elk jaar telde, vormt de onregelmatigs reeks van 1 (1905), 9, 24, 32, 52, 74, 97, 125, 150 (1913.) Wie weet, of er binnen een paar jaar niet eenige duizenden dreadnoughts rond waren op de wereld oceanen. fiOKTS) BERICHTEN. Op het congres van de \Velfen, woon achtig in het hertogdom Brunswijk, welk congres over. een paar weken zal worden gehouden, zal worden voorgesteld over to gaan tot ontbinding der partij. In Berlijn heeft de werkloosheid een verbazenden omvang aangenomen. Er zijn blijkens een gehouden telling in de Duit sche hoofdstad met de voorstedeD 82.000 werkloozen. Het verbond vaü de Duitsche Pers richt zich in een adres aan den Rijksdag tegen het wetsontwerp tegen het verraden van militaire geheimen, wijl dit voor do pers een ondraaglijke toestand van rechts-onzekerheid zal scheppen. De Duitsche regeering stelt evenals het vorig jaar aan den Rijksdag voor, om ambtenaren in oostelijke gewesten eeD toe slag te geven. Dat is om Duitschers naar de streken met Poolsche bevolking te kunnen dirigeeren. Het vorig jaar moes ten Polen, Gentrum en sociaal-democraten van deze taktiek niets hebben. Ze hebben de meerderheid en zullen ook ditmaal het voorstel wel afstemmen. Do Duitsche keizer is weer hersteld. Hij zal eenige steden in het rijk bezoeken. Ook wordt gemeld, dat hij 15 Maart voor zijn jaarlijksch bezoek naar Corfoe gaat. De verkoop van de „Voss. Ztg.." heeft zyn beslag gekregen. De firma Ull- stein en Co. is thans definitief eigenaar. De „Indépendance" voorziet vier en twintig uur na do aanneming van het Belgische schooiwets-ontwerp de aftreding van verschillende ministers. De Fransche regeering laat nieuw© postzegels vervaardigen. De oude zegels met de beeltenis van een zaaiende vrouw zullen worden ingehouden om plaats te maken voor zegels, waarop een vliegmachi ne voor den eifeltoren is geteekend. Het symbool is niet onaardig: de eifeltoren als ontvangstation der draadlooze telegra fie en de vliegmachine als ultra-moderne postwagen. Lord Aberdeen, de onderkoning vaD Ierland, voert zelf de onderhandelingen met de patroons te Dublin. Men hoopt dat de eisch, geen lid van het Iersche Verbond van Transportarbeiders, niet langer zal worden gehandhaafd. Uit Londen wordt aan de „Berk Ztg. am Mitt." geseind dat de Zuidpool- onderzoeker Shackleton voornemens is een nieuwe expeditie naar het anarctisch gebied te ondernemen. Bepaalde aanwij zingen omtrent den aanvang van de reis kan Shackleton nog niet opgeven. De ex peditie zal op grootsche wijze ten uitvoer worden gelegd. Den 8sten December zal voor het seminarie van Catanzaro een marmeren standbeeld worden onthuld voor Z. H. den Paus. De Russische ministerraad wil den dwangarbeid wat verzachten. Men wil hier aan in het vervolg niet meer verbanning vastknoopen. De ministerraad beoogt een wetsvoorstel aanhangig te maken, waarin van het principe wordt uitgegaan, dat dwangarbeid dient tot verbetering van den gevangene. - In IJsland is een verbod tot alcohol verkoop ingesteld. Er ia na yertoogen va\> een paar vreemde staten een uitzondering gemaakt. Beroeps-consuls van een vreemd land, tevens vreemdelingen zijnde, zu'1 eens per jaar alcoholische dranken mogen invoeren, doch niet meer dan achthonderd liter tegelijk. Deze drank mag alleen in de consulaten worden gebruikt. Veel drank komt er niet in IJsland, want'alleen Frank rijk en Noorwegen hebben er beroeps consuls. Een Fransche archaeoloog heeft bij opgravingen nabij het Egypti sche plaatsje Araasia vijf steenen cellen ontdekt, waarin voor 112 jaar vijf Fransche soldaten vau honger en dorst zijn omge komen. Zij behoorden tot het leger van generaal Menou en waren in 1799 in den slag bij El Arisj krijgsgevangen genomen. De Fransche regeering heeft vergeten hen los te koopen en do mamehikken stelden hen voor de keuze den mohammedaan- schen godsdienst te aanvaarden of te ster ven. Zij kozen allen het laatste en werden elk in een cel ingemetseld. Over den beruchten Boe- renschrik, wo hebben daaromtrent ai her haaldelijk iets vermeld, schrijft de Ween- sche correspondent van de ,;N. R. Ct.": De Berlijnsche spiritist Lané Ney heeft aan den stadhouder van Stiermarken ge schreven, dat hij zich in staat voelt om aan den Boerenschrik een einde te maken. Hij""verlangt daartoe twee groot© verhuis wagens, dio hij op de plaats zal zetteni waar het ondier wordt vermoed, beuevens een paar schapen. De spiritist zegt: zijn het beesten, dan zal ik ze wel vangen, is het wat anders, dan zal ik het bedrog weten te ontdekken. Hij gebruikt dat woord, omdat toen hij 22 jaar geleden een lezing te Amsterdam hield, iets dergelijks in Zaandam is ge beurd. Toen werden ook dagelijks op on verklaarbare wijze schapen en koeien ver scheurd. De boeren dachten dat het een wolf was en vroegen om hulp bij Lané, van wien ze gehoord hadden, dat hijf spiritist en gedachtenlezer was. Hij is toen naar Zaandam gegaan, waar het hem gelukte het geheim te ontdekken. Geen wolf was het, maar een gek geworden boer, dien hij ontmaskerde. Naar uit Wan gemeld wordt zijn daar 57 leden der rooverbende van Seid Taha, die de geheele streek on veilig maakte, gevangen genomen en ter dood gebracht. Dezer dagen is door de politie van Kansas City mrs. Vera Scotc gearres teerd onder besehuldiging van afpersing van 60,000 ten narleele van rijke ingeze tenen te Pasadena en Los Angeles te Cali- fornië. Gedurende het onderzoek bleek dat deze dame een zeer avontuurlijk leven achter den rug heeft. Zij deelde aan dén rechter van instructie mede, dat zij een Amerikaansche van geboorte ia en als ko- riste haar intrede deed in do tooneelwa- reld. Spoedig trad zij in het huwelijk met een effectenmakelaar, die veel geld ver diende en het met volle handen uitgaf. Na zijn dood huwde zij Thomas Prosser, den steenkolenkoning van Cleveland, dien zij na eenigeu tijd verliet. Te Chica go maakte zij kennis met Marshall Fiold Jr., een millionna-ir, die ter barer eere groote partijen gaf, welke zelfs haar, do verwende vrouw, verbaasden. Op zekeren dag kregen zij oneenigheid, waarbij door zoogenaamd „noodlottig toeval" Field door een revolverschot gedood werd. De familie Fiold vreezende voor een schan daal gaf haar ongeveer 26,000 onder voorwaarde, dat zij het land zou verlaten. Na eenigen tijd te Shanghai vertoefd te hebben, keerde zij naar Cleveland terug, waar zij Scott leerde kennen en met wien zij in het huwelijk trad, nadat zij van haar vorigen man, P rosser, gescheiden was. Dit. geschiedde echter niet met diens toe stemming en Prosser volgde haar onge merkt, toen zij in een trein stapte naar Libby in Montana. Onderweg ontmoetten de gescheiden echtgenooten elkaar met het gevolg, dat mde man door zijn gewezen vrouw doodgeschoten werd. Beschuldigd van moord werd zij echter vrijgesproken en kort daarop trad zij met Scott in het hu welijk. Haar bijnaamde sclioone, ge heimzinnige Vera Lero^y, waaronder zij algemeen bekend staat, ia zeker niet on verdiend. don interview met Beilis. De „Daily Tel." publiceeït een inter view, dat een journalist te Kief gehad heeft met Mendel Beilis, den vrijgespro kene in het beruchte ritucele moordpro- ces. Beilis zat in zijn kleine huiskamer en doorleefde nog eens al hetgeen hij gele den had gedurende de laatste twee en een half jaar. Soms werd hij zoo aangegrepen door zijn herinneringen, dat hij door aan doening overmand, eenige oogenblikken moest zwijgen om tot zich zelf te komen. Hij begon met te verhalen, hoe het lijk van den knaap Justschinsky gevonden werd in de fabriek, waar hij in 1911 werk zaam was, en dat bij de begrafenis strooi biljetten wérden verspreid, waarin gezegd werd, dat „die gemecne Joden den knaap hadden gedood." Ongeveer drie maanden daarna hoorde hij, dat vrouw Vera Tsje- berjak aan iedereen vertelde, dat liij den mcord bedreven had. In den ochtend van den 22en Juli 1911 zoo vertelde hij werd ik gewekt door een hevigen slag en torn ik de deur open de, zag ik een aantal politie-agenten en een afdeeling soldaten. Men deelde mij tot mijn gr o o ten schrik mede, dat ik ge arresteerd werd. Mijn vrouw viel in on macht en mijn kinderen begonnen te hui len. Men voerde mij naar de geyangenis cn een half uur later hoorde ik 't gegil eiv geschreeuw van een kind, Ik herkende de stem van mijn zoon David, die toen acht jaar oud was. Mijn hart stond stil van schrik. Ik schreeuwde en bonsde met mijn hoofd tegen de cel. Kort daarop kwam de gouverneur van de gevangenis mij vertellen, dat 't zoontje van Vera Tsje- berjak gezegd had, dat hij met Justschins ky in de steenbakkerij had gespeeld cn dat mijn zoon dit ontkende. „Jouw zoon is een groote leugenaar en daarom is hij gearresteerd," duwde hij mij toe. Hij wei gerde naar mij te luisteren en zei alleen: „Vertel de waarheid of je gaat naar Sibe rië 1" Ik dacht dien dag krankzinnig tc worden aldus vervolgde Beilis zijn ver- haaL toen echter de gouverneur mij kwam medèdcelen, dat David naar huls was gezonden met een politieagent, kreeg ik weer een weinig moed. Na eenige dagen werd ik voor den rechter gevoerd. Hij vroeg mij of het waar was, dat de Joden bloed noodig hebben voor het bereiden van hun Paaschbrood. Ik antwoordde hier op, dat mij hiervan niets bekend was, eu werd daarop naar de gevangenis terug-, gebracht. Zeven dagen daarna deelde men mij eerst mede, waarvan ik eigenlijk be schuldigd was. Ik bezwijmde toen ik het vernam. Beilis deed vervolgens een uitvoerig ver haal over zijn leven in de gevangenis en zeide, dat de meeste misdadigers met hem in dezelfde gevangenis opgesloten, aanzijn onschuld geloofden. Van verschillende ambtenaren had hij beleedigingen te ver duren. Men omringde hem als ware hij een wild dier, en zeide: „Ik zal je lecren, Paaschbrooden te bakken met Christen- bloed!" Hij werd met zestig andere gevan- Igenen opgesloten in een vochtige, don kere, koude cel, met een ccmcnën vloer. Des nachts aldus vervolgde Beilis s'.iep ik naast een geboeid man, die bin nenkort naar Siberië zou vertrekken, die mij wilde toonën, hoe hij mij met zijn boeien kon worgen. De andere gevangenen kwamen tusschenbeidc, hetgeen een hevi gen twist tengevolge, had. De gouverneur, die dit vernam, gaf toen bevel ons allen uit straf, in een eenzame cel op te sluiten en ons daar gedurende acht dagen op water eiï brood te laten. Toen de acht dagen om waren, kwam ik in een cel, waarin zich dertig andere gevangenen be vonden, allen dieven en moordenaars. De mces.ten hunner geloofden ook aan mijn onschuld, doch niet allen. En een van dezen sloeg mij op zekeren dag met zijn vuist in het gelaat. Het bloed stroomde mij uit den mond. Toen de gouverneur vérscheen, zag hij mijn gezwollen gelaat en vroeg mij naar de ooi-zaak hiervan. Iemand wees de man aan en op een vraag van den gouverneur, waarom hij het deed, antwoordde hij„Omdat hij een Christenkind vermoord heeft." Een maand daarna bood een mijner medegevangenen mij aan een brief te schrijven naar mijn vrouw, en daar men mijn bril had afgeno men, stemde ik hierin gaarne toe. Het resultaat hiervan was, dat men mij in een afzonderlijke cel opsloot,'die slechts vier el lang en drie el breed was. Het was daar ontzettendkoud en vochtig. Een ijze ren tafel ,en een houten brits was het eenige meubilair, terwijl het licht kwam door een klein venstertje, vlak bij de zol dering, zóó hoog/dat men er niets door heen kon zien, zelfs "niet de lucht. Ik had geen matras en geen dekens en ik be vroor half van de koude. Uren lang liep ik mijn cel op en neer, tot ik ten slotte van uitputting op mijn brits neerviel. Tien lange maanden bracht ik in deze cel door; ik leed verschrikkelijk, vooral gedurende de wintermaanden. Ten slotte bevroor een mijner voeten, waarop men mij naar het hospitaal bracht, waar ik anderhalve maand verbleef. Daar gaf men mij een. af schrift van de acte van beschuldiging. Ik las het geschrift verscheidene malen door en kwam tot de conclusie, dat mijn geval piet absoluut hopeloos was. Ik wist dat men geen getuigen tegën mij zou vinden, en al mijn hoop was gevestigd op mijn vrijspraak." Vergadering van Dinsdag, des avonds te 8.45. Voorzitter de heer Schimmelpenninclc vaa der Oye. Beöediging van den heer Edo Borgsma, Na opening van de vergadering wordt al lereerst de heer Edo Bergsma-, nieuw gekozen lid voor Friesland, door den griffiar binnen geleid en na eedsaflegging door den Voor zitter geïnstalleerd. Geloofsbrieven van de hecren Polak en Van der Lande. Medodoeling wordt gedaan, dat zijn inge komen de geloofsbrieven van de hoeren Henri Polak en J. C. L. van der Lande, nieuw gekozen leden, respectievelijk voor Friesland en Overijsel. Deze geloofsbrieven worden ge steld in handen van. een commissie, bestaand© uit de hoeren Smits, Zijlma en De Gijselaar. Do heer Smits brengt namens deze com missie ra.pport uit, adviseerend tot toelating van de beide nieuwgekozen leden. De hecren Polak en Van der Lande worden vervol gens door den griffier binnengeleid en leg gen in handen van den Voorzitter, respectie velijk de vereischt© belofte cn eeden af. .Herdenking van Neerlands onafhankelijkheid. De. V oorzitter neemt daarop het woord en houdt, terwijl de leden van hun zit plaatsen opstaan, ongeveer de volgende toe spraak Mijne Hoeren. In de laatste maanden hebben uit alle oor don des lands feesttenen ons tegen geklonken. Er was geen stad, goen dorp, geen gehucht, geen groote of kleine plaats, of vlaggen werden or ontrold, feestlichten ontstoken, op tochten en tentoonstellingen gehouden en dat alles heeft als 't waro zijn eindpunt, zijn bekroning gevonden in den datum van 17 Nov. en in de proclamatie op 21 dezer, door H. M. de Koningin uitgevaardigd. Het spréékt vanzelf, dat de Eerste Kamer niet onverschillig aan deze dingen kan voorbij gaan, integendeel. Als deel der volksverte genwoordiging jubelt zij inet het volk medo in het jubeljaar van onze onafhankelijkheid en daarom, mijne hoeren, hoopt en wensohfc onze Eerste Kamer, dat die 17 Nov. het be gin moge zijn van ©en tweede eeuw, waarin méér en moor worde bevestigd de onafhan kelijkheid van Nederland. Zij hoopt eu, wenscht, dat het Nederlandscbe volk meer en moer zioli bewust mog-e worden van de beteekenis en van de roeping, die het heeft oncler de volkeren van Europa, ©n dat door Gods goedheid onder de tradition van Oranje, en moge het zijn nog vel© jaren onder het bestuur van onze geliefde en geëerbiedigde Koningin Wilhelmina, onze binnenlandsch© toestanden zich vreedzaam mogen ontwikke- l-'n en dan, mijne héeren, dat de leeuw van Nederland, de leeuw van Holland, met zijn pijlbundel dn den klauw, niet slechts oen embleem mogo zijn, dat dient tot versiering van blazoenen, tot het kruiden van vurig© toespraken, maar dat hij moge zijn het waar achtige oement van onze vaderlandsliefde, van onze onderlinge solidariteit, di© ons te zarnen vereonigt en ons trotsch maakt op d^n naam va.n Nederlander en ons in slaat stelt om allen te zamen mede te werken' om ons volk te maken een waarlijk krachtig1 volk. Ik heb gezegd! (Luide bravo's). Huldiging van de nagedachtenis van dr.. Vermeulen. Mededeeling wordt gedaan van liet inge komen bericht van het overlijden van liet lid der Kamer dr. Vermeulen. De Voorzitter houdt hierop de vol gende toespraak: „Mijne he«cren! Met dr. Ver meulen, zoo onverwacht- uit ons midden weg genomen, is een wetenschappelijk, zeer ont wikkeld man heengegaan, ©en hoogstaand journalist, oen man. die in tal van betrek kingen bewijzen heeft gegeven van zijn uit gebreide kennis, en zijn scherpzinnige 11 geest. Aan deze eigenschappen had onze Kamer te danken degelijke, breed uitgewerkte, goed ge- styloerde adviezen, die steeds onze groote belangstelling wekten. E11 waar dit gepaard ging met aangename, wellevende vormen, daar zal ongetwijfeld dc herinnering aan dr. Vermeulen in onze Kamer lang in eere blij ven." De V oorzitter deelt voorts mee, dat het overlijdensbericht met ©en brief van rouw beklag door de Kamer is beantwoord. De Voorzitter zegt voornemeps te zijn d© Kamer tegen aanstaanden Donderdag des voormiddag.3 te elf uren in openbare verga-- dering te doen bijeenkomen ter voorziening in een vacature, ontstaan in de gemengde commissie voor de stenografie, ten gevolge van het overlijden van dr. Vermeulen, eu tot het doen bohandelen van ©enige klein© wetsontwerpen, welke Woensdag in do af- deelingen worden onderzocht. De vergadering wordt daarop verdaagd, tot Donderdag elf uren. Zitting van gisteren. IndischeBegrooting Bij het algemeen debat over de afdeeling Onderwijs en Eeredienst, betoogde de hcc» Van Deventer, dat voorshands een Indi sche Hoogeschool niet noodig is. Verder be- toogt spreker, dat or in Indie oen groote achterstand op medisch gebied bestaat en dringt aan op de instelling van een afzon- derlijk Departement voor de medische zaken. De heer Gerhard bespreekt uitvoerig inrichting en resultaten van het onderwijf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5