Hoestere geneest U ABDIJSIROOPmc'wmi DE JONG'S Hagelsl&g- jChocoIade. Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. euvel van melkvervalsching komt veel voot, méér dan men zou denken; doch meestal worden die zaakjes onderling geregeld en wordt de justitie er buiten gehouden. De fei ten nagaande, kwam hij tot schuldig-verkla ring van beklaagde en vroeg zijn veroordee- ling tot één maand gevangenisstraf. President: „Hoort ge 't beklaagde, de officier vraagt een maand gevangenisstraf voor U. En wat zegt ge van de door H. ge- ei&chte schadevergoeding van f 150?" Bekl.: ,,Ik weet nergens van, en ik geef niets." Mr. De Jong begon met te erkennen, dat d'eze zaak voor de verdediging zeer moeilijk is. Toen hij aanvankelijk de stukken had in gezien, was dit nog niet zoo tot hem door gedrongen. Spr. had toen beklaagde geraden maar te bekennen, daar dit z. i. veel beter voor hem was. Maar toen beklaagde dit met vtrontvaardiging afwees en zijn onschuld volhield, ook na herhaalde conferentie-s, was het hem langzamerhand duideiik geworden* dat er in de-ze zaak iets louche" was. Bekl. zei doodeenvoudig tegen hem, ctat het monster, dat in Leiden onderzocht was, niet van zijn melk afkomstig was. Al aan stonds was het hem opgevallen, dat H. bij beklaagde diep in de schuld stond Alles verder nagaande, wat er in deze zaak geschied is, legde hij er bijzonderen nadruk op, dat getuige H., die dan be weerde, dat de melk van den beginne af zoo slecht was geweest, daarover nooit tegen beklaagde geklaagd heeft en eerst na vijf maanden daarmede voor deD dag kwam. Ook stelde hij de zonderlinge handel wijze van H. in 't licht, die toen de zaak eenmaal aan 't rollen was, kwam met voorstellen om de zaak te schikken en dat steeds plaats had in bijzijn van veld wachter Yet. Er was bij hem rechtmatige twijfel ge rezen, of het monster, door den veldwach ter genomen, wel bij den keuringsdienst is gekomen. De burgemeester van Hazerswoude was geheel buiten de zaak gelaten; de veld wachter alleen was de man, die het zaak je opknapte. Het had mede zijn bevreemding gewekt, dat, bij den bedenkelijken ijver, dien de veldwachter in deze zaak getoond heeft, deze mede zoo krachtig aandrong bij be klaagde om de zaak te schikken. Uit zijn practijk kon spr. mededeelen, dat men met de verklaringen van dezen veldwachter zeer voorzichtg moet wezen. Spr. is hier niet om oude zaakjes op te haleD en wil gaarne vergeten en vergeven, maar meende een en ander toch even te moeten releveeren. Wat beklaagde betreft, hij had links en rechts naar hem geinformeerd en niets dan goeds van den man vernomen, en waar hier een maand gevangenisstraf ge- cischt werd op de verklaring van één veld wachter, waartegenover de pertinente ont- kenteDis van een ter goeder naam en faam beleend en eerlijk man zou z. i. geeu ver oordeeling kunnen volgen. Waar hij duidelijk meende gemaakt te licbbcn, dat hier gegronde twijfel aanwe zig is, concludeerde hij tot vrijspraak van den beklaagde eD ontzegging van den eisch tot schadevergoeding. Na re- en dupliek werd de uitspraak be paald op 1 December. Lastige zwerver. Bij verstek werd 6 weken gevangenis straf geeischt tegen den zwerver L. P. van D., die op 11 October te Zegwaard dronken de voorbijgangers lastig viel. Toen de veldwachter hem aanmaande stil zijn weg te vervolgen, zei hij-: ,,Ik zal loopen waar ik wil". Later bij zijn arres tatie verzette hij zich hevig eD eenmaal in het arrestantenlokaal, gaf hij den veld wachter een klap in het gezicht. De officier wist mede te deelen, dat dit zoo 's mans gewone wijze van optreden is. Een dankbare. De 60-jarige D. K., te Leiden, liep iD den nacht van 10 op li October dron ken op de Haarlemmerstraat en gaf aan zijn overkropt gemoed lucht door te vloe ken en te razen. De agent Brouwer, die hem tot kalmte aanmaande, kreeg ten antwoord: ,,Denk je, dat je een boer voor hebt?" ToeD K. daarna voortging met spektakel maken, nam de agent hem mede, maar kreeg daar bij de noodige trappen tegen de beenen, wat hem een verbaal wegens wederspan- nigheid bezorgde. President: ,,Was je dronken?" Bekl.: „Ja! Ik weet er niets van". De officier van justitie deelde mede, dat beklaagde reeds 13 jaren en 3 maanden in den Krententuin" gelogeerd heeft, doch de politie deelde mede, dat de man zeer gunstig bekend staat. Hij vroeg voor dit feit 7 dagen gevangenisstraf. President: ,,Nog wat te zeggen Bekl.; ,,Dank U beleefd". Verzint vóór ge begint. Een jongmenscb, zekere J. K., te Lei- el e n, kocht van den rijwielhandelaar A. van Heeringen aldaar, op z.g. huurkoop, een rijwiel. Toen er fl6 op betaald was zag v. H. den jongen niet meer en bleek hem hij onderzoek, dat de fiets verkocht was voor f 3-1, Bekl. erkende dit, het geld had bij ge bruikt om te gaan bandelen, hij had er niet bij gedacht. v. H. als getuige gehoord, deelde mede, dat een broer van beklaagde hem nu ver der met f 1 per week betaalde. De officier van justitie vorderde K.'s veroordeeling tot 1 maand gevangenisstraf wegens verduistering. Een grijpvogel., Bij verstek werd tegen P. H., te Lei- 'd en, 4 weken gevangenisstraf gevraagd, wegens diefstal van een kinderledikantje, een kachel en een paar kachelpotten uit de Janvossensteeg, ten nadeele van den smid W. Zaalberg. Deze voorwerpeD wer den voor een prijsje van de hand gedaan. Bekl. heeft het daarbij doen voorkomen of hij van zijn vrouw afging en daarom zich er van ontdeed. Uitspraak over 8 dagen. Beter laat dan nooit. Wegens niet aanwezig zijn van bekl. J. St., te Leiden, in de morgenzitting, werd het verzet door hem aangeteekend vervallen verklaard. Doch toen hij in den laten namiddag toch nog kwam, werd bepaald, dat zijn zaak alsnog op 8 December behandeld zal worden. Hooge Raad. Gepleit werd door mr. A. Bruch, advo caat te Haarlem, in do zaak van A. K., landbouwer to Hoofddorp, togen het arrest van het gerechtehof te Amsterdam, waarbij hij tot 8 dagen gevangenisstraf is veroordeeld, wegens bedreiging met eenig misdrijf, tegen het leven gericht. Requi- rant en eenige 'andere personen hadden in een herberg te Hoofddorp zooveel drank gebruikt, dat de kastelein hun niet meer schenken wilde. Er ontstond veel rumoer en de requirant gaf den kastelein B. Asjes een 6tomp en uitte, onder het opheffen van een stoel, tot den kastelein de woor den,,Ik zal jou doodslaan." Gevolg hier van was een veroordecling van requirant door de rechtbank te Haarlem wegens lo. mishandeling en 2o. bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht, tot 10 da gen gevangenisstraf. In hooger beroep ont sloeg het gerechtshof te Amsterdam deD re quirant van alle rechtsvervolging tor zake van het sub lo. genoemde, op grond dat geen lichamelijk letsel was toegebracht of pijn veroorzaakt, en veranderde in verband daarmede, met bevestiging van het vonnis ten aanzien van sub 2o.t de opgelegde straf tot 8 dagen. Tegen deze uitspraak van het Hof ont wikkelde mr. Burch een cassatiemiddel hij betoogde, dat de bewezen verklaarde bedreiging niet valt onder art. 285 Straf wetboek, omdat voor de toepassing van dat artikel naar schrijvers meening een juris prudentie wordt vereischt, dat de bedrei ging is geuit onder zoodanige omstandig heden, dat bij hem, tegen wien zij is geuit, de indruk kan worden teweeggebracht, dat daardoor werkelijk een min of meer ern stige inbreuk wordt gemaakt op zijn per soonlijke vrijheidterwijl ook des daders wil op het teweegbrengen van zoodanigen indruk moet zijn gericht. Nóch het een, nóch het ander was nu hier, naar pleiter verder betoogde, ge bleken uit het bij arrest bevestigde vonnis dér rechtbank. Daarom concludeerde plei ter tot vernietiging van het veroordeelende arrest. Conclusie O. M. 8 December. RECLAMES, 40 Cents per regel. Dt Hear A. StccD (volgen* portret)' zooah ook de heer Albert Steen, timmer man, wonende te De Krim(Dr-Jzich genezen heeft. Hij Verklaart: Door het verwaarloozen ccner verkoudheid leed ilr jaren lang aan een drogen kuch en moest veel hoeiten, zonder dat ik «lijm kon op geven, terwijl ik mijn luchtpijpen veratopt voetde. Met elicen hoed deed mijn borst pijn en nacbta «liep ik daardoor «leekt. Wat ifc ook probeerde, niet» hielp mij, totdat ik eindelijk de Abdijsiroop aanwendde, toen kwam de «lijm lo» en drie flacon# hiervan hebben mij van mijn hardnekkigeo hoeit verloal. De zuivert borst en longen, geneest den hardnekkigsten hoest, de hevigste verkoudheid, aethnia en alle borst-, keel- en longaandoeningen. Voor komt de tering. Schaadt nooit Prij* per flacon van 230 gr. f 1van 550 t. f 2.— en van 1000 gr. (3.50. Ei«cht roodun baad met handteckening L. 1. Akker. Rotterdam. Vct- krijgbaarbijaHcdrogirten en de mcctte apotheker». 6000 51 Een nieuwe Chocolade voor de Boterham In bussen van 1 Kilo 1.80 M Kilo 1.- UKilo 0.55 1 Ons 0.24 6012 13 R F, C I. A M E S k 40 Ct«. per regel. 6975 116 Vergadering van gisternamiddag. IndischeBegrooting De heer Schaper zet zijn Vrijdagmiddag afgebroken rede voort. Hij bespreekt den grondslag van het arbeidersvraagstuk in Indiö, de Koelie-Ordonnantie met haar zoo vaak gewraakte beruchte strafrechtelijke sanctie, waardoor de Koelie geregeld be straft wordt en do werkgever vrij uitgaat. De toestand is wel iets beter geworden door de arbeidsinspectie, doch in den grond blijft de verhouding nog een soort slavernij. De heer Van Blommesteyn, die 'n ontwerp voor een betere regeling gereed heeft ge maakt, is ontslagen, naar spr. gelooft weg- genegerd door de ondernemers, omdat de heer Van B., de poenale sanctie ten deele wil doen vervallen. Spr. wil daarom graag iets meer hooren van den arbeid van den heer Van B.en hoopt, dat de Minister diens voorstellen onbevangen zal bekijken. De En- gelsohe regeering h beter dan de onze en toch is er in Indië een streven merkbaar om den werkgever steeds meer macht en invloed te geven. O. a. is men er op nit de Koelie-Ordonnantie welke nu alleen geldt voor Sumatra, ook op Java in te voeren. Spr. geeft toe, dat de Maatschappij in Indië een andere is dan de onze, doch gelooft toch niet, dat daarop maatregelen ter beperking van vrouwen- en kinderarbeid moeten af stuiten. Hij wil aan een commissie een on derzoek naar de geheel© kwestie der ar beidswetgeving voor Indië zien opgedra gen en dringt ten slotte aan op uitbreiding der arbeidsinspectie De heer VaD V ollenhoven komt op tegen de al te ongunstige conclusies, ten aanzien der planters door den heer Schaper uit het rapport der arbeidsinspectie be trokken. Het is moeilijk van hieruit de zaak te beoordeel en, als men de toestanden niet kent. Spr. beweert niet, dat er geen over tredingen zijn gepleegd, doch enkele naar voren gebrachte feiten geven geen indruk van het algemeen, en in het verslag is vol doende te kennen gegeven, dat de toestand in het algemeen bevredigend is, waarbij spr. het getuigenis aanvoert van den chef der arbeidsinspectie zelf; die in „De Indische Gids" verklaarde, dat alle factoren, die den materieelen toestand der Koelies be- heerschen, bevredigend zijn. Spr. is het met den heer Schaper eens, dat uitbreiding der arbeidsinspectie gewen&cht is. Het liefst wil hij een afzonderlijk Departement voor deD Arbeid vereenigd met de Hygiëne. De heer Lobman bespreekt de zaak der onderofficieren Iding en Deysenroth. Hij legt zich neer bij de overtuiging des rech ters omtrent de schuld. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft echter als normaal aange nomen den geestestoestand der beklaagden, die meenden, dat wat zii deden, niet zoo slecht was, op grond van het voorbeeld van chefs en van gewoonte; terwijl wij die ge moedsgesteldheid onvoorwaardelijk slecht moeten noemen en het Hof dus lied moeten doen uitkomen, dat daden als door beklaag den gepleegd zijn, 6treng moeten worden tegengegaan. H°t komt sur. daarom ge- wenscht voor, dat de Kamer uitspreekt, dat wij een ander rechtsgevoel hebben, zoo dat hij zich verecnigen kan met het eerste deel der motie-Mendels, verzoek aan de Re geering om ter keDnis van het Indische leger te brengen, dat wreedheden met kracht zul len worden tegengegaan. Mét de overige deelen der motie ka-n hij zich evenwel niet verecnigen. De Minister v an Koloniën antwoordde naar aanleiding van het betoog van den heer Mendels, dat hij thans nog geen beslissende mededeeling kaD doen in zake de Indische wetgeving, dus ook niet over al of niet opneming van een sta kingsverbod in het nieuwe .Strafwetboek, en dat hij ook nog niet in studie heeft ogenomen een wijziging van artikel 75 van het Regeeringsreglement. Ook omtrent een eventSbele novelle moet hij zich nog zijn nadere .houding voorbe houden. De wenken van den heer Van Deventer omtrent het Europeesch en het adat-recht zal de Minister onder de aan dacht der Indische regeering brengen. De poenale sanctie van de koelie-ordon nantie achtte spreker noodig, ter plaatse, waar noodstanden heerschen, maar niet dan in de uiterste noodzaak zou spreker er toe medewerken om haar ook op Java in te voeren. In de kwestie-Van Blommesteyn kan de Minister op dit oogenblik geen oordeel vormen. Wel weet hij, dat het onderzoek van dien heer tot een geweldige paperas- senmassa heeft geleid, waarin de heer Van Blommesteyn zelf slechts gedeeltelijk weg wist, zóó, dat een ander er een dui delijk extract uit moest maken voor den Gouverneur-Generaal. D© Minister zal er echter zijn ernstige aandacht aan wijden en de heer Schaper kan zich verzekerd houden, dat, als er recht moet gedaan worden, er ook recht zal geschieden. Wat betreft de zaak der sergeanten Iding en Deysenroth, herinnerde de Minister, dat, toen de wreedheden gepleegd waren, de Gouverneur-Generaal ingegrepen heeft, en reeds vóór de uitspraak van den krijgs raad een schrijveD heeft gericht tot deD Legercommandant, in herinnering bren gend de humane beginselen, van welke het leger en het optreden der troepen moeten bezield zijD, als gevolg waarvan de legercommandant een circulaire zond aan alle militaire chefs, waarin de aanschrij ving van den Gouveneur-Generaal verder werd uitgewerkt en diens ernstige wensch werd kenbaar gemaakt nopens het humaaD optreden van het leger. Verder betoogt de Minister, dat, na de rechterlijke uitspraken, de Regeering niet kon ingrijpen, omdat haar, behoudens en kele uitzonderingsgevallen, alle bemoeie nis met de uitsprakeD des rechters ontzegd is. Buitendien kon, na de uiteindelijke veroordeeling der sergeanten tot luttele geldboeten, niet verwacht worden, dat zij nu maar werden weggejaagd en verstoken van pensioen en andere rechten. Een uitspraak van de Kamer om tegen kapitein Van Krieken een gerechtelijke actie in te stellen, zou, naar spr. uiteen zet, waarschijnlijk weinig baten op grond van de militaire rechtsverhoudingen, wel ke in Indië bestaan. Daarbij moet tot voorzichtigheid worden aangemaand bij het afleggen van verklaringen door inlan ders, die wel beëedigd worden om da waarheid te zeggen, maar wier fantasie i hun de baas is. Op grond, van het bovenstaande achtte de Minister de motie-Mendels, waar deze aandringt op het ter-kennis-brengen van het Indische leger, dat wreedheid en mis handeling jegens de inlandsche bevolking gestraft moeten worden, overbodig, waar dit reeds door den Gouverneur-Generaal geschied is; en overigens achtte hij haar ontuitvoerbaar, omdat de Regeering, ge- liiV gezegd, iv'ct kan ingrijpen in deze. De heer Schaper wijzigt bij repliek de motie-Men dels zoodanig, dat de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat wreedheid en mishandeling tegen de inlandsche bevolking met de grootste gestrengheid behoort t-c v den tegengegaan en geenerlei vergqebjking zullen mogen vinden in het te behalen sauces en voorte, dat de Kamer betreurt dat R ser geanten nog steeds in hun rang deel. «iiima ken van het Indische leger. Vervallen zijn due uit de motie, de wenscK om ter kennis van het leger te brengen, dat gruwelen moeten worden tegengegaan en het gedeelte, dat ondezoek vraagt in zake kapitein van Krieken. Verder repliceert spreker m zake da koelie-ordonnantie. Ook de heer van Hamel repliceert, Hij acht het onnoodig om ook in de motie te be- treuren, dat de sergeanten nog in het leger zijn. Dit heeft slechs ethische waarde, om dat die menechen toch niet uit het leger kunnen verwijderd worden. Het zou jammer zijn door die zinsnede de aanneming van de motie inde waagschaal te stellen. De heer o h e p er verwijdert daarna ook die zinsnede uit de motie. Do heer B o g a a r d t acht de motie over bodig, nu de zaak zelf in de Kamer reeds genoeg is afgekeurd en de heer Lobman vraagt ook wat nu eigenlijk nog bedoeld wordt, nu iedereen het eeno is in zijn afkeu ring van hetgeen geschied is De heer S c h ap e r, dit laatste mot na druk constateerende, trok hierop de motie in. Bij de onderafdeeling Arbeidsinspectie en koelre-werving sprak de heer S a n n e s uit voerig over versohillende misbruiken bij de koeliewerving en oefent in verband daar mede critiek op wervingsordonnantie. Tegen de kwade praktijken van de. wervers mist de werfordonnantie innerlijke kracht. De werving in Indiö moet niet aan particu lieren worden overgelaten, meent sprekev In dit verband pleit spr. voor Gouverne mentswerving, die volgeps hem, kans van slagen heeft. Indien het Gouvernement daartoe echter overgaat, dan moet het zich ook verantwoordelijk stellen voor de arbeids voorwaarden waaronder de koelie gaat wer. ken. Ook spreker dringt aan op een Indisch De partement voor sociale en hygiënische aan gelegenheden, omdat met de werving de Re geering tevoren de geheele arbeiderszaak zelf ter hand moet nen;-: De Minister van Koloniën deelt mede, dat aan den directeur van Justitie die opdracht is gegeven, om het ge hoe le koeliowervingsvraagstuk in studie te nemen eD op dien arbeid wil de Minister thans niet vooruitloopen, nu zal het wel niet lang meer duren, of er zullen concrete voorstellen te wachten zijn. Heden voortzetting. De behandeling der begroeting is gevorderd tot onderafd. 42. I>paaia op de Koi>r«!zee. De stoomtrawler YM 137 Sint-Nico- laas"* van de Visscherij-maatschappij „Scheïvisch", is te IJmuiden binnengeko men met verlies van den matroos Leen- dert de Groot Jr., die bij het pogen tot menschenredden zijn eigen leven verloor. De corr. van het „Hbld." had een on derhoud met schipper Job de 'Groot Kzn.t die het volgende mededeelde. Woensdagnacht zagen wij nabij Helgo land een groot zeilschip drijven, dat nood seinen gaf. Wijl het aardedonker was, ven wij tot Donderdagmorgen bij het schi^ om dan to trachten hulp te bieden. Ik riep Donderdagmorgen vrijwilligers op, om te trachten iets voor de Noren te doen. Het was namelijk de Noorsche bark ,,Hebe", uit Fredriksstad en bemand met ongeveer 10 opvarendenmaar verheelde niet," dat de taak levensgevaarlijk was mei het slechte weer. Dadelijk meldden zich de stuurman Arie Groen en de matroos Leendert de Groot' Jr., eon neef van den schipper, aan, om een scheepsboot tc bemannen, ton einde te doen wat mogelijk was om de zeelieden te redden, omdat men ze toch niet aan hun lot kon overlaten. Beiden deden een reddinggordel om, doch matroos De Groot deed hem later weer af en wierp hem in de boot, omdat de bewegingen hem te moeilijk waren. Nauwelijks was de boot van de „Sint-Ni- colaas" vertrokken, of zij sloeg om, waar door beide inzittenden te water geraakten. Stuurman Groen kon zich vastklemmen aan de boot, docK matroos De Groot slechts 21 jaar en ongehuwd is (waar schijnlijk door zijn zware Engelsche zee laarzen) onmiddellijk in de diepte gezon ken. Met reddingboeien wist men den stuur man weer binnen boord te krijgen, doch was de boot afgedreven. Eveneens wist men met drijvende boeien verbinding met het schip tc verkrijgen en riep der beman ning toe aan de gordels over boord te. springen. Zij weigerden echter hun schip te verlaten. Op dezelfde manier kon men nu een lijn op een boei steken, welke boei door de bark werd opgevischt, zoodafc een sleep- verbinding tot stand was gebracht. Men had de stevigste vischlijnen gegeven, om natuurlijk de meeste zekerheid te hebben, dat het schip niet zou losbreken. Niettemin stak de storm Donderdag avond zoo op, dat het een orkaan geleek en de sleeplijnen afknapten als bindgaren. Men speurde nog in alle richtingen rond, doch kon het schip niet meer terug vinden. Na-ar alle waarschijnlijkheid is. het schip met opvarenden een prooi der gol ven geworden. De reis naar IJmuiden werd toen maar door den stoomtrawler aanvaard. Hel» laat zich denken, dat de bemanning in zeer gedrukten toestand over het gebeurde verkeerde. (De bark „Hebe"' is iu het jaar 1860 van hout gebouwd en weegt 441 netto reg. ton.) Voor de te houden feesten *te Scheveningen heeft zich in de Weststraafc een commissie gevormd voor heb plaatsen van een eerepoort van turf. De daarvoor te gebruiken turf zal na de feesten aan de armen worden uitgereikt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 6