Dinsdao 11 Novembei' Tweede Blad. A0. 1913. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. Beau iirocade. fjo, 164-79. LEIDSCH DAGBLAD Daar is waarschijnlijk niemand, die de Russische regeering zou willen verdedigen in haar optreden te gen Finland. De vooruitstrevende géést en de zucht na^r onafhankelijkheid lijn een doorn in het oog van de regeering te St.-Petersburg. De geheime politie is een willig werktuig in handen der macht hebbers. Dat zc geen enkele practijk te ge meen, te laag achten om ze toe te passen, och dit is al zoo honderden malen bewezen. De J ussische agents-provocateurs zijn niet voor niets zoo berucht. In Finland vooral is het terrein voor de werkzaamheden dier lage individuen. Want de regeering wil en zal Finland on derdrukken. Ze wil daar dezelfde absolute macht hebben als in andere deelen van het reusachtig tsarenrijk. Maar de Finnen verzetten zich met alle macht. Alles doen ze om de Russen geen reden te geven in te grijpen in de betrekkelijke zelfstandigheid, die ze nog genieten. Betrekkelijke zelf standigheid, want veel is er reeds verloren gegaan. Indertijd is bij rechterlijk vonnis een eportvereeniging ontbonden. De leden wer den aangeklaagd wegens hoogverraad. Dat hoogverraad zou hierin bestaan, dat de Bportsmen hadden getracht wapens in te voeren om een opstand te beginnen. Het was duidelijk dat dit geheele proces slechts een poging was om te trachten, de Verbittering te doen toenemen, want ach teraf bleek, dat de voorraad wapens door 'den beruchten agent-provocateur Azef was Verscheept. De zaak was te doorzichtig en i het plannetje liep op niets uit. De Russische geheime politie moe8t toen 'een nieuw middel bedenken, om de aanwe zigheid van revolutionnaire bedoelingen, en dus het recht harer houding in Finland te bewijzen. Zij vond daartoe een probaat middel: zij fabriceerde en verzond een aantal circulai res, van revolutionnairen inhoud, waarin een zekere Eero Kalske, namens een wijd vertakte organisatie, en eenjge met name genoemde bekende Finsche staatslieden, allerlei mededeeïing.en deed over invoo- ÊJig van wapenen in, Finland en nauw keurige instructies gaf deelneming aan een opstand. Ieder wist, dat dit ding valsch was, maar j 'fte procureur-generaal begon een proces ën maar weer teen dezelfde sportveree- higing- Het proces werd echt-Ru ssisch go- Voerd. Geen sprake van eenig recht tot Verdedigen. Het ging voor de justitie prach tig en misschien was alle-8 precies geloo- pen, zooals dat in de bedoeling lag, wanneer Piet een vroeger adjunct-chef der geheime politie uit Amerika naar Stockholm was overgekomen om vandaaruit wereldkundig te maken, dat hem bekend was. Uit zijn Ónthuilingen blijkt, er een goed-georgani- 'seerde dienst te bestaan om oproer, hoog verraad en landverraad te ontwerpen. De opdracht luidt dusdanige maatregelen te hemen, dat Finland de autonomie kan ver hezen om een deel van Rusland te worden. De Russische pers was in het geheim en werkte hard mee in de gewenschte rich ting. Deae circulaire moet gemaakt zijn, door den vroegeren chef der geheime po litie in Finland. Hij heeft ze aan een aan tal adressen verzonden en een huiszoeking ifl daarop bij al die- personen gehouden. Het is in het tsarenrijk overal hetzelfde: "óf het tegen de Finnen of tegen de joden gaat. dat doet er niets toe. K oning Ferdinand van Bulgarije Beeft, in Weenen geen suoces gehad. .Oostenrijk gevoelt er het echec der diplo Het slot Farsteiiried in Beieren, dat den krankzinnigen koning Oito tot verblijfplaats is aangewezen. matie inzake de Balkankwestie is misschien wel de oorzaak weinig voor om de her ziening van het verdrag van Boekarest te bepleiten. Voor den koning is dit 'n leelijke tegenvaller, want Weensohe bladen hebben gezegd, dat hij in geval van weigering in Bulgarije zijn matten wel kan oprollen en thans voegen ze hieraan toe, dat Ferdinand afstand zal doen ten behoeve van zijn zoon Boris. in politieke kringen te Weenen heeft men dit gerucht wel tegengesproken, zooals we gisteren meldden, maar een corresponden tie in de Daily Mail" uit Rome is even wel niet anders dan als 'n bevestiging er van op te vatten. Daar lezen we dat in diplo matieke kringen in Rome men van meening is dat koning Ferdinand niet naar Sofia zal teruggaan. Hij is in zijn land niet po pulair. Het werd iets beter, toen de eer ste oorlog zoo succesvol werd gevoerd, doch even snel verminderde die liefde na de nederlagen in den tweeden Balkankrijg. Hem geeft men de schuld vap. dien on&è- lukkigen strijd. En dit uit zich in allerlei.hatelijkheid aan het adres van den koning. Zoo vond meü dezer dagen op de muren van het paléis te Sofia, papieren aangeplakt met het op schrift „te huur". Bovendien moet.de ko ning anonieme brieven hebben ontvangen, waarin hij met den dood wordt bedreigd, zoo hij het waagt naar Sofia terug te kee- ren. Zoo ziet men, dat er wel reden voor ko* ning Ferdinand is, om te verlangen naar het einde van zoo'n regeering en het zal heusch niet verwondëren wanneer hij heen gaat. Dat het in de Vereenigde Staten al heel mal toegaat met de benoeming van diplomaten hebben we een poosje geleden nog eens aangetoond. Daarvan is nu weer een prachtig staaltje aan het licht gekomen. Te Peoria, een plaatsje in den staat Il linois, woont een zekere mijnheer Pindell, uitgever van een krant. Pindell's blad heeft zich verdienstelijk gemaakt voor de verkie zing van Wilson tot president en dat eischte natuurlijk wel eenige belooning. Er is op het oogenblik vacant de post van ambassadeur te St.-Petersburg. Gega digden voor dit baantje komen niet opda gen en nu oordeelde men dit gezantschap een prachtige belooning voor de verdien sten van den uitgever. Maar Pindell, hoe /raag hij misschien zou willen, ziet er tegen sp zich zoover van zijn zaken te verwijde ren. En dan van de diplomatie wist de eerzame drukker niet veel. Deze bezwaren telden dan terdege mee, maar de senator Lewis, die Pindell het aanbod had gedaan, stelde hem gerust. Hij schreef den uitgever een brief om hem op te wekken toch maar den post te aanvaarden. Er zijn geen werkzaamheden aan de orde, schreef de heer Lewis, geen verdragen moe ten worden behandeld en over politieke zaken behoeft ge u niet warm te maken, daar zal de regeering zelf wel voor zorgen. Gij behoeft slechts een jaar lang den post te aanvaarden en ge zijt dan volstrekt niet gebonden aan St.-Petersburg. Ma-ar ge zult verschillende Europeesche hoofdsteden kunnen bezoeken en dat met alle eer en voordeel aan uw ambt verbonden. Gij zult een voorname sociale plaats innemen. Ge hebt bovendien een dochter, denk eens aan wat het voor haar zal beteekenen als ze la ter kan zeggenmijn va^ler is ambassadeur geweest in Rusland. Welk een eer voor uw nakomelingschap. We zullen afwachten óf de heer Pindell voor dit betoog zal zwiéhten. EOltTE BERICHTEN. Te Leipzig zijn drje spionnen veroor deeld, n.l. twee kooplieden en een handels bediende. Ze kregen van twee t-ot drie jaar tuchthuisstraf. Het drietal had zich schul dig gemaakt aan pogingen om een nieuw- model grendel van een geweer in handen te krijgen om die aan Rusland te verkoo- pen. Aan een feestmaal te Londen heeft mi nister Churchill verklaard, dat het volgend jaar Engeland 150,000 matrozen zal hebben, een getal zoo groot als nog nooit bereikt is. Sir Richard Salomon, de hooge commis saris voor Zuid-Afrika te Londen, is na een operatie, noodig geworden tengevolge van een ingewandsziekte, overleden. In een koel-inrichting te Lissabon heeft men op zolder twintig bommen gevonden. De gevaarlijke dingen waren in asbest ver borgen. De verkiezingen voor de gemeentera den in Spanje hebben tot resultaat gehad dat gekozen zijn 2070 conservatieven, 1659 liberalen, 544 republikeinen, 104 socialisten, 105 onafhankelijken, 142 nationalisten, 219 aanhangers van Don Jaime, 59 katholieken 86 wilden. In Bulgarije hebben, naar uit Sofia wordt bericht, de regeeringspartijen bij de verkiezingen voor de gemeenteraden de meerderheid behaald. 1>© ongenecslijk-krankzinmg; ver klaarde koning Otto van Beieren. To Indianapolis z^n by stakings onlusten vier menschen gedood. De onlusten waren veroorzaakt ten gevolge van een staking van trampersoneel. In verband hiermede had de gouverneur de militie gerequireerd. Er volgde een botsing tusschen stakers en troe pen, met het resultaat, dat vier stakers wer den doodgeschoten en zeven gewond. Do ongeregeldheden duren nog voort. De havenarbeidersstaking te Welling ton heeft zich uitgebreid door de deelname van de zeelieden aan den strijd. Naar an dere havens is het conflict overgeslagen. Zoo 6taken te Auckland 5000 bouwvakarbei ders en sjouwers. De rust is nergens ver stoord wel zijn bij een huiszoeking in het hoofdkwartier van de havenarbeidersver- eeniging te Wellington wapens in beslag ge- Tegen do bestuurders der,.Ener gyos Co", te Münclie-n, is wegens verdenking van bodrog eon instructie geopend. De firma houdt, zich, naar bekend is, bezig met den verkoop van electrischo mass age- toestallen en hoofdzakelijk met dien van oen haarkam, dio aan liet hoofd, en baardhaar de natuurlijke kleur en volheid heet terug te geven. Dit is oohter volgens do mooning van deskun digen volmaakt uitgesloten. In de bureaux der 'maatschappij werd oen huiszoeking ge houden, waarbij een menigte boeken en ge schriften in beslag werden genomen. De akten zijn in handen van het Openbaar MinistJarie gosteld. De firma wérkte vroeger ook in O oston rijk, maar daar wérden de toestellen- reeds in het jaar 1909 verboden. Later ech ter doken -zij ook daar onder een anderen naam weer op. Da ,:Energos Co." heeft haar hoofddepót in Zwitserland en bezit filialen te St.-Petersburg en Parijs. De gemeente Erembodegem is door een sohrikkelijk ongeluk, waarbij twee werklieden het leven vtarloren en verschei den* anderen gekwetst werden, in opschud ding gebracht. Langs den Bruseelschen straat weg is mén bezig een villa te bouwen. Hot was zeer slecht weder, terwijl het enormJ hard waaide. De werklieden waren pas aan don arbeid, of een vreesdijk gekraak deed zich hooren. Een vleugel der vlilla stort to in cn bedolf de meeste werklieden. Slechts drie waren ontsnapt. Zij riepen om hulp on vingen met de toegesnelde personen het red dingswerk aan, dat verre van ongevaarlijk was, daar de overige muren ook dreigden in te storten. Men haalde spoedig twee dooden van onder de puinen, benevens een achttal gewonden, van. wie een zeer ernstig gekwetst was. Een onderzoek wordt ingesteld. Op dePhiïippij iije n heeft een wervelstorm, die 48 uur duurde en gepaard ging met aardschokken, gewoed. Er is in dien tijd niet minder dan 72 oM. regen gevallen. De spoorwegramp bij Mélun. Zaterdag nog heeft men opnieuw een lijkje gevonden en het aantal dooden is ge klommen tot 41. En nog worden 12 perso nen als vermist opgegeven. Algemeen ia men onder den indruk van deze vreesclijke spoorwegramp. Te Parijs heeft Zaterdag in de reusach tige overdekte hal van het Gare de Lyon de plechtigheid plaats gehad voor de bij Mélun omgekomen postbeambten. Op den achtergrond van de hal was een rouwvei- siering van zwart en zilver aangebracht en te midden van zilveren flambouwen, waar aan een groen vuur brandde, stonden onder bloemeD bedolven 15 kisten geschaard. Bo ven elke kist stond op het zwarte doek in zilver geborduurd de eerste letter van den naam van het slachtoffer, wiens overblijfse len in de kist rustten. Een groot aantal nabestaanden waren in zwaren rouw aanwezig. Ook tientallen autoriteiten woonden de droeve plechtig heid bij. Aan het défilé langs de lijkbaren namen duizenden postbeambten deel. Te Parijs zijn drie jongelui gevangen ge nomen, die na het spoorwegongeluk naar Mélun zijn gereisd om lijken van slachtof fers te bcroovcn. Hun buit bestond in post wissels en obligaties, in een aangetecken- den brief door de Banque de France naar Chambóry gezonden. Die obligaties hebben1 zij te Parijs trachten te verkoopen, doch men kreeg argwaan, doordat de papieren min of meer geschroeid waren en waar schuwde de politie, dio de dieven spoedig tot bekentenis bracht. De machinist van den mailtrein wordt nog gevangen gehouden. De roekeloosheid van den man grenst aan het ongelooflijken. De hoofdconducteur Vernet die tot de ge redden behoort, maar in het ziekenhuis te Mélun opgenomen moest worden wegens den hevigen zenuwschok, die het ongeluk hem gegeven heeft, wat zeer begrijpelijk is daar Vernet het ongeluk om zoo te zeggen heeft zien aankomen, heeft aan den rech ter van instructie te Mélun het volgende verhaal gedaan „Ik was", zoo vertelde Vernet, „in den eersten goederenwagen, dadelijk achter den tender van de locomotief. Ik,keek naar buitën om te zien of de weg vrij w,as en in de verte zag ik achterelkaar de drie seinen. Alle drie stonden op onveilig: het rondo sein, het middelste sein en hetvierkante. Maar dé trein stopte niet. Verschrikt bleef ik in dé deur van den bagagewagen staan, verblind dóór dep smookuit den locomotief. Het eorsté éèin. Padérdó, en we vlogen er met volle snelheid langs. Wat gebeurde er? Ik greep naar de' noodrem en trok uit al mijn macht. Toeh vloog ik weer naar do deur, die wijd open gebleven was. Eü in- tusschen vloog de trein in volle vaart ver der. Het licht van 't tweede sein vloog als het weerlicht voorbij. Ik rukte voor de tweede maal aan de noodrem. In de ver te naderden de twee roode lichten van het vierkante sein, dab onmiddellijk volkomen stoppen beteekent. De machinist scheen er niets van te zien, wij vlogen erdoor. Het was gebeurd. Ik begreep dat er een onge luk moest volgen. Ik dacht er een oogen blik aan uit den wagen te springen, maar ik was bang dat het me mijn leven zou kosten. Ik ging achter in den wagen staan en ik had geen gedachten meer. Toen gebeurde heteen verschrikkelijke schok het gekraak van wagens, die tegen elkaar verpletterd worden, geschreeuw. Ik verwachtte, dat de bagagewagen, waar ik stond verbrijzeld zou worden tusschen den tender en de wagons. Als door een wonder werd hij overeind ge gooid en een stroom koffers en kisten vie len op mij. Na wanhopige inspanning ge lukte het mij er onder uit te komen en me een weg te banen tusschen de omgegooide ILSE tf EriitlE b'ELE. tl) „Duivels 1" vloekte Zijn Edelheid bin nensmonds, „wat ben ik stijf „Het was een vreeselijk schandstuk", kermde de zaakwaarnemer, „Squire West betreurde het ten zeerste, en zijn veront schuldigingen waren zonder eind. Het Bclieen, dat hij het even goed voelde, alsof net hemzelf was overkomen". 5>Zoo Maar ik wed, niet op dezelfde plaatsDrommels, ik had er geen idee fran, dat een knol zoo'n pijn kon doen als hij iemand tegen het hoofd raakt", voeg de Zijn Edelheid er bij met dien eigenaar- -r.digen lach, die nooit veel goeds voor spelde. 4 >3et was een hoogst pijnlijk voorval, ^fr Humphrey!" zuchtte Mittachip, over vloeiend van medegevoel. r «Niet het voorval was pijnlijk l Ik ben bVeral gekneusd. Maar ik zal de wet inroe- n ^?8en deze domkoppen eu zorgen, *jl&t die gek van een West ze op hen toe- PastWat dien aap, den bode, aangaat, juen zal ik openlijk laten geeselen. Ik zal et hem betaald zetten 1" «Ja, ja! Sir Humphrej'Uw toorn is jtèer natuurlijk, en squire West verzekerde jP'h dat die schurk Beau Brocade, die u ezc schandelijke poets bakte, zeker zal ïii°r j gePakfc* He jacht is goed georga- seeid; hij kan niet ontsnappen". 8 °m wo#orden van den zaakwoar- er te bevestigen, werd op dit oogen blik, in de verte, een vreemd, blaffend geluid gehoord, dat Mittachips bloed in de aderen deed verstijven. „Wat was dat?" fluisterde hij vol af schuw. „Een bloedhond, om des te zekerder het spoor van den schelm te vinden", zei Sir Humphrey, heftig. De zaakwaarnemer huiverde; er had zoo veel duivelsche boosaardigheid uit de stem van Zijn Edelheid geklonken, dat zijn arm hart van vrees sidderde; hij wenschte, dat hij goed en wel uit deze onmenschelijke geschiedenis was. Het was alsof de schaduw daarvan hem de keel toesnoerde. De krijschende stemmen in de verte, gevolgd door het veelbeteekenend huilen van den bloedhond, toen hij het spoor rook, deed hem het bloed in de aderen stollen. „De hond is van een der grooms van squire West", merkte Sir Humphrey on verschillig op, „het beest is, om zoo to zien, woest genoeg. Een geluk voor ons, dat de galante roover de aanklacht van lady Patience een heele poos in zijn bin nenzak droeg, en ze achterliet op de tafel bij den Squiredat is voor elké be hoorlijke bloedhond voldoende, en deze moet, een bijzonder scherpen reuk heb benSquire West wilde er eerst niet van hooren, maar ik zeg: neem een hond om een hond te vangen", Mittachip trachtte zijn ooren te sluiten voor het vreeselijk geluid, dat gelukkig nu zwakker werd; daarbij liet Sir Humphrey hem niet veel tijd voor nadenken. Deze had, met een gevoel van innerlijke voldoe ning, even staan luisteren naar het janken van den aan zijn band rukkenden hond; toen het geluid langzaam wegstierf, vroeg hij haastig: „Zijn wo nog ver van de hut?" „Neen, Sir Humphrey", stamelde Mitta chip vol vrees cn afschuw. „Denkt ge, dat wij deD sohaapherder daar zullen vinden V' ,,Jjja, Edelheid!" „Hoor eens, Mittachip, ik wil me niet in gevaar begevendie roover zal van nacht wanhopig zijn. We zullen ons aan het oorspronkelijk plan houden en den herder de brieven naar Wirksworth laten brengen". „Zouzouzou u ze niet liever vannacht laten waar ze zijn, Sir Hum phrey?" „Neen, dwaas, dat doe ik niet! Zij lig gen immers slechts even onder de opper vlakte, met wat brem bedekt, en als de kerels eenmaal om 'de hut aan het loopen gaan, kan iemand wel eens de aarde weg schoppen en zoo de brieven ontblootenj er is heel wat drukte gemaakt over het terugbezorgen der brieven l Neen, neen, dat waag ik niet". Sir Humphrey had do zaak goed over dacht en wist, dat er twee verschillende gevaren waren ten aanzien der brieven. Op het eene gevaar had hij nu juist gezin speeld; de mogelijkheid, dat het pakje door een van de worstelende partijen mocht worden uit den grond gewoeld. Ieder, die het vond, zou het natuurlijk naar squire West brengen, in de hoop de belooning, die lady Patience beloofd had, te ontvangen; daarom leek het hem on raadzaam de brieven in hun sohuilplaats te laten. Het ander gevaar was ze bij zioh te dragen; h# dankte het zijn gelukkig gesternte, dat hij ze den vorigen dag niet had, en zelfs au was er een zekere bljge- loovige vrees in hem, dat Beau Brocade gewond, gejaagd en wanhopig nog een laatste, misschien gelukkige, poging zou wagen om hem de brieven op de heide te ontnemen. John Migg's boodschap. De heer Mittachip had een paar zwakke bedenkingen in het midden willen bren gen, maar Sir Humphrey viel hem heftig in de rode. „Misschien hoopt de schurk gratie te krijgen door middel van den invloed der Gascoynes, wanneer hij de lady dezen dienst bewijst. Waar hij zich op dit oogen blik ook mag bevinden, ik ben er zeker van, dat hij mij in het oog houdt en let op hetgeen ik doe". Mittachip huiverde en sloot de oogen; hq durfde niet kijken naar het donkere struikgewas aan den kant, en hij drong zijn paard zoo dicht als het kon tegen dat van Sir Humphrey aan. „Als je bang bent, jij, onnutte, o.de lafbek, ga dan terug on laat mij met rust; ik zal mijn eigen zaken wel in orde bren gen, zooals ik het het best oordeel". Maar het vooruitzicht om alleen over vree8elijke heide te moeten terugkeeren naar Brassington, gaf Mittachip een nieu wen schrik; ofschoon de buitensporige wraakgierigheid van zijn adellijken mees ter hem tegenstond, toch verkoos hij diens gezelschap boven de eenzaamheid, en met geweld trachtte hij zijn ergste vrees te onderdrukken. De heide zag er op dat oogenblik tamelijk kalm uit; het ge schreeuw 'der jagers en het janken van den homjl had opgehouden; misschien wa ren zij het Bpoor weder kwijt. Na een halfuur zwijgend te zijn voortge reden, kwamen zij aan den voet van den heuvel, waarover de weg naar AVirksworth heenloopt, en toen zij de steile helling be klommen, werd hun oor aangenaam getrof fen door het welkome en vreedzame ge- 1' id van blatende schapen. „Uw vriend, de schaapherder, schijnt op zijn post te zijn", sprak Sir Humphrey met een zucht van voldoening. Zij waren nu dicht bij de plek, waar de koets van lady Patience den vorigen nacht had stilgestaan, en een oogenblik later was de herdershut met do schaapskooi er achter, vaag in de duisternis te onder scheiden. Sir Humphery gaf bevel om af te stij gen. Mittachip, die meer dood dan levond was, had mooite om te gehoorzamen. Zij bonden hun paarden aan een struik, die bij den weg stond, losjes vast, en slopen toen voorzichtig naar de hut. Het kwam hun goed gelegen, dat d nacht zeer duister was. De maan stom. nog niet hoog aan den hemel, en werd half bedekt door een dunnen sluier van vlokki ge wolkjes, waardoor de heide in een ge heimzinnig halflicht van grijsblauw gehuld werd. „Ge hebt toch do lantaarn?" fluisterdo Sir Humphrey gejaagd. „Jajjja, Edelheid", sta melde Mittachip. „Vlug als de wind dan", zei de baronet, wijzend naar eenige dicht opeen gegroeide brem- en braamstruiken, „vlak bij den schaapstalde brieven liggen midden in dien bos, vlak onder de oppervlakte; kruip er in en haal ze er uit". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5