ff
DES FAAM"
ITisehmarkt 16-17.
Zie Etalages.
H. Langeza&l Zn.,
I Worst» en Vleeschvvaren.
Kachels, Haarden,
Godin Fornuizen,
Tegel-Email Flaien,
Petroleum- en Gaskachels,
Een Timmermanszaak
Breeilraat 65. Doakersteeg 17.
Prijzen beneden alle concurrentie.
flinke DIENSTBODE,
Te Heer:
F*. J. J. TAVERNE,
REUSACHTIGE SORTEERIMQ.
in eSe nieuwste grijze en olive tinten.
tegen bekende lage prijzen
frlasis- en föach@3sigeei£e<*ij,
Kooigrraolit IIO -114.
HET BESTE ADRES VOOR
eesie Biensthodl®
Departement Rijnzaterwoude
Openbare, voor ieder
toegankelijke Vergadering,
De spoorwegramp by Mélun.
Wat de ooggetuigen vertellen.
Het „HblcL" heeft den heer J. A. van
der Togt gesproken, den 23-jarigen Amster
dammer, die, komende van Marseille, het
spoorwegongeluk tc Mélun medemaakte.
Hij is de eenigc Hollander, die op de plaats
van de ramp is gebleven tot drie uren in
den morgen om de behulpzame hand te bie
den bij het. reddingswerk.
De heer Van der Togt deed het volgende
relaas van wat dien dag geschiedde:
„Mijn plan was om in Marseille (ik kwam
met zes maanden verlof als chemiker van
Oost-Java) den nachttrein van 8.25 naar
Parijs te nemen, maar omdat de douane
beambten zoolang op zich lieten wachten,
lukte dat niet. We namen toen den och
tendtrein van negen uren. De trein was
stampvol en ik zat, met twee jonge paar
tjes, die hun huwelijksreis gingen maken,
cn met drie andere passagiers in een com
partiment van den eersten passagierswa
gen achter den locomotief. Later, in Lyon,
werd nog een personenwagen aangehaakt,
die vóór den onzen kwam dat is ons behoud
geweest, want, zooals u weet, zijn alle rei
zigers uit dien eersten wagen gedood.
Des avonds, een oogenblik vóórdat do
aanrijding plaats greep, wilde ik juist mijn
plaats verlaten om in den corridor, waar
ik een kennis zag staan, een sigaret te roo-
ken, toen ik een schok voelde. De stoot was
niet hevig, mijn lorgnet vloog van den neus,
maar op hetzelfde oogenblik ging het licht
uit cn we zagen niets dan vlammen. Ik trok
mijn boenen omhoog, wachtende op een
tweeden schok, die echter niet kwam en
toen bemerkten wij, dat onze wagon schuin
stond. De dames gilden ,,Ik ruik petro
leum, we verbranden levend!" Toen werd
ik een oogenblik angstig en ik trachtte met
mijn hand een ruit in te slaan. Dat lukte
niet., ik beliep alleen een bloedende wonde
aan den pols, en toen trapte ik de ruit
stuk. Maar bet bleek niet noodig, dat we
door het raampje naar buiten kropen; we
konden door den corridor ons naar buiten
redden. Een Hollandsche heer en dame, die
met hun zoontje uit. Indië kwamen en ook
naar Amsterdam reisden, had ik even vroe
ger naar voren zien loopen. Ik had ze al
opgegeven, maar gelukkig konden ook zij
zich" nog redden, door over het onderstel
van een verbrijzelden wagen naar buiten te
klimmen.
Toen ik op het station stond, klonken van
alle kanten ontzettende kreten op. Ik
hoorde vlak bij mij een jongen Eransch-
man radeloos uitroepen: „Au secouTs! Au
secours l Mon pèïe est iciDe vader van
den armen jongen lag onder den eersten
wagen. Het verkoolde lijk werd den volgen
den morgen teruggevonden en herkend!..,,.
Ik ben dadelijk zooveel als dit in mijn ver
mogen was, gaan helpen. Spoorwegbeamb
ten, enkele Fransche passagiers, die niet
terstond overstapten in den trein die, over
Corbeille, om vijf uur in den morgen Pa
rijs zou bereiken, en mijn persoon, we voor
zagen ons van de lantaarns, die van de lo
comotieven werden afgehaakt en uit het
seinhuis gehaald, en we gingen onder de
wagons kijken, van waar de noodkreten op
klonken.
„Het was vreeselijkIk heb mannen cn
vrouwen gezien, die bekneld lagen op de
rails en die wanhopig om hulp gilden. Hun
armen of beenen staken onder den trein uit
en die liehaamsdeelen brandden, verkool
denWij stonden er machteloos bij,
want er was geen water om den brand te
blusschen. Maar toch mochten we ook het
genoegen smaken, verscheiden ongelukki-
gen uit hun ellendige positie te bevrijden.
Ze zijn er niet allen levend afgekomeneï
waren er bij, die te voorschijn werden ge
haald met een bloederigen stomp aan het
lichaam, waar vroeger armen of beenen za
ten het was bloed, alles bloed.
Uit de onbeschadigd gebleven coupés wer
den de kussens gehaald en in de wacht
kamer van het station te Mélun legden wij
de arme gewonden en de dooden neer. La
ter werden de gekwetsten per automobiel
naar het dichtstbijgelegen hospitaal ver
voerd.
Ongeveer twintig minuten na de ramp
konden zeildoeken emmertjes vol water
worden aangedragen, dat uit een put naast
het station werd getapt. Het werd over de
menschen gegooid, maar och, wat baatte
het bedroevend weinigTelkens weer ont
plofte een hoeveelheid acetyleen, dan hoor
den we een knal, zagen vonken opstijgen en
vlammen uitslaan en nieuwe kreten om
hulp bereikten ons.
„De aanrijding vond plaats om twintig
minuten over negen omstreeks elf uur
kwamen troepen soldaten aanmarcheeren,
die de plaats, waar de ramp geschied was,
afzetten. Dat was noodig. Het rapaille, dat
lai\gs de rails en verbrijzelde wagons sloop,
had reeds naar alle kanten zijn slag gesla
gen. En wat niet op deze manier verdween,
werd door de vlammen verteerd. De heele
post lag over de rails verspreid hier vlam
de een stapel aangeteekende brieven vol
bankbiljetten en vederop zag ik den ver
koolden inhoud van vieT postzakken op een
hoop gegooid. Omstreeks twee uur kwam
een hijsckkraan in werking om de overblijf
selen van de wagons weg te ruimen.
,,Ik "bleef helpen tot drie uur ongeveeT.
Toen, doodmoe, vond ik in Mélun een boe-
venkroegje, waar je reinste landloopers ko
men cn waar me een klein hokje werd aan
gewezen om te slapen. Geheel gekleed ging
ik rusten tot zeven uur. Toen spoedde ik
me weeT naar het station om te telegrafee-
ren, maar daar was geen denken aan. De
toestellen waren alle bezet door treinbe-
ambten. Daarna ging ik informeeren naar
mijn bagage, maar niets ervan was behou
den gebleven. Alles verbrandmijn klee-
ren, de geschenken, uit Indië meegebracht,
mijn diploma's, portretten, gouden ringen...
En met een sportpet op, zonder overjas, al
leen in het bezit van wat geld en mijn re
tour naar Indië, nam ik, vroeg in den mor
gen, den trein naar Parijs. Aan de Gare de
Lyon wendde ik mij, in gezelschap van den
Hollander, die ook z*n bagage kwijt was,
tot den chef der gare, maar deze verwees
mij naar den chef der bagage, bij wien ik
moest reclameeren. Hij zei mij, dat ik een
gespecificeerde lijst moest zenden van de
verbrande goederen; dan zou de Spoorweg
Maatschappij wel eens kijken. Dienzelfden
dag ook gingen wij naar onzen consul in
Parijs, ruc de Boissières. Deze was zéér
vriendelijk en raadde ons eveneens, een
gespecificeerde lijst te zenden.
,,In Mélun heb ik nog den stoker van
onzen trein ontmoet. De man was van zijn
post over een afstand van veertig meter
weggeslingerd; een van zijn armen was to
tal verlamd en hij liep zwaar kreupel. En
iD den trein van Parijs naar Holland, gis
teren, sprak ik een heer en dame uit Den
Haag, die van AlgïeTs kwamen. Zij hadden
in Lyon den noodlottigen trein willen pak
ken, Dinsdagmiddag. "Maar mevrouw
wachtte nog een hoop wuschgoed, dat in
hot hotel moest afgeleverd worden. Daarom
konden ze eerst een dag later vertrekken
en bleven behouden.
Gisteravond om zes uur ben ik hier geko
men, zonder Indische cadeautjes en zonder
bagage.
„Maar ze namen me ook zóó
„De Tel." had ook ©2n onderhoud met een
der Nederlanders, die bij het ontzettende
spoorwegongeluk te Mélun tegenwoordig wa
ren. Hij vertelde dat hij met twee zijner
kennissen, de heeren Arnold en Van Kervel,
een bezoek had gebracht aan den restau
ratiewagen en op den terugweg aangehou
den was door ©enige andere bevriende land-
genooten. Tprwijl hij met dezen stond ie
spreken, waren de boenen Arnold en Van Ker
vel naar hun eigen coupé doorgeloopen. Kort
daarop gebeurde de ramp. Onze zegsman,
die ongedeerd gebleven was, snelde naar den
coupé zijner vrienden, waar hij ook zijn
bagage had achtergelaten. Het was hem ech
ter onmogelijk in den wagen door te drin
gen, daar deze totaal versplinterd was. Van
zijn kennissen was geen s-poor te ontdekken.
Hij liep terug, om zijn bevindingen aan de
overige geredde Hollanders mede te d-eelen,
die reeds in een ostra trein hadden plaats
genomen, en terwijl hij zijn verhaal deed,
zette de. trein zich in beweging, en werd hij
geheel tegen zijn wil mar Parijs gebracht.
Daar aangekomen, keerde hij onmiddellijk
naar Mélun terug, om zijn twee vermiste
vrienden te zoeken. "Verschillende lijken wer
den hem vertoond, maar alle waren onher
kenbaar verminkt. Toch slaagde hij ér in, dat
van den heer Van "Kervel te ïdentifieccren,
door middel van diens horloge en eenige
andere voorwerpen. 'Ook zag hij een lijk,
dat, naar de lengte van het bovenlichaam
t« oordeelen, volgens onzen zegsman "beslist
•dat van den heer Arncüd geweest moet zijn.
Deze laatste kwam' uit Boer aba ja, was nog
noodt in Holland geweest-en had zich daar
heen begeven.om -een operatie le ondergaan.
Officieel is hot lijk van den heer Arnold
echter nog niet herkend, hot behoort onder
de zeven lijken waarvan de identiteit nog
niet is vastgesteld. Zes hiervan moeten be
hoor en "aan diegenen, die als vermist zijn
opgegeven cn nog niet herkend, het zevende
zou dus wel dat van den heer Arnold kun
nen zijn; dit zal wel het geval zijn daar
op een dier lijken o. a. gevonden is een
Nederlandseh "geldstuk.
De eerst als Nederlander opgegeven heer
Lakser blijkt een Engelschman te zijn; zijn
zoon, die uit Hamburg overkwam, heeft
echter het lijk van zijn vader niet kunnen
herkennen.
De postbeambten, die het leven er afge
bracht hadden, beijverden zich onmiddellijk
om, onder leiding van den postdirecteur
Sillard, de zakken met geldswaardige papie
ren enz. in veiligheid te brengen. Sommige red
ders hebben gekeele pakken bankbiljetten
tusschen de ruïnen gevonden. De „Figaro"
inaakt melding van het feit, dat te midden
van al de ontzettende ellende en verschrik
king, een individu bezig was zich allerlei
kleinodieën enz. van lijken toe te eigenen.
Het Journal", dat nauwkeurig de redenen
van de ramp nagaat, dringt o. a. er op aan,
dat op de lijnen, waarop het snelverkeer
plaats heeft, (gelijkvloersche) kruisingen wor
den vermeden; verdere uitbreiding van het
locomotiefpersoireel met een persoon, die, zijn
plaats hebbende voorop de locomotief (natuur
lijk in een afgesloten ruimte), zijn aandacht
uitsluitend wijdt aan de signalen, en -aantee-
kening houdt van den stand daarvan, het
tijdstip van passeeren, enz. Ten slotte be
toogt het blad, dat zoo spoedig mogelijk
signalen worden ingevoerd met sterker licht
bron zware etectrisoho lichten, welke
door mist en duisternis heen, hun straal
werpen in het glas van den op den tötkijk
zittende „pilote" van -de machine.
In ons vorig nummer is een paar maal
sprake van den heer Yasser. Dit is», naar
ons wordt meegedeeld, niet juist. De bedoelde
persoon is de beer H. van Pernis. De heen
Pernis was op reis naar familie te Hoorn
en heeft te Amsterdam het onderhoud gehad
met een verslaggever van „De Tel", dat
hiervoor is opgenomen.
Gemengd Nieuws.
Woensdag 1*2 November ïls.
hoopt onze stadgenoot A. Selier den dag te
herdenken, waarop hij 25 jaren als letter
zetter bij de firma voorheen E. J. Brill
is werkzaam geweest.
In de afgeloopen week werd
het Vredespaleis in Den Haag bezocht door
2067 personen.
Het gebouw is te bezichtigen des namid
dags van 2 tot 4 uren tot 1 Mei a.s.
Des Zaterdags en Zondags is het Paleis
voor het publiek gesloten.
Te BleskenBgraaf (Z.-H.)
is een oude vrouw gestorven, die door de
diakonie der Ilerv. Kerk bedeeld w< <rd.
Bij het beredderen van haar inboedel vond
een diaken een spaarpot met ruim f300.
Ten nadeele van de Ned. Cre-
diet- en Depositobank te Botterdam is f 1500
verduisterd, waarvan verdacht wordt de
voortvluchtige boekhouder, J. L. A., gebo
ren te Zaandam.
Yr ij dagavond had op de Maas
te Botterdam een aanvaring plaats tus
schen het stoombootje „Cimbria", van den
shipchandler Yan der Hal, en de stoom
boot der Gemeentewerken door het on
klaar worden van het roer der Cimbria".
Op de „Cimbria" bevonden zich de ka
pitein Nijpjes, de machinist en 3 passa
giers. Allen sprongen over op de boat
der Gemeentewerken, doch de kapitein eo
één passagier, John Dubroin, sprongen mis
en geraakten tusschen beide booten be
kneld. De kapitein werd met wonden au*
het hoofd en het rechterbeen naar het zi?
kenhuis gebracht. De passagier werd alleew
aan den linkerarm gekwetst. Een ander
bootje pikte de „Cimbria" op en bracht
bet in de baven.
Y an h et uitgaand Engelschi
stoomschip „Tronto" is een matroos in het
ruim gevallen en met gebroken beenen te
Hoek-van-Holland aan land gebracht. N»
door dr. Bijken verbonden te zijn, is de man
per sleepboot naar bet ziekenhuis te Bot
terdam gebracht.
Eon uitvinding tegen inbraa\
Men schrijft ons:
De heer A. de Lange, te Nijmegen, hoeft
een toestel uitgevonden, dat een heelen omë
keer teweeg zal brengen in het inbrekera-
werk. Dit toestel kan door tal van onzicht
bare ©lecfcrische geleidingen verbondon wor
den met allo mogelijke binnen- en buitendeu
ren, ramen en vensters, ja zelfs met de rich.'
in huis bevindend© voorwerpen. Wann©ei|
nu de "bewoner zijn huis verlaat-, beeft hij
slechts op zeer eenvoudige wijze dit toestel,
hetwelk in een klein kastje boven hot tele
foontoestel is geplaatst, daarmede in verbim
ding te brengen. Verder wordt nog een kletinj
apparaat aan het telefoontoestel gebracht,
waardoor het spreken met het telefoonkan
toor wordt belet. Zoodra. nu een -ongenoods
gast zich door middel van een der deunen of
v-ensters toegang verschaft tot dit huis",)
wordt, op -een voor hem onhoorbare en on
zichtbare wijze, onmiddellijk het telefoon
kantoor -opgebeld, dat, in het onafgebro
ken contaeth ouden en het niet beantwoorden
van het haHogeroep, het bewijs ziet, dat in
het aangesloten perceel is ingebroken en der
halve ^ogenblikkelijk de poJitie daarmede!
in kennis stolt.
Zoowel aan het politiebureau als aan het
telefoonkantoor moet het bekend zijn in
welke panden zich een dergelijk toestel be
vindt. Tevens verdient het aanbeveling om]
bij langdurige afwezigheid van den bewoner
dit eveneens ter kennis te brengen van de'
telerfoondirectie. („N. C.")
Vy:
5S83SSJ
Sacco's,
Ulsters en Demi's
6301 62
Wegens inrtiiling 2de-liands Haarden en Kachels ook in huur.
Mevrouw IIETHOBST, Witte
Singel 67, vraagt zoo spoedig
mogelijk, een
die eenvoudig kan koken. Loon naar
bekwaamheid." Hulp van Werkster en
Oppaeaer, 6244 9
lilt de liand te Koop op ©en
welvarende plaats, wegens gebrek
aan opvolger.
Brieven Bur. v. d. Blad No 4981.
het WISiKKÏ.BStJIS l'ietersb*-
Ïiïtus'stecg No, 'i by de Krecsrraot.
Xe bevr.; Haagweg G S3,
6733a 6
DANSCLUB „DUNCAN".
Introductie Dansavond op Zondag 16 Nov. 1913, a'avonds 8 uur,
m „GBD0T ZOMERZORG". Introductie-aanvrage uiterlyk 18 November.
Adres Oude Singel 242. Bet Bestuur, 6690a 8
Telefoon 443.
Telefoon 192.
1531 40
Mevrouw DB BRUYN, Atjeh-
straat 8, Den Haag, vraagt in
haar gezin van drie personen
als Meid-alleen. Hulp van werkster
en oppasser. Bekendheid met koken
strekt tot aanbeveling. Goed loon en
veel verval. Brieven Iranco aan
bovenstaand adres. 6626a 10
der My. tot Nut yan 't Algemeen.
op Vrijdag 14 November des
avonds Iialfacht, ln het Café BE
BOEB, te Kynzaterwoude. 5240 1B
Spreker: Ds Heer BEIERKAUFF.
Onderwerp: De macht der
kleine dingen.