N<>. 16475 Donderdag 6 November. A0. 1913. (Beze (Qourant wordt dagelijks, me f uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Reorganisatie van „S. S. G." FEUILLETON. Beau Brocade. IDSCH PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van l—o regeU 1.05. Ieders regel meer 0.17J. Grootere letter» naar plaatsruimte. - Kleine edrertentiën ran 30 woorden 40 Oenta contant j elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaaseeren wordt f 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT! Voor Leiden per week 9 Oentsj per 3 maanden f 1,10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 9 1.30. Franco per post 9 1.65. ■3 INKltTING. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis dat het inentingsbureau in het St. Elisa- bethshof aan de Oude Vest, na Dinsdag 11 November a.s tot nadere aankondi ging gesloten zal zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretary Leiden, 6 November 1913. Het oud, eerwaardig Genootschap „Ma- ithesis Scientiarum Genit.rix", dat, wat ook moge zijn ontstaan en weer vergaan, on danks zijn bijna 130-jarigen ouderdom nog steeds levenskrachtig ishet Genootschap, waaraan menige burgerjongen uit Leiden en daar buiten zijn opleiding tot een wèl onderlegd ambachtsman heeft te danken, kon, zoo werd er sinds jaren in sommige kringen gemompeld, toch niet meer in alle Opzichten aan de steeds verhoogde eischen, 'die aan vaklieden werden gesteld, voldoen fin moest daarom worden gereorganiseerd. Vóór eenige jaren'versohenen in ons Blad een reeks artikelen daarvoor, die hier in stemming, daar sensatie, ja bij sommigen zelfs verontwaardiging wekten. Intusschen werd deze vraag ook in den boezem van het bestuur zelf gedaan en het gevolg was, dat 'de Commissie werd benoemd, bestaande uit 'de heeren dr. C. A. Crommelin, G. L. Dries- sen c.i., en P. Hoogenboom c.i., allen te Leiden, en zeker bevoegd over deze materie te oordeelen, die de vraag te beantwoorden kreegilnhoeverreeen reorganisa tie van het onderwijs, dat aan de sohool van het genootschap ,,M. 8. G." wordt gegeven, wenschelijk en m o g e 1 ij k zou zij n. In een zeer uitvoerig en zakelijk rapport, waarin het vakonderwijs in zijn geheelen 'omvang in verband met de behoefte er aan, met zijn wettelijke regeling, de wijze, waar op het in Leiden wordt gegeven, en de (Voorstellen der z.g. ineenschakelingscom- missie wordt besproken en een beschrijving wordt gegeven van eenige inrichting van middelbaar technisch onderwijs en tevens eenige beschouwingen worden gewijd aan de uitbreiding van het door „M. S. G." ge geven technisch onderwijs, komt de com missie tot de conclusie, dat reorganisatie gewenscht is. Haar oordeel is lo. dat de bouwkundige cursus, 'de oudste der school, en gericht op het te behalen diploma van hulpopzichter, niet geacht mag worden een behoorlijke en vol doende opleiding te zijn 2o. dat dewaterbouwkundigecur- bus nog hoogst onvoldoende is ingericht, dat ook aan dit onderwijs te Leiden be hoefte» bestaat, o. a.gelet op de dezen win ter alhier van particuliere zijde gedane poging tot oprichting van een waterbouw kundigen cursus tot voorbereiding van het om de twee jaar, thans weder in 1914, te houden examen voor opzichter van den Rijkswaterstaat, terwijl ook bij het Kon. Instituut van Ingenieurs in overweging is om vanwege dat instituut, gelijk de Maat schappij tot Bevordering der Bouwkunst dat over de bouwkunde deed, een examen voor waterbouwkundig opzichter en een examen voor spoorweg opzichter in te stel len 3o. dat aan den werktuigkundigen cursus met betrekkelijk geringe uitbrei ding een geschikt einddoel kan worden verschaft 4o. dat de electr otechnische cur sus een goed afgesloten geheel vormt, waar van de als monteur geslaagden nagenoeg altijd goede plaatsing vinden, en dat deze cursus, behoudens de uitbreiding van de voorbereidende "klasse tot een vol jaar en het laten aanvangen en eindigen van den eigenlijken 2-jarigen cursus in April, te ge lijk met de andere leergangen, geen be paalde wijziging behoeft. Wel werd overwogen het instellen van een vervolg cursus van 1 jaar, en alleen toegankelijk voor de bezitters van het monteurs-diploma. Op grond van een en ander komt de Com missie tot de conclusie, dat een reorga nisatie van het door ,,M. S. G." gege ven vakonderwijs, feitelijk aan te vangen met de 4do klasse, alleszins wenschelijk, z e 1 f -s n o o d i g is, zal de school zich op dit gebied kunnen blijven handhaven te genover en naast dergelijke inrichtingen, welke thans in den lande opgericht zijn of voorbereid worden. De instandhouding der school, als inrichting voor vakonderwijs, is toch zeker voor de ingezetenen van Leiden en Omstreken van groote beteekenis en zij meent, gezien den grooten toeloop, welken de school heeft, tevens te mogen zeggen, dat inderdaad aan zoo'n school te Leiden behoefte bestaat. Ook al ontstaan dergelijke inrichtingen in de naburige groote steden, zoo blijft voor Leiden en Omstreken h.i. de behoefte aan een school alhier bestaan, in het bij zonder voor die kringen der burgerij, aan welke het niet schikt hun kinderen geheel buitenshuis te laten gaan om hun een op leiding aan een onderwijsinrichting in eeni ge andere stad te geven. Die instandhouding van het door ,,M. S. G." gegeven vakonderwijs vooropge steld, brengt dit tevens onafwijsbaar de noodzakelijkheid van een reorganisatie van dat onderwijs mede. De Commissie meent, dat voor deze re organisatie, behalve meer leerkrachten, loerlokalen, hulpmiddelen en geld, noodig is wijziging, respectievelijk verlenging, van den studietijd. Na de 5de klasse zal een geheele split sing in de verschillende cursussen zijn in te voeren. De bouwkundige en de waterbouwkun dige cursussen zullen dan, na het eindexa men der 5de klasse, leergangen moeten zijn elk van 3 jaar. De commissie meent, dat althans de eerste twee jaren daarvan uitsluitend avondcursussen zouden kunnen blijven, doch dat aan het laatste, derde jaar, een dagcursus moet worden verbon den, o.a met het oog op de laatste voor bereiding voor een eventueel examenzij moent, dat beide cursussen door een door ,,M. S. G." af te nemen examen en bet ver krijgbaar stellen van een diploma behoo- ren te worden besloten. De bovenbedoelde reorganisatie zal niet anders dan door zeer belangrijke uitbrei ding van onderwijskrachten en localiteit zijn te bereiken. Waar het hier geldt het onderwijs op een hooger peil te brengen, vooral wat de bouwkundige en waterbouwkundige afdee- lingen betreft, zullen aan de daarvoor nieuw te benoemen leeraren hooge eischen zijn te stellen - en de bezoldiging daarmede in overeenstemming "moeten wezen. Hier tegenover staat, dat dan ook de. schoolgel den op andere leest dan thans zullen moe ten worden geschoeid, dus, althans voot de cursussen na de 5de klasse, hooger zullen kunnen worden gesteld. Dat de thans bij ,,M. S. G." in het ge bouw der gemeentelijke H. B.-S., in ge bruik zijnde lokalen voor de beoogde reor ganisatie geheel onvoldoendezullen zijn, behoeft geen nadei betoog. Echter brengt het door den Gemeente raad genomen besluit, om een nieuwe H. B.-S. op een andere plaats (het Raamland) te bouwen, het vooruitzicht mede, dat de oude H. B.-S. binnen niet langen tijd ge heel vrijkomt. Indien de gemeente dat ge bouw dan geheel ter beschikking van M. S.-G. zal willen stellen, zal nog uit een na der onderzoek dienen te blijken of inge bruikneming van het geheele gebouw, met de óok dan nog noodige wijzigingen der in wendige inrichting, aan het gereorgani seerde ,,M. S. G een behoorlijk onder dak verleenen kan (wat wij wel zouden meenen. Red.) De Commissie merkt op, dat in den leer gang van de 3 laagste klassen en van de 4de en 5de klassen, voor zoover daarin al gemeen vormend onderwijs wordt gegeven, geen principieele wijziging noodig voor komt en het z.g. eindexamen der 5do klas se, als sluitsteen van het eigenlijk alge meen vormend onderwijs, in het bijzonder voor de leerlingen die daarna de school verlaten, alleszins reden van bestaan heeft. Niettemin mogen kleine verbeteringen niet uitblijven. In de tweede plaats méént de Commissie, dat ook de leergang der 3 laagste klassen' wel voor verbeteringen, zij het ook niet van ingrijpenden en omvangrijken aard, vatbaar is. O.a. wordt uitbreiding van het onderwijs in de Nederlandsche taal zeer wenschelijk geacht. Ook merkt zij op, dat het aantal lesuren voor een zelfde vak in de parallelklassen somtijds uiteenloopt. Zij vraagt zich af of van den zomercursus, die buitendien door onderbreking der groo te vacantie reeds zoo kort duurt, door uit breiding van het aantal lesuren, niet meer profijt ware te trekken "Verder is, volgens de Commissie niet te ontkennen, dat het elk jaar houden van een tentoonstelling van teekeningen der leerlingen niet geheel in het belang van het onderwijs is te achten, aangezien daar door te veel tijd aan tentoonstellingswerk wordt besteed. Het komt haar daarom ver kieslijker voor de tentoonstellingen niet elk jaar, doch om de 2 3 jaar te houden. Nog een laatste punt moet de Commissie bespreken, n.l. de keuze van een definitie ven D ir e c t e u r. Tot heden kon deze be trekking, zij het ook met buitengewone toe wijding en inspanning, worden vervuld door personen, die overdag elders een drukken werkkring hadden. In het vervolg zal voor de gereorganiseerde school als Directeur iemand noodig zijn, die zich uitsluitrend aan de leiding van ,,M. S. G." kan wijden, aan wien derhalve het vervullen van een nevenbetrekking niet kan worden toege staan. Trouwens, de instelling van een dag cursus maakt dit noodzakelijk. De commissie meent, dat het directeur schap bij voorkeur aan een tech nisch persoon ware op te dragen. In elk geval zal de Directeur iemand moeten zijn met ruimen blik, bekend met de eischen der practijk, zijn prestige tegenover de leeraren wetende te handhaven en voldoende toe wijding bezittend om de school tot ontwik keling te willen brengen, Deze reorganisatie.^al echter niet tot stand kunnen komen zonder grooteren fi- nancieelen steun van Rijk, Provincie en Ge meente. Leaden, 6 November. De gisteren gehouden nacollecte voor den optocht op 19 November alhier heeft ongeveer f 125 opgeorachb. De opkomst naar den Schouwburg alhier gisteravond bij de tweede opvoering van „Het teeken des Kruises" was van denzelfden aard en omvang als bij do eerste voorstelling en het succes der op tredenden was niet minder groot. De weesinrichting te Neerbosch heeft van iemand te Leiden driehonderd gulden gekregen. Voor het examen wiskunde L. O. (art. 86) is in Den Haag geslaagd de heer L. Boomsma, van Waddinxveen. IT. M. de Koningin, vergezeld van Haar adjudant en hofdames, vertrok gis teravond te 8 uren in twee auto's van Het Loo naar Arnhem, waar Zij H. M. de Koningin-Moeder, die van Haar buiten- landsche reis te 9 uren aan het station aldaar arriveerde, verwelkomde. Onder vele blijken van deelneming, vooral uit de kringen der rechtsgeleerden, werd gisteren op hoogst eenvoudige wijze op ,,Oud Eik en Duinen" te 's-Graven- hage ter aarde besteld het stoffelijk over schot van mr. J. H. van Goor, in leven Raadsheer in don Hoogen Raad der Ne derlanden. Overeenkomstig den wonsch van den ont slapene werd aan de groeve niet gespro ken. De Raad van Haarlem heeft met 18 tegen li stemmen verworpen een motie- Slingenberg tot heffing eener straatbe- lasting. Gisteravond heeft de huldiging van pro fessor J. V. de Groot, eere-voorzitter der R.-K. Studentenvereeniging „Sanctus Tho mas Aquinaö" te Amsterdam, naar aanlei ding van zijn 40-jarig priesterfeest, aldaar plaats gehad in de groote vergaderzaal van huize Parkzicht De vice-voorzitter, de lieer H. Koenen, sprak een rede van praeses Hengst uit. daar deze haar op medisch advies niet mocht houden. Daarna sprak de heer Jos. Cuypers na mens de Violier", waarvan prof. de Groot sinds lange jaren reeds eerelid is. Met een toepasselijk woord bood de heer. Hengst hierop den feesteling een enveloppe met een feestgave aan om voor zijn biblio theek te besteden. Onder daverend applaus nam orof De Groot daarop zelf het woord. Na een korte pauze ving het souper aan, waaraan ongeveer 80 ga6ten en drie domefl- 6tudenten aanzaten. Tafelredenaars waren dr. C. Meuleman, een der eerste praesides van ,,St -Thomas'' do hee-r Bogaardt, praeses van Veritas"; de heer P. A. Vos, praeses van „St.-Augusti- nus" te Leiden; de heer F. Schermer ,van ,,St.-Vergillius" te Delft, en de heer Hollt- man, praeses van ,,Albertus Magnus" te Groningen. De Dekeb, Mgr. Jansen, herdacht prof. De Groot, als Priester. Bij de verkiezing van twee leden van het partijbestuur der öociaal-Democratische Arbeiderspartij heeft geen der candidaten de volstrekte meerderheid verkregen. Her stemd moet worden tusschen de heeren Bergmeyer, Hoejenbos, lïeykoop en Mans- holt. B. en Ws. van Amsterdam stellen den Gemeenteraad voor met ingang van l Do>- cember to benoemen tot directeur van de gemeente-arbeidsbeurs, aldaar, den heor W. F. Detiger, adjunct-commies aan hot gemeentelijk Arbeidsbureau. Dit in de va cature van den heer J. W. Albarda, wien op zijn verzoek wegens zijn verkiezing tot lid van de Tweeke Kamer eervol ontslag werd verleend. Op het graf van ds. L. Neyens, in leven predikant bij de Geref. Kerk te Amsterdam, op de Nieuwe Oosterbograaf- plaats aldaar, had gistermiddag de onthul ling van een gedenksteen plaats en do overdracht daarvan aan de familie. Uit de gisteravond verschenen Me morie van Antwoord van den Minister van Koloni.- blijkt dat inzake de Djambi- concessies door den Minister groote spoed zal worden betracht. Naar ,,De Tel." verneemt, zullen B. en Ws. zoo spoedig komen met een voordracht om hun college met één. wethouder te ver sterken, dat de niéuw te benoemen func- tionnaris reeds 1 .Jan. 1914 zijn ambt kan aanvaarden. Het blijft de bedoeling bij het nieuwe departement onder te brengen: volkshuisvesting, armenzorg en arbeidsza ken. Gistermorgen vertrok het 17de rcg. inf. van Breda naar zijn nieuwe standplaats 's-IIertogenbosch. De gewone audiëntie van den Minister van Binnenlandsche Zaken zal Zaterdag e.k. niet plaats hebben. AALSMEER. Door B. en Ws. is aanbe steed de bouw va.n een nieuwe steenen brug in het Oosteinde. Laagste inschrijvers wa ren: Voor pe'roéal 1 (paatfundoering) L. Gort te Haarlem, f 900; voor pare. 2 (metsel- én grondwerk) J. van Sohagon te Haar- lcg, 1550voor pero. 3 (smids- cn schil derwerk) .0. Luik, to Haarlemmermeer, f 325, en voor perc. 4 (timmerwerk) J. cn W;. van <le Laarse alhier, f 424. De lieer Gort schreef bovendien in voor perccelen 2, 3 cn 4 te samen voor f2646. Dc gunning is. laangehouden. KATWIJK-AAN-ZEE. Van de bomschuit K.W. 112, „Twee Gezusters", van den héér J. v. d. Marei, -alhier, werd onlangs door een stoomtrawler uit Grimsby een bclang*- rijk deel 'der vleet afgestoomd. Thans ia hier bericht uit Engeland gekomen, dat vier en twintig netten, even zooveel breels en nog eenig' touwwerk terecht cn aldaar aan wal gebracht zijn. DE VERMETELE. 40) Toen hij weg was, zuchtte zij, en gehoor zaam aan zijn wensch, bleef zij geduldig wachten in het donkere kamertje, dat kort geleden door zijn tegenwoordigheid zoo licht had geschenen. In den „Koning George" zaten op dit oogenblik Mittachip, na z'Jn onderhoud met den bode, en Sir Humphrey C'halloner, in druk gesprek. Buiten de herberg gekomen, vroeg Bathurst aan John Stich, die hem gevolgd was: ,,Hoe staat het met mijn Jack o'Lan- tern?" -.Zoo frisch als een hoen, kapitein", ant woordde de smid. ,,lk heb hem zelf goed afgewreven, en hij heeft een flink maal gehad". „Dat is best; is mijn zadel ook hier?" ZekerIk wist wel, dat ge het spoedig genoeg zoudt noodig hebben. Jack, het goede beest, heeft het gedragen te gelijk met de lady en juffrouw Betty". ><Zorg er dan voor, dat hij dadelijk ge zadeld wordt, vriend, en breng hem zoo spoedig mogelijk naar het raadhuis. Houd hem voor mij klaar, zoodat ik er in een seconde op kan zitten; begrepen?" .kapitein, ik begrijp dat ge uw en ,jn dien strop wilt gaan brengen, 8t'^5 vriénd! Denk er aan v een, ik zal niet vergeten om wier wille gij het doet. Maar met slechts één arm tot uw dienst, hebt ge een slechte kans, kapitein". „Neen, vriend", antwoordde Bathurst luchtig, „een man kan met één arm nog verscheiden dingen doen: hij kan er zijn liefste mee omhelzenof zijn vijand mee doodschieten". Het stille dorpje Brassington lag zwij gend en verlaten in de warme middagzon, toen Bathurst, na John Stich te hebben ver laten, zich door de nauwe straten spoedde. Toen hij snel door de buitengang van „Het Lastpaard" ging, kreeg hij een paar roodrokken in het oog, die in de donkere gelagkamer der herberg zaten, en toen hij nu op de plaats kwam, zag hij een troepje van hen in den „Koning George", aan den overkant. Maar de waardige soldaten van koning George genoten op dit uur hun middagrust met de gebruikelijke glazen ale, en hadden het te druk met aan de schaapherders van Brassington hun avon tuur met den geheimzinnigen vreemdeling bij de smidse te vertellen, dan dat zij zou den gelet hebben op een zich voortspoe- denden man in de straat. En zoo ging Bathurst snel en onopge merkt voorbij; een paar boerenkinkels, die hij tegenkwam, keken hem snel even aan. Slechts de vrouwen keken om, als hij verder ging, om nog iets te zien van den knappen vreemdeling, die zijn arm in een doek droeg. Buiten het raadhuis kwam hij van aan gezicht tot aangezicht te staan met den bode. Inch, wiens pralende houding op dit oogenblik ernstig geschokt scheen te zijn. „Hé, mijnheer, hé!" riep hij, zijn hoofd op den vetten hals ronddraaiend, om Mit tachip, die heimelijk verdwenen was, te zoeken, „de zitting is geëindigd, mijnheer West zal u het onderhoud, dat ge wenscht, toestaanHemel, beware me!" voegde hij er bij in edele en groote verontwaar diging, „lk geloof, dat de goddelooze, on beschaamde vent mij voor den gek heeft willen houdenmij een valsche bood schap laten doenmijJeremialnch, bode dezer gemeente Bathurst wachtte even tot de ergste woede wat bekoeld was, nam een zilver stuk uit zijn zak, en drong langs den waar- digen man heen, het huis binnen. „Het onderhoud, waarover gij spreekt, vriend", zei hij rustig, „zal even zoo goed kunnen dienen voor den koerier van lady Stretton". De heer Inch was uit zijn evenwicht ge bracht, de verdwijning van Mittachip en de brutaliteit van dezen vreemdeling deden zijn adem stokken. Vóór hij zich hersteld had, drukte Bathurst de zilveren kroon in zijn breede handpalm. „Zeg nu aan den heer West, vriend", zei hij op dien aardigen toon van gezag, die hem zoo goed afging, „dat ik hier ben, op last van lady Patience Gascoyne, om met hem te spreken". Inch was zoo verbaasd, dat hij met woord noch daad kon protesteeren, of zijn beleedigde waarheid verdedigen. Hij keek weifelend, een paar seconden, naar de kroon; vergeleek die in gedachte met do twijfelachtige halve kroon, hem beloofd door den valscben zaakgelastigde, en zei toen plechtstatig: „Ik zal zelf gaan en den naam der lady aan ZEdele bekend maken". Het volgend oogenblik bevond Jack Bathurst zich alleen in een kleine kamer van het raadhuis, waar hij met onder drukte spanning het onderhoud met den heer West te gemoet zag. dat hij in een oogwenk van alles durvenden dollemans- overmoed, nochtans met volkomen koel bloedigheid en flinke beslistheid, in zijn gedachten had voorbereid. Squire West. Squire West was een man van leeftijd, met militaire houding en aangename trek ken, die onder zijn staartpruik uitkwamen; in zijn jeugd was hij bepaald knap ge weest en de lieveling der dames op de bals, die in het graafschap gegeven werden. Hieraan was het te danken, dat hij die beschaafde manieren bezat, welke men an ders niet vaak vond onder de edellieden ten plattenlande in dien tijd. Hij trad met een vriendelijken groet den koerier van lady Patience to gemoet „Waaraan heeft Brassington de eer te danken een boodschap van lady Patience Gascoyne te krijgen?" vroeg hij', terwijl hij Bathurst een stoel aanwees en zelf ach ter zijn schrijftafel ging zitten. „Haar Edelheid is zelf in het dorp antwoordde Jack, „maar begeert, dat haar hier-zijn een poosje onbekend blijft „Zoo, inderdaad!" zei de Squire, een weinig in verwarring door deze onver wachte gebeurtenis; „maar...... maar er is hier geen geschikt logement voor de lady, enenzoo Haar Edelheid mij de eer zou willen aandoen, en mijn gering huis „Ik dank u, mijnheer, maar Haar Edel heid blijft hier slechts voor ongeveer een uur en beeft mij tot u gezonden met een gewichtige boodschap, die geen uitstel kan leiden". „Ik ben geheel tot Haar Edelheids dienst". „Lady Patience was op weg van Stret ton Hall; haar koets werd, niet ver van hier, op de heide aangehouden en zij werd beroofd van haar juweelen, haar geld en zekere kostbare papieren". Squire West kuchte, stamelde wat en roerde zich onrustig in zijn stoelhet meegedeelde scheen hem, vreemd genoeg, meer te verontrusten dan te verbazen. „Ochochmompelde hij zenuwachtig. „Haar Edelheid heeft formeel haar kracht opgeschreven", zeide Jack, hem het geschrift voorleggend. „Zij heeft haar koets naar Wirksworth gezonden en meen de, dat door middel van uw hulp het hier in Brassington gelukken zou, deu schelm te pakken". „Ja, ja!" mompelde de waardige Squire nog altijd wat weifelend en met een uit drukking van verslagenheid op zijn joviaal gelaat. „Ja, wij hebben een troepje sol daten, een stuk of twaalf op zijn meest, juist nu hier ingekwartierd, maar „Wat maar, Edelachtbare?" „Maar om vrijuit tot u te spreken, mijn heer, vrees ik dat het niet zal helpen. Zoo ik mij niet vergis, is het weer ieta van dien vervloekten Beau Brocade en de Schelm is zoo brutaalAch", voeg de hij er zuchtend bij, „wij zullen in dit district geen rust hebben vóór wij henï gepakt hebben". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1