N<>. 16475
Donderdag 6 November.
A0. 1913.
(Beze (Qourant wordt dagelijks, me f uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Reorganisatie van „S. S. G."
FEUILLETON.
Beau Brocade.
IDSCH
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van l—o regeU 1.05. Ieders regel meer 0.17J. Grootere letter» naar
plaatsruimte. - Kleine edrertentiën ran 30 woorden 40 Oenta contant j elk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaaseeren wordt f 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT!
Voor Leiden per week 9 Oentsj per 3 maanden f 1,10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 9 1.30.
Franco per post 9 1.65.
■3
INKltTING.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis dat het
inentingsbureau in het St. Elisa-
bethshof aan de Oude Vest, na Dinsdag
11 November a.s tot nadere aankondi
ging gesloten zal zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretary
Leiden, 6 November 1913.
Het oud, eerwaardig Genootschap „Ma-
ithesis Scientiarum Genit.rix", dat, wat ook
moge zijn ontstaan en weer vergaan, on
danks zijn bijna 130-jarigen ouderdom nog
steeds levenskrachtig ishet Genootschap,
waaraan menige burgerjongen uit Leiden
en daar buiten zijn opleiding tot een wèl
onderlegd ambachtsman heeft te danken,
kon, zoo werd er sinds jaren in sommige
kringen gemompeld, toch niet meer in alle
Opzichten aan de steeds verhoogde eischen,
'die aan vaklieden werden gesteld, voldoen
fin moest daarom worden gereorganiseerd.
Vóór eenige jaren'versohenen in ons Blad
een reeks artikelen daarvoor, die hier in
stemming, daar sensatie, ja bij sommigen
zelfs verontwaardiging wekten. Intusschen
werd deze vraag ook in den boezem van het
bestuur zelf gedaan en het gevolg was, dat
'de Commissie werd benoemd, bestaande uit
'de heeren dr. C. A. Crommelin, G. L. Dries-
sen c.i., en P. Hoogenboom c.i., allen te
Leiden, en zeker bevoegd over deze materie
te oordeelen, die de vraag te beantwoorden
kreegilnhoeverreeen reorganisa
tie van het onderwijs, dat aan de
sohool van het genootschap ,,M.
8. G." wordt gegeven, wenschelijk
en m o g e 1 ij k zou zij n.
In een zeer uitvoerig en zakelijk rapport,
waarin het vakonderwijs in zijn geheelen
'omvang in verband met de behoefte er aan,
met zijn wettelijke regeling, de wijze, waar
op het in Leiden wordt gegeven, en de
(Voorstellen der z.g. ineenschakelingscom-
missie wordt besproken en een beschrijving
wordt gegeven van eenige inrichting van
middelbaar technisch onderwijs en tevens
eenige beschouwingen worden gewijd aan
de uitbreiding van het door „M. S. G." ge
geven technisch onderwijs, komt de com
missie tot de conclusie, dat reorganisatie
gewenscht is.
Haar oordeel is
lo. dat de bouwkundige cursus,
'de oudste der school, en gericht op het te
behalen diploma van hulpopzichter, niet
geacht mag worden een behoorlijke en vol
doende opleiding te zijn
2o. dat dewaterbouwkundigecur-
bus nog hoogst onvoldoende is ingericht,
dat ook aan dit onderwijs te Leiden be
hoefte» bestaat, o. a.gelet op de dezen win
ter alhier van particuliere zijde gedane
poging tot oprichting van een waterbouw
kundigen cursus tot voorbereiding van het
om de twee jaar, thans weder in 1914, te
houden examen voor opzichter van den
Rijkswaterstaat, terwijl ook bij het Kon.
Instituut van Ingenieurs in overweging is
om vanwege dat instituut, gelijk de Maat
schappij tot Bevordering der Bouwkunst
dat over de bouwkunde deed, een examen
voor waterbouwkundig opzichter en een
examen voor spoorweg opzichter in te stel
len
3o. dat aan den werktuigkundigen
cursus met betrekkelijk geringe uitbrei
ding een geschikt einddoel kan worden
verschaft
4o. dat de electr otechnische cur
sus een goed afgesloten geheel vormt, waar
van de als monteur geslaagden nagenoeg
altijd goede plaatsing vinden, en dat deze
cursus, behoudens de uitbreiding van de
voorbereidende "klasse tot een vol jaar en
het laten aanvangen en eindigen van den
eigenlijken 2-jarigen cursus in April, te ge
lijk met de andere leergangen, geen be
paalde wijziging behoeft. Wel werd
overwogen het instellen van een vervolg
cursus van 1 jaar, en alleen toegankelijk
voor de bezitters van het monteurs-diploma.
Op grond van een en ander komt de Com
missie tot de conclusie, dat een reorga
nisatie van het door ,,M. S. G." gege
ven vakonderwijs, feitelijk aan te vangen
met de 4do klasse, alleszins wenschelijk,
z e 1 f -s n o o d i g is, zal de school zich op
dit gebied kunnen blijven handhaven te
genover en naast dergelijke inrichtingen,
welke thans in den lande opgericht zijn of
voorbereid worden. De instandhouding der
school, als inrichting voor vakonderwijs, is
toch zeker voor de ingezetenen van Leiden
en Omstreken van groote beteekenis en zij
meent, gezien den grooten toeloop, welken
de school heeft, tevens te mogen zeggen,
dat inderdaad aan zoo'n school te Leiden
behoefte bestaat.
Ook al ontstaan dergelijke inrichtingen
in de naburige groote steden, zoo blijft
voor Leiden en Omstreken h.i. de behoefte
aan een school alhier bestaan, in het bij
zonder voor die kringen der burgerij, aan
welke het niet schikt hun kinderen geheel
buitenshuis te laten gaan om hun een op
leiding aan een onderwijsinrichting in eeni
ge andere stad te geven.
Die instandhouding van het door ,,M.
S. G." gegeven vakonderwijs vooropge
steld, brengt dit tevens onafwijsbaar de
noodzakelijkheid van een reorganisatie van
dat onderwijs mede.
De Commissie meent, dat voor deze re
organisatie, behalve meer leerkrachten,
loerlokalen, hulpmiddelen en geld, noodig
is wijziging, respectievelijk verlenging, van
den studietijd.
Na de 5de klasse zal een geheele split
sing in de verschillende cursussen zijn in
te voeren.
De bouwkundige en de waterbouwkun
dige cursussen zullen dan, na het eindexa
men der 5de klasse, leergangen moeten
zijn elk van 3 jaar. De commissie meent,
dat althans de eerste twee jaren daarvan
uitsluitend avondcursussen zouden kunnen
blijven, doch dat aan het laatste, derde
jaar, een dagcursus moet worden verbon
den, o.a met het oog op de laatste voor
bereiding voor een eventueel examenzij
moent, dat beide cursussen door een door
,,M. S. G." af te nemen examen en bet ver
krijgbaar stellen van een diploma behoo-
ren te worden besloten.
De bovenbedoelde reorganisatie zal niet
anders dan door zeer belangrijke uitbrei
ding van onderwijskrachten en localiteit
zijn te bereiken.
Waar het hier geldt het onderwijs op
een hooger peil te brengen, vooral wat de
bouwkundige en waterbouwkundige afdee-
lingen betreft, zullen aan de daarvoor
nieuw te benoemen leeraren hooge eischen
zijn te stellen - en de bezoldiging daarmede
in overeenstemming "moeten wezen. Hier
tegenover staat, dat dan ook de. schoolgel
den op andere leest dan thans zullen moe
ten worden geschoeid, dus, althans voot de
cursussen na de 5de klasse, hooger zullen
kunnen worden gesteld.
Dat de thans bij ,,M. S. G." in het ge
bouw der gemeentelijke H. B.-S., in ge
bruik zijnde lokalen voor de beoogde reor
ganisatie geheel onvoldoendezullen zijn,
behoeft geen nadei betoog.
Echter brengt het door den Gemeente
raad genomen besluit, om een nieuwe H.
B.-S. op een andere plaats (het Raamland)
te bouwen, het vooruitzicht mede, dat de
oude H. B.-S. binnen niet langen tijd ge
heel vrijkomt. Indien de gemeente dat ge
bouw dan geheel ter beschikking van M.
S.-G. zal willen stellen, zal nog uit een na
der onderzoek dienen te blijken of inge
bruikneming van het geheele gebouw, met
de óok dan nog noodige wijzigingen der in
wendige inrichting, aan het gereorgani
seerde ,,M. S. G een behoorlijk onder
dak verleenen kan (wat wij wel zouden
meenen. Red.)
De Commissie merkt op, dat in den leer
gang van de 3 laagste klassen en van de
4de en 5de klassen, voor zoover daarin al
gemeen vormend onderwijs wordt gegeven,
geen principieele wijziging noodig voor
komt en het z.g. eindexamen der 5do klas
se, als sluitsteen van het eigenlijk alge
meen vormend onderwijs, in het bijzonder
voor de leerlingen die daarna de school
verlaten, alleszins reden van bestaan heeft.
Niettemin mogen kleine verbeteringen niet
uitblijven.
In de tweede plaats méént de Commissie,
dat ook de leergang der 3 laagste klassen'
wel voor verbeteringen, zij het ook niet
van ingrijpenden en omvangrijken aard,
vatbaar is. O.a. wordt uitbreiding van het
onderwijs in de Nederlandsche taal zeer
wenschelijk geacht. Ook merkt zij op, dat
het aantal lesuren voor een zelfde vak in
de parallelklassen somtijds uiteenloopt.
Zij vraagt zich af of van den zomercursus,
die buitendien door onderbreking der groo
te vacantie reeds zoo kort duurt, door uit
breiding van het aantal lesuren, niet meer
profijt ware te trekken
"Verder is, volgens de Commissie niet te
ontkennen, dat het elk jaar houden van
een tentoonstelling van teekeningen der
leerlingen niet geheel in het belang van
het onderwijs is te achten, aangezien daar
door te veel tijd aan tentoonstellingswerk
wordt besteed. Het komt haar daarom ver
kieslijker voor de tentoonstellingen niet
elk jaar, doch om de 2 3 jaar te houden.
Nog een laatste punt moet de Commissie
bespreken, n.l. de keuze van een definitie
ven D ir e c t e u r. Tot heden kon deze be
trekking, zij het ook met buitengewone toe
wijding en inspanning, worden vervuld door
personen, die overdag elders een drukken
werkkring hadden. In het vervolg zal voor
de gereorganiseerde school als Directeur
iemand noodig zijn, die zich uitsluitrend
aan de leiding van ,,M. S. G." kan wijden,
aan wien derhalve het vervullen van een
nevenbetrekking niet kan worden toege
staan. Trouwens, de instelling van een dag
cursus maakt dit noodzakelijk.
De commissie meent, dat het directeur
schap bij voorkeur aan een tech
nisch persoon ware op te dragen. In elk
geval zal de Directeur iemand moeten zijn
met ruimen blik, bekend met de eischen der
practijk, zijn prestige tegenover de leeraren
wetende te handhaven en voldoende toe
wijding bezittend om de school tot ontwik
keling te willen brengen,
Deze reorganisatie.^al echter niet tot
stand kunnen komen zonder grooteren fi-
nancieelen steun van Rijk, Provincie en Ge
meente.
Leaden, 6 November.
De gisteren gehouden nacollecte voor
den optocht op 19 November alhier heeft
ongeveer f 125 opgeorachb.
De opkomst naar den Schouwburg
alhier gisteravond bij de tweede opvoering
van „Het teeken des Kruises" was van
denzelfden aard en omvang als bij do
eerste voorstelling en het succes der op
tredenden was niet minder groot.
De weesinrichting te Neerbosch heeft
van iemand te Leiden driehonderd gulden
gekregen.
Voor het examen wiskunde L. O.
(art. 86) is in Den Haag geslaagd de heer
L. Boomsma, van Waddinxveen.
IT. M. de Koningin, vergezeld van
Haar adjudant en hofdames, vertrok gis
teravond te 8 uren in twee auto's van
Het Loo naar Arnhem, waar Zij H. M. de
Koningin-Moeder, die van Haar buiten-
landsche reis te 9 uren aan het station
aldaar arriveerde, verwelkomde.
Onder vele blijken van deelneming,
vooral uit de kringen der rechtsgeleerden,
werd gisteren op hoogst eenvoudige wijze
op ,,Oud Eik en Duinen" te 's-Graven-
hage ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van mr. J. H. van Goor, in leven
Raadsheer in don Hoogen Raad der Ne
derlanden.
Overeenkomstig den wonsch van den ont
slapene werd aan de groeve niet gespro
ken.
De Raad van Haarlem heeft met 18
tegen li stemmen verworpen een motie-
Slingenberg tot heffing eener straatbe-
lasting.
Gisteravond heeft de huldiging van pro
fessor J. V. de Groot, eere-voorzitter der
R.-K. Studentenvereeniging „Sanctus Tho
mas Aquinaö" te Amsterdam, naar aanlei
ding van zijn 40-jarig priesterfeest, aldaar
plaats gehad in de groote vergaderzaal van
huize Parkzicht
De vice-voorzitter, de lieer H. Koenen,
sprak een rede van praeses Hengst uit.
daar deze haar op medisch advies niet mocht
houden.
Daarna sprak de heer Jos. Cuypers na
mens de Violier", waarvan prof. de Groot
sinds lange jaren reeds eerelid is.
Met een toepasselijk woord bood de heer.
Hengst hierop den feesteling een enveloppe
met een feestgave aan om voor zijn biblio
theek te besteden.
Onder daverend applaus nam orof De
Groot daarop zelf het woord.
Na een korte pauze ving het souper aan,
waaraan ongeveer 80 ga6ten en drie domefl-
6tudenten aanzaten.
Tafelredenaars waren dr. C. Meuleman,
een der eerste praesides van ,,St -Thomas''
do hee-r Bogaardt, praeses van Veritas";
de heer P. A. Vos, praeses van „St.-Augusti-
nus" te Leiden; de heer F. Schermer ,van
,,St.-Vergillius" te Delft, en de heer Hollt-
man, praeses van ,,Albertus Magnus" te
Groningen.
De Dekeb, Mgr. Jansen, herdacht prof. De
Groot, als Priester.
Bij de verkiezing van twee leden van
het partijbestuur der öociaal-Democratische
Arbeiderspartij heeft geen der candidaten
de volstrekte meerderheid verkregen. Her
stemd moet worden tusschen de heeren
Bergmeyer, Hoejenbos, lïeykoop en Mans-
holt.
B. en Ws. van Amsterdam stellen den
Gemeenteraad voor met ingang van l Do>-
cember to benoemen tot directeur van de
gemeente-arbeidsbeurs, aldaar, den heor
W. F. Detiger, adjunct-commies aan hot
gemeentelijk Arbeidsbureau. Dit in de va
cature van den heer J. W. Albarda, wien
op zijn verzoek wegens zijn verkiezing tot
lid van de Tweeke Kamer eervol ontslag
werd verleend.
Op het graf van ds. L. Neyens, in
leven predikant bij de Geref. Kerk te
Amsterdam, op de Nieuwe Oosterbograaf-
plaats aldaar, had gistermiddag de onthul
ling van een gedenksteen plaats en do
overdracht daarvan aan de familie.
Uit de gisteravond verschenen Me
morie van Antwoord van den Minister
van Koloni.- blijkt dat inzake de Djambi-
concessies door den Minister groote spoed
zal worden betracht.
Naar ,,De Tel." verneemt, zullen B. en
Ws. zoo spoedig komen met een voordracht
om hun college met één. wethouder te ver
sterken, dat de niéuw te benoemen func-
tionnaris reeds 1 .Jan. 1914 zijn ambt kan
aanvaarden. Het blijft de bedoeling bij het
nieuwe departement onder te brengen:
volkshuisvesting, armenzorg en arbeidsza
ken.
Gistermorgen vertrok het 17de rcg.
inf. van Breda naar zijn nieuwe standplaats
's-IIertogenbosch.
De gewone audiëntie van den Minister
van Binnenlandsche Zaken zal Zaterdag
e.k. niet plaats hebben.
AALSMEER. Door B. en Ws. is aanbe
steed de bouw va.n een nieuwe steenen brug
in het Oosteinde. Laagste inschrijvers wa
ren: Voor pe'roéal 1 (paatfundoering) L. Gort
te Haarlem, f 900; voor pare. 2 (metsel-
én grondwerk) J. van Sohagon te Haar-
lcg, 1550voor pero. 3 (smids- cn schil
derwerk) .0. Luik, to Haarlemmermeer, f 325,
en voor perc. 4 (timmerwerk) J. cn W;.
van <le Laarse alhier, f 424. De lieer Gort
schreef bovendien in voor perccelen 2, 3
cn 4 te samen voor f2646. Dc gunning
is. laangehouden.
KATWIJK-AAN-ZEE. Van de bomschuit
K.W. 112, „Twee Gezusters", van den héér
J. v. d. Marei, -alhier, werd onlangs door
een stoomtrawler uit Grimsby een bclang*-
rijk deel 'der vleet afgestoomd. Thans ia
hier bericht uit Engeland gekomen, dat vier
en twintig netten, even zooveel breels en nog
eenig' touwwerk terecht cn aldaar aan wal
gebracht zijn.
DE VERMETELE.
40)
Toen hij weg was, zuchtte zij, en gehoor
zaam aan zijn wensch, bleef zij geduldig
wachten in het donkere kamertje, dat kort
geleden door zijn tegenwoordigheid zoo
licht had geschenen.
In den „Koning George" zaten op dit
oogenblik Mittachip, na z'Jn onderhoud
met den bode, en Sir Humphrey C'halloner,
in druk gesprek.
Buiten de herberg gekomen, vroeg
Bathurst aan John Stich, die hem gevolgd
was:
,,Hoe staat het met mijn Jack o'Lan-
tern?"
-.Zoo frisch als een hoen, kapitein", ant
woordde de smid. ,,lk heb hem zelf goed
afgewreven, en hij heeft een flink maal
gehad".
„Dat is best; is mijn zadel ook hier?"
ZekerIk wist wel, dat ge het spoedig
genoeg zoudt noodig hebben. Jack, het
goede beest, heeft het gedragen te gelijk
met de lady en juffrouw Betty".
><Zorg er dan voor, dat hij dadelijk ge
zadeld wordt, vriend, en breng hem zoo
spoedig mogelijk naar het raadhuis.
Houd hem voor mij klaar, zoodat ik er
in een seconde op kan zitten; begrepen?"
.kapitein, ik begrijp dat ge uw
en ,jn dien strop wilt gaan brengen,
8t'^5 vriénd! Denk er aan
v een, ik zal niet vergeten om wier wille
gij het doet. Maar met slechts één arm
tot uw dienst, hebt ge een slechte kans,
kapitein".
„Neen, vriend", antwoordde Bathurst
luchtig, „een man kan met één arm nog
verscheiden dingen doen: hij kan er zijn
liefste mee omhelzenof zijn vijand
mee doodschieten".
Het stille dorpje Brassington lag zwij
gend en verlaten in de warme middagzon,
toen Bathurst, na John Stich te hebben ver
laten, zich door de nauwe straten spoedde.
Toen hij snel door de buitengang van
„Het Lastpaard" ging, kreeg hij een paar
roodrokken in het oog, die in de donkere
gelagkamer der herberg zaten, en toen hij
nu op de plaats kwam, zag hij een troepje
van hen in den „Koning George", aan den
overkant. Maar de waardige soldaten van
koning George genoten op dit uur hun
middagrust met de gebruikelijke glazen
ale, en hadden het te druk met aan de
schaapherders van Brassington hun avon
tuur met den geheimzinnigen vreemdeling
bij de smidse te vertellen, dan dat zij zou
den gelet hebben op een zich voortspoe-
denden man in de straat.
En zoo ging Bathurst snel en onopge
merkt voorbij; een paar boerenkinkels, die
hij tegenkwam, keken hem snel even aan.
Slechts de vrouwen keken om, als hij
verder ging, om nog iets te zien van den
knappen vreemdeling, die zijn arm in een
doek droeg.
Buiten het raadhuis kwam hij van aan
gezicht tot aangezicht te staan met den
bode. Inch, wiens pralende houding op dit
oogenblik ernstig geschokt scheen te zijn.
„Hé, mijnheer, hé!" riep hij, zijn hoofd
op den vetten hals ronddraaiend, om Mit
tachip, die heimelijk verdwenen was, te
zoeken, „de zitting is geëindigd, mijnheer
West zal u het onderhoud, dat ge wenscht,
toestaanHemel, beware me!" voegde
hij er bij in edele en groote verontwaar
diging, „lk geloof, dat de goddelooze, on
beschaamde vent mij voor den gek heeft
willen houdenmij een valsche bood
schap laten doenmijJeremialnch,
bode dezer gemeente
Bathurst wachtte even tot de ergste
woede wat bekoeld was, nam een zilver
stuk uit zijn zak, en drong langs den waar-
digen man heen, het huis binnen.
„Het onderhoud, waarover gij spreekt,
vriend", zei hij rustig, „zal even zoo goed
kunnen dienen voor den koerier van lady
Stretton".
De heer Inch was uit zijn evenwicht ge
bracht, de verdwijning van Mittachip en
de brutaliteit van dezen vreemdeling deden
zijn adem stokken. Vóór hij zich hersteld
had, drukte Bathurst de zilveren kroon
in zijn breede handpalm.
„Zeg nu aan den heer West, vriend",
zei hij op dien aardigen toon van gezag,
die hem zoo goed afging, „dat ik hier ben,
op last van lady Patience Gascoyne, om
met hem te spreken".
Inch was zoo verbaasd, dat hij met
woord noch daad kon protesteeren, of zijn
beleedigde waarheid verdedigen. Hij keek
weifelend, een paar seconden, naar de
kroon; vergeleek die in gedachte met do
twijfelachtige halve kroon, hem beloofd
door den valscben zaakgelastigde, en zei
toen plechtstatig:
„Ik zal zelf gaan en den naam der lady
aan ZEdele bekend maken".
Het volgend oogenblik bevond Jack
Bathurst zich alleen in een kleine kamer
van het raadhuis, waar hij met onder
drukte spanning het onderhoud met den
heer West te gemoet zag. dat hij in een
oogwenk van alles durvenden dollemans-
overmoed, nochtans met volkomen koel
bloedigheid en flinke beslistheid, in zijn
gedachten had voorbereid.
Squire West.
Squire West was een man van leeftijd,
met militaire houding en aangename trek
ken, die onder zijn staartpruik uitkwamen;
in zijn jeugd was hij bepaald knap ge
weest en de lieveling der dames op de
bals, die in het graafschap gegeven werden.
Hieraan was het te danken, dat hij die
beschaafde manieren bezat, welke men an
ders niet vaak vond onder de edellieden
ten plattenlande in dien tijd.
Hij trad met een vriendelijken groet
den koerier van lady Patience to gemoet
„Waaraan heeft Brassington de eer te
danken een boodschap van lady Patience
Gascoyne te krijgen?" vroeg hij', terwijl hij
Bathurst een stoel aanwees en zelf ach
ter zijn schrijftafel ging zitten.
„Haar Edelheid is zelf in het dorp
antwoordde Jack, „maar begeert, dat
haar hier-zijn een poosje onbekend blijft
„Zoo, inderdaad!" zei de Squire, een
weinig in verwarring door deze onver
wachte gebeurtenis; „maar...... maar er is
hier geen geschikt logement voor de lady,
enenzoo Haar Edelheid mij de
eer zou willen aandoen, en mijn gering
huis
„Ik dank u, mijnheer, maar Haar Edel
heid blijft hier slechts voor ongeveer een
uur en beeft mij tot u gezonden met een
gewichtige boodschap, die geen uitstel kan
leiden".
„Ik ben geheel tot Haar Edelheids
dienst".
„Lady Patience was op weg van Stret
ton Hall; haar koets werd, niet ver van
hier, op de heide aangehouden en zij werd
beroofd van haar juweelen, haar geld en
zekere kostbare papieren".
Squire West kuchte, stamelde wat en
roerde zich onrustig in zijn stoelhet
meegedeelde scheen hem, vreemd genoeg,
meer te verontrusten dan te verbazen.
„Ochochmompelde hij zenuwachtig.
„Haar Edelheid heeft formeel haar
kracht opgeschreven", zeide Jack, hem
het geschrift voorleggend. „Zij heeft haar
koets naar Wirksworth gezonden en meen
de, dat door middel van uw hulp het hier
in Brassington gelukken zou, deu schelm
te pakken".
„Ja, ja!" mompelde de waardige Squire
nog altijd wat weifelend en met een uit
drukking van verslagenheid op zijn joviaal
gelaat. „Ja, wij hebben een troepje sol
daten, een stuk of twaalf op zijn meest,
juist nu hier ingekwartierd, maar
„Wat maar, Edelachtbare?"
„Maar om vrijuit tot u te spreken, mijn
heer, vrees ik dat het niet zal helpen.
Zoo ik mij niet vergis, is het weer ieta
van dien vervloekten Beau Brocade en
de Schelm is zoo brutaalAch", voeg
de hij er zuchtend bij, „wij zullen in dit
district geen rust hebben vóór wij henï
gepakt hebben".
(Wordt vervolgd).