Ho. I64S9.
Anno 1913
Faillissementen.
Ingezonden.
FEUILLETON.
ï5ean JE5i*oearle.
ZaiiIBSCH DAGBLAD, Sï&ter&SLg' 18 October. Tweede Blad.
AlgemGsn Sectisverslag met het ant
woord van B. en Ws.
ii.
Inkomsten.
Huur of pacht van landerijen Een lid
klaagt dat door het verhuren van het ter
rein aan den Zoeterwoudschen Singel ten
behoeve van circus .Sidoli, hetwelk dat
terrein in deplorabelen toestand achterliet,
verschillende clubs geruimen tijd van het
gebruik verstoten zijn geweest.
Van andere zijde wérd geantwoord, dat
dc vaste gebruikers weten, dat een onttrek
ken aan. hun gebruik hun boven het hoofd
hangt en de gemeente volkomen terecht
tracht, eénige inkomsten van dit terrein
te krijgen.
B. en Ws. sluiten zich bij dit laatste lid
aan. Bovendien is slechts een gedeelte van
het terrein tijdelijk onbespeelbaar geweest.
Schoolgelden. Een lid dringt aan op do
heffing van evenredig schoolgeld.
Over de heffing van evenredig schoolgeld
op de openbare lagere scholen, waarom
trent in het College van B. en Ws. geen
eenstemmigheid bestaat, zullen zij ander
maal het advies inwinnen van de Plaatse
lijke Schoolcommissie.
b. Middelbaar Onderwijs. De cursus
1912/13 aan de H. B.-School voor Jongens
ving 1 September j.l. aan, met:
121 leerlingen a, 60,== ƒ7440.
76 „3420.
8 150 1200.
5 O 135 675.
12735.
De raming bedroeg f 13020.
De cursus 1912/13 aan de H. B.-School
voor Meisjes ving op 1 September j.l. aan
inet 74 leerlingen, voor wie een opbrengst
aan schoolgeld kan worden geraamd van
j 693h 44.
De raming bedroeg 5703.
De totale opbrengst ad 19366.44 over
treft de raming ad ƒ18816 derhalve met
in ronde som j 850.
c. Voor het Gymnasium. De cursus
1912/13 ving aan met:
81 leerlingen a ICO 8100.
48 75 3600.
ƒ11700.
De raming bedroeg ƒ1122.3; deze wordt
derhalve met 475 overtroffen.
Het artikel kan^uitsdien met 850 +- ƒ475
d. 1. met 1325 worden verhoogd.
Hoofdelijke omslag. Ëen der led?n
vraagt, of het voornemen bestaat, nu het
vermenigvuldig-cijfer hopger moet worden,
dezeUÖe regeling te handhaven dan wel
hooger progressie voor te snellen.
Daargelaten de vraag of meerdere pro-
agressie voor een stal als Leiden verant
woord zou 'zijn, wordt,van andere zijden,
"opgemerkt, dat thans het tijdstip daartoe
al zeer ongunstig zou zijn gekozen.
Door meer dan een lid werden de vol
gende opmerkingen gemaakt, waartoe de er
varing, de commissie ..voor- de, reclames op
gedaan, hun aanleiding had gegeven
lo. zou het geen aanbeveling verdienen-
voor onderhoudskosten van gebouwde eigen
dommen een vast percentage van de brato-
opbrengst aan te nemen en dit- percentage
in de verordening neer te leggen
De practijk der bèlastirigen schijnt over
een cijfer van 15pUt. over de brutó-op-
brengst vrij eenstemmig te zijn.
2o, Aanslag naar het mixldencijfer van
elke klasse brengt steeds mee, dat de laag-
s!e inkomens van die klasse moeten bijpas
sen wat van de hoogere te weinig geheven
wordt. Een vernauwing van de grenzen van
de klassen, vooral ook voor de laagste in
komens, schijnt gewensclit.
3o. Bij de berekening van het inkomen
van inspecteurs en agenten van politie en
van brugwachters, wordt tot nu toe in re
kening gebracht recpectievelijk f 100, f 85
en f65, voor dienstkleeding, Deze bedragen
schijnen te hoog. Z'jn Burgemeester en Wet
houders niet mede van oordeel, dat het
-verschil tusschen de kosten van ambts- en
knrgerkleeding beschouwd moet worden als
c nkosten, noodig voor de uitoefening van
het beroep?
4o. Het komt billijk voor, dat assurantie-
penningen bij de berekening van het zuiver
inkomen in mindering mogen worden ge
bracht.
5o. Bij krankzinnigheid en in bijzondere
gevallen van een belastingschuldige bleek
het gewenscht dat de mogelijkheid besta,
ontheffing te verleenen.
Gevraagd werd of Burgemeester en Wet
houders hieraan hun aandacht zouden
willen schenken.
Of het vermenigvuldigingscijfer voor het
jaar 1914 hooger moet worden, dan voor dit
jaar is vastgesteld,, is thaus nog niet met
zekerheid te zeggen, te minder nu B. en
Ws. binnenkort een voorstel tot wijziging
der heffingsvordering aanhangig zullen ma-,
ken. Invoering van progressie achten zij,
zooals reeds bij de Algemee'ne Beschouwin
gen werd opgemerkt, thans niet gewenscht.
Al de verdere opmerkingen zullen bij het
zooeven vermelde voorstel tot wijziging der
verordening, regelende de heffing der pl.
directe belasting onder de oogen worden
gezien.
Uitgaven.
Jaarwedden van de Wethou
ders. Door een lid werd verhooging der
jaarwedde der Wethouders bepleit, waar
tegen werd aangevoerd dat, ook indien dc
financiën der gemeente veroorloofden,
daarvoor een bezoldiging vast te stellen, die
het mogelijk maakte te eischen dat de ti
tularissen zich geheel aan de zaken der ge
meente zouden wijden, noodwendig, ook in
verband met het onzekere der positie,
daaraan pensionncering zou moeten verbon
den worden en het dan nog een open vraag
zou zijn, of de voor het -ambt meest ge-
wenschte personen zich in dat geval beschik
baar zouden stellen.
Een lid verklaarde niet te begrijpen
waarom hierover weid gesprokenhij
bracht hulde aan Burgemeester en Wethou
ders en vond dat zij altijd hun plichten goed
hadden gedaan.
Over de hier gemaakte opmerkingen be
treffende de jaarwedde der wethouders en
het in het leven roepen eener pensioenre
geling voor hen, meenen B. en Ws. zich uit
den. aard der zaak van antwoord te moeten
onthouden.
Druk- en bindwerk. Door een
lid werd aangedrongen, met het oog op be
zuiniging op de jaarlijks terug koerende kos
ten, op beperking van den omvang van het
gemeenteverslag, althans van de daarbij
verschijnende bijlagen, waarvan niet de ge-
heele inhoud van genoegzaam belang werd
geacht om de kosten van het drukken te
rechtvaardigen. Deze meening \ond steun.
Naar beperking van den omvang van het
gemeenteverslag en de daarbij behoorende
bijlagen zal zooveel mogelijk worden ge
streefd. Ook zal aan dé besturen der li
chamen en vereenigingeri, waarvan een ver
slag in het gemeenteverslag wordt opgeno
men, worden verzocht hun verslagen zooveel
mogelijk te bekorten. Aldus het antwoord
van B. en Ws.
Ko sten van het Archief Een lid
vraagt, met verwijzing naar pag. 2, 5 en 6
van heb laatste verslag der Commissie, of
de Resultaten van den wetenschappelijken
arbeid door de ambtenaren van. het ar
chief in gemeentetijd verricht, voor zooverre
die niet van gemeentewege worden gepu
bliceerd, ook ter beschikking van de leden
van den Raad worden gesteld.
De bedoeling van deze vraag is B. en Ws.
niet recht duidelijk. Steeds wordt aan al
len, dus ook aan de ambtenaren ten ar-
chievc, die onderzoekingen doen in het ar
chief, de verplichting opgelegd om een
exemplaar van het te publiceéren werk,
aan het archief af te staan. Dit exemplaar
is voor alle belangstellenden aldaar ter in
zage, dus ook voor de leden van den Ge
meenteraad.
Jaarwedde van den Commissa
ris van politie. Een lid vroeg of juist
is, dat de Commissaris van politie bij het
op min of meer onhebbelijke wrijze in het
openbaar verwijderen van een agent van
politie, die zich in zijn vrijen tijd op het
feestterrein, het Schuttersveld, bevond bij
de viering der onafhankelijkheidsfeesten,
een bedenkelijk gemis aan tact om met zijn
ondergeschikte om te gaan, heeft aan-
den dag gelegd.
Een ander lid vraagt of de politie in het
algemeen niet te slap tegen dc bestuurders
der eleetrisehe tramwagens optreedt. Met
name had het zijnaandacht getrokken, dat
tiju ns de taptoe de tram zich door een
dn .te menschenmenigte bewoog.
Up dc eerste vraag kan bezwaarlijk een
antwoord van hun College worden ver
langd, aangezien zij den inwendlgen dienst
der politie betreft en als zoodanig uitslui
tend tot de competentie van den Burge
meester behoort, menen B. en W.s.
Dat de politie in het algemeen te slap
optreedt tegen de bestuurders der eleetri
sehe tramwagens, kan n^et worden toegege
ven. Op den avond van dè taptoe is het ver
keer met de tram zoolang mogelijk toege
staan, teneinde het tramverkeer van en
naar hetstation, zco min mogelijk té be-'
moeilijken. Met de Directie der Tramweg-
Mij. was een afspraak gemaakt die door
een der wagenbestuurders niet is nageko
men die daardoor te ver doorreed tijdens
de taptoe.
On d e r h o u d van lantaarns en an
dere verlichting. De vraag werd
gedaan of proeven zijn genomen met pers-
gas, zoo ja, tot welke resultaten die proe
ven hebben geleid; terwijl de opmerking
werd gemaakt,, dat de redactie van de toe
lichting van de post aanleiding geeft tot de
verkeerde gevolgtrekking als zou het be
drag, dat de gemeente voor haar openbare
verlichting wil beschikbaar stellen, worden
bepaald door haar leverancierde Stede
lijke Fabrieken.
Naar Commissarissen der Stedelijke Fa
brieken van G en E. B. en Ws. mededee-
len heeft het ruim een jaar in hun bedoeling
gelegen, proeven met persgas te doen ne
men. Alvorens echter tot de uitvoering van
deze proeven over te gaan, met welke niet
onbelangrijke uitgaven zouden gemoeid
zijn, is nauwkeurig nagegaan, welke, resul
taten met bovenbedoelde verlichting kon
den worden verkregen.
.Het bleek bij nader onderzoek, dat pers-
gas geschikt is te achten voor verlichting
van groote pleinen en straten met druk
verkeer, waar de behoefte aan een inten
sieve verlichting zich doet gevoelen.
Bij de beschouwing van de financieele
zijde is echter een belangrijke factor, dat
voor de toepassing van persgasverlichting
een speciale pomp-instalkitie en distributie
leiding benoodigd is, zoodat het gebruik
pas economisch kan worden bij toepassing
op vrij groote schaal.
De verkeersw 'gen te Leiden, waar aan
een flinke verlichting behoefte bestaat., zijn
nu voor het grootste gedeelte reeds van een
moderne straatverlichting, welke minstens
met persgasverlichting gelijkwaardig is,
voorzien. Gedacht wordt, aan den Stations
weg, de Steenstraat, fde Prinsessekade, de
Breestraat, de Hoogewoerd, enz. Voor de
punten,: rlie nog overblijven, -zullen de kos
ten van de voor persgas noodigé speciale
installatie vermoedelijk per lamp vrij hoog
worden.
Bovendien is in den laatstén tijd een
nieuwe intensief-gaslamp op dc a voorgrond
getreden, die wat verlichting betreft, on
geveer gelijkwaardig met persgasverlichting
is, echter het voordeel bezit, dat ze geen
verdere bijzondere installatie als boven
bedoeld vereischt.
In dit stadium leek Commissarissen een
proef neming.met persgas minder gewenscht
maar achtten zij het doelmatiger nadere
resultaten met bovenbedoelde z.g. lagedrulc
intensief lampen af te wachten en in deze
richting de proefnemingen voort te zetten.
Deze proefnemingen zijn thans bij de Di
rectie der Stedelijke Fabrieken van Gas en
electriciteit ir. voorbereiding.
Kosten van de bouwpolitie en het woning
onderzoek. De vraag w-erd gedaan of juist
is, zooals men meende te weten, dab de amb
tenaren, verbonden aan dezen bak van dienst
werk doen voor partioulieren.
B. en Ws. antwoordden hier c 1 opdat
den betrokken ambtenaren is opgedragen
zich ten deze stipt aan hun instructiën -se
houden.
Kosten van heb slac. thuis en van keuring
van slachtvee en vleesch. Een lid dvong
aan op - een meer commercieele exploit? tic
vaji den ijsverkoop en gaf als zijn oordeel
te kennen, dtft het gewenscht ware op de
exploitatierekening van heb slachthuis het-
zelfee percentage rente te berekenen als de
gemeente betaalt voor de leeningen, die
ten behoeve van het slachthuis hebben ge
diend.
Met de Commiss'e voor het Openbaar
Slachthuis zijn B. en Ws. van oordeel, dat de
invoering van een commercieele exploita
tie van den ijsverkoop alleen niet mogelijk
is. De ijisfabrioafcie staat toch in zóó nauw
verband met andere onderdeden van liet
slaohthuisbedrijf (bijv. de koelinrichting),
dat het ondoenlijk is de bedrijfkosten van
die gezamelijke onderdeelen zoo te splitsen
dat een eenigszins betrouwbare rekening
voor de ijsfabricatie alleen wordt verkregen.
0 Bovendien zou gesteld al dat de moge
lijkheid van invoering bestond een com-
_mercieele exploitatie" van den ijsverkoop
alleen weinig nut hebben, indien niet te
vens* de andere onderdeelen van het sL'- ht-
huisbedrijf op een zelfde wijze werden geëx
ploiteerd.
Intusschen kunnen wij hieraan toevoegen,
dat een plan tot commeroieéle exploitatie
van het geheels bedrijf sedert eeni~?n tijd bij
de Commissie voor het slachthuis aanhangig
is en dat daarbij uit den aard der zaak ook
de commercieele exploitatie van den ijsver
koop zal worden overwogen.
Kosten van keuring van de overige levens
middelen. Het had de aandacht van een
der leden getrokken, dat het aantal door
de keuringsdienst in de gemeente genomen
monsters afneemt; hij vroeg hieromtrent
opheldering.
Het aantal monsters eet- en drinkwaren
in de afgeloopen jaren door den Keurings
dienst onderzocht heeft bedragen
in 1908, 5787in 1909, G039in 1910, C085
in 1911, 7100; in 1912. 5981.
Inderdaad is dus het aantal monsters, in
1912' genomen, niet onbelangrijk kleiner dan
dat in 1911, doch verschilt anderzijds sléchts
zeer weinig van het. in 1910 genomen aantal.
De waargenomen teruggang moet voor het
grootste deel worden toegeschreven aan de
omstandigheid dat in 1912 geen volon
tairs op het laboratorium werkzaam waren.
Ook dient te worden opgemerkt, dat in
hot algemeen het aantal onderzochte mon-,
sters een ree«r onbetrouwbare maatstaf is
voor de werkzaamheid van een Keurings
dienst, daar dit aantal gemakkelijk sterk
kan worden opgevoerd, indien men zich tot
een oppervlakkig onderzoek der monsters
beperkt. Juist in een stad als Leiden, waar
in tal van artikelen de grovere vervalschin-
gen zijn verdwenen en men dus op liet voor
komen van meer geraffineerde knoeierijen
bedacht moet zijn, mag men zich tot een
oppervlakkig onderzoek allerminst bepalen
en wordt deoontróle reeds meer'verscherpt,
al wordt zij daardoor tevens veel meer tijd-
roovènd.
Jaarwedden van het personeel ten dienste
van het beheer der openbare werken, voor
zoover niet onder de .volgende .-artikelen be
grepen. Een lid vroeg ol* 'D bezoldi
ging van den directeur en den ingenieur der
gemeentewerken thans niet in aanmerking
komt voor verhooging, wordende die bezol
diging voor een gemeente als Leiden te ge
ring geacht.
Daartegenover werd in een andere sectie
door een lid en met die opmerking werd
uitdrukkelijk door een ander lid instemming
betuigd verklaard dat wanneer mocht,
blijken dat na-iet de rapporteurs ook de di-
recteuv van gemeentewerken voor het groot
verschil tusschen de heg roofing van de ge
meente rein icing en de werkelijke kosten ver-
antwoordelük moet worden gesteld, dit voor
hem genoegzame aanleiding zal zijn om te
gen die verhooging van diens salaris te
stommen.
Een dezer dagen aldus het antwoord van
B. en Ws. zal een voorstal tot wijziging van
de verordening, regelende de bezoldiging
van de aan het bureau va-n Gemeentewerken
en van dat voor het Bouw- en Woningonder-
zoek verbonden ambtenaren bij worden
ingediend. D" hier gemaakt" onmerkingen
kunnen daarbij ter snrake komen.
P. van der Velden, veehandelaar, te Pur-
mevend.
H. J. Hendriks, koopman en winkelier in
gramophones, te Haarlem, handelende on«<
der de firma Gcbr. Hendriks,
J. W. van Genechtcn, aannemer te Hel
mond.
P. J. van Veen, kruidenier cn koopman,
Amsterdam.
Mijnheer de Redacteur!
Verleen mij s. v. p. nogmaals plaats
ruimte in Gw Blad.
Wel, wel, Mijnheer de Redacteur, wat
slaat die „Een uit het volk", die er géén
:één is, dóór. Wanneer deze geachte inzen
der zich niet in het gcheele ingezonden
stuk van een bepaalde richting had doen
kennen (getuige ziin slot ,,dat alles om
9 uur ge'-indigd is", geëindigd zij" had
beter in °tijl geweest), zou ik hem voor
anti-nationalist houden. Ten minste bij hem
schijnen geen d e g e 1 ij k e beweegredenen
té zijn tot feestvieren, en ieder goed'Ke-
derlander (Leiden telt er, gezien de vele
ingezonden stukken cn vragen, velen), zal
ernstige gronden hebben om deze, voor ons
volk zoo belangrijke gebeurtenis te hei
denken.
Ik wensch den geachten inzender en do
commissie, wanneer zij zijn plannen ove'-
neemt, zeer veel succes. Naar miïn smaak
is het echter nog veel onsmakelijker dan
het voorloopig programma.
Gaarne zou ook ik e'en on ander dienst
baar maken aan de volksbeschaving, maar
wie zal nu zoo kinderlik zijn te denken,
dat van de voorstellen van inzender óénig
nut is te verwachten; zoolang er uit die
klasse zelf niet een drang daarnaar merk
baar is, is het alles „botertje aan de
galg".
Mijnheer schijnt erg gejeeerd te zijn teg.;«
jool en pret, on Mijnheer de Redacteur
dat wilde :k juist in het programma zien
bijgevoegd, die belangrijke factor is over
het hoofd gezien.
Inzender, wetende dat de geest des colks
in 't algemeen daarnaar overhelt, oppert
óók dat denkbeeld, echter zeer voorzichtig-
lijk, wanneer hij zegt:„Mocht er dan nog
zoo'n ommegaugetje met muziek (oh foeiv
door de stad bijkomen, dat zou óók wel
aardig zijn".
Mijnheer de Redacteur, ik zou de fe.--.f-
commissie willen voorsteilen er één groot-»
ommegang van te maken met veel inux>k
en dan vooral niet om 9 uren te eindigen
ze zal dan op den dank van de groo.e
massa Leidenaars kunnen rekenen. Gaarne
zou ik ook J. W. S. van repliek 'nebben
gediend; gebrek aan tijd maakt mij da'
echter onmogelijk.
Alleen zou ik dc feestcommissie nog wi'
len aanbevolen, wanneer er geen vcrandc
ring in het programma wordt gebracht,
het geld niet weg te gooien, maar d t v>r
liefdadige doeleinden, bijv. .Schoolkir•«<*!-
vocding' V te gebruiken.
U, Mijnheer de Redacteur, dankend.
K. H. v. F.
Leiden, 16-10-'13.
Mijnheer de Redacteur!
Bij voorbaat mijn dank voor uw verkend.»
plaatsruimte.
In het ingezonden stuk van Donilcrdn.i»
j.l., waar het weer over het feest ter sprake
komt, zou ik willen vragen: Is dat een H al
kander die zoo spreekt? (men behoeft gocu
feest te vieren) maar op plechtige wijze
het féést te laten voorbijgaan.
Zeker ik ben 't met den schrijver eenser
mag in kerken ook wel dienst gehouden
worden, en er mogen wel vergaderingen
belegd worden, maar ook mag er terdege
feest gevierd worden, want het is reeds
honderd jaar geleden, dat ons volk
verlost is uit de tirannie der Fransche
overheersching.
Dus, geachte burgerij, laat ons wachten
totdat de commissie inet een mooi program
ma voor den dag zal komen.
Hiervoor- mijn dank voor de verleende
plaatsruimte, die zich noemt
Hoogachend,
Een jong Oranjeman.
DE VERMETELE.
23i
„Vroeger of later 1 Vroeger of later!"
voegde hij er vroolük bij, Johns droevige
gelaatsuitdrukking opmerkend. Zij hebben
mij nog niet te pakken, hoewel er nu zoo
vel soldaten ronddwalen, zooals dit stuk
rauwe roast-beef zooeven zeide".
„"Wilt gij mij niet meedeelen wat de
Squire u gezegd heeft?"
„Neen, vriend, dat wil ik niet", zeide
Jack op een zeer vriendelijken toon, ter-
vijl hij zijn mooie, witte hand op des smids
schouder legde; „gij. zijt mijn vriend, zoo
als gij weet; gij beslaat mijn paard, gij
zorgt er voor, gij verbergt en helpt mij.
De hemel zegene u daarvoor! Maar van
mijn leven op de heide zal ik u nooit iets
vertellen, wat gij ook gissen moogt. 't Is
beter zoo. Ik wil je niet in gevaar brengen
of in mijn avonturen gewikkeld hebben.
In gevalnuzoo zij mij gevangen
nemen, is het beter voor je, niets te we
ten".
„Maar gij zult vannacht er toch niet op
uitgaan", drong de smid aan met beven
de stem.
„Dat zal ik wel, John Stich!" antwoord
de Bathurst met een zorgeloozen lach,
waarin nu een toon van bitterheid lag,
mijn werk is nu een" koets aan te vallen,
^n beurs te ledigen zeker! Ik wil naar
de heide, mijn vrienddie is, zooals gij
veet, mijn eenig tehuis vóór ik een rust-
Plaats vind daar ginds aan de galg",
John keerde zich zuchtend om en hoorde
dus niet het zachte steunen, dat voortkwam
uit een groot en goed hart, hetwelk bars
tensvol was van verlangen en teleurstelling.
„Mijn schoone, witte roos!Hoe bleek
zag zij er uitEn hoe volmaakt
schoon!Ai mijf zoo slechtJack!
Jack! wees geen dwaas!" voegde hij er
met een korten, diepen zucht bij, „bedenk
het is te laat voor Beau Brocade, om een
droombeeld na te jagen!"
Het gevecht in de smidse.
John Stich bood niet langer tegenstand,
daar hij zoo goed wist, dat zijn liefde mach
teloos was om dien rusteloozen, niets vree-
zenden geest in bedwang te houden daaren
boven was Lady Patience, door Betty ge
volgd, juist door de tuindeur binnen ge
komen.
„Ik zou gaarne weten, beste Stich", zei
de zij, „of mijn koets al iu het gezicht
is. De paarden hebben nu, dunkt mij, lang
genoeg gerust".
„Ik zal eens zien, mylady", zeide John.
Bij den eersten klank harer lieve, melo
dieuze stem had Bathurst zich tot haar
gekeerd en nu rustten zijn oogen met on
verholen bewondering op haar gracieuze
figuur,-schemerig afgeteekend in de al val
lende schaduwen. Zij kreeg ook hem in het
oog en een hevige blos vloog, tegen haar
wil, over haar wangen. Zij trok haar man
tel dicht om zich heen, om het tuiltje witte
rozen, dat zij in haar ceintuur droeg, te
verbergen.
Zoo was er een oogen blik stilte, gedu
rende welke twee harten, beide jong, vurig
en romantisch, ofschoon elkander onbekend,
in volmaakte harmonie klopten.
En toch was ei bij geen van beiden in
dit gewichtig oogenblik van,-hun leven, -
gewichtig, al wisten zij het zelf niet,
eenige gedachte aan liefde. Bij haar was
het nog maar dat heerlijk gevoel van vu u-
welijke belangstelling, vermengd met v fl
eering voor den man, die in haar tegen
woordigheid en om harentwil, zich dapper,
behulpzaam, en vindingrijk had betoond.
Daar was dus een magnetische, .aantrekking,
veroorzaakt door de persoonlijkheid cn vi
taliteit van dien man. Hij leefde, gevoelde,
dacht geheel verschillend van ieder ander
in zijn eigen aparte wereld en zij gevoelde
de magische aantrekking der zonnige na
tuur, van dien vroolijken, gelukkigen, bijna
kindelijken lach, als de oppervlakte boven
den onderstroom van teleurstelling cn
zwaarmoedigheid, die nooit in cynisme was
ontaard.
En bij hom 0 Nu, irt hem was boven alles
een wild. hartstochtelijk verlangenHet
verlangen van een intens lijdend, mensche-
lijk hart, (lat nabij zijn eigen hoogste ideaal
gebracht is en.weet, dat dat ideaal oneindig
ver buiten zijn bereik is.
De gevallen edelman, de bekende held
van nachtelijke avonturen, dief, struikroo-
ver, welk recht had hij haar aan te zien,
haar, de volmaakte belichaming van ware
vrouwelijkheid, de schoone realisatie van
eens mans lieflijkste droomen?
Misschien gevoelde op dit gewichtig
oogenblik, in zijn zorgloos leven, de wilde
avonturier de eerste pijn van vernederden
trots, van dien hoogmoed,die bestaande
wetten had getrotseerd en zich een wet
boek op eigen handje gemaakt had. Hij
verstond ineens de strenge, ijzeren wet,
die van een man vrijheer der schepping,
zooals hij meent te zijn. een slaaf maakt
dierzelfde wetten, die hij tot zijn eigen be
scherming. heeft opgesteld. Beau Brocade,
de roover, sloot zijn oogen en durfde zijn
droombeeld niet langer aanschouwen.
Hij ging naar zijn paard en begon Jack
o'Lanterns zachte neusvleugels te streelen.
Het volgend oogenblik sloeg Stich, die
aan zijn werk was, met plotselingen schrik
zijn oogen op.
„De soldaten!" stiet hij kort uit, „op een
drafde sergeant aan het hoofd en eenige
schaapherders achter hen aan".
Patience begreep eerst niet waar het
dadelijk gevaar was.
„Mijn broeder!" snikte zij angstig uit.
Maar een blik van Bathurst stelde haar
genist.
„Volkomen veilig", sprak hij snel cn be
slist, „een schuilplaats, mij alleen bekend.
Ik geef Uwe Edelheid mijn woord van eer,
dat er niet het allerminste gevaar voor
hem is".
Zoo voelde zij al haar schrik en vrees
verdwijnen.
Maar deze weinige woorden, lot haar ge
ruststelling gesproken, kwamen Bathurst
duur te staan, want in die enkele seconden
had hij verzuimd op zijn paard te springen
en weg te rennen vóór de soldaten de smid
se hadden bereikt, cn zoo zich dc kans op
ontsnapping benomen.
Zooals het nu was, had hij juist den
halster afgedaan en voor hij tijd had om
Jack o'Lantun uit te leiden, klonk de stom
\nn den sergeent dicht hij de deur, schreeu
wend als buiten adem:
„Voorwaarts! Snel! Arresteert dien
man
„John, mijn zwaard! Voor uw leven!"
was terstond Bathurst s antwoord op dat
bevel.
Stich vloog naar een hoek van de smo
derij. Lady Patience slaakte een kreet.
Terstond begreep zij, dat, om eenige reden,
die zij niet geheel kon begrijpen, do man,
die een uur geleden haar broeder uit de.
hand dier soldaten gered had, nu zelf
in 't grootste gevaar was.
Jack greep snel het zwaard, dat de smid
hem bracht, en het met dc punt in den
grond voor hem stekend, keurde hij met
zichtbare voldoening het gehalte van liet
staal.
't Was geen momeDt te vroeg, want do
van het draven hijgende, orn de hem gebak
ken poets woedende sergeant,, was al in
de open deur met twee zijner manschappen.
Gevangen als een rat in den val, was
Jack gereed tot den strijd. In den grond
der zaak was hij misschien blij, dat de om
standigheden hem niet gedwongen hadden
dit nieuwe gevaar voor hem zelf te ont
vlieden. Zoo hij alleen was geweest, had hij
misschien willen ontvluchten, maar voor
haar wilde hij vechten.
„Alle duivels!" riep hij vrooÜjk uit, „zie-,
daar mijn vriend, den sergeant".
„Gij zondt mij als oen gek om een bood
schap", schreeuwde deze zoo hard als zijn
kort adem hem toeliet, „en ik geloof, dat
gij zelf een dier rebellen zijtin elfc geval
zult gij u voor den magistraat moeten ver
antwoorden.
(Wordt vervolgd).