Ho. I64S9. Anno 1913 Faillissementen. Ingezonden. FEUILLETON. ï5ean JE5i*oearle. ZaiiIBSCH DAGBLAD, Sï&ter&SLg' 18 October. Tweede Blad. AlgemGsn Sectisverslag met het ant woord van B. en Ws. ii. Inkomsten. Huur of pacht van landerijen Een lid klaagt dat door het verhuren van het ter rein aan den Zoeterwoudschen Singel ten behoeve van circus .Sidoli, hetwelk dat terrein in deplorabelen toestand achterliet, verschillende clubs geruimen tijd van het gebruik verstoten zijn geweest. Van andere zijde wérd geantwoord, dat dc vaste gebruikers weten, dat een onttrek ken aan. hun gebruik hun boven het hoofd hangt en de gemeente volkomen terecht tracht, eénige inkomsten van dit terrein te krijgen. B. en Ws. sluiten zich bij dit laatste lid aan. Bovendien is slechts een gedeelte van het terrein tijdelijk onbespeelbaar geweest. Schoolgelden. Een lid dringt aan op do heffing van evenredig schoolgeld. Over de heffing van evenredig schoolgeld op de openbare lagere scholen, waarom trent in het College van B. en Ws. geen eenstemmigheid bestaat, zullen zij ander maal het advies inwinnen van de Plaatse lijke Schoolcommissie. b. Middelbaar Onderwijs. De cursus 1912/13 aan de H. B.-School voor Jongens ving 1 September j.l. aan, met: 121 leerlingen a, 60,== ƒ7440. 76 „3420. 8 150 1200. 5 O 135 675. 12735. De raming bedroeg f 13020. De cursus 1912/13 aan de H. B.-School voor Meisjes ving op 1 September j.l. aan inet 74 leerlingen, voor wie een opbrengst aan schoolgeld kan worden geraamd van j 693h 44. De raming bedroeg 5703. De totale opbrengst ad 19366.44 over treft de raming ad ƒ18816 derhalve met in ronde som j 850. c. Voor het Gymnasium. De cursus 1912/13 ving aan met: 81 leerlingen a ICO 8100. 48 75 3600. ƒ11700. De raming bedroeg ƒ1122.3; deze wordt derhalve met 475 overtroffen. Het artikel kan^uitsdien met 850 +- ƒ475 d. 1. met 1325 worden verhoogd. Hoofdelijke omslag. Ëen der led?n vraagt, of het voornemen bestaat, nu het vermenigvuldig-cijfer hopger moet worden, dezeUÖe regeling te handhaven dan wel hooger progressie voor te snellen. Daargelaten de vraag of meerdere pro- agressie voor een stal als Leiden verant woord zou 'zijn, wordt,van andere zijden, "opgemerkt, dat thans het tijdstip daartoe al zeer ongunstig zou zijn gekozen. Door meer dan een lid werden de vol gende opmerkingen gemaakt, waartoe de er varing, de commissie ..voor- de, reclames op gedaan, hun aanleiding had gegeven lo. zou het geen aanbeveling verdienen- voor onderhoudskosten van gebouwde eigen dommen een vast percentage van de brato- opbrengst aan te nemen en dit- percentage in de verordening neer te leggen De practijk der bèlastirigen schijnt over een cijfer van 15pUt. over de brutó-op- brengst vrij eenstemmig te zijn. 2o, Aanslag naar het mixldencijfer van elke klasse brengt steeds mee, dat de laag- s!e inkomens van die klasse moeten bijpas sen wat van de hoogere te weinig geheven wordt. Een vernauwing van de grenzen van de klassen, vooral ook voor de laagste in komens, schijnt gewensclit. 3o. Bij de berekening van het inkomen van inspecteurs en agenten van politie en van brugwachters, wordt tot nu toe in re kening gebracht recpectievelijk f 100, f 85 en f65, voor dienstkleeding, Deze bedragen schijnen te hoog. Z'jn Burgemeester en Wet houders niet mede van oordeel, dat het -verschil tusschen de kosten van ambts- en knrgerkleeding beschouwd moet worden als c nkosten, noodig voor de uitoefening van het beroep? 4o. Het komt billijk voor, dat assurantie- penningen bij de berekening van het zuiver inkomen in mindering mogen worden ge bracht. 5o. Bij krankzinnigheid en in bijzondere gevallen van een belastingschuldige bleek het gewenscht dat de mogelijkheid besta, ontheffing te verleenen. Gevraagd werd of Burgemeester en Wet houders hieraan hun aandacht zouden willen schenken. Of het vermenigvuldigingscijfer voor het jaar 1914 hooger moet worden, dan voor dit jaar is vastgesteld,, is thaus nog niet met zekerheid te zeggen, te minder nu B. en Ws. binnenkort een voorstel tot wijziging der heffingsvordering aanhangig zullen ma-, ken. Invoering van progressie achten zij, zooals reeds bij de Algemee'ne Beschouwin gen werd opgemerkt, thans niet gewenscht. Al de verdere opmerkingen zullen bij het zooeven vermelde voorstel tot wijziging der verordening, regelende de heffing der pl. directe belasting onder de oogen worden gezien. Uitgaven. Jaarwedden van de Wethou ders. Door een lid werd verhooging der jaarwedde der Wethouders bepleit, waar tegen werd aangevoerd dat, ook indien dc financiën der gemeente veroorloofden, daarvoor een bezoldiging vast te stellen, die het mogelijk maakte te eischen dat de ti tularissen zich geheel aan de zaken der ge meente zouden wijden, noodwendig, ook in verband met het onzekere der positie, daaraan pensionncering zou moeten verbon den worden en het dan nog een open vraag zou zijn, of de voor het -ambt meest ge- wenschte personen zich in dat geval beschik baar zouden stellen. Een lid verklaarde niet te begrijpen waarom hierover weid gesprokenhij bracht hulde aan Burgemeester en Wethou ders en vond dat zij altijd hun plichten goed hadden gedaan. Over de hier gemaakte opmerkingen be treffende de jaarwedde der wethouders en het in het leven roepen eener pensioenre geling voor hen, meenen B. en Ws. zich uit den. aard der zaak van antwoord te moeten onthouden. Druk- en bindwerk. Door een lid werd aangedrongen, met het oog op be zuiniging op de jaarlijks terug koerende kos ten, op beperking van den omvang van het gemeenteverslag, althans van de daarbij verschijnende bijlagen, waarvan niet de ge- heele inhoud van genoegzaam belang werd geacht om de kosten van het drukken te rechtvaardigen. Deze meening \ond steun. Naar beperking van den omvang van het gemeenteverslag en de daarbij behoorende bijlagen zal zooveel mogelijk worden ge streefd. Ook zal aan dé besturen der li chamen en vereenigingeri, waarvan een ver slag in het gemeenteverslag wordt opgeno men, worden verzocht hun verslagen zooveel mogelijk te bekorten. Aldus het antwoord van B. en Ws. Ko sten van het Archief Een lid vraagt, met verwijzing naar pag. 2, 5 en 6 van heb laatste verslag der Commissie, of de Resultaten van den wetenschappelijken arbeid door de ambtenaren van. het ar chief in gemeentetijd verricht, voor zooverre die niet van gemeentewege worden gepu bliceerd, ook ter beschikking van de leden van den Raad worden gesteld. De bedoeling van deze vraag is B. en Ws. niet recht duidelijk. Steeds wordt aan al len, dus ook aan de ambtenaren ten ar- chievc, die onderzoekingen doen in het ar chief, de verplichting opgelegd om een exemplaar van het te publiceéren werk, aan het archief af te staan. Dit exemplaar is voor alle belangstellenden aldaar ter in zage, dus ook voor de leden van den Ge meenteraad. Jaarwedde van den Commissa ris van politie. Een lid vroeg of juist is, dat de Commissaris van politie bij het op min of meer onhebbelijke wrijze in het openbaar verwijderen van een agent van politie, die zich in zijn vrijen tijd op het feestterrein, het Schuttersveld, bevond bij de viering der onafhankelijkheidsfeesten, een bedenkelijk gemis aan tact om met zijn ondergeschikte om te gaan, heeft aan- den dag gelegd. Een ander lid vraagt of de politie in het algemeen niet te slap tegen dc bestuurders der eleetrisehe tramwagens optreedt. Met name had het zijnaandacht getrokken, dat tiju ns de taptoe de tram zich door een dn .te menschenmenigte bewoog. Up dc eerste vraag kan bezwaarlijk een antwoord van hun College worden ver langd, aangezien zij den inwendlgen dienst der politie betreft en als zoodanig uitslui tend tot de competentie van den Burge meester behoort, menen B. en W.s. Dat de politie in het algemeen te slap optreedt tegen de bestuurders der eleetri sehe tramwagens, kan n^et worden toegege ven. Op den avond van dè taptoe is het ver keer met de tram zoolang mogelijk toege staan, teneinde het tramverkeer van en naar hetstation, zco min mogelijk té be-' moeilijken. Met de Directie der Tramweg- Mij. was een afspraak gemaakt die door een der wagenbestuurders niet is nageko men die daardoor te ver doorreed tijdens de taptoe. On d e r h o u d van lantaarns en an dere verlichting. De vraag werd gedaan of proeven zijn genomen met pers- gas, zoo ja, tot welke resultaten die proe ven hebben geleid; terwijl de opmerking werd gemaakt,, dat de redactie van de toe lichting van de post aanleiding geeft tot de verkeerde gevolgtrekking als zou het be drag, dat de gemeente voor haar openbare verlichting wil beschikbaar stellen, worden bepaald door haar leverancierde Stede lijke Fabrieken. Naar Commissarissen der Stedelijke Fa brieken van G en E. B. en Ws. mededee- len heeft het ruim een jaar in hun bedoeling gelegen, proeven met persgas te doen ne men. Alvorens echter tot de uitvoering van deze proeven over te gaan, met welke niet onbelangrijke uitgaven zouden gemoeid zijn, is nauwkeurig nagegaan, welke, resul taten met bovenbedoelde verlichting kon den worden verkregen. .Het bleek bij nader onderzoek, dat pers- gas geschikt is te achten voor verlichting van groote pleinen en straten met druk verkeer, waar de behoefte aan een inten sieve verlichting zich doet gevoelen. Bij de beschouwing van de financieele zijde is echter een belangrijke factor, dat voor de toepassing van persgasverlichting een speciale pomp-instalkitie en distributie leiding benoodigd is, zoodat het gebruik pas economisch kan worden bij toepassing op vrij groote schaal. De verkeersw 'gen te Leiden, waar aan een flinke verlichting behoefte bestaat., zijn nu voor het grootste gedeelte reeds van een moderne straatverlichting, welke minstens met persgasverlichting gelijkwaardig is, voorzien. Gedacht wordt, aan den Stations weg, de Steenstraat, fde Prinsessekade, de Breestraat, de Hoogewoerd, enz. Voor de punten,: rlie nog overblijven, -zullen de kos ten van de voor persgas noodigé speciale installatie vermoedelijk per lamp vrij hoog worden. Bovendien is in den laatstén tijd een nieuwe intensief-gaslamp op dc a voorgrond getreden, die wat verlichting betreft, on geveer gelijkwaardig met persgasverlichting is, echter het voordeel bezit, dat ze geen verdere bijzondere installatie als boven bedoeld vereischt. In dit stadium leek Commissarissen een proef neming.met persgas minder gewenscht maar achtten zij het doelmatiger nadere resultaten met bovenbedoelde z.g. lagedrulc intensief lampen af te wachten en in deze richting de proefnemingen voort te zetten. Deze proefnemingen zijn thans bij de Di rectie der Stedelijke Fabrieken van Gas en electriciteit ir. voorbereiding. Kosten van de bouwpolitie en het woning onderzoek. De vraag w-erd gedaan of juist is, zooals men meende te weten, dab de amb tenaren, verbonden aan dezen bak van dienst werk doen voor partioulieren. B. en Ws. antwoordden hier c 1 opdat den betrokken ambtenaren is opgedragen zich ten deze stipt aan hun instructiën -se houden. Kosten van heb slac. thuis en van keuring van slachtvee en vleesch. Een lid dvong aan op - een meer commercieele exploit? tic vaji den ijsverkoop en gaf als zijn oordeel te kennen, dtft het gewenscht ware op de exploitatierekening van heb slachthuis het- zelfee percentage rente te berekenen als de gemeente betaalt voor de leeningen, die ten behoeve van het slachthuis hebben ge diend. Met de Commiss'e voor het Openbaar Slachthuis zijn B. en Ws. van oordeel, dat de invoering van een commercieele exploita tie van den ijsverkoop alleen niet mogelijk is. De ijisfabrioafcie staat toch in zóó nauw verband met andere onderdeden van liet slaohthuisbedrijf (bijv. de koelinrichting), dat het ondoenlijk is de bedrijfkosten van die gezamelijke onderdeelen zoo te splitsen dat een eenigszins betrouwbare rekening voor de ijsfabricatie alleen wordt verkregen. 0 Bovendien zou gesteld al dat de moge lijkheid van invoering bestond een com- _mercieele exploitatie" van den ijsverkoop alleen weinig nut hebben, indien niet te vens* de andere onderdeelen van het sL'- ht- huisbedrijf op een zelfde wijze werden geëx ploiteerd. Intusschen kunnen wij hieraan toevoegen, dat een plan tot commeroieéle exploitatie van het geheels bedrijf sedert eeni~?n tijd bij de Commissie voor het slachthuis aanhangig is en dat daarbij uit den aard der zaak ook de commercieele exploitatie van den ijsver koop zal worden overwogen. Kosten van keuring van de overige levens middelen. Het had de aandacht van een der leden getrokken, dat het aantal door de keuringsdienst in de gemeente genomen monsters afneemt; hij vroeg hieromtrent opheldering. Het aantal monsters eet- en drinkwaren in de afgeloopen jaren door den Keurings dienst onderzocht heeft bedragen in 1908, 5787in 1909, G039in 1910, C085 in 1911, 7100; in 1912. 5981. Inderdaad is dus het aantal monsters, in 1912' genomen, niet onbelangrijk kleiner dan dat in 1911, doch verschilt anderzijds sléchts zeer weinig van het. in 1910 genomen aantal. De waargenomen teruggang moet voor het grootste deel worden toegeschreven aan de omstandigheid dat in 1912 geen volon tairs op het laboratorium werkzaam waren. Ook dient te worden opgemerkt, dat in hot algemeen het aantal onderzochte mon-, sters een ree«r onbetrouwbare maatstaf is voor de werkzaamheid van een Keurings dienst, daar dit aantal gemakkelijk sterk kan worden opgevoerd, indien men zich tot een oppervlakkig onderzoek der monsters beperkt. Juist in een stad als Leiden, waar in tal van artikelen de grovere vervalschin- gen zijn verdwenen en men dus op liet voor komen van meer geraffineerde knoeierijen bedacht moet zijn, mag men zich tot een oppervlakkig onderzoek allerminst bepalen en wordt deoontróle reeds meer'verscherpt, al wordt zij daardoor tevens veel meer tijd- roovènd. Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken, voor zoover niet onder de .volgende .-artikelen be grepen. Een lid vroeg ol* 'D bezoldi ging van den directeur en den ingenieur der gemeentewerken thans niet in aanmerking komt voor verhooging, wordende die bezol diging voor een gemeente als Leiden te ge ring geacht. Daartegenover werd in een andere sectie door een lid en met die opmerking werd uitdrukkelijk door een ander lid instemming betuigd verklaard dat wanneer mocht, blijken dat na-iet de rapporteurs ook de di- recteuv van gemeentewerken voor het groot verschil tusschen de heg roofing van de ge meente rein icing en de werkelijke kosten ver- antwoordelük moet worden gesteld, dit voor hem genoegzame aanleiding zal zijn om te gen die verhooging van diens salaris te stommen. Een dezer dagen aldus het antwoord van B. en Ws. zal een voorstal tot wijziging van de verordening, regelende de bezoldiging van de aan het bureau va-n Gemeentewerken en van dat voor het Bouw- en Woningonder- zoek verbonden ambtenaren bij worden ingediend. D" hier gemaakt" onmerkingen kunnen daarbij ter snrake komen. P. van der Velden, veehandelaar, te Pur- mevend. H. J. Hendriks, koopman en winkelier in gramophones, te Haarlem, handelende on«< der de firma Gcbr. Hendriks, J. W. van Genechtcn, aannemer te Hel mond. P. J. van Veen, kruidenier cn koopman, Amsterdam. Mijnheer de Redacteur! Verleen mij s. v. p. nogmaals plaats ruimte in Gw Blad. Wel, wel, Mijnheer de Redacteur, wat slaat die „Een uit het volk", die er géén :één is, dóór. Wanneer deze geachte inzen der zich niet in het gcheele ingezonden stuk van een bepaalde richting had doen kennen (getuige ziin slot ,,dat alles om 9 uur ge'-indigd is", geëindigd zij" had beter in °tijl geweest), zou ik hem voor anti-nationalist houden. Ten minste bij hem schijnen geen d e g e 1 ij k e beweegredenen té zijn tot feestvieren, en ieder goed'Ke- derlander (Leiden telt er, gezien de vele ingezonden stukken cn vragen, velen), zal ernstige gronden hebben om deze, voor ons volk zoo belangrijke gebeurtenis te hei denken. Ik wensch den geachten inzender en do commissie, wanneer zij zijn plannen ove'- neemt, zeer veel succes. Naar miïn smaak is het echter nog veel onsmakelijker dan het voorloopig programma. Gaarne zou ook ik e'en on ander dienst baar maken aan de volksbeschaving, maar wie zal nu zoo kinderlik zijn te denken, dat van de voorstellen van inzender óénig nut is te verwachten; zoolang er uit die klasse zelf niet een drang daarnaar merk baar is, is het alles „botertje aan de galg". Mijnheer schijnt erg gejeeerd te zijn teg.;« jool en pret, on Mijnheer de Redacteur dat wilde :k juist in het programma zien bijgevoegd, die belangrijke factor is over het hoofd gezien. Inzender, wetende dat de geest des colks in 't algemeen daarnaar overhelt, oppert óók dat denkbeeld, echter zeer voorzichtig- lijk, wanneer hij zegt:„Mocht er dan nog zoo'n ommegaugetje met muziek (oh foeiv door de stad bijkomen, dat zou óók wel aardig zijn". Mijnheer de Redacteur, ik zou de fe.--.f- commissie willen voorsteilen er één groot-» ommegang van te maken met veel inux>k en dan vooral niet om 9 uren te eindigen ze zal dan op den dank van de groo.e massa Leidenaars kunnen rekenen. Gaarne zou ik ook J. W. S. van repliek 'nebben gediend; gebrek aan tijd maakt mij da' echter onmogelijk. Alleen zou ik dc feestcommissie nog wi' len aanbevolen, wanneer er geen vcrandc ring in het programma wordt gebracht, het geld niet weg te gooien, maar d t v>r liefdadige doeleinden, bijv. .Schoolkir•«<*!- vocding' V te gebruiken. U, Mijnheer de Redacteur, dankend. K. H. v. F. Leiden, 16-10-'13. Mijnheer de Redacteur! Bij voorbaat mijn dank voor uw verkend.» plaatsruimte. In het ingezonden stuk van Donilcrdn.i» j.l., waar het weer over het feest ter sprake komt, zou ik willen vragen: Is dat een H al kander die zoo spreekt? (men behoeft gocu feest te vieren) maar op plechtige wijze het féést te laten voorbijgaan. Zeker ik ben 't met den schrijver eenser mag in kerken ook wel dienst gehouden worden, en er mogen wel vergaderingen belegd worden, maar ook mag er terdege feest gevierd worden, want het is reeds honderd jaar geleden, dat ons volk verlost is uit de tirannie der Fransche overheersching. Dus, geachte burgerij, laat ons wachten totdat de commissie inet een mooi program ma voor den dag zal komen. Hiervoor- mijn dank voor de verleende plaatsruimte, die zich noemt Hoogachend, Een jong Oranjeman. DE VERMETELE. 23i „Vroeger of later 1 Vroeger of later!" voegde hij er vroolük bij, Johns droevige gelaatsuitdrukking opmerkend. Zij hebben mij nog niet te pakken, hoewel er nu zoo vel soldaten ronddwalen, zooals dit stuk rauwe roast-beef zooeven zeide". „"Wilt gij mij niet meedeelen wat de Squire u gezegd heeft?" „Neen, vriend, dat wil ik niet", zeide Jack op een zeer vriendelijken toon, ter- vijl hij zijn mooie, witte hand op des smids schouder legde; „gij. zijt mijn vriend, zoo als gij weet; gij beslaat mijn paard, gij zorgt er voor, gij verbergt en helpt mij. De hemel zegene u daarvoor! Maar van mijn leven op de heide zal ik u nooit iets vertellen, wat gij ook gissen moogt. 't Is beter zoo. Ik wil je niet in gevaar brengen of in mijn avonturen gewikkeld hebben. In gevalnuzoo zij mij gevangen nemen, is het beter voor je, niets te we ten". „Maar gij zult vannacht er toch niet op uitgaan", drong de smid aan met beven de stem. „Dat zal ik wel, John Stich!" antwoord de Bathurst met een zorgeloozen lach, waarin nu een toon van bitterheid lag, mijn werk is nu een" koets aan te vallen, ^n beurs te ledigen zeker! Ik wil naar de heide, mijn vrienddie is, zooals gij veet, mijn eenig tehuis vóór ik een rust- Plaats vind daar ginds aan de galg", John keerde zich zuchtend om en hoorde dus niet het zachte steunen, dat voortkwam uit een groot en goed hart, hetwelk bars tensvol was van verlangen en teleurstelling. „Mijn schoone, witte roos!Hoe bleek zag zij er uitEn hoe volmaakt schoon!Ai mijf zoo slechtJack! Jack! wees geen dwaas!" voegde hij er met een korten, diepen zucht bij, „bedenk het is te laat voor Beau Brocade, om een droombeeld na te jagen!" Het gevecht in de smidse. John Stich bood niet langer tegenstand, daar hij zoo goed wist, dat zijn liefde mach teloos was om dien rusteloozen, niets vree- zenden geest in bedwang te houden daaren boven was Lady Patience, door Betty ge volgd, juist door de tuindeur binnen ge komen. „Ik zou gaarne weten, beste Stich", zei de zij, „of mijn koets al iu het gezicht is. De paarden hebben nu, dunkt mij, lang genoeg gerust". „Ik zal eens zien, mylady", zeide John. Bij den eersten klank harer lieve, melo dieuze stem had Bathurst zich tot haar gekeerd en nu rustten zijn oogen met on verholen bewondering op haar gracieuze figuur,-schemerig afgeteekend in de al val lende schaduwen. Zij kreeg ook hem in het oog en een hevige blos vloog, tegen haar wil, over haar wangen. Zij trok haar man tel dicht om zich heen, om het tuiltje witte rozen, dat zij in haar ceintuur droeg, te verbergen. Zoo was er een oogen blik stilte, gedu rende welke twee harten, beide jong, vurig en romantisch, ofschoon elkander onbekend, in volmaakte harmonie klopten. En toch was ei bij geen van beiden in dit gewichtig oogenblik van,-hun leven, - gewichtig, al wisten zij het zelf niet, eenige gedachte aan liefde. Bij haar was het nog maar dat heerlijk gevoel van vu u- welijke belangstelling, vermengd met v fl eering voor den man, die in haar tegen woordigheid en om harentwil, zich dapper, behulpzaam, en vindingrijk had betoond. Daar was dus een magnetische, .aantrekking, veroorzaakt door de persoonlijkheid cn vi taliteit van dien man. Hij leefde, gevoelde, dacht geheel verschillend van ieder ander in zijn eigen aparte wereld en zij gevoelde de magische aantrekking der zonnige na tuur, van dien vroolijken, gelukkigen, bijna kindelijken lach, als de oppervlakte boven den onderstroom van teleurstelling cn zwaarmoedigheid, die nooit in cynisme was ontaard. En bij hom 0 Nu, irt hem was boven alles een wild. hartstochtelijk verlangenHet verlangen van een intens lijdend, mensche- lijk hart, (lat nabij zijn eigen hoogste ideaal gebracht is en.weet, dat dat ideaal oneindig ver buiten zijn bereik is. De gevallen edelman, de bekende held van nachtelijke avonturen, dief, struikroo- ver, welk recht had hij haar aan te zien, haar, de volmaakte belichaming van ware vrouwelijkheid, de schoone realisatie van eens mans lieflijkste droomen? Misschien gevoelde op dit gewichtig oogenblik, in zijn zorgloos leven, de wilde avonturier de eerste pijn van vernederden trots, van dien hoogmoed,die bestaande wetten had getrotseerd en zich een wet boek op eigen handje gemaakt had. Hij verstond ineens de strenge, ijzeren wet, die van een man vrijheer der schepping, zooals hij meent te zijn. een slaaf maakt dierzelfde wetten, die hij tot zijn eigen be scherming. heeft opgesteld. Beau Brocade, de roover, sloot zijn oogen en durfde zijn droombeeld niet langer aanschouwen. Hij ging naar zijn paard en begon Jack o'Lanterns zachte neusvleugels te streelen. Het volgend oogenblik sloeg Stich, die aan zijn werk was, met plotselingen schrik zijn oogen op. „De soldaten!" stiet hij kort uit, „op een drafde sergeant aan het hoofd en eenige schaapherders achter hen aan". Patience begreep eerst niet waar het dadelijk gevaar was. „Mijn broeder!" snikte zij angstig uit. Maar een blik van Bathurst stelde haar genist. „Volkomen veilig", sprak hij snel cn be slist, „een schuilplaats, mij alleen bekend. Ik geef Uwe Edelheid mijn woord van eer, dat er niet het allerminste gevaar voor hem is". Zoo voelde zij al haar schrik en vrees verdwijnen. Maar deze weinige woorden, lot haar ge ruststelling gesproken, kwamen Bathurst duur te staan, want in die enkele seconden had hij verzuimd op zijn paard te springen en weg te rennen vóór de soldaten de smid se hadden bereikt, cn zoo zich dc kans op ontsnapping benomen. Zooals het nu was, had hij juist den halster afgedaan en voor hij tijd had om Jack o'Lantun uit te leiden, klonk de stom \nn den sergeent dicht hij de deur, schreeu wend als buiten adem: „Voorwaarts! Snel! Arresteert dien man „John, mijn zwaard! Voor uw leven!" was terstond Bathurst s antwoord op dat bevel. Stich vloog naar een hoek van de smo derij. Lady Patience slaakte een kreet. Terstond begreep zij, dat, om eenige reden, die zij niet geheel kon begrijpen, do man, die een uur geleden haar broeder uit de. hand dier soldaten gered had, nu zelf in 't grootste gevaar was. Jack greep snel het zwaard, dat de smid hem bracht, en het met dc punt in den grond voor hem stekend, keurde hij met zichtbare voldoening het gehalte van liet staal. 't Was geen momeDt te vroeg, want do van het draven hijgende, orn de hem gebak ken poets woedende sergeant,, was al in de open deur met twee zijner manschappen. Gevangen als een rat in den val, was Jack gereed tot den strijd. In den grond der zaak was hij misschien blij, dat de om standigheden hem niet gedwongen hadden dit nieuwe gevaar voor hem zelf te ont vlieden. Zoo hij alleen was geweest, had hij misschien willen ontvluchten, maar voor haar wilde hij vechten. „Alle duivels!" riep hij vrooÜjk uit, „zie-, daar mijn vriend, den sergeant". „Gij zondt mij als oen gek om een bood schap", schreeuwde deze zoo hard als zijn kort adem hem toeliet, „en ik geloof, dat gij zelf een dier rebellen zijtin elfc geval zult gij u voor den magistraat moeten ver antwoorden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 9