PERSOVERZICHT. De GiiafhaDkeliikheidsleesten op de dorpen. Burgerljjke Stand. vocht dien dag een zege ten zuid-oosten van Leipzig én wist uieer westwaarts op te dringen. Den volgenden dag bleef het mistig, doch den ISden had de groote slag plaats, toen werd de strijd beslist. Ver woed is er gevochten. De Franscheii streden als leeuwen, des te mffediger toen ze hun bondgenooten tot den vijand zagen over- loopen. Hun macht was evenwel te klein ten aan het eind van het gevecht kon do Oostenrijksche opperbevelhebber aau de- ver bonden vorsten op de plek, die sedert de Monarchenheuvcl heet, meedeelen dat Na poleon geslagen was. Aan een vreeselijke vervolging konden de Fransclie troepen niet ontkomen. Op een verschrikkelijke wijze is fe-r onder hen huisgehouden en de enkele afbeelding van de Grimmaische poort te Leipzig spreekt bockdeelen. Hier, niet meer op het slagveld, zulk een tooneel to zien. De slachting moet zóó VTeeselijk zijn ge weest, dat de Saksische koning van het balkon van zijn paleis protesteerde tegen de daden de? Saksische soldaten, zeide zich ie schamen over zulke onderdanen. Het was de haat tegen den man, die vele jaren bijna alles in Europa naar zijn band kon zetten, die de soldaten der ver bondenen tot hun gruweldaden bracht. Doch de Franscbe keizdr was geslagen len een der gevolgen van den slag bij Leipzig is, wat wij thans alter-vege in ons land herdenken: het herstel onzer onafhankelijk heid. Ware de slag van Leipzig door de verbondenen verloren, do Novembcr-beweging zou ongetwijfeld achterwege zijn gebleven. Heel in 't kort hebben we hier een feit uit do geschiedenis aangehaald, dat. ook in Duitsc'hland tot een herdenking aanlei ding gaf: Op het slagveld van Leipzig is e;n(grpctseh monument verrezen. Den 16den October zijn de plechtigheden ter herden king vap den Vol korens lag aangevangen en heden zal het monument, waarvan we hier 0en afbeelding geven, worden onthuld. 't Zijn. slechts bekende feiten, die we hier meedeelden, doch' die we niet konden na laten op dezen dag even in herinnering te brengen,; daarbij tevens o. m. ecnige afbeel dingen gevend van personen, die in dien, groeten strijd een rol speelden. vrouwenkiesrecht en dat slechts een sterk© strooming onder de Katholieken, onder de Katholieke vrouwen vooral, ten gunste van vrouwenkiesrecht ontbreekt. Zij wijst er op, hoe de Katholieken in het buitenland ver schillend oordeelen over het vrouwenkies recht en herinnert vooral aan hetgeen mon seigneur dr. Alexander Giesswein, lid van het Hongaarschle parlement, in twee door het hoofdbestuur der Ver. voor Vrouwen kiesrecht belegde vergaderingen zeide om trent het vrouwenkiesrecht. Monseigneur Gi&sswein's eigen ervaring van tientallen sociaal werk leerde hem, dat niets goeds tot stand komt als mannen en vrouwen niet sa menwerken. Daarvoor, opdat dit goed kan geschieden, hebben de vrouwen meer rechten noodig- Een Katholiek bieschop heeft reeds ge zegd: ,,Sont bons Chrétiens, qui sont bons démocratie". Monseigneur Giesswei. voegt daaraan toe: „Sont bons Chretiens, qui sont bons feministes". Hij zeids verder o. a.„Veel, zeer vee! moet "li onze maatschappij verY-terc! wor den, vóór die in waarheid christ dijk z-il zi;n. Waar geen gelijke moraal voor be «de geslach ten is, daar is het christendom een leugen Het wetboek ya.n Napoleon, waar ook in Ne derland nog maar al te veel uit bewaard bleef, 1*6 in rijn wezen anti-chris-telnk. Napo leon ging van de onchristelijke stelling uit, dat de vrouw den man toebehoort, gelijk een vruchtboom aan den hovenier. Het is christ©.. plicht te protesteeren tegen wetten, in dezen tijd nog gehandhaafd, die aan zulk een mee ning haar oorsprong ontleenen. Mijn plicht Volgend, ben ik het gebied van het feminis me binnengetreden. Zonder politieke macht lean de vrouw de zedelijke verbeteringen niet helpen tot stand brengen, die zij wenscht. Het vrouwenkiesrecht is zedelijk goed. Het zal de politiek veredelen. De man nen vatten die te veel op, als gold het „za ken doen." Moederlijkheid is, wat aan de vrouwen in de eerste plaats eigen 13. Moeder lijkheid is een eigenschap van hart en van gemoed. Die moederlijkheid moge, als de vrouwen haar rechten krijgen, aan wat nu eenzijdig mannelijk, ruw en hard is. aan de politiek ten goede komen. V ij willen, dat de vrouwen vrouwen blijven. Zeker en ge wis. Tn vele christelijke landen zien wij, dat de uitoefening van politieke rechten de echte, ware vrouwelijkheid eerder baat dan schaadt." Men weet, dat de brievengaarder van Castricura, de heer Res, zeven weken in voorarrest werd gehouden, ver dacht van postdiefstal, en dat de onschuld des heeren Res gebleken is. Het geval geeft „H et Huisgezin" aanleiding het volgende op te merken Mistasten, kan den beste, dus ook de justitie overkomen. De vraag is slechts, of de ambtenaar te Alkmaar zijn optreden kan verantwoor den- of er voor het arresteeren en in-ar- rest houden voldoende termen waren. Deze zaak zaL ongetwijfeld bij de be grooting van Justitie ter sprake komen en blijve dus hier rusten. Een andere vraag is, of den heer Res voldoening zal worden geschonken voor de stoffelijke en moreele schade, door hem geleden. Dit is een zaak, waarvoor het volksge weten veel voelt. En een andere vraag is, of, met dit ge val voor oogen, niet een regeling dient ge troffen ten behoeve van voorloopig gear resteerden, die uit de preventieve hechte nis worden ontslagen. De zaak is ongetwijfeld zeer moeilijk, vermits alle gevallen niet op één lijn te stellen zijn. Zoo is heel wat anders het geval van den heer Res, een achtenswaardig burger, wiens onschuld is bewezen, en dat van het een of ander slecht aangeschreven sujet, dat men ten slotte loslaat, omdat men het bewijs niet heeft, ofschoon men van zijn schuld vast overtuigd is. Daarom zal een algemeene regeling wellicht op groote bezwaren stuiten. Bevredigd zou intusschen het volksge weten worden, indieD het mocht ervaren, dat aan iemand van onbesproken gedrag, ten onrechte verdacht en ten onrechte op gesloten, op de ruimste en meest loyale wijze voldoening werd geschonken. Het geleden leed is niet ongedaan te ma ken, maar wat de overheid vermag om het te doen vergeten, late zij niet na. In „Het V aderland" wordt er op gewezen, dat, wanneer het najaar aan breekt, dan voor de dorpspredikan ten wederom de tijd van het officieele huis bezoek gekomen is. „In gedachten", schrijft het blad, „zien wij ze zwerven langs velden en wegen, d<*zc ambtsdragers der gemeenten. Zij hebben te trappen door het mulle zand, of te bagge ren door de modder. Zij moeten balancee- ren over smalle vonders, waaraan een wrak ke leuning geen steunpunt geeft voor de hand en waar dikwerf alles, wat op leuning gelijkt, ontbreekt. Zij moeten springen over droge of niet droge slooten en een sport- lievende jonge dominee kan dan de lenig heid van zijn ouderling bewonderen. Ver hit hebben rij dikwerf te zitten in tochtige kamers. Wij wenschen u, broeders, toeeen ge zonde physiek, een sterk hoofd en een warm hartAlle drie hebt ge bij dezen arbeid noodig. Een gezond lichaam is een eerste vereischte. Uit.wat wij zeiden volgt dit al reeds. Bovenal moeten deze rondgaanden hebben een sterke maag, want menig ge meentelid acht zich beleedigd, als te zijnen huize niet een kopje koffie of thee wordt verorberd. En als rnen des morgens van ne gen uren af tot des namiddags een uren of vic, vijf, schier onafgebroken, deze dran ken heeft te gebruiken, dan kan men niet alleen den smaak voor dagen verliezen, maar de nadeelige gevolgen laten rich ook wel op andere wijze gevoelen. Dat een vas te wil aan hot verzwelgen dezer massa's dan paal en perk stelle Een sterk hoofd behoeft de predikant daarnevens, want vervult de ouderling vaak de zwijgende rol, dominee moet een praatj.e over zich hebben, het gesprek gaande kun nen houden, wat bij dertig a veertig visites niet altijd gemakkelijk valt. Een warm haTt, vol geduld en lankmoe digheid, dat met liefde allerlei beuzelarijen en ook wel onhebbelijkheden, en femelarijen verdraagt. Want maakt de herder zich boos, dan is het een verloren dag. Met tact heeft hij dus op te treden zijn standpunt behou dend, zijn waardigheid niet te grabbel gooiend, en duidelijk bij de aanwezigen het besef opwekkende, dat, al loopt het gesprek ovor de meest gewone onderwerpen, men niet enkel en alleen gekomen is ora een buurpraatje te" houden. Hiervoor rust de verantwoordelijkheid speciaal op den ouder ling. Het is mij eens overkomen, dat een ouderling, die gewoonlijk het Oosteinde met mij afliep, het Westeinde wenschte te bezoeken. Nadat wij een paar visites hadden afgelegd, begreep ik de reden. De man vroeg zoo spoedig mogelijk naar het vee, speciaal naar de varkens, en de menschen, die den handel rooken, waren doof voor an dere dingen. „Ja zie je", zei de broeder nog ten overvloede, „ik moet een varken heb ben, die op het Oosteinde ken ik allemaal, die op «het Westeinde niet, daarom wou ik nu met je gaan." Het behoeft niet gezegd te worden, dat het een verloren dag was, waaraan ik gauw een einde maakte. Maar, zoo vraagt wellicht een, wat nut heeft het geheele huisbezoek, dat afjagen van een gemeente Veel verheffends kan er toch niet in liggen? Yan hoog belang in ethischen of religieuzen zin kunnen de ge voerde gesprekken niet zijn? Gaarne geven wij deze dingen toe, maar toch is daarmede dat officieel© huisbezoek niet geoorloofd. Hooger staat heb officieuze bezoek, als uit zichzelven de predikant bij de leden der gemeente binnentreedt. Hij is dan niet zoo gehaast, kan zich vrijer geven en wat niet al. Doch ten eerste, het is een oud gebruik en noodeloos moet men vooral buiten aan zulke dingen niet tornen. Het groote voor deel is, dat men alle huizen binnengaat; waarlijk, dat is om verschillende reden dik werf geen aangename taak, maar het geeft tóch het besef aan de bezochten, dat de Kerk hen niet vergeet, al vergeten rij zei ven de kerk wel, en dit kan somwijlen van goeden invloed zijn. Ernstige gesprekken kunnen niet overal gevoerd worden, dat behoeft ook niet. Men leert elkander kennen en als er voor een gezin blijde dagen aanbreken of een tijd van droefheid heerscht, dan kan de herder meer ongedwongen deélen in lief cn leed. Elkander is meu niet vreemd- Daarom, broeder, wordt u zegen tocgewenscht op dezen arbeid, welken onze Kerk steeds heeft voorgestaan De „Stichtsche Courant" schrijft: De socialisten weteiï wel wat ze doen, als ze zoo met kracht de openbare school verdedigen. Die school wordt bij den dag meer hun school. Tot voor eenige jaren bestond er een af zonderlijke vereeniging van socialistische openbare onderwijzers, maar die afzonder lijke organisatie is ontbonden, en „H e t Y ol k" juichte die ontbinding toe. Yan rijn standpunt zeer terecht. Het blad zag helder in, dat de Bond in zijn geheel in socialistische richting stevende. En het socialisme zou immers veel meer profijt kunnen trekken van de stille doorwerking van het socialistisch beginsel in den groo- ten Bond, dan van de actie van een kleinen kring, die onder socialistische vlag voer. Thans acht men blijkbaar het oogenblik gekomen, om op het groote schip van den Bond zelf de socialistische vlag te hijschen. Het socialisme is thans regeeringspartij het Kabinet is van de S.-D. A.-P. afhanke lijk. Mr. Troelstra is vice-voorritter der Ka mer. Nu het socialisme tot zulk een machts positie is gekomen, denken de heeren van den Bond blijkbaarthans kunnen wij vrij uit ons socialistisch beginsel in onze banier schrijven. Het socialisme is regeeringspar tij waarom zou de regeeringsschool nu niet rond er voor uitkomen, dat zij is de socialis tische school. Uit „De Banier": Het kan niet worden ontkend, dab er onder de leden der C h r.-H i s t. Unie een geest van ontevred en h eid, zoo niet van verzet merkbaar is, té gen den loop der zaak, bekend onder den naam van politiek en electoraal accoord tusschen de rechtsche partijen. Wij hebben de reden, die hiertoe zienderoogen moesten leiden, betreurd, eer de slagen waren geval len, die aanleiding gaven tot liet bekende resultaat. De toeleg was wellicht al te doorzichtig, n.l. dat de anti-rev. partij, die tot 23 zetels was uitgegroeid, naar nog meer haakte en zelfs aanvankelijk nog 3, later 2 zetels voor zich opeischte en op het machtige leeuwendeel van de zwakke districten krachtens het accoord cn haar organisatie nog bovendien beslag lei zonder eenige rekening te houden met den geest der bevolking. Wij hebben meer dan eens tegen deze regeling gewaarschuwd, niet om te marchandeeren over een paar Kamerzetels, maar omdat hier een recht matige ontstemming moest ontstaan bij dat deel des volks, dat zich niet- bij anti-rev., noch zelfs bij de Christ.-Histori- schen had aangesloten, maar toch het naast aan laatstgenoemden was verwant. Afgescheiden' toch van alle plaatselijke overwegingen en beroep op histor.ache rechten werd dc rekening opgemaakt en de navolgende conclusie daaraan verbonden: de Chr.-IIist. Unie moet, ondanks haar v°r- beterde organisatie, in een hocV: worden gedrongen met verlies van 2 a 3 zetels f n dc anti-rev. partij aangroeien bij de elec torale overeenkomst tot 25 a30 zetels en wel met de krachtige en onverdeelde hulp der Chr.-Hist. partij, die zichzeif al- zóó in de praktijk tot een parti negligee zou verlagen, waarmede in sommige aan toonbare gevallen geenerlei rekening- be hoefde te worden gehouden. liet behoef'; geen betoog, dat vele ver maan en in dc C.-H. Unie zich niet. met die rol wenschen te vergenoegen. z^eUs ook de leden van het Hoofdbestuur, die te goeder trouw tot de handhaving van het electoraal accoord en alzoo van de coalitie opwekten, erkenden dat hetongelijk aan den kant der Unie was, doch bewilligden nolens volens, „omdat de A.-R. V. «of dr. Kuyper) niets anders wilde". Welnu w ij weten, wat w ij dan willen en „wijl willen anders" zoo klonken de openlijke stemmen van uit Ede, Ommen en Leiden (óók elders, óók in ons gewest) enwat wij reeds als in vreeZe v«»^r- speldeD, het kwam ook anders, en de partij, die het onderste uit de kan wensch te, viel „het deksel op den neus". Bejammer dit, zooveel ge wilt," er is voorshands niets aan te doen. Nu Leiden zich opmaken gaat voor de feestviering van het Onafhankelijkheids- feest, zoo schrijft men ons, kan het op rijn plaats wezen om eens een overzicht te geven van de feesten op de dorpen, rondom onze Sleutelstad, met de meeste geestdrift ge vierd. De verslagen daarover hebben soms ruim en breed die feestviering beschrevenin vee! gevallen wat toch wel anders kon is over sommige figuren, die bijzonder goed uitkwamen, te weinig ten gceds gte?—-1 het geen een fout is, die verholpen dient te wor den. De dorpen Noordwijk en Katwijk, die door hun ligging een voorsprong hadden, om de landings-werkelijkheid zoo getrouw mpgelijk nabij te komen, staan daarin voor aan, al kan men niet zeggen in cL verdere afspeling weer gevonétan te hebben het en- thusiasme,dat ongetwijfeld een eeuw gele don ons „vrij geworden volk" bezielde. Het .was meer de geschiedenis van één dag dan van een tijdperk. Wel was de aankomst ter zee een machtig oogenblik, en heerschtc er spanning, doch een spontaan uitjubelen, zooals het had kunnen en moeten zijn, bleef te vee-1 achterwege bij de ontknooping. Of het machtsvertoon van den zeestoomer en het kanongebulder imponeerden te veel de menigte, dan wel misschien men voelde zicb niét vrij- genoeg. Yoorsohoten vierde het feest cn zijn manier en ontving rijn nieuwen Ambachts heer. Nog woont daar een Ambachtsheer nog bestaat daar het nu aan de gemeente beboerend Ambachtshuis; en deze herinne ring aan oude heerlijkheid bracht de inwo ners op het denkbeeld door het inhalen van dien Ambachtsheer op het Ambachtshuis een geschiedends, nog voortlevend, in feeststem ming te vieren. De lichtstoet, die hierbij geleide deed, deed een goeden inzet door zijn plechtigheid. Doch boven dit alles ging de verlichting, waarvoor de Lindelaan zich wel uitstekend leende, en waarop de verlichting gieconcen- treerd was; dbch men moest ook verbaasd staan wat daar gepresteerd werd op gebied van muziek en zang; de feestelijke stem ming, en de goede organisatie van het feest. Over Warmond had ik liever maar gezwegen. Het feestende dorp" van kunst en smaak, van willen en kunnendat onder gewone omstandigheden, als nergens feest gevierd wordt, in staat ïs Steedsche feesten te organiseeren, kwam zoo poover voor den da.e. da-t men er verbaasd over was. En hoe dat kwam? Een daarnaar gevraagde gaf ten antwoord„Omdat er stemming geweest is. is er g e e n stemming." Eén catagorie van menschen kan geen na tionaal feest vieren daaraan moet ieder mee doenandere slaagt het niet. Hiervan hebben andere plaatsen het be wijs geleverd. Sassenheim, Lisse en Hi 1 le go m hebben achtereen volgens in de bloem bollenstreek een uitstekend figuur gemaakt, en daar de optochten in vele opdichten ge lijk wanen leemen deze er zich wel toe om een vergelijking te treffen. Lisse stond in deze bovenaan, maar dat moest. Niet iedere plaats kan feestvieren. Lisse kan het wel, en Sassenheim is op dat gebied nu in.betere conditie gekomen. In sommige dingen schoot men er werkelijk te kort. Aan enkele gespannen mankeerde nogal iets en aan meer personen was de nieuwe ling ook vaak te bemerken. In eenige der hoofdfiguren was echter zoo'n gelijkenis en keurige uitbeelding ge troffen, dat dit dubbel goed gemaakt werd voor overige tekortkomingenen zoo kan geen enkele plaats, zelfs Den Haag niet, aanspraak maken op een Napolconfiguur als men daar zag. Gestalte, zacht gebogen figuur, somber in gedachte voor zich uit starend, en toch een niets ontgaande speur- dersblik om zoch heen werpend. Zóó moet Napoleon er hebben uitgezien, toen hij van de Beresina terugkwam. De soldaat van vóór honderd jaar zou uitgeroepen hebben „c'est l'empereur". Een beter uitbeelding is niet voorgekomen. Sassenheim heeft gewild een stuk geschie denis te geven, en dat ie haar volkomen ge lukt, want ook de Prinsen werden prachtig voorgestelden figuren als Hortense de Beauharnais en Marie Louise blijven licht punten van dezen optocht. Dat Lisse overtrof, zat 'm in de routine, die men daar heeft vèrkregen. De deftig heid cn goede uitbeelding, dié meer bijzon der bij de hoofdpersonen gevonden werd te Sassenheim, zat hier in geheel de deelne mende groepen en. personen. De praalwagens te Lisse gaven een goed idee van het sarnenstellingsvermogcn en den smaak van de Lissesche bevolking. De praalwagen van „Strijd en Yrede" maakte een overweldigenden indruk. Een aangename frischheid ging uit van de zacht heid van dien vredesengel en de strijdvaar digheid van die oorlogsgodin en hun omge ving terwijl het decoratief het volmaakte nabij kwam. Het „Driemanschap" was hier uitstekend in rolen de bruiloft van „Kloris en Roos je", die men wel eens aantrof als een wilde horde, legde hier een bedaarde en bezadig de vroolijkheid aan den dag, die geheel in het kader paste. Dat Kaat Mossel een sigarette aansta.-*, en den rook door den neus liet gaan, daardoor verradend, dat zij in het gewone leven een „man" was; nu ja! Dat overigens de damespaard rijdsters op onzen dorpen nagenoeg onbekend, zich als zoodanig als rijdsters van kennis ontpop* ten is meerderen opgevallen. In verlichting en versiering is door al dief plaatsen gewedijverd voor t beste. Sassenheim won het ver bij de particulie* re verlichting Hillegom bij de hoofdstraten, Lisse stak in het een zoowel ali in het an* dere beiden plaatsen naar de kroon, zonder echter te kunnen overvleugelen. Als laatste plaats, die een optocht, heti bespreken waard, organiseerde, kwam Voorhout voor den dag. En wel de kleinste geenszins de minste. Op den voorgrond geplaatst, dat over een vierde ongeveer kon beschikt wordetf van de bedragen, die andere gemeenten daarvoor beschikbaar hadden, is 't daan voorbeeldig geweest. Een „reuzenoptocht" liet zich een enthu* siast'burger ontvallen, en voor daar, waar ook. Daar was historie in, maar niet dor en dof. Er was op kwistige wijze met groep' en bloemen gewerkt, wat jeugd en frisch heid aanbracht. Er was een afwisseling, die nu telkens datzelfde deed genieten. Napo leon in een besneeuwde slede vluchtend, iets ongemeens zeker. De palmplanten, die de Nederlandsche Maagd op haar praalwa gen vol symboliek omgavenj trof men ook op meerdere wagens, en „Justitia" moet zelf in Gentsche-Tentoonstellingspalmcn ge schitterd hebben. En dat alles, werd verzekerd, was uit sluitend eigen ontwerp en uitvoering, eni zou een goed figuur gemaakt hebben in ectf stadsoptocht. Eigenaardig is, dat iedere optocht, latei; gehouden, weer op een of ander gebied be ter was, zoodat men zich de ondervinding van andere plaatsen ten nutte maakte, zijr» voordcel er mede deed. Zoeterwoude ook heeft uitgeblon ken, twee dagen en twee avonden lang, inelj fijnen optocht, prachtige illuminatie, licht stoet en- ongedwongen feestvreugde. Van' het uitsteken der vlag aldaar op den toren heeft heel het land vernomen. Nog wat orer de feestviering te zcggedV waarin Oegstgeest en de dorpen in de Rijnstreek zoo'n kranig aandeel had den Nog ditover het algemeen was men in de feestvreugde één. Waar de ruimte de feestgelegenheden te klein was zat mei, gezelligsoms midden op straat. Det* geheelen avond een zingende, dansende menschenmenigte op de straten en in feest lokalen. 't Was in de dorpen volop feest BOSKOOP G o b o r e d: Corstiaan,Z vau G. van Oijen en A. M. Lhost. Nieolaus, Z. van W. da Wit en G Houd ij r. Wjlhelmina Johanna. D. van HL G. Matho: en A. H B. Faaij. Maait e, U. van J. Stapper en A.Geers Cornells Maarten. Z. v nP. Vuijk en E Jonge rui. Dirkr Albeit, Z. van A. P-. Cornelia en W. Goudk^d;. Overleden: Klaas Stéil ai fc 2 j. Maria Vrijenhoef, 77 j., wed. van B. B Felix. Gehuwd: L. v. d. Sta re 21 i. en G. Burrrman 22 LlSSE. Geboren: Hendnka Johann'. D. vap P. J. Hoogkamer en Ai. W. Salman. doJoindc^ Z. vau G. Leuven en C. v. d; llocst. Advia* Petronella. D.vsn 11. V/a^enaar en H. vau Zeist.— Fia ciscus Al hortus, Z. van G Lascaris en M. Vreeburg. Leon rdus Wilhelmus, Z. vau O. J, v. d. Hulst en K. v. d. i erg. Jacobus HeniiiTus, Z. van G. Th liuhboseh en G. van Giaven. Ondertrouwd: G. van Wetten en Q van Velzen. OU L)S HOORN. Bevallen: C. van't Hoff geil» Duiker L). J. van Ti iest geb. Renes 2. Overleden: G. van Leeuwen IS G e h u w d: G. v. d. Ent3S en G. Goeneveld 33f. REEUWTJK. Bevallen: A v. d. Star geb* Veikleij SASSENHEIM. Overleden: PelionellaBink horst, 73 i, wed. van U. Mens. MariaSasanD», 17 j., 0. vau H. D. Perfors eu J. M. Bosma. Geboren: Amoldus Joseph, 'L. van A Elfrink en E. M. Aaitmaü.— Engelina Clara Maria, 1). van J. v. Kesteren tn C. M Glemeos.Johanna Geer- - truida, D. vao A. J. Blinde en G v. d. Woerd. TER-AAR, Overleden: C. Hogervo. st, ec'utge- noote van J. van der Vlugt. 62 j. Gehuwd: J. van Kessel jm. 33 j. met C. Mi» van Tol id.23 j. VALKENBURG. Gehuwd: A. du Saar 32 f» en A. Kool '22 j Jac. GraveUkainp >7 i.eD Wilh. Houwaart 25 j. Coendert Peet 23 en Huibertha de Jong 20 j. WASSENAAR. Geboren: Johannea Wil helmus, Z. van II. v-n der Ham en M. M. A. van Winden. Bei nardus, Z. van B. Knoop en J. van Jaarsveld. Theodorus Cornel.8, Z. van J. P# Knijnenburg en Th. de Greef. OverledeD:N. J van Wissen Z. 8 m- WOUBRUGGE. Bevallen: G. v n den Akker geb. Bol '2 D. A. AL Kapteijugeb. Otte L A, van Straalen geb. Meeiburg Z G ehu.wd: J. vaa Leeuwen, wedr., 72 i., en C, M. Koot, wed., 63 j. K. Turk )m.2?j.en P. W. Zoetemelk id. 23 j. ZEG W AARD. Ondertrouwd: Chr. Wijsman 42 j. en Elisabeth J. v. :-chie 30-j. te Naaldwijk Fr. J. Vester 24 j. en Maria W. Stigter 24 j. t® Aarlanderveen. Overleden: Maria Cornelia, 13 mD. van J» C. Westgeest en H. M. v. d. Poel. ZOE l'ERM EER. Ondertrouwd: Gijsberfc Groenveld 32 j., te Haarlemmermeer, en Coiueli® t. DOTJ 28 j. Geboren: Geertruida Hendrïka, D. van H Groeneweg en C. v. d. Mei. ZWAMMERD AM- B e val 1 en: W. A. Voelen* turf geb.Eebbm'.c Z. Mr. "Bryan, «te Amerifeiiansche Minister vau Bnitenlaudsctie Zaken* In Frankfurt aan de Main doet oon ver« makèlyke anekdote over mr. Bryan derondeJ De Minister van Buitenland3cbe Zaken van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, dc lieer Bryan, die tevens het beroep van variété- artist uitoefent, wandelde eens met een gids door de etad Frankfurt. Plotseling bleef hy staan en op het s!andbeeld van Goethe vre zende, vroeg by: „Who is that fellow"? „Goeihe", was hot -antwoord. Een poosje moest mr. Bryan nadenken, en toen kwam er peinzend uit: „We call hun Schiller intho State". De anekdote heet historisch, doch doet wel wat vie.'ind aan. Echter valt ts bedenken, dat diezellJe diplomaat b\J een ver-, bigt te Berlijn zich het verschil tussched Duitschland en Pruisen moest laten uitleggen» In een driestar De Kino zegt „D e Standaard" Met ingenomenheid mag geconstateerd, dat de opinie over de Kino in onzen kring in het juiste spoor loopt. Erkend wordt, dat de kino hierin het van het tooneel wint, dat hij geen aeteurs en actrices behoeft, en in verband hiermede gespeentl is aan de karakter vernietigen de en onzedelijke invloeden, die in den too- ne^lkring zoo vaak de acteurs en actrices bederven. Maai* even beslist handhaaft men de over tuiging, dat hetgeen vertoond wordt scha delijk werken kan op het publiek, hetwelk opkomt om het ailoopen van de film te zien. Misbruik sloop al spoedig ook hier in. En vandaar dat vau meetaf de maanstcm te beluisteren viel, om ook bij de Kino alle onzedelijke vertooning te mijden. Niet al leen de sexueel-slechte, maar ook de karak- terbedervende vertooningen. En wat nu het meest bevredigt is, dat men om deze schaduwzijde de Kino niet per se verwierp, maar erkende, dat er een raiddel in geboden was, dat uitstekende diensten kan bewijzen, zelfs op Christelijk terrein. Aleer dan eens toch gaf een rijk ontwik kelde Kino vertooiiingen van „Quo Yadis", van „Pompei's ondergang", van „Sparta's redding", en zooveel meer, die misschien in een enkel opzicht nog verbetering van uit voering behoefden, maar als geheel geno men bezielend en den geest verrijkend werkten. Ook het vertoonen van steden, streken en landschappen, met allerlei natuurtafe- reclen en bedrijven is, voor wie het geld en den tijd mist om veel te reizen, een wezen lijke vcrkwikkeling en uiterst leerzaam. Het verdient dan ook toejuiching, dat steeds ernstiger toeleg zich openbaart, om de Kino onder zoo serieuze controle te stel len, dat men weet waar men zijn moet om liet schadelijke te mijden en het kostelijke te vinden. En zelfs het reeds opgeworpen denkbeeld, om bij heb schoolonderwijs in historie en geographie, en zoo ook bij het godsdienstig onderwijs, bezieling aan de Kino te ontlee nen, belooft allicht winste. Alleen zij men voor zichzelf, en voor zijn kinderen, öp zijn hoede, om niets te wagen, zoolang nog een afdoende zedelijke controle ontbreekt. Is men in de woonplaats, waar ge ver toeft, nog zoo ver niet, weet dan te wach ten. Zelfs eeu oppervlakkige controle kan hier geen waarborg tegen bederf bieden. Wie ook hier ni-:t scherp toeziet, schaadt zichzelf en schaadt anderen door zijn voor beeld. Over de onderwijskwestie Bchrijft „De Standaard": Het is ons een oorzaak van blijdschap dab het denkbeeld, om tot geen revisie van welk artikel van de Grondwet ook mede te werken, ten zij tegelijkertijd Art. 192 van liet onrecht naar het recht worde overgezet, jüeeds meer veld wint. Steeds meer blijkt toch, dat er onder de voorstanders van de Vrije School over de aan te nemen houding inzake de Staats commissie zoo goed als geen verschil van opinie bestaat. Naar we van meer dan één kant, ook bui ten onzen engeren kring, vernemen, schijnt het zelfs vast te staan, dat men onzerzijds geen lidmaatschap van de bedoelde com missie zal kunnen aanvaarden. In het ,,Maandblad van de Ver eeniging voor Vrouwenkies recht" schrijft E. van der Hoeven een artikel, waarin zij het oordeel van verschil lende gezaghebbende Katholieken geeft omtrent vrouwenkiesrecht, om te besluiten, dat er bij de Kathol ie 1'^hi geen prinoipieele bezwaren bestaan tegeu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 6