No. 16454. LEIDSGH DAGBLAD, Maandag* 13 October. tweede Blad. Anno 1910 Telegrammen. FEUILLETON. Beau EJx-ocacle. Gemeentezaken. De ramp vaii de „Yollurno"» LIVERPOOL, 12 Oct. (R. O.*). Een tele gram, door de Cunard-Line van de ,,Caï- mania" ontvangen, meldt, dat er, naar men vermoedt, 136 personen verdronken zijn, die getracht hadden, zich in de reddingbooten der „Volturno" in veiligheid te brengen vóór de ,,Carmania" op de plek van de ramp aankwam. Aan boord van laatstge noemd schip bevindt zich slechts écn over levende van de ramp. De „Carmania" kwam hedenmorgen om 5 uren te Queen- Btown aan Een ander radiogram, afkom stig van de „Caronia", een boot van de Cu- nard Line, meldt, dat de ,,Volturno om acht uren in den avond van 10 October nog steeds brandde. BREMEN, 12 Oct. (R. O.). Het stoom schip „Seydlitz", van de „Norddeutsche Lloyd", seinde draadloos, dat het 46 opva renden van de „Volturno" redde. WEENEN, 12 Oct. (R. O.). De bladen beklagen in woorden van innige deelneming de rampzalige slachtoffers van de ramp aan boord van de „Volturno", en prijzen de brave mannen, die zich met zoo groote of fervaardigheid en met onvermoeide krachts inspanning aan het reddingwerk wijdden. HAVRE, 12 Oct. (R. O.). De kapitein van de „Tourraine" seinde, dat hij Dinsdag morgen de haven hoopt binnen té loopen. Aan boord van zijn schip bevinden zich 42 overlevenden der „Volturno", die onmid dellijk naar Rotterdam gezonden zullen worden. LONDEN, 12 Oct. (R. O.). Een draad loos telegram van de „Carmania" meldt, dat volgens de verklaringen van den gered den Duitscher, Trentepohl, geen der booten van de „Volturno" er in geslaagd is, veilig weg te komen. Alle zijn omgeworpen of ge zonken. Oe BaSkankwestie. Turk ij een Bulgarije. KONSTANTINOPEL, 12 Oct. (R. O.) Men meldt uit wei-ingelichte Turksclie bron, dat de kwestie van Weet-Thracië opgelost is. Bulgarije verplicht zich, alle rechten der Mohammedanen te zullen eerbiedigen. De onder-prefecten en de adjunct-gouver neurs zullen Mohammedanen zijn; de gen darmen zullen uit de plaatselijke bevolking gekozen worden. KONSTANTINOPEL, 12 Oct. (R. O.) De Bulgaarsche gedelegeerden begaven zich heden naar de Porte om aldaar op plechti ge wijze de bekrachtigde verdragen uit te wisselen. F ra n s ch-T urksehe verdrag. KONSTANTINOPEL, 12 Oct. (R. O.) De ministerraad bekrachtigde het Fransch- Turksche verdrag. De opstand in Albanië. VALONA, 12 Oct. (R. O.) Volgens alhier ontvangen berichten had-den tusschen AI- baneezen en Servisch-Montenegrijnsche troe pen verschillende gevechten plaats in de streek tusschen Ipek en Djakova. De Ser viërs en Montegrijnen zouden verslagen zijn, terwijl de Albaneezen Botoucha bezet zouden hebben. CETTINJE, 12 Oct. (R. O.1) Sterke Alba- neesehe benden vielen hedenochtend de Montenegrijnsche troepen over het geheele front van Gousinje tot Djakova aan. De verliezen aan beide zijden zijn aanzeinlijk. De strijd duurt voort. Koning Constant ij n aan t woord. SALONIKI, 11 Oot. (R. O.) De koning passeerde hedenmorgen de revue over het elfde legerkorps en richtte bij doze gele genheid een proclamatie tot het leger waar in hij o.a. zeide: „Een jaar is thans ver loop en sedert gij onder de wapenen werdt OE VERMETELE. 18i Haar oogen zagen hem het eerst, toen hij aan den ingang der smidse gekomen was, en hij maakte een eerbiedige buiging voor haar, terwijl hij met een sierlijke, trotsche beweging zijn driekantigen hoed afnam. Toen barstte hij in lachen uit. „Ha! ha! ha! hier i3 wat moois te doen. John Stich, mijn vriend, waarom ben je uit je humeur?" Hij stond daar in de open deur, terwijl de gouden glans der ondergaande zon zijn losse, gracieuze gestalte omstraalde; zijn eenen arm geslagen om den hals van het mooi© paard, streelden zijn fijn gevormde vingers de zachte, trillende neusvleugels .van het dier. John Stieh had bij den eersten klank van des vreemdelings stem zijn uitdagende hou ding laten varen en een straal van hoop had de dreigende uitdrukking zijner oogen vervangen. „Hoe zoudt gij doen, kapitein, met deze roodrokken in je huis en al hun geklets over rebellen?" „Kapitein?" mompelde de sergeant. „Ja, kapitein Batliurst van Zijner Majes- teits Witte Dragonders", antwoordde de vreemdeling, terwijl hij zijn paard in de Bmidso leidde cn het aan den ingang vast bond. Toen slapte hij vooruit en gaf den sergeant een fermen klap op den rug. „En ik blijf er borg voor, sergeant, dat John Stich geen rebel is, daar ia hij een geroepen om de rechten en de eer van Grie kenland te -erdedigon. Alle verwachtingen overtreffende hebt gij aan Griekenland nieuwe grenzen geschonken, die iedere hoop volle verwachtingen te boven gaan. Gij hebt alles geofferd op het altaar des va derlands en gij zoudt het recht kunnen doen gelden, na zooveel gevaren, ontberingen en lijden uit te rusten. Ik heb u echter nog noodig, teneinde ons het bezit te verzeke ren van hetgeen w!i ten koste van zooveel offers hebben verworven. Het verheugt mij, dab ik mij weder te midden van zulk een leger bevind." ATHENE, 12 Oct. (R. O.) Na afloop van de revue van het 11de legerkorps te Salo- niki richtte de koning zich tot de officieren met de volgende woorden„Ik stel ver trouwen in den ijver en den moed, die gij aan den dag hebt gelegd in den loop der beide oorlogen. Dank zij u zijn wij meester van den toestand op den Balkan geworden. Ik hoop, dat wij deze heerschappij duur zaam zullen handhaven en ben overtuigd, dat gij bereid zult zijn, om, indien dit noo dig mocht blijken, opnieuw de uitnemende hoedanigheden te doen gelden, die gij tot nu toe op zoo heldhaftige wijze hebt ge toond." Frankrijk cn S p a n j e. MADRID, 12 Oct. (R. O.). De koning kwam hier hedenochtend om half tien aan cn toonde zich zeer tevreden over zijn reis. MARSEILLE, 12 Oct. (R. O.). President Poincaré is hier hedenmorgen om 10.05 u. aangekomen. MARSEILLE, 12 Oct. (R. O.). De Han delskamer bood Poincaré een banket aan. De president der Kamer gaf uiting aan de verwachtingen en de nooden van de haven van Marseille, mét liet oog op de concur rentie der buitenlandsche havens. President Poincaré verzekerde den voorzitter van de Handelskamer van de welwillendheid der regeeritig en van het parlement ten aan zien van de vervulling der door Marseille te berde gebrachte wenschen en verlangens. MADRID, 12 Oct. (R. O.). Aan de He rald wordt uit Carthagene gemeld, dat Ro- manones verklaarde, dat de nota, waarin de betrekkingen tusschen Frankrijk en Spanje omschreven worden, betrekking heeft op de algemecne Europeesche poli tiek en het economisch regime in Marokko. Heropening Spaansche Kamer. MADRID, 11 Oct. (R. O.). De Kamer komt op 25 October bijeen. De toestand in Mexico. NEW-YORK, 12 Oct. (R. O.). Een tele gram uit Mexico City meldt, dat de vrien den van Felix Diaz naar Havana een tele gram gezonden hebben, waarin zij hem aan raden, met het oog op den dringenden stand van zaken, niet naar Mexico te komen. De 110 afgevaardigden, die op last van Huerta gearresteerd zijn, bevinden zich nog steeds in de gevangenis. De autoriteiten weten waarschijnlijk niet wat met hen te begin nen. In een proclamatie aan het volk ver klaart Huerta, dat de meerderheid der af gevaardigden besloten had hem allen finan- cieclen 6teun te weigeren niettegenstaande de zware verplichting, die de staat zoowel binnen- als buitenslands heeft. Indien do oppositie gesteund werd door een beweging, die zich in het geheele land onder het volk vertoonde, zou hij aftreden, doch zooiets bestaat niet. De actie der afgevaardigden is enkel te wijten aan de met elkander in botsing komende motieven en de uiteenloo- pende aspiraties. Het gerucht, dat gister avond de ronde deed cn volgens hetwelk de afgevaardigden in vrijheid gesteld zou den zijn, was onjuist. Latere berichten uit Mexico wijzen er op, dat een strenge cen suur wordt uitgeoefend. 54 Chineezen gearresteerd. IRKOETSK, 12 Oct. (R. O.). De politie heeft een onderaardsche gang ontdekt, die van een doov 54 Chineezen bewoond huis naar het postkantoor voert. De Chineezen zijn gearresteerd. veel te groote dwaas voorl" voegde hij er met een guitigen blik zijner grijze oogen bij. •Patience stond nog verstijfd van schrik in den donkeren hoek der smidse. Zij wist nog niet of zij hoop durfde koesteren, of die jonge vreemdeling, met zijn liefelijke, jonge stem en wellevende manieren, de macht zou hebben, om het gevaar, dat haar broeder bedreigde, af te wenden. Ook Betty was te zeer door schrik aan gegrepen, om te kunnen spreken. Maar de sergeant was intusschen van zijn oogenblik- kelijke verbazing bekomen. Bij de vermel ding van des vreemdelings militairen rang had hij de hand geslagen aan zijn driekan ten hoed. Maar nu was hij weer gereed om zijn plicht te doen en merkte lnj met blijd schap de minder dreigende houding van den smid op. „Tot uw dienst, kapitein", zeide hij, „en nu heb ik mijn orders,' ik heb recht voor huiszoeking en Maar bliksemsnel sprong kapitein Batliurst op hem toe. „Recht voor huis zoeking riep hij opgewonden uit, „zeidet gij recht voor huiszoeking, sergeant? Bij mijn ziel, dat is een geluk voor mijSer geant, gij. zijt de rechte man voor mij". Hij trok den sergeant aan zijn mouw. „Ik verzoek u, mijnheerprotesteer de deze. Maar de jonge man was niet terugge weken. „Sergeant", fluisterde hij beteekenisvol, „zoudt gij een honderd guinjes willen ver dienen?" ..Honderd guinjes!" riep de sergeant ter stond uit, „zeker wil ik dat, als gij mij maar zegt, op welke wijze". Een wijziging van een raadsbesluit in verband met de pensioenwetten. Ingevolge raadsbesluit van 19. September 1678 wordt in de gevallen, waarin de wet aan de gemeentebesturen de vrijheid laat over de jaarwedde na het overlijden der gemeente-ambtenaren te beschikken aan de overgebleven echtgenoot of aan de bloed verwant-en in de op- en nederdalende linie, alsnog met ingang van. den dag van het overlijden een kwartaal van het trakte ment uitgekeerd De toepassing van dit raadsbesluit kan in enkele gevallen tot onbillijkheid aanleiding geven, nu art. 12 der verordening, regelen de het verleenen van pensioen aan wedu wen en kinderen van gemeente-ambtenaren o.a. voorschrijft, dat het pensioen ingaat daags nadat de bezoldiging is opgehouden. Ten einde deze onbillijkheid en de daar uit voort vloeiende bezwaren op te heffen, zouden B. en Ws. willen voorstellen het besluit van 19 September 1878 in dien zin te wijzigen, dat niet langer aan de overge bleven echtgenoot of aan de bloedverwan ten in de op- en nederdalende linie een kwartaal van het traktement wordt uitge keerd; doch enkel een gratificatie ten be drage van het verschil tusschen het trakte ment en het te verleenen pensioen, bere kend over een tijdvak van 3 maanden. Yoor de weduwen van overleden gemeente-amb tenaren blijft dan de toestand uit finan cieel oogpunt volmaakt dezelfde, doch het weduwen- en weezenpensioen gaat dan di rect na het overlijden in, zoodat de gemo veerde onbillijkheid ten opzichte van de kinderen van een overleden ambtenaar vervalt en ook de gemeente niet langer een grootere uitkeering aan de 'weduwe behoeft te doen, dan het raadsbesluit van 1878 heeft bedoeld. Een verzoek der L. D. Mij. In de raadsvergadering van 22 Mei j.I. werd in handen van B. en Ws. gesteld een adres van de Leidsche Duinwatermaat schappij, waarbij deze naar aanleiding van een bij haar ingekomen verzoek van de ge meente Oegstgeest toestemming vroeg, om haar buizennet in die gemeente uit te brei den over een op de bij het adres behooren- de teekening aangeduid gedeelte. Blijkens de toelichting van het adres had de aanvrage der gemeente Oegstgeest slechts betrekking op enkele straten, doch meende de maatschappij een algemeene vergunning voor het aangeduide terrein van grootere uitgestrektheid te moeten vragen, teneinde latere aanvrage voor an dere, nog niet met zekerheid vastgestelde, wegen overbodig te maken. Tegen het geven van een zoo algemeene vergunning bestond evenwel bij B. en Ws. bezwaar, aangezien naar hun meening ver gunning tot uitbreiding van het buizennet in naburige gemeenten in den regel slechts kan worden verleend, indien nauwkeurig vaststaat in welke wegen de buizen zullen worden gelegd, een standpunt, dat zoowel door het College van B. en Ws. als door den Raad ook ten opzichte van vroegere aanvragen van de Leidsche Duinwater maatschappij cm in de gemeente Oegst geest duinwater te leveren, werd ingeno men. Zij deelden daarom aan adressante mede, dat zij bezwaar moesten maken aan den Raad voor te stellen een zoo algemeene vergunning tot uitbreiding van haar bui zennet in de gemeente Oegstgeest, als blij kens de teekening werd aangevraagd, te verleenen, onder uitnoodiging een nieuw verzoek, uitsluitend voor die straten, waar op de oorspronkelijke aanvrage van de ge meente Oegstgeest betrekking had, in te dienen. Aan deze uitnoodiging is door de maat schappij gevolg gegeven. Tegen de thans gevraagde uitbreiding be staat noch bij den Commissaris der ge meente, noch bij B. en Ws. bezwaar. Ge vaar voor onvoldoenden toevoer van water in Leiden tengevolge van de geringe ver grooting van het gebied, waarin water in de gemeente Oegstgeest wordt geleverd, bestaat niet, terwijl het hygiënisch belang van Leiden er door wordt gediend. B. en Ws. geven mitsdien in ovcrwe- IIij sloeg een blik op de kleine deur ach ter John Stich, maar zijn oor neigde tot den vreemdeling; het lokaas was verleide lijk; honderd guinjes was zoo iets als een fortuin voor een soldaat van Koning George II. „Luister dan", sprak Batliurst, geheim zinnig. „Gij hebt wel gehoord van Beau Brocade, den struikroover, is het niet?" „Ja, ja", knikte de sergeant, „wie heeft niet van hem gehoord?" „Nu dan weet ge ook wel, dat een som van honderd guinjes is beloofd aan wie hem gevangen neemt; niet?Denk daaraan eens, sergeant!Een mooie som, hè?" De oogen van den sergeant fonkelden bij die gedachte. De soldaten luisterden ook met belang stelling toe, want de vreemdeling had nu niet meer fluisterend gesproken. Hónderd guinjes! Een paar woorden van magische bekoring, die de macht hadden de meeste menschen in verrukking te bren gen in die dagen van armoede. Ladv Patience's geheele ziel scheen in haar oogen te liggen. Met voorovergebo gen lichaam en snelle ademhaling staarde zij den vreemdeling aan, vol nieuwsgierig verlangen om te hooren wat hij zou doen. Zij durfde niet denken, dat het hem bepaald te doen was om den sergea-nt af te houden van zijn plan, maar zij' twijfelde er geen oogenblik aan, dat hij boven verwachting zou slagen. En toch scheen er niets gewonnen door het voor enkele minuten tegenhouden der catastrofe. „Ja, inderdaad een fortuin", zuchtte de sergeant, met blijkbaar vurig begeeren. „Eu ik heb gezworen dien stoutmoedi- ging aan de Leidsche Duinwatermaatschap pij vergunning te verleenen tot de in haar aclres van 29 Augustus 1913 gevraagde uit breiding van haar buizennet in de gemeen te Oegstgeest, onder voorwaarde, dat de vergunning ophoudt van kracht te zijn, in dien daarvan vóór of op 1 October 1915 geen gebruik is gemaakt. Wijziging dor verordening; op de veemarkt en overneming; van materiaal. Ingevolge het bestaande pachtcontract is de firma Gebr. Blok, tot en met 31 Dee. 1913 bela-st met hot reinhouien onzer ge meente, niet alleen verpliol t t t het weg halen van den mest van het veemarktterrein, en het leveren en opruimen van het bcnoo- digde stroo, doch ook tot het bedienen der markten en het beschikbaar 6tellcn van de hokken voor lammeren, sohapen varkens en biggen, terwijl de bediening der vette var- kenamarkt, waaronder begrepen het ver strekken, plaatsen en wegnemen der ver- eiechte hekken bij afzonderlijke overeen komst eveneens tot en met 31 December 1913 aan genoemde firma is opgedragen. Het ligt nu in de bedoeling de Lokken en hekken vanwege de gemeente te doen stel len. Aanschaffing van nieuwe hokken en hekken marktaf scheidingen enz. zou belang rijke uitgaven voor de gemeente medebren gen. B. en Ws. hebben zich daarom in ver binding gesteld met de firma Gebr. Blok, teneinde tot overneming van de liaar too behoorende hokken, hekken, marktafeekei- dingen enz. te geraken. Deze firma nu is genegen een 226-ta.l var kenshekken en een 20-tal palen met hekken aan de gemeente te verkoopen voor f 500, terwijl de wed. Die<ben, die do overige rnarkthokken en hekken thans als onder pachtster van Gebr. Blok levert, 279 dubbele schapènhekken, (groot modell, 822 dubbele lammeren hekken (klein model), alsmede 35 afsluitingen met palen, benevens een platte- wagen, benoodigd voor het vervoer yau het materiaal wil afstaan voor f 1430. Yoor de overname van al de genoemde voorwerpen wordt derhalve een bedrag van f 1930 gevraagd, hetgeen ongeveer overeen komt met de dezerzijds gesokatte waarde dier voorwerpen. De voorwerpen zijn natuurlijk -dat nieuw, doch bevinden zich, naar de Directeur van Geméentewerken schrijft, in redelijk goe den 6taat en hij acht daarom overneming door de gemeente tegen den ge vraagden prijs voordeeliger dan aanschaffing van geheel nieuw materiaal, waarmede ongeveer f4000 zou zijn gemoeid. De Commissie van Fabri cage is, eveneens van oordeel, dat overne ming tegen den genoemden prijs een aan zienlijke besparing voor de gemeente op levert en ook B. en Ws. kunnen zioh bij dat gevoelen aansluiten. Behalve de overneming van materiaal voor de veemarkt, moet thans nog een an dere kwestie onder de oogen worden gezien. Krachtens do verordening van 10 October 1912 regelende de heffing van een belasting onder den naam in „Marktgeld" is voor het gebruik van een lammerhok f 0.30 en van een schapenhok en varkenshok (behalve op de vette varkensmarkt) f 0.40 verschul digd, terwijl voor het gebuik van hokken op do vette varkensmarkt f 0.10 per aangevoerd varken in rekening wordib gebracht. Dit kok- kengeld wordt thans door de gemeente aan do paohfcster der reiniging afgestaan en zou dus bij het in eigen beheer nemen der vee- markthokken in de gemeentekas moeten vloeien. Intusschen komt het B. en Ws. met de Commissie van het Marktwezen juister voor, wanneer voor het gebruik der hokken in den vervolge geen aparts belasting meer wordt' gehéven, doch dat evenals in verschillende andere gemeenten de vergoeding voer het gebruik der hokken onder het te betalen marktgeld, dat dan natuurlijk eenigszins moet worden verhoogd, is begrepen. Heb groote voordeel van een dergelijken maat regel is natuurlijk, dat het ophalen van liet hokkengeld, hetgeen in den regel nogal met moeite gepaard gaat, aangezien de aanvoer ders meermalen niet bij hun hokken wor den aangetroffen, vervalt on de administra tie ook veel eenvoudiger wordt, terwijl de gen, duivelschen roover bij den kraag te pakken", vervolgde de jonge man. „Ik weet waar hij op dit oogenblik wegschuilt, maar ik kan alleen dien schelm niet te pakken krijgen". „Hoezoo „Het is ongelukkig een privaat huis en ik heb geen recht tot indringen en huis zoeking". De sergeant gaf een wenk van begrijpen. „Hm!" zeide lnj, „dat verstaat zich". Toen voegde hij er nadrukkelijk bij: „Maar de belooning?" „Die zult gij geheel hebben, sergeant, en zoo uw mannen mij willen helpen, zullen zij ook honderd guinjes te deelen krijgen. Ik heb gezworen dien schurk te pakken, om aan mijn eerzucht te voldoen. Wil je mij gelooven, sergeant, pas een week geleden beroofde die schurkachtige roover mij op klaarlichten dagHij ontstal mij vijftig guinjes. Nu heb ik met kapitein Borrow- dale om honderd guinjes gewed, dat ik den schelm gevangen zal nemen. Nu was de belangstelling van den ser geant ten volle opgewekt, en de soldaten, hoorendo wat hun deel zou zijn, hingen aan de lippen van den sergeant, hopende op het bevel om tot dat winstgevend zaakje op te mogen trekken. „Hm!" mompelde deze laatste, met een gebaar, dat hij het wel begreep, „die roo ver is zeker een persoonlijke vijand van u is het niet?" „Ja!" zuchtte kapitein Batliurst op aan doenlijke wijze, „de ergste,, dien ik ooit had". „En gij zoudt er u zeer in verheugen hem te zien hangen, als ik mij niet vergis; iB het niet zoo V aanvoerders van het vee ongeveer hetzelfde bedrag aan marktgeld kunnen blijven beta len dat tot nog toe door hen aan marktgeld en hokkengeld tezamen wordt betaald. Yan deze gelegenheid wenschen zij tevens gebruik te maken, om ook een kleine ver- hooging van het marktgeld voor de nuchtero kalveren cn de biggen voor te stellen. Voor de biggen wordt weliswaar geen ge bruik der hokken gemaakt en voor de nuch tere kalveren slechts ten deele, doch het komt hen met de Commissie voor het Markt wezen voor, dat het met het oog op het hoo- gere marktgeld in andere gemeenten, zoo- als o. a. Utrecht en Rotterdam, aanbeveling verdient het marktgeld voor de nuchtere kalveren en daarmede in de verordening ge lijkgestelde dieren met f 0.01 cn voor de big gen met f 0.02 te verhoogen. Ten gevolge van het in eigen beheer ne men der hokken, gepaard gaande met de zooeven genoemde verhooging de? markt- gelden, verwacht ets Commissie voor het Marktwezen een hoogere ontvangst voor de meen te van rd.rn ia.nT-q tvp jï.rbó echter verschillende 'uitgaven staan tot een totaal bedrag van f 27CO. Bij verdeeling van het bedrag over 10 jaar, worden dus de gewone middelen ge durende dien tijd jaarlijks belast met f 270. Yoor onderhoud wordt noodig geacht f400, terwijl de verdere jaarïijksche uitgaven in verband met het geheel in eigen beheer nemen der markt-exploitatie door de Com missie voor het Marktwezen geraamd wor den op f 3213.40 en een bedrag van f 350 minder zal wordon ontvangen wegens het vervallen der huur van de bergplaats der marktmaterialen. De begrooting der uitgaven wordt dui jaarlijks belast met f 270 f 400 f 35. j.40 f3900, terwijl de jaarïijksche inkomsten volgens schatting f 5100 f 350 f 4?30 hooger zullen kunnen worden uitgetrokken. Het in eigen beheer nemen der markt-ex ploitatie kan dus jaarlijks een voordcel van ruim f 800 voor de gemeente opleveren. Verhurisia; van Biet perceel, waarin vroeger bet linlpkantoor dor Stads bank van Eeening gevestigd was. Daarvoor hebben zich verschillende huur ders aangemeld, waarvan B. en Ws. den meubelmaker H. Boter het meest geschiku achten. Zij geven derhalve in overweging: le. het perceel Utrechtsche Veer No. 9, met ingang van 1 November 1913 te ver huren aan H. Boter, meubelmaker alhier, voor den tijd van twee jaren, met stilzwij gende verlenging telkens voor gelijk tijd vak, indien de huurder niet vier maanden vóór het einde van den huurtijd de huur heeft opgezegd, tegen een huurpijs van f 250 per jaar, het duinwater inbegrepen, en verder onder de gebruikelijke voorwaar den; 2e. Hun College te machtigen aan dat perceel eenige verandering aan te brengen, ten einde het voor de bovenbedoelde verhu ring geschikt te maken. Aanvulling van bet Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds van de Electriciteifslabriek. Op 17 November 1910 besloot de gemeen teraad tot levering van clectriciteit in do gemeente Voorhout en werd ten behoeve van het Yernieuwings- en Uitbreidingsfonds der electriciteitsfabriek hierbij een bedrag van f 5000 toegestaan. Sindsdien is het aan tal aansluitingen te Voorhout gestadig toe genomen. Over het jaar 1912 werd in deze gemeente voor afgeleverde stroom, excl. kabel- en nieterhuur, ontvangen een bedrag van f2382.55; over het jaar 1913 zal dit bedrag vermoedelijk ca. f 3409 bedragen Tengevolge van de tot-stand-koming der vele aansluitingen, is het in de electrici- teitsvoorziening van Voorhout gestoken ka pitaal gestegen tot ruim f 8700. Thans heeft de gemeenteraad van Voor hout in zijn vergadering van 2 September j.I. besloten tot het betrekken van electri- citeit van Leiden ten behoeve der straat verlichting; waarbij gedurende 10 achter eenvolgende jaren een jaarlijksch stroom verbruik van f 325 uitsluitend voor de straat verlichting door de gemeente Voorhout aan „Dat wil ik nu niet zoo beslist zeggen, sergeant, maarik lioud niet van hem,.. hij heeft mij in den laatsten tijd leelijko parten gespeeld „Dat begrijp ik! Maar de belooning?" „Gij zult die geheel hebben cn nog hon derd guinjes voor uw mannen. Wat zegt gij er van, dappere soldaten?" Met deze wcorden keerde hij zich vroo- lijk tot het troepje, dat daar al dien tijd aandachtig had toegeluisterd. Maar dit directe beroep was niet noodig. De mannen wenschten niets liever dan aan het werk te gaan, de belooning te verdienen en John Stich met den zeer twijfelachtigen rebel in den steek te laten, om nu aan zichzelf te denken. „Nu, vlug is het parool", sprak de jonge man opgewekt; „er is geen oogenblik to verliezen". „Tot uw dienst, kapitein", antwoordde de sergeant, nog eens kijkend naar de bin nendeur, waarvoor John Stich nog steeds op post stond, „zoodra ik hier onderzocht heb „Neen, man, zoo gij nog een minuut wacht, zult gij en uw mannon Beau Bro cade niet meer vinden en de honderd guin jes missen. Snel, manvoegde hij er drif tig bij, ziende dat de soldaat daar beslui teloos stond, „snel! Voort met uw mannen op den weg noordwaarts. Ik ben te paard en zal u spoedig inhalen".: (Wordt vervólgd), - -tp -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5