N\ 16448
Maandag 6 October.
A®. 1913.
(Qeze (Courant, wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zonen feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Beau Brocade.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 10 regels ,'1.05. Iedere regel meer /0.17-|. OTOotere letters naar
plaatsrnimte. - Kleine idvertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contant elk
tiental woorden meer 10 Oents.—Voor het incasseeren wordtf0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oentsi per 3 maanden 1 J f 1.10.
Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post1.65.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien de missive van den Minister van
Oorlog van den 3den October 1913, 1ste
Aid. no. 2, waarbij worden toegezonden de
stukken, bedoeld bij artikel 5 der Hinder
wet, betreffende de oprichting van een pa-
tronenbergplaats op het noordwestelijk ge
deelte van het terrein behoorende tot de
Doelenkazerne, deel uitmakende van het
perceel Sectie A no. 641
Gelet op artikel 6 der ffindeïggtT.-
'Geven bij deze kennis aan l&fT-publiek,
dat bedoelde stukken op de Secretarie de
zer gemeente ter visie zijn nede.ïgelegd.T'
Burgemeester en Wethouders vpprnpenid,'
N. C. DE GIJfn&AMfc;
BurgemeéSter.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 3 October 1913.
NAJAARSSCHOUW.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien artikel 17 der verordening van
den 6den Juli 1899 (Gemeenteblad no. 15),
laatstelijk gewijzigd bij de verordemng van
den 6den Februari 1913 (Gemeenteblad
no. 4);
Brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat te beginnen met Maandag 6 October
e.k. zullen geschouwd worclcnalle wegen,
lanen, paden, straten, kaden, pleinen, hof
jes, stegen, sloppen of poorten en gangen,
benevens de daarin gelegen of daartoe be
hoorende bruggen en andere kunstwerken,
voorzoover die bijzonder eigendom zijn
en alle wateringen en slooten en de rio
len, ter vervanging daarvan gemaakt, be
nevens de daartoe~behcrcTende sluizen, dui
kers, buizen, toegangskoker3 en dergelijke
werken, voorzoover die bijzonder eigen
dom zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 6 October 1913.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brebgen ter algemeene kennis, dat door
H. Th. STRAATHOF, wonende te Leiden,
een verzoekschrift is ingediend, om verlof
voor den verkoop van uitsluitend alcohol
vrijen drank, voor gebruik ter plaatse van
verkoop, in de kamer achter den winkel
van het perceel Haarlemmerstraat No. 12.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 6 October 1913.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
de wed. C. J. H. MILDERS—BRUMMEL-
KAMP, wonende te Leiden, een verzoek
schrift is ingediend, om verlof voor den
verkoop van uitsluitend alcoholvrijen
drank, voor gebruik ter plaatse van ver
koop, in den winkel van het perceel Var
kenmarkt No. 3.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR
Burgemeester.
i VAN STRIJEN,
Secretaris.
Leiden, 6 October 1913.
Leiden, 6 October.
Bij Kon. besluit is herbenoemd tot lid
van het college van curatoren der univer
siteit alhier jhr. mr. N. C. de Gijselaar.
De heeren J. A. P. van Leeuwen en
E. A. Bogaart, alhier, komen voor op voor
drachten voor onderwijzer te Haarlem en
te Amsterdam.
Gisteren werd alhier opgericht een af-
deeling van den Ned. Bond van Adsistenten
der Posterijen cn Telegrafie, met twaalf
leden en twee toezeggingen. Een voorloopig
bestuur werd gekozen en de werkwijze vast
gesteld.
De kapitein H. Zeeman, van het 22ste
reg. inf., wordt l Nov. ontheven van zijn
detacheering ten bureele van den comman
dant van het veldleger en overgeplaatst
bij het 4de reg. inf. alhier.
De dertiende lijst van de 35ste jaar
collecte voor de Scholen met den Bijbel
vermeldt o. m.Haarlemmermeer O.-zijde
met Aalsmeer, met f 232 85Ter-Aar met
Langeraar, Korteraar en Aardam, met
£107.05; Waddinxveen, met f 188.46,5 waar
behalve de Unie-collecte nog f 506 verza
meld is voor het Suppletiefonds.
Voor het tijdvak van 1 Oct. 1913 tot 1
Nov. 1914 is bij Kon. besluit benoemd tot
adspirant-Rijkslandbouwingenieur aan het
Instituut voor Landbouwwerktuigen en -ge-
bouwen, verbonden aan den R. H. Land-,
tuin- en boschbouwschool te Wageningen
de heer A. M. Kuysten, te Zevenhuizen
"(Z.-H.).
Zaterdag vergaderde de Raad van Rijs
wijk onder presidium van den burgemees
ter.
Uitvoerig werd gerapporteerd over de
ongeregeldheden op den Delftweg, nabij
Reineveld, waar in den nacht van 30 Sept.
op 1 Oct. door 'n groote ploeg werklieden,
op last van het gemeentebestuur van Delft,
de weg was opgebroken ter verwijdering
van den kabel van het electrisch licht.
De voorzitter herinnerde er aan, dat
reeds 21 Juni j.l. een schrijven was verzon
den aan B. en Ws. van Delft inzake de ver
lichting langs den Delftweg van Reineveld
tot aan de Hoornbrug. Toen dit schrijven
onbeantwoord bleef, is 26 Aug. een ant
woord verzocht, dat 20 Aug. is ingekomen,
met de mededeeling, dat wegens afwezig
heid van den bedrijfsdirecteur en andere
oorzaken het antwoord was uitgesteld.
Daarop is 25 Sept. andermaal een brief
verzonden aan Delfts gemeentebestuur,
met verzoek om een afdoend antwoord,
waarop 29 Sept. een afwijzend antwoord is
gevolgd, m. a. w. dat Delft do legging van
-den kabel voor de verlichting voor zichzelf
opvorderde. Deze onheusche gedragslijn
die zonderling moet worden genoemd van
de zijde eener buitende gemeente is ge
volgd door een zeer hostiele houding, nog
verscherpt door de anarchistische daad van
1 Oct.
Als hoofd der gemeente en der politie
heeft de voorzitter datgene gedaan, wat hij
zijn plicht achtte, en heeft de arbeiders ge
sommeerd den arbeid te staken. Op deze
daad is een deurwaardcrsexploit gevolgd,
dreigend met proces en vervolging, doch tot
heden is daarvan niets gekomen. Wel is in
gekomen een schrijven d.d. 3 Oct., houdende
kennisgeving, dat de opgebroken Delftweg
4 Oct. zou worden hersteld, en is hiermede
reeds een aanvang gemaakt.
De Raad ontving deze mededeelingen met
groote belangstelling en instemming, welke
gevoelens vertolkt werden door den heer
Yan Vliet, die den burgemeester hulde
bracht voor zijn energiek optreden en voor
het hooghouden van het prestige dier ge
meente.
De heer Yan Es releveerde nog, dat Delft
eventueel wel kracht en licht zou hebben ge
leverd, doch den weg tot aan de Hoornbrug
niet zou hebben verlicht.
De leden van de te 's-Gravenhage uit
Servië teruggekeerde Ned. ambulance onder
leiding van dr. Yan Tienhoven, zijn de gas
ten geweest van het Ned. Comité voor deze
ambulance aan een dejeuner in hotel Cen
tral", aldaar. De zaal was voor deze gele
genheid getooid met bloemen en met de
kransen, met linten in de Servische kleuren,
welke aan de ambulance-leden bij hun te
rugkomst hier te lande namens dankbare
Serviërs waren vereerd. Er werd een menu
opgediend, waarvan aan de gerechten be
namingen waren gegeven, toepasselijk op
het liefdewerk der ambulanceverpleging.
Dr. Cramer, de president van het Neder-
landsche Comité, sprak het welkomstwoord
waarna de eere-voorzitter de consul-gene
raal van Servië te Amsterdam, de heer Me-
rens, een dronk instelde op Koningin Wil-
kelmina en op Koning Peter. Vervolgens
bracht dr. Cramer een toost; uit op den
penningmeester van het comité, den heer
Yan Tienhoven Sr., die de ziel van de be
weging was geweest, waarna de heer Yan
Tienhoven zijnerzijds dank betuigde aan de
dames en heeren van de ambulance.
De leider der ambulance dr. Van Tien
hoven vertolkte daarop den dank van de
leden der ambulance jegens het Ned. co
mité, aan welks leden hij de Roode-Kruis-
medaillo overhandigde.
Grooten bijval ondervond voorts nog een
toost van huldebetuiging, door dr. Schoe-
maker ingesteld op de Hollandsche verple
ging in het algemeen.
Nog word o. a. het woord gevoerd door
den heer Merens, waarbij hij hulde bracht
aan de groote verdiensten van dr. Yan Ha
mel voor het werk der ambulance in Ser
vië.
Te 's-Gravenhage is in den ouderdom
van 71 jaar overleden de gepensionneerde
kolonel van het 7de reg. inf. te Amsterdam,
P. R. Goudschaal. Vóór hij te Amsterdam
kwam, was hij commandant van het instruc
tie-bataljon te Kampen.
De Haagsche afd. van de S.-D. A.-P.
heeft in een voor deze zaak belegde verga
dering als haar gevoelen te kennen gegeven,
dat een eventueele aanbieding van een wet
houderszetel aan een Raadslid, deel uitma
kende van de socialistische Raadsfractie,
kan worden aangenomen.
De heer J. A. Jungmann, bibliotheca
ris van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, zal op 7 October a.s. den dag herden
ken, waarop hij vóór vijftig jaar zijn intre
de deed in het korps van ambtenaren van
genoemd deel onzer Volksvertegenwoordi
ging.
Dezer dagen werd gemeld, dat het in
het voornemen van B. en Ws. van Amster
dam moet liggen, den heer D. Drost, inge
nieur-onderdirecteur der gemeente-water
leidingen en thans sedert vrij geruimen tijd
gedetacheerd bij den dienst der Publieke
Werken, op diens verzoek eervol uit den
gemeentedienst te ontslaan, met toekenning
van een wachtgeld.
De te Doetinchem verschijnende „Graaf-
schapsbodo" teekent bij dit bericht aan
„De veronderstelling is niet te gewaagd,
dat de reden van deze ontslagaanvrage in
onze omgeving moet worden gezocht. Zoo
als men weet, is het voorloopig benoodigdc
bedrag van f 16,000, tot het maken van een
ontwerp van een intercommunale waterlei
ding voor Oostelijk Gelderland, bijeen en
op een 18 Juli te Winterswijk gehouden
vergadering werd besloten de ontvangen
gelden voor dat doel te besteden. Mede
werd toen besloten, den technischen advi
seur van het comité, den heer D. Drost, te
Amsterdam, uit te noodigen de leiding der
verdere werkzaamheden op zich te nemen.
Aangezien het comité van oordeel is, dat
deze werkzaamheden den geheelen persoon
eischen, werd daarbij als voorwaarde ge
steld, dat de heer Drost zich van zijn te
genwoordige functie tijdelijk moet losmaken
en zich in deze streek vestigen
Het bericht in „De Telegraaf" duidt er
o. i. op, dat de heer Drost op deze condi
ties is ingegaan."
Het „Utr. Dbl." deelt mode, dat op
het graf van prof. P. H. Ritter op de Nieu-
wo Alg. Begraafplaats te Utrecht zal ko
men een monument van circa 3 meter 40
hoog, gemaakt van terracotta, gecombineerd
met metselsteen en roode zandsteen en
staande op een voetstuk van hardsteen. Het
ontwerp werd gemaakt door den Utrccht-
schen architect M. E. Kuiler.
Het ligt in do bedoeling dit monument
te onthullen op den sterfdag van prof. Rit
ter, 22 November.
Kolonel W. F. Pop, sous-chef van den
goneralen staf, herkomstig van het wapen
der artillerie, wordt, naar „Het Vad." ver
neemt, met 1 Novmber a.s. belast met het
commando over een divisie, evenals de ko
lonels W. H. van Terwisga en P. W. We
ber, resp. commandant der 4de inf.-brigade
en van de brigade grenadiers on jagers, die
in verband daarmede bevorderd worden tot
generaal-majoor. Kolonel M. W. do Vries,
commandant der 7de inf.-brigade te Am
sterdam, is bestemd tot inspecteur der in
fanterie.
Beroepen is bij de Hollandsche Gem.
te St.-Petersburg dr. C. E. Hooykaas, pre
dikant bij de Rem. Gem. te Ylaardingen.
Op 8 October is het voor den heer P.
J. Huibers, te Gouda, hoofdopzichter van
den Waterstaat, in dienst van Zuid-Hol
land, 50 jaren geleden, dat hij in dienst
werd gesteld als opzichter bij den aanleg
van den Staatsspoorweg Zaandam—Den
Helder.
Met het stoomschip „Rotterdam" van
de Holland-Amerikalijn is Zaterdagnamid
dag de oud-minister van Waterstaat, prof.
dr. J. Kraus met zijn echtgenoote van Rot
terdam naar New-York vertrokken, om zich
vervolgens naar Peru te begeven.
BOSKOOP'. Bij Kon. besluit is de ver-
eeniging „De Boskoopsche Woningbouw-
vereeniging, alhier, toegelaten als vereeni-
ging, uitsluitend in heb belang van verbe
tering der volkshuisvesting werkzaam.
HILLEGOM. Ten behoeve van de aan
schaffing van nieuwe schoolbanken in de
school met den Bijbel alhier, zal er op 3
en 4 November a s. door eenige dames een
bazar georganiseerd worden.
De winterdienst van de Hollandsche
Spoor voldoet al weer niet aan deze ge
meente. Er stoppen, gelijk in den zomer
dienst, opnieuw te weinig treinen. Tusschen
1.42 en 5.01 uur kan men niet in de richting
Haarlem, en tusschen 9.44 en 1.03 uur niet
in de richting Leiden vertrekken. Die tus-
schenpoozen. zijn voor dit volkrijke dorp
te groot. Het aantal buslichtingen aan het
postkantoor is met één vermeerderd, ter
wijl de laatste om 8.57 uur 's avonds plaats
heeft. Dat is ten minste een verbetering.
Volgens het verschenen jaarverslag
der R.-K. Wijkverpleging alhier, over 1912,
werden er 3073 huisbezoeken afgelegd, ter
wijl er aan het Wijklokaal 6126 bezoeken
plaats hadden. Uit de linnenkast werden
167 maal goederen verstrekt. Do Vereeni
ging heeft 276 leden, die f837.55 contri-
bueeren. In een reservekas werd f 600 ge
stort om te geraken tot stichting van een
nieuw wijkgebouw.
Gelijk in ons verslag van de Onafhan-
kclijkheidsfeesten alhier is bericht, heeft
de vredegroep van den optocht aan het
gemeentebestuur een vredevaandel aangebo
den. Dit vaandel is thans op het gemeente
huis in een blikken doos opgeborgen. Om
dat dit vaandel van een kostbare, teere
stof is en niet bij ongunstig weer gebruikt
kan worden, zal de vredegroep een tweede
vredevlag, maar dan van wol vervaardigd,
aanbieden.
De bewoners van het naburige De Zilk
zullen zich per adres tot den Raad der
gemeente Noordwijkcrhout (waartoe Do
Zilk behoort) wenden, met het verzoek van
Hillegom gas te betrekken. Daar het-bui
zennet van deze gemeente zich uitstrekt
tot kort nabij de grens van De Zilk, achten
de bewoners van deze buurtschap aanslui
ting zeer goed mogelijk, en bovenal wen-
schelijk.
KATWIJK-AAN-DEN-RIJN. Gister
avond had alhier op de Voorstraat een
vechtpartij plaats tusschen een jongmensch
uit een naburige gemeente en een jongeling
van hier, welke laatste van een mes ge
bruik maakte en daarmede zijn tegenpartij
een steek toebracht, 't Geschiedde dicht bij
de woning van den geneeskundige, den heer
J. Huet-ing, alhier, die den gewonde onder
zocht en verbond en zeker niet aangenaam
gestemd zal z:jn geweest over deze versto
ring van zijn Zondagsrust.
't Is thans de tweede maal binnen niet
al te lang tijdsverloop, dat feitelijk nog
„kwajongens" het mes trekken; een weinig
minder strijdlust in tijd van vrede is zeker
niet overbodig en minder gevaarlijk.
KATWIJK-AAN-ZEE. Zaterdag kwa
men hier zes partijen haring in afslag. De
prijzen waren per kantje als volgt: Volle
haring f 16.20 f 16.50; maatjes haring
f 15.80 f 16.50; ijle haring f 13.S5 f 14.45;
steurharing f 17.15 f 12.40: makreel f8.50
f 11.25.
In de afgeloopen week kwamen van de
Katwijksche vloot te IJmuiden 23 vaartui-
DE VERMETELE.
12)
,,'t Is een schande voor het geheele
graafschap, deze voortdurende struik
roverij op de Brassinger heide. De onbe-
Bchaamde rekel, die mij aanviel, was ge
kleed als een prins, en bereed een paard,
'dat op zijn minst tachtig guinjes waard
was. Ik veronderstel, dat hij de man is,
'dien men Beau Brocade noemt".
„Zag Uwe Edelheid hem duidelijk
lvroeg John, een beetje angstig.
„Of ik hem goed zag?" barstte Sir Hum-
Jphrey in lachen uit. „Ziet iemand ooit deze
bchelmen? Hij deed mijn koets stilstaan,
Iunderde mij, en rende weg, vóór ik wat
on uitroepen. Eén oogenblik slechts .viel
ibet licht van een der beide lantaarns op
den schaamteloozen dief. Natuurlijk was
bij gemaskerd, maar ik zeg je, beste vent,
dat hij een manteljas aanhad, die de prins
(?an Wales hem kon benijden; en wat zijn
paard betreft, 'twas een volbloed, die mij
tachtig guinjes waard zou zijn".
„En iedereen weet, dat Uwe Edelheid
Iverstand heeft van koopen", zeide John op
een toon, waaruit men eenige hatelijkheid
kon opmaken.
„Oef 1" knorde de Squire. Hij voegde
,fer kjj met zijn gewonen gullen laoh: „De
schelm draagt zijn naam terecht, Beau
rocade I Hij kleedt zich als een Lord en
neemt je je beurs af met een air van ga
lanterie alsof hij je een gunst bewees'**
Het was moeilijk te zeggen wat er in
Challoners hoofd achter dat vriendelijk,
blozend uiterlijk omging. Dit was in allen
gevalle beneden de krachten van den goe
den John Stich, ofschoon hij een groot deel
van zijn aardsch bezit had willen geven om
zeker te weten wat Mylords reis over de
Brassinger heide en naar Aldwark. met
die van Lady Patience op denzelfden weg,
had uit te staan.
Ofschoon de Squire niets zeide, hielp hij
John toch om de waarheid te gissen, want
toen hij de pistolen had overgegeven en
zich omkeerde, om weer naar zijn koets te
gaan, vroeg hij
„Yan wien was de koets, die hier een
half uur vóór mij voorbij kwam?"
„Die koets, mylord?"
„Jal Toen wij boven op den heuvel wa
ren, vertelde mijn koetsier mij, dat hij hier
een koets zag staan; van wien was die?"
Eén oogenblik aarzeldo John. Deze situa
tie was voor den goeden smid een beetje
te moeilijk. Maar hij begreep, dat als Sir
Humphrey naar Aldwark ging, hij daar
dan zeker Lady -Patience zou ontmoeten;
liegen zou dus erger dan nutteloos zijn en
juist kwade vermoedens opwekken.
Eindelijk zei hij: „Het was de koets van
Lady Patience Gascoyne".
„Zool" zei de Squire op denzelfden on
verschilligen toon. „Waar ging zij heen?"
„Ik was aan het werk in de smederij,
Uwe Edelheid, en mylady hield zich niet
op. Ik denk dat zij naar Wirksworth ging,
maar ik zag en hoorde niets, want ik was
druk aan 't werk".
„Hmt" riep de Squire uit, terwijl een
slim, ietwat saroastisqH lachje om jrijn
lippen speelde^
„Ik wil vannacht te Aldwark blijven",
zeide hij, den smid toeknikkend. „Ik wil
in het donker niet meer rijden over deze
heide, en mijn paarden zouden voor den
nacht Wirksworth niet meer kunnen berei
ken. Zorg nu, vriendje, dat je morgen
vroeg, om zeven uren, de pistolen voor mij
in orde hebt".
Toen stapte hij weer in zijn zware koets,
die piepend en krakend langzaam den weg
naar Aldwark uitreed, terwijl John Stich
met een bekommerd gelaat terugkeerde in
zijn werkplaats.
Het oponthoud in
„Het Korhoen".
Patience had moeilijk kunnen verklaren
waarom zij Sir Humphrey Challoner wan
trouwde, ja bijna vreesde.
Het feit, dat de Squire van Hartington
haar openlijk zijn bewondering had betuigd,
was voor haar geen reden hem te verden
ken van vijandschap tegen haar broedei.
Zij wist, dat Sir Humphrey haar hand
hoopte te winnen; dat had hij haar bij me
nige gelegenheid te kennen gegeven en hü
had haar op niet onduidelijke wijza over
zijn liefde gesproken.
Lady Patience Gascoyne was een der
rijkste jonkvrouwen in het graafschap. Zij
had een groot fortuin geërfd van haar moe
der, die een zuster en mede-erfgenaam was
van den rijken Grantham van Grantham
Priory. Zonder twijfel droeg dit zeer aan
merkelijk bij tot haar aantrekkelijkheid in
de oogen van Sir Humphrey; dat zij zoo
schoon was, deed hem des te dringender
begeeren.
In den regel hebben vrouwen van alle tij
den en volkeren een vriendelijk gevoel voor
wie haar het hof maken, ook waar zij hen
afwijzen.
Een zeker welbehagen in dat door hem
onderscheiden worden, een bewonderen van
zijn aanhouden, als hij dat ten minste doet,
geven een gevoel van vriendschap, met
medelijden gemengd.
Maar in de meeste vrouwen is ook een
fijn gevoel, dat, bij gebrek aan een meer
wetenschappelijk'en term, instinct wordt
genoemdhet gevoel van bescherming* te
moeten uitoefenen over wie zij liefhebben.
Dit gevoel nu was in Patienco buiten
gewoon ontwikkeld; Philip was nog zoo
kinderlijk, zoo jong en zij zelf zooveel ouder
in wijsheid en ondervinding. Dit deed haar
Sir Humphrey vreezen, niet voor haar zelf,
maar voor haar broeder: haar kind, zooals
zij in haar moederlijk hart hem gaarne
noemde.
Zij vreesde en verdacht hem, ofschoon
zij moeilijk kon zeggen, waarom. Geen open
vijandschap tegen Philip, daar haar ver
stand haar zeide, dat de Squire van Har
tington niets to winnen had door het in-
gevaar-brengen van haars broeders leven,
en evenmin door hem een grievend onrecht
aan te doen.
Toch kon zij niet begrijpen waarom Sir
Humphrey Challoner Philip geraden had
zoo'n laffe en dwaze rol te spelen als de
jongeling in den laatsten opstand gedaan
had. Zij beefde bij de gedachte, dat hij
haar reis naar Londen zou te weten ko
men, of nog erger, haar bedoelingen gis
sen. Zij vreesde, dat Philip hem vertrouwen
had geschonken zonder dat zij het wist
het ergste, wat zij kon bedenken, was,
dat Sir Humphrey iets mocht weten van
het bestaan der brieven, die de onschuld
van haar broeder moesten bewijzen.
En wat zou dat dan De Squire kon die
brieven zeker niet wenschen te hebben, om
die verborgen te houden; hij kon toch im
mers slechts wenschen, dat Philips on
schuld bewezen werd
Zoo streden verstand en gevoel in haar,
terwijl de zware koets voortsukkelde over
den modderigen weg, naar de kleine her
berg, die halverwege stond tusschen het
kruispunt en het dorp "Aldwark. Daar zorg
de haar bediende Timothy voor rust en
voeding voor hemzelf, de paarden en Tho
mas, den koetsier, terwijl Lady Patience
een aparte kamer vroeg, waarin zij mei
haar kamenier Betty wat kon eten en
misschien een uur slapen vóór zij weer
terugkeerden.
De kleine gelagkamer in het „Korhoen"
was overvol, toen haar koets daar aan
kwam. Den geheelen dag was er veel drukte
geweest, want de korporaal in zijn rooden
rok, gevolgd door zijn kleinen troep, had
daar stilgehouden en ook daar de proclaipa-
tie van Zijner Majesteits Parlement luide
voorgelezen.
Do soldaten waren daar wel een halfuur
stil geweest, hadden er veel ale gedronken
en waren toen opgetrokken naar het dorp,
hadden op het marktplein de proclamatie
nogmaals voorgelezen en waren eindelijk
den weg naar Brassington ingeslagen.
En nn nam die aanzienlijke dame haar
intrek in het „Korhoen". Een nooit ver
wachte, ongehoorde gebeurtenis.
(Wordt vervolgd).