N\ 16448 Maandag 6 October. A®. 1913. (Qeze (Courant, wordt dagelijks, met uitzondering van (Zonen feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Beau Brocade. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 10 regels ,'1.05. Iedere regel meer /0.17-|. OTOotere letters naar plaatsrnimte. - Kleine idvertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contant elk tiental woorden meer 10 Oents.—Voor het incasseeren wordtf0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oentsi per 3 maanden 1 J f 1.10. Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post1.65. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien de missive van den Minister van Oorlog van den 3den October 1913, 1ste Aid. no. 2, waarbij worden toegezonden de stukken, bedoeld bij artikel 5 der Hinder wet, betreffende de oprichting van een pa- tronenbergplaats op het noordwestelijk ge deelte van het terrein behoorende tot de Doelenkazerne, deel uitmakende van het perceel Sectie A no. 641 Gelet op artikel 6 der ffindeïggtT.- 'Geven bij deze kennis aan l&fT-publiek, dat bedoelde stukken op de Secretarie de zer gemeente ter visie zijn nede.ïgelegd.T' Burgemeester en Wethouders vpprnpenid,' N. C. DE GIJfn&AMfc; BurgemeéSter. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 3 October 1913. NAJAARSSCHOUW. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien artikel 17 der verordening van den 6den Juli 1899 (Gemeenteblad no. 15), laatstelijk gewijzigd bij de verordemng van den 6den Februari 1913 (Gemeenteblad no. 4); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat te beginnen met Maandag 6 October e.k. zullen geschouwd worclcnalle wegen, lanen, paden, straten, kaden, pleinen, hof jes, stegen, sloppen of poorten en gangen, benevens de daarin gelegen of daartoe be hoorende bruggen en andere kunstwerken, voorzoover die bijzonder eigendom zijn en alle wateringen en slooten en de rio len, ter vervanging daarvan gemaakt, be nevens de daartoe~behcrcTende sluizen, dui kers, buizen, toegangskoker3 en dergelijke werken, voorzoover die bijzonder eigen dom zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 6 October 1913. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brebgen ter algemeene kennis, dat door H. Th. STRAATHOF, wonende te Leiden, een verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcohol vrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in de kamer achter den winkel van het perceel Haarlemmerstraat No. 12. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 6 October 1913. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door de wed. C. J. H. MILDERS—BRUMMEL- KAMP, wonende te Leiden, een verzoek schrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van ver koop, in den winkel van het perceel Var kenmarkt No. 3. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester. i VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 6 October 1913. Leiden, 6 October. Bij Kon. besluit is herbenoemd tot lid van het college van curatoren der univer siteit alhier jhr. mr. N. C. de Gijselaar. De heeren J. A. P. van Leeuwen en E. A. Bogaart, alhier, komen voor op voor drachten voor onderwijzer te Haarlem en te Amsterdam. Gisteren werd alhier opgericht een af- deeling van den Ned. Bond van Adsistenten der Posterijen cn Telegrafie, met twaalf leden en twee toezeggingen. Een voorloopig bestuur werd gekozen en de werkwijze vast gesteld. De kapitein H. Zeeman, van het 22ste reg. inf., wordt l Nov. ontheven van zijn detacheering ten bureele van den comman dant van het veldleger en overgeplaatst bij het 4de reg. inf. alhier. De dertiende lijst van de 35ste jaar collecte voor de Scholen met den Bijbel vermeldt o. m.Haarlemmermeer O.-zijde met Aalsmeer, met f 232 85Ter-Aar met Langeraar, Korteraar en Aardam, met £107.05; Waddinxveen, met f 188.46,5 waar behalve de Unie-collecte nog f 506 verza meld is voor het Suppletiefonds. Voor het tijdvak van 1 Oct. 1913 tot 1 Nov. 1914 is bij Kon. besluit benoemd tot adspirant-Rijkslandbouwingenieur aan het Instituut voor Landbouwwerktuigen en -ge- bouwen, verbonden aan den R. H. Land-, tuin- en boschbouwschool te Wageningen de heer A. M. Kuysten, te Zevenhuizen "(Z.-H.). Zaterdag vergaderde de Raad van Rijs wijk onder presidium van den burgemees ter. Uitvoerig werd gerapporteerd over de ongeregeldheden op den Delftweg, nabij Reineveld, waar in den nacht van 30 Sept. op 1 Oct. door 'n groote ploeg werklieden, op last van het gemeentebestuur van Delft, de weg was opgebroken ter verwijdering van den kabel van het electrisch licht. De voorzitter herinnerde er aan, dat reeds 21 Juni j.l. een schrijven was verzon den aan B. en Ws. van Delft inzake de ver lichting langs den Delftweg van Reineveld tot aan de Hoornbrug. Toen dit schrijven onbeantwoord bleef, is 26 Aug. een ant woord verzocht, dat 20 Aug. is ingekomen, met de mededeeling, dat wegens afwezig heid van den bedrijfsdirecteur en andere oorzaken het antwoord was uitgesteld. Daarop is 25 Sept. andermaal een brief verzonden aan Delfts gemeentebestuur, met verzoek om een afdoend antwoord, waarop 29 Sept. een afwijzend antwoord is gevolgd, m. a. w. dat Delft do legging van -den kabel voor de verlichting voor zichzelf opvorderde. Deze onheusche gedragslijn die zonderling moet worden genoemd van de zijde eener buitende gemeente is ge volgd door een zeer hostiele houding, nog verscherpt door de anarchistische daad van 1 Oct. Als hoofd der gemeente en der politie heeft de voorzitter datgene gedaan, wat hij zijn plicht achtte, en heeft de arbeiders ge sommeerd den arbeid te staken. Op deze daad is een deurwaardcrsexploit gevolgd, dreigend met proces en vervolging, doch tot heden is daarvan niets gekomen. Wel is in gekomen een schrijven d.d. 3 Oct., houdende kennisgeving, dat de opgebroken Delftweg 4 Oct. zou worden hersteld, en is hiermede reeds een aanvang gemaakt. De Raad ontving deze mededeelingen met groote belangstelling en instemming, welke gevoelens vertolkt werden door den heer Yan Vliet, die den burgemeester hulde bracht voor zijn energiek optreden en voor het hooghouden van het prestige dier ge meente. De heer Yan Es releveerde nog, dat Delft eventueel wel kracht en licht zou hebben ge leverd, doch den weg tot aan de Hoornbrug niet zou hebben verlicht. De leden van de te 's-Gravenhage uit Servië teruggekeerde Ned. ambulance onder leiding van dr. Yan Tienhoven, zijn de gas ten geweest van het Ned. Comité voor deze ambulance aan een dejeuner in hotel Cen tral", aldaar. De zaal was voor deze gele genheid getooid met bloemen en met de kransen, met linten in de Servische kleuren, welke aan de ambulance-leden bij hun te rugkomst hier te lande namens dankbare Serviërs waren vereerd. Er werd een menu opgediend, waarvan aan de gerechten be namingen waren gegeven, toepasselijk op het liefdewerk der ambulanceverpleging. Dr. Cramer, de president van het Neder- landsche Comité, sprak het welkomstwoord waarna de eere-voorzitter de consul-gene raal van Servië te Amsterdam, de heer Me- rens, een dronk instelde op Koningin Wil- kelmina en op Koning Peter. Vervolgens bracht dr. Cramer een toost; uit op den penningmeester van het comité, den heer Yan Tienhoven Sr., die de ziel van de be weging was geweest, waarna de heer Yan Tienhoven zijnerzijds dank betuigde aan de dames en heeren van de ambulance. De leider der ambulance dr. Van Tien hoven vertolkte daarop den dank van de leden der ambulance jegens het Ned. co mité, aan welks leden hij de Roode-Kruis- medaillo overhandigde. Grooten bijval ondervond voorts nog een toost van huldebetuiging, door dr. Schoe- maker ingesteld op de Hollandsche verple ging in het algemeen. Nog word o. a. het woord gevoerd door den heer Merens, waarbij hij hulde bracht aan de groote verdiensten van dr. Yan Ha mel voor het werk der ambulance in Ser vië. Te 's-Gravenhage is in den ouderdom van 71 jaar overleden de gepensionneerde kolonel van het 7de reg. inf. te Amsterdam, P. R. Goudschaal. Vóór hij te Amsterdam kwam, was hij commandant van het instruc tie-bataljon te Kampen. De Haagsche afd. van de S.-D. A.-P. heeft in een voor deze zaak belegde verga dering als haar gevoelen te kennen gegeven, dat een eventueele aanbieding van een wet houderszetel aan een Raadslid, deel uitma kende van de socialistische Raadsfractie, kan worden aangenomen. De heer J. A. Jungmann, bibliotheca ris van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal, zal op 7 October a.s. den dag herden ken, waarop hij vóór vijftig jaar zijn intre de deed in het korps van ambtenaren van genoemd deel onzer Volksvertegenwoordi ging. Dezer dagen werd gemeld, dat het in het voornemen van B. en Ws. van Amster dam moet liggen, den heer D. Drost, inge nieur-onderdirecteur der gemeente-water leidingen en thans sedert vrij geruimen tijd gedetacheerd bij den dienst der Publieke Werken, op diens verzoek eervol uit den gemeentedienst te ontslaan, met toekenning van een wachtgeld. De te Doetinchem verschijnende „Graaf- schapsbodo" teekent bij dit bericht aan „De veronderstelling is niet te gewaagd, dat de reden van deze ontslagaanvrage in onze omgeving moet worden gezocht. Zoo als men weet, is het voorloopig benoodigdc bedrag van f 16,000, tot het maken van een ontwerp van een intercommunale waterlei ding voor Oostelijk Gelderland, bijeen en op een 18 Juli te Winterswijk gehouden vergadering werd besloten de ontvangen gelden voor dat doel te besteden. Mede werd toen besloten, den technischen advi seur van het comité, den heer D. Drost, te Amsterdam, uit te noodigen de leiding der verdere werkzaamheden op zich te nemen. Aangezien het comité van oordeel is, dat deze werkzaamheden den geheelen persoon eischen, werd daarbij als voorwaarde ge steld, dat de heer Drost zich van zijn te genwoordige functie tijdelijk moet losmaken en zich in deze streek vestigen Het bericht in „De Telegraaf" duidt er o. i. op, dat de heer Drost op deze condi ties is ingegaan." Het „Utr. Dbl." deelt mode, dat op het graf van prof. P. H. Ritter op de Nieu- wo Alg. Begraafplaats te Utrecht zal ko men een monument van circa 3 meter 40 hoog, gemaakt van terracotta, gecombineerd met metselsteen en roode zandsteen en staande op een voetstuk van hardsteen. Het ontwerp werd gemaakt door den Utrccht- schen architect M. E. Kuiler. Het ligt in do bedoeling dit monument te onthullen op den sterfdag van prof. Rit ter, 22 November. Kolonel W. F. Pop, sous-chef van den goneralen staf, herkomstig van het wapen der artillerie, wordt, naar „Het Vad." ver neemt, met 1 Novmber a.s. belast met het commando over een divisie, evenals de ko lonels W. H. van Terwisga en P. W. We ber, resp. commandant der 4de inf.-brigade en van de brigade grenadiers on jagers, die in verband daarmede bevorderd worden tot generaal-majoor. Kolonel M. W. do Vries, commandant der 7de inf.-brigade te Am sterdam, is bestemd tot inspecteur der in fanterie. Beroepen is bij de Hollandsche Gem. te St.-Petersburg dr. C. E. Hooykaas, pre dikant bij de Rem. Gem. te Ylaardingen. Op 8 October is het voor den heer P. J. Huibers, te Gouda, hoofdopzichter van den Waterstaat, in dienst van Zuid-Hol land, 50 jaren geleden, dat hij in dienst werd gesteld als opzichter bij den aanleg van den Staatsspoorweg Zaandam—Den Helder. Met het stoomschip „Rotterdam" van de Holland-Amerikalijn is Zaterdagnamid dag de oud-minister van Waterstaat, prof. dr. J. Kraus met zijn echtgenoote van Rot terdam naar New-York vertrokken, om zich vervolgens naar Peru te begeven. BOSKOOP'. Bij Kon. besluit is de ver- eeniging „De Boskoopsche Woningbouw- vereeniging, alhier, toegelaten als vereeni- ging, uitsluitend in heb belang van verbe tering der volkshuisvesting werkzaam. HILLEGOM. Ten behoeve van de aan schaffing van nieuwe schoolbanken in de school met den Bijbel alhier, zal er op 3 en 4 November a s. door eenige dames een bazar georganiseerd worden. De winterdienst van de Hollandsche Spoor voldoet al weer niet aan deze ge meente. Er stoppen, gelijk in den zomer dienst, opnieuw te weinig treinen. Tusschen 1.42 en 5.01 uur kan men niet in de richting Haarlem, en tusschen 9.44 en 1.03 uur niet in de richting Leiden vertrekken. Die tus- schenpoozen. zijn voor dit volkrijke dorp te groot. Het aantal buslichtingen aan het postkantoor is met één vermeerderd, ter wijl de laatste om 8.57 uur 's avonds plaats heeft. Dat is ten minste een verbetering. Volgens het verschenen jaarverslag der R.-K. Wijkverpleging alhier, over 1912, werden er 3073 huisbezoeken afgelegd, ter wijl er aan het Wijklokaal 6126 bezoeken plaats hadden. Uit de linnenkast werden 167 maal goederen verstrekt. Do Vereeni ging heeft 276 leden, die f837.55 contri- bueeren. In een reservekas werd f 600 ge stort om te geraken tot stichting van een nieuw wijkgebouw. Gelijk in ons verslag van de Onafhan- kclijkheidsfeesten alhier is bericht, heeft de vredegroep van den optocht aan het gemeentebestuur een vredevaandel aangebo den. Dit vaandel is thans op het gemeente huis in een blikken doos opgeborgen. Om dat dit vaandel van een kostbare, teere stof is en niet bij ongunstig weer gebruikt kan worden, zal de vredegroep een tweede vredevlag, maar dan van wol vervaardigd, aanbieden. De bewoners van het naburige De Zilk zullen zich per adres tot den Raad der gemeente Noordwijkcrhout (waartoe Do Zilk behoort) wenden, met het verzoek van Hillegom gas te betrekken. Daar het-bui zennet van deze gemeente zich uitstrekt tot kort nabij de grens van De Zilk, achten de bewoners van deze buurtschap aanslui ting zeer goed mogelijk, en bovenal wen- schelijk. KATWIJK-AAN-DEN-RIJN. Gister avond had alhier op de Voorstraat een vechtpartij plaats tusschen een jongmensch uit een naburige gemeente en een jongeling van hier, welke laatste van een mes ge bruik maakte en daarmede zijn tegenpartij een steek toebracht, 't Geschiedde dicht bij de woning van den geneeskundige, den heer J. Huet-ing, alhier, die den gewonde onder zocht en verbond en zeker niet aangenaam gestemd zal z:jn geweest over deze versto ring van zijn Zondagsrust. 't Is thans de tweede maal binnen niet al te lang tijdsverloop, dat feitelijk nog „kwajongens" het mes trekken; een weinig minder strijdlust in tijd van vrede is zeker niet overbodig en minder gevaarlijk. KATWIJK-AAN-ZEE. Zaterdag kwa men hier zes partijen haring in afslag. De prijzen waren per kantje als volgt: Volle haring f 16.20 f 16.50; maatjes haring f 15.80 f 16.50; ijle haring f 13.S5 f 14.45; steurharing f 17.15 f 12.40: makreel f8.50 f 11.25. In de afgeloopen week kwamen van de Katwijksche vloot te IJmuiden 23 vaartui- DE VERMETELE. 12) ,,'t Is een schande voor het geheele graafschap, deze voortdurende struik roverij op de Brassinger heide. De onbe- Bchaamde rekel, die mij aanviel, was ge kleed als een prins, en bereed een paard, 'dat op zijn minst tachtig guinjes waard was. Ik veronderstel, dat hij de man is, 'dien men Beau Brocade noemt". „Zag Uwe Edelheid hem duidelijk lvroeg John, een beetje angstig. „Of ik hem goed zag?" barstte Sir Hum- Jphrey in lachen uit. „Ziet iemand ooit deze bchelmen? Hij deed mijn koets stilstaan, Iunderde mij, en rende weg, vóór ik wat on uitroepen. Eén oogenblik slechts .viel ibet licht van een der beide lantaarns op den schaamteloozen dief. Natuurlijk was bij gemaskerd, maar ik zeg je, beste vent, dat hij een manteljas aanhad, die de prins (?an Wales hem kon benijden; en wat zijn paard betreft, 'twas een volbloed, die mij tachtig guinjes waard zou zijn". „En iedereen weet, dat Uwe Edelheid Iverstand heeft van koopen", zeide John op een toon, waaruit men eenige hatelijkheid kon opmaken. „Oef 1" knorde de Squire. Hij voegde ,fer kjj met zijn gewonen gullen laoh: „De schelm draagt zijn naam terecht, Beau rocade I Hij kleedt zich als een Lord en neemt je je beurs af met een air van ga lanterie alsof hij je een gunst bewees'** Het was moeilijk te zeggen wat er in Challoners hoofd achter dat vriendelijk, blozend uiterlijk omging. Dit was in allen gevalle beneden de krachten van den goe den John Stich, ofschoon hij een groot deel van zijn aardsch bezit had willen geven om zeker te weten wat Mylords reis over de Brassinger heide en naar Aldwark. met die van Lady Patience op denzelfden weg, had uit te staan. Ofschoon de Squire niets zeide, hielp hij John toch om de waarheid te gissen, want toen hij de pistolen had overgegeven en zich omkeerde, om weer naar zijn koets te gaan, vroeg hij „Yan wien was de koets, die hier een half uur vóór mij voorbij kwam?" „Die koets, mylord?" „Jal Toen wij boven op den heuvel wa ren, vertelde mijn koetsier mij, dat hij hier een koets zag staan; van wien was die?" Eén oogenblik aarzeldo John. Deze situa tie was voor den goeden smid een beetje te moeilijk. Maar hij begreep, dat als Sir Humphrey naar Aldwark ging, hij daar dan zeker Lady -Patience zou ontmoeten; liegen zou dus erger dan nutteloos zijn en juist kwade vermoedens opwekken. Eindelijk zei hij: „Het was de koets van Lady Patience Gascoyne". „Zool" zei de Squire op denzelfden on verschilligen toon. „Waar ging zij heen?" „Ik was aan het werk in de smederij, Uwe Edelheid, en mylady hield zich niet op. Ik denk dat zij naar Wirksworth ging, maar ik zag en hoorde niets, want ik was druk aan 't werk". „Hmt" riep de Squire uit, terwijl een slim, ietwat saroastisqH lachje om jrijn lippen speelde^ „Ik wil vannacht te Aldwark blijven", zeide hij, den smid toeknikkend. „Ik wil in het donker niet meer rijden over deze heide, en mijn paarden zouden voor den nacht Wirksworth niet meer kunnen berei ken. Zorg nu, vriendje, dat je morgen vroeg, om zeven uren, de pistolen voor mij in orde hebt". Toen stapte hij weer in zijn zware koets, die piepend en krakend langzaam den weg naar Aldwark uitreed, terwijl John Stich met een bekommerd gelaat terugkeerde in zijn werkplaats. Het oponthoud in „Het Korhoen". Patience had moeilijk kunnen verklaren waarom zij Sir Humphrey Challoner wan trouwde, ja bijna vreesde. Het feit, dat de Squire van Hartington haar openlijk zijn bewondering had betuigd, was voor haar geen reden hem te verden ken van vijandschap tegen haar broedei. Zij wist, dat Sir Humphrey haar hand hoopte te winnen; dat had hij haar bij me nige gelegenheid te kennen gegeven en hü had haar op niet onduidelijke wijza over zijn liefde gesproken. Lady Patience Gascoyne was een der rijkste jonkvrouwen in het graafschap. Zij had een groot fortuin geërfd van haar moe der, die een zuster en mede-erfgenaam was van den rijken Grantham van Grantham Priory. Zonder twijfel droeg dit zeer aan merkelijk bij tot haar aantrekkelijkheid in de oogen van Sir Humphrey; dat zij zoo schoon was, deed hem des te dringender begeeren. In den regel hebben vrouwen van alle tij den en volkeren een vriendelijk gevoel voor wie haar het hof maken, ook waar zij hen afwijzen. Een zeker welbehagen in dat door hem onderscheiden worden, een bewonderen van zijn aanhouden, als hij dat ten minste doet, geven een gevoel van vriendschap, met medelijden gemengd. Maar in de meeste vrouwen is ook een fijn gevoel, dat, bij gebrek aan een meer wetenschappelijk'en term, instinct wordt genoemdhet gevoel van bescherming* te moeten uitoefenen over wie zij liefhebben. Dit gevoel nu was in Patienco buiten gewoon ontwikkeld; Philip was nog zoo kinderlijk, zoo jong en zij zelf zooveel ouder in wijsheid en ondervinding. Dit deed haar Sir Humphrey vreezen, niet voor haar zelf, maar voor haar broeder: haar kind, zooals zij in haar moederlijk hart hem gaarne noemde. Zij vreesde en verdacht hem, ofschoon zij moeilijk kon zeggen, waarom. Geen open vijandschap tegen Philip, daar haar ver stand haar zeide, dat de Squire van Har tington niets to winnen had door het in- gevaar-brengen van haars broeders leven, en evenmin door hem een grievend onrecht aan te doen. Toch kon zij niet begrijpen waarom Sir Humphrey Challoner Philip geraden had zoo'n laffe en dwaze rol te spelen als de jongeling in den laatsten opstand gedaan had. Zij beefde bij de gedachte, dat hij haar reis naar Londen zou te weten ko men, of nog erger, haar bedoelingen gis sen. Zij vreesde, dat Philip hem vertrouwen had geschonken zonder dat zij het wist het ergste, wat zij kon bedenken, was, dat Sir Humphrey iets mocht weten van het bestaan der brieven, die de onschuld van haar broeder moesten bewijzen. En wat zou dat dan De Squire kon die brieven zeker niet wenschen te hebben, om die verborgen te houden; hij kon toch im mers slechts wenschen, dat Philips on schuld bewezen werd Zoo streden verstand en gevoel in haar, terwijl de zware koets voortsukkelde over den modderigen weg, naar de kleine her berg, die halverwege stond tusschen het kruispunt en het dorp "Aldwark. Daar zorg de haar bediende Timothy voor rust en voeding voor hemzelf, de paarden en Tho mas, den koetsier, terwijl Lady Patience een aparte kamer vroeg, waarin zij mei haar kamenier Betty wat kon eten en misschien een uur slapen vóór zij weer terugkeerden. De kleine gelagkamer in het „Korhoen" was overvol, toen haar koets daar aan kwam. Den geheelen dag was er veel drukte geweest, want de korporaal in zijn rooden rok, gevolgd door zijn kleinen troep, had daar stilgehouden en ook daar de proclaipa- tie van Zijner Majesteits Parlement luide voorgelezen. Do soldaten waren daar wel een halfuur stil geweest, hadden er veel ale gedronken en waren toen opgetrokken naar het dorp, hadden op het marktplein de proclamatie nogmaals voorgelezen en waren eindelijk den weg naar Brassington ingeslagen. En nn nam die aanzienlijke dame haar intrek in het „Korhoen". Een nooit ver wachte, ongehoorde gebeurtenis. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1