Kb. IjBSBSCH 3DAG-B1LAB, Woensdag* 10 September. "Ë?we®ü® Blad. Anno 2913.
Buitenlandseh Overzieht.
FEUILLETON,
lie jl«j3 saeron.
PERSOVERZICHT.
,\V© klagen wel eens, (lat we in ons land
'omkomen in de paperassen, warneer 't de
een of andere officieel© zaak betreft. Maar
die klachten, zijn ongegrond, wa.nt 'tblijkt,
dat we 't hier op dat gebied, nog niet ver
hebben gebracht.
De hoofd-reclacte-uir van den „Matin"
'drijft den spot mot het geweldig© for
mali 9 me, dat hoogtij viert in de Fran
se h administratie. Als voorbeeld
noemt hij het geval, dat ©on grondeigenaar
©on muur of heg wil plaatsen, om zijn aan
don openharen weggelegen perceel. Daar
too moet hij niet minder dan achttien for
maliteiten vervullen, waardoor hij gemiddeld
acht maanden noodig heeft, althans als hij,
een gewoon mcnsch is kent hij den mi
nister goed of is hij familie van een ander
Jioogwaaj-dighoidsbokleeder, dan kan het zijn,
dat het zaakje al in 12 weken in orde is.
Onbegrijpelijk acht do heer Lausann© het,
dat er nu in die veertig jaren, dat do repu
bliek bestaat, nog nimmer eon minister is
geweest of een afgevaardigde, die deze
kwestie eens wat vereenvoudigd heeft.
Begrijpt dan niemand, dat al dat forma
lisme. en al die sta.pels papieren Frankrijk
verstikken en eiken opbloei van de geest
kracht en het initiatief vermoorden?
Ito „Vos3. Ztg." brengt de mededeeling
dat prinses Victoria Louise,
■s keizers dochter, die met prins Ernst
August van Cumberland gehuwd is, een bl ij-
de gebeurtenis tegemoet ziet.
Het schijnt, dat do verjaardag dor
Portugees clio republiek niet geheel
onopgemerkt voorbij z-al gaan. De berichten
uit Portugal zijn nog steeds slecht to ver
trouwen. Hot ecne weerspreekt geheel liet
andere. En daardoor weet men eigenlijk nooit
piecies, hoo de jonge republiek het maakt.
Uit wat we nu vermeld vinden, zou moe
ten worden opgemaakt, dat 't er inderdaad
zoo slecht niet gesteld is. Ter gelegenheid
van dezen derden verjaardag is de re-gearing
van plan haar voldaanheid over den poli-
tieken en financieel en toestand des land te
doen blijken door kwijtschelding van straf
te verlcenen aan benige honderden politie
ke gevangenen. Die genade zal zich echter
voorshands bepalen tot hen, dio maar ©en
ondergeschikt 'relletje hebben gespoeld in
samenzweringen tegen het republikein scha re-
goeringsstelsel, terwijl er voor aanvoerders
van gewapende benden, ophitsers en belha
mels, kortom, do mannon van eenigo betee-
kcriis, vooralsnog aan geen amnestie te denken
valt. Ook voegt de officialise mededeeling er
uitdrukkelijk aan toe, dat deze amnestie niet
van toepassing zal zijn op politieke misda
digers, die op 5 October gevangen, maai*
nog niet gevonnist mochten zijn.
Als het gouvernement maar zeker kon zijn
dat het met alle tegenkanting gedaan was,
zou het waarschijnlijk niet dralen ook ten
opzichte der leiders wat groot moedigheid aan
.den dag te leggen. Maar zoolang men bin
nenslands, en liefst riog wel in de hoofd
stad, nog met bommen werkt, de politie om
©en haverklap koningsgezinde bijeenkomsten
ontdekt cn bij zulke gelegenheden hoopen re
volvers, pistolen enz. aanhaalt en men hoven-
dien nog steeds beducht is voor gewapende
opstootjes aan a© grenzen, valt daar natuur
lijk niet aan te denken.
„Denk aan mijn boek
Zoo moet de a u t o-b a n d i e t Calle-
min, „Ra-umond la Science", hebben toe
geroepen aan den advokaat, mr. Emile
Michon, op het ocgenblik zijner terecht
stelling.
Mr. Michon. heeft er aan gedacht. Met
de gedachte aan het schrijven van een
boek, had hij Raymond en al de anderen
in de gevangenis bezocht. Hij was wel een
der advokaten van een hunner, doch als
lid van de Socióté des Prisons had hij
verlof gekregen, evenals dominee G-ide en
de graveur Dumoulin, om al de bandieren
in hun cellen te bezoeken. Vier-en-zeven
tig keer is hij daarvoor in de Santé-govan-
genis geweest en heeft er de eigenaardig
ste confidenties gekregen van al de veroor
deelden. met brieven en anclere bescheiden
ter versterking van wat zij bekenden De
andere advokate-n lieten mr Michon daar
toe a'Ue vrijheid, die zoodoende de stof
i) --
Het geheele stadij e hield den vroeg eren
gem een re-architect Harman voor een rij
ken zonderling. Niet dat hij pochte op zijn
geldintegendeel, hij leefde als weduwnaar,
gezegend met drie dochters; zuiniger zelfs
dan menschen van zijn stand gewoon zijn
te leven. Over het algemeen ten minste
was men van oordeel, dat hij het beter
kon doen dan menig ander, want even be-
kerid was, dat in zijn slaapkamer naast
zijn bed een met ijzer beslagen kist stond,
waarvan dienstboden en werklieden, die
in de gelegenheid waren ze te zien en op
te tillen, verklaarden, dat zij zeer zwaar
was; lieden met een groote verbeeldings
kracht beweerden zelfs, dat zij van binnen
wei eens een metaalklank hadden gehoord
en voor niots zaten er geen drie sloten
opterwijl hij ook door den eigenaar
zorgvuldig bewaakt werd.
Het geheimzinnige van deze kist weefde
om de drie dochters van den ex-architect
een vergulde sluier. De drie meisjes beza
ten alle eigenschappen, die trouwlustige
mannen in den regel stellen; zij waren
vroolijk, jong, gezond, goedgevormd en
huiselijk. Dat was z'ker goed en aange-
naa.ni, maar als toekomstige erfgenamen
van den inhoud va-n de zware kist waren
zij in het oog der meesten nog beter en
aar gen amer.
De landmeter Knabe was de eerste, die I
den aanval bl'es. JcJvmna, de oudste, had. 1
hem het hoofd op hol gebracht, en na de
vergaarde voor een boek, dat hij geheel
objectief wilde houden en waaraan zelfs
het graphologisch onderzoek niet zou ont
breken.
Met een uitgever was een contract ge
sloten endeze doet nu den advokaat
een proces aan. Want het boek is gereed,
doch de schrijver weigert het af te staan.
De deken der orde van advokaten heeft
hem doen weten, dat openbaarmaking
schending zou zijn van het ambtsgeheim
en mr. Henri Robert, die met October
deken wordt, is van dezelfde meening. In
dezen toestand, durft Michon zijn hand
schrift niet afstaan, doch de uitgever
meent, dat Michon niet als advokaat de
bekentenissen heeft ontvangen en opgetee-
ke>nd, en wil, dat de Techier over de ge
grondheid der weigering beslissen aal.
Welk een reclame, als 't boek nu nog
komt
Er is tlians iets ruchtbaar geworden, wat
niet nalaten zal een geweldigen in
druk te maken. Het „Berl. Tagebl." ver
neemt uit West-Rusland iets zoo monster-
- ach tigs als sinds lang niet publick werd. Bij
do stations Rokizina en Baby, in de buurt
van Warschau wordt namelijk een con
gres van Ameirikaansche hande
laren in meisjes gehouden. Zij hebben
die kleine stations uitgekozen, omdat zij zich
daar* beter aan de oogen van de politie kun
nen onttrekken. Het zijn allen groothande
laars, die over Hamburg in Rusland zijn ge
komen 'en ook weer over Hamburg naar Bra
zilië 'zullen terugkee'ren. Tot dusver hebben
dezo handelaars 26 meisjes van 14 tot 20 jaar
opgekocht en naar Rokizina gebracht. Zij
koopen alleen knappe, flinke meisjes, voor
wie zij, al naar de kleur van het haar en
het uiterlijk 50 tot 1000 roebels betalen..
Een van de agenten van de meisjeshandel aren,
die te Lodz woont, heeft zijn jonge schoon
zuster voor 1250 roebels verkocht. De cerstë
bezending van deze ongelukkige schepsels
heeft Rusland al verlaten en is naar Ham
burg gebracht, waar zij op de aankomst
van hun patroon wachten. Deze wil nog 50
andere slachtoffers opkoopen, die voor Kou
stan tinopel bestemd zijn. Onder de koopwaar
overweegt het minder ontwikkelde element
van kleine modistes, dienstmeisjes, boeren
meisjes enz., maar er zijn ook enkele kinder
juffrouwen en onderwijzeressen onder de 26
slachtoffers, die naar Hamburg gestuurd zijn.
Haar vervoer over de Russische grens heeft
den handelaars een groote som gekost, een
treurig bewijs voor de veilheid van vele Rus-
s i s Che p 01 itie-beambten
Alle mededeelingen over dezen handel in
meisjes zijn afkomstig van twee in hechtenis
genomen agenten, van wie de een, zekere
Celber, tegen een borgtocht van 5000 roebels
vrijgelaten is, maar de ander, bij wien men
vele bezwarende stukken heeft gevonden, wel
voer den rechter zal verschijnen.
We spraken wel eens van progressie
en vooral bij de successiebelasting.
Do ideeën, die hieromtrent- hij sommige Ame
rikanen hebben post gevat, zijn zoo opmer
kenswaardig, dat we ze niet onvermeld wil
len laten.
Bij de beraadslaging in den Amerikaan-
echen Senaat over de inkomsten-belasting
heeft Norri9 een amendement voorgesteld,
dat ten doel had nalatenschappen buitenge
woon zwaar te belasten. Norris stelt een ge
leidelijk opklimmend successierecht voor, be
ginnende met 1 pCt. voor nalatenschappen
van 50,000 dollars cn opklimmende tot 75
pCt. voor nalatenschappen boven de 50 mil-
lioen dollars. Hij haalde het voorbeeld aan
van Vincent Astor, die 80 millioen dollars
heeft geërfd cn dus, volgens deze schaal
van gedeeltelijke verbeurdverklaring, nog 20
millioen dollars zou overgehouden hebben,
genoeg om fatsoenlijk van te leven.
Senator Clapp ondersteunde het amende
ment en noemde het afkeurenswaardig, dat
©en Amerikaan in weelderig nietsdoen kon
leven, ten koste van het zwoegen van niil-
1 ioenen van zijn medeme.nscben.
In ,,H e t T a r i e f", orgaan van den Ned.
Bond van Boekdrukkerijen, - is uit de
„Staatscourant" het bericht overge
nomen, dat een permanente commis-
gebruikelijke stille vrijage ging hij naar
den vader en sprak het gewichtig© woord:
„Ik heb uw dochter lief, geef ze mij tot
vrouwEn een derde van de ijzeren kist,
daoht hij er bij, maar sprak deze laatste
woorden natuurlijk niet uit.
De heer Harman had al iets te voren
van de stille verloving gemerkt en onder-,
zoek naar den oandidaat voor de hand van
zijn oudste dochter gedaan, en dat onder
zoek had hem overtuigd, dat hij hem zijn
kind wel kon toevertrouwen.
Hij drukte hem dus hartelijk de hand:
„Kinderen, weest gelukkig! Op mijn
(zegen kunt ge rekenen".
Knabe was te zacht van gemoed, om er
dadelijk op te zinspelen, of de zegen ook
tastbaar zou zijn. Ronduit wilde hij niet
spreken en zijdelingsehe toespelingen be
greep Harman niet. Johanna trok eindelijk
de stoutste schoenen aan, maar een veel-
heteekenend: „Geduldig wachten en niet
nieuwsgierig zijn", deed ha-ar den 'mond
sluiten.
Spoedig daarop werd oen vroolijk© brui
loft gevierd en de j'onge mevrouw Knabe
betrok de nieuwe, woning, die zij op kos
ten van papa flink mocht meubelen, maar
klinkende zegen viel er niet-.
On de bruiloft leerde de nog jonge dok
ter Oswald de tweede dochter Elsa kennen.
Men weet, wat dat beteékent: men ziet,
men bemint, men trouwt. Werkelijk leeren
kennen komt pas in den Tegel in het
huwelijk.
En ook Oswald kwam op zekeren dag
bij papa Herman met een: Mijnheer, ik
heb je dochter lief en vraag om haar
liand*.
sie van toezicht op de Landsdruk
kerij is ingesteld, met ingang van 1 Octo
ber, en dat de leden daarvan „tijdelijk"
zijn benoemd. Voor een benoeming bij Kon.
besluit is dit zeker wel eenig.
In het jongste nummer van „Het Ta
rief" schrijft mr. J. A. Veraart over deze
benoeming.
Mr. Veraart vangt zijn beschouwing aldus
aan
Een Minister, die op het punt staat om
als zoodanig af te treden, kan zeer zeker
een benoeming doen, waarbij haast is
maar een „met ingang" na drie maanden
had gevoeglijk nog drie maanden kunnen
wachten, vooral als de leden nog maar tij
delijk worden benoemd
Zonderling, hoogst zonderling! Vertrouw
de de Minister de benoeming niet toe aan
zijn opvolger? Bestaan hiervoor bijzondere
redenen? Beteekent het „tijdelijke" wel
licht, dat ten opzichte van het lid, den lieer
Zwart, alvorens een „definitieve" benoe
ming te doen, eerst de uitspraak moet wor
den afgewacht van den Eereraad, die te
oordeelen heeft over zijn royement- uit de
„Amsterdamsche Drukkersvereeniging" 1
Dit zou een réden geweest zijn om met* de
geheele instelling der commissie te wachten.
Maar er is nog veel meer bij deze com
missie zonderling; vooreerst al, dat weinige
dagen na haar samenstelling de „Staats
courant" een nieuw bericht er over be
vatte, een „herplaatsing wegens misstel
ling", waarbij de heer Zwart aftrad als se
cretaris, „tijdelijk", en als zoodanig even
„tijdelijk' werd opgevolgd door den heer
Daamcn. Het is één en al zonderlingheid.
De schrijver gaat dan na de geschiedenis
der Staatscommissie, bestaande uit de hee-
ren Belinfante, Van Nispen tot Sevenaer,
Ter Laan, Daamen, Zwart-, De Groot en
Wierdels, waarvan, naar zijn oordeel, al
leen de heeren De Groot cn Wierdels voor
de taak van leden eener commissie van on
derzoek voor de landsdrukkerij geschikt
waren.
Daarna wijst mr. Veraart verder op het
feit, dat het rapport geheim was, en
schrijft dan
Dat het rapport hoogst ongunstig was,
bleek weldra, toen eenige brokstukken er
uit werden gepubliceerd door een Amster-
damsch dagblad, dat vóór het officieel©
communiqué wist te berichten, dat de com
missie voor de Landsdrukkerij met haar ar
beid gereed wasdat ook de invoering van
de commercieele boekhouding in die Rijks
instelling en de benoeming van een accoun
tant het eerst kon mededcelen.
Die publicatie had plaats, nadat tot di
recteur van de Landsdrukkerij na het on
verwachte overlijden van den heer Van
Woerden, benoemd was de onder-directeur,
over wien in het rapport op bijzondere wijze
was geklaa-gden tot onder-directeur
iemand, die algemeen als ongeschikt stond
aangeschreven.
Mr. Veraart noemt dan de instelling van
een bedrijfschef weder een zonderlinge zaak
en schrijft ten slotte
Na de publicatie var eonige brokstukken
uit het rapport en nadat de voorzitter der
commissie, de heer Van Nispen tot Seve
naer (Rhedon), in de Kamer op bekend
making er van had aangedrongen, is het
aan de Kamerleden verstrekten ieder
onzer, die wel eens een of ander afgevaar
digde spreekt, zal hebben vernomen, dat
het onderzoek aan het licht bracht, dat in
de Landsdrukkerij zonder kennis van zaken
met ruim anderhalf millioen gulden roeke
loos geleefd is, en dat daar tal van wantoe
standen heerschten, o. a. dat de boekhou
ding er totaal nihil was.
Van die Kamerleden verneemt men ook,
dat in het rapport als de schrijver van het
degelijke, sterk gedocumenteerde cn zeer
krasse stuk de heer Wierdels genoemd
wordt, en dat dezo bij het minutieuze on
derzoek naar de massa ontdekte fouten en
misgrepen alleen bij zijn collega De Groot
steun heeft gevonden, allerminst bij den
hoogen ambtenaar, niet bij de ondeskun
dige twee Kamerleden, noch bij de twee
andere heeren, begrijpt ieder, die deze „des
kundigen" als zoodanig weet te beoordee-
len.
Aan de twee voornaamste wenschen der
commissie, die het rapport unaniem onder-
teekende, is nu voldaan de commercieele
boekhouding wordt ingevoerd en er is een
En de oude wist., da.t Oswald een be
kwaam geneesheer beloofde te worden, en
hij een goede praktijk in het vooruitzicht
had.
En zoo drukte hij zijn tweede schoonzoon
de hand met een: „Kinderen, weest ge
lukkig Je kunt op mijn zegen rekenen".
Ook dfecce zegen ontpopte zioh als een
flink uitzet in lijfgoed en meubelen, ma-ar
de kist ging niet open.
„Maar wat geduld hebben", heette het
weer; „geduld is zulk een schoone zaak".
Zoo bleef dan nog alleen over Trude,
de jongste, en zooals het ook zoo dikwijls
in sprookjes voorkomt, de mooiste en de
beste van de drie.
„Nu, Trude" plaagde haar vader,
„tweemaal ben j.e nu al bruidlgmeisj e ge
weest, zou je ook geen lust hebben het
bruidskleed eens aan te hebben?"
Trude zette een scha-lksoh gezicht
„Ja, als het maar bii willen afgeloopen
was. Ik zou wel willen".
„Heb je misschien al iemand aan het
lijntj e?"
Trude werd zoo rood als een ka-lkoensclie
haan.
„Ha, ha! de kleur van het verraad.
Vooruit er mee! «Wie is het?" zeide de
oude heer lachend en goed geluimd.
„Pinter", kwam het. fluisterend over
Trades lippen. „De koopman Pinter van
de Markt".
De heer Harman werd ernstig. De jon
ge, ondernemende koopman was geen
slechte partij. Een eerlijk mensch, maar
door en door handelsman, die op zijn stuk
stond, waar het betrof: ieder het zijne.
Deze zou zich niet zoo gemakkelijk
permanente commissie van toezicht benoemd
zooals men weet tegenI October tij
delijk.
Zoo'n commissie is nu eens niet zonder
ling, maar wel is het voor hem, die piet
diep op de dingen dezer wereld ingaat,
vreemd, dat de cpmmissie van onderzoek
werd veranderd in een commissie van toe
zicht, echter zonder de heeren De Groot
en Wierdels, wèl weer met den heer Be
linfante, die wegens zijn vroeger persoon
lijk toezicht in het rapport der commissie
zelf gevonnist is, ook weer met twee on
deskundige Kamerleden en met de twee
„deskundigen", de heeren Daamen en
Zwart.
De heer Van Nispen tot. Sevenaar is door
een mede-Kamerlid, den heer Van Vuu-
ren, vervangen, omdat hij, zooals wij ver
namen, in de commissie van toezicht niet
weder zitting wenscht te nemen. Aan de
heeren De Groot en Wierdels is liet lid
maatschap niet aangeboden. Zij zijn uitge
worpen.
Bij het onderzoek hebben zij zulke hoe
danigheden aan den dag gelegd, dat zij
voor het toezicht ongeschikt zijn gebleken.
Die twee zouden immers werkelijk toe
zicht hebben geoefend cn dit is de bedoe
ling niet. De anderen ontvingen het loon
voor hun prijzenswaardige deugd der on
schadelijkheid. Uit de benoeming van den
nieuwen directeur en onder-directeur en
uit het geheimhouden van het rapport was
ook reeds overduidelijk gebleken, dat vol
gens den Minister en den heer Belinfante
de oude toestanden aan de Landsdrukkerij
moeten blijven bestendigd. Het duidelijkst
spreekt het uit de herbenoeming van den
heer Belinfante, die het toezicht oefende,
toen de grove fouten gemaakt werden, nu
weder in de commissie van toezicht.
Het gaat in de staatshuishouding som
tijds toch zonderling toe.
In „Het Volk" komt een artikel voor,
waarin de geruchtmakende benoeming van
do commissi© voor de Landsdrukkerij ter
sprak© wordt gebracht.
Aan heb slot van dit artikel wordt, als
antwoord op de vraag, waarom minister
Heemskerk do beide deskundig© leden van
do commissie tot onderzoek van den toe
stand aan de Landsdrukkerij, de heeren Wier
dels en De Groot, niet in de commissie voor
genoemd© instelling benoemd hoeft, het vol
gend© gezegd
„De commissie is benoemd met ingang van
1 October. Maar waarom hooft minister
Heemskerk de benoeming dan niet overge
laten aan zijn opvolger? Zoo haastig ge
beurde heb, dat do benoemden van te voren
niet- eens zijn gepolst. Him namen stonden
in d© „Staatscoura 111" voor zij hot zelf
wisten. Aan het eind der vorige weck was
hun van de benoeming nog niet eens bericht
gezonden. .Waarom die zeldzame voortvarend
heid
Men wist ons maar één antwoord te geven
op dezo vragen: Minister Heemskerk wilde
nog over d© samenstelling der commissi© van
toezicht beslissen, met hot- doel om de ivec'reu
Do Groot, ©n Wierdels er uit te houden. Maar
niot 0111 de reden, die de heer Veraart op-
gOeft. Nu de hoer Heemskerk toch afge
treden is, kan het hem vrijwel onverschillig
zijn, of or in den vervolge al dan niet scherp
toezicht op de handelingen der Landsdruk
kerij zal zijn.
De oorzaak zitiergens anders. Toen in hot
vorig jaar „Do Telegraaf" hecle brok
ken uit hot geheim rapport publiceerde, was
d© heel* Heemskerk daarover zeer gebelgd.
In do Kamer heeft hij die publicatie ton
felste gelaakt. De Minister liet bovendien
leen scherp onderzoek instellen, en daarbij
moot zijn gebleken, dat de gegevens voor
dio publicatie aan de redactie van ,,D© Te
legraaf" direct of indirect waren verstrekt
door do hoeren Wierdels on Do Groot.
Toen moet minister Heemskerk hebben ge
zworen, dat do beide hoeren, die hom dat
hadden geleverd, niet 'in do permanente com
missie van toezicht zouden worden benoemd.
E11 hij hoeft woord gehouden ook
Als minister Heemskerk dit gezworen hoeft,
dan heeft hij hot op een totaal verkeerden
grond gedaan, want wij verklaren, zegt ,,D e
Telegraaf", hierbij pertinent, dat de ge
gevens uit liet geheim rapport ons direct
met den vaderlijken zegen laten afschepen.
Een niet heel wolkome vrijer dus.
„Jullie houden zeker veel van el
kaar?"
„Ongehoord vreeselijk, papa."
„Hm, hm!" dacht de ex-arcliiteofc, „die
zal zijn deel uit de kist al vooruit willen
hebben tot uitbreiding van de zaken. Nu,
we zullen zien en de zaak maar kalm
afwachten".
Werkelijk gebeurde het zoo.
Do koopman Pinter kwam ook bij papa
en vroeg dochter en zegen, maar in één
adem voegde hij er ook in welgekozen
woorden aan toe hoe het met zijn zaken
stond, die door een zekere som er in te
steken zich spoedig zouden ontwikkelen tot
een goudmijn, en hij maakte nu meteen
Van de gelegenheid gebruik, enzoovoort.
Maar hij stotterde hoe langer hoe erger,
hoe verder hij in de goed gememoreerde
speech kwam, en ten slotte bleven hem
de woorden in de keel steken, want zijn
toehoorder zette een zeer verwonderd en
steeds donkerder wordend gezicht.
„Ja, ja", aldus stuitte hij den .slechts nog
droppel enden vloed der rede van den jon
gen man, „het schijnt, dat het u minder
om hart en hand van mijn dochter, dan
wel om mijn geld te doen is".
„Maar, mijnheer
„Mijn arm, ongelukkig kind, mijn goede
Trude!En zij houdt zooveel van u
Pinter geraakte hierdoor geheel van zijn
stuk.
„De hemel is mijn getuige", riep hij,
„hoe innig ik van Trude houdt. -Tuist om
dat ik zooveel van haar houd, doe ik mijn
noch indirect vérstrekt zijn door de hoeren"
Wierdels en De Groot noch in vereeniging,
noch door hen iedor afzonderlijk.
Indien hun niot-benoerning' in de commissie
lo wijten zou zijn aan do reden, door „Het
Volk" genoemd, da-n heeft minister Heems
kerk op zeer losse gronden ©cn groote onbil
lijkheid begaan.
I11 een driestar Geen kleinigheid
zegt ,,H et C e 111 r 11 m".
I11 „H et Volk" leest men een inge
zonden stukje van den volgenden inhoud:
„In de burgerlijke bladen lees ik, dat
de heer Schaper met zijn da
rn e aanwezig was op het tuinfeest, dat ge
geven werd bij gelegenheid der opening
van het Vredespaleis.
Is dat waar?
„H et Volk" schreef dezer dagen nog
een hoofdartikel tegen het Vredesgehui-
ehel der bourgeoisie, en tegen het stuk
volksbedrog, dat door die bourgeoisie hier
ter stede is opgericht.
Doet Schaper hier aan m e e
„Opheldering gevraagd" staat met vette
letters dreigend boven dit ultimatum,
waaraan de on derteek ening niet ontbreekt.
Het woord is thans aan den heer
S eh ape r.
O f hij zich verantwoorden zal en hoo
hij zich verantwoorden zal, is af te wach
ten, al valt te betwijfelen, of hij het erg
pleizieri-n- zial v'nden, op zulk een wijs en
voor zulk een feit ter verantwoording te
worden geroenen.
In elk geval moet nmn over een zaak
als deze niet gering danken.
Daar heeft ,,H 0 t Volk" pas een ge
harnast artikel tegen de vredes-beweging
en het vredes-paleis der „bourgeoisie" af
gedrukt en daar verschijnt de heer Scha
per, het Kamerlid Schaper, de socia
listische voorma-n S c h a p e r, op het tuin
feest, bij de opening van dat paleis ge
geven
Kan het erger?
Wordt zoo niet de theorie weersproken
door de pr act ijk
En het Marxisme verloochend?
Waar blijven de socialistische principes
cn vooral de socialistische frasen, wan
neer een man als S c h a p e r zulk een
voorbeeld geeft?
Het wil ons voorkomen. indien ten
minste deze gewichtige zaak zich hoeft
toegedragen als in de „burgerlijke" bla
den vermeld werd dat een buitenge
woon congres behoort bijeen te komen.
De vrijheid in de S.-D. A.-P. is blijk
baar veel te groot.
Men springt uit den band.
Namen weleer niet zelfs een aantal so
cialistische Raadsleden deel aan een partij
of receptie bij den Haagsohen burgemees
ter?
En werd zekere Zaa^dpm^che sociaal
democraat niet aangetroffen op een bcot,
waarop z'rii ook d° Prins bevond?
Het gaat zoo reet lancer.
Een Congres, wij eirchen e*n Congres
egerc a 1 tuiu'.
Dezer dagen is verschenen het Neger
jaarboek, dat een interessanten kijk
geeft op het leven en de ontwikkeling van
het zwarte ras in het land der Yankees,
gedurende de laatste vijftig jaar. Duidehjk
blijkt uit de-ze statistiek, dat de negers
niet behoeven te worden achtergesteld bij
de blanken. In 1867, toen de slavernij
werd afgeschaft, telde men in de Vereenig-
d'e Staten 1800 scholen voor de bevrijde
slaven, waara*an 2000 onderwijzers verbon
den warendeze scholen werden door
111.000 leerlingen bezocht. Het vorige
jaar werden de lagere schelen door niet
minder den 1.700.000 negerkinderen" be
zocht, het aantal onderwijzers was tot
34.000 gestegen, en ICO.000 kleurlingen be
zochten de Middelbare of Hoogescholen.
Voor een halve ©?uv waren de meeste'
negers afhankelijke landarbeiders, thans
hebben de kleurlingen zich op alle beroe
pen toegelegd, en niet minder dan 900.000
„boeren" voor eigen rekening
best, haar het nestje zoo mooi mogelijk to
maken".
„Mijn dochters zijn beseheiden ©n ta
melijk wel opgevoed".
„O, zeer zeker. Maar het is toch een
zaak, die voor zichzelf spreekt, dat men
bij zulk een gewichtige levensvraag ook
de geldkwestie bespreekt".
„Bij u wel het gewichtigste punt
„Maar, mijnheer, u beleedigt me. Ik
bemin juffrouw Trude boven alles en kan
zonder haar niet meer leven. De bruids
schat is natuurlijk bijzaak, hce welkom hij
mij ook zou wezen. Als handelsman heb
ik naar algemeen begrip gehandeld en..."
„Ook ik heb mijn begrip, Harman
strekte ziin beenen uit want een eigen
begrip moet ieder mensch hebbenGo
kent Shakespeare toch?"
De laatste zin werd op een geheel ando
ren toon gezegd, zoodat Pinter meende
niet goed verstaan te hebben.
„Ik meen of ge van den onsterfelijken
Shakespeare het drama „Koning Lear"
kent?"
„De oude Koning met de drie doch
ters?"
„Ja, de dwaze man, die bij zijn leven
alles aan zijn kinderen gaf, cn daardoor
ten slotte een arme dwaas werd. Ziezoo
Begrijpt ge. mijnheer Pinter? Ik wil geen
dwaas worden. Dat is mijn begrip!'"
„Maar boe kunt ge zoo, iets denken?
Uw kinderen zullen u op de handen dra
gen en wat mij en mijn aanstaand vrouw
tje betreft, zal het ons streven zijn, uw
levensavond, die nog lang, zeer lang du
ren moge, zoo aangenaam mogelijk te
maken". (Wordt vervolgd).