Kb. IjBSBSCH 3DAG-B1LAB, Woensdag* 10 September. "Ë?we®ü® Blad. Anno 2913. Buitenlandseh Overzieht. FEUILLETON, lie jl«j3 saeron. PERSOVERZICHT. ,\V© klagen wel eens, (lat we in ons land 'omkomen in de paperassen, warneer 't de een of andere officieel© zaak betreft. Maar die klachten, zijn ongegrond, wa.nt 'tblijkt, dat we 't hier op dat gebied, nog niet ver hebben gebracht. De hoofd-reclacte-uir van den „Matin" 'drijft den spot mot het geweldig© for mali 9 me, dat hoogtij viert in de Fran se h administratie. Als voorbeeld noemt hij het geval, dat ©on grondeigenaar ©on muur of heg wil plaatsen, om zijn aan don openharen weggelegen perceel. Daar too moet hij niet minder dan achttien for maliteiten vervullen, waardoor hij gemiddeld acht maanden noodig heeft, althans als hij, een gewoon mcnsch is kent hij den mi nister goed of is hij familie van een ander Jioogwaaj-dighoidsbokleeder, dan kan het zijn, dat het zaakje al in 12 weken in orde is. Onbegrijpelijk acht do heer Lausann© het, dat er nu in die veertig jaren, dat do repu bliek bestaat, nog nimmer eon minister is geweest of een afgevaardigde, die deze kwestie eens wat vereenvoudigd heeft. Begrijpt dan niemand, dat al dat forma lisme. en al die sta.pels papieren Frankrijk verstikken en eiken opbloei van de geest kracht en het initiatief vermoorden? Ito „Vos3. Ztg." brengt de mededeeling dat prinses Victoria Louise, ■s keizers dochter, die met prins Ernst August van Cumberland gehuwd is, een bl ij- de gebeurtenis tegemoet ziet. Het schijnt, dat do verjaardag dor Portugees clio republiek niet geheel onopgemerkt voorbij z-al gaan. De berichten uit Portugal zijn nog steeds slecht to ver trouwen. Hot ecne weerspreekt geheel liet andere. En daardoor weet men eigenlijk nooit piecies, hoo de jonge republiek het maakt. Uit wat we nu vermeld vinden, zou moe ten worden opgemaakt, dat 't er inderdaad zoo slecht niet gesteld is. Ter gelegenheid van dezen derden verjaardag is de re-gearing van plan haar voldaanheid over den poli- tieken en financieel en toestand des land te doen blijken door kwijtschelding van straf te verlcenen aan benige honderden politie ke gevangenen. Die genade zal zich echter voorshands bepalen tot hen, dio maar ©en ondergeschikt 'relletje hebben gespoeld in samenzweringen tegen het republikein scha re- goeringsstelsel, terwijl er voor aanvoerders van gewapende benden, ophitsers en belha mels, kortom, do mannon van eenigo betee- kcriis, vooralsnog aan geen amnestie te denken valt. Ook voegt de officialise mededeeling er uitdrukkelijk aan toe, dat deze amnestie niet van toepassing zal zijn op politieke misda digers, die op 5 October gevangen, maai* nog niet gevonnist mochten zijn. Als het gouvernement maar zeker kon zijn dat het met alle tegenkanting gedaan was, zou het waarschijnlijk niet dralen ook ten opzichte der leiders wat groot moedigheid aan .den dag te leggen. Maar zoolang men bin nenslands, en liefst riog wel in de hoofd stad, nog met bommen werkt, de politie om ©en haverklap koningsgezinde bijeenkomsten ontdekt cn bij zulke gelegenheden hoopen re volvers, pistolen enz. aanhaalt en men hoven- dien nog steeds beducht is voor gewapende opstootjes aan a© grenzen, valt daar natuur lijk niet aan te denken. „Denk aan mijn boek Zoo moet de a u t o-b a n d i e t Calle- min, „Ra-umond la Science", hebben toe geroepen aan den advokaat, mr. Emile Michon, op het ocgenblik zijner terecht stelling. Mr. Michon. heeft er aan gedacht. Met de gedachte aan het schrijven van een boek, had hij Raymond en al de anderen in de gevangenis bezocht. Hij was wel een der advokaten van een hunner, doch als lid van de Socióté des Prisons had hij verlof gekregen, evenals dominee G-ide en de graveur Dumoulin, om al de bandieren in hun cellen te bezoeken. Vier-en-zeven tig keer is hij daarvoor in de Santé-govan- genis geweest en heeft er de eigenaardig ste confidenties gekregen van al de veroor deelden. met brieven en anclere bescheiden ter versterking van wat zij bekenden De andere advokate-n lieten mr Michon daar toe a'Ue vrijheid, die zoodoende de stof i) -- Het geheele stadij e hield den vroeg eren gem een re-architect Harman voor een rij ken zonderling. Niet dat hij pochte op zijn geldintegendeel, hij leefde als weduwnaar, gezegend met drie dochters; zuiniger zelfs dan menschen van zijn stand gewoon zijn te leven. Over het algemeen ten minste was men van oordeel, dat hij het beter kon doen dan menig ander, want even be- kerid was, dat in zijn slaapkamer naast zijn bed een met ijzer beslagen kist stond, waarvan dienstboden en werklieden, die in de gelegenheid waren ze te zien en op te tillen, verklaarden, dat zij zeer zwaar was; lieden met een groote verbeeldings kracht beweerden zelfs, dat zij van binnen wei eens een metaalklank hadden gehoord en voor niots zaten er geen drie sloten opterwijl hij ook door den eigenaar zorgvuldig bewaakt werd. Het geheimzinnige van deze kist weefde om de drie dochters van den ex-architect een vergulde sluier. De drie meisjes beza ten alle eigenschappen, die trouwlustige mannen in den regel stellen; zij waren vroolijk, jong, gezond, goedgevormd en huiselijk. Dat was z'ker goed en aange- naa.ni, maar als toekomstige erfgenamen van den inhoud va-n de zware kist waren zij in het oog der meesten nog beter en aar gen amer. De landmeter Knabe was de eerste, die I den aanval bl'es. JcJvmna, de oudste, had. 1 hem het hoofd op hol gebracht, en na de vergaarde voor een boek, dat hij geheel objectief wilde houden en waaraan zelfs het graphologisch onderzoek niet zou ont breken. Met een uitgever was een contract ge sloten endeze doet nu den advokaat een proces aan. Want het boek is gereed, doch de schrijver weigert het af te staan. De deken der orde van advokaten heeft hem doen weten, dat openbaarmaking schending zou zijn van het ambtsgeheim en mr. Henri Robert, die met October deken wordt, is van dezelfde meening. In dezen toestand, durft Michon zijn hand schrift niet afstaan, doch de uitgever meent, dat Michon niet als advokaat de bekentenissen heeft ontvangen en opgetee- ke>nd, en wil, dat de Techier over de ge grondheid der weigering beslissen aal. Welk een reclame, als 't boek nu nog komt Er is tlians iets ruchtbaar geworden, wat niet nalaten zal een geweldigen in druk te maken. Het „Berl. Tagebl." ver neemt uit West-Rusland iets zoo monster- - ach tigs als sinds lang niet publick werd. Bij do stations Rokizina en Baby, in de buurt van Warschau wordt namelijk een con gres van Ameirikaansche hande laren in meisjes gehouden. Zij hebben die kleine stations uitgekozen, omdat zij zich daar* beter aan de oogen van de politie kun nen onttrekken. Het zijn allen groothande laars, die over Hamburg in Rusland zijn ge komen 'en ook weer over Hamburg naar Bra zilië 'zullen terugkee'ren. Tot dusver hebben dezo handelaars 26 meisjes van 14 tot 20 jaar opgekocht en naar Rokizina gebracht. Zij koopen alleen knappe, flinke meisjes, voor wie zij, al naar de kleur van het haar en het uiterlijk 50 tot 1000 roebels betalen.. Een van de agenten van de meisjeshandel aren, die te Lodz woont, heeft zijn jonge schoon zuster voor 1250 roebels verkocht. De cerstë bezending van deze ongelukkige schepsels heeft Rusland al verlaten en is naar Ham burg gebracht, waar zij op de aankomst van hun patroon wachten. Deze wil nog 50 andere slachtoffers opkoopen, die voor Kou stan tinopel bestemd zijn. Onder de koopwaar overweegt het minder ontwikkelde element van kleine modistes, dienstmeisjes, boeren meisjes enz., maar er zijn ook enkele kinder juffrouwen en onderwijzeressen onder de 26 slachtoffers, die naar Hamburg gestuurd zijn. Haar vervoer over de Russische grens heeft den handelaars een groote som gekost, een treurig bewijs voor de veilheid van vele Rus- s i s Che p 01 itie-beambten Alle mededeelingen over dezen handel in meisjes zijn afkomstig van twee in hechtenis genomen agenten, van wie de een, zekere Celber, tegen een borgtocht van 5000 roebels vrijgelaten is, maar de ander, bij wien men vele bezwarende stukken heeft gevonden, wel voer den rechter zal verschijnen. We spraken wel eens van progressie en vooral bij de successiebelasting. Do ideeën, die hieromtrent- hij sommige Ame rikanen hebben post gevat, zijn zoo opmer kenswaardig, dat we ze niet onvermeld wil len laten. Bij de beraadslaging in den Amerikaan- echen Senaat over de inkomsten-belasting heeft Norri9 een amendement voorgesteld, dat ten doel had nalatenschappen buitenge woon zwaar te belasten. Norris stelt een ge leidelijk opklimmend successierecht voor, be ginnende met 1 pCt. voor nalatenschappen van 50,000 dollars cn opklimmende tot 75 pCt. voor nalatenschappen boven de 50 mil- lioen dollars. Hij haalde het voorbeeld aan van Vincent Astor, die 80 millioen dollars heeft geërfd cn dus, volgens deze schaal van gedeeltelijke verbeurdverklaring, nog 20 millioen dollars zou overgehouden hebben, genoeg om fatsoenlijk van te leven. Senator Clapp ondersteunde het amende ment en noemde het afkeurenswaardig, dat ©en Amerikaan in weelderig nietsdoen kon leven, ten koste van het zwoegen van niil- 1 ioenen van zijn medeme.nscben. In ,,H e t T a r i e f", orgaan van den Ned. Bond van Boekdrukkerijen, - is uit de „Staatscourant" het bericht overge nomen, dat een permanente commis- gebruikelijke stille vrijage ging hij naar den vader en sprak het gewichtig© woord: „Ik heb uw dochter lief, geef ze mij tot vrouwEn een derde van de ijzeren kist, daoht hij er bij, maar sprak deze laatste woorden natuurlijk niet uit. De heer Harman had al iets te voren van de stille verloving gemerkt en onder-, zoek naar den oandidaat voor de hand van zijn oudste dochter gedaan, en dat onder zoek had hem overtuigd, dat hij hem zijn kind wel kon toevertrouwen. Hij drukte hem dus hartelijk de hand: „Kinderen, weest gelukkig! Op mijn (zegen kunt ge rekenen". Knabe was te zacht van gemoed, om er dadelijk op te zinspelen, of de zegen ook tastbaar zou zijn. Ronduit wilde hij niet spreken en zijdelingsehe toespelingen be greep Harman niet. Johanna trok eindelijk de stoutste schoenen aan, maar een veel- heteekenend: „Geduldig wachten en niet nieuwsgierig zijn", deed ha-ar den 'mond sluiten. Spoedig daarop werd oen vroolijk© brui loft gevierd en de j'onge mevrouw Knabe betrok de nieuwe, woning, die zij op kos ten van papa flink mocht meubelen, maar klinkende zegen viel er niet-. On de bruiloft leerde de nog jonge dok ter Oswald de tweede dochter Elsa kennen. Men weet, wat dat beteékent: men ziet, men bemint, men trouwt. Werkelijk leeren kennen komt pas in den Tegel in het huwelijk. En ook Oswald kwam op zekeren dag bij papa Herman met een: Mijnheer, ik heb je dochter lief en vraag om haar liand*. sie van toezicht op de Landsdruk kerij is ingesteld, met ingang van 1 Octo ber, en dat de leden daarvan „tijdelijk" zijn benoemd. Voor een benoeming bij Kon. besluit is dit zeker wel eenig. In het jongste nummer van „Het Ta rief" schrijft mr. J. A. Veraart over deze benoeming. Mr. Veraart vangt zijn beschouwing aldus aan Een Minister, die op het punt staat om als zoodanig af te treden, kan zeer zeker een benoeming doen, waarbij haast is maar een „met ingang" na drie maanden had gevoeglijk nog drie maanden kunnen wachten, vooral als de leden nog maar tij delijk worden benoemd Zonderling, hoogst zonderling! Vertrouw de de Minister de benoeming niet toe aan zijn opvolger? Bestaan hiervoor bijzondere redenen? Beteekent het „tijdelijke" wel licht, dat ten opzichte van het lid, den lieer Zwart, alvorens een „definitieve" benoe ming te doen, eerst de uitspraak moet wor den afgewacht van den Eereraad, die te oordeelen heeft over zijn royement- uit de „Amsterdamsche Drukkersvereeniging" 1 Dit zou een réden geweest zijn om met* de geheele instelling der commissie te wachten. Maar er is nog veel meer bij deze com missie zonderling; vooreerst al, dat weinige dagen na haar samenstelling de „Staats courant" een nieuw bericht er over be vatte, een „herplaatsing wegens misstel ling", waarbij de heer Zwart aftrad als se cretaris, „tijdelijk", en als zoodanig even „tijdelijk' werd opgevolgd door den heer Daamcn. Het is één en al zonderlingheid. De schrijver gaat dan na de geschiedenis der Staatscommissie, bestaande uit de hee- ren Belinfante, Van Nispen tot Sevenaer, Ter Laan, Daamen, Zwart-, De Groot en Wierdels, waarvan, naar zijn oordeel, al leen de heeren De Groot cn Wierdels voor de taak van leden eener commissie van on derzoek voor de landsdrukkerij geschikt waren. Daarna wijst mr. Veraart verder op het feit, dat het rapport geheim was, en schrijft dan Dat het rapport hoogst ongunstig was, bleek weldra, toen eenige brokstukken er uit werden gepubliceerd door een Amster- damsch dagblad, dat vóór het officieel© communiqué wist te berichten, dat de com missie voor de Landsdrukkerij met haar ar beid gereed wasdat ook de invoering van de commercieele boekhouding in die Rijks instelling en de benoeming van een accoun tant het eerst kon mededcelen. Die publicatie had plaats, nadat tot di recteur van de Landsdrukkerij na het on verwachte overlijden van den heer Van Woerden, benoemd was de onder-directeur, over wien in het rapport op bijzondere wijze was geklaa-gden tot onder-directeur iemand, die algemeen als ongeschikt stond aangeschreven. Mr. Veraart noemt dan de instelling van een bedrijfschef weder een zonderlinge zaak en schrijft ten slotte Na de publicatie var eonige brokstukken uit het rapport en nadat de voorzitter der commissie, de heer Van Nispen tot Seve naer (Rhedon), in de Kamer op bekend making er van had aangedrongen, is het aan de Kamerleden verstrekten ieder onzer, die wel eens een of ander afgevaar digde spreekt, zal hebben vernomen, dat het onderzoek aan het licht bracht, dat in de Landsdrukkerij zonder kennis van zaken met ruim anderhalf millioen gulden roeke loos geleefd is, en dat daar tal van wantoe standen heerschten, o. a. dat de boekhou ding er totaal nihil was. Van die Kamerleden verneemt men ook, dat in het rapport als de schrijver van het degelijke, sterk gedocumenteerde cn zeer krasse stuk de heer Wierdels genoemd wordt, en dat dezo bij het minutieuze on derzoek naar de massa ontdekte fouten en misgrepen alleen bij zijn collega De Groot steun heeft gevonden, allerminst bij den hoogen ambtenaar, niet bij de ondeskun dige twee Kamerleden, noch bij de twee andere heeren, begrijpt ieder, die deze „des kundigen" als zoodanig weet te beoordee- len. Aan de twee voornaamste wenschen der commissie, die het rapport unaniem onder- teekende, is nu voldaan de commercieele boekhouding wordt ingevoerd en er is een En de oude wist., da.t Oswald een be kwaam geneesheer beloofde te worden, en hij een goede praktijk in het vooruitzicht had. En zoo drukte hij zijn tweede schoonzoon de hand met een: „Kinderen, weest ge lukkig Je kunt op mijn zegen rekenen". Ook dfecce zegen ontpopte zioh als een flink uitzet in lijfgoed en meubelen, ma-ar de kist ging niet open. „Maar wat geduld hebben", heette het weer; „geduld is zulk een schoone zaak". Zoo bleef dan nog alleen over Trude, de jongste, en zooals het ook zoo dikwijls in sprookjes voorkomt, de mooiste en de beste van de drie. „Nu, Trude" plaagde haar vader, „tweemaal ben j.e nu al bruidlgmeisj e ge weest, zou je ook geen lust hebben het bruidskleed eens aan te hebben?" Trude zette een scha-lksoh gezicht „Ja, als het maar bii willen afgeloopen was. Ik zou wel willen". „Heb je misschien al iemand aan het lijntj e?" Trude werd zoo rood als een ka-lkoensclie haan. „Ha, ha! de kleur van het verraad. Vooruit er mee! «Wie is het?" zeide de oude heer lachend en goed geluimd. „Pinter", kwam het. fluisterend over Trades lippen. „De koopman Pinter van de Markt". De heer Harman werd ernstig. De jon ge, ondernemende koopman was geen slechte partij. Een eerlijk mensch, maar door en door handelsman, die op zijn stuk stond, waar het betrof: ieder het zijne. Deze zou zich niet zoo gemakkelijk permanente commissie van toezicht benoemd zooals men weet tegenI October tij delijk. Zoo'n commissie is nu eens niet zonder ling, maar wel is het voor hem, die piet diep op de dingen dezer wereld ingaat, vreemd, dat de cpmmissie van onderzoek werd veranderd in een commissie van toe zicht, echter zonder de heeren De Groot en Wierdels, wèl weer met den heer Be linfante, die wegens zijn vroeger persoon lijk toezicht in het rapport der commissie zelf gevonnist is, ook weer met twee on deskundige Kamerleden en met de twee „deskundigen", de heeren Daamen en Zwart. De heer Van Nispen tot. Sevenaar is door een mede-Kamerlid, den heer Van Vuu- ren, vervangen, omdat hij, zooals wij ver namen, in de commissie van toezicht niet weder zitting wenscht te nemen. Aan de heeren De Groot en Wierdels is liet lid maatschap niet aangeboden. Zij zijn uitge worpen. Bij het onderzoek hebben zij zulke hoe danigheden aan den dag gelegd, dat zij voor het toezicht ongeschikt zijn gebleken. Die twee zouden immers werkelijk toe zicht hebben geoefend cn dit is de bedoe ling niet. De anderen ontvingen het loon voor hun prijzenswaardige deugd der on schadelijkheid. Uit de benoeming van den nieuwen directeur en onder-directeur en uit het geheimhouden van het rapport was ook reeds overduidelijk gebleken, dat vol gens den Minister en den heer Belinfante de oude toestanden aan de Landsdrukkerij moeten blijven bestendigd. Het duidelijkst spreekt het uit de herbenoeming van den heer Belinfante, die het toezicht oefende, toen de grove fouten gemaakt werden, nu weder in de commissie van toezicht. Het gaat in de staatshuishouding som tijds toch zonderling toe. In „Het Volk" komt een artikel voor, waarin de geruchtmakende benoeming van do commissi© voor de Landsdrukkerij ter sprak© wordt gebracht. Aan heb slot van dit artikel wordt, als antwoord op de vraag, waarom minister Heemskerk do beide deskundig© leden van do commissie tot onderzoek van den toe stand aan de Landsdrukkerij, de heeren Wier dels en De Groot, niet in de commissie voor genoemd© instelling benoemd hoeft, het vol gend© gezegd „De commissie is benoemd met ingang van 1 October. Maar waarom hooft minister Heemskerk de benoeming dan niet overge laten aan zijn opvolger? Zoo haastig ge beurde heb, dat do benoemden van te voren niet- eens zijn gepolst. Him namen stonden in d© „Staatscoura 111" voor zij hot zelf wisten. Aan het eind der vorige weck was hun van de benoeming nog niet eens bericht gezonden. .Waarom die zeldzame voortvarend heid Men wist ons maar één antwoord te geven op dezo vragen: Minister Heemskerk wilde nog over d© samenstelling der commissi© van toezicht beslissen, met hot- doel om de ivec'reu Do Groot, ©n Wierdels er uit te houden. Maar niot 0111 de reden, die de heer Veraart op- gOeft. Nu de hoer Heemskerk toch afge treden is, kan het hem vrijwel onverschillig zijn, of or in den vervolge al dan niet scherp toezicht op de handelingen der Landsdruk kerij zal zijn. De oorzaak zitiergens anders. Toen in hot vorig jaar „Do Telegraaf" hecle brok ken uit hot geheim rapport publiceerde, was d© heel* Heemskerk daarover zeer gebelgd. In do Kamer heeft hij die publicatie ton felste gelaakt. De Minister liet bovendien leen scherp onderzoek instellen, en daarbij moot zijn gebleken, dat de gegevens voor dio publicatie aan de redactie van ,,D© Te legraaf" direct of indirect waren verstrekt door do hoeren Wierdels on Do Groot. Toen moet minister Heemskerk hebben ge zworen, dat do beide hoeren, die hom dat hadden geleverd, niet 'in do permanente com missie van toezicht zouden worden benoemd. E11 hij hoeft woord gehouden ook Als minister Heemskerk dit gezworen hoeft, dan heeft hij hot op een totaal verkeerden grond gedaan, want wij verklaren, zegt ,,D e Telegraaf", hierbij pertinent, dat de ge gevens uit liet geheim rapport ons direct met den vaderlijken zegen laten afschepen. Een niet heel wolkome vrijer dus. „Jullie houden zeker veel van el kaar?" „Ongehoord vreeselijk, papa." „Hm, hm!" dacht de ex-arcliiteofc, „die zal zijn deel uit de kist al vooruit willen hebben tot uitbreiding van de zaken. Nu, we zullen zien en de zaak maar kalm afwachten". Werkelijk gebeurde het zoo. Do koopman Pinter kwam ook bij papa en vroeg dochter en zegen, maar in één adem voegde hij er ook in welgekozen woorden aan toe hoe het met zijn zaken stond, die door een zekere som er in te steken zich spoedig zouden ontwikkelen tot een goudmijn, en hij maakte nu meteen Van de gelegenheid gebruik, enzoovoort. Maar hij stotterde hoe langer hoe erger, hoe verder hij in de goed gememoreerde speech kwam, en ten slotte bleven hem de woorden in de keel steken, want zijn toehoorder zette een zeer verwonderd en steeds donkerder wordend gezicht. „Ja, ja", aldus stuitte hij den .slechts nog droppel enden vloed der rede van den jon gen man, „het schijnt, dat het u minder om hart en hand van mijn dochter, dan wel om mijn geld te doen is". „Maar, mijnheer „Mijn arm, ongelukkig kind, mijn goede Trude!En zij houdt zooveel van u Pinter geraakte hierdoor geheel van zijn stuk. „De hemel is mijn getuige", riep hij, „hoe innig ik van Trude houdt. -Tuist om dat ik zooveel van haar houd, doe ik mijn noch indirect vérstrekt zijn door de hoeren" Wierdels en De Groot noch in vereeniging, noch door hen iedor afzonderlijk. Indien hun niot-benoerning' in de commissie lo wijten zou zijn aan do reden, door „Het Volk" genoemd, da-n heeft minister Heems kerk op zeer losse gronden ©cn groote onbil lijkheid begaan. I11 een driestar Geen kleinigheid zegt ,,H et C e 111 r 11 m". I11 „H et Volk" leest men een inge zonden stukje van den volgenden inhoud: „In de burgerlijke bladen lees ik, dat de heer Schaper met zijn da rn e aanwezig was op het tuinfeest, dat ge geven werd bij gelegenheid der opening van het Vredespaleis. Is dat waar? „H et Volk" schreef dezer dagen nog een hoofdartikel tegen het Vredesgehui- ehel der bourgeoisie, en tegen het stuk volksbedrog, dat door die bourgeoisie hier ter stede is opgericht. Doet Schaper hier aan m e e „Opheldering gevraagd" staat met vette letters dreigend boven dit ultimatum, waaraan de on derteek ening niet ontbreekt. Het woord is thans aan den heer S eh ape r. O f hij zich verantwoorden zal en hoo hij zich verantwoorden zal, is af te wach ten, al valt te betwijfelen, of hij het erg pleizieri-n- zial v'nden, op zulk een wijs en voor zulk een feit ter verantwoording te worden geroenen. In elk geval moet nmn over een zaak als deze niet gering danken. Daar heeft ,,H 0 t Volk" pas een ge harnast artikel tegen de vredes-beweging en het vredes-paleis der „bourgeoisie" af gedrukt en daar verschijnt de heer Scha per, het Kamerlid Schaper, de socia listische voorma-n S c h a p e r, op het tuin feest, bij de opening van dat paleis ge geven Kan het erger? Wordt zoo niet de theorie weersproken door de pr act ijk En het Marxisme verloochend? Waar blijven de socialistische principes cn vooral de socialistische frasen, wan neer een man als S c h a p e r zulk een voorbeeld geeft? Het wil ons voorkomen. indien ten minste deze gewichtige zaak zich hoeft toegedragen als in de „burgerlijke" bla den vermeld werd dat een buitenge woon congres behoort bijeen te komen. De vrijheid in de S.-D. A.-P. is blijk baar veel te groot. Men springt uit den band. Namen weleer niet zelfs een aantal so cialistische Raadsleden deel aan een partij of receptie bij den Haagsohen burgemees ter? En werd zekere Zaa^dpm^che sociaal democraat niet aangetroffen op een bcot, waarop z'rii ook d° Prins bevond? Het gaat zoo reet lancer. Een Congres, wij eirchen e*n Congres egerc a 1 tuiu'. Dezer dagen is verschenen het Neger jaarboek, dat een interessanten kijk geeft op het leven en de ontwikkeling van het zwarte ras in het land der Yankees, gedurende de laatste vijftig jaar. Duidehjk blijkt uit de-ze statistiek, dat de negers niet behoeven te worden achtergesteld bij de blanken. In 1867, toen de slavernij werd afgeschaft, telde men in de Vereenig- d'e Staten 1800 scholen voor de bevrijde slaven, waara*an 2000 onderwijzers verbon den warendeze scholen werden door 111.000 leerlingen bezocht. Het vorige jaar werden de lagere schelen door niet minder den 1.700.000 negerkinderen" be zocht, het aantal onderwijzers was tot 34.000 gestegen, en ICO.000 kleurlingen be zochten de Middelbare of Hoogescholen. Voor een halve ©?uv waren de meeste' negers afhankelijke landarbeiders, thans hebben de kleurlingen zich op alle beroe pen toegelegd, en niet minder dan 900.000 „boeren" voor eigen rekening best, haar het nestje zoo mooi mogelijk to maken". „Mijn dochters zijn beseheiden ©n ta melijk wel opgevoed". „O, zeer zeker. Maar het is toch een zaak, die voor zichzelf spreekt, dat men bij zulk een gewichtige levensvraag ook de geldkwestie bespreekt". „Bij u wel het gewichtigste punt „Maar, mijnheer, u beleedigt me. Ik bemin juffrouw Trude boven alles en kan zonder haar niet meer leven. De bruids schat is natuurlijk bijzaak, hce welkom hij mij ook zou wezen. Als handelsman heb ik naar algemeen begrip gehandeld en..." „Ook ik heb mijn begrip, Harman strekte ziin beenen uit want een eigen begrip moet ieder mensch hebbenGo kent Shakespeare toch?" De laatste zin werd op een geheel ando ren toon gezegd, zoodat Pinter meende niet goed verstaan te hebben. „Ik meen of ge van den onsterfelijken Shakespeare het drama „Koning Lear" kent?" „De oude Koning met de drie doch ters?" „Ja, de dwaze man, die bij zijn leven alles aan zijn kinderen gaf, cn daardoor ten slotte een arme dwaas werd. Ziezoo Begrijpt ge. mijnheer Pinter? Ik wil geen dwaas worden. Dat is mijn begrip!'" „Maar boe kunt ge zoo, iets denken? Uw kinderen zullen u op de handen dra gen en wat mij en mijn aanstaand vrouw tje betreft, zal het ons streven zijn, uw levensavond, die nog lang, zeer lang du ren moge, zoo aangenaam mogelijk te maken". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5