Het filtreeran van drinkwater.
te willen uiteenzetten zijn standpunt ten
aanzien van deze hoogst belangrijke aangele-
genheid. Deze toonde zich daartoe gaarne
bereid!. Hij schrijft ons, het artikel, getiteld
„Moet op de keuken toegelegd) of moet er op
verdiend worden?" met instemming te heb
ben gelezen, welk artikel zijn antwoord zou
hebben kunnen zijn op het situk: ,,Die Kost
an Kurorten und Sommerfrischen" van dr.
P. Sohrumpf
Ik voeg hier evenwel aan toe, gaat hij
voort, dat het mij verheugd' te zien, dat ons
eindelijk een medicus te hulp komt in o/zeai
strijd' tegen de lange menu's, nadat velen
zijner collega's er veel toe hebben bijgedra
gen het wijnverbruik in hotels en restau
rants te doen verminderen.
De aandacht van het publiek moet er ook
op worden gevestigd, dat wij, op handels-
standpunt staande, de lange menu's onmo
gelijk tegen de nu' gangbare priizen kunnen
blijven leveren. Nu ook een medicus en wel
om gezondheidsredenen, op bekorting er
van aandringt, schijnt het oogenhlik gunstig
ora met kans op succes de hulp van het pu
bliek in deze in te Toepen.
Om reeds dadelijk onzerzijds een weg in
de goede richting aan te duiden, zou het
mijns erachtens ernstige overweging b'.j onze
gasten verdienen, als zij hier te lande er toe
konden overgaan om zooals reedis in Lon
den in de eerste hotels en restaurants ge
schiedt hun eigen menu ep te maken met
behulp van een spiisüüst waarbij elk gerecht
per persoon afzonderlijk wordt berekend.
(Echter niet zoo als in Er ankrijk, waar men
a la carte bestelt voor bijv. 2 personen om
met 3 a 4 pers-onen aan te zitten) Tedere
gast kan dan zijn menu zoolang maken als
hij zelf wil. De hotelhouder-restaurateur
heeft dan echter te zorgen cn hij kan dat
dan ook voor goede waar tegen billijke
prijzen, zonder er geld op toe te leggen.
Over 't filtreeren van drinkwater schreef
„De Gas- en Waterfitter"
Bij het filtreeren onderscheidt men de na
tuurlijke en kunstmatge filtratie. De ver
onderstelling, waarvan men bij de toepas
sing van de filtreerende kracht van den bo
dem tot dusver steeds uitgegaan is, bestond
in het feit, dat een vaste, fijnkorrelige bo
dem onder normale omstandigheden op een
zekere diepte van 3.54 M. onder het
grondoppervlak bacteriënvrij is en dat dus
grondwater, uit deze lagen van den bo
dem afkomstig, eveneens geheel kiemvrij is.
De eerste zandfilters voor centrale water
voorziening werden in 1829 in Londen aan
gelegd. Bij het onderzoek van zandfilters is
gebleken, dat de filtreerende werking er van
aanvankelijk zeer gebrekkig is. Langzamer
hand vormt zich dan aan de oppervlakte
van het zand een dunne huid, de z.g. fil
terhuid, welke dan het eigenlijk filtreerend
vermogen, vooral ook wat betreft het te
rughouden van kiemen, bezit. Nadat zich
deze filterhuid gevormd heeft, is de filter
eerst geheel en al voor het gebruik ge
schikt en levert nu goede resultaten op,
wanneer men door het toepassen van pas-
sende maatregelen zorgt, dat de filterhuid
voortdurend goed in orde blijft. Nadat de
filter eenigen tijd gebruikt is, begint deze
langzamerhand minder door te laten, zoo
dat ten slotte de druk van de boven fil
terhuid staande waterkolom zoo groot
wordt, dat er gevaar bestaat, dat de filter
huid zal scheuren. Dan is de filter uitge
werkt. Nu moet het filtrceringsproccs on
derbroken, de filterhuid verwijderd en eea
nieuwe filtratieperiode ingeleid worden.
Hoewel de filterhuid het grootste gedeel
te van de bacteriën van het onzuivere water
opvangt, laat zij toch een niet onaanzienlijk
aantal passeeren.
Volgens een mededeeling van Reinsch, in
„Licht und Wasser", moet de hoogte van
de zandlaag in den filter minstens 400—600
m.M. bedragen.
Van invloed op de hoeveelheid van de i*:
tu3\t filtraat voorkomende kiemen de fil
tratieenelheü i. do filterv en voor alleo
ooli een evcntueele verandering van J»u
wetf -rstand in de filters. Dc snaiheld, waar
mede jo&Hrccrd wordt, in xu.
niet meer bedragen dan 100 m.M. in het
uureen snelheid, bij welke dus iedere
vierk. M. oppervlak per uur 100 L., per
dag dus 2.4 kub. meter gefiltreerd water le
vert. De practijk laat slechts een absoluut
maximumgehalte aan bacteriën in het £il-
traat en in de kunstmatige zandfilters toe.
Dit grenscijfor bedraagt 100 kiemen per
kub. c.M. filtraat. Dat een gebrekkige fil
tratie in sommige gevallen gevaarlijker kan
zijn dan geheel geene, heeft de choléra-epi-
demic te St.-Petersburg in den herfst van
1908 bewezen, toen de van slecht gefiltreerd
Newa^ifeter voorziene stadsgedeelten ge
middeld hoogere ziektecijfers aan cholera
vertoonden dan de van ongefiltreerd water
voorziene.
In alle filterbassins werden dan ook vi
rulente cholerabacteriën aangetroffen, wel
ke zich aldaar vermoedelijk vermenigvul
digd hadden. In plaats van de langzame fil
tratie door zand heeft men in enkele plaat
sen een ander stelsel toegepast. Men heeft
hetzij het filtratieproces over verschillende
malen verdeeld of heeft door het laten
inwerken van de zuurstof van de lucht bij
de hoofdzakelijk natuurkundige werking
van de filters een biologischen factor ge
bracht.
Op het beginsel, de zwevende en opgelos
te stoffen niet ineens, maar in verschillen
de gedeelten uit het water te verwijderen,
borust de vcorfiltreeringsmethode. Hiertoe
behoort de het eerst te Bremen toegepaste
dubbele filtratie. De voordeden van deze
methode zijn gelegen in een meer grondige
zuivering en in het feit, dat.men het eer
ste filtraat niet ongebruikt behoeft te laten
wegvloeien. Over het algemeen is de che
mische toestand van het water niet van in
vloed op het filtratieproces. Bij de toetre
ding van lucht kan het onder de natuur
lijke bodemverhoudingen tot een volkomen
oxydatie van de in water aanwezige oxy-
deerbare stoffen komen. Deze omstandig
heid en het feit, dat bij de natuurlijke fil
tratie door den bodem van af het oppervlak
naar de diepte in een grondlaag, welke met
lucht gevuld is, ook het water van bacte
riën bevrijd wordt, hebben er in den laat-
sten tijd toe geleid, het natuurlijke filtra
tieproces weer na te volgen en in plaats van
de met water overstroomde luchtvrije zand
filters de werkingen van de niet geheel on
der water gelegen, luchthoudende kunst
matige filters te bostudeeren.
Hiervoor werden op groote schaal proef
nemingen te Chateaudun gedaan. liet na
deel van langzaam filtreerende zandfilters
is gelegen iD hun groote afmetingen en be
werkelijke reiniging, en ook daarin, dat de
eigenschap van deze filters, om kiemvrij wa
ter te leveren, eerst na verloop van tijd aan
den dag komt. Daar men tot dusver slechts
met onder water liggende zandfilters en de
zich daarop ontwikkeld hebbende natuur
lijke filterhuid te doen had, lag het denk
beeld voor de hand, deze zich langzaam vor
mende natuurlijke filterhuid door een
kunstmatige te vervangen of ten minste de
snelheid van de vorming van de natuurlijke
huid door kunstmiddelen, d.w.z. toevoegin
gen bij het onzuivere water, te vergrooten.
Zoo'n toevoegingsmiddel is aluminiumsul
faat of aluin, welke hoofdzakelijk bij de
Amerikaanschc snelfiltratie toegepast
wordt, waarvan een groote reeks van stel
sels bestaat.
Deze onderscheiden zich door-de soort van
het filtermateriaal, de filterdoorspoeling
en de regeling van do hoeveelheid af
vloeiend water. In Duitschland wordt van
de snelfilters het meest de Jewelfilter toe
gepast.
De toepassing van aluin als toevoegings
middel bij onzuiver water schijnt uit een hy
giënisch oogpunt geheel en al zonder be
zwaar te zijn, indien slechts zuivere aluin
gebruikt wordtIn Amerka zijn tot dusver
geen gezondheidsstoringen door het gebruik
van het aldus voorbehandelde water bekend
geworden. Ook uit een bacteriologisch oog
punt kan de Jewelfilter als gelijkwaardig
met den zandfilter beschouwd worden.
Daarentegen staat hij, wat de verwijdering
van troebelingen en kleuringen uit het on
zuivere water aangaat, boven het oudere
systeem. Het bedrijf der snelfilters en dc i
bediening er van is eenvoudig en kan goed
£o*e*irahsc&rd worden. In Cincinnati ia 1
één man voldoende voor do snelfilterinstal-
latie, welke dagelijks 400,000 kub. M. water
levert.
Als filtreerende laag kan men behalve
zand ook nog andere materialen gebruikenj
hoewel deze over het algemeen het zanq
niet hebben kunnen verdringen. "Voor klei
nere filters komen in aanmerking steen,
kool, asbest, aardewerk, porseleinaarde, in-i
furosiënaardc. Het affiitreeren van de bac-j
teriën heeft alleen bij de beide laatstge-»
noemde. fiitreermateTialen plaats. In ellq
geval bij do filters van aardewerk nog kor-,
ten tijd, terwijl de overigo filters slechtq
voor 't klaren van troebele vloeistoffen ge
bruikt kunnen worden. Ook de beste klein-
filters werken slechts gedurende korten tijd,
bacteriënwerendeen normale tijd voor,
het reinigen of verwisselen er van kan niet}
aangegeven worden. Daarbij komt nog, dat}
de ten minste aanvankelijk bacteriëndichtj
werkende filters gewoonlijk slechts zeer
weinig water leveren.
De wsrkiiig van yeceesmidaelen by
verschillende leefwijze.
Voordat een arts een verdoovingsmiddel'
mag voorschrijven, dient hij zieh eerst ter
dege op de hoogte te stellen van de wijze,
waarop de patiënt in den la&tsten tij<*
leefde, en in het bijzonder van het ge
bruikte voedscr, om pas na deze mededec-
lingen de dosis te bepalen.
Er zijn namelijk interessante proeven ge
nomen door dr. Hunt, te New-York, die
bewijzen, dat deze maatregel lang niet-
overdreven is. Hij ontdekte, dat muizen bij
een bepaalde voeding een 40-maal sterkere
dosis van enkele giften kunnen verdragen
dan bij gewoon voedsel. Dit merkwaardige
feit hangt waarschijnlijk samen met de
verandering van grootte der schildklier
onder het wisselen van het diëet.
Zooals men weet, speelt de schildklier een
belangrijke rol bij het verdragen van giften.
Dr. Hunt heeft speciaal de werking van
morfine bij verschillende leefwijze bestu
deerd, ook al, omdat er tegenwoordig in,
de geneeskunde zoo overmatig met morfine
wordt gewerkt. Hij vond, dat morfine veel,
vergiftiger is voor muizon, die zich aan
melk te buiten gaan, dan voor hun broer
tjes en zusjes, die hun maag volstoppen
met elk ander voedsel.
Later heeft dr. Döbeli, een Zwitsersch;
arts, de belangrijke ontdekking gedaan,
dat konijntjes, die door de moeder worden
gevoed, niet half zooveel morfine kumien
verdragen als jongen, die met „de flesch"
waren grootgebracht.
Yan nog meer gewicht is de ontdekking,
dat ditzelfde ook geldt voor onze baby,
Men acht het weinig aannemelijk, dat dit
verschillende weerstandsvermogen uitslui
tend zou voortkomen uit het verschil tus-
schen moedermelk en koemelk. Hieromtrent
tast men geheel in het duister.
Vaak gebeurt het, dat menschen abso
luut niet reageeren op het gebruik van be
paalde medicijnen. In de dierenwereld valt
hetzelfde te constateeren. Dit zonderling
verschijnsel kan door het volgende worden
verklaardKonijnen, met wortelen ge-;
voerd, schijnen geen last te hebben van toe
gediend cantharidine, terwijl er een gevaar
lijke nier-ontsteking ontstaat, wanneer zij
slechts op haver hebben geleefd. Men kan
met reden verwachten, dat bij den mensch
hetzelfde zou gebeuren.
Eenigszins kan men huiverig worden bij
de idee Tan den verschillenden invloed van
wittebrood, dat, naar men zou meenen, al
tijd op nagenoeg dezelfde wijze is samenge
steld. Dr. Hunt heeft geconstateerd, dat,
dezelfde muizen, wanneer zij gevoed waren
met brood van bakker X, 4-maal zoo gevoe
lig voor vergif waren, als na het eten van
het brood van bakker Y. Men heeft de oor
zaak niet kunnen ontdekken, maar men
vermoedt, dat hier de onderlinge verhou
ding der ingrediënten haar invloed heeft
doen gelden het. zoutgehalte is hierbij een.
factor van beteekenis. Als men nu weet, dat'
volgens een statistiek van Javal de hoeveel
heid zout op één K.G. deeg varieert van'
0.1—10 gr., dan zal men overtuigd zijn, dat
I de medicus bij het toedienen van verdoo-
I vingsmiddelen de uiterste voorzichtigheid
l te betrachten heeft. („Vox Medicorum").