liet randbals te Posen na zijn restauratie.
lograaf en telefoon voor de aanbrenging
van het nieuws hebben teweeggebracht I
En niet alleen, dat wij veel vlugger van
alle voorvallen in de wereld op de hoogte
.worden gebracht, door de snelle middelen
▼an verkeer rijn ons de landen der wereld
veel nader gekomen, wij stellen or moer be
lang in, willen van alle staatkundige en
andere gebeurtenissen van eenig gewicht
hooren, of, in alle geval, met of zonder
belangstelling, de lezer vindt alles in zijn
blad vermeld. Het buitenlandsche nieuws
bekleedde in do krant van een eeuw gele
den een kleiner plaats; ofschoon, de tijd,
.waarin men leefde, maakte dat buitenland
toch nog van bijzonder belanghet gerucht
▼an Napoleon vervulde Europa.
Ook dachten destijds de kranten er met
aan rubrieken te openen, die in vakbladen
of tijdschriften of alleen in boeken werden
behandeld. Geen rubriek wetenschappelij
ke of financieele beschouwingen en mede-
deelingengeen rubriek voor kunst, voor
boekbeoordeelinggeen letterkundige bij
dragen en zoo veel meer niet, wat wij in
onze kranten vinden.
Dit alles in aanmerking nemende, waren
wij toch teleurgesteld, toen wij een paar
kranten uit de dagen van 's lands bevrij
ding doorlazen. Wat werd er van die ge
wichtige gebeurtenissen voor de krant wei
nig gemaakt! Men zou haast gaan twijfe
len of het volk inderdaad wel zoo blij was
over het wegjagen der Franschen en het
herstel van Oranje, waar de blijdschap
zich zoo flauw of conventioneel in de bla
den uitte, als niet nu en dan uit een be
richt een toon van echte vreugde klonk.
,,A1 spoedig in November 1813, na de ne
derlaag van Napoleon" zoo lezen wij in
„De Courant", het bekende boek van R.
van der Meulen, op blz. 101 „werden de
nieuwsbladen weder in hun vroegeren
vorm en onder hun oude benaming uitge
geven. Een der eerste was de „Haarlem-
sche Courant", nauwelijks had de uitgever
vernomen, dat zich te Amsterdam een pro
visioneel bewind gevestigd had en te Haar
lem reeds hier en daar zich een oranje-ko
kardo vertoonde, of hij besloot, niettegen
staande de Fransche bezetting nog te
Haarlem lag, om de „Opregte Haarlemsche
Courant" weder in haar ouden vorm in 't
licht te gevenDit voorbeeld werd niet
terstond door al de andere couranten ge
volgd spmmige verschenen eerst met den
aanvang van 1814."
Nu is het mogelijk, dat de vrees voor de
Fransche bezetting de „Opregte Haarlem
sche" ingetoomd hoeft, maar heel triomfan
telijk ziet dat eerste nummer van de nieu-
Wo reeks, van 18 November, er niet uit.
Geen hoofdartikel of beschouwing van wel
ken aard ook. Het blad opent met een hal
ve kolom buitenlandsch nieuwseen be
richt uit Milaan, d.d. 6 November, over den
dood van dr. Araldi, secretaris van het
Instituut van Italië. Over 's mans betee-
kenis krijgen wij alleen te lezen „De we
tenschappen en letterkunde verliezen in
hom een man, die haar steeds gewigtige
diensten bowezen heeft. Hij draagt met
zich de achting en wordt betreurd van alle
geleerden en van zijn talrijke vrienden. Dat
zijn kenschetsende groote woorden uit dien
tijd. Wij hebben misschien weer de onze.
Dan volgen een paar berichten uit Zwit
serland en een paar uit „Duitschland en
aangrenzende Rijken weinig belang
rijks. Maar dan iets, dat gretiger gelezen
zal zijn, een paar publicaties, waaruit blijkt,
dat zich te Amsterdam een „provisioneel
bestuur" heeft gevestigd, met mr. J. C. van
der Hoop als president.
Daarmede zijn wij op dc helft van de
tweede kolom genaderd en is het redactio
neel gedeelte uit. Want dan volgt een me-
dcdeeling over een uitloting, waarmede de
tweede kolom en daarbij de eerste bladzijde
vol is. Alleen zijn er op den rand nog
eenige kennisgevingen of advertenties ge
drukt. „Dc Mairc der Gemeente van Koog
.aan de Zaan brengt ter kennissc van alle
jde daarbij belanghebbende", dat hij aan
den meestbiedende zal aanbesteden„het
ophalen der asch en vuilnis in de Gemeen
te vallende". Een ocstcrhandclaar biedt
„beste Zeeuwsche cn Tessclsche oesters"
aan, „onopgemaakt k 30 Stuiv. cn opge
maakt 36 St. het 100 met beste Citroensap
Het oude Pceenör raadhuis, oen van de
larchitootonisch imeesf. schoone rcuaissanoe-
bouwworken van Oos-t-Dudtschland, is nu vol
komen vernieuwd en op grond vaji zijn oor-
Bpronkolijken bouwvorm belangrijk vergroot
Ou voorzien mn moderne representatiover-
trokken.
er bij." En nog een advertentie. De tweede
en laatste bladzijde wordt grootendeels in
beslag genomen door een „Prijscourant der
Effecten", een „Wissel-cours" en „Prijzen
van Speciën". Verder advertenties.
De „Leydse Courant", een van betee-
kenis indertijd die mét haar nieuwe
reeks een dag later begon, zag er ongeveer
evenzoo uitEenig onbelangrijk buiten
landsch nieuws, de Amsterdamsche kennis
gevingen en dan een paar van den Leid-
schen maire, die ccnige heeren had uitge-
noodigd, met hem voorloopig de stad te be
sturen, en die de burgerij mededeelde, dat
het octrooi, „het eenig inkomen der Stad
zijnde, provisioneel moet tylijven bestaan".
Verder de Prijs-Courant der Effecten (nog
geen vijftig fondsenen de Specie-cours,
en één enkele advertentie, daar was de
„Haarlemmer" beter van voorzien.
De volgende nummers bevatten al meer
nieuws en het 7de nummer, van 3 Decem
ber, geeft vier bladzijden. Maar nog altijd
geen eigen uiting van het blad, cn belang
rijke gebeurtenissen worden met misschien
benijdbare, maar in allen geval verwonder
lijke kortheid weergegeven, terwijl andere
van minder belang breed worden uitge
meten. Ziehier bijv. hoe in dat nummer van
3 December in een bericht uit Den Haag
van 30 November de komst van den Prins
in ons land wordt vermeld „Heden namid
dag, tusschen 5 en 6 uuren, is Zijne Door
luchtige Hoogheid de Hoere Prinse Willem
Frederik van Oranje en Nassau, enz. enz.,
enz., in volmaakten welstand, onder het
gebulder van het Geschut en een algemeen
gejuich, over Schceningen alhier gearri
veerd en afgetreden aan het Huis van den
Generaal Graaf van Limburg Stirum, in
het Voorhoutde vreugde en blijdschap
zijn onuitsprekelijk groot." Dat is al.
Iets uitvoeriger is een bericht uit Leiden
zelf, meldende, dat „de Achtbare Regering
Den 276ten Augustus Had do inwijdiii;
van hot in nieuwen glaDB herrezen, 600 jaa?,
oudo gebouw, waarvan de wederopbouw;
800,000 Mark gekost hoeft, plaats in tegen-
wooidigheid van het Keizerpaar.
dezer Stad" de wederkomst van den Prins
bij publicatie had bekend gemaakt. „De
Bekendmaking werclt door eene ontzagge
lijke menigte daar toe samen gevloeid met
geestdrift ontvangen, terwijl dc lucht van
een driewerf Hoezee! Oranje Boven! weer
galmde." Heel uitvoerig daarentegen eeD
beschrijving van hoe Dordrecht tot den
Prins was overgegaan.
Het was zeker een merkwaardige tijd,
maar het is ons hier nu niet zoozeer om
dc gebeurtenissen te doen als om dc wijze,
waarop de tijdgenooten ze zagen of be
schreven. De schoonklinkende, welafgeron-
de zin, beeldrijk en overdrachtelijkhet
hooge woord, herinnerd uit den tijd der
rederijkers, versterkt onder den Franschen
invloed, het classicisme van den keizer
tijd, de fraze was in eere.
Een Fransch voorbeeld vinden wij in een
bericht uit Parijs van den 14den November,
voorkomende in de „Leydse Courant" van
22 November. Dien 14en November had
„Z. M. do Keizer en Koning op deszelfs
Troon zittende en omringd van de Prinsen
grootwaardigheidsbekleeders, Ministers,
Groot-Officieren en Groot-Adelaren van
het Legioen van eer, en van dc Officieren
van „Z. M. dienst", den Senaat ontvangen.
„Z. E. dc Graaf Lacepède" hield oen toe
spraak „Sire, De gedachten van den
Senaat hebben steeds Z. M. verzcld, to mid
den der gedenkwaardige gebeurtenissen
van dezen Vclcltogt. Dezelve beefde van het
gevaar, 't welk Z. M. bedreigd heeft. De
pogingen der vijanden van Frankrijk zijn t€
vergeefs ondersteund geworden door den
afval van deszelfs Bondgenootcn, door voor-
boeldeloos verraad, door buitengewone en
rampvolle gebeurtenissen. Z. M. is dezelve
alle te boven gekomen."
Dat was de veldtocht, waarna ons land
zich kon veroorloven, het Fransche juk af
to schudden.
Verscheidene Zuid-Afrikamische stammen
hebben niet meer dan vier vorsehillendo
cijfers; vandaar dat zij rich moeilijk een
begrip van groote getallen kunnen vor
men. Humbolt deelt daarvan een aardig
staaltje mede, als hij verhaalt, dat hij pooit
een Indiaan oritmoette, wien hij naar zijn
leeftijd vroeg, of het antwoord was onver-
schiliig: „Zestien of Zestig', alsof daar-
tusschen weinig verschil was.
Dit worclt bevestigd door de volgende
anekdote 'van ten reiziger in Zuid-Afrika,
Op een tocht vergezeld van tien of twaalf
Indianen, vroeg hij één hunner: „Zijn wij
met veel?"
„Ja, wij zijn met veel."
„Zijn wij ontelbaar?"
„Ja, wij zijn ontelbaar."
„Als de Indianen van dien stam", zegt
hij, „wilden- zeggen hoeveel gevangenen
zij gemaakt hadden, konden zij het getal
niet opgeven, maar teekenden eon ruimte*
op den- grond af en zeiden, dat er zooveel
waren, als daarin staan konden."
De bewoners van ccnige West-Indische
eilanden roopen, als een ge-tal boven cl9
10 is: Zooveel als haren op mijn hoofd"
of„Als hét zand d er z os
'Dc Yancos, die in de nabijheid van de
Amazoncrivior wonen, hebben geen naam,
voor 'n getal boven de drie, „en dat is ge
lukkig voor .degenen, die met hen te cI^cti,
hebben", zegt de reiziger, die dit ver
meldt, „want hun woord voor drie is
„Po-et-tar-ra-ro-rin-co-a-ro-ac", een woord
van tiep -lettergrepen.
Waarlijk geen wonder, dat in zulk een
land do rekenkunde niet kan bloeien.
Een ontzettend vsrschpsel.
Dicnzelfden 14den November ontving de
Keizerin in het paleis dpr Tuilleriecn den
ntinister van oorlog, die haar twintig
vaandels aanbood, „op de vijanden in de
veldslagen van Warchau, van Leipz^Th en
van Hanau veroverd." Dc minister zei in
zijn aanspraak: „Yoorbeeldelooze .verra
derijen hebben groote voorbeelden aan dc
vijanden verzorgt" (men ziet, liet „nous
sommes trabis" dagtcekent niet van 1870);
„zij zijn voor hen zonder roem; zij kunnen
dezelve door dusdanige zegetekenen niet
ondersteunen."
Dc vaandels gingen vergezeld van .een
korten brief van Napoleon, den 1 lden No
vember te Frankfort geschreven. Hij
schreef„Mevrouw en zeer waarde Gema
lin. Ik zende U twintig Vaendels door mij
ne Legers veroverd in de Veldslagen van
Warchau, van Lcipzich en van Hanau. Het
Is een hulde, welke mij aangenaam' is LT
te bewijzen. Ik verlangodat gij daar in
■een blijk beschouwe van mijrre groote te
vredenheid over uw gedrag geduu rende! het
Regentschap, dat ik U heb toevertrouwd!
Napoleon."
Kort en zonder valsch gevóel. Maar nu
het antwoord van dc Keizerin„Ik beri
aangedaan over dit nieuw bewijs der aan-
denking en der gevoelens van mijnen Door:
iuchtigen Gemaal. Alles wat hij voor mij
an doen, verdién ik door mijne paalloozo
verkleefdheid voor Hem én Voor Frank
rijk."
Ach, die vorkleefdheid van Maria Louise
lan Napoleon en aan Frankrijk!
In no. 5 vinden wij oen proclamatie van
A Kikkert, vicc-admiraal ch comrnandant-
directeuT der marine. Daarin roept.: hij
mannen op voor do vloot. „De bezem weer
op den mast!" zegt. hij, „en de wateren
"ichoon geveegd van de Aanhangers, van
°encn Veroveraar,, die in de razernij zijner
heete verbeelding zich onoverwinnelijk wa
nende, zijn gebied tot aan de grenzen der
iarde zocht uit tc breiden Herstelt dc glo
rie van Hollands Vlag, weleer onoverwin
nelijk" (o, die hittiglieid van verbeelding
weleer geëerbiedigd, maar sedert door de
hcilschcnnende handen onzer verdrukkers
'net schande bezoedeld en aan flarden ge
scheurd." Zoo gaat het nog een tijd ver-
Ier, of liever hooger. „De zaak van ;t va
derland is de zaak van GodOvcrwin-
en Glorie wachten ons! Vaderland
tn Oranje is onze leuzeAgttien Jaarcn
Verdrukking hebben ons niet doen ontaar
den het Hollandsch bloed kan niet ver
basteren het ontvlamt weer tot moed hot
"aakt weer naar den strijd cn naar nieuwe
lauweren. Snelt dan ter mijner hulpch on
Vomt u onverwijld aangeven aan het Kan
door van Wepening voor geheel het Zec-
Pcparteinent van Rotterdam."
Dergelijke proclamatictaal wij heb
ben meer staaltjes bij de hand lijkt ons
tegenwoordig gezwollen, maar wij willen
laarom niet aan de echtheid van het ge
voel der schrijvers twijfelen. Over het ge-
ïeel heeft de stijl van dien kant iets luid
•clinkends, maar aan den anderen kant in
».ijci gedragenheid en deftigheid iets *ahis.
De lezing van een krant uit het jaar 1813
geeft wel den indruk, dat de bladen tegen
woordig frisscher, levendiger schrijven.
Daarentegen is het duidelijk, dat men een
?cuw geleden, schoon wat meer Fransche
woorden gebruikende dan tegenwoordig,
ieel wat zuiverder Hollandsch schreef dan
Ie meerderheid der kranteschrijvers van
nu. Ook zou menig verslaggever van tegen
woordig bij zijn collega's van destijds oen
'esje kunnen nemen in de kunst om een
^cbeurtonis zakelijk en bondig weer te ge
ven.
Ten slotte nog een bericht-, dat belang
jieeft om den inhoud. Den 9den October
1814 word uit Brussel gemeld „Vóór zijn
vertrek uit onze Provinciën heeft do Sou-
v'reine Vorst nog vier belangrijke beslui
ten genomen bij het tweede wordt liet
gebruik der Nationale Vlaamsche taal, die
door de Franschen bijna geheel verdrongen
was, weder aangemoedigd door dc toela
ting in alle Stukken ter Registratie, en dc
bepaling, dat dc Actcn van den burgerlij
ken stand in de Gemeenten, waar men deze
taal spreekt, daarin zullen gehouden wor
den (wegens de Pleidooijvn /a! nader be
paald worden)(„Nee* tandia")
Ter genezing van sigaretten-
roofcsters.
De „anti-sigarettenbond van Amerika" heeft
dezer dagen te Chicago een ziekonhuis ge
opend, waar mannon en vrouwen gratis van
het euvel genezen kunnen worden, voort
komend uit hec overmatig gebruik van
sigaretten.
Het zfln voornamelijk vrouwen, die zich aan
zulk oen kuur onderwerpen, want zy lijden
zwaarder onder de gevolgen, van liet rooken
dan de mannen. De directrice der inrichting,
Lucy Gaco Gaston, was, zooals zy uit haar
ervaringen mededeelt, verrast door het groote
aantal hartverscheurende' blieven, aan haar
gericht door vrouwen, die hopeloos aan den
sigaretten-moloch ten offer-waren gevallen.
Velen dezer vrouwen, zoo vertelt Luc.y
Gaeton, rookten al twintig jaar sigaretten en
waren letterlek de slavinnen dezer gewoonte
gaworden. Getrouwde vrouwen doen er het
meest aan en vooral actrices en zangeressen
schijnen bijzonder druk sigaretten te rooken.
Déze kunstenaressen bonadoelen aldus ten
zeerste haar orgaan, zoodat zjj niet meer goed
spreken en zingen kunnen. Een der meest
aangrijpende klachten, die de directrice moest
hooren, kwam van een jonge vj-ouw, dio haar
bekende, dat haar hartstochtelijk rooken tot
verwoesting van heel haar huiselijk geluk
had geleid.
De kuur, welke de patiënten van het niouwe
ziekenhuis moeten volgen, beslaat hoofdzake
lijk hierin, dat zjj eens of meermalen per
dag den mond met een bepaalden goigeldrank
raoeton spoelen. Tevens is hun een vegetarisch
dieet voorgeschreven. Indien de patiënt ge
durende deze kuur toch lookr, wreekt zich
dit dadelijk door groote onpasselijkheid.
BAflWBOfc.
Het is lang niet algemeen bekend, dat het
boomvormige bamboe tot de grasson behoort.
Het is dan ook geheel en al van biologischen
aard veranderd en vertoont alle eigenaardig
heden der boomen. De bladeren worden foto
metrisch; terwijl de gewone grassen geen
loofwis60ling hebben en hun bladeren aan
den halm vergaan, heeft men bjj het bamboe
een regblmatigo bladerval. De halmen der
-grootste bamboesoorten, zooala die van Den-
drocalamus giganteus, zijn bjj een hoogte van
40 M. zoo dik, dat een man ze nauwelijks
kan omspannen. Zy wordon ook volkomen
houtachtig, zoodat zij een gewild bouwmate
riaal zijn. Uit den wortelstok komen de hal
men in een bos te voorschijn en schièten
met ongelooflijke snelheid in de hoogte. Ze
gelijken veel op reusachtige aspergss. Leis
als de halm de geheele hoogte bored-1 heeft,
komen om de knoopen krachtige z t kken,
die zich wederom vertakken en korte, ureede
grasbladeren dragen.
TELLEN.
Dat wilde en onbeschaafde stammen
geen helden in het tellen en rekenen zijn,
mag als, algemeen bekend worden. Dat het
daarmede zoo sieoht gesteld is, als wel eens
daarover wordt medegedeeld, is echter
onwaar.
Zoo moet. het bepaald grappig zijn om
aan te zien als de bewoners van Kam-
schatka- beproeven boven de 30 to rekenen,
want als zij eenmaal de vingers van hun
beido handen geteld hebben slaan zij ze
dicht en clat bote-eként 13; daarna begin
nen zij van hun teen en té tellen tot 20,
maar dan worden zij verlegen en roepen
„Matolia", hetgeen zeggen wil: „Waar
moet ik meer van-daan halen?"
Een Moravisch zendeling verhaa.lt van de
Groenlanders, dat zij, bij het tellen, met
grooten tegenzin boven de 20 gaan en door
gaans aan alle getallen claarbove--1 e-en naam
geven, die „ontelbaar" beteckent.
Peary, do groote onderzoeker in -de
Poolstreken, vertelt van sommige stam
men der Eskimo's, dat zij hun vingers o.r
bij nooclig hebben om tot drie tc tellen,
en rich' doorgaans rcods v-orgissen voordat
zij aan de zeven zijn.
In alle landen van West-Europa neemt
met dc beschaving of misschien is het al
leen maar een dun cultuur-vernisje de
krankzinnigheid toe, en wel in veel sneller
tempo dan het bevolkingsaantal stijgt. In
Amerika, in .Zuid-Europa, ja zelfs in Oost-
Azië valt hetzelfde verschijnsel te consta-
teeren. Dp het Geneesk. Congres tr- Lon
den deelde dc. voorzitter van de Sectie voor
psychiatrie mee, dat er in Engeland in 1859
36,000 krankzinnigen voorkwamen. In 1913,
was dit. aantal schrik niet! eventjes
tot 138,000 gestegen. Dus een toeneming van,
ongeveer 275 pCt. En in dicnzelfden tijd
steeg de bevolking toch met niet meer dan
871 pOt. Statistici hebben berekend, dat,
wanneer deze ongelukkige stijging vóórt-'
duurt,: en de kans hierop is volgens da,
deskundigen groot in alle „cultuur"-lan-
den oyer 150 jaar de krankzinnigen de over
hand zullen hebben. Met bitteren spot mer
ken zij echter op, dat dit niet zoo erg is.
Krankzinnigen zullen dan immers niet meer,
opvallen. Daarentegen zullen de menschcn
met een gezond verstand als het ware ab
normaal zijn.
L E
In de geheele wereld bestaan ongeveer
75 k 90 imllioen telegraaf- en telefoonpalen.
Op iedere 10 bewoners van een beschaaf
den Staat komt 1 telegraafpaal, op iederen
inwoner komt een bedrag van f 1.20 voor de
kosten der telegraafpalen.
In Europa zijn de telegraafpalen meest
vervaardigd uit sparrenhout; zoo'n paal
duurt gemiddeld 4 k 5 jaar. In Amerika
maakt men ze van cederhout, dat veel
duurzamer is (15 a 16 jaar). Het beste hout
is dat der Australische telegraafpalen, ge
leverd door den eucalyptus (duur 25 jaar).
Het grootste net heeft Duitschland, zoo
wel in absolute lengte als in verhouding
tot het aantal inwoners. Vervolgens komen
de landen om dc Noordzee, die gemiddeld
7000 AI. lijn per vierk. KM. hcbbeiv Be
rieden deze lengte blijven Rusland, Zweden
Noorwegen, do Balkanhindcn, Spanje cn
I Portugal.
Jn Amerika hebben de Ycreonigdo Sta-
I ten het grootste netechter blijft het gc-
1 hecle Amerikaanschc continent vér bene
den dc helft van het Kuropccsche net.
In de gchcoio wereld bestaan thans 3.7
mill. K.M. oi'orland-lijneu met 18 mill.
K.M. ^eleidingsdraad.