16405 Vrijdag 15 Augustus. A0. 1913. geze <§curant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Be wettige erfgenaam. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 1O regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere letters naai plaatsruimte. - Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contant i elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaeseeren wordtƒ0.05berekend. PRIJS DEZER COURANT» Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd ayn Franco per post 1.10. 1.30. 1.65. HIJilIKBWKT. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van F. REHMANN, om vergunning tot, oprichting van een wasch- en strijkinrichting in het perceel Hoogland- sche kerkgracht No. 10, Sectie I No. 132, gedreven door twee electromotoren, waar van 1 van 1 en 1 van P.K. Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is; alsmede dat op Vrijdag 29 Aug. a. s., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op ves tigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art, 7 der Hin derwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL. Weth. Loco-Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden 15 Augustus 1913. Leiden, 15 Augustus. Met ingang van 9 Aug. is bij Kon. be sluit benoemd tot assistent bij het Rijksbu reau tot onderzoek van handelswaren al hier dr. H. J. Waterman, scheikundig in genieur, assistent van het organisch-che- misch laboratorium der Tech. Hoogeschool te Dolft. Voor het Staatsexamen tot toelating tot de Universiteit is te Utrecht voor B geslaagd de heer G-. H. van Driel, off ieder van administratie 2de kl. K. M., alhier. Te Arnhem is voor de hoofdakte ge slaagd de heer T. A. van Zimmeren alhier cn te Haarlem de heer C. Bruin, van Heemstedein Den Haag voor boekhouden M. O. (huisakte) de heer E. van Gils alhier, en voor handteekenen L. O. de heer J. Rustige te Nieuw-Vennep. De 4de mitrailleur-afdeeling uit Ede, onder bevel van den kapitein W. J. J. Has- selbach, komt 1 October te Amersfoort in garnizoen. De 1ste mitrailleur-afdeeling, onder kapitein J. P. J. Verberne, vertrekt op dien datum uit 's-Gravenhage naar Lei den. H. M. de Koningin-Moeder is voor nemens tijdens de aanwezigheid van de Kon. Familie bij gelegenheid van de on afhankelijkheidsfeesten te Amsterdam, van 9 tot 15 September, ook eenige dagen in de hoofdstad te vertoeven. De Ned. Bond van Post- en Telegraaf- beambten ,,De Post" zal op 27 Augustus a.s. des avonds in Concordia" te 's-Gra venhage een groote loonactie-vergadering houden. Beroepen is bij de Ev.-Luth. Gem. te Woerden ds. J. T. Meyer, te Doetinchem. De wetsontwerpen tot vaststelling van de Staatsbegrooting voor 1914 zijn bij den Raad van State ingekomen. Naar ,,Het Vad." verneemt, zal de goneraal-majoor-hoofdintendant J, F. de Meester met 1 November het leger met pen sioen verlaten. Als zijn opvolger wordt ge noemd de kolonel-intendant W. A. H. Doorman. Voor den allegorischen optocht, welke 4 September a.s. te Utrecht vanwege het centraalcomité tot viering der nationale feestdagen ter herdenking van het 100-ja- rig herstel onzer onafhankelijkheid zal wor den gehouden, hebben zich tot nu reeds ruim 400 personen opgegeven. Tijdens den optocht zullen op een drietal plaatsen in de stad feestelijkheden plaats hebben zanguitvoeringen en ruitersmanoeuvres. Na afloop van den optocht vindt op het Vree burg carousselrijden plaats, terwijl bij vol doende medewerking van de burgerij tus- schen beide beursgebouwen op het Vree burg een kampement van alle deelnemende militairen zal worden opgeslagen en aan dezen een feestmaaltijd zal worden aange boden. Des avonds zal de allegorische optocht weder uittrekken, doch dan als onderdeel van den lichtstoet, welke georganiseerd wordt door de vereeniging Koninginnedag Utrecht. De feestdag van 4 September wordt verder besloten met een toortsen- caroussel op het Vreeburg. De hertog van Connaught, die gister middag omstreeks halfvijf met zijn jacht „Alexandra" de Hembrug passeerde, is om streeks vijf ure^ in de haven te Amsterdam aangekomen. Het fraaie, zwart geschil derde vaartuig was getooid met de En- gelsche vlag en aan den grooten mast de oorlogswimpel ten teeken, dat het vaar tuig deel uitmaakt van de Engelsche ma rine. Het nam na aankomst in de haven ligplaats aan de boeien benoorden de IJkade. Het bezoek van den hertog, die reeds de Scheepvairttentoonstelling bezocht, draagt een strikt intiem karakter. Ter benoeming van een havenmeester, tevens sluismoester te Vlaardingen bevelen B. en Ws. den Raad aan de heeren J. L. van Belkum, havenmeester te Harlingen A. F. van Duyn, gezagvoerder van het stoomschip ,,Deli", van de Stoomvaart maatschappij Rotterdamsche Lloyd, wonen de te 's-Gravenhage. BODEGRAVEN. Van Ged. Staten kwam hier heden bericht in, dat zij besloten heb ben tot nict-toelating als Raadslid van den heer Van der Marei. Een nieuwe verkiezing zal dus moeten plaats hebben. HILLEGOM. De Beurs van de afd. Hil- legom van het Hollandsch Bloembollen kweekers-Genootschap is gisteren door 275 personen bezocht. De handel was vlug. In een bloemisterij-schuur van den heer Wiedemeijer aan den Stationsweg is 's nachts brand ontstaan. Buren bluschten het vuur met emmers water. Overdag had oen fornuis in de schuur gebrandvermoe delijk is daaruit het brandje ontstaan. HOOFDDORP. Hier werden gisteren ter amotie verkocht, een viertal houten, onbe woonbaar verklaarde woningen, alsmede een groote houten landbouwschuur, alhier, toebehoorende aan C. J. Verbeek. Alles werd gekocht door den heer Waterdrinker, te Beverwijk, voor ƒ315. Hiermede ver dwijnt een zeer onooglijk gedeelte van Hoofddorp om plaats te maken voor een zeer gunstig bouwterrein, dat wel zeer spoedig bebouwd zal worden. In de vergadering van de afd. der Holl. Maatschappij van Landbouw, werd o. a. de rekening van den pennigmeester nagezien. Zij sloot in ontvangsten tot een bedrag van ƒ1596.18 en in uitgaven van 1041.96^, alzoo een batig saldo van 554.21^, waaronder echter ook dat van vo rige jaren is begrepen. Over 1912/1913 was er echter een nadeelig saldo van 100. Tot bestuursleden werden herkozen de heeren T. Folmer en J. Kooy. Besloten werd do ingestelde cursussen, zooals die van paar denkennis en van landbouw, enz. te hand haven in den komenden winter en het be zoek daarvan aan tc moedigen. Daarna werd in den breedc besproken de musschenplaag. Algemeen was men van oordeel, dat hieraan iets moest worden ge daan. Besloten werd de leden der afd. en de landbouwers in het algemeen op te wek ken zooveel musschen te dooden als maar mogelijk was, voornamelijk gedurende den wintertijd en evenals vroeger reeds één jaar is geschied, premiën uit te loven voor het inleveren van musscheneieren. Deze maatregel zou echter dan niet voor één jaar bestendigd worden, maar enkele jaren achtereen Voor de uitgaven hiervan zal subsidie worden gevraagd aan den Boeren bond. Ton slotte had de gebruikelijke verloting van landbouwgereedschappen plaats onder de aanwezige leden, waarna de drukbezoch te vergadering werd gesloten. KATWIJK AAN ZEE. Er hebben zich geen dames aangemeld om in den histori- schen optocht, den 4den September te hou den, een rol te vervullen. De commissie had daartoe de gelegenheid geopend, in dien de dames haar geheele uitrusting zelf bekostigden. Hedenavond bij gunstig weder wordt er een muziekuitvoering gegeven in de tent aan den Boulevard. SASSENHEIM. De verbouw van het Raadhuis is gegund aan de heeren Gebrs. Tromp, alhier, voor 7777. Niettegenstaande de drukste handels tijd voorbij is, blijft de belangstelling voor de Beurs toch goed. Het aantal bezoekers was de laatste maal honderd. De Leidscbe Gasthuis-archieven. Ongeveer een halve eeuw geleden be werkte de toenmalige Archivaris, Rammel man Elsevier, een inventaris van het ar chief van Leiden, die voor zijn tijd niet onverdienstelijk genoemd kon worden. Sindsdien zijn echter de opvattingen om trent het beheer van archieven grondig veranderd en is genoemde inventaris ge heel en al verouderd. Door zijn opvolger, mr. Dozy, werd een begin gemaakt met de regeling volgens de nieuwere inzichten, welke arbeid door diens opvolger, onzen te- genwoordigen gemeente-archivaris, mr. dr. Overvöorde, werd voortgezet en waarvan wij thans het eerste resultaat toegezonden kregen. Vanwege het gemeente-archief ver scheen nL bij G. F. Théonville: Archieven van de Gasthhizeninventarissen en regis- terlijsten, door mr. dr. J. C. Overvoorde, gemeente-archivaris, een lijvig boekdeel van ruim 700 blz., dat naar wij hopen, met bekwamen spoed door de andere, op het archief bewaarde, stukken mag worden gevolgd. Aan de inleiding ontleenen wij de mede- deeling, dat er oudtijds voor de archieven vrij goed gezorgd sohijnt te zijn; althans van het Cathrijnen Gasthuis weten wij, dat de oorkonden in een ijzeren kist wer den bewaard op een veilige plaats. Maar in later tijd is er veel verloren gegaan; gelukkig echter is voor eenige jaren een groot aantal stukken, voornamelijk betref fende het Sinto Catharina Gasthuis, door het Gemeente-Archief teruggekregen. Oudtijds was Leiden verdeeld in 3 paro chies: de oudste daarvan was die van St. Pieter; het daarin gelegen gasthuis werd later St. Catharina Gasthuis ge noemd. Het lag aan de B reestraat, wanr de Fraosohe Kerk staat en strekte zich uit tot aan den Rijn (Aalmarkt). De juiste datum der stichting is onbekend,, maar in ieder geval bestond het reeds in 1275. Het stond onder beheer van een bestuur, dat oudtijds gasthuisvaders, later gasbhuismtes ters genoemd werd; hun aantal breidde zich in den loop der tijden uit; voor d!e huishouding werden eij bijgestaan door de buitenmoeders, terwijl sinds 1503 een rent meester met het geldelijk beheer was be last. De oudste taak van het gasthuis was het herbergen van arme passanten (vandaar dan ook de naam). Sinds het ednde der 14e eeuw kwam de zorg voor arme zieken op den voorgrond. Daarnaast werd ook huisvesting verleend aan prove niers, die zich uitkochten. In de 16de eeuw werden clo bezittingen van het Gasthuis, die uit schenkingen, ter bestrijding harer onkosten moesten dienen, vermeerderd d'oor de tenietgogane kloos ters Lopsen en Maria Magdalena; van het Ceeiilia-klooster werd een dol- en pesthuis gemaakt onder bestuur der gasthuismees- teren. In 1799 werd hét gasthuis vereenigd met het Eliza b ebb s-gasthuis en de Lepro zen en de naam: vereenigde gast- en Le prooshuizen aangenomen. Het Onze-Lieve-Vrouwe-Gasbhuis werd in 1395 gesticht door Claes Rougher en Maoh- teot van der Zijl; het was eenst op de Hooigracht, later op de Hoogelandsdh'e- kerkgracht gevestigd. Het heeft bij lange niet d'e beteekenis van heb Cathrijnemgast- buis gehad; in de 10e eeuw gingen haar ftinantiën zeer achteruit en werden d*e ver pleegden naar het St. Elizabeths-Ga/sbhiiis Overgebracht en het gebouw tot weeshuis ingericht. Het derde Gasthuis, heb Elisabethsgast- huis, dat stond in de Kamp, was in 1428 gestichthet was bestemd voor de verple ging van zieke vrouwen en hield oorspron kelijk geen proveniers; maar va* 1740 vindt men ook hier hen ongenomen. Na de Her vorming kreeg het de gebouwen van het St. Ursu]a-klooster er bij in 1585 kwam, als gezegd, de vereeniging met het O. L. V. Gasthuis, in 1595 die met het Leproos huis. Op het eind der 18e eeuw smolt het met liet Oath'rijnen-Gashaiis samen tot de Vereenigde Gast- en Lep rooshuizen Verder vindt men nog de archieven van het Leproos- en Van het Pesthuis. Het eer ste stond buiten de 9tad aan den Haag weg; in 1478 werd de Singel aan de ongelukkige melaatschen tot wandeling afgestaan, daar hun het verblijf in de stad uit vrees voor hun ziekte verboden was. Merkwaardiger wijze echter werd het hun wel toegestaan in de stad te komen op de 2 drukste da gen van het jaar, n.l. Vastelavond en Sa cramentsdag, wanneer zij den ommegang mochten komen zien. De ligging huiten de stad was echter een ernstig bezwaar in de onrustige jaren in het begin van den 80-jarigen oorlog; in 1576 werd een der kloosters binuen de stad voor Leprooshuis ingericht en in 1590 volgde de vereeniging met het Elisabeths-gasthuis. Voor de verpleging der pestziekten was in 1458 een afzonderlijk Pesthuis ingericht, verbonden aan het Cath.rijnengasthuis la ter werd een afzonderlijk Pesthuis buiten de stad gebouwd; na het verdwijnen der pest werd liet tot militaire doeleinden aangewend en thans dient het als rijks werkinrichting voor vrouwen. Vliegtuigen voor Ned.-In<lié. Uit Luik wordt on3 gemeld Zooala bekend, heeft de Nederlandsclie regeering voor het eskader vliegtuigen dat zij van plan is in Nederlandsch-Indië te vestigen, drie aeroplanes-de Brouchère, die van Belgische constructie zijn, aangekocht. Op dit oogenblik voltooien de officieren, die speciaal met het bevel over dit eska der zullen worden belast, de luitenant van het O.-I. leger Spandau en de kapitein O. I. Darlang, hun vliegstudies te Genck in Bel gisch Limburg, onder leiding van den di recteur den heer Goebels cn den chef-piloto Gozic. Luitenant Spandau hoopt binnen eenige dagen zijn brevet als vlieger te be halen. Kapitein Darlang, die in het begin van dit jaar zijn been brak, heeft nu weer zijn studies in de vliegkunst hervat. Hij is weder in uitstekende conditie en heeft zelfs do vorige week een uitstekend geslaagde vlucht boven het vliegveld gemaakt. Cnra^ao eu Bonaire. Men meldt ons uit 's-Gravenhage: Het bericht uit Washington betreffende een strooming in de Vereenigde Staten, om van Nederland verkoop der bezittingen Curasao en Bonaire te verkrijgen moet natuurlijk „cum grano salis" worden opgevat. Zoowel aan het departement van koloniën als el ders in regeoringskringen beseft men ten volle, dat zij, die geruchten betreffende mo gelijke bereidvaardigheid tot verkoop der genoemde eilanden bij Nederland veron derstellen, weinig op de hoogte zijn van do gezindheid, welke bij het antwoord op een direct of indirect voorstel daartoe, den toon zou aangeven. Tot goed begrip der waarde van het uit Washington gekomen bericht is het boven staande geheel weergevend wat men aan hot departement over deze zaak denkt niet ondienstig. Castro. Bij het departement van koloniën is, naar men ons heden uit de beste bron meld de, niets bekend omtrent de aankomst van Gastro op Bonaire. Of de oud-president, mocht hij zich op Nederlandsch grondgebied wensehen te begeven, al of niet kan wor den toegelaten, zal, deelde men ons voorts mede, van omstandigheden afhangen. 43) Maar waarom had zij dan een kleur ge kregen'? Was het, omdat zij nu het vooruitzicht had een poos in gezelschap te zullen zijn van iemand anders? Dit probleem was zeer interressant voor dezen man van problemen; den man, die gemerkt had, dat in de laatste dagen bijna ieder uur hem een nieuw vraagstuk had gebracht, waarin hij zich kon verdie pen. Hij^zag Mag lachend aan en wierp, vóór hij de liall verliet, een zijdelingschen blik op den anderen gast, die juist in druk ge sprek scheen met den gastheer. En Forbes kon jien, dat Lotha het verzoek, aan Mag- ?fie gedaan, had gehoord en dat hij niet Peer gesticht was over de afspraak, of over de bereidwilligheid, waarmee Mag in de wandeling naar Inohgarry had toe gestemd. Forbes vond, dat de blik in Lotha's oogen reeds een voldoend antwoord was op de vraag, die er, naar aanleiding van Mag gie's blos in hem Forbes was op gekomen. "Ha!" dacht hij. ,,Hij denkt, dat zij er zich op verheugt zijn mededinger weer le ontmoeten". Vóór hij dién middag échter twintig mi miten naast Maggie had voorfcgeloopen, hij op Haar wangen een blos, waarvan 'j oorzaak niet behoefde te zoeken. Zij kon flink wandelen, evenals hij. Daar bij was het in September en ademden zij de luoht in van de Sohotsohe heide. Deze twee omstandigheden waren voldoende om zelfs een Londensoh advocaat een kleur te doen krijgen, en dat zegt veel. Toen zij het kasteel Inohgarry in het gezicht kregen, zagen zij een groepje da mes en heeren in jachtkostuum, de fami lie Keit-h en hun gasten, die, zoodra zij Mag en haar geleider herkenden, op hen bleven wachten. Mevrouw Keith begroette hen hartelijk en samen wandelden zij verder, zij tussohen haar logeetje, Jane Heyburn, en Mag Athol in. Nog vóór men het kasteel had bereikt, liep Mag echter weer naast Rex, zonder dat Forbes er erg in had gehad, ofschoon hij zelf er op uit was geweest een onderhoud met Rex Castle te zoeken. Toen zij eenmaal binnen waren, slaagde hij er na de thee in Castle even aan te houden, toen deze uit de biljartkamer kwam, waar hij zijn sigarenkoker was gaan halen. ,,Zou u er iets op tegen hebben nog even naar de biljartkamer terug te kee lden, mijnheer Castle?" vroeg hij. ,,Ik heb er, na dat korte gesprek, dat we met el kaar op het terras hebben gehad, steeds naar verlangd u weer eens afzonderlijk te spreken". „Met genoegen", zei Oast-le. „Maar zouden de anderen nietHij Voltooi de den zin niet, maar wierp een blik op het vro olijk pratende gezelschap in_ de hall. „O, ik denk niet, dat zij op ons letten. Zij kunnen het wel vijf minuten zonder ons stellen", zei Forbes, terwijl zij samen de gang naar de biljartkamer doorgingen. „Ik wilde u alleen maar vertellen, dat ik een bezoek lieb gebracht aan een ouden vriend van me, zekeren Andries Macfee. Misschien hebt ge wel eens van hem ge hoord. 't Is een pachter en hij bezit de gave, als men het zoo noemen kan, van het Tweede Geacht". „O ja, ik heb wel eens van den man gehoord". „Dat dacht ik wel. Welnu, ik ben on langs bij hem geweest en toen vertelde hij me, dat hij een vreemden droom had ge had en zijn vrouw gewekt had, om haar te zeggen, dat er voor de deur van zijn huis een man stond, dien hij in geen zes tien of zeventien jaar had gezien; een man, die Douglas Athol heette en een neef was van Sir Drummond". „U sohijnt te denken, dat ik mij meer voor de tradities der Sohotsohe Hooglan den interesseer dan werkelijk het geval is, mijnheer Forbes. Waarom vertelt u me dat eigenlijk? Enkel en alleen omdat de man me ver telde, dat, toen hij uit bed sprong en naar de deur snelde, om naar buiten te kijken, hij zag, dat u voorbij was ge gaan". „Ik wist niet, dat hij naar buiten had gekeken. Ik lieb hem niet gezien". „O, dus u bent het werkelijk geweest?" „Ik ontken ten minste niet, dat ik ver léden week, Maandag geloof ik, op een on mogelijk vroeg uur een wandeling heb ge maakt. 't Was een prachtige zonsopgang en ik was heel vroeg wakker geworden en kon den slaap niet meer vatten, hoe-veel moeite ik er ook toe deed". ,,U maakt wel op vreemde uren zulke lange wandelingen, mijnheer Castle". „O, dat is andei's mijn gewoonte niet. Ik geloof, dat dit de eenige keer was. Ik weet niet, wanneer ik het ooit meer heb gedaan". „Ik wel. Ik zou u zelfs de datums kun nen noemen". Rex Castle zag hem eenige seconden met gefronst voorhoofd aan. Toen zei hij op geveinsd onverschilligen toon: „U spreekt alsof u er een lijstje van in den zak heeft, mijnheer Forbes". „Dat hoeft niet, want ik weet ze van buiten, 't Spijt me alleen, dat ik bij uw eerste bezoek aan Craig Athol juist vijf minuten te laat beneden kwam om u nog te zien". ..Uw geheugen is niet zoo gioed als u denkt, mijnheer Forbes. U was al in de hall, toen ik daar aankwam in gezelschap van mijn vriend Keit-h, die mij aan u voorstelde". „O, over dien keer spreek ik niet. Aan dat bezoek was niets bijzonders. Ik spreek van het bezoek, dat u eenige nachten van te voren aan de bibliotheek hadt gebracht, na door de terrasdeur, die als gewoonlijk niet gesloten was, binnen te zijn geko men". „Maar, mijnheer Forbes, dat is te veel. Weet wel, dat u me daar bijna beschul digt van inbraak? Dat is héél erg!" „Men zou een aanklacht wegens laster tegen mij kunnen indienen, als ik mijn be schuldiging in het bijzijn van anderen her haalde. Zal ik u er toe in de gelegenheid stellen, mijnheer Castle? Er .zijn hier vlak bij, in de hall, vijf, zes volwassen per sonen". „Het is immers onzin, mijnheer For bes. Wat zou ik er aan Hebben midden in den nacht het kasteel Craig Athol als een dief binnen te sluipen, terwijl ik er overdag zooveel kan komen als ik wil?" ,,Ik weet, wat u bij die gelegenheid hebt gedaan. U' is naar binnen gegaan en hebt er gestaan voor een mooie schilderij, het portret van een jonge vrouw mot een hond, en u sprak met haar, zooals een zoon zou spreken met «zijn moeder". Forbes zei dit alles op zachten toon, maar heel langzaam en met nadruk, en hij keek den ander daarbij recht in de oogen. Nog vóór hij had uitgesproken, had Castle hem bij den arm gegrepen en zag schuw om zich heen. „Om 's Hemels wil, zwijg", fluisterde hij. „Ik zou voor geen geld ter wereld willen dat zij het wisten". „Dat rij wat wisten?" „Dat ik daar dien nacht ben geweest Dat zij wisten watwat u weet". „Waarom zouden zij allen niet weten, wat ik te weten ben gekomen?" „Mijnheer Forbes, zou u zoo goed wil len zijn mij te vertellen wat uver moedt?" „Neen, mijnheer, maar ik wil u wel zeggen wat ik w e e t. 't Was heel dom van me, dat ik niet dadelijk alles be greep, toen de meid me vertelde van uw nachtelijk bezoek aan de bibliotheek. Dan zou het niet noodig zijn geweest, dat ik u ook nog met eigen oogen voor dat schil derij moest zien staan. Maar mijn aan dacht werd toen door iets anders afgeleid. Zijn er meer menschen, die het weten?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1