16405
Vrijdag 15 Augustus.
A0. 1913.
geze <§curant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Be wettige erfgenaam.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1O regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere letters naai
plaatsruimte. - Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contant i elk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaeseeren wordtƒ0.05berekend.
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd ayn
Franco per post
1.10.
1.30.
1.65.
HIJilIKBWKT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van F. REHMANN, om
vergunning tot, oprichting van een wasch-
en strijkinrichting in het perceel Hoogland-
sche kerkgracht No. 10, Sectie I No. 132,
gedreven door twee electromotoren, waar
van 1 van 1 en 1 van P.K.
Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek met de bijlagen op
de Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is; alsmede dat op Vrijdag 29 Aug.
a. s., 's voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te
brengen, terwijl zij er de aandacht op ves
tigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn
zij, die niet overeenkomstig art, 7 der Hin
derwet voor het gemeentebestuur of een
zijner leden zijn verschenen, ten einde hun
bezwaren mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL.
Weth. Loco-Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden 15 Augustus 1913.
Leiden, 15 Augustus.
Met ingang van 9 Aug. is bij Kon. be
sluit benoemd tot assistent bij het Rijksbu
reau tot onderzoek van handelswaren al
hier dr. H. J. Waterman, scheikundig in
genieur, assistent van het organisch-che-
misch laboratorium der Tech. Hoogeschool
te Dolft.
Voor het Staatsexamen tot toelating
tot de Universiteit is te Utrecht voor B
geslaagd de heer G-. H. van Driel, off ieder
van administratie 2de kl. K. M., alhier.
Te Arnhem is voor de hoofdakte ge
slaagd de heer T. A. van Zimmeren alhier
cn te Haarlem de heer C. Bruin, van
Heemstedein Den Haag voor boekhouden
M. O. (huisakte) de heer E. van Gils alhier,
en voor handteekenen L. O. de heer J.
Rustige te Nieuw-Vennep.
De 4de mitrailleur-afdeeling uit Ede,
onder bevel van den kapitein W. J. J. Has-
selbach, komt 1 October te Amersfoort in
garnizoen. De 1ste mitrailleur-afdeeling,
onder kapitein J. P. J. Verberne, vertrekt
op dien datum uit 's-Gravenhage naar Lei
den.
H. M. de Koningin-Moeder is voor
nemens tijdens de aanwezigheid van de
Kon. Familie bij gelegenheid van de on
afhankelijkheidsfeesten te Amsterdam, van
9 tot 15 September, ook eenige dagen in
de hoofdstad te vertoeven.
De Ned. Bond van Post- en Telegraaf-
beambten ,,De Post" zal op 27 Augustus
a.s. des avonds in Concordia" te 's-Gra
venhage een groote loonactie-vergadering
houden.
Beroepen is bij de Ev.-Luth. Gem. te
Woerden ds. J. T. Meyer, te Doetinchem.
De wetsontwerpen tot vaststelling van
de Staatsbegrooting voor 1914 zijn bij den
Raad van State ingekomen.
Naar ,,Het Vad." verneemt, zal de
goneraal-majoor-hoofdintendant J, F. de
Meester met 1 November het leger met pen
sioen verlaten. Als zijn opvolger wordt ge
noemd de kolonel-intendant W. A. H.
Doorman.
Voor den allegorischen optocht, welke
4 September a.s. te Utrecht vanwege het
centraalcomité tot viering der nationale
feestdagen ter herdenking van het 100-ja-
rig herstel onzer onafhankelijkheid zal wor
den gehouden, hebben zich tot nu reeds
ruim 400 personen opgegeven. Tijdens den
optocht zullen op een drietal plaatsen in
de stad feestelijkheden plaats hebben
zanguitvoeringen en ruitersmanoeuvres. Na
afloop van den optocht vindt op het Vree
burg carousselrijden plaats, terwijl bij vol
doende medewerking van de burgerij tus-
schen beide beursgebouwen op het Vree
burg een kampement van alle deelnemende
militairen zal worden opgeslagen en aan
dezen een feestmaaltijd zal worden aange
boden.
Des avonds zal de allegorische optocht
weder uittrekken, doch dan als onderdeel
van den lichtstoet, welke georganiseerd
wordt door de vereeniging Koninginnedag
Utrecht. De feestdag van 4 September
wordt verder besloten met een toortsen-
caroussel op het Vreeburg.
De hertog van Connaught, die gister
middag omstreeks halfvijf met zijn jacht
„Alexandra" de Hembrug passeerde, is om
streeks vijf ure^ in de haven te Amsterdam
aangekomen. Het fraaie, zwart geschil
derde vaartuig was getooid met de En-
gelsche vlag en aan den grooten mast de
oorlogswimpel ten teeken, dat het vaar
tuig deel uitmaakt van de Engelsche ma
rine. Het nam na aankomst in de haven
ligplaats aan de boeien benoorden de
IJkade.
Het bezoek van den hertog, die reeds
de Scheepvairttentoonstelling bezocht,
draagt een strikt intiem karakter.
Ter benoeming van een havenmeester,
tevens sluismoester te Vlaardingen bevelen
B. en Ws. den Raad aan de heeren J. L.
van Belkum, havenmeester te Harlingen
A. F. van Duyn, gezagvoerder van het
stoomschip ,,Deli", van de Stoomvaart
maatschappij Rotterdamsche Lloyd, wonen
de te 's-Gravenhage.
BODEGRAVEN. Van Ged. Staten kwam
hier heden bericht in, dat zij besloten heb
ben tot nict-toelating als Raadslid van den
heer Van der Marei. Een nieuwe verkiezing
zal dus moeten plaats hebben.
HILLEGOM. De Beurs van de afd. Hil-
legom van het Hollandsch Bloembollen
kweekers-Genootschap is gisteren door 275
personen bezocht. De handel was vlug.
In een bloemisterij-schuur van den heer
Wiedemeijer aan den Stationsweg is
's nachts brand ontstaan. Buren bluschten
het vuur met emmers water. Overdag had
oen fornuis in de schuur gebrandvermoe
delijk is daaruit het brandje ontstaan.
HOOFDDORP. Hier werden gisteren ter
amotie verkocht, een viertal houten, onbe
woonbaar verklaarde woningen, alsmede
een groote houten landbouwschuur, alhier,
toebehoorende aan C. J. Verbeek. Alles
werd gekocht door den heer Waterdrinker,
te Beverwijk, voor ƒ315. Hiermede ver
dwijnt een zeer onooglijk gedeelte van
Hoofddorp om plaats te maken voor een
zeer gunstig bouwterrein, dat wel zeer
spoedig bebouwd zal worden.
In de vergadering van de afd. der
Holl. Maatschappij van Landbouw, werd
o. a. de rekening van den pennigmeester
nagezien. Zij sloot in ontvangsten tot een
bedrag van ƒ1596.18 en in uitgaven van
1041.96^, alzoo een batig saldo van
554.21^, waaronder echter ook dat van vo
rige jaren is begrepen. Over 1912/1913 was
er echter een nadeelig saldo van 100. Tot
bestuursleden werden herkozen de heeren
T. Folmer en J. Kooy. Besloten werd do
ingestelde cursussen, zooals die van paar
denkennis en van landbouw, enz. te hand
haven in den komenden winter en het be
zoek daarvan aan tc moedigen.
Daarna werd in den breedc besproken de
musschenplaag. Algemeen was men van
oordeel, dat hieraan iets moest worden ge
daan. Besloten werd de leden der afd. en
de landbouwers in het algemeen op te wek
ken zooveel musschen te dooden als maar
mogelijk was, voornamelijk gedurende den
wintertijd en evenals vroeger reeds één
jaar is geschied, premiën uit te loven voor
het inleveren van musscheneieren. Deze
maatregel zou echter dan niet voor één
jaar bestendigd worden, maar enkele jaren
achtereen Voor de uitgaven hiervan zal
subsidie worden gevraagd aan den Boeren
bond.
Ton slotte had de gebruikelijke verloting
van landbouwgereedschappen plaats onder
de aanwezige leden, waarna de drukbezoch
te vergadering werd gesloten.
KATWIJK AAN ZEE. Er hebben zich
geen dames aangemeld om in den histori-
schen optocht, den 4den September te hou
den, een rol te vervullen. De commissie
had daartoe de gelegenheid geopend, in
dien de dames haar geheele uitrusting zelf
bekostigden.
Hedenavond bij gunstig weder wordt
er een muziekuitvoering gegeven in de tent
aan den Boulevard.
SASSENHEIM. De verbouw van het
Raadhuis is gegund aan de heeren Gebrs.
Tromp, alhier, voor 7777.
Niettegenstaande de drukste handels
tijd voorbij is, blijft de belangstelling voor
de Beurs toch goed. Het aantal bezoekers
was de laatste maal honderd.
De Leidscbe Gasthuis-archieven.
Ongeveer een halve eeuw geleden be
werkte de toenmalige Archivaris, Rammel
man Elsevier, een inventaris van het ar
chief van Leiden, die voor zijn tijd niet
onverdienstelijk genoemd kon worden.
Sindsdien zijn echter de opvattingen om
trent het beheer van archieven grondig
veranderd en is genoemde inventaris ge
heel en al verouderd. Door zijn opvolger,
mr. Dozy, werd een begin gemaakt met
de regeling volgens de nieuwere inzichten,
welke arbeid door diens opvolger, onzen te-
genwoordigen gemeente-archivaris, mr. dr.
Overvöorde, werd voortgezet en waarvan
wij thans het eerste resultaat toegezonden
kregen. Vanwege het gemeente-archief ver
scheen nL bij G. F. Théonville: Archieven
van de Gasthhizeninventarissen en regis-
terlijsten, door mr. dr. J. C. Overvoorde,
gemeente-archivaris, een lijvig boekdeel
van ruim 700 blz., dat naar wij hopen, met
bekwamen spoed door de andere, op het
archief bewaarde, stukken mag worden
gevolgd.
Aan de inleiding ontleenen wij de mede-
deeling, dat er oudtijds voor de archieven
vrij goed gezorgd sohijnt te zijn; althans
van het Cathrijnen Gasthuis weten wij,
dat de oorkonden in een ijzeren kist wer
den bewaard op een veilige plaats. Maar
in later tijd is er veel verloren gegaan;
gelukkig echter is voor eenige jaren een
groot aantal stukken, voornamelijk betref
fende het Sinto Catharina Gasthuis, door
het Gemeente-Archief teruggekregen.
Oudtijds was Leiden verdeeld in 3 paro
chies: de oudste daarvan was die van
St. Pieter; het daarin gelegen gasthuis
werd later St. Catharina Gasthuis ge
noemd. Het lag aan de B reestraat, wanr
de Fraosohe Kerk staat en strekte zich uit
tot aan den Rijn (Aalmarkt). De juiste
datum der stichting is onbekend,, maar in
ieder geval bestond het reeds in 1275. Het
stond onder beheer van een bestuur, dat
oudtijds gasthuisvaders, later gasbhuismtes
ters genoemd werd; hun aantal breidde
zich in den loop der tijden uit; voor d!e
huishouding werden eij bijgestaan door de
buitenmoeders, terwijl sinds 1503 een rent
meester met het geldelijk beheer was be
last. De oudste taak van het gasthuis was
het herbergen van arme passanten
(vandaar dan ook de naam). Sinds het
ednde der 14e eeuw kwam de zorg voor
arme zieken op den voorgrond. Daarnaast
werd ook huisvesting verleend aan prove
niers, die zich uitkochten.
In de 16de eeuw werden clo bezittingen
van het Gasthuis, die uit schenkingen, ter
bestrijding harer onkosten moesten dienen,
vermeerderd d'oor de tenietgogane kloos
ters Lopsen en Maria Magdalena; van het
Ceeiilia-klooster werd een dol- en pesthuis
gemaakt onder bestuur der gasthuismees-
teren. In 1799 werd hét gasthuis vereenigd
met het Eliza b ebb s-gasthuis en de Lepro
zen en de naam: vereenigde gast- en Le
prooshuizen aangenomen.
Het Onze-Lieve-Vrouwe-Gasbhuis werd in
1395 gesticht door Claes Rougher en Maoh-
teot van der Zijl; het was eenst op de
Hooigracht, later op de Hoogelandsdh'e-
kerkgracht gevestigd. Het heeft bij lange
niet d'e beteekenis van heb Cathrijnemgast-
buis gehad; in de 10e eeuw gingen haar
ftinantiën zeer achteruit en werden d*e ver
pleegden naar het St. Elizabeths-Ga/sbhiiis
Overgebracht en het gebouw tot weeshuis
ingericht.
Het derde Gasthuis, heb Elisabethsgast-
huis, dat stond in de Kamp, was in 1428
gestichthet was bestemd voor de verple
ging van zieke vrouwen en hield oorspron
kelijk geen proveniers; maar va* 1740 vindt
men ook hier hen ongenomen. Na de Her
vorming kreeg het de gebouwen van het
St. Ursu]a-klooster er bij in 1585 kwam,
als gezegd, de vereeniging met het O. L.
V. Gasthuis, in 1595 die met het Leproos
huis. Op het eind der 18e eeuw smolt het
met liet Oath'rijnen-Gashaiis samen tot de
Vereenigde Gast- en Lep rooshuizen
Verder vindt men nog de archieven van
het Leproos- en Van het Pesthuis. Het eer
ste stond buiten de 9tad aan den Haag weg;
in 1478 werd de Singel aan de ongelukkige
melaatschen tot wandeling afgestaan, daar
hun het verblijf in de stad uit vrees voor
hun ziekte verboden was. Merkwaardiger
wijze echter werd het hun wel toegestaan
in de stad te komen op de 2 drukste da
gen van het jaar, n.l. Vastelavond en Sa
cramentsdag, wanneer zij den ommegang
mochten komen zien.
De ligging huiten de stad was echter een
ernstig bezwaar in de onrustige jaren in
het begin van den 80-jarigen oorlog; in 1576
werd een der kloosters binuen de stad voor
Leprooshuis ingericht en in 1590 volgde de
vereeniging met het Elisabeths-gasthuis.
Voor de verpleging der pestziekten was
in 1458 een afzonderlijk Pesthuis ingericht,
verbonden aan het Cath.rijnengasthuis la
ter werd een afzonderlijk Pesthuis buiten
de stad gebouwd; na het verdwijnen der
pest werd liet tot militaire doeleinden
aangewend en thans dient het als rijks
werkinrichting voor vrouwen.
Vliegtuigen voor Ned.-In<lié.
Uit Luik wordt on3 gemeld
Zooala bekend, heeft de Nederlandsclie
regeering voor het eskader vliegtuigen dat
zij van plan is in Nederlandsch-Indië te
vestigen, drie aeroplanes-de Brouchère, die
van Belgische constructie zijn, aangekocht.
Op dit oogenblik voltooien de officieren,
die speciaal met het bevel over dit eska
der zullen worden belast, de luitenant van
het O.-I. leger Spandau en de kapitein O. I.
Darlang, hun vliegstudies te Genck in Bel
gisch Limburg, onder leiding van den di
recteur den heer Goebels cn den chef-piloto
Gozic. Luitenant Spandau hoopt binnen
eenige dagen zijn brevet als vlieger te be
halen. Kapitein Darlang, die in het begin
van dit jaar zijn been brak, heeft nu weer
zijn studies in de vliegkunst hervat. Hij is
weder in uitstekende conditie en heeft zelfs
do vorige week een uitstekend geslaagde
vlucht boven het vliegveld gemaakt.
Cnra^ao eu Bonaire.
Men meldt ons uit 's-Gravenhage: Het
bericht uit Washington betreffende een
strooming in de Vereenigde Staten, om van
Nederland verkoop der bezittingen Curasao
en Bonaire te verkrijgen moet natuurlijk
„cum grano salis" worden opgevat. Zoowel
aan het departement van koloniën als el
ders in regeoringskringen beseft men ten
volle, dat zij, die geruchten betreffende mo
gelijke bereidvaardigheid tot verkoop der
genoemde eilanden bij Nederland veron
derstellen, weinig op de hoogte zijn van do
gezindheid, welke bij het antwoord op een
direct of indirect voorstel daartoe, den
toon zou aangeven.
Tot goed begrip der waarde van het uit
Washington gekomen bericht is het boven
staande geheel weergevend wat men aan
hot departement over deze zaak denkt
niet ondienstig.
Castro.
Bij het departement van koloniën is,
naar men ons heden uit de beste bron meld
de, niets bekend omtrent de aankomst van
Gastro op Bonaire. Of de oud-president,
mocht hij zich op Nederlandsch grondgebied
wensehen te begeven, al of niet kan wor
den toegelaten, zal, deelde men ons voorts
mede, van omstandigheden afhangen.
43)
Maar waarom had zij dan een kleur ge
kregen'?
Was het, omdat zij nu het vooruitzicht
had een poos in gezelschap te zullen zijn
van iemand anders?
Dit probleem was zeer interressant voor
dezen man van problemen; den man, die
gemerkt had, dat in de laatste dagen
bijna ieder uur hem een nieuw vraagstuk
had gebracht, waarin hij zich kon verdie
pen.
Hij^zag Mag lachend aan en wierp, vóór
hij de liall verliet, een zijdelingschen blik
op den anderen gast, die juist in druk ge
sprek scheen met den gastheer. En Forbes
kon jien, dat Lotha het verzoek, aan Mag-
?fie gedaan, had gehoord en dat hij niet
Peer gesticht was over de afspraak, of
over de bereidwilligheid, waarmee Mag
in de wandeling naar Inohgarry had toe
gestemd.
Forbes vond, dat de blik in Lotha's oogen
reeds een voldoend antwoord was op de
vraag, die er, naar aanleiding van Mag
gie's blos in hem Forbes was op
gekomen.
"Ha!" dacht hij. ,,Hij denkt, dat zij
er zich op verheugt zijn mededinger weer
le ontmoeten".
Vóór hij dién middag échter twintig mi
miten naast Maggie had voorfcgeloopen,
hij op Haar wangen een blos, waarvan
'j oorzaak niet behoefde te zoeken.
Zij kon flink wandelen, evenals hij. Daar
bij was het in September en ademden zij
de luoht in van de Sohotsohe heide. Deze
twee omstandigheden waren voldoende om
zelfs een Londensoh advocaat een kleur
te doen krijgen, en dat zegt veel.
Toen zij het kasteel Inohgarry in het
gezicht kregen, zagen zij een groepje da
mes en heeren in jachtkostuum, de fami
lie Keit-h en hun gasten, die, zoodra zij
Mag en haar geleider herkenden, op hen
bleven wachten.
Mevrouw Keith begroette hen hartelijk
en samen wandelden zij verder, zij tussohen
haar logeetje, Jane Heyburn, en Mag
Athol in. Nog vóór men het kasteel had
bereikt, liep Mag echter weer naast Rex,
zonder dat Forbes er erg in had gehad,
ofschoon hij zelf er op uit was geweest een
onderhoud met Rex Castle te zoeken. Toen
zij eenmaal binnen waren, slaagde hij er
na de thee in Castle even aan te houden,
toen deze uit de biljartkamer kwam, waar
hij zijn sigarenkoker was gaan halen.
,,Zou u er iets op tegen hebben nog
even naar de biljartkamer terug te kee
lden, mijnheer Castle?" vroeg hij. ,,Ik heb
er, na dat korte gesprek, dat we met el
kaar op het terras hebben gehad, steeds
naar verlangd u weer eens afzonderlijk te
spreken".
„Met genoegen", zei Oast-le. „Maar
zouden de anderen nietHij Voltooi
de den zin niet, maar wierp een blik op
het vro olijk pratende gezelschap in_ de
hall.
„O, ik denk niet, dat zij op ons letten.
Zij kunnen het wel vijf minuten zonder
ons stellen", zei Forbes, terwijl zij samen
de gang naar de biljartkamer doorgingen.
„Ik wilde u alleen maar vertellen, dat
ik een bezoek lieb gebracht aan een ouden
vriend van me, zekeren Andries Macfee.
Misschien hebt ge wel eens van hem ge
hoord. 't Is een pachter en hij bezit de
gave, als men het zoo noemen kan, van
het Tweede Geacht".
„O ja, ik heb wel eens van den man
gehoord".
„Dat dacht ik wel. Welnu, ik ben on
langs bij hem geweest en toen vertelde hij
me, dat hij een vreemden droom had ge
had en zijn vrouw gewekt had, om haar
te zeggen, dat er voor de deur van zijn
huis een man stond, dien hij in geen zes
tien of zeventien jaar had gezien; een
man, die Douglas Athol heette en een neef
was van Sir Drummond".
„U sohijnt te denken, dat ik mij meer
voor de tradities der Sohotsohe Hooglan
den interesseer dan werkelijk het geval is,
mijnheer Forbes. Waarom vertelt u me
dat eigenlijk?
Enkel en alleen omdat de man me ver
telde, dat, toen hij uit bed sprong en
naar de deur snelde, om naar buiten te
kijken, hij zag, dat u voorbij was ge
gaan".
„Ik wist niet, dat hij naar buiten had
gekeken. Ik lieb hem niet gezien".
„O, dus u bent het werkelijk geweest?"
„Ik ontken ten minste niet, dat ik ver
léden week, Maandag geloof ik, op een on
mogelijk vroeg uur een wandeling heb ge
maakt. 't Was een prachtige zonsopgang
en ik was heel vroeg wakker geworden
en kon den slaap niet meer vatten, hoe-veel
moeite ik er ook toe deed".
,,U maakt wel op vreemde uren zulke
lange wandelingen, mijnheer Castle".
„O, dat is andei's mijn gewoonte niet.
Ik geloof, dat dit de eenige keer was. Ik
weet niet, wanneer ik het ooit meer heb
gedaan".
„Ik wel. Ik zou u zelfs de datums kun
nen noemen".
Rex Castle zag hem eenige seconden
met gefronst voorhoofd aan. Toen zei hij
op geveinsd onverschilligen toon:
„U spreekt alsof u er een lijstje van
in den zak heeft, mijnheer Forbes".
„Dat hoeft niet, want ik weet ze van
buiten, 't Spijt me alleen, dat ik bij uw
eerste bezoek aan Craig Athol juist vijf
minuten te laat beneden kwam om u nog
te zien".
..Uw geheugen is niet zoo gioed als u
denkt, mijnheer Forbes. U was al in de
hall, toen ik daar aankwam in gezelschap
van mijn vriend Keit-h, die mij aan u
voorstelde".
„O, over dien keer spreek ik niet. Aan
dat bezoek was niets bijzonders. Ik spreek
van het bezoek, dat u eenige nachten van
te voren aan de bibliotheek hadt gebracht,
na door de terrasdeur, die als gewoonlijk
niet gesloten was, binnen te zijn geko
men".
„Maar, mijnheer Forbes, dat is te veel.
Weet wel, dat u me daar bijna beschul
digt van inbraak? Dat is héél erg!"
„Men zou een aanklacht wegens laster
tegen mij kunnen indienen, als ik mijn be
schuldiging in het bijzijn van anderen her
haalde. Zal ik u er toe in de gelegenheid
stellen, mijnheer Castle? Er .zijn hier vlak
bij, in de hall, vijf, zes volwassen per
sonen".
„Het is immers onzin, mijnheer For
bes. Wat zou ik er aan Hebben midden
in den nacht het kasteel Craig Athol als
een dief binnen te sluipen, terwijl ik er
overdag zooveel kan komen als ik wil?"
,,Ik weet, wat u bij die gelegenheid
hebt gedaan. U' is naar binnen gegaan en
hebt er gestaan voor een mooie schilderij,
het portret van een jonge vrouw mot een
hond, en u sprak met haar, zooals een
zoon zou spreken met «zijn moeder".
Forbes zei dit alles op zachten toon,
maar heel langzaam en met nadruk, en hij
keek den ander daarbij recht in de oogen.
Nog vóór hij had uitgesproken, had Castle
hem bij den arm gegrepen en zag schuw
om zich heen.
„Om 's Hemels wil, zwijg", fluisterde hij.
„Ik zou voor geen geld ter wereld willen
dat zij het wisten".
„Dat rij wat wisten?"
„Dat ik daar dien nacht ben geweest
Dat zij wisten watwat u weet".
„Waarom zouden zij allen niet weten,
wat ik te weten ben gekomen?"
„Mijnheer Forbes, zou u zoo goed wil
len zijn mij te vertellen wat uver
moedt?"
„Neen, mijnheer, maar ik wil u wel
zeggen wat ik w e e t. 't Was heel dom
van me, dat ik niet dadelijk alles be
greep, toen de meid me vertelde van uw
nachtelijk bezoek aan de bibliotheek. Dan
zou het niet noodig zijn geweest, dat ik
u ook nog met eigen oogen voor dat schil
derij moest zien staan. Maar mijn aan
dacht werd toen door iets anders afgeleid.
Zijn er meer menschen, die het weten?"
(Wordt vervolgd).