PERSOVERZICHT.
LEIDSCK DAGBLAD, Zaterdag 2 Augustus. Eerste Blad.
Anno 1913.'
Vrouwen-Rubriek.
tfo. 16394,
Dr. J. R- Slofcem'akeï de Bruine publiceert
onder den titel Cr een Zake n-k a b i n e t
een artikel in het „Utrechtsch Dag
blad"
Bij acht het oogenblik gekomen om nieuwe
wegen in te slaan.
Ze zijn noodig. Ze zijn thans bovendien
'duidelijk geworden. Ze zijn nu mogelijk.
(Want wat is hot geval? De verkiezingen
hebben de Coalitie in do minderheid ge
bracht. Maar dit beduidt niet, dat zij, die
het christendom, waar het zijdelings het
openbaar leven raakt, willen ontzien heb
ben en waar het rechtstreeks het openbaar
leven raakt, willen gevolgd hebben dat
zij de minderheid vormen! Als men den
invloed aftrekt, door do agitatie voor alge
meen kiesrecht geoefend, en den invloed
van de tarief wet, dan blijft een groep
factoren over, samengesteld uit de actie voor
de christelijk .sociale partij, voor de pro-
testantscho beweging, voor het belioud
dor Hervormde Kerk. Men kan verschillen
over het percent-cijfer, waarin die invloed,
moet worden uitgedrukt; men meet boven
dien erkennen, dat van do Protestantscho
beweging en van de actie voor de Her
vormde Kerk gebruik gemaakt is door hen,
die hier een welkom middel vonden, maar
om hot echt positieve in deze bedoelingen
zich niet bekommerden. Maar het zal niet
worden ontkend, dat hier positieve chris
tenen werkten met positief .oh ris telijke be
doelingen. Achtten zij voor een gedoe-lte de
middelen en wegen der coalitie onbruikbaar
voor hun doel, hfm doel stoncl vast; het
christendom mag niet worden gedeukt of
geschonken in het openbare leven. Dat is:
wanneer op dit oogenblik de vraag zuiver
kon worden gesteld: „Wilt gij, dat in het
openbare leven met do christelijke overtui
gingen en de christelijke personen zal worden
gerekend?" dan zou een groote meerderheid
levestigend antwoorden.
Welnu, meent de schrijver, dan moet uit
deze mannen, hetzij zij in rechtsch© of
linksclie partijen georganiseerd zijn, betzij
zij daarbuiten staan dan moet uit hen;
een ministerie worden gevormd.
En niet, zooais hot dezer dagen voor een
zaken-kabinet werd gevraagd, uit do „lin
kerzijde". Want deze heeft geen meerderheid.
Zulk een ministerie zou al dadelijk één
lijpe politieke vrucht kunnen plukken, na-
mclijk: regeling van het kiesrecht. In den
zin van algemeen kiesrecht voor mannen.
Zij, die hier koel tegenover staan, vleien
zich toch niet, dat zij het Iceercii zullen.
De idee „huismans.ldcsrecht" heeft onder de
anü-revolulionnaircn zelf weinig enthusiasm©
gewekt, bij de Roomschen weinig weerklank
gevonden. Maar vóór algemeen kiesrecht voor
mannen zijn de concentratie en de sociaal
democraten; onder de coalitieleden zijn er
velen voor. Laat men, door practisclien, po
liticken tact geleid, de kwestie van het
vrouwen-kiesrecht ditmaal geheel rusten, om
dat daarvoor toch geen -/3 ik t© vinden, en
stelt men zich met het thans bereikbare te
vreden, dan is hier vrij spoedig eenstem
migheid to verwachten bij de groote meer
derheid. En ér is alle kans, dat do Eerste
Kamer zich niet zal verzetten; vooral om
dat de eindcijfers van algemeen kiesrecht,
huismans-kiesrecht en van de consequente toe-
i passing der tegenwoordige kieswet niet zóó
I heel veel zullen verschillen. Daarnaast moest
dan evenredige vertegenwoordiging worden
ingevoerd, die in breed© kringen wint aan
sympathie.
Nieuwe politieke verhoudingen zouden van'
dezen dubbelen maatregel het gevolg zijn*.
Nieuwe toevoer van kiezers, hoewel niet zoo
groot als de enthusiast© voorstanders van
algemeen kiesrecht dcaen vermoedennieuwe
gioepaering van do uitgebrachte stemmen:
het een. en ander opent 'een nieuwe toe
komst.
Maar een ministerie van mannen, die dé
waardij van heb positieve cliristendohi er
kennen, zou ©en groot er werk kunnen!
doen dan dit. Het zou kunnen medehelpen,
om cÜ9 nieuwe toekomst zuiverder en hei-
derdér te maken door de wegruiming van
twee factoren, die ons openbare leven zoo
hartstochtelijk verontrusten én verwarren:
hot moet de kerk- en de schoolkwestie op
lossen.
Hoe ik mij de oplossing der kerkkwesti©
denk, heb ik uiteengezet in mijn brochure
over. ,jDe Hervormde Kerk fla de Politiek".
Er ware met de conlitie.partijcn overleg
to plegen, of zij het onderling eens kunnen
worden inzake art. 171 en dan royaal kun
nen en willen medewerken aan een weg
neming van deze jLgitatie.bron en onzui-
verheids-bron in ons openbare leven. Kon
het. ministerie tevens art. XXVH Wet
llooger Onderwijs (de theologische facul
teit) uitvoeren, dan waren wij voortaan;
gewaarborgd togen de bederving van het
politieke leven door de kerk-kwestie.
Ook do zaak van de school schijnt den
schrijver voor oplossing vatbaar.
ZSowel coalitie als concentratie zal iets
moeten toegevenmaar niet iets wezen
lijks. Het ontwerp art. 192 maakt de bij
zondere sohool regel, de openbaro school
enkel aanvulling.- Welnuhiervoor
zal in de Tweede Kamer een meerderheid
kunnen komen, maar nooit 2/a- Want met
do eenzijdige voorstanders van de openbare
school zullen ook echte liberalen en zelfs
trouwe vrienden van christelijk onderwijs
zich togen deze oplossing verzetten. Tact
volle politiek rekent niet met het onmoge
lijke; allerminst a.Ls al het begeerde kan
worden verkregen langs een goed bruikbaren
weg, namelijk dien van de volkomen ge-
1 ij kstelling der twee in de Grondwet.
Wie denkt aan wat de rccliterzijd© met
haar jaren lang gevoerde actie ten slotte
toch beoogde, aan do Groninger schoolmotie
van de S.-D. A.-P. en aan de houding van
dr. Bos en andere Vrijzinnigen, acht een
meerderheid van -J3 voor de gelijkstelling
in do Grondwet zeer wel bereikbaar. Ook
do concentratie zal moeten toegeven. Woor
den, zooals ze zijn voorgesteld, dat in do
openbare school het onderwijs gegeven wordt
met eerbiediging van iedere godsdien
stige overtuiging, moeten niet langer wor
den gehoordze zijn nog uit den slecht-
liberalen tijd van voor 50 jaar. Thans moe
ten allen weten en weten de meesten reeds,
dat men oen godsdienstige overtuiging niet
eerbiedigt, als men haai* negeert. Dit kan
alleen meen en, wie de godsdienstige overtui
ging quantité négligcable acht. Maar er moet
staan, dat het onderwijs gegeven wordt zon
der kwetsing van eenig© godsdienstig©
overtuiging. Dan is het getuigenis gegeven,
dat deze overtuigingen reiiel zijn en positief;
dan is bovendien de weg opengelaten voor
hetgeen thans feitelijk beneden den Moer
dijk toch geschiedt met de openbaro
Roomsche scholen en boven den Moerdijk
hier en daar geschiedt met d© opeubare-
ollhodoxë scholen" ten bctgéen m'eb d©
„kerstening van de openbare school" be
oogd wordt daar, waar het, gezien de be
volking, mogelijk is.
Grondwetsherziening iri zake kiesrecht,
kerk en school zou ons voeren tot zuiver
der verhoudingeneen nieuwe toekomst
openen, waarin de antithese: vooruitstre-
vend-consérvatief den doorslag kon gaan
geven. Onmogelijk, zoolang de schoolkwestie
niet is opgelost; onwaarschijnlijk zoolang
do kerkkwestio niet is opgelost.; Maar dan
mogelijk. En waarschijnlijk. En ©en zegen
voor ons volk, dat dan in zuiverder lucht
zou gaan. ademen.:
Prof. Struycken schrijft jn „Van On
zen T ij d"
,,In beide gevallen, of er een linksch of
een werkelijk zakenkabinet zal komen, de
kans op een spoedige herhaling der verkie
zingen is zeer groot. Daarom moet de rech
terzijde reeds nu zich daarop voorbereiden,
en mag zij zich niet inderhaast, bij den mis
schien onverwachten val van. een ministerie,
onvoorbereid voor een nieuwen verkiezings
strijd zien geplaatst. Het is dus niet prae-
matuur, zooals „De Tijd" meent, zich
reeds nu af te vragen, of in het Coalitie- en
llegeeringsprogram der rechterzijde ook
verandering moet worden gebracht. Het
Coalitieprogram heeft geenszins opgehou
den te bestaan, het is gebleven„rechts
tegen links", maar dit is geen reden voor
do politieke bondgenooten, die op dat pro
gram zijn verslagen, niet te overwegen, of
het ongewijzigd moet worden gehandhaafd.
Integendeel. De laatste tijden hebben het
toch voldoende laten zien, dat er onder de
rechterzijde velen zijn, die niet verkiezen
ja en amen te zeggen op hetgeen een
kleine groep politici binnenskamers belieft
overeen te komendiscipline is zeker eisch
in de partijpolitiek, maar discipline is iets
anders dan politieke autocratie. Nu of nooit
is het de tijd, dat de rechterzijde in de be
volking openlijk uitspreke, wat zij op haar
hart heeft, opdat daarnaar het Coalitie
program worde gevormd.
Daarom herhalen wij onzen raadverwij
dert uit het gemeenschappelijk program,
wat onnoodig een deel der bevolking
van u vervreemdt ;verklaart u openlijk voor
het algemeene kiesrechtlaat den strijd
voor de beschermende handelspolitiek rus
ten. Dan alleen zal bij de volgende verkie
zing „rechts" niet alleen in de meerderheid
komen, maar voor langen tijd een wer
kende meerderheid kunnen behouden,
die, wat haar lief is, haar onderwijspolitiek
vóóraan, zal kunnen verwezenlijken.
Verwijdert uit het gemeenschappelijk
program, wat onnoodig een deel der bevol
king van u vervreemdt. Wij denken dan aan
de voorstellen van Staatscommissie en Be
geering betreffende de omschrijving van de
macht des Konings en de vérhouding van
Koning en Begeering tot Volksvertegen
woordiging.
„Do Beukelaar" heeft over den tegén-
woordigen politioken toestand een
artikel, dat tot titel draagt: „Uit ver
warring tot oplossing"*
Het vangt aldus aan:
De linkerzijde beleeft kwade dagen. Ook
de sociaal-democratie. Door het weigeren der
minister-portefeuilles heeft de S.-D. A.-P. on
getwijfeld aan haar maolit, haar invloed,
afbreuk gedaan. En toch is mr. Troelstra,
die een weigering zoo beslist voorstond, wel
weeir bij uitstek de handige tacticus geweest.
Een aanvaarden der portefeuilles had voor
het oogenblik aan de S..D. A.-P. een nieuwe,
ongekende macht gegeven; maar een partij,
die vóór alles den klassenstrijd predikt-, die
juist in dien klassenstrijd haar kracht zoekt
.en vindt, kan piet zonder blijvend nadeel,
zonder ernstig gevaar in eenig ministerie
door het aanvaarden van drie portefeuilles
een belangrijke rol gaan spelen. Zij kan
nu eenmaal door heel haar wezen geen re-
geerings. verantwoordelijkheid aanvaarden'.
Had men niet naar een Troelstra geluisterd,
had de S.-D. A.-P. naar een macht gegrepen,
waarnaar zij niet grijpen kan, wat al strijd,
scheiding, splitsing, scheuring in den boe
zem dier Partij zelf ware er het gevolg
van gewetest. Wie staat in het teeken van
den klassenstrijd verspeelt immers als mi.
nistér schier het vertrouwen van velen, die
hem Vroeger aanhingen.
Bij dat al ware een vrijzinnig-socialistisch
kabinet toch bijkans zeker een mislukking
geworden, waaruit de coalitie slechts zijd©
had gesponnen. Een kabinet om van ge
schillen in dit kabinet zelf nu maar niet
te spreken, dat drie sociaal-democraten
in zich opnoemt, had van meet af reeds
veel aan invloed tegenover heel het volk
ingeboet. En dan met een Eerste Kamer,
waarin de coalitie over een krachtige meer
derheid beschikt.
Toch had liet uit een nationaal oogpunt
moeten worden toegejuicht, wanneer de S.-
D. A.-P. een drietal minister-portefeuilles
had willen aanvaarden. En wij kunnen het
Diet wel verstaan, wanneer d© redactie van
„De Tijd" schrijft, dat men zich als Ne
derlander verlicht gevoelt, wijl wij nu niet
binnenkort socialisten, „d. w. z. principieel©
vijanden van Staat en Maatschappij", aan
het hoofd zullen zien van belangrijke de
partementen van landsbestuur. Wij ver
staan dit niet; door het feit van het aan
vaarden eener minister-portefeuille luclden;
deze socialisten immers als vanzelf op
„principieele vijanden van Staat en Maat
schappij" te zijn. En hierin had juist voor
ons, als Nederlanders, oorzaak tot blijd
schap gelegen. Door het officieel deelne
men aan eenig kabinet, ware het anti-na
tionale, het ontbindend© karakter van d©
S.-D. A.-P. verzwakt. Hetgeen uit het oog
punt van volkseenheid, van nationale sa-
menbinding slechts winst© kon geacht; in
dat anti-nationale, dat ontbindende karakter
der S.-D. A.-P. schuilt immers geen gering
gevaar.
Het artikel besluit met de aanbeveling van
een zaken-kabinet.
En wat den 9tembusuitslag betreft, deze
gaf duidelijk aan, dab een einde was ge
komen aan heb ooalitio.kabineb en de
coalitie.politiiek, en voorts kon uit dien
uilslag do conclusie getrokken, al acht
ten wij die conclusie van meet af min
juist dat nu een vrijzinnig of een vrij-
zinnig-sooialistisch kabinet moest optreden.
Doch geschiedt dit laatste niet, wijl men
het niet wil of er niet toe in staat is, dan
bcliocfb nu met dezen stembus-uitslag lou
ter piaar in zooverre gerekend, dat het coa
litie-bewind niet kan aanblijven. Dan is een
zaken-kabinet eisch, doch nimmer kan dan
uit don stembus-uitslag voor de samenstelling
van dat kabinet de gevolgtrekking gemaakt,
dat het bijzonderlijk uit vrijzinnigen moet
bestaan. Veeleer kan gesteld, dat waar in
de Tweede Kamer geen meerderheid van
eenig© groep bestaat en dus oen zaken
kabinet moet ox>troden, juist ook van uit
net zitting moeten nemen.
Een zaken-kabinet, waarin mannen van|
onderscheiden richting zitting hebben. Ih
zulk een kabinet ligt de oplossing. Althans^
zoo dit kabinet ons dan een schier algemcei^j
gewenschte evenredige vertegenwoordiging
brengt. Hier ligt de uitweg.
Kon heel innseum gestolen.
Toen de beroemde Mona Lisa van Leonardl
da Vinei uit het Parysche Louvre gestolet
was, meenden sommige menschen, dat dij
nu wel het toppunt wezen moest var»
brutaliteit, een record, dat moeilik te over^
treffen zal zyn.
Het is echter overtroffen. In Rusland if
thans gebleken, dat een heel museum ge:,
stolen is.
In het Alexandra-theater te Petersburg
had een maecenas, Grogrunof genaamd,
een collectie zeer kostbare schilderijen bijeen
gebracht, betrekkin r hebbende op liet tooneel'
in het algemeen, op het Alexandra thoater
in het bijzonder. Daaronder waren vele
portretten van Russische acteurs en actrices,
uit vorschillende tijden, van beroemde
schilders.
Zoolang Grogrunof leefde zorgde hij, dat
die collectie, welke hy voortdurend uit
breidde, goed bewaakt en goconaervoerd
bleef.
Maar sedert hü, een paar jaar geleden,
stierf, scheen niemand metr belang te stellen
in het museum.
Toen Yoor eenigen tijd een nieuwsgierig
kunstkenner, die van de prachtige schilde-
rjjenverzameling gehoord had, dee eens
wilde bezichtigen, ontdekte hy tol zijn ver
bazing, dat geeu der schilderijen meer aan
wezig was. De zaal in den schouwburg,
waar de schilderijen hadden gehangen, was
er nog, en in den muur zaten nog do ijzeren
duimen, waaraan eens do schilderijon hingen.
Maar van schilderijen, lijsten on kooiden
was niets meer te ontdekkon Allee was
verdwenen, door den een of andoren lief
hebber meegenomen.
Hot is ook niet te verwachten, dat in deze
zaak ooit licht zal worden ontstokon. Zelfs
Sherlock Holmes zou er niet in slagen, hot
spoor van den dief en van de gestolen
schilderijen te ontdekken. "Want de man heeft
alleen de haken achtergelaten, waaraan eens
de schilderijen hingen; verder geen spoor.
En niemand we*t hoo en wanneer de
schildorstukken, waaronder eenige waarlijk
niet kleine, meegenomen zijn. Want or was
óók niemand, die zich er wat van aantrok.
Ken opleiriioigsttcSiooi voor
mi*da«ligers te Xcw York.
Te New York wordt jaarlijks Yoor 12 mil-
lioen gulden aan waren gedurende het
transpoit gestolen. Hoe dit mogelijk is,
wordt verklaard door de opzienbare bekente
nis van een zekeren Rador. Voor hot oog leefde
hij als een eerwaardig en rijk koopman te
Brooklyn, thans bekende hy aan het hoofd
yan een misdadigers trust te staan, die zich
speciaal op de waren diefstal toelegde Rader
verklaarde, dat het groote succes van de trust
niet zou mogoiyk geweest zijn, als niet de
politie geraeene zaak met de misdadigers ge
maakt had en wanneer niet de groot hande
laars hun de waren algokocht hadden. Rader
hield er een school op na, waarin jonge mis
dadigers onderlicht weiden in de kunst om
van goederenwaggons en stoomschepen wa
ren te stelen.
Met jonge meisje in betrekking;.
Als reactie op den algomeenen trek van
jonge meisjes naar jongens-H. B.-S. en
gymnasia, schijnt het, of we nu een toe
stand -zullen krijgen van huishouding-lee-
rende-jonge-dochteren. „Er zal nog eens
een 'tijd komen", zoo redeneeren de ouders,
„dat de meisjes, die de huishouding door
cu door kennen, opgeld doen". En ze leven
-in de vaste overtuiging, dat, wanneer de
tijd daar is, dat hun dochter voor zichzelf
zal moeten zorgen, zij een gelukkiger leven
hebben als betaalde hulp in de huishouding,
dan als onderwijzeres, leerares, kantoor
juffrouw of ambtenares.
De kwestie is zeer moeilijk en nadert het
dienstbodenvraagstuk. Zoolang er huishou
dens bestaan en zoolang er kleine hin
ders verzorgd moeten worden, zoolang kan
„moeder dé vrouw" het niet alleen af, wan
neer zij althans geen „sloof" wil worden,
en nog blijkt wensoh te geven van haar
belangstelling voor het leven van haar
man. Wie is nu de aangewezen persoon
om haar hulp te bieden? Een meisje uit
'de volksklasse of ©en jonge dame, die een
zelfde opvoeding heeft genoten. Haar werk
is hetzelfde als dat van de huisvrouw, kan
tenminste hetzelfde zij tl Waarom zou 't te
min wezen voor een meisje van beschaving?
Voor het meest ruwe werk, natuurlijk,
moet een werkster gevonden worden. Zulke
[werkkrachten zijn er echter steeds vol
doende, daaraan ontbreekt het in de maat
schappij niet.
Er zijn nu reeds vele huishoudens, waar
mevrouw het met een „juffrouw" doet.
Doch maar heel zelden geeft de toestand
aanleiding tot tevredenheid. Dit ontstaat
in den regel, doordat de „juffrouw" zich
tekort gedaan aciht. Wat is het geval?
D© juffrouw stelt al haar tijd ter besohik-
king der familie. Zij bedingt geen „vrij
avondje", noch een „uitgaanazondag". Me-
taflouw oordeelt, dat zijzelf dat ook niet
töeeft en gelijke plichten, gelijke rechten
de juffrouw heeft vrijaf, wanneer dit
fcoö eens uitkomt. Intusscihen vergeet de
jhuisvrouw, dat zij werkt voor haar eigen
huishouding, dat het 't kieltje is van haar
®ïgén jongen, waar zo 's avonds nog even
^©n knoop aannaait, en het hoedje
eQ&©n kleine meid, waar ze weer een
®risoh lintje opzet. Wat zou een toegene-
»©imcdd waard zijn, wanneer die reeds was
>rórven na een paair weken bf oen
maand. Een meisje kan haar nieuwe be
trekking aanvaarden met alle toewijding,
waarover ze beschikt, ze kan al haar tijd
en kraohten geven, maar men kan het haar
niet kwalijk nemen, wanneer ze haar vroe
ger milieu niet zoo vlug vergeeten haar
gedachten vaak laat wijlen bij oude vrien
den en bekenden. Eerst wanneer ze een
paar jaar bij dezelfde familie heeft geleefd,
wanneer zij de verschillende karakters heeft
leeren kennen en waardeeren, dan pas kan
er van haar verwacht worden, dat zij vol
doende toewijding en liefde bezit, om, even
als de huisvrouw, slechts voor het welzijn
en het geluk der familie te leven. Prac-
tisoh wil dit .zeggen, dat dan pas bepalingen
omtrent vrijen tijd, rechten, enz. overbodig
zijn geworden.
Dat het nog zoo vaak voorkomt, dat
jong-e meisjes den dag betreuren, waarop
zij den eersten stap in het vreemde huis
zetten, is alleen het gevolg van een mis
plaatst vertrouwen op eikaars loyaliteit,
dat het maken van bepalingen, zooals die
bij het deinst-bodenwezen in gebruik zijn,
overbodig acht.
Ook moet de heel© familie inzien, dat
een onderdak en de uitkeering van een
salarisje geen Vergoeding zijn voor de dien
sten, die de juffrouw hun bewijst. Men moet
haar een plaats inruimen in een huiselijken
kring, en steeds vermijden, dat het meisje
zich als een indringster gaa/t voelen.
Natuurlijk is de „juffrouw" geen vol
maakt wezen. Maar dat is mevrouw even
min. Wat de een goed noemt keurt dé
ander af, en omgekeerd. Als regel moet
naar de opinie der vrouw des huizes ge
handeld worden, doch die der juffrouw
dient toch te worden gerespecteerd. Geen
van bedden mag uiting geven aan een slech
te gehumeurdheid. Dit is een eerste regel
deT wellevenclheidsleer, waarin men in den
huiselijken kring nog maai" al te veel tekort
schiet.
Yoor een jong meisje met liefhebberij
Voor huishoudelijke werkzaamheden en
weinig intellectueel en aanleg kan een leven
als „hulp in de huishouding" inderdaad
zeer gelukkig zijn, mits men de verhouding
van te voren uitvoerig bepaalt, en zich
daar stipt aan houdt.
Het niit van den handschoen.
De handschoen is nu eenmaal een tradi
tioneel onmisbaar onderdeel van het toilet,
en men is nooit „gekleed" als de handen
niet nauw en keurig omspannen zijn met
een zacht .weefsel of glacé-leer, 'a Winters
bewijzen de handschoenen goede diensten.
Ze houden de handen warm en schoon. In
het warme jaargetijde echter, wanneer de
handen werkelijk geen beschutting behoe
ven, waartoe dienen de handschoenen dan
nog? Wanneer men spreekt over practisch
nut, mogen overwegingen van aesthetischen
of modieuzen aard niet in aanmerking ko
men. Hot eenige doel der handschoenen
zou dan nog kunnen zijn, de handen rein te
houden. Maar, zijn daartoe de ajour hand
schoenen in staat? Integendeel, handschoe
nen worden eenige keeren achtereen gedra
gen voor ze gewasschen worden. Al dien tijd
drukt men andere personen de hand, houdt
men de geschoeide hand voor den mond bij
geeuwen of kuchen, houdt zich bij het in-
en uitstappen vast aan do leuning van een
tram, en streelt ten slotte de baby van de
vriendin, die bezocht wordt, over het ge
zichtje. Hygiënisch die handschoenen, niet
waar
Zcu het niet veel verstandiger zijn, als
regel geen handschoenen te dragen, en al
leen dan die toiletzaken voor den dag te
halen, wanneer de kou er toe noopt
Vrouwen ©n dienstplicht.
Onder de vele bezwaren, die door de
mannen worden geopperd tegen de billijk
heid van vrouwenkiesrecht, is er o. a. één,
die luidt: „De vrouwen staan niet, zooals
wij, eenige jaren van hun leven af aan de
gemeenschap." Vele strijdsters voor vrou
wenkiesrecht hebben dit argument billijk
genoemd en zijn toen plannen gaan ontwer
pen voor „vrouwendienstplicht". Sedert
zijn over dit onderwerp al tallooze woor
den gesproken en artikelen geschreven. En
al de redeneeringen draaiden slechts om
dit eene puntwat moet de vrouw uitvoe
ren in dat jaar of die jaren, waarin zij zich
aan de gemeenschap geeft, om een „schoo-
ne taak" te vervullen.
Een nuchter mensch moet de zaak wel
eenigszins humoristisch aandoen. "Men kan
zich afvragen, hoe is de dienstplicht voor
mannen ontstaan? En dan weet men, dat
landsverdediging en de opleiding tot lands
verdediger een absolute noodzakelijkheid is
in deze maatschappij. Yoor de vreeselijke
vrijheidsberooving, waarin de jonge man
nen zich moeten schikken, geldt alleen dit
ééne excuusHet land moet verdedigd
kunnen worden.
Alsof het nü nog niet erg genoeg is, dat
op de jonge mannen een dienstplicht rust,
wil men de jonge vrouwen ook nopen, een
langen tijd te doen, wat anderen haar als
plicht opleggen.
Wanneer daar nu in het maatschappelijk
werk een groote leemt©Jag^ di© alleen door
den arbeid van de jonge vrouwen zou kun
nen worden aangevuld, dan was cr een
reden, om een vrouwendienstpliclit in te stel
len. Nu wil men daarentegen het jonge
meisje zonder eenig recht uit haar omge
ving rukken, om haar werk te laten doen,
welk weet men nog niet eens, daar wordt
nog druk over gecongresseerd. De jongste
vergadering van den Internationalen Vrou
wenraad was uitsluitend aan den „Gemecn-
schapsplicht der Vrouw" gewijd. De bewe
ging voor een vrouwendienstplicht wordt
steeds grootcr. Onlangs richtten eenige Pa-
rijsche jonge meisjes ccn adres aan de over
heid, waarin zij verklaarden, het zich tot
een schoone taak en duren plicht le reke
nen, om de gemeenschap en het vaderland
te dienen.
Alleen de overtuiging, dat Nederland
nooit bijzonder voorlijk is, en het vertrou
wen op het gezond verstand van onze volks
vertegenwoordigers, kunnen er mij vanaf
houden, een protest-vrouwendienstplicht-
beweging op touw te zetten. Intusschen is
het een veilig gevoel, dat ik tenminste de
jaren te boven ben.
Maar valling.
Er is een tak van industrie, die ten gronde
gaat. En dat is de schuld van of moeten,
we zeggen, dat is te danken aan de mocte.
De mode, die geen hooge boiwclvende kui
ven meer wil zi,en, maar nu een Grieksch
kapsel of slakjes-coiffure wenscht. Nog een
paar jaar geleden verkocht iedere winkel,
die er maar eenigszins voor in aanmerking
meende te komen, dus kapperszaken, ga
lanterie-magazijnen of drogisterijen lieele
slierten ohignons of crêpes, van een polsdik
te, en in iedere gewenschte kleur, van raven
zwart tot strooblond. De fabrieken hadden
druk werk om aan de navraag te voldoen,
want alle vrouwen of meisjes, ij del of niet
ijdel, modieus of onverschillig voor rnode-
eischen, alle zagen zij zich verplicht out zich
't haar op te vullen anders kon de hoed niet
passen. We droegen toen groote breedge
rande hoofddeksels, echt windvangers, die
ter dege vastgeprikt moesten worden, om
'n windrukje te weerstaan. En daarvoor was
ons eigen haar niet voldoende. Vooral be
jaarde dames kwamen er toe een crêpe te
gebruiken. Wat zagen we toen mooie grijze
kuiven iTi schouwburg of concertzaal.
Het was een voordeelige industrie. De
grondstof, wrat wol, behoefde weinig bewer
king en men kon flinko prijzen maken. Dit,
wat betreft de groot-industrie op dit gebied
die voornamelijk in Frankrijk is gevestigd.
Het détail-werk verrichtten de coiffeurs. Het
haar, dat bij 't kammen of borstelen uitviel
bracht men, zorgvuldig verzameld, bij den
baai-kunstenaar, die het ging bewerken. Dez©
methode aaoht men ze-er hygiënisch. In wer
kelijkheid moet men spreken van iets minden
vies, want iedereen zal er wel van over
tuigd zijn, dat de haaropvulling uit het oog
punt van hygiëne sterk is af te raden.
Een tijdlang is er later hard gewerkt met
valsche vlechten. Nu, en het is inderdaad 'n
verblijdend verschijnsel, oraagt nog maar 'n
gering percentage der vrouwen, onecht haar.
Ten deele- is dit te danken aan de hoeden
en haarmode, die op het oogenblik zeer klein
en plat is; voor een ander deel komt heb
voort uit overwegingen zoowel van hygiëni-
schen als van moreelen aarcl. Men is er na
melijk van overtuigd, dat een vrouw het be
neden. zioh moet achten, een bedriegelijken
schijn op te wekken. ,,De vrouw moet zich'
niet meer doen schijnen, dan zij is." Deze
nieuwe leuze staat tegenover die van mondai
ne vrouwen, die het geoorloofd achten, zich
door een hulpmiddeltje nog bekoorlijker en
aantrekkelijker te maken, en die meenen,
dat een vrouw alleen 'n flatteerenden hoed,
d. w. z. 'n mooier makenden hoed, mag dra
gen. Onze lezeressen weten \oor zich wolk
standpunt zij wensc-hen in te nemen, 't Is
maar een kwestie an eerlijkheid en zelfbe
wustzijn.
Ken nieuw© bleek-methode.
In den laatsten tijd is men er op uit, heel
onze goede manier van huishouden aan ecu
revisie t onderwerpen. We mogen niet meer
vegen, maar moeten met een stofzuigmachi-
ne werkenhet fornuis, ja zelfs gas, deugt
ook al niet meermen kookt tegenwoordig
met stoom, of nog liever electrisch. De wasch
gaat in een waschmachinc„een kind ka-i
de wasch doen." En nu mogen v/ij niet eens
meer partij trekken van ons antiek
„Maartsch zonnetje". Wc gaan nu bleken
volgens een heel nieuwe methode, die van de
fotofoor.
Gedurende een paar minuten wordt het
witte goed uitsluitend wit plantaardig
weefsel kan zoo worden behandeld bloot
gesteld aan de inwerking van een nieuw
soort si.uien waarvan ik den wetenschappe-
lijken naam vergoten b~n. Het goed is dan
zoo helder als geen bleekpoeder of gloor,
ook zelfs de zon, het kragen kan.-Iet mooi
ste is d'at het weefsel er absoluut niet door
te lijden heeft! Dat zegt de geleerde uitvin
der ten minste. De methode is echter nog te
jong, om proef-ondervindelijk bewijs te heb^
ben geleverd'.