PERSOVERZICHT. LEIDSCK DAGBLAD, Zaterdag 2 Augustus. Eerste Blad. Anno 1913.' Vrouwen-Rubriek. tfo. 16394, Dr. J. R- Slofcem'akeï de Bruine publiceert onder den titel Cr een Zake n-k a b i n e t een artikel in het „Utrechtsch Dag blad" Bij acht het oogenblik gekomen om nieuwe wegen in te slaan. Ze zijn noodig. Ze zijn thans bovendien 'duidelijk geworden. Ze zijn nu mogelijk. (Want wat is hot geval? De verkiezingen hebben de Coalitie in do minderheid ge bracht. Maar dit beduidt niet, dat zij, die het christendom, waar het zijdelings het openbaar leven raakt, willen ontzien heb ben en waar het rechtstreeks het openbaar leven raakt, willen gevolgd hebben dat zij de minderheid vormen! Als men den invloed aftrekt, door do agitatie voor alge meen kiesrecht geoefend, en den invloed van de tarief wet, dan blijft een groep factoren over, samengesteld uit de actie voor de christelijk .sociale partij, voor de pro- testantscho beweging, voor het belioud dor Hervormde Kerk. Men kan verschillen over het percent-cijfer, waarin die invloed, moet worden uitgedrukt; men meet boven dien erkennen, dat van do Protestantscho beweging en van de actie voor de Her vormde Kerk gebruik gemaakt is door hen, die hier een welkom middel vonden, maar om hot echt positieve in deze bedoelingen zich niet bekommerden. Maar het zal niet worden ontkend, dat hier positieve chris tenen werkten met positief .oh ris telijke be doelingen. Achtten zij voor een gedoe-lte de middelen en wegen der coalitie onbruikbaar voor hun doel, hfm doel stoncl vast; het christendom mag niet worden gedeukt of geschonken in het openbare leven. Dat is: wanneer op dit oogenblik de vraag zuiver kon worden gesteld: „Wilt gij, dat in het openbare leven met do christelijke overtui gingen en de christelijke personen zal worden gerekend?" dan zou een groote meerderheid levestigend antwoorden. Welnu, meent de schrijver, dan moet uit deze mannen, hetzij zij in rechtsch© of linksclie partijen georganiseerd zijn, betzij zij daarbuiten staan dan moet uit hen; een ministerie worden gevormd. En niet, zooais hot dezer dagen voor een zaken-kabinet werd gevraagd, uit do „lin kerzijde". Want deze heeft geen meerderheid. Zulk een ministerie zou al dadelijk één lijpe politieke vrucht kunnen plukken, na- mclijk: regeling van het kiesrecht. In den zin van algemeen kiesrecht voor mannen. Zij, die hier koel tegenover staan, vleien zich toch niet, dat zij het Iceercii zullen. De idee „huismans.ldcsrecht" heeft onder de anü-revolulionnaircn zelf weinig enthusiasm© gewekt, bij de Roomschen weinig weerklank gevonden. Maar vóór algemeen kiesrecht voor mannen zijn de concentratie en de sociaal democraten; onder de coalitieleden zijn er velen voor. Laat men, door practisclien, po liticken tact geleid, de kwestie van het vrouwen-kiesrecht ditmaal geheel rusten, om dat daarvoor toch geen -/3 ik t© vinden, en stelt men zich met het thans bereikbare te vreden, dan is hier vrij spoedig eenstem migheid to verwachten bij de groote meer derheid. En ér is alle kans, dat do Eerste Kamer zich niet zal verzetten; vooral om dat de eindcijfers van algemeen kiesrecht, huismans-kiesrecht en van de consequente toe- i passing der tegenwoordige kieswet niet zóó I heel veel zullen verschillen. Daarnaast moest dan evenredige vertegenwoordiging worden ingevoerd, die in breed© kringen wint aan sympathie. Nieuwe politieke verhoudingen zouden van' dezen dubbelen maatregel het gevolg zijn*. Nieuwe toevoer van kiezers, hoewel niet zoo groot als de enthusiast© voorstanders van algemeen kiesrecht dcaen vermoedennieuwe gioepaering van do uitgebrachte stemmen: het een. en ander opent 'een nieuwe toe komst. Maar een ministerie van mannen, die dé waardij van heb positieve cliristendohi er kennen, zou ©en groot er werk kunnen! doen dan dit. Het zou kunnen medehelpen, om cÜ9 nieuwe toekomst zuiverder en hei- derdér te maken door de wegruiming van twee factoren, die ons openbare leven zoo hartstochtelijk verontrusten én verwarren: hot moet de kerk- en de schoolkwestie op lossen. Hoe ik mij de oplossing der kerkkwesti© denk, heb ik uiteengezet in mijn brochure over. ,jDe Hervormde Kerk fla de Politiek". Er ware met de conlitie.partijcn overleg to plegen, of zij het onderling eens kunnen worden inzake art. 171 en dan royaal kun nen en willen medewerken aan een weg neming van deze jLgitatie.bron en onzui- verheids-bron in ons openbare leven. Kon het. ministerie tevens art. XXVH Wet llooger Onderwijs (de theologische facul teit) uitvoeren, dan waren wij voortaan; gewaarborgd togen de bederving van het politieke leven door de kerk-kwestie. Ook do zaak van de school schijnt den schrijver voor oplossing vatbaar. ZSowel coalitie als concentratie zal iets moeten toegevenmaar niet iets wezen lijks. Het ontwerp art. 192 maakt de bij zondere sohool regel, de openbaro school enkel aanvulling.- Welnuhiervoor zal in de Tweede Kamer een meerderheid kunnen komen, maar nooit 2/a- Want met do eenzijdige voorstanders van de openbare school zullen ook echte liberalen en zelfs trouwe vrienden van christelijk onderwijs zich togen deze oplossing verzetten. Tact volle politiek rekent niet met het onmoge lijke; allerminst a.Ls al het begeerde kan worden verkregen langs een goed bruikbaren weg, namelijk dien van de volkomen ge- 1 ij kstelling der twee in de Grondwet. Wie denkt aan wat de rccliterzijd© met haar jaren lang gevoerde actie ten slotte toch beoogde, aan do Groninger schoolmotie van de S.-D. A.-P. en aan de houding van dr. Bos en andere Vrijzinnigen, acht een meerderheid van -J3 voor de gelijkstelling in do Grondwet zeer wel bereikbaar. Ook do concentratie zal moeten toegeven. Woor den, zooals ze zijn voorgesteld, dat in do openbare school het onderwijs gegeven wordt met eerbiediging van iedere godsdien stige overtuiging, moeten niet langer wor den gehoordze zijn nog uit den slecht- liberalen tijd van voor 50 jaar. Thans moe ten allen weten en weten de meesten reeds, dat men oen godsdienstige overtuiging niet eerbiedigt, als men haai* negeert. Dit kan alleen meen en, wie de godsdienstige overtui ging quantité négligcable acht. Maar er moet staan, dat het onderwijs gegeven wordt zon der kwetsing van eenig© godsdienstig© overtuiging. Dan is het getuigenis gegeven, dat deze overtuigingen reiiel zijn en positief; dan is bovendien de weg opengelaten voor hetgeen thans feitelijk beneden den Moer dijk toch geschiedt met de openbaro Roomsche scholen en boven den Moerdijk hier en daar geschiedt met d© opeubare- ollhodoxë scholen" ten bctgéen m'eb d© „kerstening van de openbare school" be oogd wordt daar, waar het, gezien de be volking, mogelijk is. Grondwetsherziening iri zake kiesrecht, kerk en school zou ons voeren tot zuiver der verhoudingeneen nieuwe toekomst openen, waarin de antithese: vooruitstre- vend-consérvatief den doorslag kon gaan geven. Onmogelijk, zoolang de schoolkwestie niet is opgelost; onwaarschijnlijk zoolang do kerkkwestio niet is opgelost.; Maar dan mogelijk. En waarschijnlijk. En ©en zegen voor ons volk, dat dan in zuiverder lucht zou gaan. ademen.: Prof. Struycken schrijft jn „Van On zen T ij d" ,,In beide gevallen, of er een linksch of een werkelijk zakenkabinet zal komen, de kans op een spoedige herhaling der verkie zingen is zeer groot. Daarom moet de rech terzijde reeds nu zich daarop voorbereiden, en mag zij zich niet inderhaast, bij den mis schien onverwachten val van. een ministerie, onvoorbereid voor een nieuwen verkiezings strijd zien geplaatst. Het is dus niet prae- matuur, zooals „De Tijd" meent, zich reeds nu af te vragen, of in het Coalitie- en llegeeringsprogram der rechterzijde ook verandering moet worden gebracht. Het Coalitieprogram heeft geenszins opgehou den te bestaan, het is gebleven„rechts tegen links", maar dit is geen reden voor do politieke bondgenooten, die op dat pro gram zijn verslagen, niet te overwegen, of het ongewijzigd moet worden gehandhaafd. Integendeel. De laatste tijden hebben het toch voldoende laten zien, dat er onder de rechterzijde velen zijn, die niet verkiezen ja en amen te zeggen op hetgeen een kleine groep politici binnenskamers belieft overeen te komendiscipline is zeker eisch in de partijpolitiek, maar discipline is iets anders dan politieke autocratie. Nu of nooit is het de tijd, dat de rechterzijde in de be volking openlijk uitspreke, wat zij op haar hart heeft, opdat daarnaar het Coalitie program worde gevormd. Daarom herhalen wij onzen raadverwij dert uit het gemeenschappelijk program, wat onnoodig een deel der bevolking van u vervreemdt ;verklaart u openlijk voor het algemeene kiesrechtlaat den strijd voor de beschermende handelspolitiek rus ten. Dan alleen zal bij de volgende verkie zing „rechts" niet alleen in de meerderheid komen, maar voor langen tijd een wer kende meerderheid kunnen behouden, die, wat haar lief is, haar onderwijspolitiek vóóraan, zal kunnen verwezenlijken. Verwijdert uit het gemeenschappelijk program, wat onnoodig een deel der bevol king van u vervreemdt. Wij denken dan aan de voorstellen van Staatscommissie en Be geering betreffende de omschrijving van de macht des Konings en de vérhouding van Koning en Begeering tot Volksvertegen woordiging. „Do Beukelaar" heeft over den tegén- woordigen politioken toestand een artikel, dat tot titel draagt: „Uit ver warring tot oplossing"* Het vangt aldus aan: De linkerzijde beleeft kwade dagen. Ook de sociaal-democratie. Door het weigeren der minister-portefeuilles heeft de S.-D. A.-P. on getwijfeld aan haar maolit, haar invloed, afbreuk gedaan. En toch is mr. Troelstra, die een weigering zoo beslist voorstond, wel weeir bij uitstek de handige tacticus geweest. Een aanvaarden der portefeuilles had voor het oogenblik aan de S..D. A.-P. een nieuwe, ongekende macht gegeven; maar een partij, die vóór alles den klassenstrijd predikt-, die juist in dien klassenstrijd haar kracht zoekt .en vindt, kan piet zonder blijvend nadeel, zonder ernstig gevaar in eenig ministerie door het aanvaarden van drie portefeuilles een belangrijke rol gaan spelen. Zij kan nu eenmaal door heel haar wezen geen re- geerings. verantwoordelijkheid aanvaarden'. Had men niet naar een Troelstra geluisterd, had de S.-D. A.-P. naar een macht gegrepen, waarnaar zij niet grijpen kan, wat al strijd, scheiding, splitsing, scheuring in den boe zem dier Partij zelf ware er het gevolg van gewetest. Wie staat in het teeken van den klassenstrijd verspeelt immers als mi. nistér schier het vertrouwen van velen, die hem Vroeger aanhingen. Bij dat al ware een vrijzinnig-socialistisch kabinet toch bijkans zeker een mislukking geworden, waaruit de coalitie slechts zijd© had gesponnen. Een kabinet om van ge schillen in dit kabinet zelf nu maar niet te spreken, dat drie sociaal-democraten in zich opnoemt, had van meet af reeds veel aan invloed tegenover heel het volk ingeboet. En dan met een Eerste Kamer, waarin de coalitie over een krachtige meer derheid beschikt. Toch had liet uit een nationaal oogpunt moeten worden toegejuicht, wanneer de S.- D. A.-P. een drietal minister-portefeuilles had willen aanvaarden. En wij kunnen het Diet wel verstaan, wanneer d© redactie van „De Tijd" schrijft, dat men zich als Ne derlander verlicht gevoelt, wijl wij nu niet binnenkort socialisten, „d. w. z. principieel© vijanden van Staat en Maatschappij", aan het hoofd zullen zien van belangrijke de partementen van landsbestuur. Wij ver staan dit niet; door het feit van het aan vaarden eener minister-portefeuille luclden; deze socialisten immers als vanzelf op „principieele vijanden van Staat en Maat schappij" te zijn. En hierin had juist voor ons, als Nederlanders, oorzaak tot blijd schap gelegen. Door het officieel deelne men aan eenig kabinet, ware het anti-na tionale, het ontbindend© karakter van d© S.-D. A.-P. verzwakt. Hetgeen uit het oog punt van volkseenheid, van nationale sa- menbinding slechts winst© kon geacht; in dat anti-nationale, dat ontbindende karakter der S.-D. A.-P. schuilt immers geen gering gevaar. Het artikel besluit met de aanbeveling van een zaken-kabinet. En wat den 9tembusuitslag betreft, deze gaf duidelijk aan, dab een einde was ge komen aan heb ooalitio.kabineb en de coalitie.politiiek, en voorts kon uit dien uilslag do conclusie getrokken, al acht ten wij die conclusie van meet af min juist dat nu een vrijzinnig of een vrij- zinnig-sooialistisch kabinet moest optreden. Doch geschiedt dit laatste niet, wijl men het niet wil of er niet toe in staat is, dan bcliocfb nu met dezen stembus-uitslag lou ter piaar in zooverre gerekend, dat het coa litie-bewind niet kan aanblijven. Dan is een zaken-kabinet eisch, doch nimmer kan dan uit don stembus-uitslag voor de samenstelling van dat kabinet de gevolgtrekking gemaakt, dat het bijzonderlijk uit vrijzinnigen moet bestaan. Veeleer kan gesteld, dat waar in de Tweede Kamer geen meerderheid van eenig© groep bestaat en dus oen zaken kabinet moet ox>troden, juist ook van uit net zitting moeten nemen. Een zaken-kabinet, waarin mannen van| onderscheiden richting zitting hebben. Ih zulk een kabinet ligt de oplossing. Althans^ zoo dit kabinet ons dan een schier algemcei^j gewenschte evenredige vertegenwoordiging brengt. Hier ligt de uitweg. Kon heel innseum gestolen. Toen de beroemde Mona Lisa van Leonardl da Vinei uit het Parysche Louvre gestolet was, meenden sommige menschen, dat dij nu wel het toppunt wezen moest var» brutaliteit, een record, dat moeilik te over^ treffen zal zyn. Het is echter overtroffen. In Rusland if thans gebleken, dat een heel museum ge:, stolen is. In het Alexandra-theater te Petersburg had een maecenas, Grogrunof genaamd, een collectie zeer kostbare schilderijen bijeen gebracht, betrekkin r hebbende op liet tooneel' in het algemeen, op het Alexandra thoater in het bijzonder. Daaronder waren vele portretten van Russische acteurs en actrices, uit vorschillende tijden, van beroemde schilders. Zoolang Grogrunof leefde zorgde hij, dat die collectie, welke hy voortdurend uit breidde, goed bewaakt en goconaervoerd bleef. Maar sedert hü, een paar jaar geleden, stierf, scheen niemand metr belang te stellen in het museum. Toen Yoor eenigen tijd een nieuwsgierig kunstkenner, die van de prachtige schilde- rjjenverzameling gehoord had, dee eens wilde bezichtigen, ontdekte hy tol zijn ver bazing, dat geeu der schilderijen meer aan wezig was. De zaal in den schouwburg, waar de schilderijen hadden gehangen, was er nog, en in den muur zaten nog do ijzeren duimen, waaraan eens do schilderijon hingen. Maar van schilderijen, lijsten on kooiden was niets meer te ontdekkon Allee was verdwenen, door den een of andoren lief hebber meegenomen. Hot is ook niet te verwachten, dat in deze zaak ooit licht zal worden ontstokon. Zelfs Sherlock Holmes zou er niet in slagen, hot spoor van den dief en van de gestolen schilderijen te ontdekken. "Want de man heeft alleen de haken achtergelaten, waaraan eens de schilderijen hingen; verder geen spoor. En niemand we*t hoo en wanneer de schildorstukken, waaronder eenige waarlijk niet kleine, meegenomen zijn. Want or was óók niemand, die zich er wat van aantrok. Ken opleiriioigsttcSiooi voor mi*da«ligers te Xcw York. Te New York wordt jaarlijks Yoor 12 mil- lioen gulden aan waren gedurende het transpoit gestolen. Hoe dit mogelijk is, wordt verklaard door de opzienbare bekente nis van een zekeren Rador. Voor hot oog leefde hij als een eerwaardig en rijk koopman te Brooklyn, thans bekende hy aan het hoofd yan een misdadigers trust te staan, die zich speciaal op de waren diefstal toelegde Rader verklaarde, dat het groote succes van de trust niet zou mogoiyk geweest zijn, als niet de politie geraeene zaak met de misdadigers ge maakt had en wanneer niet de groot hande laars hun de waren algokocht hadden. Rader hield er een school op na, waarin jonge mis dadigers onderlicht weiden in de kunst om van goederenwaggons en stoomschepen wa ren te stelen. Met jonge meisje in betrekking;. Als reactie op den algomeenen trek van jonge meisjes naar jongens-H. B.-S. en gymnasia, schijnt het, of we nu een toe stand -zullen krijgen van huishouding-lee- rende-jonge-dochteren. „Er zal nog eens een 'tijd komen", zoo redeneeren de ouders, „dat de meisjes, die de huishouding door cu door kennen, opgeld doen". En ze leven -in de vaste overtuiging, dat, wanneer de tijd daar is, dat hun dochter voor zichzelf zal moeten zorgen, zij een gelukkiger leven hebben als betaalde hulp in de huishouding, dan als onderwijzeres, leerares, kantoor juffrouw of ambtenares. De kwestie is zeer moeilijk en nadert het dienstbodenvraagstuk. Zoolang er huishou dens bestaan en zoolang er kleine hin ders verzorgd moeten worden, zoolang kan „moeder dé vrouw" het niet alleen af, wan neer zij althans geen „sloof" wil worden, en nog blijkt wensoh te geven van haar belangstelling voor het leven van haar man. Wie is nu de aangewezen persoon om haar hulp te bieden? Een meisje uit 'de volksklasse of ©en jonge dame, die een zelfde opvoeding heeft genoten. Haar werk is hetzelfde als dat van de huisvrouw, kan tenminste hetzelfde zij tl Waarom zou 't te min wezen voor een meisje van beschaving? Voor het meest ruwe werk, natuurlijk, moet een werkster gevonden worden. Zulke [werkkrachten zijn er echter steeds vol doende, daaraan ontbreekt het in de maat schappij niet. Er zijn nu reeds vele huishoudens, waar mevrouw het met een „juffrouw" doet. Doch maar heel zelden geeft de toestand aanleiding tot tevredenheid. Dit ontstaat in den regel, doordat de „juffrouw" zich tekort gedaan aciht. Wat is het geval? D© juffrouw stelt al haar tijd ter besohik- king der familie. Zij bedingt geen „vrij avondje", noch een „uitgaanazondag". Me- taflouw oordeelt, dat zijzelf dat ook niet töeeft en gelijke plichten, gelijke rechten de juffrouw heeft vrijaf, wanneer dit fcoö eens uitkomt. Intusscihen vergeet de jhuisvrouw, dat zij werkt voor haar eigen huishouding, dat het 't kieltje is van haar ®ïgén jongen, waar zo 's avonds nog even ^©n knoop aannaait, en het hoedje eQ&©n kleine meid, waar ze weer een ®risoh lintje opzet. Wat zou een toegene- »©imcdd waard zijn, wanneer die reeds was >rórven na een paair weken bf oen maand. Een meisje kan haar nieuwe be trekking aanvaarden met alle toewijding, waarover ze beschikt, ze kan al haar tijd en kraohten geven, maar men kan het haar niet kwalijk nemen, wanneer ze haar vroe ger milieu niet zoo vlug vergeeten haar gedachten vaak laat wijlen bij oude vrien den en bekenden. Eerst wanneer ze een paar jaar bij dezelfde familie heeft geleefd, wanneer zij de verschillende karakters heeft leeren kennen en waardeeren, dan pas kan er van haar verwacht worden, dat zij vol doende toewijding en liefde bezit, om, even als de huisvrouw, slechts voor het welzijn en het geluk der familie te leven. Prac- tisoh wil dit .zeggen, dat dan pas bepalingen omtrent vrijen tijd, rechten, enz. overbodig zijn geworden. Dat het nog zoo vaak voorkomt, dat jong-e meisjes den dag betreuren, waarop zij den eersten stap in het vreemde huis zetten, is alleen het gevolg van een mis plaatst vertrouwen op eikaars loyaliteit, dat het maken van bepalingen, zooals die bij het deinst-bodenwezen in gebruik zijn, overbodig acht. Ook moet de heel© familie inzien, dat een onderdak en de uitkeering van een salarisje geen Vergoeding zijn voor de dien sten, die de juffrouw hun bewijst. Men moet haar een plaats inruimen in een huiselijken kring, en steeds vermijden, dat het meisje zich als een indringster gaa/t voelen. Natuurlijk is de „juffrouw" geen vol maakt wezen. Maar dat is mevrouw even min. Wat de een goed noemt keurt dé ander af, en omgekeerd. Als regel moet naar de opinie der vrouw des huizes ge handeld worden, doch die der juffrouw dient toch te worden gerespecteerd. Geen van bedden mag uiting geven aan een slech te gehumeurdheid. Dit is een eerste regel deT wellevenclheidsleer, waarin men in den huiselijken kring nog maai" al te veel tekort schiet. Yoor een jong meisje met liefhebberij Voor huishoudelijke werkzaamheden en weinig intellectueel en aanleg kan een leven als „hulp in de huishouding" inderdaad zeer gelukkig zijn, mits men de verhouding van te voren uitvoerig bepaalt, en zich daar stipt aan houdt. Het niit van den handschoen. De handschoen is nu eenmaal een tradi tioneel onmisbaar onderdeel van het toilet, en men is nooit „gekleed" als de handen niet nauw en keurig omspannen zijn met een zacht .weefsel of glacé-leer, 'a Winters bewijzen de handschoenen goede diensten. Ze houden de handen warm en schoon. In het warme jaargetijde echter, wanneer de handen werkelijk geen beschutting behoe ven, waartoe dienen de handschoenen dan nog? Wanneer men spreekt over practisch nut, mogen overwegingen van aesthetischen of modieuzen aard niet in aanmerking ko men. Hot eenige doel der handschoenen zou dan nog kunnen zijn, de handen rein te houden. Maar, zijn daartoe de ajour hand schoenen in staat? Integendeel, handschoe nen worden eenige keeren achtereen gedra gen voor ze gewasschen worden. Al dien tijd drukt men andere personen de hand, houdt men de geschoeide hand voor den mond bij geeuwen of kuchen, houdt zich bij het in- en uitstappen vast aan do leuning van een tram, en streelt ten slotte de baby van de vriendin, die bezocht wordt, over het ge zichtje. Hygiënisch die handschoenen, niet waar Zcu het niet veel verstandiger zijn, als regel geen handschoenen te dragen, en al leen dan die toiletzaken voor den dag te halen, wanneer de kou er toe noopt Vrouwen ©n dienstplicht. Onder de vele bezwaren, die door de mannen worden geopperd tegen de billijk heid van vrouwenkiesrecht, is er o. a. één, die luidt: „De vrouwen staan niet, zooals wij, eenige jaren van hun leven af aan de gemeenschap." Vele strijdsters voor vrou wenkiesrecht hebben dit argument billijk genoemd en zijn toen plannen gaan ontwer pen voor „vrouwendienstplicht". Sedert zijn over dit onderwerp al tallooze woor den gesproken en artikelen geschreven. En al de redeneeringen draaiden slechts om dit eene puntwat moet de vrouw uitvoe ren in dat jaar of die jaren, waarin zij zich aan de gemeenschap geeft, om een „schoo- ne taak" te vervullen. Een nuchter mensch moet de zaak wel eenigszins humoristisch aandoen. "Men kan zich afvragen, hoe is de dienstplicht voor mannen ontstaan? En dan weet men, dat landsverdediging en de opleiding tot lands verdediger een absolute noodzakelijkheid is in deze maatschappij. Yoor de vreeselijke vrijheidsberooving, waarin de jonge man nen zich moeten schikken, geldt alleen dit ééne excuusHet land moet verdedigd kunnen worden. Alsof het nü nog niet erg genoeg is, dat op de jonge mannen een dienstplicht rust, wil men de jonge vrouwen ook nopen, een langen tijd te doen, wat anderen haar als plicht opleggen. Wanneer daar nu in het maatschappelijk werk een groote leemt©Jag^ di© alleen door den arbeid van de jonge vrouwen zou kun nen worden aangevuld, dan was cr een reden, om een vrouwendienstpliclit in te stel len. Nu wil men daarentegen het jonge meisje zonder eenig recht uit haar omge ving rukken, om haar werk te laten doen, welk weet men nog niet eens, daar wordt nog druk over gecongresseerd. De jongste vergadering van den Internationalen Vrou wenraad was uitsluitend aan den „Gemecn- schapsplicht der Vrouw" gewijd. De bewe ging voor een vrouwendienstplicht wordt steeds grootcr. Onlangs richtten eenige Pa- rijsche jonge meisjes ccn adres aan de over heid, waarin zij verklaarden, het zich tot een schoone taak en duren plicht le reke nen, om de gemeenschap en het vaderland te dienen. Alleen de overtuiging, dat Nederland nooit bijzonder voorlijk is, en het vertrou wen op het gezond verstand van onze volks vertegenwoordigers, kunnen er mij vanaf houden, een protest-vrouwendienstplicht- beweging op touw te zetten. Intusschen is het een veilig gevoel, dat ik tenminste de jaren te boven ben. Maar valling. Er is een tak van industrie, die ten gronde gaat. En dat is de schuld van of moeten, we zeggen, dat is te danken aan de mocte. De mode, die geen hooge boiwclvende kui ven meer wil zi,en, maar nu een Grieksch kapsel of slakjes-coiffure wenscht. Nog een paar jaar geleden verkocht iedere winkel, die er maar eenigszins voor in aanmerking meende te komen, dus kapperszaken, ga lanterie-magazijnen of drogisterijen lieele slierten ohignons of crêpes, van een polsdik te, en in iedere gewenschte kleur, van raven zwart tot strooblond. De fabrieken hadden druk werk om aan de navraag te voldoen, want alle vrouwen of meisjes, ij del of niet ijdel, modieus of onverschillig voor rnode- eischen, alle zagen zij zich verplicht out zich 't haar op te vullen anders kon de hoed niet passen. We droegen toen groote breedge rande hoofddeksels, echt windvangers, die ter dege vastgeprikt moesten worden, om 'n windrukje te weerstaan. En daarvoor was ons eigen haar niet voldoende. Vooral be jaarde dames kwamen er toe een crêpe te gebruiken. Wat zagen we toen mooie grijze kuiven iTi schouwburg of concertzaal. Het was een voordeelige industrie. De grondstof, wrat wol, behoefde weinig bewer king en men kon flinko prijzen maken. Dit, wat betreft de groot-industrie op dit gebied die voornamelijk in Frankrijk is gevestigd. Het détail-werk verrichtten de coiffeurs. Het haar, dat bij 't kammen of borstelen uitviel bracht men, zorgvuldig verzameld, bij den baai-kunstenaar, die het ging bewerken. Dez© methode aaoht men ze-er hygiënisch. In wer kelijkheid moet men spreken van iets minden vies, want iedereen zal er wel van over tuigd zijn, dat de haaropvulling uit het oog punt van hygiëne sterk is af te raden. Een tijdlang is er later hard gewerkt met valsche vlechten. Nu, en het is inderdaad 'n verblijdend verschijnsel, oraagt nog maar 'n gering percentage der vrouwen, onecht haar. Ten deele- is dit te danken aan de hoeden en haarmode, die op het oogenblik zeer klein en plat is; voor een ander deel komt heb voort uit overwegingen zoowel van hygiëni- schen als van moreelen aarcl. Men is er na melijk van overtuigd, dat een vrouw het be neden. zioh moet achten, een bedriegelijken schijn op te wekken. ,,De vrouw moet zich' niet meer doen schijnen, dan zij is." Deze nieuwe leuze staat tegenover die van mondai ne vrouwen, die het geoorloofd achten, zich door een hulpmiddeltje nog bekoorlijker en aantrekkelijker te maken, en die meenen, dat een vrouw alleen 'n flatteerenden hoed, d. w. z. 'n mooier makenden hoed, mag dra gen. Onze lezeressen weten \oor zich wolk standpunt zij wensc-hen in te nemen, 't Is maar een kwestie an eerlijkheid en zelfbe wustzijn. Ken nieuw© bleek-methode. In den laatsten tijd is men er op uit, heel onze goede manier van huishouden aan ecu revisie t onderwerpen. We mogen niet meer vegen, maar moeten met een stofzuigmachi- ne werkenhet fornuis, ja zelfs gas, deugt ook al niet meermen kookt tegenwoordig met stoom, of nog liever electrisch. De wasch gaat in een waschmachinc„een kind ka-i de wasch doen." En nu mogen v/ij niet eens meer partij trekken van ons antiek „Maartsch zonnetje". Wc gaan nu bleken volgens een heel nieuwe methode, die van de fotofoor. Gedurende een paar minuten wordt het witte goed uitsluitend wit plantaardig weefsel kan zoo worden behandeld bloot gesteld aan de inwerking van een nieuw soort si.uien waarvan ik den wetenschappe- lijken naam vergoten b~n. Het goed is dan zoo helder als geen bleekpoeder of gloor, ook zelfs de zon, het kragen kan.-Iet mooi ste is d'at het weefsel er absoluut niet door te lijden heeft! Dat zegt de geleerde uitvin der ten minste. De methode is echter nog te jong, om proef-ondervindelijk bewijs te heb^ ben geleverd'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5