r i LEÏDSGn DACKSÏiAlfc, WöeaasSajgr 23 JiüL Tweed© Hlasï. Aiisao 1213. Buitenlandseh Overzicht. Uit de „Staatscourant". PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Ee wettige erfgenaam. |fo. Nauwelijks zijn in Duitseliland de leger- wetten, die een milliard vragen, plus neg de verhooging van het gewon© jaarlijksche 'budget, aangenomen of er is weer een on rustbarend nieuwtje uit militaire kringen, dat het uitgeven van vele tientallen om niet te zeggen honderdtallen millioonen tot gevolg moet hebben. De „Militaire und poütische Korrespon- denz" meldt, dat de minister van Marine een nieuwe wet uitgewerkt beeft, voor ziende in de instelling van een vlie gend eskader van kruisers, bestemd om de Duitsche vlag op alle zeeën te doen wapperen. Ook beeft de minister van Oorlog een programma gereed, waarin een algeheele reorganisatie van de artille rie omschreven is. De datum, waarop beide ministers hun ontwerpen bij den Rijksdag zullen indienen, is nog niet vastgesteld. In Frankrijk heeft men soortgelijke plan nen op aviatisoh gebied. Daar moet een gepantserde lucht vloot ko- men, omdat de on gepantserde vliegtuigen 'te gevaarlijk zijn. Die lucbvloot zal worden eaamgesteld uit: Gepantserde één-persoons voor verken ning ten behoeve van artillerie, cavalerie op korten afstand, met snelheid van 120 KM. per uur; gepantserde tweepersoons, voor opheldering ten dienste van den gene ral en staf; snelheid 100 KM; gepantserde twee-persooiis, die bewapend zijn met mi trailleurs en automatische geweren, voor de bestrijding van vijandelijke vliegtuigen en luchtschepen, met een snelheid van 120 K.H. en vliegtuigen voor m-erdere perso nen-, bestemd voor het vervullen van bij zondere opdrachten. Snelheid ICO K.M. Hoe dat pantseren zal geschieden is nog een geheim. Én onderwijl die plannen worden ge- maakt, wordt te Karlsbad het internatio naal mijnwerkerscongres gehouden en daar wordt door 'n Engelschman, den voorzitter, onder geweldig enthusiasme een voorstel gedaan, dat al die oorlogsmaatregelen on geveer waardeloos kan maken. Hij stelde voor om, wanneer een oorlog dreigde, eon buitengewoon congres tc beleggen, waar tot de algemeene sta king in de mijnen zal worden besloten. Dan kunnen dus de mogendheden het ma teriaal niet krijgen. Mot aanneming van dit besluit zouden de mijnwerkers stellig den dank der pacifisten verwerven. Omtrent het gebeurde met graaf del- la Kocca, verdacht van landverraad en spionnage, wordt nader uit Rome geseind, dat de politie bij een onverwachte huiszoeking inderdaad belangrijke papieren vond. Delia Rocca werd sinds vier maanden 'door rechercheurs nauwkeurig nagegaan. Hoewel hij sinds twee jaar gepensionneerd is, stond hij toch nog in nauwe betrekking f; tot het departement van oorlog. Het schijnt, dat de verdachte niet alleen voor Oostenrijk, maar ook voor Rusland werkte. In de papieren van den Oostenrijkschen spion Redl moet herhaaldelijk de naam van Morozzo gevonden zijn. Er komt nu bij, dat hij ook stukken aan Rusland heeft verkocht, maar voor ons was 't een vraag of nu toch het gevaar was van verkoop aan Oostenrijk. Vertrouwt men den bondgenoot zoo slecht dat de grens moet worden beveiligd? 't Is toch geen iunig bondgenootschap. Het Hoogerhuis heeft ook in tweede 1 e- zing de Welsche ke r k w e t, ook een dor ontwerpen, die er door middel van de :Parlementswet moet komen, verwor- ipen. Ze hebben 't er druk met die bezig heid. Over het optreden der unionisten bij het home rule-ontwerp wordt nogal wat nagc- babbeld. De woorden van lord Curzon, ook door ons meegedeeld, zijn daartoe de aan leiding. In unionistische kringen schijnt men de onvoorzichtigheid der uiting in te zien. De „Times" althans tracht haat te vergoelijken. Maar intusschcn is er nog gró'öter ergernis gewekt door een zinsnede uifcfL een der vele redevoeringen van Sir Edward Carson in Ulster. Deze toch, die. telkens den nadruk legde op de volkomen instemming van de gansche unionistische partij met Ulster's houding, heeft ronduit verklaardj dat Ulster voor geen twintig verkiezingen, die Home Rule goedkeurden zou wijken. Het spreekt vanzelf, dat dergelijke uitin gen de laatste geneigdheid, die onder do liberalen nog mocht resten om Parlements- ontbinding toe te staan, doen verdwijnen. In Portugal is 't nog steeds n i e t g e- heel in orde. De politie heeft weder verscheidene personen aangehouden en be slag gelegd op tal van bommen. Volgens de dagbladen is een samenzwering ont dekt, waarin enkele onderofficieren der ar tillerie betrokken zijn. In geheel Portugal moet volkomen rust heerschen. Volgens dc „Mundo" had de Portugee- I sche consul te Vigo de regeering gewaar schuwd, dat de Portugeesche emigres in Galicië- rekenden op een omwenteling, die vóór den 20sten Juli zou uitbreken. De staking van de arbeiders o p d e Duitsche scheepswerven breidt zich nog steeds uit. Te Stettin verlieten de arbeiders Maan dagochtend om negen uur do werven. Op de werf Vulkan staakten gisteren behalve de 415 klinkers 5023 andere scheepsbou wers. Op de Oderwerke daar beliep het aantal stakers 900, op de werf van Nueske Co. 300. Het is nog niet zeker, dat de leiders van de vakvereenigingen de staking erkennen en uitkeeringen verstrekken zullen. De christelijke metaalbewerkers houden zich voorloopig buiben de "staking. Te Hamburg blijven de leiders van de vakvereenigingen in hun weigering, om hun goedkeuring aan de loonbeweging te hechten, volharden. Te Bremen staken nu 3030 man van de Vulkan. Aan de werf te Geestemiinde zijn de werklieden daarentegen aan het. werk ge bleven. Toen besloten was de marine-etablisse menten te verplaatsen van Roohefort naar een andere Fransohe haven nam d.e ge meenteraad ontslag. Er moesten dus nieuwe verkiezingen plaats hebben en dejzer dagen zou dit geschieden. Maar de bewoners waren het met hun vroede vade ren eens en het gevolg is geweest dat nie mand ter stembus kwam. Roehefort is dus zonder een besturend college. Uit China zijn te St.-Petersburg zeer verontrustende berichten ont vangen. De revolutie in de zuidelijke pro vinciën breidt zich mèer en meer uit. Het verzet tegen Jceansjikai neemt toe, zoodat do opmarsc-h van liet leger naar Peking verwacht kan worden. Diplomatieke krin gen vreezen, dat de mogendheden tob in terventie in China zullen moeten kojnen. Uit San Francisco wordt geseind, dat te Seattle in Washington érnstige ongeregeld heden hebben plaats, gehad. Qndsr leiding van matrozen van eenige oorlogskruisers, die in de. haven lagen, heef toén volksmenig te e e n a a n val g.e.d aano.pliet kantoorgebouw der socialists 8 c h e organisaties, waar de inboe del kort en klein werd geslagen, terwijl ten slotte het gebouw in brand werd gestoken. De mayor van Seattle wijt de opstootjes aan den minister van maiine. Daniels, clie Vrijdagavond een.rede-hield, waarin hij o. a. zei-de, dat de volgelingen, van de. roode. vlag uit het land moesten wp&den verdreven. De aai ti-socialistisch e matrozen hebben dit blijk baar opgevat als een aansporing, om ue socialisten aan te vallen. Het gebeurde heeft onder de arbeidersbevolking van Seattle groote ontstemming tegen de matrozen der vloot gewekt en er lieerscht in de stad' nu zulk een oproerige stemming, dat de over heid militaire hulp heeft moeten inroepen ter handhaving van. d'e orde. Bij Kon. besluit is, met ingang van 1 I October benoemd tot referendaris bij het departement van Koloniën de gep. majoor van het leger in Ned.-Indi-j L. A. Bakhuis, thans met de waarneming dier betrekking belast. De nienwe Bnlgaarsche minister president dr. KnbosLivrof. Dr. Kuyper verdedigt in een „Stan daar d"-driestar de tegenstrijdigheid tus- schen zijn, in een redevoering uitgesproken meening, dat de vrijhandel; strijdt tegen d e Heilige Orde on zijn na de Kamerver kiezingen geschreven artikeltje, dat de Ta- lief wet voorloopig' van de baan moet. Ter verklaring schrijft dr. Kuyper o.a. „Vrijhandel is het product van de phan- tasie der Eenvormigheid. Tegen dezen vloek der Eenvormigheid gaat de beschik king Gods juist lijnrecht in. „Waar heeft nu sinds 25 Juni ons blad deze fundamenteel© waarheid ook maar mét een letter weersproken? s,Wo verschoven twee pionnen in een gansch ander schaakspel. „Het ging in het practjsche schaakspel niet om Vrijhandel. Practisch bestaat Vrij handel nergens. Ook niet in Engeland, dat 280 millioen gulden heft aan inkomend recht, meerendeels op exotische waar, die, zooals koffie, thee, cacao en tabak, in ge meen gebruik onder het volk is, en dus door heel het volk als indirecte belasting betaald wordt. En met een meer of minder heeft de „Heilige Orde", waarvan, sprake was, uiteraard niets hoegenaamd uitstaande. - „Nu drong bij ons fiscaal motief tot Ta- riefsverhooging, cn dc nijverheid gaf er liefst tegelijk een protectionistische plooi aan. „In 1901 kon dit niet anders, vanwege den stand van ons budget. Thans verloor dit fiscaal motief zijn overwicht. Sinds 1901 toch ging ons budgetlöO millioen aan inkomsten vooruit.', „Toch kon daarom in Maart j.l. de Ta- riefsyefhooging nog niet op ons Program van Actie terug worden gezet, omdat het Kabinet er aan vast zat, en wij, gelijk van zelf spreekt, ons Kabinet niet'in den steek konden laten, ook al had 'ty door in tijd rekenkunde te kort te - schieten, gelijk de heer Middelberg opmerkte, het juiste mo ment voor het Tarief ongebruikt voorbij la ten gaan. „Thans echter, nu de positie van het Ka binet ons niet meer bond, verviel voor ons elk motief, om het Tarief in ons Program van Actie nogmaals op den voorgrond te schuiven. „Niet, dat we over de beteelcenis van het Tarief voor onze toekomstige volksontwik keling in 't minst ook maar ons gevoelen zouden gewijzigd hebben. „Maar thans werd het een quaestie van volgorde. „De practische vraag, wat op 't Program van Actie der partij voorrang verdient; en dan kon het o. i., na de jongste stem- buserva.ring, voor geen onzer twijfelachtig zijn of van nu af zou voor ons wat 't zwaar ste was, ook in ons partijbeleid het zwaar ste moeten wegen." Naar aanleiding van de verklaring, die „De Standaard" gegeven heeft van het niet in consult roepen van een lid der anti-rev. p a r t ij door de Koningin, zegt het „H a n d e 1 s b 1 a d" „Ook „De Sta'ndaard" van gisteravond heeft zich beziggehouden met het feit dat dr. Kuypers advies niet door de Koningin is gevraagd, maar het blad doet net alsof niet de partijleider, doch de voorzitter der Kamerfractie in normale omstandigheden zou zijn gehoord. Maar de heer Middelberg was niet herkozen, cn dus moest de anti- révolutionnaire bond gesloten blijven. Ei zoo. Maar waarom heeft de Koningin, ter wijl de heer Drucker geen deel meer uit maakt van de nieuwe Tweede Kamer, toch wel een anderen Vrijzinnig-Democraat we ten te vinden om het advies te vernemen Vóór de sociaal-democraten c-en beslissing hadden genomen inzake het al of niet ac cepteeren der ministerszetels heeft ook het groene weekblad „De Amsterdam mer'' aan deze kwestie een artikel gewijd. Daar lezen we o. m. „Het heeft dezer dagen den uiterlijken (den zeer uiterlijken) schijn, of niemand verlangcnder is naar een sociaal-dcmokra- t.isch minister van financiën cn van be lastingen dus of van binnenlandsche za ken of van spoorwegen (stijl 1903?) dan de meest konservatieve pers van Links. Het is een vogelgefluit, een lokkend orchest, een opdringerigheid van offervaardigheid, een heete, haast hysterische gilpartij om so cialistische ministers uit die stijve oudlibe- rale kakebeencn, dat men er bijna aardig heid in zou hebben. Kom, kom, de deftige beeren in Den Haag en in Rotterdam heb ben de schrik anders nog vrceselijk in de beenen van hun herstemmingsgang, toen ze Spiekman (in Rotterdamstemden, Ter Laan cn Van Leeuwen, hoe komen ze nu ineens aan die jubelende uitbundigheid? hoe zijn die „N. Ct." en ,,N. R. Ct." en in hun gevolg een groot deel van de pers in Nederland, nu ineens zoo verslingerd aan dc gedachte door een Troclstra, een Vlie gen, een Duys te worden geregeerd „Weest toch in 's Hemelsnaam vlug, roept de oud-liberale courant uit de Maas stad Indien men weer con volle weck moet w achten op dat socialistisch partij-kongres zoo boudeert zij dan kon het best te laat worden voor de groote hervormingen, waarmee dc „N. R. Ct." zegt het „dc vrijzinnigen het blijkbaar zeer ernstig meeDen „Waarlijk, het staat er. „Deze grove spot, niet alleen met de partij, die weigert aan 't laadje te zitten (nog al niet hebberig op baantjes zou men zeggen) neen deze grove spot met de grondwetsher ziening zelve, waar ze zo o pas hun woord aan verpand hadden, plegen déze lieeren zonder zich in 't minst, daar kan men zeker van zijn, te schamen. Zij toonen openlijk, zij loopen er mee te koop, hoe gaarne zij hun progam wederom zouden verloochenen, deze eorste de beste gelegenheid, dat zij de schuld er van in schijn op een ander schuiven kunnen. „Het valt niet mee, als men ziet hocvelen in hun fuik loopen. Waar het heele sociaal democratische succes o. i. zijn verklaring vindt in de voortdurende, taaie en harts tochtelijke manier, waarop die kleine partij hervormingen eischt, en, meer dan dat, ook helpt tot stand komen (nog'onlangs-tever geefs de bakkerswet,) daar moest elk man van gezond oordeel het duidelijk vinden, dat het z. g. „gebrek aan durf", dat dié partij verweten wordt, locs gerucht móet wezen Inderdaad! Men kan immers desnoods aan d'rie jongens nog wel gebrek aan moed ver wijten als zij niet tegen zes anderen opdur- ven, m,aar men verwijt geen lafheid aan drie personen, die weigeren mee de verantwoor delijkheid' te dragen van een Kollege, waar in zij, op punten hun beginselen rakende steeds tegenover zes tegenstanders, in do minderheid zullen zijn. De „N. Ct.", aie zegt: Troclstra wenschen wij achter de groe ne tafel te zien om daar te beraadslagen en daar (wij spatieeren:) te stemmen, geeft d'oor deze twee woorden zoo juist aan, dat in een ministerie van dagelijksche anti-socialis tische praktijk geen (immers telkens over stemde) minderheid zitting kan nemen. Dat is geen kwestie van moed, maar een van zeer eenvoudige rekenkunde, die leert6 is groo- ter dan 3." En verder: „Daar zal dan komen een ministerie, welks allereerste taak is- dc maatsohapplj j zooals wij die kennen, met kapitaal-heer- schappij, militairisme, koningschap, in stand1 te houden. De leden eener partij, die nog* altijd tot hoofdoel heeft vernietiging dier maatschappij en afschaffing van militarisme' en koningsschap, wil de regeering, welke.' in wording is, tijdelijk steunen in 't belang! van eenige bepaalde hervormingsvoorstel len. Neen, roept men nu, wij willen uw hulp sleohts, d. w. z. wij willen de (door« ons o zoo vurig begeerde) hervormingen, slechts, indien gij dagelijks de verantwoor delijkheid mede draagt, van alle overige kapitalistische daden, die- - wij doen zullen en va* ons heele door u verfoeide regime. Indien gij dit niet doet O gij lafaards, cn wij kunnen daar niet ons program uitvoeren „Dit zijn allies natuurlijk praatjes voor de vaak. „Indien er een wezenlijk verlangen huist in de liberale gekozenen der Tweede Kamer om het liberale program van Alg. Kiesrecht en Staatspensioen tot stand te brengen, zoo behoeven zij Troelstra niet te vreezen als minister zonder portefeuille. Het geroep, dat men van Troelstra af zou hangen, dio als een minister zonder verantwoord cl ij kh ei het ministerie naar. zijn pijpen zou kunnori doen dansen, is de góe gemeente wat wijs maken. Integendeel immers: Een ministe rie dat grondwetsherziening flink voorbe reidt en naar de eisehen der sociaal-democra ten het staatspensioen, is daardoor alleen reeds verzekerd' van Troelstra's steun cn van eigen staan. Door zulk eep ministerie .te doen vallen of toe te staan dat"het valt zou de sociaal-democratie zich eenvoudig on mogelijk maken bij haar kiezers. Niet Trocl stra regeert, als hij buiten een Link sche ministerie staat, dat zijn eigen beloften vol brengt. Het zou dan integendeel net anders om zijn: Bos zou over Troelstra regeeren: hem nu en dan kunnen ringclooren." Het blad meent dan ten slotte dat ter voorkoming van liet oorverdoovend ge schreeuw dot uit de liberale pers zal oogaan» als de S.-D. A.-P. minister-portefeuilles weigert, het goed zou zijn om zè te aanvaar den, onder voorwaarde dat de drie socialis tische ministers niet. voor het werk er ande ren verantwoordelijk zonden zijn en c?at geen algemeene kabinetsverklaring anders dan met algemeene stemmen zou worden vastgesteld. De reaktionairen van Links zou den er dan niets meer van moeten hebben en zich bloot geven. Zeldzame wraak eener bedrogen echtgenoot©, Een jonge, sclioone dame, uit den Na- politaanscne deftigen stand, Ida Balzano geheeten, heeit zich dezer dagen op ori gineel© wijze gewroken op haar man, die afkeurcnswaaidigé betrekkingen onder hield met de variétó-zang-ereS, Dalbres di Cistanza. De bedrogen echtgenoot© greep noch naar de revolver, noch naar de vitriool- flacon, maar begaf zioh eenvoudig naar het theater, waar haar medeminnares op trad en nam v rooi ijk glimlachend- in- een loge plaats. De soubrette betrad'"het töo- neel en zong haar omeletten, onder het applaus van het publiek. Haar zegevierend lachje verdween ech ter, toen haar plotseling een koper munt stukje van 10-centimes voor de voeten rol de. Daar haar verschrikt ronddwalende blik niets verdachts bespeurde, hervatte zij haar zang, om echter voorgoed op te houden, toen een ware regen van kope ren geldstukjes op haar begon neder to dalen. Hét publiek joelde van pleizier en deed den koperregen, die uit. het uitspansel van mevr. Balzano's loge b'eek neder te gudsen, van kernachtigspotternijen vergezeld gaan zoodat de vernederde rivale spoedig een veilig heenkomen moest zoeken. Als laatste patroon zond d? beleedigde echt- geDoote de vluchtende soubrette o-°'n'papie ren zak achterna, die bij het neerkwakken od de planken, haar inhoud van bedorven eieren over het tooneel deed vloeien. De gegriefde diva liep naar den rechter maar déze achtte de gekwetst-»1 kunstenaars- eer met een boete van 25 lire voldoende vereffend. 23) „O neen, allesbehalve", lachte zij. Ik ben geen heldin. Maar ik ben ook geen kind, dat men gemakkelijk iets uit heb hoofd kan praten. Ik vroeg u allec-n of u er zeker van is, dat de naam, dien zij u noemden, wel die van den liarone del G rep po was. Is u er heel zeker van, mijn heer Lot-ha?" „Ik geloof niet, dat ik me in zoo'n klei nigheid zou kunnen vergissen", antwoord de hij. „Let wel, ik zeg niet, dat de ba ron del Gi-sppo de hoofdschuldige is. Al wat ik weet is, dat do man dien naam noemde. Ik dreigde hem, dat, als hij den naam van dengeen, die hem had omge kocht, niet op staanden voet noemde, hij binnen een uur gearresteerd zou worden. Dit bracht hem tot bezinning en dadelijk zei hij; „Dc baron del Greppo". Ik kon me dien naam later niet dadelijk te bin nen brengen, maar zoodra u hem noemde wist ik, dat liet die naam was. „Juist, dat herinner ik me", zei Mag. „Maar gelooft u, dat er soms een rede? voor zou kunnen bestaan, dat die rnan iemand noemde, die er geheel buiten stond?" Lotha haalde de schouders op. „'t Is niet aan mii dit uit te maken", zei hij. „Ik weet niet wat die man daar mee voor kon hebben. Hoe zou zoo'n kerel op den naam van den baron del Greopo komen, als deze er werkelijk geheel buiten stond ?'-- „Ja, dat heb ik mezelf ook al afge vraagd. Weet u er geen antwoord opr" „Het antwoord, dat ik hierop weet, is heel eenvoudig". „Heel eenvoudig". „Ja. Ik zou denken, dat de man de waarheid sprak". „Maar 't is nu uitgekomen, dat de baron Engeland twee dagen van te voren had verlaten". „Dat hoorde misschien bij het plan. U weet niet hoe handig en sluw de Italia nen zijn, als 't er op aankomt zoo'n plan uit te denken. Ik zou u daar veel van kun nen vertellen. Maar zelfs al heeft hij het land verlaten, is het dan niet in u opge komen, dat een lafaard, die zich wil wre ken cp een jong meisje, dat niets van hem wil weten, zich uit de voeten kan maken alvorens zijn laag plan door zijn medeplich tigen ten uitvoer te laten brengen?" Zij schudde ontkennend het hoofd. Zij was er nog steeds van overtuigd, dab de Italiaan niets met het plan van haar ont voering te maken had. Tegen den avond kwamen zij op Craig Athol aan. Onde-r de voor Sir Drummond bestemde brieven was er één van zijn naas ten buurman, Angus Keith, van Inchgar- ry, waarin deze hem schreef, dat hij hem den volgenden dag tegen de lunch hoopte te bezoeken en dat hij waarschijnlijk zijn vriend, den heer Rex Castle, die bij hem logeerde, zou meebrengen. Augus Keith kwam den volgenden och tend vroeger dan men hem had verwacht. Heb was een vochtige, kille morgen en Sir Drummond had juist order gegeven om houtblokken te brengen voor den haard in de groote hall, waar het geheele gezelschap bij elkaar zab. De knecht bracht ze en hij werd gevolgd door een der dienstmeisjes, die den koperen kolenbak en eenige vuur makers droeg. Op dat oogenblik werd er gebeld en ging de knecht haastig weg," om de bezoekers binnen te laten. De heer Keith en zijn vriend traden bin nen en Sir Drummond stond op, om ziin gasten te verwelkomen, toen een harde sJag achter licm hen verschrikt deed op zien. Het dienstmeisje had den kolenbak laten vallen, die ten onderst boven voor haar op den vloer lag. En zij keek strak naar Rex C'astle. 't Was Mary Allen. XI.. Natuurlijk was alles spoedig opgehel derd. De bottelier snelde bij het hooren van den slag toe en de knecht was reeds bezig de kolen op te vegen. Mary Allen het schrikachtige dienstmeisje, stond met een verlegen gezicht bij de deur, door wel ke zij was binnengekomen. Iedereen lachte om bet kleine intermez zo, maar niemand was verbaasd. Allen schenen te weten, dat een dienstbode wel eens een onhandigheid kan begaan. De heer Keith, van Inchgarry, kende den heer For bes reeds, maar moest nog aan Hubert Lotha worden voorgesteld, en Rex Castle moest worden voorgesteld aan beiden, aan Lotha zoowel als aan Forbes. Zoodra de kleine ceremonie was afgeloopen, waren de heeren in druk gesprek over de vooruit zichten van den twaalfden dier maand, den dag, waarop de jacht zou beginnen. J „Angus Keith was een man van tusschen de vijf-en-dertigen veertig jaar. Zijn land goed Inchgarry lag ongeveer een halluur van Craig Athol, zoodat de twee families naaste buren, zoowel als verre bloedver wanten waren; een generaal Keith was in het laatst der achttiende eenw met een Athol getrouwd. Zijn gast, Rex Cast'e, deed met zijn lan ge, lenige figuur, zijn gebruinde gelaats kleur en rechte houding op het eerste ge zicht steeds denken, dat hij officier was en als zoodanig jaren lang onc'er de tro pische zon had gediend. Hij scheen eenige jaren jonger dan zijn vriend Keith en in zijn spraak had hij een zweempje van het Noord-Britsche accent. Hij was echter nooit in het leger geweest en zijn verbran de huid was het gevolg 'van een zeer lang verblijf in Indie. Hij was de eigenaar ge weest van de bekende theeplantages op Calichar, waarvan de verkoop in het begin van het jaar in commereieele kringen zoo druk besproken was en waarmee hij een groot fortuin had gemaakt. Hij had- ver scheiden vrienden, in Engeland, meest of ficieren, die hij in Indië had gekend en die daar, in het. warme seizoen, met vreug de zijn gastvrijheid'in de bergen hadden aanvaard, of andere vrienden, die de streek bezochten om er jacht op grof wild te maken. Onder deze laatsten.was Keith. Deze had twee jaren geleden eenige maan den bij Castle gelogeerd en was nu blij een gelegenheid te hebben, zijn vriend op zijn beurt te zijnen huize in de Schotsche Hooglanden te kunnen ontvangen. Behal ve misschien Angus Keith, die er zich niet over uitliet, had niemand ooit naar R?x Castle's f am.il i eb dekkingen gevraagd en de mensclien hielden het voor een uitge maakte zaak, dat hij uit het Zuiden kwam. Dit was de man,' die nu naast Mag Athol Eat e-n naar wien minstens twee anclere personen in de hall met aandacht kelten, terwijl zij zich beiden dezelfde vraag stel den „Is deze man de oorzaak, dat den Italiaar.schen Barone bedankt heeft?" Een der personen, die zich dat afvroeg, was de heer Forbes. De ander was Hubert Lotha. Het was een allesbehalve gemakkelijke vraag. Rex Castle was geen man, die mot zijn gevoelens te koop liep, cn Maggy Athol was een dier meisjes, die zoo aan genaam en prettig in den omgang zijn, dat zij vriendelijk ziin jegens iedereen, zoodat het -zelfs voor haar intiemste vrienden moeilijk te zeggen was of zij een warmer gevoel dan vriendschap voor een man koesterde. „Zij lacht allen vriendelijk toe zonder één in het oog loopend te begunstigen", dacht Forbes, na haar on gem ei kt te heb ben gadegeslagen. Het was duidelijk, dit zij en Castle zéér met elkaar opschoten en dat het was alsof zij elkander reeds jaren kenden. Forbes> die dicht b'j hen zat, trachtte te -verstaan wat zij tot elkander zeiden, maar toen hij merkte, dat Mag zachter dan gewoonlijk sprak, begre-p h'.i, dat hij misschien onbesche'den zou zijn en eigenlijk de rol van luistervink zou spohn dus ging hij naar Sir Drummond en den heer Keith en wa-s weldra gMi~el vervuld van het onderwerp, dat /ij met elkaar be spraken de jacht. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5