Nieuwe Üaadsels.
Oplossingen der Raadsels.
Correspondentie.
SWéEH LO&EËREN.
O, Cor, ik kan het u niet zeggen
Hoeveel plezier ik heb gehad
't Is buiten toch zoo'n heerlijk leven,
Veel prettiger dan in de stad.
Om zeven uur, als ik gewoonlijk
Mij nog eens omkeer in mijn bed,
Had ik de koeien al zien melken
En in de wei gespeeld met Jet.
Dan gingen wij de kippen voeren
Eén was er bij zoo'n gulzig dier,
En 't scheen of mij dat voorbeeld aanstak,
Want heusch, 'k at eens zooveel als hier.
Des morgens hielpen wij den tuinman
De vruchten plukken voor 't dessert,
Of keken toe als Betje karnde
En als er brood gebakken werd.
Soma reden we in den ezelwagen
Dan werd er beurt om beurt gemend,;
In 't eerst was Hans nog wel eens koppig,
Maar later was hij 't best gewend.
En dan het wand'len! niet langs grachten,
Waar men de stijve boomen telt;
Noen, midden door de dichte bosschen
En dan weer langs het open veld
Wij vlochten frissche eikenkransen,
En plukten bloemen op de hei
Ja, 't was een heerlijke vacantie
Maar ach, ze ging zoo gauw voorbij......
Mijn nichtje heeft in al haar leven
Nog nooit een uur op school gezucht
Zij maakt haar thema's bij dc juffrouw;
Haar lessen leert ze in de open lucht 1
Zeg, vindt je 't niet benijdenswaardig,
Dat vrije leven dag aan dag?
Ik zeg maar Jet is een gelukskind,
Dat ze altoos buiten wonen mag
Margaretha.
Ingez;. door „Wandelende Takjes".
.i— L
Begraven jongensnamen.
Gij staat daar vrij onnoozel te kijken.
Hier is de sportkar, elk kind mag ééns den
tuin rondrijden.
Hè, *v den tuin is 't nu veel te zonnig.
Ingez. door „Robijntje."
H.
2; maar r en-3 maal d.
I- c en 1 ma,al t.
1 maaDh en 1 maal o.
Blasts die letters nu eens zoo.
Dat ge krijgt een stad' heel oud.
Dfiege in Holland vinden zoudt.
Ingez. door „Dennetakje" te Hazerswoude.
III.
Mijn geheel is de naam van een dier.
In den winter ziet men wel eens een 2, 10.
Een 1, 2, 4 is een zacht dier.
Een 5,8 kan gegeten, maai' ook gedron
ken worden.
Een 3, 8, 9, 10 is een ijverig insect.
Een 6, 2, 4 is een dier.
3, 2, is een ander woord voor Moeder.
7, 5, 9, 1 is een kleur.
Anekdoten.
Hij wist 't beter!
„Jantje, als je moeder je een kwartje mee
geeft om een kilo suiker te koopen en drie
peren, en je brengt, als je thuiskomt, nog
drie centen terug, terwijl, de peren twee een
ten per stuk kosten, wat heb je dan voor de
suiker gegeven?"
„Veel te weinig, meester."
Ingez. door „Acrobaat."
Inde school.
„Zeg eens Karei, hoe weten wij, dat de
aarde rond is?",
„Dfeut zien wij aan de globe mijnheer!"
Ingez. door Geranium".
Op zekeren morgen kwam het jongetje
eerst kwart over zeren aan de fabriek en de
opzichter zei. „Zeg r's Jantje, hoe kom jij
zoo laat vanmorgen?"
De jongen begon te schreien, en zei:
't Is zoo gegaan meneer. Onze porder heeft
een porder die hem des ochtends om 4 uur
moet porren, en nu is die porder onzen
porder niet komen porren vanochtend en
toen kwam onze porder niet om ons te por
ren, en zoo zijn wij niet gepord."
,,'k Zal 't wel eens uitzoeken," zei de opzich
ter gemoedelijk.
Ingez. door Bertha van Hooidonk.
""'en boer kwam te 's-Hertogenbosch aan
het station met een kilometerboekje en
moest naar Amsterdam. „Mijnheer," zei hij,
„hoeveel kilometers is 't van hier naar Am
sterdam
„Vier en tachtig/' antwoordde de heer.
„Zoo" zei de boer. „En van Amsterdam
nafeE hier?"
„Domme boer, dat is ook vier en tachtig."
„Zoo", zei de boer, is dat zoo natuurlijk.
Hoeveel dagen zijn er tussehen Paschen en
Pinksteren, vijftig nietwaar? En hoeveel
tusschen Pinksteren en Paschen?" De heer
smeet het loket- dicht.
L
Maas.
II.
Paardebloem, Anjer, Roos, Tulp.
Hl.
Erica.
üoede oflossmgea ontvangen van:
„Pinsterbloera" „Appelboompje" T. v. d.
Kwast, „Foksia" „Padivindster", Tine
Koene, H. Speel, Betsie en Ane Anneeze,
„de kleine Franschman" „Wilde Roos",
„Orohidée", „de twee J's," „Erica",
„Kerstroos", .„Kleine Mien" Hendrika en
Lodewijk Lacourt, Henri Veggel, Laurens
S eg aar, „Denneboompje", Annie de Graaf,
Nico Moonen, „Geranium" Bertha var. Hooi
donk, Jaoobus Laman, „Robijntje", Gustaaf
Ammerlaan, Jacobus Montfoort,'Maria Kou-
wenhoven, Anthonie van der Rijst, Neeltje
de Kloe, „Broer en zus", „Mimosa",
„Nachtegaal", Dirk Houthoff, „Laterus",
„Resida", Piet v. d. Walle, „Michiel de
Ruyter," Betsie Righart van Gelde-r, „de
twee Gebroeders" Adrianus Schouten, An-
toon en Anna Hoogeveen, „Breistertje",
Maria v. d. Burgh, Jacob Lankhorst, Dirk
Bergman, Cato Coster, „Treurwilg", „Rot-
te-ralammetje", „Acrobaat" W. Beaming,
Mientje Serlie, „de kleine Adelborst",
„Kleine Winkelier", Jo Eggink, Jan Hors
man, Antoon v. d. Kwast te Leiden.
Corry en Zus Dorrepaal te Koudekerk.
J. Horsman, te Leiderdorp.
Johanna Doorneveld, Suzanna en Alada
Rotteveel te N oo r d w ij k.
Rika FLiin, Willem Flim, Hendrik Jesse,
te Oegstgeest.
„Florist" te Sassenheim.
Maria Zonneveld, te Voorschoten.
Marie v. d. Loo, te Wassenaar.
Adriana Vogelaar, „Leeuwerik", te Z o e-
terwoude.
Prijzen vielen ten deel aanMientje'Serlie
te L e i d e n, Suzanna en Alida Rotteveel te
N o o r d wij k.
„Goudvink". Ik vond 't best, dat
Willem zijn brief bij je had ingesloten. Je
ingezonden anecdote hoop ik na de vacantie
te kunnen plaatsen. Vriendelijke groetjes.
W. B e n n i n g. Welzoo vriendje, ben je
pas jarig geweest? Hartelijk geféliciteerd
hoor. De cadeaux, waarover je me schreef,
vind ik héél mooi. Ik kan me voorstellen,
dat je veel pleizier hebt in dat zelf-druk-
derijtje, doch voor je briefjes en bijdragen
moet je het liever niet gebruiken.
„M ichiel de Ru ij te r". Met ge
noegen vernam ik je groote ingenomenheid
met het gewonnen prijsje en gaarne zal ik
je dank, den heer uitgever overbrengen. J^
schuilnaam deed me weinig vermoeden,-
welk vak je gekoeen hebt, vriendje. Ik^
was on willekeurig geneijpd t* decken, daij
den zeedienst je aantrok, maar ie, dat ik
me erg vergist heb. Waarom neem je ala
schuilnaam niet het lievelingsvak, dat je
gekozen hebt?
„A c r o b a a t". Je vermoeden was
juist. Ik ontvang inderdaad veel minder,
brieven dan gewoonlijk, want de kinderenj
hebben het nu te druk met de examens
en de plannetjes voor de a.s. vacantie.
„B roer en Zu s". Ik houd dolveel van
rozen, want de roos is mijn lievelingsbloem.-'
Ik kon evenwel geen tijd vinden oca naar)
de tentoonstelling te gaan. Prettig voon
je, dat je nu binnenkort vacantie krijgt;]
het is maar te hopen, dat die door mooi'
weer begunstigd zal worden.
Anthonie v. d. R ij s t. Hartelijk ge
féliciteerd met je bevordering tot de 5de
klasse. Nu kan je pas recht van je vacantie
genieten, want nu behoef je natuurlijk niet
te werken.
„Robijntje". Welk een prettig voor
uitzicht is het voor je om na de vacantie
bij de gymnastiek-vereeniging te komen.
Ik vind 't heel aardig van je. dat je in d*
vacantie wat raadsels en anëcdoten wilt
verzamelen. Vriendelijke groetjes en veel
pleizier.
„G r a n vu m". Welzoo, ga jij met zus
in Dordrecht logeeren? Nu, dat is wel eens;
aardig voor jullie. Dördt is een lief, net
stadje.
Nico Moonen. O vriendje, welk een
heerlijk vooruitzicht! Wat prettig toch, als,
jullie op school flink je best doen, dan
heb je zoo'n heerlijke vacantie. Het is
een mooi uitstapje, dat je gaat maken en
je treft het bijzonder met die tentoon
stelling.
„R o z e r o o d". Het is wel jammer,,
dat je je niet wat vroeger hebt aaaige-
meld, doch ik heet je niettemin hartelijk;
welkom in onzen kring en hoop, dat ik na'
de vacantie op je geregelde modewerking
zal mogen rekenen.
Anne de Graaf. Het kan wel eens
voorkomen, dat je van de opgegeven raad
sels er één niet kunt oplossen, maar dat
vind ik zoo erg niet, meisje.
„D enneboompj e". Gelukkig, dat
je nu weer in zoo verre hersteld bent, dat
jc althans geregeld naar school knnt gaan.'
Toch zal je 'nog heel voorzichtig moeten
zijn met kou vatten enz.
„F u ch s i a". Je Moe heeft het bijzon
der getroffen, dat ze op de rozententoon-i
stelling ook H. M. de Koningin heeft ge-,
zien, een buitenkansje dat niet eiken dag-
voorkomt.
„W i 1 d e R o o Met genoegen ver
nam ik je groote ingenomenheid met ons
nieuwe feuilleton.
Betsy en Arie Anneeze. Ik kan.
me wel voorstellen,, dat jullie het heel
prettig vinden, dat je Moe weer thuis is,'
doch het is maar te hopen, dat het haar,
nu niet aan de noodige rust zal ontbreken,,
want anders zou ze er niet beter van wer
den.
Ik wensch jullie van hartë het beste met
je lieve patiënte!
T. v. d. K w a s t. Jullie waart zeker wel
erg veirmoeid,, toen je 's avonds thuisj
kwamen; want zulke dagreisjes vallen iiv
den regel niet mee. Je moet me later maar
eens vertellen, wat je alzoo gezien hebt
Vriendelijke groetjes.
MARIE VAN AMSTEL.