Bosschen in Turkije. STOFGOUD. RECEPT» AI.I.;BïUUEI. in het Rijndal duidelijk te onderkennen is. Aldus zijn ook de bronaders tot op groote diepte geplooid. Hoe dieper, des te meer door den inwendigen gloed van de aarde verwarmd, spuit het minerale water uit dergelijke, aangeboorde lagen te voor schijn en wel des te hooger, naarmate de bronader van het punt, waar ze aangeboord werd, nog verder omhoog stijgt. Op over eenkomstige wijze werkt de aanvankelijke samenpersing van de koolzuren op de plaats, waar het water zich verzamelt, wel ke persing echter zeer spoedig ophoudt. Het water bevat ook steeds het zeer ge lijkmatig en fijn verdeelde ijzererts, dat in menigte daarin is opgelost. Vandaar de benaming staalbron en de inktachtige smaak van het onbewerkte minerale water. Bij de zuivering wordt het koolzuur kunst matig door hoogen druk uit den gasvormi- gen toestand vloeibaar gemaakt en tot een sneeuwachtige, ontzettend koude massa toebereid. Zulk vloeibaar koolzuur werd het eerst microscopisch in kwarts van gra niet ontdekt, dat onder geweldige atmosfe- rischen druk moet zijn ontstaan. De „Continentale Holzzeitung" deelt een bericht mede, waaruit blijkt, dat Tur kije in zijn boschbeheer even nalatig is als in zoovele andere zaken. Het bericht betreft het „Belgrader Woud", dat niet alleen een schoon, over-oud beeld van het typisch „Pontusbosch" is, maar tevens het proef- terrein voor de eenige jaren geleden te Bagtscheköj opgerichte school voor bosch cultuur. Het behoud van dit uitgestrekte, uit kastanjes, essohen en eiken bestaande boschgebied is aan Sultan Mahmoed II te danken. Hoewel het voor proefterrein bestemd word, is van het invoeren van behoorlijke houtvesterij geen sprakeveeleer laat men het in weerwil der op een millioen Turk- eche ponden geschatte waarde aan ouder domszwakte te niet gaan. Wel schijnt de school te Bagtscheköj over groote, goede leerkrachten te kunnen beschikken, maar als zoo dikwijls in Turkije blijkt de regee ring daarvan geen nuttig gebruik te maken, vooral door verkeerde keuze der bestuur ders. De volgende geschiedenis werpt een ka rakteristiek licht op de heerschende ver houdingen. Zij handelt over 1100 festmeter werkhout, die oorspronkelijk voor de paleiswerkplaat- ann van Abdoel Ha mid geveld waren, en in 'het Belgrader woud begonnen te rotten, toen er toevallig de aandacht op viel en ze publiek geveild werden. Bij die veiling ,werd uitdrukkelijk bepaald, dat het bosch- bestuur niet aansprakelijk was voor ver mindering in de opgegeven hoeveelheid, en de kooper onderwierp zich aan die voor waarde. Eenige maanden later kwam die kooper op de zaak terug met de bewering, dat het destijds door de commissie geschat te getal festmeters niet aanwezig was. Het boschbestuur ging daarop in, maar in plaats van een geldelijke vergoeding te geven, stond zij hem toe zich door omgevallen en nog staande afgestorven boomen schadeloos te stellen, welk verlof door het ministerie van boschwezen goedgekeurd werd. Een voor toezicht aangewezen ambtenaar wilde de verantwoordelijkheid niet op zich nemen en zoo ging een jaar voorbij, waarin de kooper zich niet met gevelde en afgestor ven boomen vergenoegde, maar door het vellen van gezonde, krachtige stammen groote verwoestingen in het bosch aanricht te. Toen hij daarvoor voor het gerecht ge daagd werd, beweerde hij nog 140 festme ter te kort te komenhet districtsbestuur protesteerde, maar het ministerie vond zijn klaoht billijk en stond nog schadevergoe ding toe. De leeraren aan de boschbouwschool heb ben een onderzoek naar het behoorlijk in cultuur houden van het „Belgrader woud" ingesteld, maar de middelen daarvoor wer den niet ter beschikking gesteld. De oude boomen vervuilen verder, gebrek aan licht en lucht laat het bosch afsterven, een trouw beeld van den eigenaar, den Turk- schen Staat zelf. R1AKREEL. De makreelen vangst vormt een niet on belangrijk onderdeel der vissclierij. In de Noord-Europeeeche zeeën wordt per jaar 50 tot 80 millioen K.G. buit gemaakt. In de wateren van Amerika was de vangst vroe ger nog grooter; maar sedert 25 jaar is de hoeveelheid zoo sterk gedaald, dat de Regeering de oorzaak wilde opsporen. Te dien einde nam zij mede deel aan den int-af- nationalen hond voor diepzee.onderzoek, die de studie der makreel op haar programma had staan. Tot op heden kent men niet veel meer dan den trek der makreelen. In het voor jaar naderen zij de kust, om daar kuit te schieten. Dan worden zij bij gToote hoe veelheden gevangen. Nadat eind Juni en be gin Juli de eiertjes zijn uitgekomen, blijven de jonge dieren nog eenigen tijd op dezelfde plaats om dan te verdwijnen. Zelden ving* men jonge makreelen van 2 c.M. grootte. Dieren van een lengte van 7 c.M. heeft men in groote hoeveelheden buit gemaakt. Sedert men ontdekt heeft, dat de dieren ook op den bodem der zee, met netten, die den grond raken, te vangen zijn, -weet men meer van den trek dier dieren. Deze be staat in het zwemmen van de kust van N.-W. Europa's continent, waar de vissollen kuit schieten, naar de diepten van de noor delijkste Noordzee, het Britsche Kanaal en den Allantischen Oceaan. Dat de makreelen de Amexikaansche kust verlaten, noemt men nu een voorbijgaand verschijnsel, dat niet een speciale oorzaak heeft, maar in de visscherij, o. a. in de haringvisecherij, wel meer voorkomt. De ontevredenen zijn de uitverkorenen der nieuwe maatschappij. Droz. Zonder burgerlijke en staatkundige op voeding is het souvereine volk een kind, dat met vuur speelt, en elk oogenblik ge vaar loopt brand te stichten. P estalozzi. Een premie op hef baden. Een. eigenaardige premie werd onlangs uitgeloofd in een groote fabriek te Chica go. De arbeiders waren buitengewoon veel ziek en de doktoren schreven dit toe aan hun groote onzindelijkheid. De directie moest dus trachten de lichaamsreinheid te bevorderen en zij nam daartoe haar toe vlucht tot een origineel middel. Voor ieder bad, dat een arbeider nam, werd hem 40 ets. uitbetaald. Natuurlijk werd liet bad' met zeep en handdoek gratis verstrekt. Dit middel had een reuzensucces en er werd zoor veel gebaad, dat de directie spoedig slechts voor 1 bad per week 40 ets. uitkeerde. De arbeiders mochten echter dagelijks gratis baden. De kosten van dezen maatregel be dragen jaarlijks 120,000 gulden. Echter is de gezondheidstoestand ïeeds in korten tijd buitengewoon vooruitgegaan, wat natuur lijk den arbeid ten goede komt. („V. M.") -gcM'i I 1 ft1 II II HIM IT I iiiTr»'! p Cirkelzaag van papier. Tegenwoordig wordt papier in de indus trie onder iederen denkbaren vorm en voor alle mogelijke dloeleinden gebruikt. Door samenpersing is men er in geslaagd het zoo hard te maken als steen, zoodat het ak bouwmateriaal gebezigd k-nn worden. Volgens den „Svensk Export" bestaat er in Engeland een fabriek, die circelzagen van papier vervaardigd. Deze circelzagen worden gebruikt voor fijn fourneerhout en ander houtwerk, dat met bijzondere zorg behandeld moet wor- den. Op een Engelsche tentoonstelling was eerugen tijd geleden een van teekenpapier vervaardigde zaag geëxposeerd. Deze zaag werd door een eleetrischen motor in bewe ging gebracht en leverde zulk een fijne plan ken ai, dat men van ö!e beste stalen zaaa ndet beter zou kunnen verwachten. cq deze wijze bewerkte fourneerhout ia zoq glad, dat het Z/onder extra-naschaving dooq de mijnwerkers gebruikt kan worden. („Ned. Exp.blad.") Potage crêm© df'orge. 2 L. water, 500 gr. kalfspolet, 100 gr. gorf 1 d. L. kookroom, 2 eierdooiers, eei^ eetlepel fijngehakte peterselie, zout, peper^ nootmuskaat en 2 eetlepels slagroom. Bereiding. De gort in het water gaar la--, ten koken, ruim 2 uur. Intusschen van dq poulet bouillon trekken en dezen daarin* door een fijn zeefje gieten. De gezeefde bouillon aan de kook brengen, daarbij voe-, gen de gort met water of wel het gezeefde gortnat, dit naar verkiezing, en roerend®, eeaiige minuten laten doorkoken. Eier-j dooiers en kookroom in de soepterrinno flink kloppen, hierbij een weinig peper enj nootmuskaat voegen, de gehakte peterselie, een paar lepels geklopten slagroom en lang.' zaam, onder flink roeren, de heete soep. Wat vader zei. - „Hoever is 't loopen van hier naar naaste café „Een halfuur heen en twee uur terug." „Hoe kan dat nou, ventje?" „Heusch meneer, vader zegt het, en die komt er eiken avond." De pantalonplooi. Op een grindweg in den omtrek van Ber lijn had' onlangs een aardig voorval plaats. De weg was pas nieuw begrind en een stoomwals was bezig den grond glad te ma ken. Op een gegeven oogenblik trok de man, die de locomobiel oestuurde, zijn broek uit. De voorbijgangers kijken verbaasd toe. De man echter vouwt zijn broek zorgzaam op en legt haar op d n gladden weg vlak voor de machine, stijgt weer op en rijdt de wals over het kleedingstuk heen. Dan trekt hij, alsof er niets gebeurd was, zijn broek weer kalm aan, kijkt lachend naar de toesohouwers en vraagt: „Wat zegt u nu wel van mijn keurige plooi?" Leer omleer. Een boer kreeg een huzaar in kwartier, die zich nogal onhebbelijk gedroeg. Zoo trok hij aan den maaltijd zijn sabel uit en legde deze naast zich op tafel. De boer ging even de kamer uit en kwam terug met een hooi vork, die hij eveneens naast zich op tafel leg de. „Wat moet dat?" vroeg de huzaar bavsch. „Niets", antwoordde de boer, „maar ik dacht zoo: bij een groot mes behoort een groote vork". Goedkoop ekuur. „Wat hoor ik, is u thans in een haringzëak in betrekking?" „Ja, de dokter heeft me zeelucht Voorge schreven". Ook M usicaal. Een late bezoeker van het Kurhaus, die tl? concertzaal binnenkomt: „Ober, wat spelen ze nou?" „De „negendie Symphonic", mijnheer."- „Jongen, jongen! de negende al, is het al zoo laat?" Drukke eenzaamh e i d. Uit het prospectus van een hotel in Zwit serland. „Wieabaoh is een geliefkoosde verblijf plaats van hen, die van eenzaamheid hou den. Voortdurend komen er hier van de vier hoeken der wereld groote gezelschap pen van mensohen, die dë eenzaamheid zoeken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 18