N®. T63S9 4 .Juli. A0. 1913. §eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. DE UITSLAG Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. De wettige erfgenaam. PKIJS DER ADVERTENTIEN Van 1o Tegels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Srootere lettere naai plaatsruimte, - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oenta oontant j elk tiental woorden meer 10 Oents, Voor het inoasseeren wordt ƒ0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT» Voor Leiden per week 9 Oents j per 3 maanden f 1,10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn a 1.30. Franco per post 1,55. van de stemming voor den Ge meent er aad alhier, wordt hedenavond door ons op de gewone wijze aan ons Bureel en bij de heeren ARNOLD, Breestraat, SOMER- WIL, Hoogewoerd, ZIRKZEE, Steenstr. h. Beestenmarkt, bekend gemaakt. HINDRRWJGT. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet; Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat door hen op hed'en vergunning is ver leend aan GEBRS. MULDER, en rechtver krijgenden tot het oprichten van een hout zagerij op het perceel Maredijk. Sectie L No. 637. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 3 Juli 1913. Leiden, 4 Juli. In verband met het 25-jarig jubileum als ambtenaar der gemeente Leiden werd. hedenochtend de heer J. Romanesko, al gemeen markt- en havenmeester, gehuldigd door het pesoneel van den veekeurings dienst aan de veemarkt alhier. De heer M. Flohil, die, in zijn kwaliteit van plaatsvervangend distictveearts, meer dan twintig jaren aan den keuringsdienst van Rijkswege heeft medegewerkt, richtte tot den jubilaris namens het geheele per soneel (zoowel van Rijks- als gemeente wege) het woord en wenschte hem geluk. Teven9 werd hem een blijvend aandenken aan dezen dag geschonken. De jubilaris dankte met eenigo harte lijke woorden voor de welwillende belang stelling. Het bestuur der afdeeling Leiden der Koninklijke Nederlandsche Weerbaarheids- Vereeniging heeft aan de. leerlingen der hoogere klassen van het Gymnasium, de H. B.-S. en eenige andere scholen doen toekomen propaganda-boekjes, opgesteld door het hoofdbestuur dier vereeniging. De Commissaris der Koningin in Zuid- Holland heeft aangewezen als voorzitter van de Gezondheidscommissie te Zoeter- meer het lid dr. P. Vermeulen, arts te Hil- legersberg. H. M. de Koningin heeft f 100 geschon ken ten behoeve van de noodlijdende Ned.- Herv. Gem. te Smyrna. Mr. P. J. Troelstra heeft, in verband met de uitnoodiging, om a.s. Zaterdag ter conferentie bij H. M. de Koningin op Het Loo te komen, zijn buitenlandsche reis reeds onderbroken en zal zich dus niet direct uit het buitenland, maar uit ons land naar Het Loo begeven. Gisteren vertoefde bij tot 's middags in zijn woning te Scheveningen, maar heeft daarna Den Haag weer verlaten. In de vergadering van gemachtigden voor het kiescollege van de Ned.-Herv. Gem. te Feijenoord is voor de derde pre dikantsplaats het volgende drietal opge maakt: ds. J. J. A. Herman, te Olden- zaal; ds. H. J. de Groot Gzn., te Voorst, en dr. J. D. de Lind van Wijngaarden te Putten. Staande de vergadering is tot predikant uit het drietal gekozen dr. J. D. de Lind van Wijngaarden te Putten, op wien de kerkeraad het beroep zal uitbrengen. ,,De Ned.'' verneemt van betrouw bare zijde, dat de ongesteldheid van ds. Vunderink, pred. der Ned.-Herv. Gem. te Haarlem, niet van ernstigen aard is. Gisteren is te Amsterdam een aan vang gemaakt met het afnemen van het examen ter verkrijging van een akte van bekwaamheid voor het deurwaardersambt, ingesteld door de Vereeninging van Deur waarders bij de verschillende rechtscol leges in Nederland en den Bond van Pro cureurs- en Deurwaardersklerken in Ne derland. In de examen-commissie heeft zitting mr. Ph. B. Libourel van Leiden. Onder degenen, die zich voor het examen kwamen aanmelden, was ook een deur waarder. De commissie besliste echter, dat deze niet tot het examen kon worden toe gelaten, omdat hem bij niet-slagen een brevet van onbekwaamheid voor zijn be roep zou worden uitgereikt. In een gehouden comité-generaal van den Raad van Amsterdam is het van het college van curatoren der gemeentelijke universiteit ingekomen voorstel behandeld, om dr. L. E. J. Brouwer, buitengewoon hoogleeraar in de wiskunde, op een nader te bepalen datum te benoemen tot gewoon hoogleeraar in dat vak. Dit voorstel werd gedaan, om deze on derwijskracht van Europeesche vermaard heid, waarop de universiteit te Groningen beslag wilde leggen, voor de gemeentelijke lioogeschool te behouden. Daar professor dr. D. J. Korteweg, ho jg- leeraar in de wiskunde, mechanica en ster renkunde, binnenkort zijn ontslag zal vla gen, kan de benoeming van dr. Brouwer tot gewoon hooglceraar geschieden zonder buitengewoon bezwaar der gemeente-finan- ciën. Ofschoon de benoeming in het openbaar moet geschieden, staat wel vast, dat de door het college van curatoren voorgestel de regeling zal worden aanvaard. Immers, in het comité-generaal zijn daartegen geen bezwaren vernomen. Naar het „Hbl." verneemt, heeft mr. S. de Vries Czn., wethouder van onderwijs, te Amsterdam, zich, wanneer het gemeen tebelang dit eischte, bereid verklaard met zijn collega's in het dagelijksch bestuur de vraag eener wisseling van zetels in het col lege te overwegen. Echter moet reeds vast staan, dat de heer De Vries niet het wet houderschap der openbare gezondheid am bieert. De heer F. P. H. M. van Miert, ka nunnik en pastoor der St.-Josefparochie to Breda, die Woensdag tijdens een kerkelijke plechtigheid door een beroerte werd ge troffen, is Donderdagmorgen vroeg overle den. Naar aanleiding van het feit, .dat bij de verkiezing van leden van Ged. Staten in Overijsel op de beide aftredende, recht- sche loden 25 stemmen wetden uitgebracht, terwijl de rechterzijde in de Staten toch slechts 24 leden telt, schrijft men aan do „N. R. Ct." dat het liberale lid van Ged. Staten, de heer Jordens, zijn stem bij die van de rechterzijde voegde, aangezien hij het, naar hij verklaard heeft, „onvriend schappelijk" vond, zijn medeleden niet te herkiezen. Aan mej. Flieringa, te Joure, onder wijzeres aan de Chr. school aldaar, word eenige maanden geleden ongevraagd ont slag verleend, omdat zij gesolliciteerd had aan een openbare school. Thans heeft zij evenwel van den schoolraad bericht ont vangen, meldt men aan liet „N. v. Fr.", dat zij in haar betrekking gehandhaafd blijft. Zij is dus in hét gelijk gesteld. Men bericht aan de ,,N. R. Ct.", dat de Prov. Staten van Friesland Dinsdag naar alle waarschijnlijkheid den heer H. van Kol tot lid van de Eerste Kamer zul len benoemen. Gistermiddag vertrok de groote histo rische optocht van het cavaleriepark te Zutphen. Het weer was dreigendhet was een prachtige stoet van meer dan 400 per sonen in de rijkste kostuums uit het Bour gondische tijdvak met nog eenige groepen uit de perioden vóór en na dien tijd. Het publiek genoot zeer van de tentoongestelde pracht en praal. Door de marktcommissie werd een oorkonde aangeboden aan den hoofdpersoon Karei den Stoute. Zijn gema lin, hertogin Margaretha van York, kreeg bloemen. De hertog droeg de hertogelijke kroon bij zijn koperen harnas, waarover een prachtige roode mantel met hermelij nen kraag. De hertogin zat ook te paard. De naaml. vennootschap Furness' Scheepvaart- en Agentuur-Maatschappij moldt aan do „N. R. Ct." Het plan tot het inrichten van een scheepsbouw- en reparatiewerf bestaat niet bij de Engelscho iirma Furness, Withy Co. Ltd., doch bij de Ned. naamlooze ven nootschap Furness' Scheepvaart- en Agen tuur-Maatschappij te Rotterdam, welker aandeelen zich voor een groot gedeelte in handen van Ned. kapitalisten bevinden. Er kan ook geen sprake zijn van aankoop van terreinen te Schiedamwij zijn slechts naar verschillende zijden in onderhandelin gen tot liet verkrijgen van een geschikt ter rein, hetzij in huur of in eigendom. Eindelijk is het volstrekt niet ons hoofd doel, met de bestaande scheepswerven n concurrentie te tredende nieuwe onder neming wordt hoofdzakelijk in het belang van ons reederijbedrijf op touw gezet. In de zitting van de Prov. Staten van Noord-Brabant bracht het lid Yerstraaten ter sprake de kwestie der kanalisatie van de Maas volgens het ontwerp-wet. Een goe de oplossing in dezen meende spreker te vinden door het aanleggen van een kanaal van Grave naar Gewanden. In antwoord hierop deelt de voorzitter mede, dat deze kwestie bij Ged. Staten een zaak van groote bezorgdheid heeft uitge maakt en dat Ged. Staten tot de conclusie zijn gekomen, dat het niet voor het Noord oostelijk deel van Noord-Brabant, maar vooral voor het zuiden der provincie een groote ramp zou zijn, als dit ontwerp-wet tot wet verheven zou worden. Daarom heb ben Ged. Staten aan den hoofdingenieur van don Waterstaat opgedragen aan de Re geering te adviseeren, om deze kwestie, vooral met de bezwaren, die voor het zui den hierin gelegen zijn, het ontwerp-wefc te wijzigen. HOOFDDORP. De 13-jarige J. K., te Hoofddorp, speelde met andere jongens, en gebruikte daarbij een knipmes, waarmede hij al zwaaiende op de jongens af kwam. Den 12:jarigen J. de B., raakte hij en stak hem, geheol zonder moedwil, in den schou der. De wond, die veroorzaakt werd, was wel niet gevaarlijk, maar toch bloedde zij zoodanig dat de jongen moest verbonden worden. De jongen met het mes was zoo danig geschrokken, dat hij geen raad meer wist en vluchtte. KOUDEKERK. De heer A. H. Goldberg, van Hazerswoude, gemeenteopzichter alhier, heeft wegens drukke werkzaamheden eervol ontslag aangevraagd. De Raad vergadert a. s. Maandagmor gen te elf nren. TER-AAR. De collecte van het fonds van den Gewapenden Dienst heeft opge bracht f 37.421, een bedrag, dat voor doze gemeente nooit is bereikt'. Geween tcraailsverkieziugeu. A1 p h e n. Uitgebracht 765 geldige stem men. Hiervan verkregen de hoeren J. B. Bes (R.-K.) aftr. 427, D. Boot (C.-H.) 488, A. Pannevis (lib.) 354, Th. Spreij (C.-H.) aftr. 558 en J. Vlasman (R.-K.) aftr. 520 stemmen. Gekozen zijn derhalve de heeren J. B. Bes, D. Boot, Th. Sprey en J. Vlasman. Haarlem. District I. Uitgebracht 2046 geldige stemmen. J. L. E. I. Breda Klei- nenberg (U.-L. aftr.) 646, mr. A. Bruch (A.-R.) 852, J. Joosten (S.-D.) 667, E. Le vert (vrijz., aftr.) 511, L. J. C. Poppe (S.-D.) 623, P. J. van Ravesteijn (v.-d.) 500, J. Spiesz (S.-D.) 572. en J. H. Visser (R.-K., aftr.) 841 stemmen, zoodat herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren J. L. E. I. Breda Kleinenberg (U.-L.), mr.. A. Bruch (A.-R.), J. Joosten (S.-D.), L. J. C. Poppe (S.-D.), J. Spiesz (S.-D.) en J. H. Visser (R.-K.). District II. Uitgebracht 2559 geldige stem men. Joh. de Breuk (lib. aftr.) 1060, C. A. M. Jonckbloedt (R.-K.) 892, J. Joosten (S.-D.) 845, L. Peper (S.-D.) 691, L. J. C. Poppe (S.-D.) 742, mr. dr. H. R. Ribbius (v.-l., aftr.) 1019, J. Schreuders (U.-L., aftr.) 941, J. Spiesz (S.-D.) 673 en mr. S. H. Vening Moinesz (v.-l.) 940 stemmen, zoodat herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Joh. de Breuk (lib.), C. M. A. Jonckbloedt (R.-K.), J. Joosten (S.-D.), L. Peper (S.-D.), L. J. C. Poppe (S.-D.), mr. dr. H. Ribbius (v.-l.), J. Schreuders (U.-L.) en mr. S. H. Vening Meinesz (v.-l.). District III. Uitgebracht 2933 geldige stemmen. Mr. D. H. Andreae (v.-l.) 988, M. de Braai (A.-R. aftr.) 1857, H. Bregonje (v.-d., aftr.) 1109, dr. K. E. de Jong (C.-H., aftr.) 1176, J. Joosten (S.-D. A.-P.) 947, M. L. A. Klein (R.-K.) 986, L. Peper (S.-D. A.-P.) 772, L. J. C. Poppe (S.-D. A.-P.) 874, J. Spiesz (S.-D. A.-P.) 786, H. A. M. v. Veen (v.-d.) 778 stemmen, zoodat herstem ming moet plats hebben tusschen de heeren Andreae, Bregonje, De Jong, Joosten, Klein cn Poppe. Gekozen do heer Do Braai. Heemstede Dr. E. A. iï. Droog 676, H. H. Hoeker 520, T. H. de Koek van Leeuwen 388, J. v. d. Plas 520, J. Tates 424, mr. P. G. v. Tienhoven 556, H. H. Waller 620. Herkozen de heeren Droog, Hoeker, v. d. Plas, Van Tienhoveu en Waller. Ls s e. De heeren J. Riggel 710, G. Tromp 740, H. van Graven 412, C. Lange- veld 595 en P. Warmerdam 423 stemmen. Volstrekte meerderheid 414. Gekozen al dus de heeren J. Iiiggcl en G. Tromp, af tredende, alsmede de heeren C Langeveld en P. Warmerdam. Schoten. Vacature-Dé Braai (A.-R.), E. de Graaf (a.-r.) 527, A. v. Rigteren (v.-d.) 203, A. Stijntjes (S.-D. A.-P.) 474. Herstem ming tusschen de heeren De Graaff en Stijntjes, Periodieke verkiezingen C. Bies (S.-D. A.-P.) 461, A. G. Boeree (S.-D. A.-P.) 469, W. F. Lofèbrc (S.-D. A.-P.) 465, A. Knol (S.-D. A.-P.) 449, S. Olio (R.-K.) 489, G. F. H. Pruschen (v.-d.) 204, J. v. Roon (v.-d.) 227, W. v. Schie (R.-K. aftr.) 503, G. E. A. Teeuwen (R.-K. aftr. 518, G. de Vries (C.-H.) 484, B. v. d. Wal (v.-d.) 190 en P. Wezel (v.-d.) 197. Herstemming tusschen de heeren Bies, Boeree, Lefèbre, Knol Olie, Van Schie, Teeuwen en Do Vries. Valkenburg. Meer animo dan ge woonlijk was er hier bij de stemming voor drie leden van den Raad. Van de 102 kies gerechtigden kwamen er 71 op; één biljet werd van onwaarde verklaard, het aantal geldige stemmen bedroeg dus 70 on de vol strekte meerderheid 36. Herkozen werden met respectievelijk 59 en 44 stemmen de beide aftredende leden, de heeren H. Binnendijk en C. Jansen en gekozen met 42 stemmen de heer C. Barn- hoorn. Op elk der twee andere candidaten werden 25 stemmen uitgebracht. Woerden. Uitgebracht 806 stemmen. Herkozen de heeren S. Brunt Wzn. met 500, N. de Kruif 475, P. C. Verkerk 412 stemmen. Gekozen de heer H. Brunt Jzn., met 429 stemmen. De heer D. Meijer (aftr.) kreeg 337, en K. Burghout 24-4 stemmen. Woubrugge. lste stembureau, Wou- brugge, de heeren W. A. Boot 77 stemmen, J. van Dam 86 stemmen en A. Peters 74 stemmen 2de stembureau, Hoogmade, de heeren W. A. Boot 14 stommen, J. van Dam 85 stemmen, en A. Poters 81 stemmen. Gekozen de heeren J. van Dam en A. Peters, beiden aftredend. Zaandam. Er 'waren zeven zetels te be zetten. District I (2 plaatsen)uitgobracht 1172 geldige stemmen. J. Borsjes, S.-D. A.-P., 606, A. Fris Gz., A.-R. 396, D. R. van der Laan, S.-D. A.-P. aftr. 628, en Jr van de Stadt Jr., U.-L., 299 stemmen. Herkozen do heer D. R. van der Laan, S.-D. A.-P., aftr., cn gekozen J. Borsjes, S.-D. A.-P. District II (3 plaatsen); uitgebracht 1024 geldige stemmen C. van Bohemen, S.-D. A.-P. 435, A. Fris Gz., A.-11. 378, Jac. Groen, S.-D. A.-P. aftr. 478, A. M. Pelt, U.-L. aftr. 257, F. H. L. H. van Pelt, R.-K. aftr., 399, A. C. Spigt, S.-D. A.-P. 408, en dr. E. van de Stadt Kz. v.-d. 225 stemmen. Hersteming tusschen de hoeren C. van Bo hemen, S.-D. A.-P., A. Frits Gz., A.-R., Jac. Groen, S.-D. A.-P. aftr., A. M. Pelt, 7) „En hij is haar gevolgd tot de plaats, waar zij nu is. 't Was hem dfuj wel ernst zou ik zeggen". „Ja, dat was het ergste, 't Was hem vreese-lijke ernst. Nu, Mag is ten minste ontkomen aan het gevaar van er van door te gaan met een Italiaansehe barone". „Ik denk, dat dit het gevaar was, dat Andries door het hoofd heeft gespookt". „Dat staat bij mij vast. Ik geloof, dat we ten opzichte van Mag nu gerust kunnen zijn. Zij heeft een open oog voor alles, wat humoristisch is. Zij geeft een allergrap pigste beschrijving van het gebeurde, voor al van de laatste scène. De man heeft gehuild, ^echt gehuild! Ja. daar kom je toe, als je de sentimentaliteit aankweekt". Gedurende het verdere gedeelte van den dag kwam Sir Drummond a.f en toe terug op het gevaar, waarin zijn dochter ver keerd had. Zijn bezoeker merkte echter wel, dat hij zich niet meer ongerust maakte over hetgeen Andries Macfee had gezegd, en er niet meer over scheen te denken naar <zijn dochter te gaaii. Ook op de visioenen, die Andries met betrekking tot Douglas Athol had gehad, zinspeelde hij met geen enkel woord meer. De heer Forbes ging dien avond vroeg naar bed. Dien middag had hij met Sir Drummond een lange wandeling over de heide gemaakt en daar hij in den afgeloo- pon nacht in den trein slechts een paar uren had kunnen slapen, was hij blij, toen hij in zijn bed lag. 't Was hem alsof hij ternauwernood de oogen gesloten had, toen hij plotseling merkte, dat hij overeind in zijn bed zat, en zich verbaasd afvroeg of hij een nacht merrie had gehad en zich daarom missohien verbeelde, dat er een luide gil had weer klonken in dien vleugel van het kasteel, waar hij sliep. Hij streek een lucifer aan en zag nu, dat het even over middernacht was, zoodat hij drie uren moest hebben geslapen. Hij blies de kaars weer uit en wilde zich juist weer uitstrekken, toen hij weer een bangen gil hoorde, en toen nog een, en nog een. Hij was reeds op leeftijd en daardoor voorzichtig en niet voortvarend. Maar in dien gil, dien hij had gehoord, was iets, dat hem belette aan zichzelf te denken, om zelfs even met zichzelf te overleggen wat hij in dit geval eigenlijk moest doen. Hij sprong uit het bed, sloeg haastig eenige kleedingstukken om en stak dé voeten in een paar pantoffels. Toen keek hij om zich heen, om te zien of er niets was, dat hem tot wapen kon dienen; maar hij von<j niets anders dan een kleine, maar stevige koperen gordijnroede, die een der dienst boden bij vergissing in. een hoek had laten liggen. Op het oogenblik, dat hij de kamer ver liet, keerde zijn gewone voorzichtigheid echter weer tot hem terug. Geruischloos liep hij de gang door en keek over de trap leuning naar beneden. Toen zag hij, dat den deur van de bibliotheek open stond en dat een stroom van licht daar doorheen in de vestibule viel. Dit was hem voldoende. Hij snelde de trap af en liep naar de ge opende deur der bibliotheek. Slechts één blik wierp hij'naar binnen; toen deinsde hij met een kreet van ontzet ting terug. Een halfgekleede vrouw lag met bebloed hoofd en met liet gelaat naar den grond gekeerd op het karpet, dat den vloer der bibliotheek bedekte. IV. Nauwelijks was hij de kamer binnen ge gaan, of hij hoorde stemmen achter zich. „Lieve Hemel, wat is er gebeurd?" riep Sir Drummond, die met een revolver in de hand de trap af was gesneld. „Ik weet het niet", antwoordde de be vende stem van den bottelier. „Ik hoorde een gileen gil, zooals ik hoop, dat ik er nooit weer een zal hooren. Wat is dat? Is dat Mary Allen, die daar ligt? Is zij dood?" Forbes had de vrouw opgetild en hij her kende nu een der dienstmeisjes, Mary Al len, die sinds een jaar op het kasteel dien de. Zij was bewusteloos en had aan het hoofd een bloedende wond. Water. Breng koud water en een karaf met brandewijn", zei Sir Drummond tot den bottelier, die zich ook al inderhaast had gekleed en nu met den sleutelbos wegsnelde zonder te antwoorden op 'de vra gen, waarmee de andere bedienden, die zich bij de deur verzameld hadden, hem bestorraden. Reeds voordat de bottelier terug was ge keerd met een karaf koud water, begon Mary bij kennis te komen. Zij sloeg even de oogen op on deed een wanhopige poging om te spreken. Toen hief tzij de hand op en wees met moeite op een der schilderijen, die in de bibliotheek aan den muur hingen; op het portet van het meisje met den hond. Maar zelfs deze in spanning eisohte te veel van haar krachten. Haar arm viel weer slap neer en langs het kussen van de canapét waarop men haar had neergelegd. Sir Drummond sprak op kalmeerenden toon met haar en gaf haar een glas bran dewijn met water, dat haar heel goed deed. Zij haalde diep adem en opende ten twee den male de oogen, waarvan de uitdruk king niet zoo wild en verschrikt meer was. Toen bracht zij de hand aan het hoofd. „Arm kind", zei Sir Drummond, „je hebt je bezeerd maar de wond is niet ern stig. Als we haar hebben uitgewassohen en verbonden, zal het gauw weer beter zijn. Hoe is het toch gekomen? Herinner je je dat niet? Heeft iemand je met een wa pen die wond toegebracht?" Forbes schudde het hoofd. ,/t Is, dunkt mij, beter, dat zij, in den toestand, waarin zij nu is, haar geheugen niet te veel inspant", fluisterde hij Sir Drummond toe. Deze lachte flauwtjes. ,,'t Is maar een schram, al beeft het nogal flink gebloed", antwoordde hij. Toen vervolgde hij, zich tot het meisje wen dende: „Nu vermoei je hoofd maar niet met je te binnen te willen brengen wat er ge beurd is. Over een halfuur zal je wel weer in orde zijn en dan kun je ons alles ver tellen' Een der andere dienstmeisjes had intus- schen op bevel van Sir Drummond, een kom met water en een spons gehaald, om de wond. uit te wasschen. En langzamer hand kwam Mary Allen weer tot zichzelf en was eindelijk weer iu staat zich eenigs- zins geregeld uit te drukken. „Ik voel me nu weer beter, 't Was die valIk schrikte zoo, toen ik hèm zag, dat ik een gil gaf en terugdeinsde. En toen stootte ik mijn hoofd tegen de punt van 't boekenkastje. Ja, zoo was het, geloof ik. Maar wat deed hij hier in de kamer'? En waar is hij nu? Ik zie hem nergens meer. Hij zag zwart, bijna heelemaal zwart". Zij keek met verwilderden blik in de ka mer rond. „Kom, breek je hoofd er maar niet langer mee, meisje", zei Sir Drummond. „Morgenochtend kan je ons alles wel ver- tellen. Straks ga je naar bed en als je den heelen nacht goed slaapt, zul je morgen wel weer beter zijn". „Ik voel me weer goed, mijnheer, dank u wel", zei het meisje,, maar haar zwakke stem deed het tegendeel vermoeden. „Wat ik alleen weet is, dat zijn gezicht heel don ker, bijna zwart was. Waarom stond hij daar toch, bij dat portret? En waaro«> praatte hij er mee alsof het leefde, alsof het 't portret van zijn meisje was? Ik be gin te denken, dat het spookt in dit huis, anders zouden zulke dingen hier niet ge beuren". (Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 1