ST®. 16306. Buitenlandseh Overzieht. X.HIBSCÏT SMsas&ag* 1 Juli, Tweede Blad. Axmo 1©13. FEUILLETON. De wettige erfgenaam. J (Wordt vefvo1 Nog steeds komen meerdere be richten over gevechten tusschen Bulgaren en Serviërs. De toestand is verre van rooskleurig, want na al het gebeurde is 't nog moeilijker de kalmte te doen weerkeeren. Ook Grieken en Bulgaren laten elkaar niet met rust. Een tijding dat de oorlog uitgebroken is, zal dus niemand meer kun nen verrassen; feitelijk is men reeds in dien toestand. Te Athene wordt officieel het volgend telegram uit Saloniki d.d. 30 Juni bekend genftiakt: Het Bulgaarsehe leger is een algemeenen aanval begonnen op de Griek sche en Servische troepen. Het Bulgaar-, sche leger, dat de met de Serviërs over eengekomen demarcatielijn heeft overschre den, is naar Metzikowo opgerukt en heeft, naar men vermoedt, Gevgheli bezet. Ook de met Griekenland overeengekomen de marcatielijn hebben de Bulgaren over schreden; zij rukken thans op Eleuthera aan, waar een oompagnie Grieksche troe pen van de hoofdma-cht is afgesneden. Een Grieksche afdeeling in het dal van Moe-ste- ri is voor de Bulgaarsehe overmacht naar Tsagesi teruggetrokken. Omtrent de Grieksche oompagnie. die te Eleuthera is ingesloten weet men alleen, dat de Bul garen gisteravond 20 kanonschoten op Eleu thera hebben gelost. Vanochtend om 4 uur werd kanonvuur gehoord ten noorden van Bogdantsa (op •den linkeroever van den Wardar). Drie Bulgaarsohe regimenten, die te Doiraa stonden, hebben de Servische voorposten op den linkeroever van de .rivier vermees- terd. Bulgaarsehe artillerie beschiet de versterkingen van Metzikowo, op den lin keroever van de Drin. Vanochtend om vijf uur is een Grieksche post op 12 K.M. van Kavassoeli aangevallen. Om kwart voor acht deed een Bulgaarsch bataljon een aanval op den Grieksche post te Nigrita. Om 8 uur 50 trok het Bulgaarsehe leger naar het meer Ragolitsa op. Uit Belgrado seinde men gisteren aan de „Köln. Zeit.": Sedert vanochtend vroeg heerseht hier een oorlogzuchtige stemming. De oppositie dringt er bij de regeering op aan, do betrekkingen met Bulgarije af te breken en de aanvallen van geregelde Bul gaarsehe troepen op onderscheidene posten aan de grens met krachtig gewapend optre den te beantwoorden. De houding van Roemenië draagt er toe bij, de bevolking op een zekere overwinning te doen rekenen. De Grieksche vloot, die bij Chios kruiste, heeft bevel gekregen onmiddellijk naar Tsaghesi te stoomen. Te Boekarest gelooft men toch nog dat de geschillen der Balkanstaten door arbi trage zullen worden beslecht cn hoopt men dat de Skoepsjtiua den raad van Pasjits zal opvolgen. Men is overtuigd dat Roeme- nië's houding ook Bulgarije zal bewegen arbitrage te aanvaarden. Welingelichte kringen verklaren dat Roemenië een groot voorstander is van 't behoud van vrede op den Balkan. Als ech ter een oorlog uitbreekt,., zal Roemenië handelend optreden, niet alleen om met Bulgarije grenskwesties uit te maken, doch ook om het politieke evenwicht op den Balkan te verzekeren. De Servische minister-president heeft aan de Skoej5sjitma meegedeeld, dat de regeering de scheidsrechterlijke uitspraak van Rusland zal aanvaarden met handha ving van de besluiten, die de Skoepsjtina ónlangs heeft genomen. Heeft Turkije nu geen lasb meet van de hahuten, in eigen land is 't nog lang ïi i c t, wat het moet zijn. De woning van Talaiit bei is vernield bij ben brand, die in het belendende perceel was uitgebroken. Die brand bralc uit in een huis, waar vluchtelingen waren onderge bracht. Het vuur verspreidde zich' snel. In het geheel rijn 300 huizen vernield. De overheid heeft dadelijk krachtige maat regelen genomen. De Verheven Porfce is behouden gebleven en wordt thans door militairen bewaakt. De archieven van het ministerie van buitenland- sche zaken konden in de ondergrondsche be waarplaats van het gebouw der Egyptische Rood© Halve Maan worden geborgen. Men weet dat de Belgische Kamer de zeer belangrijke kwestie van het onder- w ij s onder handen heeft. Algemeen© tevre denheid is er lang niet over het regeerings- ontwerp. In de secties is dit al aan 't Licht gekomen. In twee secties, waar de linker zijde in de meerderheid is, werd het ver worpen, in de vier anderen aangenomen. Desocialistische linkerzijde hoeft een motie aangenomen, waarbij geconstateerd wordt, dat het wetsontwerp het confes- sionneele karakter van het openbaar onder wijs handhaaft en dat het afbreuk tracht te doen aan het openbaar onderwijs, ten voordode van de kloosterscholen. Dat do liberale Kamer groep een besluit in denzelfden geest genomen heeft, meld den wc reeds eerder. De Rijksdag is klaar met de legerwcttcn, in Frankrijk heeft deze zaak nog niet haar beslag gekregen. Gisteren moest ge stemd over een voorstel om den militai ren diensttijd op twee jaar te houden. Het is met groote meerderheid verworpen, n.l. met 339 tegen 214 stemmen. De strijd om den driejarigen dienstplicht heeft ook buiten het leger al oen slacht offer gemaakt. Barthou, de Fransche premier, heeft in zijn hoedanigheid van minister van onder wijs Paul Passy, hcogloeraar aan de Ecolo des hautes Etudes van zijn ambt ontzet, omdat hij in een tijdschrift oen anti-militai- ristisch artikel had geschreven, waarin tot desertie en oproer tegen den driejarigen dienstplicht werd aangespoord. Passy zal, om zijn zwakken gezondheids toestand, niet strafrechtelijk worden ver volgd. In den Rijksdag is gisteren neg een belang rijk besluit gevallen, n.l. veTbetcringte brengen in het militair straf recht. Daarmee was 't bij onze oostelijke naburen wel een beetje slecht gesteld. Zoo worden b.v. oud-officieren van de reserve als militairen beschouwd en komen ze met do politie in aanraking, dan gaan ze voor don krijgsraad. Daar wordt steeds een hoog© straf toegedacht. Dat er nu verbetering zal komen," is het gevolg van een ongehoord zwaar vonnis, dat het militair gerechtshof te Erfurt heeft geveld en waartegen de socialisten Scheide- mann en Frank, gesteund door den vrijzin nigen Muller, krachtig hebben geageerd. Een zevental reservisten, dia den 16dcn April- j.l. inspectie moesten maken, hadden na afloop daarvan in een herberg te veel aan Baochus geofferd. Zij geraakten in een opgewonden stem ming en pleegden verschillende balddadig- hea'en, totdat een wachtmeester der gen darmerie tussohenbeide kwam en hen tot kalmte aanmaande. Dit was echter oiie op het vuur. Een woordenwisseling ontstond, die in een vechtpartij ontaardde, totdat ten slotte de rumoerige reservisten achter slot en grendel gezet werden. Daar zij op den ö!ag der inspectie in militairen dienst wa ren, moesten zij voor het militair gerechts hof terechtstaan, beschuldigd van muiterij, beleediging en mishandeling van een gen darmerie en een veldwachter. De militaire aanklager zag in dit geval 'n militair oproer omdat de politieagenten in functie de superieuren waren, van de re servisten (gewone soldaten). Hij vorderde als straf voor de 7 arbeiders, die toevallig allen sociaal-democraten rijn, niet minder dan, 43 jaar tuchthuisstraf. Zeer interessant is de motiveering van den openbaren aanklager. Deze zegt: wij aien in de handelwijze der daders een mili tair oproer, omdat er gevaar bestond, dat een onbeperkt aantal lieden zich bij de weerspannigen had kunnen aansluiten te gen de politieagenten. Welk een redeneering toch. Niettegen staande dit ongehoord geval, gevoelde de minister na de interpellatie der sociaal-de mocraten niets voor een betere regeling van het mititaire strafrecht. Eerst toen de vrij zinnige dr. Müller ze kwam steunen, nam hij "zijn draai. Maar ondertusschen Zijn deze zeven huis vaders weer het slachtoffer geworden van een idiote rechtspleging. Een conservatief lid van den Rijksdag, graaf von Kanitz, is overleden. Hij was een der oudste en ook een der meest bekende ónder- de Rijksda-gleden. De overleden graaf was volbloed agrariër. Invoerrechten had hij liefst zoo hoog mogelijk, maar vooral voor graanrechten gevoelde hij bijzonder veel. In de Rijksdoema hield de gematigd-libe rale Moskousclie industrieel Konowalof een krachtige, en door de gematigdheid indruk wekkende redevoeringt e g e n de poli tiek d^r Russische regeering jn d e J o d enquaesti Hij zette uiteen, hoe de handel en de nijverheid in Rusland lijden door de Jodenvervolgingen de ge- heele strijd tegen do vogelvrij verklaarde Joden in Rusland noemde hij een „aaneen schakeling van willekeurige en geweldda dige maatregelen". Daardoor worden niet alleen de Joden, maar vele christelijke be woners van Rusland, die handelsbetrekkin gen met Joden onderhouden, ten zwaarste getroffen. Konowalof zette uiteen, dat alleen de handelsbetrekkingen tusschen Moskousche kooplieden en de vervolgde Joden te Kief en Moskou over een jaarlijksch bedrag van 150 millioen Roebels loopen. De vernieti ging van Joodschc handelszaken en onder nemingen heeft verwarring gesticht op de handelsmarkt, het krediet ondermijnd en een goede ontwikkeling van handel en nij verheid voor jaren onmogelijk gemaakt. Door de ongemotiveerde Jodenvervolgin gen, die in wreedheid, ruwheid en onver stand doen denken aan de behandeling der Hugenoten in Frankrijk na.,de herroeping van het edict van Nantes, worden honderd duizenden nijvere, rustige burgers en koop lieden uit heb handelsleven geslingerd. De ze nationalistische,antiseraietische politiek der regeering is in directen strijd met de economische belangen van het land. De aanwakkering der nationalistische harts tochten dient dc regeering slechts, om de aandacht van hot volk af te leiden van de workelijke behoeften van het land en het volksbewustzijn te bedriegen. Wil Rusland oen plaats innemen onder do cultuurstaten van Europa, dan moet het zich gewennen aan vormen van do burgerlijke samenleving die vrij zijn van alle overblijfsels van een middeneeuwsch en willekeurig barbarisme. De regeering was ook bij deze toespraak in de Docma niet aanwezig. Zij kan zich niet heenzetten over de kleinzielige opvat ting, door een woord van een volksverte genwoordiger beleedigd te zijn, en niet met de Doema te willen samenwerken voordat die beleediging teruggenomen is. En zoo zal het verstandige en wijze woord van den afgevaardigde Konowalof tot de regeering ook wel zijn de roep van een een ling in dc woestijn. Te Lodz hebben drieduizend wolspinners van de wolspinnerijen Poznanski en Geier loonsverhooging geëiacht. De' directie heeft die geweigerd. De fabrieken z ij n ge sloten. Koning Victor Emmanuel mag wel de vorst genoemd worden, die de meeste kasteelen bezit. Immers bij do vereeniging van Italië kwamen alle paleizen van de talrijke kleine staten in het bezit van de kroon. Nu heeft de ko ning besloten, deze prachtige gebouwen te bestemmen voor hospitalen en musea. Gemeenteraadsverkiezing. Ter behandeling van bovenstaand onder werp was tegen gisteravond door de afd. Leiden der S.-D. A.-P. in ,,De Giaanbcurs alhier, een gicote openbare vergane i ig uit geschreven met vrijen toegang en gewenscht debat. Op den voor aanvang bepaalden tijd wa ren er nog te weinig belangstellenden om de samenkomst te openen, maar allengs kwamen er vele opzetten, zoodat de zaal weldra vol was. Ook eenige vrouwen waren opgekomen. Vóór den aanvang der verga dering werd druk met. brochures,'enz. ge vent. Te ruim halfnegen opende de voorzitter mr. D. A. van Eek, de vergadering. Hij her innerde aan het besluit dc actie te ooncen- treeren op Kamer- en Raadsverkiezingen en wees op en verklaarde het verschijnsel, dat bij de Statenstemmingen meer stemmen wa ren uitgebracht dan bij die voor de Kamer, al werd voor de Statenverkiezingen geen actie gevoerd. Hij constateerde, dat er meer- leven was gekomen onder de sociaal-demo craten, meer vertrouwen in het socialisme, hetgeen moed geeft voor de Raadsverkiezin gen. Toen sprak de heer Hemerik, candiaaat der S.-D. A.-P. voor den Raad. Hij had zich tot taak gesteld te beantwoorden de vraag: Waarom moeten er sociaal-democraten ko men in den Leidschen Raad? Geleerde heeren zijn er genoeg in; maar die hebben steeds het eigen belang en dat hunner küassegenooten op het oog en be hartigen dit. Er wordt wel eens iets gedaan in den Raad voor de arbeiders, maar lang niet genoeg. Er worden daartoe wel eens pogingen aangewend, zoo door de vrijz.dem. maar de altijd hoffelijke burgemeester weet die te verijdelen, de voorstellers in een hoekje te zetten, en er wordt door dezen niet volhard. Sociaal-democraten kunnen in den Raad nuttig werken, vooral ook, als men de plaats in den Raad beschouwt als een publieke tribune. Uit hetgeen daar wordt gesproken leeren de arbeiders hoe het zou kunnen en moeten. Spr. ging daarna over tot het onderwijs en de onderwijzers. Het onderwijs voor het kind van den arbeider is schraal en schriel bedeeld tegenover dat voor het bourgeois- kind. Hij wees o. m. op de groote tegen over de kleine klassen en verdedigde de opheffing der standenscholen. Het aangena me, prettige, goed gesalarieerde baantje der hoofden stelde hij tegenover het leven van den gewonen onderwijzer. Vervolgens onderwierp hij aan critiek den woningtoestand, waarvoor het gemeen tebestuur gelden ter beschikking moet stel len ter verbetering, en toonde het wensche- lijke van meer progressie bij de inkomsten belasting aan. Niet omdat zij er zoo gecharmeerd1 op zijn om in die mooie Raadszaal te zitten, niet uit persoonlijke overwegingen, want eon zware taak wacht hun, willen de sociaal democratische can cl i daten slagen, maar belang der arbeiders eischt dit. Daarom: Stemt Vrijdag Rood! De tweede spreker, de heer D. de CJer, mede candidaat, behandelde meer in het bijzonder en zeer uitvoerig de teoncn vv»n gemeentewerklieden en -ambtenaren en de rechtspositie der bij dc gemeente in dierst zijndern. Gasfabriek, slachthuis, „Ende- goe-st", bank-van-leening, de politie-agen- ten passeerden cle revue en ook deze spr. achtte het in het welbegrepen behang van zeer velen om krachtig Rood te stemmen. De heer Jos. Loopuit, lid van den Ani- sterdamschen Raad, de derde spreker, be gon met er op te wijzen, dat dezen 9 vond reeds gebleken was, dat dc beide canchda ten studie liadclen gemaakt van dc- Lcid- scbe gemeente-toestanclen. Dc burgerlijke candidaten zijn cr gewoonlijk niet zoo goed van op de hoogte. Waar zoovele groote ste den reeds soc.-dem. vertegenwoordigers »n don Raad hebben, noemde hij het. een schan de, dat dit in Leiden nog niet het geval is. Vooropstellende, dat de arbeiders door de kapitalisten zijn gedrukt en een zwaar lo ven hebben, behandelde hij den klassestnjd als van groote hervormende beteekenis. De arbeid in don Raad is kleinarbeid op zich zelf, maar bij elkaar een groot stuk hervor- mingsarboid. Doel der soc.-dem. in den Raad ishet opvoeren van het stoffelijk peil der arbeiders in dienst der gemeente. Op den arbeid in den Raad hebben de ar beiders een veel beteren kijk dan op dien in het Parlement. o Spr. behandelde ook de taak der Raden op onderwijsgebied, inzake de woningwet, kindervoeding en -kleeding; het verband tusschen den vakvereenigingsarbeid en de gemeente-politiek haalde voorbeelden aan uit den Amsterdamschen Raad en wekte ook op om goed Rood te stemmen, op de Candida ten der S.-D. A.-P. Alle sprekers werden toegejuicht. Eerst om elf uren kon het debat aanvan gen. Alzoo moest, waar do vergadering la ter geopend wórd door aanvankelijk gebrek aan belangstelling, den debaters beperkte; tijd worden gegeven. Aan het debat namen deel de heeren- Nuesink, De Visser en Akkerman. De heer Nuesink verdedigde hoofdzake lijk het huidige openbaar onderwijs, een instelling der liberalen, drong aan vooral, links te stemmen en op elkander steunen, links bij herstemming. Dc heer De Visser, verweet den heer Loopuit o. m., dat liien geen socialistische politiek was verkondigd; en bracht het samengaan der liberalen en S.-D. A.-P.'ers op het tapijt. De heer Ak kerman besprak o. m. de fouten, die de. openbare school aankleven, hetgeen gezeged was over loonsverhooging voorde po litie en ook het samengaan met de libera len. Onder hot spreken van den heer De Vis ser (S. D.-P.) en Akkerman (anarchist) was het in de zaal af en toe zeer rumoerig, vooral toen De Visser den voorzitter ver weet, dat het debat hier werd gesmoord, in tegenstelling mot op de vergaderingen der S. D.-P., naar hij zeide. Heftig lawaai ont stond toen De Visser wilde heengaan, on der de repliek van Loopuit cn deze hem eenige malen sommeerde te blijven. Groot tumult was er, toen De Visser toch vertrok en Loopuit riep ,,Hij kiest het hazenpad Hij kiest het hazenpad!" waarop herhaal delijk achter uit de zaal klonk „Je liegt! Je liegt!" Een partijgenoot van den ver trokken De Visser tikte op zijn (partijge- noots) hoofd, toon Loojiuit nog een en an der zei aan het adres van De Visser en de zijnen. Loopuit ried dien partijgenoot naar „Endegeest" te gaan, daar zijn hersens blijkbaar niet in orde waren en riep „Dat is nu nogal een intellectueel Marxist Aan fluiten, joelen, juichen cnhame ren geen gebrek. Ten slotte kon Loopuit flink opschieteu, toen velen waren heengegaan. Om kwartier over twaalven werd geslo ten. B£aron AE. MLickay. Mr. iE. baron Mackay heeft zijn ontslag genomen als lid der Christeaijke-Historische Kies vereeniging. „Na het roekeloos herstemmingsadvios", aluus motiveert hij zijn „besuuit, dat van weinig karakter en weinig geloof getuigt, acht ik heb beter mij voor onbepaalden tijd te onttrekken aan de samenwerking met een staatkundige partij, met wier program van beginselen ik mij ten volle blijf vereenigen". l>e tSsngache Schouwtiarg. Naar aanleiding van de aanneming door den Haagschen gemeenteraad van een mo- tie-Hoejenbos werd door B. en Ws. een commissie benoemd, bestaande uit de hee ren: H. A. van Ysselstein, c. i., directeur- generaal van den Arbeid (voorzitter); J. F. Klinkhamer, b. i., hoogleeraar aan do Technische Hoogeschool te Delft; J. Meier, commandant van de brandweer to Amsterdam; J. A. G. van der Steur, b. i., architect te 's-Gravenha.ge, en J. Verheul Dzn., architect te Rotterdam, ten einde „te onderzoeken of de door den comman dant der brandweer aangegeven wijzigin gen voldoende zijn te noemen, opdat de bestaande schouwburg aan redelijke eischen van een veilig en doelmatig gebruik zal voldoen en, zoo neen, welke veranderingen behooren te worden aangebracht, opdat te dien opzichte aan redelijke eischen zal worden voldaan en welke kosten daarmedo gemoeid zullen zijn". Deze commissie heetf thans haar rapport uitgebracht. Zij is over de beantwoording dor haar gestelde eischen niet tot algehee- le overeenkomst kunnen komen. De meer derheid is van oordeel, dat door de in het rapport aangegeven verbouwing een geheel verkregen wordt, dat aan hooge eischen van veiligheid voor het publiek en het theaterpersoneel beantwoordt en dat in derdaad ook in ander opzicht de schouw burg aan „redelijke" eischen zal voldoen, zooals zij aan een theater van dezen om vang gesteld mogen worden. Deze verbouwing, met uitzondering van den eventueelen bouw van een woning voor den concierge, zaleen uitgaaf vorderen van f 130,000. 4) Het leek wel alsof het doel van Mac fee's bezoek door hemzelf zoowel als door de an deren vergeten werd, want zij bleven maar praten over de bergen, en de rivieren, en de meren, en de bewoners van hun vader land, alsof zij alleen daarom bij elkaar wa len gekomen. Eerst toen de naam van Dou glas Athol toevallig in het voorbijgaan .werd genoemd, zei Sir Drummond: „O ja, Andries, ik wou, dab je, voor dat je weggaat, mijnheer Forbes eens ver telde, wat jij mij eenigen tijd geleden hebt gezegd van Douglas Athol". Het géfSefct van den pachter werd ern stig. Hij sloeg de oogen neer en zei; „Och, u "moet niet te veel waarde hech ten aan wat ik zei van dien armen jongen, Sir Drummond". „Je kunt er gerust op zijn, dat we niet zoo dwaas zullen wezen. Ik zal er de betee- kenis niet van overschatten", zei Sir Drummond. „En mijnheer Forbes ook niet'. v Ik wensch soms, dat een ander en niet ik die gave bezat, een ander en waardiger mensóh dan ik", zei Macfee. „Het legt mij soms een groote verantwoordelijkheid op, vind ik. Dikwijls wordt ik 7s nachts plotseling wakker en breekt het koude zweet mij uit, omdat de gedachte zich dan aan mij opdringt, dat het Tweede Gezicht gave kan zijn, die men goed moeb ge bruiken, omdat men zich anders een on waardig dienaar toont. Daarom ben ik bij u gekomen, Sir Drummond, om u te vertellen, dat ik, op een vrcegen morgen, toen ik boven op cien berg stond en in de diepte keek, niet als gewoonlijk de hel lingen zag, waar de schapen op grazen, maar een heel ander tooneel, iets, dat ik niet verwachtte. Ik zag Douglas Athol heel duidelijk. Hij wandelde in een vreem de stad met vuile, witte huizen en veel palmboomen, juist als de platen, die men in den Bijbel van de Heilige Stad Jeru zalem ziet. En in de haven lagen sche pen en hij zei: „Ja, Andries, ik ben het en ik keer gauw naar mijn vaderland te rug". Dat is alles, mijnheer Forbes. En dat is zoowat drie maanden geleden". „Maar je hebt Douglas Athol na dien tijd toch nog wel meer gezien", zei de slimme advocaat. „Ja, dat is waar, ofschoon ik niet be grijp hce u dat weet, want ik heb het aan niemand verteld". „Ik heb zelf de gave van het Tweede Gezicht in eenige mate", zei de heer For bes gevat. „Je hebt veel meer gezien dan je ons vertelt en ik zou er allee van willen weten, al heb je ook nog zoo weinig trek het te vertellen. Ga nu bijvoorbeeld eens even voor het raam staan, goede vriend, en kijk eens naar die beek, daar, waar het water door de takken heen glinstert. Missohien zul je ons dan wel een beetje meer kunnen vertellen. Als ik me niet vergis, is stroomend water een middel om het zintuig, door hetwelk zich het Tweede Gezicht aan je openbaart, te verscherpen". „Ja, maar het openbaart zioh niet altijd juist wanneer ik het wensch", zei Andries. „De Hemel weet, dat ik het eigenlijk nooit wensch. Het komt.,, ik zie het voor mijn oogen, en weg is het weer. Dat is alles. Maar als u het wenscht, mijnheer, wil ik wel even uit het raam kijken. Ja, ik geloof zelf ook, dab het zien van het stroomende water van een beek mij helderziende maakt. Maar misschien verbeeld ik mij dat ook". Hij ging naar het raam en keek naar buiten. Hét landschap, dat hij voor zioh zag, was wel geschikt om hem te inspiree- ren, hoe bekend het hem ook was. De hellingen der geweldige bergen waren purper gekleurd door het welig daarop tierende heidekruid en hun voet was ver scholen in de dichte, donkere dennenbos- scheD, die het kasteel omgaven. Maar vlak voor het raam bevonden zich een uitge strekte grasvlakte en een zacht glooiende tuin met groote bedden fuchsia's, waar het vischrijke beekje glinsterend langs dartelde en zich een weg baande tusschen de pijnboomen aan zijn oevers. Sir Drummond zei niets, maar trok zich met zijn bezoeker naar een verderen hoek der bibliotheek terug en stak een sigaar aan. Nog vóór deze brandde had Andries het raam weer den rug toegekeerd. ,,Ik wensch u goeden morgen, Sir Drum mond, en u ook. mijnheer Forbes", zei hij rustig en nam zijn pet op, die hij op den grond had gelegd. Het scheen hem toch onaangenaam te hebben aangedaan, dat de advoo&at hem had willen wijzen op een manier, om zijn duistere, geheimzinnige gave te versoherpen, en er op zoo zakelij ke manier over gesproken had alsof hij clairvoyant van beroep was. Sir Drum mond begreep dit. „Ja, ik geloof, dat je beter doet met nu maar naar huis te gaan, Andries", zei hij. „Ik vrees, dat onze vriend, mijnheer Forbes, te lang hier vandaan is geweest om den aard van je gave#te begrijpen. Ik dank je wel, dat je hier bent gekomen en alles verteld hebt, dat... dat..." Opeens zweeg hij, want Forbes had hem bij den arm genomen. Andries, die eenige stappen van het raam af stond, had opeens het hoofd omgekeerd, alsof hij buiten een stem hoorde, die hem riep. Zijn pet was uit zijn hand gegleden en op den vloer ge vallen. Met vagen blik keek hij naar de vensterruiten. „Lieve Hemel!" mompelde hij. Toen zweeg hij en bleef verscheiden minuten naar het raam staren, maar de twee andere mannen, die in de kamer waren, zagen dat zijn oogen strak gericht waren niet op het grasveld, noch op tets anders, dat er buiten op de bergen te zien viel; maar op iets, dat ver, heel ver weg was. Eens schrikte hij op, een anderen keer hief hij de rechterhand dreigend omhoog. Toen haalde hij diep adem, streek even met de hand over de oogen, keek om zich heen met den blik van iemand, die ontwaakt uit een droom, en zag eerst naar Forbes, toen naar Sir Drummond. Hij scheen hevig ontsteld. „Sir Drummond", zei hij op een fluister toon, „ik heb een waarschuwing gekre gen, maar ditmaal heeft zij niets te maken met Douglaa Athol. 't Betreft uw dochter j Maggie. Zij verkeert in gevaar. Om Gods j wil, waak over haar. Verlies haar geen j oogenblik uit het oog, als haar leven waar de voor u heeft. Zij is in gevaar. In groot gevaar. Aan den rand van een afgrond. Om Gods wil, bescherm haarBescherm haar Hij beefde over het geheele lichaam. En wankelend ging hij naar de deur, draaide den knop om en had het vertrek verlaten nog vóór de anderen tijd hadden gehad om van hun verbazing te bekomen. III. Sir Drummond Athol en de heer Forbes stonden naast elkaar en keken strak naar de deur, door welke Andries Macfee heen was gegaan. Toen keerden zij zich werk tuiglijk naar het raam. Niet voo'dat er eenige minuten waren verloopen, zagen zij elkander weer aan. En Forbes merkte op, dat Sir Drummond doodsbleek zag. Beiden haalden diep adem. Forbes legde de hand op den rug van den dichtstbij- sta-anden stoel en ging zitten. Maa.r de an der bleef staau. Hij keek beurtelings uaar de deur cn naar het raam. Het was alsof hij verwachtte, dat Andries terug zou ko men. „Ik geloof niet, dat hij van plan is terug te komen, Sir Drummond", zei For- ber na verloop van eenige minuten. „Maur we hadden hem niet ontboden om dit to hooren. Wat zou het beteekenen?" „Dat weet de Hemel", was het ant woord. ,,'t Is een griezelige geschiedenis. Wat zag de man toch? Want dat bij iris zag, is zeker, 't Zou al te gek zijn, o< k j maar een oogenblik te denken, dat hij j ons bedroog",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5