ST®. 16306.
Buitenlandseh Overzieht.
X.HIBSCÏT
SMsas&ag* 1 Juli,
Tweede Blad.
Axmo 1©13.
FEUILLETON.
De wettige erfgenaam.
J (Wordt vefvo1
Nog steeds komen meerdere be
richten over gevechten tusschen
Bulgaren en Serviërs. De toestand is verre
van rooskleurig, want na al het gebeurde
is 't nog moeilijker de kalmte te doen
weerkeeren.
Ook Grieken en Bulgaren laten elkaar
niet met rust. Een tijding dat de oorlog
uitgebroken is, zal dus niemand meer kun
nen verrassen; feitelijk is men reeds in
dien toestand.
Te Athene wordt officieel het volgend
telegram uit Saloniki d.d. 30 Juni bekend
genftiakt: Het Bulgaarsehe leger is een
algemeenen aanval begonnen op de Griek
sche en Servische troepen. Het Bulgaar-,
sche leger, dat de met de Serviërs over
eengekomen demarcatielijn heeft overschre
den, is naar Metzikowo opgerukt en heeft,
naar men vermoedt, Gevgheli bezet. Ook
de met Griekenland overeengekomen de
marcatielijn hebben de Bulgaren over
schreden; zij rukken thans op Eleuthera
aan, waar een oompagnie Grieksche troe
pen van de hoofdma-cht is afgesneden. Een
Grieksche afdeeling in het dal van Moe-ste-
ri is voor de Bulgaarsehe overmacht naar
Tsagesi teruggetrokken. Omtrent de
Grieksche oompagnie. die te Eleuthera is
ingesloten weet men alleen, dat de Bul
garen gisteravond 20 kanonschoten op Eleu
thera hebben gelost.
Vanochtend om 4 uur werd kanonvuur
gehoord ten noorden van Bogdantsa (op
•den linkeroever van den Wardar). Drie
Bulgaarsohe regimenten, die te Doiraa
stonden, hebben de Servische voorposten
op den linkeroever van de .rivier vermees-
terd. Bulgaarsehe artillerie beschiet de
versterkingen van Metzikowo, op den lin
keroever van de Drin. Vanochtend om vijf
uur is een Grieksche post op 12 K.M. van
Kavassoeli aangevallen. Om kwart voor
acht deed een Bulgaarsch bataljon een
aanval op den Grieksche post te Nigrita.
Om 8 uur 50 trok het Bulgaarsehe leger
naar het meer Ragolitsa op.
Uit Belgrado seinde men gisteren aan de
„Köln. Zeit.": Sedert vanochtend vroeg
heerseht hier een oorlogzuchtige stemming.
De oppositie dringt er bij de regeering op
aan, do betrekkingen met Bulgarije af te
breken en de aanvallen van geregelde Bul
gaarsehe troepen op onderscheidene posten
aan de grens met krachtig gewapend optre
den te beantwoorden. De houding van
Roemenië draagt er toe bij, de bevolking
op een zekere overwinning te doen rekenen.
De Grieksche vloot, die bij Chios kruiste,
heeft bevel gekregen onmiddellijk naar
Tsaghesi te stoomen.
Te Boekarest gelooft men toch nog dat
de geschillen der Balkanstaten door arbi
trage zullen worden beslecht cn hoopt men
dat de Skoepsjtiua den raad van Pasjits
zal opvolgen. Men is overtuigd dat Roeme-
nië's houding ook Bulgarije zal bewegen
arbitrage te aanvaarden.
Welingelichte kringen verklaren dat
Roemenië een groot voorstander is van 't
behoud van vrede op den Balkan. Als ech
ter een oorlog uitbreekt,., zal Roemenië
handelend optreden, niet alleen om met
Bulgarije grenskwesties uit te maken, doch
ook om het politieke evenwicht op den
Balkan te verzekeren.
De Servische minister-president heeft
aan de Skoej5sjitma meegedeeld, dat de
regeering de scheidsrechterlijke uitspraak
van Rusland zal aanvaarden met handha
ving van de besluiten, die de Skoepsjtina
ónlangs heeft genomen.
Heeft Turkije nu geen lasb meet van de
hahuten, in eigen land is 't nog lang
ïi i c t, wat het moet zijn.
De woning van Talaiit bei is vernield bij
ben brand, die in het belendende perceel
was uitgebroken. Die brand bralc uit in een
huis, waar vluchtelingen waren onderge
bracht. Het vuur verspreidde zich' snel. In
het geheel rijn 300 huizen vernield.
De overheid heeft dadelijk krachtige maat
regelen genomen.
De Verheven Porfce is behouden gebleven
en wordt thans door militairen bewaakt. De
archieven van het ministerie van buitenland-
sche zaken konden in de ondergrondsche be
waarplaats van het gebouw der Egyptische
Rood© Halve Maan worden geborgen.
Men weet dat de Belgische Kamer
de zeer belangrijke kwestie van het onder-
w ij s onder handen heeft. Algemeen© tevre
denheid is er lang niet over het regeerings-
ontwerp. In de secties is dit al aan 't Licht
gekomen. In twee secties, waar de linker
zijde in de meerderheid is, werd het ver
worpen, in de vier anderen aangenomen.
Desocialistische linkerzijde hoeft een
motie aangenomen, waarbij geconstateerd
wordt, dat het wetsontwerp het confes-
sionneele karakter van het openbaar onder
wijs handhaaft en dat het afbreuk tracht
te doen aan het openbaar onderwijs, ten
voordode van de kloosterscholen.
Dat do liberale Kamer groep een besluit
in denzelfden geest genomen heeft, meld
den wc reeds eerder.
De Rijksdag is klaar met de legerwcttcn,
in Frankrijk heeft deze zaak nog niet
haar beslag gekregen. Gisteren moest ge
stemd over een voorstel om den militai
ren diensttijd op twee jaar te houden.
Het is met groote meerderheid verworpen,
n.l. met 339 tegen 214 stemmen.
De strijd om den driejarigen dienstplicht
heeft ook buiten het leger al oen slacht
offer gemaakt.
Barthou, de Fransche premier, heeft in
zijn hoedanigheid van minister van onder
wijs Paul Passy, hcogloeraar aan de Ecolo
des hautes Etudes van zijn ambt ontzet,
omdat hij in een tijdschrift oen anti-militai-
ristisch artikel had geschreven, waarin tot
desertie en oproer tegen den driejarigen
dienstplicht werd aangespoord.
Passy zal, om zijn zwakken gezondheids
toestand, niet strafrechtelijk worden ver
volgd.
In den Rijksdag is gisteren neg een belang
rijk besluit gevallen, n.l. veTbetcringte
brengen in het militair straf
recht. Daarmee was 't bij onze oostelijke
naburen wel een beetje slecht gesteld. Zoo
worden b.v. oud-officieren van de reserve
als militairen beschouwd en komen ze met do
politie in aanraking, dan gaan ze voor don
krijgsraad. Daar wordt steeds een hoog©
straf toegedacht.
Dat er nu verbetering zal komen," is het
gevolg van een ongehoord zwaar vonnis,
dat het militair gerechtshof te Erfurt heeft
geveld en waartegen de socialisten Scheide-
mann en Frank, gesteund door den vrijzin
nigen Muller, krachtig hebben geageerd.
Een zevental reservisten, dia den 16dcn
April- j.l. inspectie moesten maken, hadden
na afloop daarvan in een herberg te veel
aan Baochus geofferd.
Zij geraakten in een opgewonden stem
ming en pleegden verschillende balddadig-
hea'en, totdat een wachtmeester der gen
darmerie tussohenbeide kwam en hen tot
kalmte aanmaande. Dit was echter oiie op
het vuur. Een woordenwisseling ontstond,
die in een vechtpartij ontaardde, totdat ten
slotte de rumoerige reservisten achter slot
en grendel gezet werden. Daar zij op den
ö!ag der inspectie in militairen dienst wa
ren, moesten zij voor het militair gerechts
hof terechtstaan, beschuldigd van muiterij,
beleediging en mishandeling van een gen
darmerie en een veldwachter.
De militaire aanklager zag in dit geval 'n
militair oproer omdat de politieagenten in
functie de superieuren waren, van de re
servisten (gewone soldaten). Hij vorderde
als straf voor de 7 arbeiders, die toevallig
allen sociaal-democraten rijn, niet minder
dan, 43 jaar tuchthuisstraf.
Zeer interessant is de motiveering van
den openbaren aanklager. Deze zegt: wij
aien in de handelwijze der daders een mili
tair oproer, omdat er gevaar bestond, dat
een onbeperkt aantal lieden zich bij de
weerspannigen had kunnen aansluiten te
gen de politieagenten.
Welk een redeneering toch. Niettegen
staande dit ongehoord geval, gevoelde de
minister na de interpellatie der sociaal-de
mocraten niets voor een betere regeling van
het mititaire strafrecht. Eerst toen de vrij
zinnige dr. Müller ze kwam steunen, nam
hij "zijn draai.
Maar ondertusschen Zijn deze zeven huis
vaders weer het slachtoffer geworden van
een idiote rechtspleging.
Een conservatief lid van den
Rijksdag, graaf von Kanitz, is
overleden. Hij was een der oudste
en ook een der meest bekende ónder- de
Rijksda-gleden. De overleden graaf was
volbloed agrariër. Invoerrechten had hij
liefst zoo hoog mogelijk, maar vooral voor
graanrechten gevoelde hij bijzonder veel.
In de Rijksdoema hield de gematigd-libe
rale Moskousclie industrieel Konowalof een
krachtige, en door de gematigdheid indruk
wekkende redevoeringt e g e n de poli
tiek d^r Russische regeering jn
d e J o d enquaesti Hij zette uiteen,
hoe de handel en de nijverheid in Rusland
lijden door de Jodenvervolgingen de ge-
heele strijd tegen do vogelvrij verklaarde
Joden in Rusland noemde hij een „aaneen
schakeling van willekeurige en geweldda
dige maatregelen". Daardoor worden niet
alleen de Joden, maar vele christelijke be
woners van Rusland, die handelsbetrekkin
gen met Joden onderhouden, ten zwaarste
getroffen.
Konowalof zette uiteen, dat alleen de
handelsbetrekkingen tusschen Moskousche
kooplieden en de vervolgde Joden te Kief
en Moskou over een jaarlijksch bedrag van
150 millioen Roebels loopen. De vernieti
ging van Joodschc handelszaken en onder
nemingen heeft verwarring gesticht op de
handelsmarkt, het krediet ondermijnd en
een goede ontwikkeling van handel en nij
verheid voor jaren onmogelijk gemaakt.
Door de ongemotiveerde Jodenvervolgin
gen, die in wreedheid, ruwheid en onver
stand doen denken aan de behandeling der
Hugenoten in Frankrijk na.,de herroeping
van het edict van Nantes, worden honderd
duizenden nijvere, rustige burgers en koop
lieden uit heb handelsleven geslingerd. De
ze nationalistische,antiseraietische politiek
der regeering is in directen strijd met de
economische belangen van het land. De
aanwakkering der nationalistische harts
tochten dient dc regeering slechts, om de
aandacht van hot volk af te leiden van de
workelijke behoeften van het land en het
volksbewustzijn te bedriegen. Wil Rusland
oen plaats innemen onder do cultuurstaten
van Europa, dan moet het zich gewennen
aan vormen van do burgerlijke samenleving
die vrij zijn van alle overblijfsels van een
middeneeuwsch en willekeurig barbarisme.
De regeering was ook bij deze toespraak
in de Docma niet aanwezig. Zij kan zich
niet heenzetten over de kleinzielige opvat
ting, door een woord van een volksverte
genwoordiger beleedigd te zijn, en niet met
de Doema te willen samenwerken voordat
die beleediging teruggenomen is.
En zoo zal het verstandige en wijze woord
van den afgevaardigde Konowalof tot de
regeering ook wel zijn de roep van een een
ling in dc woestijn.
Te Lodz hebben drieduizend wolspinners
van de wolspinnerijen Poznanski en Geier
loonsverhooging geëiacht. De' directie heeft
die geweigerd. De fabrieken z ij n ge
sloten.
Koning Victor Emmanuel mag
wel de vorst genoemd worden, die de
meeste kasteelen bezit. Immers
bij do vereeniging van Italië kwamen alle
paleizen van de talrijke kleine staten in
het bezit van de kroon. Nu heeft de ko
ning besloten, deze prachtige gebouwen te
bestemmen voor hospitalen en musea.
Gemeenteraadsverkiezing.
Ter behandeling van bovenstaand onder
werp was tegen gisteravond door de afd.
Leiden der S.-D. A.-P. in ,,De Giaanbcurs
alhier, een gicote openbare vergane i ig uit
geschreven met vrijen toegang en gewenscht
debat.
Op den voor aanvang bepaalden tijd wa
ren er nog te weinig belangstellenden om
de samenkomst te openen, maar allengs
kwamen er vele opzetten, zoodat de zaal
weldra vol was. Ook eenige vrouwen waren
opgekomen. Vóór den aanvang der verga
dering werd druk met. brochures,'enz. ge
vent.
Te ruim halfnegen opende de voorzitter
mr. D. A. van Eek, de vergadering. Hij her
innerde aan het besluit dc actie te ooncen-
treeren op Kamer- en Raadsverkiezingen en
wees op en verklaarde het verschijnsel, dat
bij de Statenstemmingen meer stemmen wa
ren uitgebracht dan bij die voor de Kamer,
al werd voor de Statenverkiezingen geen
actie gevoerd. Hij constateerde, dat er meer-
leven was gekomen onder de sociaal-demo
craten, meer vertrouwen in het socialisme,
hetgeen moed geeft voor de Raadsverkiezin
gen.
Toen sprak de heer Hemerik, candiaaat
der S.-D. A.-P. voor den Raad. Hij had zich
tot taak gesteld te beantwoorden de vraag:
Waarom moeten er sociaal-democraten ko
men in den Leidschen Raad?
Geleerde heeren zijn er genoeg in; maar
die hebben steeds het eigen belang en dat
hunner küassegenooten op het oog en be
hartigen dit. Er wordt wel eens iets gedaan
in den Raad voor de arbeiders, maar lang
niet genoeg. Er worden daartoe wel eens
pogingen aangewend, zoo door de vrijz.dem.
maar de altijd hoffelijke burgemeester weet
die te verijdelen, de voorstellers in een
hoekje te zetten, en er wordt door dezen
niet volhard. Sociaal-democraten kunnen in
den Raad nuttig werken, vooral ook, als
men de plaats in den Raad beschouwt als
een publieke tribune. Uit hetgeen daar
wordt gesproken leeren de arbeiders hoe
het zou kunnen en moeten.
Spr. ging daarna over tot het onderwijs
en de onderwijzers. Het onderwijs voor het
kind van den arbeider is schraal en schriel
bedeeld tegenover dat voor het bourgeois-
kind. Hij wees o. m. op de groote tegen
over de kleine klassen en verdedigde de
opheffing der standenscholen. Het aangena
me, prettige, goed gesalarieerde baantje
der hoofden stelde hij tegenover het leven
van den gewonen onderwijzer.
Vervolgens onderwierp hij aan critiek
den woningtoestand, waarvoor het gemeen
tebestuur gelden ter beschikking moet stel
len ter verbetering, en toonde het wensche-
lijke van meer progressie bij de inkomsten
belasting aan.
Niet omdat zij er zoo gecharmeerd1 op
zijn om in die mooie Raadszaal te zitten,
niet uit persoonlijke overwegingen, want
eon zware taak wacht hun, willen de sociaal
democratische can cl i daten slagen, maar
belang der arbeiders eischt dit. Daarom:
Stemt Vrijdag Rood!
De tweede spreker, de heer D. de CJer,
mede candidaat, behandelde meer in het
bijzonder en zeer uitvoerig de teoncn vv»n
gemeentewerklieden en -ambtenaren en de
rechtspositie der bij dc gemeente in dierst
zijndern. Gasfabriek, slachthuis, „Ende-
goe-st", bank-van-leening, de politie-agen-
ten passeerden cle revue en ook deze spr.
achtte het in het welbegrepen behang van
zeer velen om krachtig Rood te stemmen.
De heer Jos. Loopuit, lid van den Ani-
sterdamschen Raad, de derde spreker, be
gon met er op te wijzen, dat dezen 9 vond
reeds gebleken was, dat dc beide canchda
ten studie liadclen gemaakt van dc- Lcid-
scbe gemeente-toestanclen. Dc burgerlijke
candidaten zijn cr gewoonlijk niet zoo goed
van op de hoogte. Waar zoovele groote ste
den reeds soc.-dem. vertegenwoordigers »n
don Raad hebben, noemde hij het. een schan
de, dat dit in Leiden nog niet het geval is.
Vooropstellende, dat de arbeiders door de
kapitalisten zijn gedrukt en een zwaar lo
ven hebben, behandelde hij den klassestnjd
als van groote hervormende beteekenis. De
arbeid in don Raad is kleinarbeid op zich
zelf, maar bij elkaar een groot stuk hervor-
mingsarboid. Doel der soc.-dem. in den
Raad ishet opvoeren van het stoffelijk
peil der arbeiders in dienst der gemeente.
Op den arbeid in den Raad hebben de ar
beiders een veel beteren kijk dan op dien
in het Parlement. o
Spr. behandelde ook de taak der Raden
op onderwijsgebied, inzake de woningwet,
kindervoeding en -kleeding; het verband
tusschen den vakvereenigingsarbeid en de
gemeente-politiek haalde voorbeelden aan
uit den Amsterdamschen Raad en wekte
ook op om goed Rood te stemmen, op de
Candida ten der S.-D. A.-P.
Alle sprekers werden toegejuicht.
Eerst om elf uren kon het debat aanvan
gen. Alzoo moest, waar do vergadering la
ter geopend wórd door aanvankelijk gebrek
aan belangstelling, den debaters beperkte;
tijd worden gegeven.
Aan het debat namen deel de heeren-
Nuesink, De Visser en Akkerman.
De heer Nuesink verdedigde hoofdzake
lijk het huidige openbaar onderwijs, een
instelling der liberalen, drong aan vooral,
links te stemmen en op elkander steunen,
links bij herstemming. Dc heer De Visser,
verweet den heer Loopuit o. m., dat liien
geen socialistische politiek was verkondigd;
en bracht het samengaan der liberalen en
S.-D. A.-P.'ers op het tapijt. De heer Ak
kerman besprak o. m. de fouten, die de.
openbare school aankleven, hetgeen gezeged
was over loonsverhooging voorde po
litie en ook het samengaan met de libera
len.
Onder hot spreken van den heer De Vis
ser (S. D.-P.) en Akkerman (anarchist) was
het in de zaal af en toe zeer rumoerig,
vooral toen De Visser den voorzitter ver
weet, dat het debat hier werd gesmoord, in
tegenstelling mot op de vergaderingen der
S. D.-P., naar hij zeide. Heftig lawaai ont
stond toen De Visser wilde heengaan, on
der de repliek van Loopuit cn deze hem
eenige malen sommeerde te blijven. Groot
tumult was er, toen De Visser toch vertrok
en Loopuit riep ,,Hij kiest het hazenpad
Hij kiest het hazenpad!" waarop herhaal
delijk achter uit de zaal klonk „Je liegt!
Je liegt!" Een partijgenoot van den ver
trokken De Visser tikte op zijn (partijge-
noots) hoofd, toon Loojiuit nog een en an
der zei aan het adres van De Visser en de
zijnen. Loopuit ried dien partijgenoot naar
„Endegeest" te gaan, daar zijn hersens
blijkbaar niet in orde waren en riep „Dat
is nu nogal een intellectueel Marxist
Aan fluiten, joelen, juichen cnhame
ren geen gebrek.
Ten slotte kon Loopuit flink opschieteu,
toen velen waren heengegaan.
Om kwartier over twaalven werd geslo
ten.
B£aron AE. MLickay.
Mr. iE. baron Mackay heeft zijn ontslag
genomen als lid der Christeaijke-Historische
Kies vereeniging.
„Na het roekeloos herstemmingsadvios",
aluus motiveert hij zijn „besuuit, dat van
weinig karakter en weinig geloof getuigt,
acht ik heb beter mij voor onbepaalden tijd
te onttrekken aan de samenwerking met een
staatkundige partij, met wier program van
beginselen ik mij ten volle blijf vereenigen".
l>e tSsngache Schouwtiarg.
Naar aanleiding van de aanneming door
den Haagschen gemeenteraad van een mo-
tie-Hoejenbos werd door B. en Ws. een
commissie benoemd, bestaande uit de hee
ren: H. A. van Ysselstein, c. i., directeur-
generaal van den Arbeid (voorzitter); J.
F. Klinkhamer, b. i., hoogleeraar aan do
Technische Hoogeschool te Delft; J.
Meier, commandant van de brandweer to
Amsterdam; J. A. G. van der Steur, b. i.,
architect te 's-Gravenha.ge, en J. Verheul
Dzn., architect te Rotterdam, ten einde
„te onderzoeken of de door den comman
dant der brandweer aangegeven wijzigin
gen voldoende zijn te noemen, opdat de
bestaande schouwburg aan redelijke eischen
van een veilig en doelmatig gebruik zal
voldoen en, zoo neen, welke veranderingen
behooren te worden aangebracht, opdat te
dien opzichte aan redelijke eischen zal
worden voldaan en welke kosten daarmedo
gemoeid zullen zijn".
Deze commissie heetf thans haar rapport
uitgebracht. Zij is over de beantwoording
dor haar gestelde eischen niet tot algehee-
le overeenkomst kunnen komen. De meer
derheid is van oordeel, dat door de in het
rapport aangegeven verbouwing een geheel
verkregen wordt, dat aan hooge eischen
van veiligheid voor het publiek en het
theaterpersoneel beantwoordt en dat in
derdaad ook in ander opzicht de schouw
burg aan „redelijke" eischen zal voldoen,
zooals zij aan een theater van dezen om
vang gesteld mogen worden.
Deze verbouwing, met uitzondering van
den eventueelen bouw van een woning voor
den concierge, zaleen uitgaaf vorderen
van f 130,000.
4)
Het leek wel alsof het doel van Mac fee's
bezoek door hemzelf zoowel als door de an
deren vergeten werd, want zij bleven maar
praten over de bergen, en de rivieren, en
de meren, en de bewoners van hun vader
land, alsof zij alleen daarom bij elkaar wa
len gekomen. Eerst toen de naam van Dou
glas Athol toevallig in het voorbijgaan
.werd genoemd, zei Sir Drummond:
„O ja, Andries, ik wou, dab je, voor
dat je weggaat, mijnheer Forbes eens ver
telde, wat jij mij eenigen tijd geleden hebt
gezegd van Douglas Athol".
Het géfSefct van den pachter werd ern
stig. Hij sloeg de oogen neer en zei;
„Och, u "moet niet te veel waarde hech
ten aan wat ik zei van dien armen jongen,
Sir Drummond".
„Je kunt er gerust op zijn, dat we niet
zoo dwaas zullen wezen. Ik zal er de betee-
kenis niet van overschatten", zei Sir
Drummond. „En mijnheer Forbes ook
niet'.
v Ik wensch soms, dat een ander en niet
ik die gave bezat, een ander en waardiger
mensóh dan ik", zei Macfee. „Het legt
mij soms een groote verantwoordelijkheid
op, vind ik. Dikwijls wordt ik 7s nachts
plotseling wakker en breekt het koude
zweet mij uit, omdat de gedachte zich dan
aan mij opdringt, dat het Tweede Gezicht
gave kan zijn, die men goed moeb ge
bruiken, omdat men zich anders een on
waardig dienaar toont. Daarom ben ik
bij u gekomen, Sir Drummond, om u te
vertellen, dat ik, op een vrcegen morgen,
toen ik boven op cien berg stond en in
de diepte keek, niet als gewoonlijk de hel
lingen zag, waar de schapen op grazen,
maar een heel ander tooneel, iets, dat
ik niet verwachtte. Ik zag Douglas Athol
heel duidelijk. Hij wandelde in een vreem
de stad met vuile, witte huizen en veel
palmboomen, juist als de platen, die men
in den Bijbel van de Heilige Stad Jeru
zalem ziet. En in de haven lagen sche
pen en hij zei: „Ja, Andries, ik ben het
en ik keer gauw naar mijn vaderland te
rug". Dat is alles, mijnheer Forbes. En
dat is zoowat drie maanden geleden".
„Maar je hebt Douglas Athol na dien
tijd toch nog wel meer gezien", zei de
slimme advocaat.
„Ja, dat is waar, ofschoon ik niet be
grijp hce u dat weet, want ik heb het aan
niemand verteld".
„Ik heb zelf de gave van het Tweede
Gezicht in eenige mate", zei de heer For
bes gevat. „Je hebt veel meer gezien dan
je ons vertelt en ik zou er allee van willen
weten, al heb je ook nog zoo weinig trek
het te vertellen. Ga nu bijvoorbeeld eens
even voor het raam staan, goede vriend,
en kijk eens naar die beek, daar, waar
het water door de takken heen glinstert.
Missohien zul je ons dan wel een beetje
meer kunnen vertellen. Als ik me niet
vergis, is stroomend water een middel om
het zintuig, door hetwelk zich het Tweede
Gezicht aan je openbaart, te verscherpen".
„Ja, maar het openbaart zioh niet altijd
juist wanneer ik het wensch", zei Andries.
„De Hemel weet, dat ik het eigenlijk nooit
wensch. Het komt.,, ik zie het voor mijn
oogen, en weg is het weer. Dat is alles.
Maar als u het wenscht, mijnheer, wil ik
wel even uit het raam kijken. Ja, ik geloof
zelf ook, dab het zien van het stroomende
water van een beek mij helderziende
maakt. Maar misschien verbeeld ik mij
dat ook".
Hij ging naar het raam en keek naar
buiten. Hét landschap, dat hij voor zioh
zag, was wel geschikt om hem te inspiree-
ren, hoe bekend het hem ook was. De
hellingen der geweldige bergen waren
purper gekleurd door het welig daarop
tierende heidekruid en hun voet was ver
scholen in de dichte, donkere dennenbos-
scheD, die het kasteel omgaven. Maar vlak
voor het raam bevonden zich een uitge
strekte grasvlakte en een zacht glooiende
tuin met groote bedden fuchsia's, waar
het vischrijke beekje glinsterend langs
dartelde en zich een weg baande tusschen
de pijnboomen aan zijn oevers.
Sir Drummond zei niets, maar trok zich
met zijn bezoeker naar een verderen hoek
der bibliotheek terug en stak een sigaar
aan. Nog vóór deze brandde had Andries
het raam weer den rug toegekeerd.
,,Ik wensch u goeden morgen, Sir Drum
mond, en u ook. mijnheer Forbes", zei hij
rustig en nam zijn pet op, die hij op den
grond had gelegd. Het scheen hem toch
onaangenaam te hebben aangedaan, dat de
advoo&at hem had willen wijzen op een
manier, om zijn duistere, geheimzinnige
gave te versoherpen, en er op zoo zakelij
ke manier over gesproken had alsof hij
clairvoyant van beroep was. Sir Drum
mond begreep dit.
„Ja, ik geloof, dat je beter doet met
nu maar naar huis te gaan, Andries", zei
hij. „Ik vrees, dat onze vriend, mijnheer
Forbes, te lang hier vandaan is geweest
om den aard van je gave#te begrijpen. Ik
dank je wel, dat je hier bent gekomen en
alles verteld hebt, dat... dat..."
Opeens zweeg hij, want Forbes had hem
bij den arm genomen. Andries, die eenige
stappen van het raam af stond, had opeens
het hoofd omgekeerd, alsof hij buiten een
stem hoorde, die hem riep. Zijn pet was
uit zijn hand gegleden en op den vloer ge
vallen. Met vagen blik keek hij naar de
vensterruiten.
„Lieve Hemel!" mompelde hij. Toen
zweeg hij en bleef verscheiden minuten
naar het raam staren, maar de twee andere
mannen, die in de kamer waren, zagen
dat zijn oogen strak gericht waren niet op
het grasveld, noch op tets anders, dat er
buiten op de bergen te zien viel; maar op
iets, dat ver, heel ver weg was. Eens
schrikte hij op, een anderen keer hief hij
de rechterhand dreigend omhoog. Toen
haalde hij diep adem, streek even met de
hand over de oogen, keek om zich heen
met den blik van iemand, die ontwaakt
uit een droom, en zag eerst naar Forbes,
toen naar Sir Drummond.
Hij scheen hevig ontsteld.
„Sir Drummond", zei hij op een fluister
toon, „ik heb een waarschuwing gekre
gen, maar ditmaal heeft zij niets te maken
met Douglaa Athol. 't Betreft uw dochter j
Maggie. Zij verkeert in gevaar. Om Gods j
wil, waak over haar. Verlies haar geen j
oogenblik uit het oog, als haar leven waar
de voor u heeft. Zij is in gevaar. In groot
gevaar. Aan den rand van een afgrond.
Om Gods wil, bescherm haarBescherm
haar
Hij beefde over het geheele lichaam. En
wankelend ging hij naar de deur, draaide
den knop om en had het vertrek verlaten
nog vóór de anderen tijd hadden gehad om
van hun verbazing te bekomen.
III.
Sir Drummond Athol en de heer Forbes
stonden naast elkaar en keken strak naar
de deur, door welke Andries Macfee heen
was gegaan. Toen keerden zij zich werk
tuiglijk naar het raam. Niet voo'dat er
eenige minuten waren verloopen, zagen zij
elkander weer aan. En Forbes merkte op,
dat Sir Drummond doodsbleek zag.
Beiden haalden diep adem. Forbes legde
de hand op den rug van den dichtstbij-
sta-anden stoel en ging zitten. Maa.r de an
der bleef staau. Hij keek beurtelings uaar
de deur cn naar het raam. Het was alsof
hij verwachtte, dat Andries terug zou ko
men.
„Ik geloof niet, dat hij van plan is
terug te komen, Sir Drummond", zei For-
ber na verloop van eenige minuten. „Maur
we hadden hem niet ontboden om dit to
hooren. Wat zou het beteekenen?"
„Dat weet de Hemel", was het ant
woord. ,,'t Is een griezelige geschiedenis.
Wat zag de man toch? Want dat bij iris
zag, is zeker, 't Zou al te gek zijn, o< k
j maar een oogenblik te denken, dat hij
j ons bedroog",