GEBRl CHRISTIAANSE. een tiental Jongens J leen tol jr. 1 m ModemagazijiJePauw" T egenstanders Dames- en Hinderhoeden. Burgers E. N. R. Mode-Academie J. G. DE GRUFF, 1 i ff Fijne collectie Nouveautés B Stoomboot-K'. „DE VOLHARDING" Complimenteerboek E. KWAADSRAS, DE GRACIEUSE. Anna Paulownastraat 18 's-Gravenhage. H. KEEREWEER, Aalmarkt 16. Tel. 861. Ciiilrti», Modemagazijn. Zie de Éialayes! f P.v.d. WIJNGAARD Jr., Aardappelen MEUBELREPARATIES. No. 16325. IiEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 14 Mei. Derde Blad. Anno 1913. PERSOVERZICHT. Aan de Houtwarenfabriek „De ICrOOn", eordwijk -Binnen, kunnen direct Wasch uw Hoed met STROBIR. ongeveer geplaatst morden. Leefttijd 13—16 jaar, abonnement tram vrij, flink loon. Persoonlijk zich aan te bieden aan de fabriek des namiddags van 26 uur. M. H. AR HOOF F, H in Batisten, Voile n cn Zyden BL.OU Haven 1—3. Tel. 67. „Mterdamsche Lloyd „Holland-Amerika Lijn", naar New-York, Canada, „Kon Hollandsere Lloyden „Union Castle Line". VAN NOUHUYS Go. De TARIEFWET schaadt de Nijverheid LiSSE. NIEUW Asperges, Meloenen, Haarlemmerstraat 229. 6530 30 Het OOEDKOOFSTE Adres voor Wie met kennis van zaken oordeelt, Uitsluitend Vakschool iu het Dames-Kostuum-Vak. Dag- en Avondcursussen van al f20 tot f 150. Breestraat 152. Blouses. Rokken. Korsetten. Kousen. Handschoenen. Gespen. Jabots. Boezelaars. Ceintuurs. Bouqaetten. Knoouen. Bulgaarsshe Kragen. Men vrage ziehtzendingen. AAMBEIEN. De wet op bet Middelbaar Onderwijs 18 6 31 9 1 3. Post fes- tum schreef de ou-dl-hoogleeraar dr. P. van Geer in het W e e kblad voor Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs, na zich voorgesteld te heb ben als behoorende tot de oude garde, die bij de invoering der wet in 1864 by het M. O. werd aangesteld. De meeste mijner lotgenooten zijn van het toon eel verdwenen, slechts zeer weini ge zijn over, maar niet meer aan het on derwijs verbonden. Daarom acht ik het niet ongepast hier enkele herinneringen aan die periode van invoering te wijden; daar over toch wordt in de verslagen geheel ver zwegen; ook blijkt' daaruit niet of bij do feestviering een der overgebleven lotgenoo ten tegenwoordig i9 geweest. Ik bracht dan in 1864 aan de drie eerste inspecteurs het officieel bezoek, niet echter om te solliciteerenYoor hem, die het di ploma van Mathesis Magister, Philoso phise Naturalis Doctor (gelijk de titel toen luidde), in den zak had, was dit over bodig; hij werd gesolliciteerd en had slechts te kiezen, aan welke, der het eerste opge richte scholen hij geplaatst wilde worden. Ik verkoos toen Delft, waar de school in September 1864 werd geopend. Yan de toen daaraan benoemde docenten is met mij nog slechts dr. A. Brester in leven; directeur werd H. de Yeer, predikant; later heeft hij zich door zijn novellistische geschriften naam gemaakt. Op de bevoegdheid werd toen niet nauw geleter was veel te veel behoefte aan onderwijskrachten en bevoeg den waren schaars te vinden. Nooit ver geet ik de innemendheid van den eersten inspecteur dr. Steijn Parvéhij wae wat doof eu kon daarom zelf niet bij het onder wijs optreden. Als referendaris bij het De partement van Binnenla.ndscho Zaken had bij krachtig aan het tot-stand-komen der wet medegewerkt. Niet minder was dit het geval met prof. Rijke, te Leiden, die als buitengewoon lid van clen Raad van State zijn vriend den minister Thorbecke ter zijde stond. Hij was het, die het examenstelsel invoerde, en het opnemen der Polytechnische school in de wet M. O. bevorderde, ook op dezen grond, dat die toestand dringend geregeld moest worden, on niet kon wachten op een regeling van het Hooger Onderwijs, om dat toen de Delft-sche Academie tot op leiding van ingenieurs in eon staat van desorganisatie verkeerde. Ik weet dit uit goede "bron, want hijzelf heeft mij dit mee5- gedeeld, nadat ik te Leiden zijn ambtge noot was geworden. Het eerste onderwijs aan de Hoogere Burgerscholen, met name aan dio te Delft, liet natuurlijk wel wat te wenschen over; de toeloop van leerlingen was dadelijk zeer groot; zoo begonnen wij terstond met vier goed bezette klassen. Zonder den steun van den genoemden inspecteur, die met raad en daad hielp, altijd bereidwillig en in den aangenaamsten vorm, waren wij de moeilijkheden niet te boven gekomen. Reeds kondigde de tegenwoordige direo- teur der Delftsche H. B.-S.'mij aan, dat hij voornemens is bij leven en welzijn in 1914 het vijftig-jarig bestaan der school feestelijk te herdenken en rekende hij er op, mij met. collega BTester -daarbij tegen woordig te zien. Yanzelf zal zich dan de gelegenheid voordoen om op dit onderwerp terug te komen. Ook woonde ik bij het eerste eindexamen, dat in 1866 te 's-Gravenhage onder voor zitterschap van den inspecteur werd afge nomen. Daarbij deed zich het volgende in cident voor. Ik was geen examinator, maar als belangstellende in het lot mijner leer lingen aanwezig. Op een der examendagen vroeg ik naar den uitslag van het schrifte lijk werk in mechanica. De meeste mijner leerlingen hadden het op voldoende wijze gemaakt, maar één hunner zoo slecht, dat er een schrap door was gehaald, cn een nul onder geplaatst. Dit verwonderde mij, omdat deze juist tot mijn be6te leerlingen behoorde. Toen ik echter op mijn verzoek het werk mocht nazien, bleek mij, dat hij voor de oplossing van het gestelde vraagstuk een anderen dan den gewonen weg had ingeslagen, daardoor zeer spoe dig tot dfe uitkomst was geraakt, maar deze in een minder gebruikelijken vorm had op gesteld. Ik .kende deze eigenaardigheid van mijn leerling, maar den examinator was zij ontgaan. Toen hij de afwijking van den gewonen weg had bespeurd, had hij zonder nader onderzoek het werk afgekeurd. Na dat ik den voorzitter der examencommissie hierop had attent gemaakt, werd door die commissie besloten geen schriftelijk werk meer aan daarbuiten staande personen te laten zien. Maar de leerling was gered, hij slaagde met vlag en wimpel I ,,D e Vaderlander" schrijft: De plotselinge dood van Yerhey, die wederom de candidatuur voor Rotterdam III had aanvaard, zet onze vrienden in Rot terdam voor een moeilijke taak, al wordt die vergemakkelijkt door de Concentratie, die voor vacatures, door bedanken en over lijden ontstaan, een vaste gedragslijn heeft getrokken. Maar de overledene was ieer populair en de tijd is kort. Het sterfgeval van kolonel Yerhey geeft ons aanleiding tot de opmerking, dat - de kieswet-Van Houten in het geheel niet gere kend heeft met het mogelijk overlijden v&n iemand,, die tot candidaat is aangewezen. Stel het geval, dat Yerhey was komen te sterven in den morgen van den dag van oandidaatstelling, zou dan Rotterdam's burgemeester hem toch als candidaat hebben kunnen aanvaarden? Het gezond verstand zou zeggen van neen, maar als men die vraag met de wet in de hand, ontkennend moet be antwoorden, dan is dus het geval zeer goed mogelijk, dat een partij buiten haar schuld zonder oandidaat zou uitkomen en den ze-tel zonder strijd zou overgeven aan de tegen partij. Als men dat bedenkt, zou men er haast toe komen naast iederen candidaat een tweeden te stellen, om eventueel iemand te hebben, die kan invallen. Maar nog bedenkelijker zou het worden, wanneer een candidaat kwam te overlijden tusschen oandidaatstelling en stemming. Zouden dan de stemmen, op den overle dene uitgebracht, voor geldig of ongeldig moeten worden verklaard? Wij meenen van geldig, maar daarmee is men er nog niet. Want dit zal ieder ons toestemmen, dat geen kiezerskorps zoo goed getraind is, dat het in zijn geheel zou kunnen begrijpen, waarom op een bepaald oogenblik een dcode zou moeten worden verkozen. Alle moeilijkheden, die zich in deze zouden kunnen voordoen, worden met de invoering van Evenredige Vertegenwoor diging ineex.s weggevaagd. Maar zoover zijn we, helaas, nog niet." In het Chr. onderwijsblad „D e P a e- dagogische Revue" /schrijft die re dacteur F. Andró D. Wouters: „Het Keurvendel" heeft zijn Toeslag- wet. Eylacy 1 De rouwvlag; moet gehe- schen, want wij zijn voor jaren achterop. Er was geen geld, er is geen geld, er komt geen geld. Er waa wèl geld, véél geld voor onder officieren; er zijn tonnen gouds beschik baar voor andere zaken, maar... „het keur vendel" kan op een houtje blijven bijten: in leven blijven de onderwijzers wel en als do kruimels ze niet steken en zoolang de vette jaren nog luchtspiegelingen zijn, blij ven zij meer op de plaats waar hun 17de- eeuwsohe collega's stonden. Het stemt tot weemoed, dat onze onder wijzer-vertegen woordigers zich niet ofb ij n a niet hebben doen hooren. Oosterbaan sprak over een persoonlijk feit! Yan der Molen zweeg; Pollema al leen liet een wat milder toon over zijn oud-collega's hooren, maar... ging toch met den Minister mee. Dat wij teleurgesteld zijn <in de houding dezer heeren, wie zal het misbillijken? Het ligt er nu eenmaal toe. Een woord van hulde aan Ter Laan, die zonder politieke drijverij kloek voor alle onderwijzers op kwam. Dat de Minister van Binneniandsohe Za ken in dit ernstig debat, als steeds zijn gewoonte is, zich met grappen en grollen trachtte een goedie rol te geven, stemt vooral bij een „christelijk" ministerie tot beechaming. Weer is onze onderwijswetgeving mot een prulwetje vermeerderd. Eerst „het Mulowetje", waarvan W. te Gr. in de „G roninger Kerkbode" verklaarde: „dat wetje-Heemskerk heeft meer kwaad dan goed gedaan". Toen „het Bouwwetteke", dat ook geen voorbeeld is van leidende wetgeving; en nu do „Toeslagwet". Ooh arme: laten we nog hopen op een nieuw artikel 192, dat al dit prutswerk van de baan brengt. Als één man vonden de Heeren in Den Haag den toestand bij het Onderwijs be droevend en nu... nu geven zij enkelen, die reeds overvloed hadden,er nog wat bij, en kelen, die scheel zien van den honger, krij gen een poosje versterkende middelen en do groote meerderheid krijgt niets. Door elkaar f 20 per onderwijzer 1 't Is een droevig beeld van de ware w o o r dliefde onzer vertegenwoordigers voor hen, die de volkskracht der natie in handen hebben. Blijven we hopen op betere tijden I „Do Nieuwe Courant" heeft ergernis genomen aan den geringen eerbied, wclko in onze b i os c o o p-t h o a t e r s aan den dag gelegd wordt voor de Nederland- sche taal. Zij schrijft naar aanleiding van de vertooning van ,,Quo Vadis": „De lichtbeelden, waarin tusschcn de ver toom ng door telkens in glanzende letters de korte tekst van het vertoonde verhaal op het doek wordt gebracht, bevatte® het er barmelijkste en meest verminkte Hollandsch, dat men zich kan denken. Niet alleen staat die tekst vol drukfouten (bijv. herhaaldelijk „em" in plaats van „om" goleowigen voor geloovigen) en foutieve af brekingen (zoo zagen wij bijv. gosc-hreven), maar ook de woordenkeus (vertaling) en stijl zijn zóó ongelukkig, dat men niet zotden naar de bedoeling moet raden of bij de ernstig ste bedoeling in den lach schiet. Voorbeelden zijn vcor hot grijpen; men leao bijv. Potro- nius' treffenden brief aan den Keizer, eindi gende met de mededeelirig, dat hij oen kcu- rigen (sic!) dood verkiest boven een sma delijk leven, en herinnerd zich na liet tra gisch toon eel van Gktesar's dood de nuchtere verklaring: zoo passeerde Nero! In geen enkele groote Franscho, Duitsohe of Engelsche et-ad zou het publiek zich een dergelijke verminking van zijn landstaal la ten welgevallen. Hier protesteert niemand; nu en dan een gesmoord gelach is alles, waar aan men gewaarwordt-, dat er althans enke len in de zaal zijn, die het opmerken. En doze onverschilligheid verklaart hoe het mogelijk is, dat een ondernemer, die duizen den guldens besteedt om zich het opvoerings- recht van een zoo zeldzaam-artistieke en tot in alle bijzonderheden verzorgde vertooning als „Quo Vadis" voor een Nederlandsch pu bliek te verzekeren, niet de luttele guldens I er voor over heeft om de bewerking van den oenvoudigen tekst op te dragen aan iemand, die dezen in gewoon, behoorlijk Nederlandsch kan stellen. Al vroeg men het maar aan een v3n de vele journalisten, die in de dagbladen den lof voor de bioscoopvertconingen kwis tig plegen te verkondigen! Dat do verklaringen haastig moeten wor den vertaald en in lichtbeeld gebracht, kan als excuus hoogstens voor den eersten of tweeden avond gelden. Deugen ze niet,, dan moeten zij terstond door iemand, die Hol landsch kent, worden overgemaakthooge kosten zijn daaraan niet verbonden en veel tijd gaat er ook niet mee heen. Het is een werkelijk belang voor een di rectie, dat zij v&rtoon ingen van zoo voortref felijk gehalte niet laat boderven door stum perige toelichtingen, die bij het meest be schaafde deel van het publiek den indruk verstoren en de aandacht doen verkeeron in lachlust of ergernis. Velen zien het toene mende succes der bioscoop-theaters met zorg en wij meenen, dat er wel degelijk oen be schavende of ontwikkelende invloed van kan uitgaan, en rekenen onder do vortoo- ningen, waarmede dat het geval i®, de ver beelding der levende oudheid, die thans be wondering wekt. Maar dan zij do bioscoop ook geen instrument va.n taal verknoeiing." Strijd tegen de hoedenpennen» Ook de Fransehe overheid treedt op tegen het gevaar der hoedenpennen. Thierry, de Fransehe minister van openbare werken, heef aan de spoorwegmaatschappen een circulaire gezonden, waarin hfl zegt, dat het misbruik der gevaarlyke pennen bestreden kan worder met artikel 60 van de verordening van 1 Maart 1901, dat den toegang tot spoorwegcoupés verbiedt aan personen, die voorwerpen by zicli hebben, welke door hun geaardheid, hun om vang of hun geur de reizigers kunnen hin deren of overlast aandoen. De minister wenschfc, dat het verbod, om In spoorwegwagons go- vaariyke pennen In den hoed te dragen, la de stations zal aangeplakt worden Gadame Steiiiheii. Mevrouw Steinheil zal, naar de Excelsior uit Londen verneemt, binnenkort met oen pair van Engeland in bet huwelijk treden. Verkrijgbaar A 15 Cents per pakje. 6600 16 6682 40 v/h. v. d, BURGH, 659310 151 Breestraat 153. Telef. 440. AGENTSCHAP van de Kiest in Juni alleen van de Tarief wet. door filiaal-fabrieken van buitenlandsche trusts binnen onze grenzen. 6672 30 Anti-Tarietnret-Conilté. ARCHITECT 4740 11 vdop 75 centen. Fr. MEYER, Nieuw Compli menteer boek. Handleiding om zich in gezelschappen onberispelijk te gedragen en daarin gepast te spreken, en mede opgave der verschillende vor men, waaronder Invitatiëo, Be kendmakingen en de antwoorden, daarop behooren te worden opgesteld met de titulatuur, die aan ver schillende standen dtr Maatschappij gegeven wordt, verder do regelen der wellevendheid tot in de kleinste bflzonderheden, alsook Toasten, Toespraken, Brie ven, enz. een Bloemenspraak, Albumversjes, Liefdesverkla ringen in Poëzie, Aardigheden voor Bruiloften enz. enz. enz. een boek voor den goeden toon en voor den meer gedistingeerden amaak in taal, ln houding, in bowegiDg en iu gedrag. Uil? werk, dat voor elkeen goud waard is, ja laat ik liever zeggen, dat voor elkeen on misbaar is, wordt uitvet kocht voor slechts 75 Cents by D.BOLLE, Bazaar van Cüoedkoope Boe ken, Hang by de Yischmarkt, te Botterdam. Franco na ontvangst van Postwissel waarop vermeld Comp 1 Imente erboek. 6576 40 Nieuwe Wesilandsche 9 co Diefsteeg 6a. Telef. Interc. 942. kan niet anders dan een hoogstaand Nederlandsch fabrikaat verkiezen boven ieder buitenlandsch. is het rijwiel voor de kenners. Vertegenwoordiger: 6571 50 H. E. DIETRICH, Apothekersdijk 29. Tel. 966. Opleiding van Dame. en Meisjes tot Co.tauiièrc, l.te Conpea.e, Directrice en JLeernres. 6573 32 Prospectus met inlichtingen bij de Directrice G. DE GRAA.FF. Het beste adres voor reparaties en stoffeering Uwer Meubelen is bij 6422 16 INT. TELEF. 740. Speciaal magazijo voort De Aambeienzalt van Apothe ker BOOM, goneost Bpoedlg ln- en uitwendig, bloedende en blinde Aam beien. Uet Jeuken bedaart spoedig. Prl|s per doosje 50 Ct«. Verkrijgbaar in do meeste Apotheken en Drogist- winkels. 6602 9 Schilder. Hooigracht 105, bevoelt ilch b.leefd aan voor alle voor komende SCHILDERWERKEN. Conenrreereude prljr.en. 4205 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 9