Belangstelling1 in de
verkeersregeling.
ürachtmeissoiieii.
Duikeruitrusting.
Suiker als wondmiddel.
Boove wielrijders.
Het nut der muziek.
die voerden haar in schoon© droomen-lan-
den. Zij voelde zich langzaara, pijnloos weg
sterven. En buiten zong de nachtegaal in
de bloeiende takken, wier bloesems uiteen
vielen en op den grond neer huiverden.
Jongo Lente zag het en week bedroefd
terug.
In een warmen nacht, als do bijen hadden
uitgczoemd, liet gansche lijf volgedronkeo
met zoeten bloesem-lioning, als alle kinde
ren waren uitgebloeid, toen kwam Zomer,
volle, warme Zomer en bedroefd week Len
te terug.
Heel ver, waar niemand haar bleek-bo-
traand gelaat zou zien, ging zij rusten: ze
was zoo moe, zoo moe.
Heur groenend kleed verdofte tot bleek-
smaragd, heur laatste bloesem-kinderen
stierven in haar schoot. Zij geurden in hun
sterven en Lento zeeg vermoeid achterover,
stierf met bloe6em-dood. De mane zond haar
stralen, die wemelden als een zilver zee op
Lente's graf.
In dienzelfden nacht stierf ook Lennie.
„Mijn geluk is zóó groot, zoo schoon ge
worden," fluisterde zij, „dat gij beiden op
mijn graf warm-glloeiende rozen moet plan
ten, als geluk-in-mij. „Warme rozen
rozen - gloei-roode rozen."
Moedertje en Harold zaten lang bij elkaar,
nadat de zwakke stem voor goed was weg
gestorven. Dan keek Moedertje van heur
aoode kind naar hem.
Hij ving dien blik op.
In zijn groote smart knielde Eij voor oud-
Moedertje, zijn bonzend hoofd leggend in
haar schoot, smeekend: „Moeder vergeef
zooals zij vergaf." En oud-Moedertje ver
gaf, als Lenilie had vergeven, bem kussend
de brandende oogen.
In den bloesemtuin geuren nu warme,
gloeiend-warme rozen, als groot-geluk van
Lennie. Aan de perrikbooropjea donzigen nu
de rijpe vruchten en op Lennie's graf stra
len de rozen, donkere, gloei-roode rozen in
warme praoht.
Moedertje, gesteund op Harolds' arm, be-
aoekt vaak het kerkhof, en hdj brengt tel
kens nieuwe sohoone rozen.
Lente is óók gestorven, docE allóón de
bleeke maanlicht-stralen streelen heur kalm
grat-
D« reeks auto-ongelukken, die in den
laatsten tijd, vooral in de hoofdstad, plaata
hadden, hebben, zegt De Kampioen", de
publieke opinie geprikkeld, in sommige ge
vallen niet ten onrechte.
Te betreuren is het evenwel, dat in een
stroom van ingezonden stukken in de bla
den aan deze geprikkeldheid, die somwij
len in overprikkeling ontaardt, lucht wordt
gegeven en verwijten worden rondgeslin
gerd, ooms aan het verkeerde adres, waar
door een eensgezinde samenwerking tus-
scken alle categorieën van weggebruikers,
om in de toekomst, zooveel mogelijk, onge
lukken te voorkomen, ten zeerste wordt be
lemmerd.
Met het maken van verwijten en het aan
wakkeren van het vuurtje der vijandige ge
zindheid onder de weggebruikers komen
we niet tot wat we, als ernstige menschen,
toch allen bereiken willen: de verkeerspaci-
ficatie.
Laten we beginnen met te constateeren,
dat het met het vorkeer nog een Janboel
is, en eerlijk erkennen, dat we allemaal
daar een héél klern beetje de schuld van
dragen.
Laten we het eerlijk uitspreken, dat het
geen wonder is, dat er ongelukken gebeu
ren, zoolang wij zonder uitzondering ons
zelf van ons greintje schuld aan dezen Jan
boel, oorzaak der ongelukken, niet volko
men bewust zijn en er ons van gezuiverd
hebben.
Laten we nog wat verder gaan met ons
gevoel voor eerlijkheid en recht, om te ver
klaren, dat het moeilijk, dikwijls vrijwel on
mogelijk is, zoo maar uit te maken, wie
van de partijen, betrokken by een ongeluk,
de hoofdschuldige er van ia.
Laten we ten slotte constateeren, dat het
zoo niet langer gaat en wij allen verplicht
zijn ons aan te gorden, om den ongcluks-
duivel te bestrijden, krachtig en met
energie.
Niet met ingezonden stukken, niet met
critische beschouwingen, waarvan wij zelf
een volgend oogen blik het voorwerp kun
nen zijn.
Doch met een krachtiger wapen.
Met het voorbeeld
Want wat baat het ons of we al wenschen,
dat hier te lande, evenals in andeTe landen,
behalve in Engeland, een onderzoek worde
ingesteld naar de bekwaamheid voor het
besturen van een automobiel, wanneer niet-
automobilisten het zioh niet tot een plicht
maken van den weg gebruik te maken op
een wijze, die het veroorzaken van
ongelukken uitsluit? Welke waarborgen
geeft zoo'n onderzoek, waar in verreweg de
meeste gevallen niet aan onbekwaam
heid, doch aan onvoorzichtig
heid van den chauffeur de ongelukken te
wijten zijn, en men iemand niet op onvoor
zichtigheid kan examineeren Worden te
Amsterdam de bestuurders der huur
auto's niet op dezelfde wijze geëxamineerd
als in Duitschland'? En toch is een der on
gevallen van den laatsten tijd gebeurd met
een atax-chauffeur, die het trottoir opreed.
Wij het publiek, hetzij dat het
loopt, fietst, een auto, een rijtuig of wat
ook bestuurt moeten toonen, dat wij
overtuigd zijn van ons deeltje schuld, door
het persoonlijk voorbeeld willen medewer
ken tot het verkrijgen van een toestand,
geëvenredigd aan de edschen van het mo
derne verkeer, en ons ook bereid verklaren
ons te onderwerpen aan de wettelijke voor-
eoh riften.
Wie zijn de veroorzakers van ongeluk
ken?
Het zijn de voetgangers, die bij
voorkeur op den rijweg, in plaats van op de
trottoirs, óf aan den linkerkant in plaats
van aan dien rechterkant van een weg loo-
pen, óf een straat of weg oversteken zonder
zich te voren vergewist te hebben, dat dit
zonder gevaar kon geschieden.
Het zijn de koeteiers, ddo maar niet
er aan kunnen gewennen den rechterkant
van een weg of straat te berijden, óf wel
links een zijstraat indraaien, langs de bin-
nenbocht.
Het zijn de w i e 1 r ij d e r s, die overal
tuseohen door willen scharrelen,, om maar
vooraan te komen van do ordelooze file
van allerlei voortuigen, of oen kruising van
straten passeeren, zonder er rekening mee
te houden, dat daar gevaar kan dreigen
voor hen en voor anderen.
Het zijn de automobilisten, die
evenmin als de koetsiers het rechterge
deelte van den rijweg gebruiken, roekeloos
straten en wegen oversteken en altijd de
binnenbocht nemen, hetzij zij naar Techts
of naar links een zijstraat inslaan.
Het zijn de p o 1 i t i e-b e a m b t e n, die
óf door onvoldoende bekendheid met de
motor- en rijwielwet en de verordeningen,
óf dooT onvoldoend begrip van orde en vei
ligheid, óf door gemakzucht, zich niet aan
dien verkeerschaos schijnen te storen.
Het zijn allen, die van de wegen en
straten gebruik maken.
Het minst schuldig is de wet!
Stipte naleving door het publiek en hand
having van de „rule of the road", is het
eenige middel tot bevordering van de vei
ligheid op straat.
In dit opzicht is in Amsterdam in den
laatsten tijd ongetwijfeld verbetering te
bespeuren sedert op drukke punten agenten
midden op straat zijn geplaatst. Maar het
gaat natuurlijk niet aan, om in een paar
maanden een eind te maken aan een sedert
menschenheugenis bestaande anarchie. Op
den duur verwachten wij van dezen maat
regel zéér veel verbetering.
En des te eerder wanneer wij dat zijt
gijvoetgangers, wielrijders, automobilis
ten, koetsiers, trambestuurders, enz. enz.
beginnen met het geven van een goed
voorbeeld.
Laat ons bij ongelukken niet steeds hef
eerst de schuld zoeken bij anderen, maar
vóór alles nagaan of wij zelf niet de hoofd
oorzaak zijn.
Carl Abs die op 43-jarigen ouderdom
in 1805 overleed, was tot hij zich in 1889 te
rugtrok, de sterkste athleet en worstelaar
van Duitschland. Als worstelaar legde hij
o.a. Muldoon en den fameuzen Tom Can-1
non.
Maar wij hebben het ditmaal over den
kraohtmensch. In zijn besten tijd op 35'
jaar waren Abs' maten: lengte 1.97 M
gewicht 100 K.G., borst 110/125, opperarm
zijwaarts gestrekt 38, zijwaarts opgezet 43,'
onderarm 35, dij 65, kuit 44. De parade-,
stukken van Abs warenéénhandigvan
den grond trekken een kogelstang van -SO
K.G. met omzetten van den schouder, ixor-'
ten halter drukken 92 K.G.van den grond
een hoog, loodrecht geplaatst kogelgewicht
horizontaal naar den schouder brengen en
langzaam drukken 100 K. G. In militaire
positie 50 K.G. driemaal langzaam van den
schouder drukken. Met beide handen naai*
den schouder gebracht en rechts langzaam
gedrukt korten halter ICO K.G. Voor zich
in evenwicht houden rechts 40 K.G. op zij
met iets achterover buigen 50 K.G.
Tweehandig: met gedeeld gewicht, in
elke hand 30 K.G., loodrecht heffen, hori
zontaal zijwaarts dalen en langzaam hori
zontaal naar voren brengen. Zittend, met
gestrekten arm van de tafel opnemen 25
30 K.G. Lange kogelhalter van 100 K.G
vrij naar den schouder en driemaal zuiver
drukken. 130 K.G. zuiver drukken, 150 K G.
eenmaal 6tooten, bijna gedrukt
Met gewichten tilde hij in het tuig 1200
K.G. In 1881 deed hij het volgende. Hij
bukte onder een middelmatig groot paard,
hief het op den schouder, als een timmer
man een plank, en droeg het doel een e:nd-
weegs. In deze „Leistung" staan ze nu met
hun drieën. Mj/lo van Croton, die zijn stier
wegdroeg, ridder Ernalton te Beam, die in
1388 een met hout beladen ezel een trap
opdroeg, en Abe.
In hetzelfde jaar, dat Abs van het too-
neel trad, kwam Sandow naar voren, die
hom opvolgde als sterkste man en veel meer
kon tillen ook,
In het Royal Aquarium te Londen trad
Cyolops op, wiens leermeester Samson 100
pd. st. uitloofde voor wien Cyclop's verrich
tingen nadeed, en 1000 pd. st. voor wien
zijn, Samson's, toeren, kon nadoen. Tot
groote verrassing van allen deed de jonge
Muller die eerst bij deze gelegenheid den
naam van Sajidow aannam en in 1865 ge
boren ia niet aDleen alles na, wat Cyclops
deed, maar ook twee extra-toeren, welke op
aandringen van Samson er aan toegevoegd,
waren. Dit warenop den rug liggende een
gewicht van 240 Eng. pond tillen, waarop
2 mannen zaten, die er daarna afspringen,
en vervolgens zelf opstaan en het gewicht
onderwijl boven de macht zetten. En een
circa 500 Eng. pond zwaren steen, waar
aan twee gewichten van 50 pd. met dm
middenvinger van den grond tillen. Toen
Sandow ook dit had nagedaan, verklaarde
Samson zijn leerling Cyolops voor overwon
nen maar daar hij niet geprepareerd was,
verschoof hij zijn eigen ontmoeting met
Sandow tot een paar dagen later.
2 November 1889 vond de match plaats.
Het Royal Aquarium was zoo tjokvol, dat
Sandow en zijn begeleider Atilfe slechts met
geweld zioh een doortocht naar het toonrel
konden banen. Lord Clifford en de mar
kies van Queensberry waren scheidsrech
ters. Sandow deod alles, wat Sameon deed
nï. een grooten ijzeren stang buigen, een
voor de borst gespannen touw breken en
een om den arm gespannen ketting doen
springen. Toen Samson maar nfot tevredon
was, deed Sandow met zijn eigen haltor
ettelijke toeren en vroeg Samson die t?
herhalen. Dan zou het andere niet gelden.
Maar Samson ging er niet op in en ver-'
dween stiekempjes, aondér de 1000 pd- st.
te hertalen. Maar Sandow kreeg van de di->
reotie van het Royal Aquarium 350 pd. st.
en een regen van engagementsaanbiedingen.
Eerst trad hij toen een kwartaal op in Al-
hambra; daarna in heel Engeland, Europa,
Amerika en Australië.
Sandow viel vooral op door de elegance,
waarmede hij alles deed. Hij maakte heel
wat wereldrecords, waarvan het eenarmig
drukken met onderleggen (het z.g. Schau-
ben) van 125 K.G. zich het langste heeft
gehandhaafd. Het staat nu op naam van
Arthur Saxon-
De gëwone duiker ui trusting bestaat uit
een pak van water- en luchtdichte stof, be
nevens een om hals en hoofd si uitenden.1
metalen helm met sterke oogglazen, die lucht
dicht aan het pak verbonden worden. De.
noodige frissche lucht wordt met een lucht
pomp door zeer sterk© buizen aangevoerd,
terwijl de verbruikte lucht langs buizen
wordt opgebogen. Daar de duiker met een
sterke lijn naar beneden gelaten wordt en
bovendien nog een noodlijn, die als telefoon
draad dienst doet. mede voert, staat hij in
den regel door vier hangende kabels met
de bovenwereld in verbinding. Deze kabels
zijn bij do werkzaamheden op den bodem
der zee hinderlijk en leveren groot gevaar
op, wanneer zij hij het naar benoden laten
of ond-er den arbeid onderling verwarren.
Daarom ia men er/ op bedacht middelen te
vinden, om het aantal kabels te verminde-
ion, en hoopt daarin op de volgende wijze
to plagen
Het koolzuur der uitgeademde lucht wordt
door middel van kalium- of Natriumhydroxyd
verwijderd, terwijl de duiker de voor ademen
noodig lucht in gecomprimeerden toestand
meieneemt. Die lucht bestaat uit zuurstof
en stikstof, van welke laatste de hoeveel
heid naar gelang der diepte geregeld wordt.
Zuivere, gecomprimeerde zuurstof is vergif
en bij een overdruk van 2 atmosferen be
gint de nadeelige werking reeds na verloop
van drie kwartier, en duikers moeten vaak
op meer dan 20 meter diepte en langer
dan een uur onder water blijven. Daarom
nemen zij bij een duikdiepto van 50 tot
'60 meter een mengsel van 30 dooien zuur
stof en 70 deelen stikstof in stalen flessohcn
'ïuedc. Do verdichte ademtucht komt door een
reduc lick lep uit de fleeoh in den helm; die
klep werkt automatisch in verhouding tot den
waterdruk, zoodat het duikerpak steeds ge
lijkmatig gevuld blijft en de man vrij kan
ademhalen. De flesschen bevatten ongeveer
20 liter; men berekent, dat de voorraad bij
een vulling van 130 atmosferen druk en op
30 meter diepte voor 130 minuten voldoende
is. Bon manometer, aan do borst van het
pak verbonden, geeft aan voor hoelang de
■voorraad reikt.
De druk lang, waarmede de ademhalings-
luóht uit de flesschen stroomt, wordt op
schrandere wijze ook nog gebruikt om de
verbruikte lucht uit den met opslurpende
middelen gevulden regenorator af te vee
ren, terwijl liet uitstroomde gas door injec-
tiewerkilig de uitigoademde lueht uit het
bovengeJeelte van den helm opzuigt, ze door
den regenerator drukt en weer vóór den mond
uitblaast.
(„Sozial. Monatsb.")
Evenals indertijd de stroop door Renssen,
wordt, naar 't „Ned. Tijdsch. v. Geneesk."
bericht, de suiker door G. Magnus, te Mar-
bury, met, warmte als wondmiddel aanbe
volen. Hij herinnert aan 't aloude gebruik
van suiker als inmaakmididel en aan proo
ven, in 1885 en later genomen, waarbij is
gebleken, dat suiker rotting tegengaat
Reeds Billroth maakte daarvan gebruik bi)
de behandeling van hospitaalve-rsterf. Kuhn
spoelt bij peritonitis de buikholte uit met
4 pCt. (isotonisch©) druivensuikeroplos-
sing.
Bij de bacteriologische onderzoekingen
over dit onderwerp te Marburg bleek geen
verschil te bestaan in het god rag van drui-
j vensuiker en rietsuiker. Daarom werd ten
slotte alleen van rietsuiker gebruik ge
maakt. Deze, op verschillende voedingsbo
dems geënt, deed daar slechts in 11 pCt.
der entingen koloniën ontstaan, en dan
alleen onschadelijk© saprophyten (hooi- en
aardappelbacillen). Daarom werd de suiker
voor de wondbehandeling zonder eenige
voorbereiding gebruikt.
Evenals Kausch, kon Magnus waarnemen,
hoe goed het mensohelijk lichaam suiker
verdraagt. Hij hoeft zichzelf 10 pCt. suiker
oplossing ondershuids ingespoten aan den
eenen arm, en phyBiologische zoutoplossing
aan den anderen. Er was geen verschil in
do gewaarwordingen, noch in den tijd van
opslorping. Bij konijnen werden onder de
huid, in gewrichten of in de buikholte,
zelfs 30 pCt. oplossingen ïn hoeveelheden
van 20 c.M3. ingespoten. Den volgenden dag»
was in alle gevallen alles opgeslorpt en
ook geen necrose ontstaan; evenmin bij een
konijn, dat een stuk suiker van 5 gram on
der de buikhuid had gekregen. Het oedeem,
dat toen was ontstaan, was in een uur tijds
verdwenende osmotische storm had niets
beschadigd. Bij enting van pyoceaneus-
bacillen en streptoooccen op bouillon met
suiker bloven d'e 30 pCt. suikeroplossingen
alle steriel. Stapbylococoen ontwikkelden
zich nog op 40 pCt. oplossingen, maar op
50 pCt. niet meer.
Wordt een geïnfecteerde wond met suiker
gevuld, dan wordt aan de weefsels een
groote hoeveelheid water onttrokken en na
een kwartier stroomt een heldere, stroope-
rige vloeistof over de wondranden. Hierbij
wordt de wondvlakte gereinigd van beslag.
Vooral bij ulcus cruris is deze werking ver
rassend. Daarbij wordt de wondafscheiding
reukeloos en kleeft het verband nooit aan
de wond.
Te Marburg zijn 100 patiënten met suiker
behandeld. Bij groote septische wonden, bij
osteomyelitis, beenzweren, fitsels en de
vaak zoo hardnekkige resten van gedrai
neerde operatiewonden ondervond men het
beste gevolg. Ook lupuszweren en tuber
culeuze granulaties reinigden zioh spoedig
onder suiker, maar op het ziekteproces
word geen invloed uitgeoefend. In de an
dere gevallen werd de gereinigde wond
vlakte weldra met granulaties bedekt en
deze spoedig met opperhuidcéllen. Met hot
oog op de sterke, door osmose verwekte
afscheiding een uitspoeling met scrum
van binnen naar buiten moeten de won
den bij deze behandeling dagelijks worden
verbonden. In de urine dor met suiker be
handelde patiënten werd nooit, suiker ge-
vorudten.
Wie de jaargangen van „De Kampioen''
opslaat en met aandacht volgt hetgeen er
in den loop der jaren door den Bond ver
richt is, zal moeten erkennen, dat de A. N.
W.-B. zijn taak zeer ruim opvat. Aan deze
omstandigheid dankt hij voorzeker een
groot gedeelte der algemeene sympathie.
Wie aan een toerist denkt, stelt zioh voor
een ferm gebouwd en kerngezond persoon,
en staat er niet by stil, dat er ook nog an
dere menschen zijn, die zich tot het toeris
me voelen aangetrokken, maar er geheel of
gedeeltelijk van moeten afzien wegens bij
zondere lichaamsgebreken.
En toch is er echter een andere catego
rie, voor wie het bezwaarlijk is het toerisme
to genieten, zooals zij weli zouden wen-
oohen, niettegenstaande zij besohikkon over
een gezond stel armen en beenen.
Het zijn de dooven
De dooven zijn waarlijk te beklagen.
Want zij bezitten, indien zij overigens geen
lichaamsgebreken hebben, de kracht, om
zich per fiets voort te bewegen, eveneens de
kostelijke gave om door middel van het ge
zichtsorgaan de heerlijke natuurindrukken
in zich op te nemenmaar zij kunnen niet
met het oor te gast gaan aan het lieflijk
gekweel van de vogels in het bosch en ook
niet-.... de geluidsignalen van automobilis
ten, motorwielrijders en -wielrijders op
vangen, En dat is een zeer ernstig beswaar
voor den dooven of slecht-hoorenden toe
rist. Het besef, dat de waarschuwingen van
een hem achterop rijdenden wielrijder,
motorwieltijder of automobilist hem niet be-^
reiken, maakt hem angstig, en doet hem
derhalve slechts gedeeltelijk de genoegeii4
van het toerisme smaken.
Aan hen heeft het Dagelijksch Bestuur
cfèn laatsten tijd zijn aandacht gewijd en d©
oplossing van dit moeilijke vraagstuk toi
een bepaalde studie gemaakt. De oplossing'
was daarom zoo moeilijk, wijl men do doo
ven niet kon helpen aan een middel, dat de
waarsohuwingssignalen tot hen deed door
dringen. Men zou hun spiegels kunnen ge
ven, waarin zij het beeld konden zien van
het verkeer achter hen, er zijn al eens
proeven genomen doch dit middel is
practisch onbruikbaar gebleken. De eenige
manier, om een-afdoende oplossing te ver
krijgen, was het geven van een kenteek-M
aan den dooven wielrijder, dat een duidelii-
ke waarschuwing zou zijn voor de achter
oprij dén den om voorzichtig te zijn.
Dit kedteeken is nu vastgesteld; het be
staat uit twee rood-witte schilden m-t'
Bondswapen, welke links en rechts van het
achterwiel aan het frame bevestigd worden
Maar het is natuurlijk niet "oldoende,
dat oen rijwiel van dergelijke schilden voor
zden is, om aan te wijzen, clat de berijder
doof is.
Op ruime schaal rlient dit. te worden he-
bekend gemaakt, opdat iedereen wefce, hoe
hoe hij zich te gedragen heeft bij het in
halen van een wielrijder, aan wiens fiets
zulke schilden bevestigd zijn. Al hebben
deze herkenningsteekens nog geen wettelij
ke kracht, toch me enen wij bij voorbant
reeds te mogen rekenen op de con am ore
medewerking va.n de niet-dooven, om kun
ongelukkige natuurgenooten ter wille te
zijn.
Het ligt voor de hand, dat deze schilden
alleen verstrekt wordeD aan hen, die ze nco-
dig. hebben. Daarom moet bij de aanvrage
een geneeskundige verklaring gevoegd wor
den.
De Isf. A.-O. en de N. M.-"V. hebben zirh
tot medewerking bereid verklaard, cm de
schilden aan het doel t° doen beantwoor
den.
Do 'schilden voor wielrijders en notor-
wielrijders worden verkrijgbaar gesteld bij
d© Admlnistatie van den A. N. W.-B. te
's-Gravenhage, ongeacht het lidmaatschap
van eenige vereeniging.
Yoor het aanvragen van schilden dienen
eenige verklaringen ingevuld, te worden
inge-zonden.
Dezer dagen, zoo schrijft men uit Leipzig
aan de „Frkf. &tg," is een Leipzig©r
schoenmaker op het lumineus idee geko
men, in zijn elcctriseh gedreven werkplaats
ook een electrische piano te zetten. Ter
wijl de machines in vollen gang zijn, komt.^
het instrument ook in werking en speelt,,
tot niet geringe stichting der werklieden,
het een of ander vroolijk deuntje. Dat wak-'
kert den werklust aan, doch dit is niet het
eenig nut, dat de vernuftige schoenmaker
er van trekt.. Men begrijpt, dat. zich vóór
die uitstalkast tal van kijkers en hoorders
I ophouden. En der clienteele, die moet
I wachten, valt de tijd niet lang. Men koopt'
en past er voor zijn pleizier. En, beweert
meester Pikdraad, de werklieden arbei
den eens zoo vlug en blijven voortdurend
in do beste harmonie.
Naar aanleiding hiervan herinnert een
lezer van het blad aan het volgende
In 1889 studeerde hij te Bonn in do rech
ten en werd op zekeren dag door zijn
grootvader mee naar Endcnich genomen
hij had een hypotheek op een landgoed,
cn dit zou executoriaal worden geveild
zoo leerde do studiosus ook wat practijk.
„Ik moet zeggen, dat ik mij de houding
van een „Königlich Preusisches Ambtsge-
riebt" veel imposanter had voorgesteld.
Do gewoonlijk voor danszaal bestemde
ruimte was met brave boeren gevuld en
zag er niet officieeier uit dao ander*.