Belangstelling1 in de verkeersregeling. ürachtmeissoiieii. Duikeruitrusting. Suiker als wondmiddel. Boove wielrijders. Het nut der muziek. die voerden haar in schoon© droomen-lan- den. Zij voelde zich langzaara, pijnloos weg sterven. En buiten zong de nachtegaal in de bloeiende takken, wier bloesems uiteen vielen en op den grond neer huiverden. Jongo Lente zag het en week bedroefd terug. In een warmen nacht, als do bijen hadden uitgczoemd, liet gansche lijf volgedronkeo met zoeten bloesem-lioning, als alle kinde ren waren uitgebloeid, toen kwam Zomer, volle, warme Zomer en bedroefd week Len te terug. Heel ver, waar niemand haar bleek-bo- traand gelaat zou zien, ging zij rusten: ze was zoo moe, zoo moe. Heur groenend kleed verdofte tot bleek- smaragd, heur laatste bloesem-kinderen stierven in haar schoot. Zij geurden in hun sterven en Lento zeeg vermoeid achterover, stierf met bloe6em-dood. De mane zond haar stralen, die wemelden als een zilver zee op Lente's graf. In dienzelfden nacht stierf ook Lennie. „Mijn geluk is zóó groot, zoo schoon ge worden," fluisterde zij, „dat gij beiden op mijn graf warm-glloeiende rozen moet plan ten, als geluk-in-mij. „Warme rozen rozen - gloei-roode rozen." Moedertje en Harold zaten lang bij elkaar, nadat de zwakke stem voor goed was weg gestorven. Dan keek Moedertje van heur aoode kind naar hem. Hij ving dien blik op. In zijn groote smart knielde Eij voor oud- Moedertje, zijn bonzend hoofd leggend in haar schoot, smeekend: „Moeder vergeef zooals zij vergaf." En oud-Moedertje ver gaf, als Lenilie had vergeven, bem kussend de brandende oogen. In den bloesemtuin geuren nu warme, gloeiend-warme rozen, als groot-geluk van Lennie. Aan de perrikbooropjea donzigen nu de rijpe vruchten en op Lennie's graf stra len de rozen, donkere, gloei-roode rozen in warme praoht. Moedertje, gesteund op Harolds' arm, be- aoekt vaak het kerkhof, en hdj brengt tel kens nieuwe sohoone rozen. Lente is óók gestorven, docE allóón de bleeke maanlicht-stralen streelen heur kalm grat- D« reeks auto-ongelukken, die in den laatsten tijd, vooral in de hoofdstad, plaata hadden, hebben, zegt De Kampioen", de publieke opinie geprikkeld, in sommige ge vallen niet ten onrechte. Te betreuren is het evenwel, dat in een stroom van ingezonden stukken in de bla den aan deze geprikkeldheid, die somwij len in overprikkeling ontaardt, lucht wordt gegeven en verwijten worden rondgeslin gerd, ooms aan het verkeerde adres, waar door een eensgezinde samenwerking tus- scken alle categorieën van weggebruikers, om in de toekomst, zooveel mogelijk, onge lukken te voorkomen, ten zeerste wordt be lemmerd. Met het maken van verwijten en het aan wakkeren van het vuurtje der vijandige ge zindheid onder de weggebruikers komen we niet tot wat we, als ernstige menschen, toch allen bereiken willen: de verkeerspaci- ficatie. Laten we beginnen met te constateeren, dat het met het vorkeer nog een Janboel is, en eerlijk erkennen, dat we allemaal daar een héél klern beetje de schuld van dragen. Laten we het eerlijk uitspreken, dat het geen wonder is, dat er ongelukken gebeu ren, zoolang wij zonder uitzondering ons zelf van ons greintje schuld aan dezen Jan boel, oorzaak der ongelukken, niet volko men bewust zijn en er ons van gezuiverd hebben. Laten we nog wat verder gaan met ons gevoel voor eerlijkheid en recht, om te ver klaren, dat het moeilijk, dikwijls vrijwel on mogelijk is, zoo maar uit te maken, wie van de partijen, betrokken by een ongeluk, de hoofdschuldige er van ia. Laten we ten slotte constateeren, dat het zoo niet langer gaat en wij allen verplicht zijn ons aan te gorden, om den ongcluks- duivel te bestrijden, krachtig en met energie. Niet met ingezonden stukken, niet met critische beschouwingen, waarvan wij zelf een volgend oogen blik het voorwerp kun nen zijn. Doch met een krachtiger wapen. Met het voorbeeld Want wat baat het ons of we al wenschen, dat hier te lande, evenals in andeTe landen, behalve in Engeland, een onderzoek worde ingesteld naar de bekwaamheid voor het besturen van een automobiel, wanneer niet- automobilisten het zioh niet tot een plicht maken van den weg gebruik te maken op een wijze, die het veroorzaken van ongelukken uitsluit? Welke waarborgen geeft zoo'n onderzoek, waar in verreweg de meeste gevallen niet aan onbekwaam heid, doch aan onvoorzichtig heid van den chauffeur de ongelukken te wijten zijn, en men iemand niet op onvoor zichtigheid kan examineeren Worden te Amsterdam de bestuurders der huur auto's niet op dezelfde wijze geëxamineerd als in Duitschland'? En toch is een der on gevallen van den laatsten tijd gebeurd met een atax-chauffeur, die het trottoir opreed. Wij het publiek, hetzij dat het loopt, fietst, een auto, een rijtuig of wat ook bestuurt moeten toonen, dat wij overtuigd zijn van ons deeltje schuld, door het persoonlijk voorbeeld willen medewer ken tot het verkrijgen van een toestand, geëvenredigd aan de edschen van het mo derne verkeer, en ons ook bereid verklaren ons te onderwerpen aan de wettelijke voor- eoh riften. Wie zijn de veroorzakers van ongeluk ken? Het zijn de voetgangers, die bij voorkeur op den rijweg, in plaats van op de trottoirs, óf aan den linkerkant in plaats van aan dien rechterkant van een weg loo- pen, óf een straat of weg oversteken zonder zich te voren vergewist te hebben, dat dit zonder gevaar kon geschieden. Het zijn de koeteiers, ddo maar niet er aan kunnen gewennen den rechterkant van een weg of straat te berijden, óf wel links een zijstraat indraaien, langs de bin- nenbocht. Het zijn de w i e 1 r ij d e r s, die overal tuseohen door willen scharrelen,, om maar vooraan te komen van do ordelooze file van allerlei voortuigen, of oen kruising van straten passeeren, zonder er rekening mee te houden, dat daar gevaar kan dreigen voor hen en voor anderen. Het zijn de automobilisten, die evenmin als de koetsiers het rechterge deelte van den rijweg gebruiken, roekeloos straten en wegen oversteken en altijd de binnenbocht nemen, hetzij zij naar Techts of naar links een zijstraat inslaan. Het zijn de p o 1 i t i e-b e a m b t e n, die óf door onvoldoende bekendheid met de motor- en rijwielwet en de verordeningen, óf dooT onvoldoend begrip van orde en vei ligheid, óf door gemakzucht, zich niet aan dien verkeerschaos schijnen te storen. Het zijn allen, die van de wegen en straten gebruik maken. Het minst schuldig is de wet! Stipte naleving door het publiek en hand having van de „rule of the road", is het eenige middel tot bevordering van de vei ligheid op straat. In dit opzicht is in Amsterdam in den laatsten tijd ongetwijfeld verbetering te bespeuren sedert op drukke punten agenten midden op straat zijn geplaatst. Maar het gaat natuurlijk niet aan, om in een paar maanden een eind te maken aan een sedert menschenheugenis bestaande anarchie. Op den duur verwachten wij van dezen maat regel zéér veel verbetering. En des te eerder wanneer wij dat zijt gijvoetgangers, wielrijders, automobilis ten, koetsiers, trambestuurders, enz. enz. beginnen met het geven van een goed voorbeeld. Laat ons bij ongelukken niet steeds hef eerst de schuld zoeken bij anderen, maar vóór alles nagaan of wij zelf niet de hoofd oorzaak zijn. Carl Abs die op 43-jarigen ouderdom in 1805 overleed, was tot hij zich in 1889 te rugtrok, de sterkste athleet en worstelaar van Duitschland. Als worstelaar legde hij o.a. Muldoon en den fameuzen Tom Can-1 non. Maar wij hebben het ditmaal over den kraohtmensch. In zijn besten tijd op 35' jaar waren Abs' maten: lengte 1.97 M gewicht 100 K.G., borst 110/125, opperarm zijwaarts gestrekt 38, zijwaarts opgezet 43,' onderarm 35, dij 65, kuit 44. De parade-, stukken van Abs warenéénhandigvan den grond trekken een kogelstang van -SO K.G. met omzetten van den schouder, ixor-' ten halter drukken 92 K.G.van den grond een hoog, loodrecht geplaatst kogelgewicht horizontaal naar den schouder brengen en langzaam drukken 100 K. G. In militaire positie 50 K.G. driemaal langzaam van den schouder drukken. Met beide handen naai* den schouder gebracht en rechts langzaam gedrukt korten halter ICO K.G. Voor zich in evenwicht houden rechts 40 K.G. op zij met iets achterover buigen 50 K.G. Tweehandig: met gedeeld gewicht, in elke hand 30 K.G., loodrecht heffen, hori zontaal zijwaarts dalen en langzaam hori zontaal naar voren brengen. Zittend, met gestrekten arm van de tafel opnemen 25 30 K.G. Lange kogelhalter van 100 K.G vrij naar den schouder en driemaal zuiver drukken. 130 K.G. zuiver drukken, 150 K G. eenmaal 6tooten, bijna gedrukt Met gewichten tilde hij in het tuig 1200 K.G. In 1881 deed hij het volgende. Hij bukte onder een middelmatig groot paard, hief het op den schouder, als een timmer man een plank, en droeg het doel een e:nd- weegs. In deze „Leistung" staan ze nu met hun drieën. Mj/lo van Croton, die zijn stier wegdroeg, ridder Ernalton te Beam, die in 1388 een met hout beladen ezel een trap opdroeg, en Abe. In hetzelfde jaar, dat Abs van het too- neel trad, kwam Sandow naar voren, die hom opvolgde als sterkste man en veel meer kon tillen ook, In het Royal Aquarium te Londen trad Cyolops op, wiens leermeester Samson 100 pd. st. uitloofde voor wien Cyclop's verrich tingen nadeed, en 1000 pd. st. voor wien zijn, Samson's, toeren, kon nadoen. Tot groote verrassing van allen deed de jonge Muller die eerst bij deze gelegenheid den naam van Sajidow aannam en in 1865 ge boren ia niet aDleen alles na, wat Cyclops deed, maar ook twee extra-toeren, welke op aandringen van Samson er aan toegevoegd, waren. Dit warenop den rug liggende een gewicht van 240 Eng. pond tillen, waarop 2 mannen zaten, die er daarna afspringen, en vervolgens zelf opstaan en het gewicht onderwijl boven de macht zetten. En een circa 500 Eng. pond zwaren steen, waar aan twee gewichten van 50 pd. met dm middenvinger van den grond tillen. Toen Sandow ook dit had nagedaan, verklaarde Samson zijn leerling Cyolops voor overwon nen maar daar hij niet geprepareerd was, verschoof hij zijn eigen ontmoeting met Sandow tot een paar dagen later. 2 November 1889 vond de match plaats. Het Royal Aquarium was zoo tjokvol, dat Sandow en zijn begeleider Atilfe slechts met geweld zioh een doortocht naar het toonrel konden banen. Lord Clifford en de mar kies van Queensberry waren scheidsrech ters. Sandow deod alles, wat Sameon deed nï. een grooten ijzeren stang buigen, een voor de borst gespannen touw breken en een om den arm gespannen ketting doen springen. Toen Samson maar nfot tevredon was, deed Sandow met zijn eigen haltor ettelijke toeren en vroeg Samson die t? herhalen. Dan zou het andere niet gelden. Maar Samson ging er niet op in en ver-' dween stiekempjes, aondér de 1000 pd- st. te hertalen. Maar Sandow kreeg van de di-> reotie van het Royal Aquarium 350 pd. st. en een regen van engagementsaanbiedingen. Eerst trad hij toen een kwartaal op in Al- hambra; daarna in heel Engeland, Europa, Amerika en Australië. Sandow viel vooral op door de elegance, waarmede hij alles deed. Hij maakte heel wat wereldrecords, waarvan het eenarmig drukken met onderleggen (het z.g. Schau- ben) van 125 K.G. zich het langste heeft gehandhaafd. Het staat nu op naam van Arthur Saxon- De gëwone duiker ui trusting bestaat uit een pak van water- en luchtdichte stof, be nevens een om hals en hoofd si uitenden.1 metalen helm met sterke oogglazen, die lucht dicht aan het pak verbonden worden. De. noodige frissche lucht wordt met een lucht pomp door zeer sterk© buizen aangevoerd, terwijl de verbruikte lucht langs buizen wordt opgebogen. Daar de duiker met een sterke lijn naar beneden gelaten wordt en bovendien nog een noodlijn, die als telefoon draad dienst doet. mede voert, staat hij in den regel door vier hangende kabels met de bovenwereld in verbinding. Deze kabels zijn bij do werkzaamheden op den bodem der zee hinderlijk en leveren groot gevaar op, wanneer zij hij het naar benoden laten of ond-er den arbeid onderling verwarren. Daarom ia men er/ op bedacht middelen te vinden, om het aantal kabels te verminde- ion, en hoopt daarin op de volgende wijze to plagen Het koolzuur der uitgeademde lucht wordt door middel van kalium- of Natriumhydroxyd verwijderd, terwijl de duiker de voor ademen noodig lucht in gecomprimeerden toestand meieneemt. Die lucht bestaat uit zuurstof en stikstof, van welke laatste de hoeveel heid naar gelang der diepte geregeld wordt. Zuivere, gecomprimeerde zuurstof is vergif en bij een overdruk van 2 atmosferen be gint de nadeelige werking reeds na verloop van drie kwartier, en duikers moeten vaak op meer dan 20 meter diepte en langer dan een uur onder water blijven. Daarom nemen zij bij een duikdiepto van 50 tot '60 meter een mengsel van 30 dooien zuur stof en 70 deelen stikstof in stalen flessohcn 'ïuedc. Do verdichte ademtucht komt door een reduc lick lep uit de fleeoh in den helm; die klep werkt automatisch in verhouding tot den waterdruk, zoodat het duikerpak steeds ge lijkmatig gevuld blijft en de man vrij kan ademhalen. De flesschen bevatten ongeveer 20 liter; men berekent, dat de voorraad bij een vulling van 130 atmosferen druk en op 30 meter diepte voor 130 minuten voldoende is. Bon manometer, aan do borst van het pak verbonden, geeft aan voor hoelang de ■voorraad reikt. De druk lang, waarmede de ademhalings- luóht uit de flesschen stroomt, wordt op schrandere wijze ook nog gebruikt om de verbruikte lucht uit den met opslurpende middelen gevulden regenorator af te vee ren, terwijl liet uitstroomde gas door injec- tiewerkilig de uitigoademde lueht uit het bovengeJeelte van den helm opzuigt, ze door den regenerator drukt en weer vóór den mond uitblaast. („Sozial. Monatsb.") Evenals indertijd de stroop door Renssen, wordt, naar 't „Ned. Tijdsch. v. Geneesk." bericht, de suiker door G. Magnus, te Mar- bury, met, warmte als wondmiddel aanbe volen. Hij herinnert aan 't aloude gebruik van suiker als inmaakmididel en aan proo ven, in 1885 en later genomen, waarbij is gebleken, dat suiker rotting tegengaat Reeds Billroth maakte daarvan gebruik bi) de behandeling van hospitaalve-rsterf. Kuhn spoelt bij peritonitis de buikholte uit met 4 pCt. (isotonisch©) druivensuikeroplos- sing. Bij de bacteriologische onderzoekingen over dit onderwerp te Marburg bleek geen verschil te bestaan in het god rag van drui- j vensuiker en rietsuiker. Daarom werd ten slotte alleen van rietsuiker gebruik ge maakt. Deze, op verschillende voedingsbo dems geënt, deed daar slechts in 11 pCt. der entingen koloniën ontstaan, en dan alleen onschadelijk© saprophyten (hooi- en aardappelbacillen). Daarom werd de suiker voor de wondbehandeling zonder eenige voorbereiding gebruikt. Evenals Kausch, kon Magnus waarnemen, hoe goed het mensohelijk lichaam suiker verdraagt. Hij hoeft zichzelf 10 pCt. suiker oplossing ondershuids ingespoten aan den eenen arm, en phyBiologische zoutoplossing aan den anderen. Er was geen verschil in do gewaarwordingen, noch in den tijd van opslorping. Bij konijnen werden onder de huid, in gewrichten of in de buikholte, zelfs 30 pCt. oplossingen ïn hoeveelheden van 20 c.M3. ingespoten. Den volgenden dag» was in alle gevallen alles opgeslorpt en ook geen necrose ontstaan; evenmin bij een konijn, dat een stuk suiker van 5 gram on der de buikhuid had gekregen. Het oedeem, dat toen was ontstaan, was in een uur tijds verdwenende osmotische storm had niets beschadigd. Bij enting van pyoceaneus- bacillen en streptoooccen op bouillon met suiker bloven d'e 30 pCt. suikeroplossingen alle steriel. Stapbylococoen ontwikkelden zich nog op 40 pCt. oplossingen, maar op 50 pCt. niet meer. Wordt een geïnfecteerde wond met suiker gevuld, dan wordt aan de weefsels een groote hoeveelheid water onttrokken en na een kwartier stroomt een heldere, stroope- rige vloeistof over de wondranden. Hierbij wordt de wondvlakte gereinigd van beslag. Vooral bij ulcus cruris is deze werking ver rassend. Daarbij wordt de wondafscheiding reukeloos en kleeft het verband nooit aan de wond. Te Marburg zijn 100 patiënten met suiker behandeld. Bij groote septische wonden, bij osteomyelitis, beenzweren, fitsels en de vaak zoo hardnekkige resten van gedrai neerde operatiewonden ondervond men het beste gevolg. Ook lupuszweren en tuber culeuze granulaties reinigden zioh spoedig onder suiker, maar op het ziekteproces word geen invloed uitgeoefend. In de an dere gevallen werd de gereinigde wond vlakte weldra met granulaties bedekt en deze spoedig met opperhuidcéllen. Met hot oog op de sterke, door osmose verwekte afscheiding een uitspoeling met scrum van binnen naar buiten moeten de won den bij deze behandeling dagelijks worden verbonden. In de urine dor met suiker be handelde patiënten werd nooit, suiker ge- vorudten. Wie de jaargangen van „De Kampioen'' opslaat en met aandacht volgt hetgeen er in den loop der jaren door den Bond ver richt is, zal moeten erkennen, dat de A. N. W.-B. zijn taak zeer ruim opvat. Aan deze omstandigheid dankt hij voorzeker een groot gedeelte der algemeene sympathie. Wie aan een toerist denkt, stelt zioh voor een ferm gebouwd en kerngezond persoon, en staat er niet by stil, dat er ook nog an dere menschen zijn, die zich tot het toeris me voelen aangetrokken, maar er geheel of gedeeltelijk van moeten afzien wegens bij zondere lichaamsgebreken. En toch is er echter een andere catego rie, voor wie het bezwaarlijk is het toerisme to genieten, zooals zij weli zouden wen- oohen, niettegenstaande zij besohikkon over een gezond stel armen en beenen. Het zijn de dooven De dooven zijn waarlijk te beklagen. Want zij bezitten, indien zij overigens geen lichaamsgebreken hebben, de kracht, om zich per fiets voort te bewegen, eveneens de kostelijke gave om door middel van het ge zichtsorgaan de heerlijke natuurindrukken in zich op te nemenmaar zij kunnen niet met het oor te gast gaan aan het lieflijk gekweel van de vogels in het bosch en ook niet-.... de geluidsignalen van automobilis ten, motorwielrijders en -wielrijders op vangen, En dat is een zeer ernstig beswaar voor den dooven of slecht-hoorenden toe rist. Het besef, dat de waarschuwingen van een hem achterop rijdenden wielrijder, motorwieltijder of automobilist hem niet be-^ reiken, maakt hem angstig, en doet hem derhalve slechts gedeeltelijk de genoegeii4 van het toerisme smaken. Aan hen heeft het Dagelijksch Bestuur cfèn laatsten tijd zijn aandacht gewijd en d© oplossing van dit moeilijke vraagstuk toi een bepaalde studie gemaakt. De oplossing' was daarom zoo moeilijk, wijl men do doo ven niet kon helpen aan een middel, dat de waarsohuwingssignalen tot hen deed door dringen. Men zou hun spiegels kunnen ge ven, waarin zij het beeld konden zien van het verkeer achter hen, er zijn al eens proeven genomen doch dit middel is practisch onbruikbaar gebleken. De eenige manier, om een-afdoende oplossing te ver krijgen, was het geven van een kenteek-M aan den dooven wielrijder, dat een duidelii- ke waarschuwing zou zijn voor de achter oprij dén den om voorzichtig te zijn. Dit kedteeken is nu vastgesteld; het be staat uit twee rood-witte schilden m-t' Bondswapen, welke links en rechts van het achterwiel aan het frame bevestigd worden Maar het is natuurlijk niet "oldoende, dat oen rijwiel van dergelijke schilden voor zden is, om aan te wijzen, clat de berijder doof is. Op ruime schaal rlient dit. te worden he- bekend gemaakt, opdat iedereen wefce, hoe hoe hij zich te gedragen heeft bij het in halen van een wielrijder, aan wiens fiets zulke schilden bevestigd zijn. Al hebben deze herkenningsteekens nog geen wettelij ke kracht, toch me enen wij bij voorbant reeds te mogen rekenen op de con am ore medewerking va.n de niet-dooven, om kun ongelukkige natuurgenooten ter wille te zijn. Het ligt voor de hand, dat deze schilden alleen verstrekt wordeD aan hen, die ze nco- dig. hebben. Daarom moet bij de aanvrage een geneeskundige verklaring gevoegd wor den. De Isf. A.-O. en de N. M.-"V. hebben zirh tot medewerking bereid verklaard, cm de schilden aan het doel t° doen beantwoor den. Do 'schilden voor wielrijders en notor- wielrijders worden verkrijgbaar gesteld bij d© Admlnistatie van den A. N. W.-B. te 's-Gravenhage, ongeacht het lidmaatschap van eenige vereeniging. Yoor het aanvragen van schilden dienen eenige verklaringen ingevuld, te worden inge-zonden. Dezer dagen, zoo schrijft men uit Leipzig aan de „Frkf. &tg," is een Leipzig©r schoenmaker op het lumineus idee geko men, in zijn elcctriseh gedreven werkplaats ook een electrische piano te zetten. Ter wijl de machines in vollen gang zijn, komt.^ het instrument ook in werking en speelt,, tot niet geringe stichting der werklieden, het een of ander vroolijk deuntje. Dat wak-' kert den werklust aan, doch dit is niet het eenig nut, dat de vernuftige schoenmaker er van trekt.. Men begrijpt, dat. zich vóór die uitstalkast tal van kijkers en hoorders I ophouden. En der clienteele, die moet I wachten, valt de tijd niet lang. Men koopt' en past er voor zijn pleizier. En, beweert meester Pikdraad, de werklieden arbei den eens zoo vlug en blijven voortdurend in do beste harmonie. Naar aanleiding hiervan herinnert een lezer van het blad aan het volgende In 1889 studeerde hij te Bonn in do rech ten en werd op zekeren dag door zijn grootvader mee naar Endcnich genomen hij had een hypotheek op een landgoed, cn dit zou executoriaal worden geveild zoo leerde do studiosus ook wat practijk. „Ik moet zeggen, dat ik mij de houding van een „Königlich Preusisches Ambtsge- riebt" veel imposanter had voorgesteld. Do gewoonlijk voor danszaal bestemde ruimte was met brave boeren gevuld en zag er niet officieeier uit dao ander*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 12