Anekdoten*
Oplossingen der Raadsels.
n.
lioeae oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
No. 16203.
Woensdag* 16 April.
Tot üesfuii. -*
Anno 1913.
.wog iets veel beter*.
Ingqzonden door de „Twee Zusjes".
Uit een brief van iemand, die een zeereis
maakt. „Verontschuldig mijn taal- en stijl
fouten, het schip slingert zoo vreeselijk."
Ingezonden door „Kleine Scheepmaker."
„Pa", zei Anna in gedachten, „ik geloof
dat ik weet, waarop Oom Bernard zibspeel-
de, toen hij zei: „Het is zaliger te geven
dan te ontvangen."
„Zoo", antwoordde de vader, „en wat
denk je dan wel, wat hij bedoelde?"
„Wonderol&e, pa!"
Straf.
Dokter: „De jongen moest maar twee pil
len hebben, en nu hebt u er vier gegeven."
Moeder: „Ja, omdat hij zoo vreeselijk on
deugend is geweest."
Ingezonden door Klavertje-Vier".
Zelfkennis.
Onderwijzer: „Je hebt nu alle zoogdieren
opgenoemd met uitzondernig van één. Het
heeft borstelig haar, is onrein en wentelt
zich het liefst in het slijk. Nu Tornt"
Tom (beschaamd)„Dat ben ik
Ingezonden door Saartjo Horree.
Grapje.
Twee meisjes uit de stad wandelen buiten,
en zien twee koeien, een witte en een
bruine.
Kijk Marie: „De witte geeft ons de melk."
Bitje? J-ïaar geeft die bruine don choco
lademelk.
i.
Zoo de waard is, vertrouwt hij rijn gasten.
Hoepel pop tol vlieger trommel.
XXI.
EnschfdA
Jopie en Chris 11 usoswa, Eva Bol, Klei
ne Zee-officier", „Goudvisoh", „Kluvertje-
Vier", David Corpei, „Wilde Roos",
„Tulp", „Robijntje", H. Sehrynaer, „Roze-
knopje", „Kleine Timmerman", „Vroolijka
Rana", J. v. d. Ham, „Kleine Mien", Nico
en XXcndnk v. Weizen, Betsy en Ario
Annecze, „Padvinstor", Louise Hoogev«>cn,
Cato Costor, „Reintje do Vos", „Kerst
roos", Henri v. Veggel, Levina v. Veggol,
„Stormvrouwtje", „Fuchsia"Cor Mok-
kenstorm, Geertruida van Berkel, Jac. La-
man, „Blondkopje", „De twee Zusjes",
Martinus Jansen, „Kamperfoelie", „Kleine
Oranjeman", „Houdijn", G. Ammerlaan,
^,De twee J.'s", „Augelusklokje", O. de
Vlieger, Tini de Vlieger, Joh. Vis, Hendrik
Olivier, Nceltjo de Kloe, Rika en Lodewijk
Lacourt, „De twee Pianisten", G. v. Hooi
donk, „Geranium", Arie Gille, Tine Kloos,
„Kwik", „Erica", „Korenbloempje",
Hendrik v. <L Heuvel, „Piot Hein", H. en
J. Exalto. Joh. Mattaar, Maria Kuivenlio-
ven, „Pinksterbloem", „Appelboompje",
„Pieter Marits", „Be kleine Tumman",
„Wandelende Takjes", „Asschepoetster",
D. Houthoff, M. Bekooy, Henri Speel,
Jan Stigter, S. Horreo, „Twee Schippe-
rinnetjes", M, Horree, Coba en Hendrika
Kramer, Piet v. d. Walle, Joh. Eggiuk,
A. v. d. Rijst, Nic. Moonen, „Kleine Win
kelier", Anton en Anna Hoogeveen, I>au-
Tone Segaar, Arie Segaar, Jan 8nijder, Jac.
Iankhorst, Jac. Montfoort, H. v. leeuwen,
„Michiel de Ruyter", Wilhelmina v. d.
Rcijdon, Casper de Roblis, Jan en Anton
Goldenberg, Jac. v. d. Reyden, Adr. Wem-
pe, „Nachtegaal", „Neptunus", „Bosch-
negertje", „De Roos", Maria v. d. Burgh,
„Adelaar", Joh- Sagekuele, „Naaistertje",
C. Taffijn, Karei en Annie Halbmeyer,
„Klein Jantje", Margaretha Ohaudron,
„Florist", allen te Leiden.
Mina, Botto en Nora v. d. Bergh, te
K a t w ij k.
W. en H. v. d. Bijl, teKoudekerk.
„Madeliefje", A. Parmontier, Klazien
Broek, Rika Füm, Willem Flim, Joh. en
Neeltje Timmers, Kleine Timmerman, te
Oegstg.es t.
„Boschanemoon", te Rotterdam.
Sina van Paridon, te V a I k e n b n rg.
Willem en Pietje Timmers, te Voor
schoten.
Dora de Bode, G. A. en Wilhelmina Heu-
kes, K. G. v. Ammere, te Wassenaar.
Antje Karens, Cornells Renes, Flora en
Aartje Parlevliet, Wilhelmina Parlovliet,
Neeltje Morbis, te Zoeterwoude.
Hendrik en Henriette do Voogd, te
Zwammerdam.
De prijzen vielen ten doel aan: Aijtonia
Tombe, Maria van der Hart, te L e i d e n.
Hendrik en Henriette de
Voogd. Jullie mogen steeds zooveel
nieuwe raadsels en anecdoten inzenden als
je wilt. Je oplossingen kwamen de vorige
week te Iaat in mijn bezit.
J an en AntonGoldenber g, dank
ik voor hun mooie prentkaart,
„Bosohanemoontj e" tc Rotter
dam. Tegen je schuilnaam heb ik geen be
zwaar, daar die nog niet gekozen werd. Wil
er evenwel aandenken, jo brieven 6fceeds met
je waren naam èn je eohuilnaam te onder
teekenen.
Margaretha Chaudron. Je dank
zal ik den heer uitgever gaarne overbren
gen. Wat nu betreft het inzenden van nieuwe
bijdragen is dat niet zoo moeielijk ais je
denkt. Het is immers niet poocLig, dat je de
bijdragen zelf samenstelt,je moogt ze ook
overnemen.
„Ko reabloe m". Ik heb er in 't njiust
geen bezwaar tegen, dat je de plaats v*n je
zusje bij mij komt innemen, als zij geen tijd
meer heeft om aan ons blaadje meue tc wer
ken.
W i 1 h e 1 m v. d. R e ij d e n. Ja vriendje
ik ben 't met je eens, dat die groote schoon
maak een naar rommeltje is! Fcn mooi
werk, als't gedaan is. Wil je me ooit
eenige anecdoten toezenden? Het raadsel,
dat je mij heden hebt toegezonden vond ik
minder geschikt.
,,M iohiel de Ruyte r". Neen vriend
je, aneodoten kan je zelf niet maken, wèl
raadsels.
„T he a". Gaarne voldeed ik aan je ver
zoek, maar in 'tvervolg moet je je schrij
ven volledig onderteekenen.
Jan Sohneider. Als je de raadsels
tóch oplost dan is 't natuurlijk veel aardiger
om ze ook in te zenden.
„Assoh e poetster". Je sohrift vind
ik vrij goed, maar waarom moeten jullie
dat rondschrift toepassen?
„De wandelende Takjes". Het
raadselvriendje, over wien je schrijft, stuurt
niet alleen héél véél in, maar zijn werk ziet
er ook altijd buitengewoon netjes uit, daar
om wordt er zoo veel van hem geplaatst. Ik
féliciteer je met je verjaardag en ik hoop,
dat de rneiej es visite in alle opzichten zal
slagen en jullie veel pleizier zult hebben.
„Krioa". Ben jij ook al jaloerscb op:
„kleine-zee-officier"? Laat poe jo zeggen
meisje, dat hij niets vergeten heeft, doch,
dat het mijn schuld was, dat er niet boven
dat raadsel stond, waar jullie naar moest
zoeken. De meeste kinderen hebben 't even
wel toch begrepen.
Time KIoob. Welzoo, ben jij al aan
het tuinieren geweest? Nu, dat werd dan
ook tijd! Als 't nu maar wat zachter weer
wil worden, dan zullen je zaden wel spoe
dig opkomen. Wat heb je al zoo gezaaid?
„Houdyn", Nu vriendje, dat was een
aardig reisje, dat je in dc Paaschvaeantie
gemaakt hebt! Heb je in al die plaatsen fa
milie wonen?
„Kleine Oranjeman". Met genoe
gen vernam ik je groote ingenomenheid met
het gewonnen prijsje alsmede de toezeg
ging steeds trouw aa-n ons blaadje te zullen
meedoen.
,,K amperfoeli e". Zeker mag jo ook
met ons meedoen, héél gaarne zelfs. Tegen
je schuilnaam heb ik geen bezwaar en ik
hoop, da4> je een trouw raadselvriendmne-
tje van mij zult worden.
„S p r i n g i n 't Y e 1 d." Wel ja vriendje,
kom jij het nog maar eens probeeren, wie
weet of jé nu niet boter je doel zult bere:-
ken I Je moet maar flink je best doen en
trouw inzenden.
„Fuchsia". Arm kind, wat zal je veel
pijn hebben aan je vingerIk kan me best
begrijpen, dat je moeielijk kon schrijven en
nam daarom je kort babbeltje gaarne voor
lief. Van harte beterschap er moe.
Louise Hoogeveen. Ja meiöje,
dat was alles beet in orde. Nu moet jo eens
probeeren wat anecdoten of raadsels in te
zenden.
„Padvindste r". Hartelijk geluk ge-
wenscht met je Moeder's verjaardag. Waar.
mede heb je haar verrast?
,,V roolijkeRina". Ik ben nieuwsgie
rig om van je te vernemen of je voorgeno
men tooht naar de bloemenvelden nog is
doorgegaan. Dit jaar hebben de menschen in
die streek het niet bijzonder getroffen met
het weer; want over het algemeen was het
veel te koud en te guur voor uitstapjes.
,,R o b". Ik kan me wel voorstellen, dat
je het prettig vindt om „bloempjes" te ver-
koopen; maar het is dunkt me, verbazend
vermoeiend,
„W ilde Roos". Ja meisje, de Resi
dentie is inderdaad een mooie en prettige
stad, en het is niet te verwonderen, dat cr
bijna altijd vreemdelingen vertoeven.
„Klavertj e-Vier". Ik hoop even
eens, dat het nieuwe vervolgverhaal in je
smaak zal vallen. Het is wel aardig, dat er
in je klas meer raadselvriendinnetjes zit
ten. Prettig voor je, dat je op school zoo
flink mee kunt komen en geregeld bevorder
wordt. Vriendelijke groetjes.
MARIE VAN AMSTEL.
Onderlinge Correspondentie.
Kan iemand mij ook helpen aan Ik
Lenteplaatj e No. 128, in ruil voor 1'
andere Lente-plaatjes 10 Naardermeei
plaatjes?
Adres: Zoeterwoudsehe Singel 70, Leiden.
De levende papieren visch.
Wie van jelui ziet kans om ©en papieren
visch, die we zelf geknipt hebben, te doen
zwemmen, .alsof het een springlevende
vi6ch is?
Een papieren visch lat*>n zwemmen Noen,
Neef, da's mo te geleerd.
Het is anders hoel gemakkelijk, als s
je het maar weet.
Wij teekenen op tamelijk stevig papier een
visch, zooals onze teekening aangeeft, ver
geten echter daarbij het kanaal met de bol
vormige opening aan don staart van Aam visch
(A B) niet, want zonder dat beweegt zich
de waterbewoner niet. De omtrekken der te
kening worden netjes uitgesneden en dc
visch op don waterspiegel van een wasch
kom gelegd met den geteekenden kant naar
boven. Nu nemen we een droppel gewone
slaolie, dien wo voorzichtig van een draad
of een houtje in de bolvormige holte (A)
laten loopen. De ©Lio tracht zich door het
kanaal te verspreiden en drijft ons papieren
visch je vooruit, dat in merkwaardige kron
kelingen zijn baan afzwemt. Dreigt het stil
to staan, dan is een nieuwe oliedrop pol vol
doende om zijn verlamde kracht weer te
vernieuwen. Het is hier de terugstoot
van do olie, die door het nauwe kanaal naar
achter wegvloeit, die den visoh vooruitdrijft.
Volgens do wetten der natuurkunde bezit olie
vooral de eigeuschap zich buitengewoon snel
te verspreiden, en vooral zijn het juist de
allerkleinste oliedroppols, zooals ze bij het in
doopen van een jjzerdraad onderaan dezen
blijven hangen, die, op het water gebracht,
dadelijk groote oppervlakten er van met een
zeer dun vlies bedekken.
Op dezelfde wijz-; als we deze visch laten
zwemmen, kunnen wc, ook andere voorwer
pen doen voortbewegen, bijv. papieren
cchuitjcs, waterkevers, spinnen, enz., zoo-
rr.!s dat op onze twe-ode afbeelding is aan
gegeven.
Gebruikten v/c bij onzen visch olie, wc
kunnen ook andere 6toffen gebruiken, bijv.
kamfer. Evenals olie de eigenschap heeft
sn.-l weg te vloeien, waardoor zooals wc
hierboven zagen, de visch ging zwemmen,
Jieeft kamfer de eigenschap snel te ver
dempen.
Doet men een stuk kamfer in het water,
dan snelt het zigzagsgewijze zoo lang over de
oppervlakte heem, tot deze volkomen met
een dunne kamferlaag bedekt is. Als men
nu aan het achterste gedeelte van een klein
schuitje een stukje kamfer vastmaakt en
het scheepje in het water zet, dan zal dit
onder de aardigste wendingen op het water
voortvaren.
citeit geladen en daarom dadelijk weer af-
gestooten. Do clectriciteit, die de kangoeroe,
opgenomen heeft, wordt door het ^la^Itin,
den linnen draad cn den metaaldraad, af
geleid. Daardoor verliest de kangoeroe dade
lijk weer haar clectriciteit, waarom ze op-,
nieuw wordt aangetrokken en zoo blijft
het spelletje aan den gang, zoolang wij
wrijven.
En hiermede nomen wo afscheid van onze
jonge lezers.
NEEF HEINEMAN.
„Hot ergste van dat riek zijn vind ik
altijd nog, dat ik zoo weinig kan doen voor
mijn kinderen", sprak de zieke moeder van
een groot huisgezin.
„Wo hadden juist zulke alleraardigste
plannetjes voor de vacantia en nu valt al
les in duigen!"
„Wil jo wel gclooven, lieve vriendin",
sprak een oudere raadgeefster, „dat ik juist
dacht hoe je nu nog veel meer wordt voor
je lievelingen?"
,,Hoe dan?" vroeg de zieke verwonderd.1
„Wel, ze spannen zich nu in, om zoove-i
mogelijk voor jou en voor elkaar te zijn,
hun eigen pretjes zetten ze g'* eel uit het
hoofd en ze oefenen zich vast in zelfverloo
chening en dienstvaardigheid, twee deug
den die zoo onmisbaar zijn in hun volgend
leven 1"
„Dat is ook zool" moest de moeder to>
Eea Siokspariij.
We zien op de volgende afbeelding een
athleot, die aan het boksen is met een
kangoeroe of buideldier. Zoo'n dier hebben
de meesten van jelui zeker wel eens in
Artis gezien. Het gaat bij deze bokspartij
heel gemoedelijk toe en daarom willen wij
er ook zoo een samenstellen.
We nemen daarvoor allereerst een glazen
buis, een lampeglas bijv. cn sluiten het
ecne eind met een kurk. Dan knippen we
van een stuk karton de
figuur van een bokser,
dien we aan den achter
kant met bladtin bcklccden,
dat we iets grooter nemen
dan het figuurtje, zoodat
wij het om de randen heen
kunnen buigen. Den achter
waarts geplaatsten voet
van onze figuur zetten we
in een blokje paraffine,
dat wc op het plankje,
waarop ons gansche toestel
komt te staan, vast zetten.
De tweede vooruitgestrekte
voet mag dit plankje cch
ter niet aanraken. De bok
sende kangoeroe wordt van
calqueerpapier of uit een
oud prentenboek geknipt
en aan den cenen leant
op dezelfde wijze van blaitin voorzien als
de bokser. Dc papieren kangoeroe wordt
nu aan een rechthoekig gebogen ijzeren
staafje aan een linnen draad opgehangen.
Nu behoeven we nog slechts in de kurk
van liet lampeglas een naald te steken en
deze door middel van een metaaldraad met
den bokser tc verbinden. En nu is het
zaakje kant en klaar! Wij nemen het lampe
glas in de hand (zie de Afbeelding) en
wrijven het flink met een zijden lap. De
aldus opgewekte electricitcit wordt door den
draad cn het bladtin op den bokser over
gebracht. Dientengevolge wordt dc daarvoor
hangende figuur dcor den bokser aangetrok
ken, bij de aanraking met dezelfde electri-