No. 16294, LSIDS0H DAGBLA.D, Zaterdag- 5 April. Eerste Blad. Anno 1913 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. "W i°aak. Politie. Eenige organen bespreken de ooali- t i e-o vereenkomst. „De Standaard" bespreekt uitvoe rig de moeilijkheden, die de districten Ede en Ommen hebben opgeleverd en meent, dat de besprekingen geslaagd rijn op een wijze, die de hoop voor goede samenwer king verlevendigt. Toch wijst „De Standaard" er op, dat ue christelijk-hiatorisehen in sommige districten den anti-revoluti onna «ren oondi- daat hebben te steunen, ,,ook al daalt de sympathie, die hunnerzijds aan dezen can- didaat gegeven wordt, beneden het vries punt." Na de bespreking der districten-verdee ling eindigt „De Standaard" aldus Laat ons hopen, dat het kabinet-Heems kerk de Grondwetsrevisie tot een goed ein de moge brengen, en dat langs dien ko ninklijken weg eerlang een kieswet in het ,,S t a a t s b 1 a d" moge komen, waardoor voorgoed al deze moeilijkheden wegvallen. Het acooord is' er nu. De Deputatenver- gadering evenmin als de partijvergaderin gen van de beide andere Rechtsche fracties eal het easseeren. Het komt er daarom nu maar op aan, met vereende kracht op te trekken. Het politiek acooord is sober, maar toch niet zonder pit. Het concentreert ons bedoelen thans op de Grondwetsrevisie, en stelt bij de Grond wetsrevisie Artikel 192, als voor de drie Rechtsche partijen het neusje van den zalm, voorop. ,,D e Maasbode" spreekt niet over het minder verheffende deel der samen werking" de verdeeling der zetels. Al leen drukt het blad de hoop uit, dat na deze afspraak vrijbuiterij in een of ander district moge uitbïijven. Daarna schrijft het blad o.a. Posiitief bevat de. mededeeling zeer zeker veel beduidends. Alleen maar, volledig en afgerond in den zin van een program is zij niet. Daarvan ligt de verklaring wel voor de hand. Immers betreft de mededeeling der verhouding der rechtsche partijen op de allereerste plaats, wat de partijen kon doen verschillen en wat ze het meeste sa menbindt. Dit laatste is ongetwijfeld do on.dejrwijft- Tegeling. Naar algeheele vrijmaking der bijzondere school streven zij aan zij de drie partijen. In den strijd voor de school heb ben ze elkander gevonden; dit. blijft nog het sterkst bindend cement. Daar het geen volledig program geldt, waarmee de rechterzijde den politieken kamp ingaat, iis het ontbrekende te bo schouwen als datgene, wat vanzelf spre kend op elk der drie afzonderlijke partij programs staat. De overeenkomst noemt de „Nieuwe Rotterdamsohe Courant" in teressant, omdat er, volgens het blad, uit böijkt, waartoe het lang loven en bieden, dat aan de overeenkomst vooraf ia gegaan, per slot van rekening heeft geleid. In het eerste deel der overeenkomst, het verkiezingsprogram, lijkt de christelijk-his- torische partij aan de winnende hand. Ook ten aanzien van de Grondwetsherziening hebben de christelijk-historischen het pleit gewonnen. Doc-h bij de verdeeling der zetels kraait de man, die op „vast acooord" uitging, vic torie. De conclusie van het blad luidt: Bij overwinning van de coalitie hetzelfde getob van nu vier jaren lang. Een degelijke grondslag voor samenwerking cok buiten verkiezingstijd is blijven ontbreken. Met een vaag program worden de christelijk-histo rischen, wars immers van suocespolitiek, ge vleid. In de Kamer zal het nu nog twee stemmen sterker roomsch-neo-calvinistisohe paar de wet voorschrijven. En den weg naar het succes aanwijzen. De christelijk-hisbori- gche partij zal als het te laat is nieuwe ontgoocheling hebben. Haar leiders in de Kamjr, door geen programma gebonden en Nadruk verboden). 68) Een pijnlijk gesprek. De fabriek te Nogent was haar val nabij. De moord op Jact-el had haar den gena deslag toegebracht. Om de zaak en dc eer van haar zoon te redden, had de markiezin De Soulaimes haar vermogen opgeofferd, ten einde Michel in staat te stellen, zijn betalingen te vol doen. Dat vermogen was, helaas, zoo gering. Het bestond uit ongeveer honderd dui gen d francs, in solide fondsen belegd. Michel had het eerst niet willen aan nemen. Maar de markiezin had het bevolen. - Trouwens, die opoffering was ook vruch teloos. Eiken dag ontmoette de markies nieuwe moeilijkheden en onoverwinnelijke bezwa ren. Men wilde hem nu nergens meer krediet ver le enen. Er werden hem geen grondstoffen meer geleverd. Hij had rijn werklieden teruggeroepen, zoodra hij hen had kunnen betalen; hij hoopte door groote vlijt zijn verlies te her stellen. Maar hij kon niet werken zonder de grondstoffen, die alle leveranciers hem weigerden le zenden. De laster, dien men omtrent hem had op hun zelfstandigheid prat, zullen eerst tegenspartelden, maar ten slotte met de anderen mee moeten draven. Kunnen zij an- lers? Uit Leiden en Ede verdreven; Om men slechts a oor ditmaal behouden. Nog een paar zulke vaste accoorden, en het wa re met de christelijk-historische fractie in de Kamer gedaanZij stonden met hun be ginsel buiten de praotiöche politiek. Wel bekome het hun I .„Het Vaderland" zegt o. m. De samenstelling van het program van actie berust natuurlijk op een schikking. De anti-revolutionnaire partij heeft haar strijd tegen art. 171 moeten opgeven. De Ohr.-historische Party heeft de verwezen lijking van haar ideaal, de christelijke volksschool, tot nader orde moeten uitstel len; en dat is haar eenig offer niet. De partij echter, die alleen wint, ia ook nu weer de Roomsch-katholicke. Wat aangaat de beteekenis der eventueel e verwezenlijking van dit program voor ons volksleven, is het op dezen voet gesloten concordaat te beschouwen als een gezamen lijke en geconcentreerde actie tegen de voor allen toegankelijke volksschool. Degene, die de kosten van dit staatkun dig contract- betaalt, is de eens zoo fiere christelijk-historische Partij. Zij staat niet alleen. Ede, maaT ook Leiden aan den anti-revolutionnairen slok-op af. Al de fier heid van De Savornin Lohman in „D e N e- derlander" was slechts vertoon. Zijn onderwerping overtreft inderdaad alles, wat men had durven verwachten. Hoog stens had men kunnen denken, dat zij één enkel district, bijv. Ommen, dat de chri.- historisohen, ondanks de wijze, waarop de heer Bichon verkozen is, reeds min of meer tot hun districten rekenden, zouden prijs geven. In plaats daarvan echter mogen zij Ommenhebben, indien, let wel, indien het weder voor de coalitie herwonnen wordt. Maar voor dezen vogel in de lucht moet de Chr.-hist. Partij er twee, die z.j in de hand heeft, Leiden en Ede, aan de anti- revolutionnairen afstaan. „Het Volk": Wat dus de zetelverdeeling betreft, betee- kent dit, dat de heer De Visser ?an Leiden naar Ommen zal worden overgeplaatst. Of de recalicitrante christelijk-historichen in Ommen, die den heer Bichon in de Kamer brachten, er mee genoegen zullen nemen, indien deze heer, die zich los van de coali tie verklaart, door een ooalitie-man als ds..De Visser vervangen wordt, moet afge wacht worden. Voorts zal de coalitie dan tegenover den aftredenden chr.-hist. heer Schimmelpenninck in Ede, een anti-revo- lutionnair catadideeren. Men heeft zich hierbij echter te herinneren, dat ook in 1909 de officieele coaJitie-candida-afc in Éde een anti-revolutionnair was, n.l. ds. Rudolph. Niettemin brachten wilde christelijk-histo rischen toen jhr. Schimmelpenninck in de Kamer. Het kon in weerwil van alle af spraken nu wel weer eens net zoo gaan. En ook -zal het nog te bezien staan, of in Leiden de christelijk-historischen niet 'lie ver op een liberaal stemmen, als men hun een anti-revolutionDair als coalitie-candi- daat. opdringt. Wat het v erk iezi n gsp ro gr am betreft, be- teekent de daaromtrent, getroffen overeen komst, dat de coalitie eenstemmig den moord op de openbare school aanvaardt (art-. 192 der Grondwet) en dat de bestaan de rijkssubsidies van de kerken (art. 171) worden gehandhaafd, zoodat de Ned.-ITerv. Kerk geen vermindering van subsidie meer te duchten heeft. Echter, en dat is zeer in teressant, strekt het coalitieprogram zich niet uit over de kiesrechtparagraaf van Heemskerk's Grondwetsontwerp. Blijkbaar is dat een concessie aan de christelijk-histo rischen, die van de gezinshoofden-mallig- lieid niet willen wetenzii blijven nu vrij voor algemeen kiesrecht of ook voor heele- maal geen kiesrechtuitbreiding te zijn. Het staat wel te verwachten, dat dit com promis nog tot heel wat gewrijf in de cle- ricale pers aanleiding zal geven. uitgestrooid, had overal wortel geschoten. Niemand vertrouwde hem meer. Aan den eencn kant weigerde men aan hem te leve ren, aan den anderen kant wilde men hem geen nieuwe bestellingen opdragen. Zijn zaak scheen reddeloos verloren. Men trok de eerlijkheid van Michel in twijfel. Niet dat men hem verdacht, zelf zijn boekhouder vermoord en zijn kas bestolen te hebben; maar iedereen wist, dat er een paar dagen vóór den moord een aanzienlijk bedrag, onge\ eer tachtig duizend francs, uit die kas was genomen en dat de markies De Soulaimes hardnekkig geweigerd had te zeggen, waarvoor hij dat geld had ge bruikt. Deze omstandigheid was algemeen be kend en had het vertrouwen geschokt. Michel deed zijn uiterste best, om het ongeluk te vermijden en zijn eer op te hou den. Eerst had hij slechts de helft van het vermogen zijner moeder willen gebruiken, maar de laatste betaling had alles ver slonden. Nu bezat hij niets meer. Ondanks al zijn betalingen, keerde het vertrouwen niet terug en men bleef hem krediet weigeren. Wanneer er niet spoedig een wonder geschiedde, dan wachtte hem een totale ondergang en daarmee een on verdiende schande. De rechter van instructie had, den dag na de misdaad, Michel reeds deze schande voorspeld en die voorspelling dreigde be* waarheid te worden. Hij zou in staat van faillissement ver klaard worden. In een driestar De Paus zegt ..Het Centrum": Het is altijd merkwaardig, hoezeer de wereld ook de nict-katholieke en anti katholieke wereld zich interesseert vcir alles, wat den Paus betreft. Niet enkel Pius X is het voorwerp van die onophoudelijke belangstelling. De voorgangers van Z. H. deelden uaarin evenzeer. De gezondheidstoestand van den H. Vader houdt voortdurend dj aandacht ge spannen, geeft telkens aanleiding tot min of meer juiste, of onjuiste berichten, en reeds waagde men zich, niet zeer kiesch, aan bespiegelingen over de mogeHjtec op volgers van den regeerenden Pontifex. Dat bij dit alles de verbeelding sterk aan het woord komt, dat ook hier de wensch meermalen de vader d r gedachte blijkt en dat het derhalve zaak is ten aanzien van allerlei geruchten en onderstellingen, het noodige voorbehoud te betrachten, behoeft nauwelijks gezegd. Het is cok niet daarom, dat wij er met een enkel woord gewag van maken. Maar wel, om te doen uitkomen, hoe uit deze algemeene belangstelling voor den per soon des Roomschen Opperpriesters blijkt, welk een buitengewone plaats Hij inneemt in de wereld. Het Pausdom is weder een wereldmacht geworden, schreef eenige jaren na de ov r- weldiging der tijdelijke macht een voor naam Engelsch blad, de „Times". De niet-katholieke wereld scheen zich daarover te verbazen. Ten onrechte. Een wereldmacht d. w. z. de groot ste zedelijke macht ter werekl is het Pausdom altijd geweest, in welke omstan digheden het zi/ch bevond; en het zal die, ten spijt van alle materieel geweld, blijven, zoolang de wereld zelve bestaat. In „Vragen des Tijds" wijdt dr. D. Bos een artikel aan Het onderwijs en de Grondwet. De schrijver wijst er daarin o.a. op, dat wat liooger en middelbaar onderwijs be treft, kwalijk sprake kan zijn van achter uitgang door-de subsidie-wetgeving, al had den verschillende bepalingen, speciaal tm aanzien van de universiteiten, strenger moeten hiiden, z.i. Op het gebied van het lager onderwijs echter, zegt dr. Bos, is het anders; daar zijn de gevolgen van de subsidie-wetgeving in menige plaats ongunstig. Hij plaats dan in zijn bétoog o.m. de op merking, dat het opmerkjelijk is, dat thans Ghristclijk-IIistorische predikanten het ge vaar van hun eigen standpunt gaan inzien, dat gelegen is in het afbreken van het openbaar -onderwijs, in het oog van allen, die op godsdienstig gebied rechtzinnig zijn. Men had, zegt dr. Bos, van die zijde het godsdienstig element in. de opvoeding weer tot zijn recht kunnen doen komen, door goed georganiseerd godsdienstonderwijs op tie lagere school voor leerlingen, wier ouders zulk wenschen. Dr. Bos zegt daarvan o.a. Over het algemeen toch is dit onderwijs gebrekkig. Niet weinige jongelieden van goede ontwikkeling krijgen daarin een te genzin, omdat de godsdienstleéraren toonen geen goede opvoedkundig- - te zijn en hun onderwijs niet in verband weten te bren gen met den graad van verontwikkeling hunner leerlingen. Vooral voor degenen, die scholen van meer voortgezet onderwijs bezoeken, bestaat hier een groote leemte. Indien vele predikanten zv-h minuer met de politiek en meer met dit gedeelte van hun taak hadden opgehouden, indien zij slechte een deel van de inspanning, welke velen hunner zich hebben getroost om in kleinere plaatsen de openbare scholen te vernietigen, hadden besteed, om het gods dienstonderwijs tot hooger peil te brengen, dan zou, zonder dat daarmede een ook in hun oog volkomen opvoedingssysteem was bereikt, toch in die opvoeding, in verband met het openbaar onderwijs, een element zijn gebracht, waaraan zij hooge waarde toekennen. Men schijnt in sommige kringen daarover berouw te gevoelen. Het komt mij Daar hij met het geld van anderen zijn •zaak had gedreven en hij die tachtig dui zend francs niet zou kunnen verantwoor den, hing hem de schande van een frau duleus bankroet boven het hoofd. Waartoe zou het dienen, de waarheid te zeggen, te spreken van die valsche wissels, die de schuld waren van alles'? Wat zou het hem baten, wanneer hij al vertelde, dat hij die wissels had betaald, omdat hij het zijn plicht achtte, zijn broeder te redden, zijn broeder, dien hij beschuldigd'had. Tot niets Het kwaad was geschied en kon niet her steld worden. De boeken gaven geen verantwoording van dat geld en de wissels die Michel misschien nog hadden kunnen redden bestonden niet meer. Om alle sporen uit te wisschen van de misdaad, waarvan hij zijn broeder destijds beschuldigde, had Michel ze verbrand. Op de achting en genegenheid van zijn familie kon hij etaat maken, maar ook dat kon hem weinig helpen. Al zijn bloedverwanten waren even arm. Tot wien zou hij rich wenden? Allen leefden karig van hun klein ver mogen of geringe inkomsten. Hij was dus aan zichzelf overgelaten en moest op eigen krachten steunen. Naarmate de bestellingen afnamen, krimpte hij. ook het getal zijner werklie den in. Zoo zag hij den noodlottigen dag nade ren, waarop hij hen allen zou moeten weg zenden en zijn fabriek sluiten. Dan was het met hem gedaan. Terwijl hij zich als een wanhopige tegen niet onmogelijk voor, dat dit inzicht, bij het gelukkig ontwakend leven in vrijzinnig- godsdienstige kringen, zoowel als bij de er kenning door rechtzinnige protestanten van de fout, dat liet openbaar onderwijs door hen is losgelaten, in volgende jaren tot krachtige actie van die zijden zal voeren. Vooral schijnt het niet ondenkbaar, dat men van verschillende zijden, het kwaad der dwergschooltjes gaandeweg ervaren de, zal trachten in deze richting verbetering te zoeken, vooral in kleine plaatsen. „He t Volk" antwoordt in twee artike len op de beschouwingen, welke verschil lende hoofdorganen van links aan de Paasc li resolutie wijdden. Het volgende is er aan ontleend: Wij hebben voor het concentratie-pro gram geen onverdeelde, maar toch wel eenige sympathie. Maar wij verhelen ons geen oogenblik, dat dit program en de over- groote meerderheid der vrijzinnigen van huis uit twee zijn. Wij kunnen de heeren onmogelijk alleen laten op hun pelgrims reis met dat program. Wij moeten er altijd bij blijven, andere laten zij straks do beste etukken in de goot vallen. Ja, wie weet, ook de andere. Als Lohman zoo trotseh van den hoogen toren blaast: ik ga den verkiezings strijd in zonder program, is er dan niemand aan de linkerzijde, die liem benijdt? Indien er dus naast iederen vrijzinnige een sociaal-democraat in de Kamer kwam, wa-s er nog niet één te veel Maar bij de herstemmingen tusschen vrij zinnigen en clericalen, daar loopt toch de kwestie over hebben wij daar geen keus? Noopt daar het belang der arbeidersklasse onvoorwaardelijk tot steun aan den vrij zinnige Het antwoord hebben wij reeds gegeven. Onze voorkeur geldt niet den vrijzinnige als zoodanig, maar den onderteekenaar van het program. En nu blijkt reeds uit het treffend verschil in oordeel tusschen de vrijzinnigen over onze herstemmingsresolu tie, hoe noodig het is, dat wij niet op de onderteekening alleen van het concentra- fïeprogram afgaan. Terwijl „Het Va derland" onze herstemingsresolutie „een kopie, tot zelfs in de keuze der woor den" van dat program noemt, en „D e Wereld" tot de conclusie komt, dat de urgentie van het A. EL eenvoudig het lo- gi6oh gevolg is van de vrijzinnige kiesrecht- paragraaf, terwijl alleen de cisch tegen ver sterking der Eerste Kamer een, niet over bodig, verweer is tegen vrij-liberale lief hebberijen, meende de Haa-gsche „H a n- d e 1 s b 1a d"-redactcur, dat wij overvra^ gen, dat wij de vrijzinnigen tweemaal willen laten betalen. Hierom alleen reeds is het vragen van nadere toelichting noodig, meent heb blad. Maar wij hebben ook te letten op wat na de verkiezingen kan gebeuren. Wij mogen verwijzen naar Troelsta's rede op het con gres, en kunnen ons dus een breedvoerige uiteen-zetting van de mogelijkheden na Juni besparen. Vaststaat, dat de vrijzinnigen zelf niet gelooven, dat zij 51 man in de Ka mer zullen brengen. Zag heb daarnaar uit, wij hadden nog te bedenken, dat 't concen tratie-program is aangediend niet als Re- geering&program, maar slechts als een handleiding voor een toekomstige vrijzin nige regeering. Het levert de stof, zoo is gezegd, waaruit kan worden „geput". Nu is het zeker niet onverschillig, wat en hoe er wordt geput, en het is voor de arbei dersklasse van groot belang te weten, aan wat voor soort „putters" zij haar steun* zou geven. Maar nog veel meer klemt dit, zegt „Het Volk" nu de vrij'-zinigen, mocht deze Re geering vallen, in de door Troelstra aange duide schommel-periode, tusschen sociaal democraten en christelijk-historische zouden komen. Wel heeft de heer Drucker plechtstatig verklaard, dat het concentratie-program van kracht .zal blijven ook na de verkiezin gen; maar de heer Drucker verlaat het po litiek tooneel, en zelfs indien hij bleef, zou hij nog niet bijv. door de vrije liberalen tot hun geestelijken adviseur worden benoemd. hét noodlot verweerde en overal rondzag naar hulp en redding, kwam er door Lau rent weer een straal van hoop tot hem. De graaf ontving op zekeren morgen een briefje van Bertignolles van den vol genden inhoud „Mijn waarde Laurent! Wanneer gij vanavond gelegenheid hebt, kom dan in den schouwburg Odeon. Ik heb een loge besproken voor de opvoering van het muziekdrama „Liefdesmart". Ik heb wel weinig verstand van muziek, maar mijn dochter Jenny is er verzot op. Ik zal dan tevens gelegenheid hebben om over zaken te spreken, die voor u van het hoogste be lang zijn. Bertignolles." Laurent had sedert lang elke gelegen heid vermeden, om met Jenny in aanraking te komen. Toen hy dan ook deze uitnoodiging ont ving, was hij eerst van plan, een voorwend sel te zoeken, om er voor te bedanken. Niet, dat hij voor de bekoorlijkheden van het meisje vreesde. Hij beminde Marie-Rose en dacht aan geen andere vrouw. Maar hij bedacht, hoeveel hij reeds aan Bertignolles verplicht was. Hoeveel dien sten hij hem reeds bewezen, hoeveel be langstelling hij hem reeds betoond had. Hij ging er heen. Toen hij de loge binnentrad, was het tweede bedrijf juist begonnen. Jenny keerde rich tot hem en glimlachte hem schuchter toe. Zij had hem niet weer gezien sedert den dag, waarop zij hem die Zóó innig is het bondgenootschap nog niet.' Zoo ooit, trouwens, dan hebben wij hier er tegen te waken, dat, bij verandering van den politieken toestand, ook de neigingen der partijen en personen veranderen. Om nu bij het slot te beginnenis het niet volkomen logisch, dat wij in een plaats als Utreoht bijv. aan de liberalen in het eene district onzen steun niet verleenen, tenzij wij van den hunnen verzekerd zijn in het andere? Wij onderstellen nu maar, dat mr. Ter Spill in Utrecht I in herstemming komt, en Van Leeuwen in Utrecht II. Is een weigering van de liberalen, om Van Leeuwen te steunen, niet een aanwijzing voor hun candidaat, om ook in de Kamer liever met de christelijk-historischen meo. te gaan dan met de sociaal-democraten? En indien het conservatieve deel der vrij zinnigheid in het algemeen zulk een neiging toonde^ wat zou er dan overblijven van het belang der arbeidersklasse bij het steunen van deze heeren? Wie kan er dan nog op vertrouwen, dat de rechtervleugel der con centratie in de Kamer een Grondwetsher zieningspartij zou vormen Zoodra de vrijzinigen in hun schommel bewegingen al te dicht bij de rechterzijde komen, vergeet een deel van hen zijn demo cratie. Wanneer men bedenkt, hoe de heer Tydeman heeft gekoketteerd met de kerste ning der openbare school, hoe zelfs de heer Bos met den heer Roëll eenmaal voorstel de om op het leerplan der openbare school uren voor goddienstonderwijs in te ruimen; wanneer men bedenkt, hoe een bolwerk van het vrijhandelstelsel als de Rotterdamsohe Kamer van Koophandel aan minister Kolk man schreef, dat zij tegen verhooging van het invoerrecht op petroleum geen bezwaar herftwanneer men zich herinnert, hoe nog niet zoo heel lang geleden „De Nieuwe Courant" de Gronwetsherziening liever van rechts ontving dan van links, dan meet men tot de erkenning komen, dat in zekere politieke omstandigheden tul van vrijzinigen zelfs voor de liberale staatsin stellingen geen betrouwbare soldaten zijn. Hoeveel te minder dus voor de eiechen, die de sociaal-democratie hen heeft opgedron gen. Kind er wagen-bel asiing. Een der merkwaardigste belastingen bezit da stad Spandau. Op ioderen kindervragen wordt jaarlijks 1 Mark 50 geheven. Herhaaldelijk zijn er stemmen opgegaan om deze belasting, die men onsociaal noemt, af te schaffen, maa: de magistraat weigert hieraan gevolg te geven, daar men haar opbrengst dringend noodig heeft. Ja, een belasting instellen gaat cemak kelijk, maar om ze weer at le sch ffen ah ze niet voldoet, dat gaat minder goed, om niet te zeggen blijkt haast onmogelijk. Gevonden voorwerpen. Hondenhalsband, een paar klompen, wel len kindermuts, handschoenen, portemon- naies met inhoud, stuk looden pijp, zilve ren hoeden speldknop, heeren- en dames- parapluie, een paar damesknooplaarzcn, ro zenkrans in étui, kamerverhuurbordje. ceiis tuur, broche met steentjes, sleutels, zilvL ren armband, net van touw, zakmes, dun gouden kettingarmband, nieuw ondergo dijntje, barnsteenen sigarenpijp, zilveren aanhanger van een collier; manchet met knoop, takshond, zilveren Zeeuwsch oorbel letje, zilveren broche met portret, defect heerenrijwiel, lederen harbierstasch, zwarte rijwielpómp, bril in étui, een zak witte sui ker, pakje waarin kousje, borstrokje, enz., rol behangselpapier rand, electrische siga renaansteker, geit, bruin damesbont, lees boek, wasdoeken-kleedje, kilometerboekje, grijze jas, pakje met 2 blouses, plat stuk lood, rijwieltasch met inhoud, gele hond met staande ooren, gouden zegelring, zil veren kinderring, donkerblauw vest. Terug te bekomen en inlichtingen fS verkrijgeneiken werkdag, behalve Don-i derdag en Vrijdag, van één tot drie uur namiddag, ten poliliebureele alhier. bloem als een bewijs barer liefde voor de voeten had laten vallen; sedert den dag, waarop zij hem had hooren zeggen, dat hij haar, Jenny, nooit zou beminnen, daar zijn hart vervuld was van liefde voor een an der meisje. Dat had haar toen zoo aangegrepen, dat zij bewusteloos was neergevallen. Haar vader had haar toen getroost met de belofte Hij zal u beminnen. Hij zal uw echt genoot worden. Zij stelde vertrouwen in haar vader en ook in haar jeugd en schoonheid. Zij had weer hoop gekoesterd. En nu zij hem weerzag, na alles, wat ei gebeurd wa-s, na het harde woord, dat Laurent zich had laten ontvallen, hoopte zij, dat hij misschien berouw had, haai liefde te hebben versmaad. Daarom glimlachte zij zoo bedeesd en bloosde zij zoo diep', terwijl zij den jongen man haar kleine hand toestak. Hij drukte de hem toegestoken hand. Toen het bedrijf wa-s afgespeeld, spraken Laurent en Bertignolles met elkaar. Laatstgenoemde begon het onderhoud. Ik heb vernomen, zei hij, dat uw broeder op het oogenblik in zeer moeilijke omstandigheden verkeert. Helaas l Hij wordt ernstig bedreigd, nietwaar? Ja, zóó ernstig, dat er geen kans meer op redding bestaat. Oho, is de toestand werkelijk zoo wan hopig? En is er niemand, die hem kan hel pen? Helaas, niemand ("Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5