Uit de Rechtzaal. Vragen en Antwoorden. charges uit, terwijl manifestanten met iteenen wierpen, Patriotische betooging t e B e r 1 ij n. a-ERLIJN, 16 Maart. (R. O.) Door de-Pa triotische vereeniging tot verbreiding van historische kennis werd een fakkeloptocht georganiseerd, waaraan een twimtig groe pen met tien muziekkorpsen, een groot aantal nationale vereenigingen en corpora ties, ten getale van ongeveer vier a vijf dui zend personen, deelnamen. Niettegenstaan de wind en regen had de optocht een schit terend verloop. Tegen zeven uur verscheen de spits van den stoot voor het paleis, waar het keizerpaar aan het venster kwam. De keizer salueerde voortdurend. Het voorbij trekken van den optocht duurde drie kwar tier. Bij den aanvang van den stoet ont ving.de keizer het comité van den optocht, hetwelk hij zijn vreugde en dank te kennen gaf voor de prachtig geslaagde patrio tische demonstratie. De suffragettes in de ve r- drukking. LONDEN, 16 Maart (R. O.) E-en vijan- dig-gezinde menigte, uit ongeveer tiendui zend koppen bestaande, was tegenwoordig bij de opening van de gewone Zondagsche vergadering der suffragettes in Hydepark De leidster der bijeenkomst, mevrouw Drummond, die op een kar was geklom men, die als spreekgestoelte moest die nen, kreeg een bonk turf tegen den mond voor zij nog een woord had kunnen zeggen. Of se hoon haar stem geheel te looi* ging in het leven, dbor de menigte gemaakt, sprak 2ij een halfuur lang onder een onophoude- lijken regen van sinaasappelen, turven, aardkluiten en eteenem Een jong© dame, die baar als spreekster opvolgde, verging het niet beter. De politie hief nu de bijeen komst op en trachtte dr vrouwen naar het dichtstbijzijnd station van den ondergrond- schen spoorweg te geleiden. De menigte overmeesterde echter de politie en dreef de vrouwen voor zich uit, de Oxfordstreet op en neer. Gedurende een halfuur was het verkeer geheel en al gestremd. Ten elotte kreeg de politie versterking en kon zij de vrouwen te hulp komen, die zij nu naar een station van den ondergrondspoor weg begeleidde, waarop de ingang van dit station werd afgesloten. De meesten der vrouwen waren danig toegetakeld, en baar kleeren hingen haar in flarden om het lijf. Oostenrijk en Rusland. WE ENEN, 16 Maart. (R. O.) De aanvul lingsnota, door de Russische regeering ge publiceerd als toevoeging aan de gemeen schappelijke Oostenrijksch-Russisdie nota over het naar huis zenden der troepen gaf iln de pers aanleiding tot commentaren, die door den Russischen minister van Buiten- landsohe zakeD als deloyaal bestempeld werden. De eenige publicaties, die een of ficieel karakter hebben, zijn de communi que's, vervat in het „Fremdenblatt" van 12 en 13 Maart en een hoofdartikel van 13 Maart-. Geen van deze artikelen bevatten beweringen, die aanleiding kunnen geven tot het bovenbedoelde verwijt. De Italianen in Tripoli 6. ZOEARA, 15 Maart. (R. O.) Gisteroch tend deden twee pelotons van de nieuwe Italiaansche detachementen onder bevel van luitenant Chiabra een verkenningstocht- van Zalten naar Busceg. Zij ontmoetten nabij Busceg een honderdtal Arabieren, die hen aanvielen, doch iöi zuidelijke richting op de vlucht gedreven werden. De opstande lingen, door versterkingstroepen vermeer derd, kwamen terug. De Italianen weer stonden moedig den aanval tot een derde detachement was aangekomen. De Arabie ren werden opnieuw uiteengejaagd en ver loren tien man aan gesneuvelden, boven dien talrijke gewonden met zich medevoe rend. Luitenant Chiabra werd bij het twee de gevecht doodelijk gekwetst en overleed te Zoeara. Een Askari werd gedood. Onlusten te Toledo. TOLEDO, 16 Maart. (R. O.) Een beamb te der stedelijke belasting doodde een kar- revoerder, waarop onlusten uitbraken. Het belastingkantoor werd verbrand. Ministerieele crisis te Uruguay. MONTEVIDEO, 16 Maart, (R. O.) De ministers van Nijverheid en Openbaar On derwijs hebben hun ontslag genomen. Leidscbe tooneelveresniging „Vondel." Voor een Schouwburg, dicht bezet met hen, die in nauwe betrekking staan tot „Vondel," en met genoodigden, allen be langstellenden in hetgeen deze Vereeni ging voor het voetlicht brengt en hoe zij dit doet, gaf zij Zaterdagavond „Het Poortje" of „De Duivel in Kruimelburg," blijspel in vijf bedrijven en een voorspel van Fred, van Eeden. 't Werd tot dusverre mot elke nieuwe Voorstelling van ..Vondel" moeilijker •werken voor haar leden, want deze Ver eeniging heeft een naam op te houden. Als ..Vondel" spelen gaat, zijn de ver wachtingen hoog gespannen. Om niet al te ver terug te gaan: men dacht nu aan de opvoering van het vorige jaar, toen „Het duistere punt" voor lniar zoo'n succes, zulk een groot lichtpunt in haar bestaanshislorie is geworden, zóó, dat het tweemaal gegeven werd, den twee den keer ten voordeele van een Leidsche liefdadigheidsvereeniging, met groot-ba- tig-saldo-uitslag en ook met roem-en- teer-afloop. Zou dit weer zoo worden? De keuze van het eenvoudige stuk was toen zeer gelukkig. Het kiezen of liever het nemen is er sedert niet gemakke lijker op geworden. En wit men van ons weten of wij oordeelen. dat „Von-" len" nu weer cvengoeu of beter geko zen of genomen heeft, dan antwoorden wij het geschiede zonder argumenta tie „Neen." Het rustige stedeke Kruimelburg zal door den Satan bezocht worden. In het voorspel kondigt Mephisto dit der Stede- maagd in hoogst eigen persoon aan. En hij komt als Joodsch handelaar in antiquiteiten, wien het om een antiefc poortje, ingang van den tuin der dames Kluyt en stadseigendom, te doen is en die niet rusten wil het kostbare ding in bezit te krijgen, wat hem toch mislukt Deze Satan brengt eenigen tijd veel onrust: hij brengt verwijdering tusschen de zusters Kluyt; bemoeilijkt middellijk een huwelijk tusschen den zoon van den burgemeester, den edelachtbaren Van Krenten, en een schildersdochter; ver ijdelt een verloving tusschen een domi nee en Annebet Kluyt; brengt den heer Kakelberg, ijzerfabrikant en wethouder, in een moeilijk parket; verwekt groot ongenoegen in den huize Van Krenten; gebruikt dominee en burgervader als zijn werktuigen; laat den burgemeester een mal figuur slaan tegenover het volk bewerkt op sluwe wijze Aaitje, de keu kenmeid uer Kluytcn; weet den burge meester in donker er toe te brengen een poortsteen, dien de koopman zelf eerst losgepeuterd heeft, te doen vallen, om de Douwvalligheid van de poort te be wijzen, waardoor de sehildersdocliter ge wond wordt; in 't kort brengt heelwat onrust en narigheid teweeg zonder zijn doel, het bezit der poort, te bereiken. Een en ander komt, als de koopman zich snel verwijderd heeft onder ,,ze- genwenschen". weer terecht: de dochter van den schilder en 's burgemeesters zoon krijgen elkaar; de poort, een sie raad voor Kruimelburg, voor welker be houd de schilder tegenover den burge meester zoo geijverd heeft, blijft staan. Alleen tusschen Annebet en de dominee komt het niet tot een accoord. In zeer grove trekken, zonder op de diepere beteckcnis in te gaan, is dit de inhoud. En nu het spel der dilettanten, der knappe dilettanten, kunnen wij gerust zeggen, 't Was zeer goed, lofwaardig zelfs. In 't voorspel kon de fiere Stedemaagd zich aanvankelijk moeilijk verstaanbaar maken, 't Was de schuld der telaatko- mers, die hel in de parterre deden kra ken en klepperen, en van de ssst-sst- roepers. Later en aan 't slot van het ge heel was zrj kloek en zeggingskrachhg. Mephisto was best. Het rijtje of beter de rij langs gaande Annebet en Leenlje Kluyt heiden goed, maar de laatste hoede zich voor stijf heid Danville toonde zijn rol goed te begrijpen; zijn dochter was bepaald om op tè verheven, zoo door verschijning ats door stem; dominee Maalman, aJ hebben wij persoonlijk nooit zoo'n pre dikant ontmoet, speelde uitstekend en hield zich ook goed, toen 't was zeker mede het werk van Satan zijn hooge hem van de lange haren glipte. De bur gemeester, een kleintje, maar 't Was er ook maar een van Kruimelburg, en een behoorlijken buik had hij, moet zich vooral niet te stijf over hot tooneel bewe gen, al heeft hij te denken aan zijn waar digheid. In zijn toespraak tot het volk was hij in zijn tracht en leuk, toen hij snakte naar den barbier, om weg te ko men onder hot bereik van vrouwlief, die zich enkele oogenblikken de geleerde woorden niet te binnen kon brengen en moeite had den voor haar zoo noodigen ernst te bewaren. De stem van den burgemeesterszoon heeft geen helderen klank; daar kan hij niets aan doen; maar zijn rol vervulde hi; paar behooren. De keukenmeid was een goede gedienstige; dat zij het wist met den stijven huisknecht van den bur gemeester, zou men zoo niet gezegd hebben. Voor mevrouw Kakelberg. die haar naam alle eer aandeed, en voor Goud kater, den anliquiteitenkoopman, een eere-palm en een cere-saluut voor hun uitstekend spel. De echtgenoot van mevr. Kakelberg, de ijzerfabrikant, was stijf en onbuigzaam als het metaal, dat hij doet vervaardigen; gelukkig, want het echt paar had anders door hem bezochte hui zen te veel op stelten gezet. Het volk hadden wij nog wat rumoeri ger, nog veel nieuwsgieriger gewild: de agenten hadden te wemig werk. Predikant, koopman en burgemeester vooral wekten den lachlust op. Het toonecl zag er in alle bedrijven goed 'uit en de veel te lange pauzes werden draaglijker door uitstekende mu ziek onder leiding van den heer H. J. van Leeuwen Jr. „Vondel" heeft weer groot succes gehad. P.S. Na afloop van de voorstelling was er voor leden en genoodigden gele genheid tot dansen in Musis Sacrum." IS.-ïiirlcmscSte i!echtl>aiik. Dronken bel ham el s. Op 19 December ï.l. hebben eenige man nen in het café van den heer A., te Hoofd dorp, aanleiding gegeven tot een heftig tconeel Zij hadcfen er eerst zelf liet g s aangestoken en er heel wat gedronken écn niet minder dan 12, één ander zelfs 14 cognacjes en toen de kastelein einde lijk weigerde verder te schenken, stoof een dier bezoekers K. op, greep den kastelein aan, wierp hem in zijn buffet, greep toen een stoel en onder de woorden: „Ik zal je dood slaan hief hij den stoel dreigend op... Toen kwam de vrouw des huizes bin nen en verhinderde den slag. Een tweede, D., greep den kastelein met beide handen naar de keel en gelukkig voor D. was, dat de vrouw van den kas telein zë-n handen losmaakte. Beklaagde K. was niet verschenen. D. zeide, dat het geven van rondjes tot een drinkpartij had geleid en hij niet wist wat er eigenlijk gebeurd was. De herrie begon toen opnieuw en de kastelein en diens vrouw namen de vlucht. Daarop kwamen buren ter hulp en wer den de beschonken belhamels het huis uitgezet. De officier vroeg veroordeeling van K. tot 14 dagen gevangenisstraf en van D. tot 3 weken. De verdediger van D., mr. Van Gigoh Jr., pleitte een lichtere Btrtf, omdat ai. de zaak zeer opgeblazen ie. Kantongerecht te Schagen. Eilers en dr. Olivier Verhaat. Voor het kantongerecht te Schagen werd de behandeling voortgezet der zaak tegen den arts Olivier Verhaar, wien ten laste was gelegd „dat hij, geneeskundige to Leiden zijnde en do geneeskunst uit oefende door als bedrijf geneeskundigen raad te verleenen door patiënten te on derzoeken en hetzij recepten te geven, hetzij op andere wijze te bepalen, welke geneesmiddelen zij moesten gebruiken, geneesmiddelen heeft doen afleveren door If. .1. Eilers, die nóch geneeskundige, nóch apotheker was, en die in opdracht of op aanwijzing van bekl. geneesmidde len toezond en deed bezorgen te Haren- carspel en te Winkel. Een maand geleden werd 'de behande ling dezer zaak geschorst wijl een paar getuigen niet waren verschenen. Toen werden gehoord een inwoner van Ha- rencarspel, die verklaarde van Olivier Verhaar, die te Hoorn zitting liield, een recept te hebben ontvangen, waarop hij geneesmiddelen uit een apotheek moest halen. Later hoeft hij meermalen medi cijnen van Eilers ontvangen. Eilers zelf verklaarde te „werken" vol gens art 3 van de geneeskundige wet on zijn ambt uit te oefenen onder toezicht van 0. Verhaar. Dezo genoot van hem een vast salaris waardoor er tusschen hen dienstbetrekking ontstond. 0. Ver haar zei alleen in welk stadium van te ring de patiënten waren; Eilers bepaal ds daarna welke medicijnen de patiën ten moesten hebben en zond ze hun toe. Door den apotheker-scheikundige Wanna, uit Alkmaar, was mede in de vorige zitting een rapport uitgebracht, omtrent de door Eilers in- en uitwendig voorgeschreven middelen. Hieruit bleek, dat het eerste middel hoofdzakelijk teer en petroleum bevatte met een geringe hoeveelheid phenol of cresol, het tweede olie met petroleum, het derde een af treksel van bittere kruiden op alcohol en het vierde een aftreksel van planten en looizuur. Nu werd een verklaring van Olivier. Verhaar voorgelezen, luidende: „Ik ben adviseur voor Eilers; zijn er patiënten, dan onderzoek ik dezen en dan deel ik alleen aan Eilers mede, of zij 'al dan niet aan tering lijden. Zoo zij tering hebben, zeg ik aan Eilers in wel ken graad, waarvoor wij cijfers hebben. Ik 'zeg niet aan Eilers, welke genees middelen de patiënten, die aan tering lijden, moeten gebruiken. Ik ontken, dat ik gezegd heb aan Eilers wat zij hebben moeten. Immers, Eilers heeft daarvoor een geheim middel. Hoe zou ik nu aan Eilers kunnen zeggen wat zij hebben moeten? Dit kan immers nietl' Gehoord werd thans eerst een be woonster uit Winkel, die beweerde de medicijnen van Eilers on Olivier Ver haar ontvangen te hebben, omdit dit op het etiket stond. Een boekdrukker uit Winkel verklaar de, dat Olivier Verhaar hem onderzocht had. doch niets gezegd had omtrent de middelen. Het 0. M. noemde het zeer merk waardig, dat op deze zittingen het tegen overgestelde gebleken was van hetgeen het vóóronderzoek had opgeleverd en betreurde bet, dat de ambtenaren-van het 0. M. bet recht van instructie mis sen. Bij het vóóronderzoek 'toch 'was gebleken, dat de geneeskundige midde len door Eilers waren verstrekt op last van 0. Verhaar en op de zitting is ge bleken, dat Eilers niet gehandeld heeft op last van O. Verhaar, doch zelfstan dig optreedt, wijl hij alléén de samen stelling der geneesmiddelen kent en 0. Verhaar zich bepaalt tot het onderzoek der patiënten. Jntusscben merkt men, welk een prachtverhouding tusschen deze twee be staat: de een is de medische adviseur van den ander en kent niet eens de sa menstelling der middelen, die aan de pa tiënten worden afgeleverd! Uitvoerig betoogde de ambtenaar, dat waar ten laste is gelegd aan 0. V., dat liij de geneeskunde ui toefenende, genees middelen heeft doen afleveren, nu de vraag beantwoord moet worden of hij een strafbaar feit beeft doen plegen in den zin van art. 47 W. v. S. Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord op twee voorwaardenlo. dat voor doen plegen niet vereischt is liet geven van een opdracht, maar teweegbrengen; dit mag worden aangenomen en is ook door den II. R. uitgemaakt; 2o. dat degene, die de geneesmiddelen heeft afgeleverd, d. i. Eilers, daarvoor strafrechtelijk niet aansprakelijk is. Dit hangt hiervan af of art. 9 van de wet op de uitoefening der geneeskunde alleen op geneeskun digen betrekkiug heeft dan wel ook op hen, die onbevoegd de geneeskunde uit oefenen. De wet maakt daaromtrent geen onderscheid. Er is ook geen grond om aan te nemen, dat artsen niet en kwak zalvers wel geneesmiddelen mogen af leveren. Waar nu Eilers zelf de genees kunde uitoefent, zij het ook onbevoegd, en geneesmiddelen verstrekt, daar is hij zelf strafrechtelijk aansprakelijk en is hier dus het geval van doen plegen uit gesloten. Op deze gronden behoort 0. V. vrijgesproken te worden van het ten laste gelegde feit. Het is zeker te be treuren, dat 0. V. niet gestraft kan wor den, maar bij deze zaak is althans ge bleken, dat Eilers zelf en zelfstandig de feneeskunde uitoefent en hij dus straf- aar blijft. (,,A!g. Hbl,") Stoomschip vergaan. De „Maandagcourant" bevat oen uit voerig verslag over een Eugelsoh stoomsohip dat vergaan is bij IJmuiden. Hot Engelsche stoomschip „Eastwell", groot 3115 ton, is Zondagmorgen om halfee ven ongeveer fcaj het binnenloopen van do haven, door de hevige zee op den kop van üen Noordpier te IJmuiden geslagen, met het gevolg, dat het binnen twintig minuten zonk met de kostbare lading van 80,000 ba len rijst. De geheele bemanning werd door het helfhaftig gedrag van den kapitein van de sleepboot „IJmuiden", Johannes van der Wielen, en tweo zijner matrozen, gered. Precies 35 dagen véór de stranding ver liet men Rangoon, de hoofdstad van Bur ma, in Eng. Indiè, met een blanke beman ning van 9 personen en verder negen en vijf tig üritsch-Indiërs. Men bad in Engelsch- Indië 80,CC0 balen rijst geladen. Men had een voorspoedige reis en bereikte zoo de Hollandsche kust, waar bij Scheveningen de sleepboot „IJmuiden" van IJmuiden te ga- moet gestoomd kwam om te contracteeren over het van IJmuiden opsteepen van het stoomscnip. De concurrentie tusschen de sleepboot-recderijen is nl. groot en daarom stoomden deze booten den binnenkomenden schepen vèr te gemoet, dikwijl tot bij de Engelsche kust. Onder het varen spnYigwn dan een paar mannetjes met levensgevaar over en sluiten het contract voor het slee pen af, opdat geen ander ze vóór kan zijn. Zoo bereikte men 's Zaterdagavonds IJmuiden, doch de kapitein van de „East well" besloot voor anker te blijven liggen vóór de haven met het oog op den storm, die opgestoken was. Men bleef dus voor anker liggen, met den loods K. Smit en de tweo man van den sleeper aan boord en de „IJmuiden" in de nabijheid. Om halfzes Zondagmorgen werden de ankers gohiewd en stoomde men naar do haven. De hevige wind kwam uit het Zuid-Weeten en hoewel de vloed pas om aoht uur er moest zijn, kwam het water ten gevolge van het aan houdende waaien, uit het Zuid-Westen belangrijk vroeger opzetten, zoodat het schip sterk naar het Noorden omgezet werd. De golven grepen toen den steven die net binnen de pieren was, het schip op en gooi den het met reuzen-geweld mot het bak boord op de steenblokken, die vo*^ bel uiterste einde van den Noordpier fissen. Op een brug bevond.n zich toen de kapi tein, de loods en de tweede en vierde stuur man. In de machinekamer waren de 2de, 4de en 5do machinist op wacht. Ter hoogte van de machinekamer, ontstond een reus achtig gat, zoodat daar het water meteen met geweld instormde en het schip onmid dellijk begon te zinken. Een groot- deel van de zwarte bemanning en ook de kapiteins vrouw met haar drie jonge kinderen slie pen nog toen het ongeval plaats had. Men begrijpt, welk een paniek er ontstond onder de 59 Britsch-Indiërs, menschen, waarvan er slechts 3 een weinig Engelsch spreken en wier geografische kennis niet zóó groot is, dat zij wisten op welk deel van de wereld zij zich bevonden. Alleen hadden zij liet snel-zinkcnde schip onder de voeten, te midden van een woedende zee en met radelooze rasgencoten om zieh heen. De „IJmuiden", dia voor den sleep in de nabijheid was gebleven begon terstond met te trachten hnlp te bieden. Slechts drite man waren er aan boord van den sleeper, n.l. de kapitein, Johannes van der Wielen, algemeen bekend onder den naam „Nannie", de machinist, Martinus Peters, en de dekkneoht, Van der Put. De „Eastwell" zat dwaxs op den pier op een wijze, zooals de „Berlin" vn 1907 op den Hoek van Holland heeft gezeten. Het schip en de pier vormden dus een soherpen hoek en in dien hoek besloot men zich te wa ges om Re schipbreukelingen te redden. De zee was nog steeds hol en de golven sloe gen over de „Eastwell" heen, zoodat de „IJmuiden" alle kans had óók op de blok ken van den pier terecht te komen. Toch stoomde men er heen. Een twintig zwartjes, met een deT kin deren van den kapitein waren op het voor- sship, de nest op de bruggen-dekken en het achterschip. Het voorschip zonk het eerst en daarop kam men langs zij en riep den -zwartjes toe te springen. Eet kind werd eerst overgegooid en daarna kwamen de inlanders over, de een na den ander. Zoo, toen de-ze over waren, stoomde men ach teruit, om een tweede kans te wagen. Hiervoor moest men nog gevaarlijker werk deen, want nu meest men midscheeps zien te komen, hddst op de plaats waar het schip vast zat. Men stoomde dius naar den nauwen hoek tusschen schip en pier en bleef daar liggen met hard achteruitslaan de machines, ten einde vastloopen te voor komen. Niet alleen dat hoozen water over kwamen, doch bovendien begon het schip naar bakboord gevaarlijk over te hellen, zoodat de kans om mee naar de diepte te gaan steeds grooter werd. In die positie liggende, riep men den nog aan boord van de „Eastwell" zijnden toe over te sprin gen en dat deden zij ten slotte. Eerst de kapitein'B vrouw en de twee andere kinde ren, de kapitein en de loods onder de aller- laatsten. Onmiddellijk daarop werd volle kracht achteruit gegeven en ging men met de kostbare lading de haven in. Daar het geheele drama zich in nog geen halfuur af speelde, begrijpt men hoe snel en onver saagd er gehandeld werd. Bij de redding viel één van de zwartjes in zee, doch werd gelukig terstond opgepikt door de sleep boot „Vischploeg". De loods, K. Smit, brak hij het over springen een enkel, terwijl drie zwartjes de enkels verstuikten of wonden. Overi gens kwamen allen met den geweldigen schrik vrij. Het nieuwe schip en de lading, die, ruw berekend toch wel op een m i 1- lioen geschat mag worden, waren in de diiepte verdwenen, zoodat alleen nog maar de schoorsteen en de voor- en achtersteven even boven water komen. Daar stonden nu 75 schipbreukelingen op de Hollandsche kust, waarvan er slechte drie, nl. de loods en de twee man van de sleepboot, die overgesprongen waren, wis ten waar een thuis te vinden. Doch een magnifieke instelling kon nu haar nut be tuigen, nl. het Witte Krui^-gebouw. In de eerste plaats bracht de redding-tvrigade van het Witte Kruis de gewonden over naar het gebouw, waar ze verbonden wer den. Negen en twintig zwartjes werden daar ondergebracht en allen, de blanke beman ning incluis, van nieuwe onder- en boven- kleeren en voedsel voorzien. De overig© ne gen blanken der bemanning vonden in ho tel Willem Barents een onderkomen, 14 zwartjes in het Koning Willemshuis, 16 zwartjes in het Engelsche zeemanshuis en, zooals gezegd, 29 in het Witte Kruis-ge bouw. De Boeddhistische Britech-Indiërs wer den onthaald op greote hoeveelheden rijst met gekookte kabeljauw en liepen met hun nieuwe baaien ondergoed, over zichzelf grinnekend, rond. De gewonden lagen zorg vuldig verbonden in de bedden en op de recreatiezaal lagon nog een tiental zwartjes onder de dekens, alleen de kroeskoppen er boven uit. Kort na de redding werd door het Witte- Kruis-oomité een telegram over het onge val verzonden naar den Taunus aan Prins Hendrik, die indertijd den eersten steen legde voor dit gebouw. Het telegram is onderteekend door den voorzitter en leden van het „Witte Kruis", en door den arts en leden van de Reddings brigade Prins Hendrik, en luidt: Aan Z. K. H. den Prins der Nederlanden. S.S. „Eastwell" gestrand en vergaan op Noordpier IJmuiden. Allen 75 opvarenden gered 29 man, waaronder 3 gewonden opge nomen en verzorgd in het Witte Kruisge- bouw. Alles, wel, allen opvarenden in ver schillende zeemanshuizen. Persoonlijk be zoek. Alles wel en opgewekt. Wonder^ baarlijke redding. Kranige en buiten gewone stoutmoedige hulpverleening dooi sleepboot „IJmuiden", kapitein J. van der Wiele. Eerhic-dige groet van (volgt onderteeke^'if^A Voor de veiüigb*^, «4-; de scheepvaart ie 's nachts' de ingang vaa de haven door sei nen ontoegankelijk verklaard. V raag: Kunt u mij ook eenige inlichtin gen verschaffen aangaande waar ik mij kan vervoegen om een vrijwillige verbin tenis aan te gaan bij het Vreemden Legioen bestemd voor Afrika! Ib dat werf-dep&fc niet eigens in België Antwoord: Neen in Frankrijk. U kunt informeeren bij den Franschen Con sul ts 's-Gravenhage. Vraag: Zoudt u mij ook op deze vraag kunnen antwoorden. Ik wil graag in het garnizoen te Schoonhoven tredon. Hoe oud moet ik daarvoor wezen, en waar moet ik mij aanmelden! Antwoord: Oud 16 jaar. U kunt daaromtrent informeeren aan het bureel van den Garnizoens-oommandant alhier. Vraag: Ik ben van het 2de Regiment Veldartillerie lichting 1903 en gedetacheerd bij de 1ste Mitrailileur-afkleeling te 's-Gra venhage. Kunt u mij ook zeggen, wanneer ik voor herhalingsoefeningen, onder de wapenen moet komen en hoelang] Antwoord: Van 13 October tot 8 November a.s. "Vraag: Hoelang moet een Militair in West-Indië (oude pensioenwet) dienen om recht te hebben zijn pensioen aan te vra gen? An t w oord: Tien jaar. V raag: Wilt u zoo goed zijn deze vraag te beantwoorden. Hoelang moet de lichting 1912 dienen, die 1 April 1912 bij het Remonte-depot te Milligen is geko men. Wij zijn drie weken in Den Haag bjj de Cavalerie geweest. Antwoord: Ten hoogste twee jaren. Vraag: Zoudt u mij ook eenige gege vens aan de hand kunnen doen, om van een collectie gebruikte ansichtkaarten eenige versieringen te kunnen maken, zoo* als op het gebied van huisvlijt? Antwoord: Een cursu6 voor huis vlijt kunnen wij in deze rubriek niet ope nen. Er zijn echter wel goedkoope hand leidingen. Vraag u maar eens bij een boek handelaar. Vraag: Is het geoorloofd als twee knechts den geheelen dag arbeiden van, des morgens halfacht tot des avonds acht uren met een hal ven kop koffie te laten en des middags geen drinken te ontvangen? Antwoord: Begrijpen we u niet al te duidelijke vraag goed, dan werkten deze knechts voor hun patroon bij een particu lier en had deze geenerlei verplichting op zich genomen. De knechts hebben dus niet bepaald iets te eischen, maar het pleegt wel gewoonte te zijn, deze bij hun boter ham bij tijd en gelegenheid een kop kof fie, thee, of indien men daar niets tegen heeft een glas bier te geven. Vraag: Mijn man werkt, op een fabriek en ik heb ruim mijn brood, zoo om en bij de 18 gulden, nu willen mijn twee jongens niet in het vak van hun vader, maar met alle geweld in dienst bij de infanterie. Kunt u mij ook zeggen hoeveel ze daar in het begin verdienen? Er woont bij mij in de straat een juffronw ook met twee jon gens, die wel een goed inkomen zal moeten hebben. Haar man is ook in dienst, maar hoe groot het is weet ik niet en durf ik ook niet vragen. Wil u s.v.p. nu eens me- dedeelen of het lang duurt eer men onder- adjudant is en het geld wat men dan ver dient? Antwoord: Als uw jongens in dienst willen, laat u hen dan eens aanmelden aan het bureel' van den Garnizoens-comman dant, daar kunnen zij alle gewenschte in lichtingen nopens den dienst, enz, vernemen. Ca stro. Ca-stro, de voormalige president van Ve nezuela is naar Hamburg vertrokken aan boord van het stoomschip „AiUevcs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 6