Uit de Rechtzaal.
Vragen en Antwoorden.
charges uit, terwijl manifestanten met
iteenen wierpen,
Patriotische betooging
t e B e r 1 ij n.
a-ERLIJN, 16 Maart. (R. O.) Door de-Pa
triotische vereeniging tot verbreiding van
historische kennis werd een fakkeloptocht
georganiseerd, waaraan een twimtig groe
pen met tien muziekkorpsen, een groot
aantal nationale vereenigingen en corpora
ties, ten getale van ongeveer vier a vijf dui
zend personen, deelnamen. Niettegenstaan
de wind en regen had de optocht een schit
terend verloop. Tegen zeven uur verscheen
de spits van den stoot voor het paleis, waar
het keizerpaar aan het venster kwam. De
keizer salueerde voortdurend. Het voorbij
trekken van den optocht duurde drie kwar
tier. Bij den aanvang van den stoet ont
ving.de keizer het comité van den optocht,
hetwelk hij zijn vreugde en dank te kennen
gaf voor de prachtig geslaagde patrio
tische demonstratie.
De suffragettes in de ve r-
drukking.
LONDEN, 16 Maart (R. O.) E-en vijan-
dig-gezinde menigte, uit ongeveer tiendui
zend koppen bestaande, was tegenwoordig
bij de opening van de gewone Zondagsche
vergadering der suffragettes in Hydepark
De leidster der bijeenkomst, mevrouw
Drummond, die op een kar was geklom
men, die als spreekgestoelte moest die
nen, kreeg een bonk turf tegen den mond
voor zij nog een woord had kunnen zeggen.
Of se hoon haar stem geheel te looi* ging in
het leven, dbor de menigte gemaakt, sprak
2ij een halfuur lang onder een onophoude-
lijken regen van sinaasappelen, turven,
aardkluiten en eteenem Een jong© dame,
die baar als spreekster opvolgde, verging
het niet beter. De politie hief nu de bijeen
komst op en trachtte dr vrouwen naar het
dichtstbijzijnd station van den ondergrond-
schen spoorweg te geleiden. De menigte
overmeesterde echter de politie en dreef
de vrouwen voor zich uit, de Oxfordstreet
op en neer. Gedurende een halfuur was
het verkeer geheel en al gestremd. Ten
elotte kreeg de politie versterking en kon
zij de vrouwen te hulp komen, die zij nu
naar een station van den ondergrondspoor
weg begeleidde, waarop de ingang van dit
station werd afgesloten. De meesten der
vrouwen waren danig toegetakeld, en baar
kleeren hingen haar in flarden om het lijf.
Oostenrijk en Rusland.
WE ENEN, 16 Maart. (R. O.) De aanvul
lingsnota, door de Russische regeering ge
publiceerd als toevoeging aan de gemeen
schappelijke Oostenrijksch-Russisdie nota
over het naar huis zenden der troepen gaf
iln de pers aanleiding tot commentaren, die
door den Russischen minister van Buiten-
landsohe zakeD als deloyaal bestempeld
werden. De eenige publicaties, die een of
ficieel karakter hebben, zijn de communi
que's, vervat in het „Fremdenblatt" van
12 en 13 Maart en een hoofdartikel van
13 Maart-. Geen van deze artikelen bevatten
beweringen, die aanleiding kunnen geven
tot het bovenbedoelde verwijt.
De Italianen in Tripoli 6.
ZOEARA, 15 Maart. (R. O.) Gisteroch
tend deden twee pelotons van de nieuwe
Italiaansche detachementen onder bevel van
luitenant Chiabra een verkenningstocht- van
Zalten naar Busceg. Zij ontmoetten nabij
Busceg een honderdtal Arabieren, die hen
aanvielen, doch iöi zuidelijke richting op
de vlucht gedreven werden. De opstande
lingen, door versterkingstroepen vermeer
derd, kwamen terug. De Italianen weer
stonden moedig den aanval tot een derde
detachement was aangekomen. De Arabie
ren werden opnieuw uiteengejaagd en ver
loren tien man aan gesneuvelden, boven
dien talrijke gewonden met zich medevoe
rend. Luitenant Chiabra werd bij het twee
de gevecht doodelijk gekwetst en overleed
te Zoeara. Een Askari werd gedood.
Onlusten te Toledo.
TOLEDO, 16 Maart. (R. O.) Een beamb
te der stedelijke belasting doodde een kar-
revoerder, waarop onlusten uitbraken. Het
belastingkantoor werd verbrand.
Ministerieele crisis te
Uruguay.
MONTEVIDEO, 16 Maart, (R. O.) De
ministers van Nijverheid en Openbaar On
derwijs hebben hun ontslag genomen.
Leidscbe tooneelveresniging „Vondel."
Voor een Schouwburg, dicht bezet met
hen, die in nauwe betrekking staan tot
„Vondel," en met genoodigden, allen be
langstellenden in hetgeen deze Vereeni
ging voor het voetlicht brengt en hoe zij
dit doet, gaf zij Zaterdagavond „Het
Poortje" of „De Duivel in Kruimelburg,"
blijspel in vijf bedrijven en een voorspel
van Fred, van Eeden.
't Werd tot dusverre mot elke nieuwe
Voorstelling van ..Vondel" moeilijker
•werken voor haar leden, want deze Ver
eeniging heeft een naam op te houden.
Als ..Vondel" spelen gaat, zijn de ver
wachtingen hoog gespannen. Om niet al
te ver terug te gaan: men dacht nu aan
de opvoering van het vorige jaar, toen
„Het duistere punt" voor lniar zoo'n
succes, zulk een groot lichtpunt in haar
bestaanshislorie is geworden, zóó, dat
het tweemaal gegeven werd, den twee
den keer ten voordeele van een Leidsche
liefdadigheidsvereeniging, met groot-ba-
tig-saldo-uitslag en ook met roem-en-
teer-afloop. Zou dit weer zoo worden?
De keuze van het eenvoudige stuk was
toen zeer gelukkig. Het kiezen of liever
het nemen is er sedert niet gemakke
lijker op geworden. En wit men van
ons weten of wij oordeelen. dat „Von-"
len" nu weer cvengoeu of beter geko
zen of genomen heeft, dan antwoorden
wij het geschiede zonder argumenta
tie „Neen."
Het rustige stedeke Kruimelburg zal
door den Satan bezocht worden. In het
voorspel kondigt Mephisto dit der Stede-
maagd in hoogst eigen persoon aan.
En hij komt als Joodsch handelaar in
antiquiteiten, wien het om een antiefc
poortje, ingang van den tuin der dames
Kluyt en stadseigendom, te doen is en
die niet rusten wil het kostbare ding in
bezit te krijgen, wat hem toch mislukt
Deze Satan brengt eenigen tijd veel
onrust: hij brengt verwijdering tusschen
de zusters Kluyt; bemoeilijkt middellijk
een huwelijk tusschen den zoon van den
burgemeester, den edelachtbaren Van
Krenten, en een schildersdochter; ver
ijdelt een verloving tusschen een domi
nee en Annebet Kluyt; brengt den heer
Kakelberg, ijzerfabrikant en wethouder,
in een moeilijk parket; verwekt groot
ongenoegen in den huize Van Krenten;
gebruikt dominee en burgervader als
zijn werktuigen; laat den burgemeester
een mal figuur slaan tegenover het volk
bewerkt op sluwe wijze Aaitje, de keu
kenmeid uer Kluytcn; weet den burge
meester in donker er toe te brengen een
poortsteen, dien de koopman zelf eerst
losgepeuterd heeft, te doen vallen, om
de Douwvalligheid van de poort te be
wijzen, waardoor de sehildersdocliter ge
wond wordt; in 't kort brengt heelwat
onrust en narigheid teweeg zonder zijn
doel, het bezit der poort, te bereiken.
Een en ander komt, als de koopman
zich snel verwijderd heeft onder ,,ze-
genwenschen". weer terecht: de dochter
van den schilder en 's burgemeesters
zoon krijgen elkaar; de poort, een sie
raad voor Kruimelburg, voor welker be
houd de schilder tegenover den burge
meester zoo geijverd heeft, blijft staan.
Alleen tusschen Annebet en de dominee
komt het niet tot een accoord.
In zeer grove trekken, zonder op de
diepere beteckcnis in te gaan, is dit de
inhoud.
En nu het spel der dilettanten, der
knappe dilettanten, kunnen wij gerust
zeggen, 't Was zeer goed, lofwaardig
zelfs.
In 't voorspel kon de fiere Stedemaagd
zich aanvankelijk moeilijk verstaanbaar
maken, 't Was de schuld der telaatko-
mers, die hel in de parterre deden kra
ken en klepperen, en van de ssst-sst-
roepers. Later en aan 't slot van het ge
heel was zrj kloek en zeggingskrachhg.
Mephisto was best.
Het rijtje of beter de rij langs gaande
Annebet en Leenlje Kluyt heiden goed,
maar de laatste hoede zich voor stijf
heid Danville toonde zijn rol goed te
begrijpen; zijn dochter was bepaald om
op tè verheven, zoo door verschijning
ats door stem; dominee Maalman, aJ
hebben wij persoonlijk nooit zoo'n pre
dikant ontmoet, speelde uitstekend en
hield zich ook goed, toen 't was zeker
mede het werk van Satan zijn hooge
hem van de lange haren glipte. De bur
gemeester, een kleintje, maar 't Was er
ook maar een van Kruimelburg, en een
behoorlijken buik had hij, moet zich
vooral niet te stijf over hot tooneel bewe
gen, al heeft hij te denken aan zijn waar
digheid. In zijn toespraak tot het volk
was hij in zijn tracht en leuk, toen hij
snakte naar den barbier, om weg te ko
men onder hot bereik van vrouwlief, die
zich enkele oogenblikken de geleerde
woorden niet te binnen kon brengen en
moeite had den voor haar zoo noodigen
ernst te bewaren.
De stem van den burgemeesterszoon
heeft geen helderen klank; daar kan hij
niets aan doen; maar zijn rol vervulde
hi; paar behooren. De keukenmeid was
een goede gedienstige; dat zij het wist
met den stijven huisknecht van den bur
gemeester, zou men zoo niet gezegd
hebben.
Voor mevrouw Kakelberg. die haar
naam alle eer aandeed, en voor Goud
kater, den anliquiteitenkoopman, een
eere-palm en een cere-saluut voor hun
uitstekend spel. De echtgenoot van mevr.
Kakelberg, de ijzerfabrikant, was stijf en
onbuigzaam als het metaal, dat hij doet
vervaardigen; gelukkig, want het echt
paar had anders door hem bezochte hui
zen te veel op stelten gezet.
Het volk hadden wij nog wat rumoeri
ger, nog veel nieuwsgieriger gewild: de
agenten hadden te wemig werk.
Predikant, koopman en burgemeester
vooral wekten den lachlust op.
Het toonecl zag er in alle bedrijven
goed 'uit en de veel te lange pauzes
werden draaglijker door uitstekende mu
ziek onder leiding van den heer H. J.
van Leeuwen Jr.
„Vondel" heeft weer groot succes
gehad.
P.S. Na afloop van de voorstelling
was er voor leden en genoodigden gele
genheid tot dansen in Musis Sacrum."
IS.-ïiirlcmscSte i!echtl>aiik.
Dronken bel ham el s.
Op 19 December ï.l. hebben eenige man
nen in het café van den heer A., te Hoofd
dorp, aanleiding gegeven tot een heftig
tconeel Zij hadcfen er eerst zelf liet g s
aangestoken en er heel wat gedronken
écn niet minder dan 12, één ander zelfs 14
cognacjes en toen de kastelein einde
lijk weigerde verder te schenken, stoof een
dier bezoekers K. op, greep den kastelein
aan, wierp hem in zijn buffet, greep toen
een stoel en onder de woorden: „Ik zal
je dood slaan hief hij den stoel dreigend
op... Toen kwam de vrouw des huizes bin
nen en verhinderde den slag.
Een tweede, D., greep den kastelein met
beide handen naar de keel en gelukkig
voor D. was, dat de vrouw van den kas
telein zë-n handen losmaakte.
Beklaagde K. was niet verschenen. D.
zeide, dat het geven van rondjes tot een
drinkpartij had geleid en hij niet wist wat
er eigenlijk gebeurd was.
De herrie begon toen opnieuw en de
kastelein en diens vrouw namen de vlucht.
Daarop kwamen buren ter hulp en wer
den de beschonken belhamels het huis
uitgezet.
De officier vroeg veroordeeling van K.
tot 14 dagen gevangenisstraf en van D.
tot 3 weken.
De verdediger van D., mr. Van Gigoh
Jr., pleitte een lichtere Btrtf, omdat ai.
de zaak zeer opgeblazen ie.
Kantongerecht te Schagen.
Eilers en dr. Olivier Verhaat.
Voor het kantongerecht te Schagen
werd de behandeling voortgezet der zaak
tegen den arts Olivier Verhaar, wien ten
laste was gelegd „dat hij, geneeskundige
to Leiden zijnde en do geneeskunst uit
oefende door als bedrijf geneeskundigen
raad te verleenen door patiënten te on
derzoeken en hetzij recepten te geven,
hetzij op andere wijze te bepalen, welke
geneesmiddelen zij moesten gebruiken,
geneesmiddelen heeft doen afleveren door
If. .1. Eilers, die nóch geneeskundige,
nóch apotheker was, en die in opdracht
of op aanwijzing van bekl. geneesmidde
len toezond en deed bezorgen te Haren-
carspel en te Winkel.
Een maand geleden werd 'de behande
ling dezer zaak geschorst wijl een paar
getuigen niet waren verschenen. Toen
werden gehoord een inwoner van Ha-
rencarspel, die verklaarde van Olivier
Verhaar, die te Hoorn zitting liield, een
recept te hebben ontvangen, waarop hij
geneesmiddelen uit een apotheek moest
halen. Later hoeft hij meermalen medi
cijnen van Eilers ontvangen.
Eilers zelf verklaarde te „werken" vol
gens art 3 van de geneeskundige wet on
zijn ambt uit te oefenen onder toezicht
van 0. Verhaar. Dezo genoot van hem
een vast salaris waardoor er tusschen
hen dienstbetrekking ontstond. 0. Ver
haar zei alleen in welk stadium van te
ring de patiënten waren; Eilers bepaal
ds daarna welke medicijnen de patiën
ten moesten hebben en zond ze hun
toe.
Door den apotheker-scheikundige
Wanna, uit Alkmaar, was mede in de
vorige zitting een rapport uitgebracht,
omtrent de door Eilers in- en uitwendig
voorgeschreven middelen. Hieruit bleek,
dat het eerste middel hoofdzakelijk teer
en petroleum bevatte met een geringe
hoeveelheid phenol of cresol, het tweede
olie met petroleum, het derde een af
treksel van bittere kruiden op alcohol
en het vierde een aftreksel van planten
en looizuur.
Nu werd een verklaring van Olivier.
Verhaar voorgelezen, luidende:
„Ik ben adviseur voor Eilers; zijn er
patiënten, dan onderzoek ik dezen en
dan deel ik alleen aan Eilers mede, of
zij 'al dan niet aan tering lijden. Zoo zij
tering hebben, zeg ik aan Eilers in wel
ken graad, waarvoor wij cijfers hebben.
Ik 'zeg niet aan Eilers, welke genees
middelen de patiënten, die aan tering
lijden, moeten gebruiken. Ik ontken, dat
ik gezegd heb aan Eilers wat zij hebben
moeten. Immers, Eilers heeft daarvoor
een geheim middel. Hoe zou ik nu aan
Eilers kunnen zeggen wat zij hebben
moeten? Dit kan immers nietl'
Gehoord werd thans eerst een be
woonster uit Winkel, die beweerde de
medicijnen van Eilers on Olivier Ver
haar ontvangen te hebben, omdit dit op
het etiket stond.
Een boekdrukker uit Winkel verklaar
de, dat Olivier Verhaar hem onderzocht
had. doch niets gezegd had omtrent de
middelen.
Het 0. M. noemde het zeer merk
waardig, dat op deze zittingen het tegen
overgestelde gebleken was van hetgeen
het vóóronderzoek had opgeleverd en
betreurde bet, dat de ambtenaren-van
het 0. M. bet recht van instructie mis
sen. Bij het vóóronderzoek 'toch 'was
gebleken, dat de geneeskundige midde
len door Eilers waren verstrekt op last
van 0. Verhaar en op de zitting is ge
bleken, dat Eilers niet gehandeld heeft
op last van O. Verhaar, doch zelfstan
dig optreedt, wijl hij alléén de samen
stelling der geneesmiddelen kent en 0.
Verhaar zich bepaalt tot het onderzoek
der patiënten.
Jntusscben merkt men, welk een
prachtverhouding tusschen deze twee be
staat: de een is de medische adviseur
van den ander en kent niet eens de sa
menstelling der middelen, die aan de pa
tiënten worden afgeleverd!
Uitvoerig betoogde de ambtenaar, dat
waar ten laste is gelegd aan 0. V., dat
liij de geneeskunde ui toefenende, genees
middelen heeft doen afleveren, nu de
vraag beantwoord moet worden of hij
een strafbaar feit beeft doen plegen in
den zin van art. 47 W. v. S. Deze vraag
kan bevestigend worden beantwoord op
twee voorwaardenlo. dat voor doen
plegen niet vereischt is liet geven van
een opdracht, maar teweegbrengen; dit
mag worden aangenomen en is ook door
den II. R. uitgemaakt; 2o. dat degene,
die de geneesmiddelen heeft afgeleverd,
d. i. Eilers, daarvoor strafrechtelijk niet
aansprakelijk is. Dit hangt hiervan af
of art. 9 van de wet op de uitoefening
der geneeskunde alleen op geneeskun
digen betrekkiug heeft dan wel ook op
hen, die onbevoegd de geneeskunde uit
oefenen. De wet maakt daaromtrent geen
onderscheid. Er is ook geen grond om
aan te nemen, dat artsen niet en kwak
zalvers wel geneesmiddelen mogen af
leveren. Waar nu Eilers zelf de genees
kunde uitoefent, zij het ook onbevoegd,
en geneesmiddelen verstrekt, daar is hij
zelf strafrechtelijk aansprakelijk en is
hier dus het geval van doen plegen uit
gesloten. Op deze gronden behoort 0. V.
vrijgesproken te worden van het ten
laste gelegde feit. Het is zeker te be
treuren, dat 0. V. niet gestraft kan wor
den, maar bij deze zaak is althans ge
bleken, dat Eilers zelf en zelfstandig de
feneeskunde uitoefent en hij dus straf-
aar blijft. (,,A!g. Hbl,")
Stoomschip vergaan.
De „Maandagcourant" bevat oen uit
voerig verslag over een Eugelsoh stoomsohip
dat vergaan is bij IJmuiden.
Hot Engelsche stoomschip „Eastwell",
groot 3115 ton, is Zondagmorgen om halfee
ven ongeveer fcaj het binnenloopen van do
haven, door de hevige zee op den kop van
üen Noordpier te IJmuiden geslagen, met
het gevolg, dat het binnen twintig minuten
zonk met de kostbare lading van 80,000 ba
len rijst. De geheele bemanning werd door
het helfhaftig gedrag van den kapitein van
de sleepboot „IJmuiden", Johannes van
der Wielen, en tweo zijner matrozen, gered.
Precies 35 dagen véór de stranding ver
liet men Rangoon, de hoofdstad van Bur
ma, in Eng. Indiè, met een blanke beman
ning van 9 personen en verder negen en vijf
tig üritsch-Indiërs. Men bad in Engelsch-
Indië 80,CC0 balen rijst geladen. Men had
een voorspoedige reis en bereikte zoo de
Hollandsche kust, waar bij Scheveningen de
sleepboot „IJmuiden" van IJmuiden te ga-
moet gestoomd kwam om te contracteeren
over het van IJmuiden opsteepen van het
stoomscnip. De concurrentie tusschen de
sleepboot-recderijen is nl. groot en daarom
stoomden deze booten den binnenkomenden
schepen vèr te gemoet, dikwijl tot bij de
Engelsche kust. Onder het varen spnYigwn
dan een paar mannetjes met levensgevaar
over en sluiten het contract voor het slee
pen af, opdat geen ander ze vóór kan zijn.
Zoo bereikte men 's Zaterdagavonds
IJmuiden, doch de kapitein van de „East
well" besloot voor anker te blijven liggen
vóór de haven met het oog op den storm,
die opgestoken was. Men bleef dus voor
anker liggen, met den loods K. Smit en de
tweo man van den sleeper aan boord en de
„IJmuiden" in de nabijheid. Om halfzes
Zondagmorgen werden de ankers gohiewd
en stoomde men naar do haven. De hevige
wind kwam uit het Zuid-Weeten en hoewel
de vloed pas om aoht uur er moest zijn,
kwam het water ten gevolge van het aan
houdende waaien, uit het Zuid-Westen
belangrijk vroeger opzetten, zoodat het
schip sterk naar het Noorden omgezet werd.
De golven grepen toen den steven die net
binnen de pieren was, het schip op en gooi
den het met reuzen-geweld mot het bak
boord op de steenblokken, die vo*^ bel
uiterste einde van den Noordpier fissen.
Op een brug bevond.n zich toen de kapi
tein, de loods en de tweede en vierde stuur
man. In de machinekamer waren de 2de,
4de en 5do machinist op wacht. Ter hoogte
van de machinekamer, ontstond een reus
achtig gat, zoodat daar het water meteen
met geweld instormde en het schip onmid
dellijk begon te zinken. Een groot- deel van
de zwarte bemanning en ook de kapiteins
vrouw met haar drie jonge kinderen slie
pen nog toen het ongeval plaats had.
Men begrijpt, welk een paniek er ontstond
onder de 59 Britsch-Indiërs, menschen,
waarvan er slechts 3 een weinig Engelsch
spreken en wier geografische kennis niet
zóó groot is, dat zij wisten op welk deel
van de wereld zij zich bevonden. Alleen
hadden zij liet snel-zinkcnde schip onder de
voeten, te midden van een woedende zee en
met radelooze rasgencoten om zieh heen.
De „IJmuiden", dia voor den sleep in
de nabijheid was gebleven begon terstond
met te trachten hnlp te bieden.
Slechts drite man waren er aan boord van
den sleeper, n.l. de kapitein, Johannes van
der Wielen, algemeen bekend onder den
naam „Nannie", de machinist, Martinus
Peters, en de dekkneoht, Van der Put.
De „Eastwell" zat dwaxs op den pier op
een wijze, zooals de „Berlin" vn 1907 op
den Hoek van Holland heeft gezeten. Het
schip en de pier vormden dus een soherpen
hoek en in dien hoek besloot men zich te wa
ges om Re schipbreukelingen te redden. De
zee was nog steeds hol en de golven sloe
gen over de „Eastwell" heen, zoodat de
„IJmuiden" alle kans had óók op de blok
ken van den pier terecht te komen. Toch
stoomde men er heen.
Een twintig zwartjes, met een deT kin
deren van den kapitein waren op het voor-
sship, de nest op de bruggen-dekken en het
achterschip. Het voorschip zonk het eerst
en daarop kam men langs zij en riep den
-zwartjes toe te springen. Eet kind werd
eerst overgegooid en daarna kwamen de
inlanders over, de een na den ander. Zoo,
toen de-ze over waren, stoomde men ach
teruit, om een tweede kans te wagen.
Hiervoor moest men nog gevaarlijker werk
deen, want nu meest men midscheeps zien
te komen, hddst op de plaats waar het
schip vast zat. Men stoomde dius naar den
nauwen hoek tusschen schip en pier en
bleef daar liggen met hard achteruitslaan
de machines, ten einde vastloopen te voor
komen. Niet alleen dat hoozen water over
kwamen, doch bovendien begon het schip
naar bakboord gevaarlijk over te hellen,
zoodat de kans om mee naar de diepte te
gaan steeds grooter werd. In die positie
liggende, riep men den nog aan boord van
de „Eastwell" zijnden toe over te sprin
gen en dat deden zij ten slotte. Eerst de
kapitein'B vrouw en de twee andere kinde
ren, de kapitein en de loods onder de aller-
laatsten. Onmiddellijk daarop werd volle
kracht achteruit gegeven en ging men met
de kostbare lading de haven in. Daar het
geheele drama zich in nog geen halfuur af
speelde, begrijpt men hoe snel en onver
saagd er gehandeld werd. Bij de redding
viel één van de zwartjes in zee, doch werd
gelukig terstond opgepikt door de sleep
boot „Vischploeg".
De loods, K. Smit, brak hij het over
springen een enkel, terwijl drie zwartjes
de enkels verstuikten of wonden. Overi
gens kwamen allen met den geweldigen
schrik vrij. Het nieuwe schip en de lading,
die, ruw berekend toch wel op een m i 1-
lioen geschat mag worden, waren in de
diiepte verdwenen, zoodat alleen nog maar
de schoorsteen en de voor- en achtersteven
even boven water komen.
Daar stonden nu 75 schipbreukelingen op
de Hollandsche kust, waarvan er slechte
drie, nl. de loods en de twee man van de
sleepboot, die overgesprongen waren, wis
ten waar een thuis te vinden. Doch een
magnifieke instelling kon nu haar nut be
tuigen, nl. het Witte Krui^-gebouw. In de
eerste plaats bracht de redding-tvrigade
van het Witte Kruis de gewonden over
naar het gebouw, waar ze verbonden wer
den.
Negen en twintig zwartjes werden daar
ondergebracht en allen, de blanke beman
ning incluis, van nieuwe onder- en boven-
kleeren en voedsel voorzien. De overig© ne
gen blanken der bemanning vonden in ho
tel Willem Barents een onderkomen, 14
zwartjes in het Koning Willemshuis, 16
zwartjes in het Engelsche zeemanshuis en,
zooals gezegd, 29 in het Witte Kruis-ge
bouw.
De Boeddhistische Britech-Indiërs wer
den onthaald op greote hoeveelheden rijst
met gekookte kabeljauw en liepen met hun
nieuwe baaien ondergoed, over zichzelf
grinnekend, rond. De gewonden lagen zorg
vuldig verbonden in de bedden en op de
recreatiezaal lagon nog een tiental zwartjes
onder de dekens, alleen de kroeskoppen er
boven uit.
Kort na de redding werd door het Witte-
Kruis-oomité een telegram over het onge
val verzonden naar den Taunus aan Prins
Hendrik, die indertijd den eersten steen
legde voor dit gebouw.
Het telegram is onderteekend door den
voorzitter en leden van het „Witte Kruis",
en door den arts en leden van de Reddings
brigade Prins Hendrik, en luidt:
Aan Z. K. H. den Prins der Nederlanden.
S.S. „Eastwell" gestrand en vergaan op
Noordpier IJmuiden. Allen 75 opvarenden
gered 29 man, waaronder 3 gewonden opge
nomen en verzorgd in het Witte Kruisge-
bouw. Alles, wel, allen opvarenden in ver
schillende zeemanshuizen. Persoonlijk be
zoek. Alles wel en opgewekt. Wonder^
baarlijke redding. Kranige en buiten
gewone stoutmoedige hulpverleening dooi
sleepboot „IJmuiden", kapitein J. van
der Wiele. Eerhic-dige groet van
(volgt onderteeke^'if^A
Voor de veiüigb*^, «4-; de scheepvaart ie
's nachts' de ingang vaa de haven door sei
nen ontoegankelijk verklaard.
V raag: Kunt u mij ook eenige inlichtin
gen verschaffen aangaande waar ik mij
kan vervoegen om een vrijwillige verbin
tenis aan te gaan bij het Vreemden Legioen
bestemd voor Afrika! Ib dat werf-dep&fc
niet eigens in België
Antwoord: Neen in Frankrijk. U
kunt informeeren bij den Franschen Con
sul ts 's-Gravenhage.
Vraag: Zoudt u mij ook op deze vraag
kunnen antwoorden. Ik wil graag in het
garnizoen te Schoonhoven tredon. Hoe
oud moet ik daarvoor wezen, en waar
moet ik mij aanmelden!
Antwoord: Oud 16 jaar. U kunt
daaromtrent informeeren aan het bureel
van den Garnizoens-oommandant alhier.
Vraag: Ik ben van het 2de Regiment
Veldartillerie lichting 1903 en gedetacheerd
bij de 1ste Mitrailileur-afkleeling te 's-Gra
venhage. Kunt u mij ook zeggen, wanneer
ik voor herhalingsoefeningen, onder de
wapenen moet komen en hoelang]
Antwoord: Van 13 October tot 8
November a.s.
"Vraag: Hoelang moet een Militair in
West-Indië (oude pensioenwet) dienen om
recht te hebben zijn pensioen aan te vra
gen?
An t w oord: Tien jaar.
V raag: Wilt u zoo goed zijn deze
vraag te beantwoorden. Hoelang moet de
lichting 1912 dienen, die 1 April 1912 bij
het Remonte-depot te Milligen is geko
men. Wij zijn drie weken in Den Haag
bjj de Cavalerie geweest.
Antwoord: Ten hoogste twee jaren.
Vraag: Zoudt u mij ook eenige gege
vens aan de hand kunnen doen, om van
een collectie gebruikte ansichtkaarten
eenige versieringen te kunnen maken, zoo*
als op het gebied van huisvlijt?
Antwoord: Een cursu6 voor huis
vlijt kunnen wij in deze rubriek niet ope
nen. Er zijn echter wel goedkoope hand
leidingen. Vraag u maar eens bij een boek
handelaar.
Vraag: Is het geoorloofd als twee
knechts den geheelen dag arbeiden van, des
morgens halfacht tot des avonds acht uren
met een hal ven kop koffie te laten en des
middags geen drinken te ontvangen?
Antwoord: Begrijpen we u niet al te
duidelijke vraag goed, dan werkten deze
knechts voor hun patroon bij een particu
lier en had deze geenerlei verplichting op
zich genomen. De knechts hebben dus niet
bepaald iets te eischen, maar het pleegt
wel gewoonte te zijn, deze bij hun boter
ham bij tijd en gelegenheid een kop kof
fie, thee, of indien men daar niets tegen
heeft een glas bier te geven.
Vraag: Mijn man werkt, op een fabriek
en ik heb ruim mijn brood, zoo om en bij
de 18 gulden, nu willen mijn twee jongens
niet in het vak van hun vader, maar met
alle geweld in dienst bij de infanterie.
Kunt u mij ook zeggen hoeveel ze daar in
het begin verdienen? Er woont bij mij in
de straat een juffronw ook met twee jon
gens, die wel een goed inkomen zal moeten
hebben. Haar man is ook in dienst, maar
hoe groot het is weet ik niet en durf ik
ook niet vragen. Wil u s.v.p. nu eens me-
dedeelen of het lang duurt eer men onder-
adjudant is en het geld wat men dan ver
dient?
Antwoord: Als uw jongens in dienst
willen, laat u hen dan eens aanmelden aan
het bureel' van den Garnizoens-comman
dant, daar kunnen zij alle gewenschte in
lichtingen nopens den dienst, enz, vernemen.
Ca stro.
Ca-stro, de voormalige president van Ve
nezuela is naar Hamburg vertrokken aan
boord van het stoomschip „AiUevcs