üjrno 2913,
Eerste Kamer.
FEUILLETON.
"Wi-siak:.
Finaneieele Causerie.
Oorlogsbegrooting.
De lieer Van V oorst tot Voorst
juichte in de zitting van gisteren rnetr de
grootste voldoening de leger-reorganisatie
plannen van minister Colijn toe, die aan
©bs leger de weerkracht en de snelle strijd
vaardigheid zullen schenken, welke spre
ker zoo dringend noodzakelijk acht in het
belang van het bewaren ten allen tijde en
onder alle omstandigheden van onze onaf
hankelijkheid. Deze voordeelen zijn van te
grootcr gewicht, waar ons land door zijn
eigenaardige ligging, eteeds plotseling in
het gedrang kan komen. Deze Minister be
seft terecht, meende spr. dat de overgang
van vredes- in oorlogstoestand,, zonder
eenige wrijving en met zoo min mogelijke
persoonsverplaatsing moet plaats hebben.
De eenige teleurstelling, welke voor spre
ker de reorganisatie oplevert, is, dat de
Minister zich bereid heeft verklaard een
proef te nemen met het door den heer
Duynmer van Twist voorgestane betreffen
de een andere compagnie-indeeling. Het
eenige gevolg van die proef toch zal zijn,
dat de organisatie een jaar verschoven zal
worden en weer aanleiding zal geven tot
Dieuwe strijdvragen.
Het verdubbelingsstelsel, door overste
Bosboom aanbevolen, achtte spreker goed
bedoeld, maar het zou vijftien jaar duren
vóór het kan worden ingevoerd.
Ten slotte betoogde spreker, dat men
zich niot ongerust behoeft te maken in het
mflljtie-onde r offici e r en-ka de i\ waarin meer
vertrouwen te stellen is dan in beroeps
kader.
Spreker eindigde met van harte te ho
pen, dat het minister Colijn gegeven zal
zijn de organisatie uit te voeren en dat de
politieke omstandigheden hem dit niet on
mogelijk zullen maken.
De heer Van Lanschot vroeg eeni
ge inlichtingen omtrent het kazernecrings-
fraagstuk te 's-Hertogenbosch.
De Minister van Oorlog deel
de mede, dat-, nu de onderofficieren
voortaan zelf voor kleeding moeten zorgen,
de vrees voor schulden make# niet behoeft
te bestaan, aangezien het voornemen be
staat, dat coöperatieve vereenigingen zich-
aan de zaak zullen wijden en de Minister
die vereenigingen zooveel mogelijk zal
steunen.
De kazernceringskvestie te Js-Hertogen-
bosch kan in den eersten tijd nog niet Ier
hand worden genomen.
Den heer Staal beantwoordende, betoog
de de Minister, dat niemand meer don hij
overtuigd is van de noodzakelijkheid van
bezuiniging en daartoe alles in het werk
«telt. Zoo is reedis f 150,000 bezuiniging
verkregen door de proef, genomen met
Argentijnsch vleeoch. Hij verdedigde liet
wenschelijke van tarwe-voorraden niet
alleen in hét centrum, maar in alle deelen
des lands.
Voor betere traktementsreg-eli ng der
intendance-officieren acht de Minister de
tijd nog niet gekomen.
Wat de officieren van den geneeskundi
gen dienst betreft», moet eerst nog wat met
hot oude stelsel van aanneming van medi
sche studenten voortgegaan worden.
Bewapening der cavalerie met de lans
bestijdt de Minister als niet van beteekc-
•nis voor verrichtingen, welke dit wapen
ten onzent hec-ft te vervullen. Een drie
jarigen oefentijd voo rde cavalerie acht de
Minister nog wel noodzakelijk.
Hierna verdedigde de Minieter zijn reor
ganisatieplannen, daarbij constateerend,
dat zij door geen der sprekers in beginsel
zijn aangevochten.
Spreker zette tegenover den heer Van
Voorst op technische gronden uiteen, dat
de proef met het door dien heer Duyma^r
van Twist aangegeven stelsel, dat uitkomt
op het verdoelen van recrutén ter oplei
ding, niet over drie doch over twee com
pagnieën der Oct ober-bataljons te* Amers
foort en in Limburg, niet de minste 'in
breuk maakt op bet beginsel van de reor
ganisatie.
Verder verdedigde da Minister tegenover
den heer Vermeulen de encadrcering, be-
toogend, dat door de reorganisatie geen
wijziging is gebracht in het beginsel van
de encadreering. Bij de infanterie zullen
264 onderofficieren meer noociig zijn dan
bij de oude- organisatie.
Met klem verdedigde de Minister het
behoud van verlofs-officieren.
Met den heer Staal was de Minister, wat
den geest onder de onderofficieren betreft,
van oordeel, dat het gros der onderofficie
ren niet doortrokken is van den geest van
enkele verkeerde elementen onder hen.
We) betreurde spreker, dat ook onder de
onderofficieren vak vereenigingen bestaan,
omdat het niet kan uitblijven, dat deze.
evenals alle vakvereenigingen, zullen ko
men ondep sociaal-democratische neigingen
en invloeden. Des te meer had de heer
Vermeulen moeten toejuichen 's Ministers
streven om des te meer kader uit de mili
tie te trekken, want daardoor wordt aan
het dienen ale onderofficier het karakter
ontnomen van een blijvend beroep, waarop
de vakorganisatie zich kan werpen.
Ten slotte betoogde de Minister, dat we
thans, althans organisatorisch, een heel
eind op den goeden weg zijn met ons leger.
We kunnen nu in het veld brengen 210,000
man en een aanvullingsleger van 160,000
man. De beurt komt thans aan de kwestie
van uitrusting van het leger, waaraan nog
te veel ontbreekt.
Voorts zal de zaak van de verkenningen
uit de lucht onder de oogen moeten wor
den gezien.
Spreker achtte het onnoodig veel be
schouwingen te wijden aan de al dan niet
wensclielijkheid of mogelijkheid van een
volksleger. In het verdubbelingsstelsel zit
voor den Minieter veel bekoorlijks, doch
slechts in combinatie van leger en land
weer.
Ten slotte zeide de Minister, in antwoord
op de toespeling van den heer Van Voorst
tot Voorst, of spreker wellicht zich op zijn
pl"aats zou achten in een liberaal concentra
tie-kp.binet, dat naar zijn overtuiging als
een homogeen politiek kabinet door een po-
litieken aanval op dat kabinet t-ot heengaan
gedwongen wordt, er slechts één weg voor
de ministers van dat kabinet openstaat, n.l.
allen heen te gaan, met de leus voor oogen:
Samen uit, samen thuis 1
Hierna werden de Oorlogsbegrooting en
de Vestingbegrooting z. h. s. aangenomen,
waarop in behandeling kwam het Hoofd
stuk
M a r i n e.
De heer Van Wassenaer van
ïl o s a n d e, hoewel vóór een Ministerie
Defensie zullende stemmen, acht toch naast
voordeelen, niet minder nadeelen daaraan
verbonden. Verder besprak hij den geest
onder het marinepersoneel en betoogde
het wenschelijke van overleg tusschen de
Departementen van Marine en Justitie
omtrent strafbaarstelling van het lidmaat
schap van den Marinebond, maar evenzeer
omtrent middelen om krachtig te kunnen
optreden tegen sommige fatale menschen,
die, buiten de marine, het zeemaohbperso-
neel opstoken. Verder bepleit spreker o.a.
nog de aanschaffing van marine-vliegtui
gen en een reduit voor onderzeebooten in
de haven van IJmuiden.
Min. C o 1 ij n acht de haven van IJmuiden
reeds natuurlijk beschermd door de duinen.
Maar de Min. zal de zaak nog eens nagaan.
Bij de organisatie van de op te richten
vhegschool zalf ook aan de belangen van
de Marine op dat gebied volle aandacht
worden gewijd. Verbod van het lidmaat
schap van den Marinehond zal niet veel
baten, omdat dit het ontstaan van geheime
vereenigingen in de hand zal werken. Ook
is het uiterst moeilijk het oprichten van
vakvereenigingen afhankelijk te maken van
de toestemming van het Marinebestuur.
Omtrent maatregelen tegen opruiing zal
de Minister nog eens overleggen met den
Minister van Justitie.
Ten slotte weerlegde spreker de beden
kingen van den heer Van Wassenaer tegen
een Ministerie van Landsverdediging.
Nadruk verboden).
£9>
Eensklaps vroeg zij echter:
Hebben de couranten van Parijs
reeds over die treurige zaak geschreven
Ja-, moeder, zij zijn er vol van.
Wat vertellen zij
Alles, cn vrij nauwkeurig ook.
Vermelden zj ook de gevangenne
ming van Mirador
Ja.
En Laurent? Is er niets bekend van
Laurent Ach, kon men hem slechts waar
schuwen 1
De markicö schudde moedeloos bet door
zorgen gekwelde hoofd. Hij kon niet ant
woorden 1 Ach, zou nu niets de drijfveer
kunnen verklaren, die Laurent tot die
schandelijke misdaad had gedreven?
De markcis verliet heb vertrek, een ge
broken man
Het onderhoud met den
verloren zoon.
Na het ontvangen van heb dringend
briefje van zijn aangebodene, had Laurent
*11© aarzeling overwonnen. Hij was naar
huis gesneldZeker, zijn broed'er zou den
moed niet hebben hem den toegang tot liet
huis te ontzeggen.
Het gemoed overkropt door zelfverwij
ten en gewete us wroegingen, stond hij nu
voor zijn broeder, die hem met een bitte
ren trek om do bleek© lippen en een uit
drukking van afschuwelijken afkeer in de
holle oogen ontving.
Michel, zoo sprak hij, spreek, wat
is er met- u Waarom weigert mijn moe
der, toen ik haar er zooeven om verzocht,
mij te ontvangen?
Geen antwoord volgde er, on daar Mi
ehei hem geen wenk gaf te zwijgen, be
greep hij, dat dc marlde zin van alles on
derricht was, dat zij bekend was met zijn
gedrag, dat mon zijn lichtzinnigheid^ dat
men zijn misstappen niet langer voor haar
verborgen had gehouden, maar dat men
haar wellicht niet had verteld, dat hij
berouw had en zijn leven wilde beteren.
Hij vouwde smeek end de handen.
Vergiffenis, stamelde hij.
Zij volhardden bij hun stilzwijgen. Lau-
Tent ging voort:
Vergeeft mij, dat ik gekomen ben. Ik
had ongelijk. Ik had moeten bedenken,
dat het hier niet langer mijn plaats is,
maar toen ik vernomen had, in welke
moeilijkheden mijn broeder verkeerde,
toon ik wist, welk onheil hem getroffen
bad, toen heb ik mij zei ven gezegd, dat hij
in zijn droefheid misschien het kwaad zou
vergeten, dat ik bedreven heb, en zich
slechts zou herinnreen, hoe hartelijk lief
ik hem gehad heb en d'at ik hem wellicht
zou kunnen opbeuren en troosten Ik heb
ongelijk gehad', ja, ik heb ongelijk gehad.
Ik vraag u vergiffenis, broeder, vergiffe
nis, moeder. Ik zie wel, dat alles gedaan
is. Ik ben een vreemdeling geworden. Ik
zal mij nimmer laten weerzien, nimmer
meer.
De begrooting van Marine wordt z. h. s.
aangenomen, evenals nog verschillende an
dere ontwerpen na kort debat, waaronder:
wijziging der Loterij wet; wijziging der Wet
nopens de uitoefening der artsenijbereid-
kunst; wijziging der Wet op de personeele
belasting, opcenten cp de vermogens- en be
drijfsbelastingen.
Bij het ontwerp betreffende de personee
le betasting, vroegen de heeren Van De
venter en H o v y den Minister van Fi
nanciën alsnog de mogelijkheid te overwe
gen ook de koffiehuishouders te betrekken
in deze gunstige regeling.
De Minister bleeft dit bestrijden op
dezelfde gronden als in de Tweede Kamer,
n.l. de financieele bezwaren.
De Kamer ging hierna op Paasohreces.
De Voorzitter had in den loop der
zitting mededeeling gedaan, dat ingekomen
waren de geloofsbrieven van het voor Zuid-
Holland nieuw gekozen lid jhr. mr. dr. N.
C. de Gijselaar. Zij werden gesteld in han
den van een commissie, bestaande uit de
heeren F^anssen, De Boer en Van Bakten
Batenburg.
In den Balkan is men nog steeds geen
stap verder gekomen tot den vrede. Wel
kan men ternauwernood spreken van een
actieven en spannenden strijd; integen
deel is het nieuws van het oorlogsterrein
uiterst mager en dat kan ook moeilijk an
ders, omdat alle strijdenden geducht op
zwart zaad zitten. Naardien nu het nood
zakelijkste van alle ingrediënten, het geld*
ontbreekt, kan ook hét einde van den
strijd niet zoo heel ver af zijn. Waren nu
alleen de oorlogvoerenden bij de zaak be
trokken, dan zouden de fondsenmarkten
zeker reed6 lang hebben blijk gegeven van
grootere levendigheiddoch helaas vreest
men maar al te zeer dat de Balkan-bond-
genooten, met hun overwegend Slavische
bevolking, Rusland achter rich hebben,
terwijl als tweede partij op het schaakbord
de Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie
moet worden genoemd, die in een oostelij
ke buurschap van dat allooi heel weinig
heil ziet. Daaruit toovert men zich allerlei
fantastische vreesdcnkbeelden op, groe
peert Busland en Frankrijk, wellicht ook
Engeland eenerzijds, den driebond daar
tegenover. Met andere woorden zoolang
niet de vrede is geteekend cn de vreea
voor een groot internationaal conflict op
rijde gesteld, blijven ds markten ten prooi
aan aanvallen van zenuwachtige opwin
ding.
De plotselinge uitbreiding van de legers
«der groote Mogendheden hebben dat wan
trouwen niet weinig versterkt. Niet wei
nigen zien daarin een onmiddellijke voor
bereiding tot den strijd. Hoe betreurens
waardig het ook zijn moge, dat in onze
verlichte eeuw, met zijn streven om alles
zoo veel mogelijk aan. arbitrage te onder
werpen, de vrede slechts houdbaar schijnt
te zijn door wederkeerige uitbreiding der
defensie-middelen, die de natiën steeds
zwaarder doet gebukt gaan onder belas
tingen. welke uitsluitend worden geheven
tot niebproductieve doeleinden, toch
schijnt dit de eenige weg te zijn.
Hoe deerniswaardig het gesteld is met
de Turksche schatkiGt blijkt wel daaruit,
dat een Hollandsch-Belgisch Syndicaat
doende is tot het verstrekken van een voor
schot voor den tijd van één jaar tegen
10 pCt. rente, plus een Commissie van
eenige percenten, ter grootte van 6 mil-
licen gulden op onderpand van de Turk
sche Krooniuweelen, welke daartoe bij de
Nederlandscbe Bank zouden worden gede
poneerd, na getaxeerd te zijn door een
onzer grootste diamanthandelaars. Dit on
derpand zou een dubbele overwaarde aan
wijzen en onmiddellijk ten bate der schuld-
©ischers worden verkocht, indien het voor
schot met de rente niet op den Hcpaald'en
tijd mochten worden terugbetaald. Derge
lijke condities spreken boekdeelen over den
©11 endgen toestand der Tuvksche Schat
kist. Dat de Turksche staatsleeningen on
der invloed daarvan niet gevoelig rijn ge-
Hij keerde zich om en vilde heengaan.
Zijn hart was gebroken.
Die ellendeling, zei Michel luid,
die ellendeling. Welnu, daar go hier geko
men zijt, vul ik mijn hart voor je openen.
Mijn moeder zei mjj een oogenblik gele
den, dat men nooit moest aarzelen zijn
plicht te doen. Hoe wreed en smartelijk
het ook mocht zijn. Ik zal er aan denken.
Eensklaps naderde hij zijn broeder.
Ongelukkige, sprak hij,hoe durft
gij het wagen, hier bij mij, bij onze arme
moeder te komen? Hoe hebt gij zooveel
laaghartige vermetelheid? Hoe durft gij
de nietswaardige huichelarij van kinder
lijke liefdte begaan, terwijl je handen met
bloed bevlekt zijn? Zijt gij gekomen om te
zien, welke verwoestingen gij hebt aange
richt, dief?
Laurent deinsde terug en zag Michel
verschrikt aan.
Wat zei hij toch?
Wat bedoelde hij met. die woordenTer
wijl je handen met bloed bevlekt zijn?
Waarom noemde hij hem een dief?
Spreekt gij tot mij, Michel?.
Falsaris, dief en moordenaarUw
tegenwoordigheid is een schande von- ods.
Zie je moeder aan. Heb medelijden met
haar. Ga heen, ja, ga heen.
De markiezin bleef onbeweeglijk, alö
dood, in haar stoel zitten.
Op haar voorhoofd, door de droevige
gebeurtenissen van de laatste dagen met
diepe rimpels doorploegd, parelden groote
zweetdroppels.
Gilberte, die op de knieën bij haar lag,
droogde het gelaat van de markiezin met
daalc^ vindt zijn oorzaak in de omstandig
heid, dat deze leeningen alle speciale on
derpanden bezitten, meest onder admini
stratie eencr gemengde commissie, en dat
na het eindigen van den oorlog de schul
denlast zal moeten worden overgenomen
door de nieuwe regeeringen. Er is geen
reden om aan te nemen, dat dc inkomsten,
die tot pand strekken, dan minder ruim
zulleh vloeien.
Aan voordeelige offertes is en zal voor-
loopig geen gebrek zijn en dat verklaart ge
redelijk waarom Staatsfondsen zulk een
apathische houding aan den dag leggen.
Maar niet alfeen de Staten gaan gebukt
onder deo hoogen rentestand, ook de in
dustrie in de spoorwegen lijden er onder.
Zoo moet de Missouri Kansas Texas op 1
Mei a.s. 17^ millioen dollar 6 pCt. notes
aflossen en biedt aarvoor in ruil 2-jarige
5 pCt. notes aan tot een bedrag ran 19
millioen dollar. De nemer van die notes
maakt 6 pCt. rente; hoeveel betaalt dan
wel de Maatschappij? Ie het wonder, dat
ondanks den grootcn voorspoed, dien han
del en industriè in de geheele wereld de
laatste jaren hebben doorgemaakt, de
vree9 zich begint te openbaren, dat een
tijdperk van reactie aanstaande is? Zulke
zware rentelasten moeten zich op den duur
doen gelden en dat is dan ook de beste
verklaring van het feit, dat Amerikaansche
inclustrieele aandeelen, zooals Amalgama-
teds en Steels ondanks hun 6 pCt. ©n 5
pCt. dividenden, slechts resp. 70 en 62 ïCt.
noteeren. De vraag is maar of in die koer
sen een tijdelijke reactie, of mogelijke re
ductie der dividenden, niet reeds is verdis
conteerd. Nochtans brengt ook de tarief
hervorming in Amerika een element van
onzekerheid in het spel cn al zal men er
ongetwijfeld op den duur in slagen rich aan
elke innovatie, die zij brengen kan, aan te
passen, zulks eischt tijd.
Het geld, we zeiden het reeds, blijft al
lerwegen zeer gezocht. In Engeland blijft
het privaat-disconto tegen de aan. dus
op het niveau van het officieele bankdis-
oontodat wijst geenszins op een epoedige
verlaging daarvan. In New-York is men
geducht bevreesd voor gouduitvoeren naar
Europa, nadat men van daar uit reeds vrij
aanzienlijke bedragen naar Zuid-Amerika
moest verschepen. Bij ons houdt het iet
wat duurdere geld den uitvoer van goud
naar Engeland en Duit-sohland tegen, an
ders zonden de wisselkoersen ongetwijfeld
nog wat hooger rijn gegaan en zou goud-
uitvoer gevolgd zijn. Over buitenlancfeche
saldi van eenig beUang beschikt bijna nie
mand meer uitgezonderd dan de Indische
Banken, die chèque Londen gaarne tegen
dezen koers afgeven, zoodra tij het prove
nu tegen eenigszins aanneembare voorwaar
den op de open markt kunnen uiteetten.
Is dat spaarpotje eenmaal uitgeput, dan
zal de Nederlandsche Bank nog een wijle
den uitvoer kunnen tegenhouden door aan
bod uit haar vreemde wisselportefeuille,
doch als ook die bron ie opgedroogd, zal
zij moeten scheiden van haar goud. Met
belangstelling slaat men gade, hoe, onder
de min of meer gespannen verhoudingen
op politiek gebied, de gedragslijn ral zijn
van onze Centrale Bank.
Het reorganisatie-plan van de Sohibaieff
Petroleum is ten langen leste verschenen.
Het komt daarop neer, dat de bezitter van
100 pd. st. gewone aandeelen in ruil ont
vangt 40 pd. st. nieuwe aandeelen, waarop
te storten 12 pd. at., terwijll de houder van
100 pd. st. Preferente aandeelen ontvangen
zal 80 pd. st. gewone aandeelen, waarop te
storten 21 pd. st. Op basis der noteering
voor de oude aandeelen van 14 Maart n.l.
resp. 16% pCt. en 314 pCt. komen de nieu
we aandeelen uit op resp. 714 pCt. en 69%
pCt. zoodat de Preferente.aandeelen immer
nog wat voordeeliger zijn. De reorganisatie
is ongetwijfeld drastisch en vraagt belang
rijke offers vah de oude aandeelhouders.
Doch nu de leiding in handen komt van
de Anglo Saxon Petroleum Company, dus
van de Koninklijke Shell-groep, sohijnt het
succes der onderneming verzekerd te zijn.
De vraag is maar of de deelname in de
nieuwe onderneming op een maatstaf van
o.a. 70 pCt. voordeelig zal blijken te zijn.
haar zakdoek af, kuste de handen der
blinde en mompelde:
Grootmoeder, ik heb u lief, groot
moeder.
Onder de vreeselijke beschuldigingen
van zijn broeder had Laurent rich in zijn
volle lengte opgericht en het hoofd fier
omhoog geheven.
Miohel, zei hij, nu wil ik niet van
hier gaan, alvorens de opheldering ont
vangen te hebben, die ik je beveel mij te
geven.
Gij beveelt, ellendeling?
Ja, falsaris, dief en moordenaar hebt
ge mij zooeven genoemd. Zijt gij krankzin
nig geworden? Heeft het onheil, dat u
treft, u het verstand benomen. Spreek,
broeder, ik zweer het u
Neen, ik ben niet krankzinnig. Neen,
mijn verstand ie niet beneveld, hoewel er
heel wat moed toe noodig wa-s, om onder
zooveel schande het verstand te behouden.
Welnu, wanneer ge dan geregeld den
ken kunt, wanneer ik niet tot een krank
zinnige spreek, antwoord mij dan. Tegen
over Gilberte en mijn moeder moet gij
mij opheldering geven van de drie afschu
welijke namen, waarmee gij mij betiteld
hebt, en in haar tegenwoordigheid izult gij
zeggen, waarvan gij mij beschuldigt-, welke
valschheden ik begaan, welken diefstal en
welken moord ik gepleegd heb.
Hij sprak zonder toorn, zelfs zonder ver-
ontw aardiging.
Er was veeleer een teedor, diep mede
lijden voor Michel in rijn woorden, want
ondanks alles vreesde hij, dat de groote
ramp, die zijn broeder had getroffen, rijn
"Want de Koninklijke, die zeker een gemid-,
deld laag cijfer heeft betaald voor de con
trole, kan zeer wel haar voordeel zien bij
de aanvaarding van dit nieuwe bezit, zon
der dat nochtans de aandeelhouders op den
duur groote winsten behoeven te maken..
Immers de Anglo Saxon betaalt 470,000 pd.
st. en ontvangt daartegen een gelijk bedrag
5 pCt. Cumulatief Preferente-aandeelen,_
waarmede zij zich van de controle verze-i
kert. Deze Preferente aandeelen krijgen,»
nadat zij 5 pCt. oploopend dividend hebben'
®gcnoten, 50 pCt. van de overwinst. Het'
blijkt, dat onze waarschuwing tegen de
dwaze koersopdrijving tot 60 pCt. eenige
mna-riden geleden, alleszins gemotiveerd'
was. W.
JPraces-Steraiekel.
Sternlckri, d© msorieoaar die te Frankfort
aan de Oder terechtstaat, heeft m do eerste
zitting verklaard, dat bij aan d6n dnedubbelen
moord te Ortirig niet schuldig is in den zin
der dagvaarding. Hy beweerde verder, dat
h\) reeds herhaaldelijk onschuldig veroor
deeld is.
Be kandiet bleef tijdens de zitting geboeid.
Z\jn naedebeklaagde Willy Kersten schreide
voortdurend.
Sternickel loochende zoo brutaal moge-
lijk, dat hij van plan was geweest, een
moord t-e plegen. Hij had alleen de echte-»
lieden Kaliea en de meid, die hem in den
weg stond, willen bedwelmen. Aanvankelijk
was het evenmin zijn plan geweest om te
stelen. De drie jongelui hadden hem daar-*
toe aangezet. Het gestolen geld had hij op
zijn vlucht weggegooid.
De beklaagde Willi Kersten beweerde
ook, dat er geen sprake was geweest van
een moord. Zij hadden alleen maar „een,
grooten slag willen slaan.'Hij had 120 mk<
gekregen. Na de daad rijn zij naar Berlijn
gegaan en hebben gedaan wat allie boeven
na hun misdrijf plegen te doen: rij hebben
eerst een nieuw pak kleeren gekocht en zijn
toen met meisjes van pleizïer pret gaan
maken. Den volgenden dag werden zij in
een herberg gepakt.
De beklaagde Georg Kersten bevestigde
in hoofdzaak de verklaringen van zijn broer.,
maar gaf, op een vraag van den voorzitter
toe, dat hij voor rich den indruk had ge-*
had, dat het om een moord te doen was.»
Sternickel had ook de twee dochtertjes vatt
Kalies met een strik willen wurgen, maar
do anderen hadden hem van het plan afge«
bracht. Hij, Georg, had toen voorgesteld-,
de kinderen in een kast op te sluiten. Hij
had de brandkast opengebroken, omdat
Sternickel daar geen weg mee wist. Nik
de daad had Sternickel voorgesteld, om op
de boerderij samen koffie te drinken ei*
zioh te goed te doen. Maar daar hadden
rij niet van willen weten. Zij waren dade
lijk naar Berlijn vertrokken.
In de mdddagritting verklaarde de bs-*
klaagde Schliewenz, dat hij niet had gewe<»
ten, dat hij bij ©en misdrijf moest helpen.-
Den Volgenden dag had hij pas gehoord,
dat Sternickel den boer ©n zijn vrouw wilde
bedwelmen en daarna berooven. Stemickel
had alle drie de slachtoffers den strik om
den hals gedaan.
Sterniokel loochende dit nog eenshij wos
bij het geheel© geval alleen maar toesohoU/»
wer geweest. D© jongen in het grijze pak,
dat was Georg Kersten, had de drie men*
eohen de lazzo om den hals gedaan.
De drie andere beklaagden ontkenden dtë
stijf en strak. Sternickel had den strik niet
alleen omgedaan, maar ook toegehaald.
Wel had hij gezegdde lui zullen over een
uurtje wél weer bijkomen.
Sternickel kwam er bij het verdere ver«
hoor voor uit, dat hij op twee plaatsen ko«
nijnenfokker was geweest, te Adlig-Reetz en
bdj rich thuis.
"Waar is dat? vroeg de voorzitter.
Beklaagde: Dat kan ik niet zeggen. Ik
wil alles zeggen, alleen dat niet. Ik kan
mijn vrouw niet compromitteeren.
Voorzitter: Bent u dan getrouwd?
Beklaagde: Ja.
Nadat de dochtertjes van Kalies nog ge
hoord waren, werd de zaak tot heden ver*
daagd.
verstand wellioht voor het oogenblik ge
krenkt had.
Gij wilt het dus?
Ja.
Het zij zoo.
Hij zeide daarop tegen zijn moeder:
Moeder, u hadt alles begrepen, niet
waar?
Ja, mijn zoon.
Hetgeen ik zeggen zal, kan u dus geen
nieuwe smart veroorzaken!
Helaas, in twee dagen heeft mijn hart
zooveel moeten lijden, dat ik nu tegen elke
smart bestand ben.
Spreek, broeder, spreek onbeschroomd,
want ik begrijp, dat gij een vreeselijke be
schuldiging tegen mij zult uitbrengen, en
ik wil die spoedig kennen, om ze zooveel
te spoediger van mij af te werpen.
Michel zag Laurent met diep verachting
aan.
Welke leugens zou.hij verzinnen?
Michel begon:
Moeder zal later wel vernemen, boei
gij gaandeweg al dieper en dieper zijt ge
zonken, tot gij nu een misdadiger rijt gé
worden. Gij zijt begonnen als een speler.-
Voordat gij een misdadiger waart, zijt gij
een* avonturier geweest. Moeder zal nu!
alles vernemen. Het stuit mij tegen (ïe
borst haar nog langer met allerlei leugens
om den tuin te leiden. Het is gedaanik
lieg niet rneer.
-f
(Wordt vervolgd).