üjrno 2913, Eerste Kamer. FEUILLETON. "Wi-siak:. Finaneieele Causerie. Oorlogsbegrooting. De lieer Van V oorst tot Voorst juichte in de zitting van gisteren rnetr de grootste voldoening de leger-reorganisatie plannen van minister Colijn toe, die aan ©bs leger de weerkracht en de snelle strijd vaardigheid zullen schenken, welke spre ker zoo dringend noodzakelijk acht in het belang van het bewaren ten allen tijde en onder alle omstandigheden van onze onaf hankelijkheid. Deze voordeelen zijn van te grootcr gewicht, waar ons land door zijn eigenaardige ligging, eteeds plotseling in het gedrang kan komen. Deze Minister be seft terecht, meende spr. dat de overgang van vredes- in oorlogstoestand,, zonder eenige wrijving en met zoo min mogelijke persoonsverplaatsing moet plaats hebben. De eenige teleurstelling, welke voor spre ker de reorganisatie oplevert, is, dat de Minister zich bereid heeft verklaard een proef te nemen met het door den heer Duynmer van Twist voorgestane betreffen de een andere compagnie-indeeling. Het eenige gevolg van die proef toch zal zijn, dat de organisatie een jaar verschoven zal worden en weer aanleiding zal geven tot Dieuwe strijdvragen. Het verdubbelingsstelsel, door overste Bosboom aanbevolen, achtte spreker goed bedoeld, maar het zou vijftien jaar duren vóór het kan worden ingevoerd. Ten slotte betoogde spreker, dat men zich niot ongerust behoeft te maken in het mflljtie-onde r offici e r en-ka de i\ waarin meer vertrouwen te stellen is dan in beroeps kader. Spreker eindigde met van harte te ho pen, dat het minister Colijn gegeven zal zijn de organisatie uit te voeren en dat de politieke omstandigheden hem dit niet on mogelijk zullen maken. De heer Van Lanschot vroeg eeni ge inlichtingen omtrent het kazernecrings- fraagstuk te 's-Hertogenbosch. De Minister van Oorlog deel de mede, dat-, nu de onderofficieren voortaan zelf voor kleeding moeten zorgen, de vrees voor schulden make# niet behoeft te bestaan, aangezien het voornemen be staat, dat coöperatieve vereenigingen zich- aan de zaak zullen wijden en de Minister die vereenigingen zooveel mogelijk zal steunen. De kazernceringskvestie te Js-Hertogen- bosch kan in den eersten tijd nog niet Ier hand worden genomen. Den heer Staal beantwoordende, betoog de de Minister, dat niemand meer don hij overtuigd is van de noodzakelijkheid van bezuiniging en daartoe alles in het werk «telt. Zoo is reedis f 150,000 bezuiniging verkregen door de proef, genomen met Argentijnsch vleeoch. Hij verdedigde liet wenschelijke van tarwe-voorraden niet alleen in hét centrum, maar in alle deelen des lands. Voor betere traktementsreg-eli ng der intendance-officieren acht de Minister de tijd nog niet gekomen. Wat de officieren van den geneeskundi gen dienst betreft», moet eerst nog wat met hot oude stelsel van aanneming van medi sche studenten voortgegaan worden. Bewapening der cavalerie met de lans bestijdt de Minister als niet van beteekc- •nis voor verrichtingen, welke dit wapen ten onzent hec-ft te vervullen. Een drie jarigen oefentijd voo rde cavalerie acht de Minister nog wel noodzakelijk. Hierna verdedigde de Minieter zijn reor ganisatieplannen, daarbij constateerend, dat zij door geen der sprekers in beginsel zijn aangevochten. Spreker zette tegenover den heer Van Voorst op technische gronden uiteen, dat de proef met het door dien heer Duyma^r van Twist aangegeven stelsel, dat uitkomt op het verdoelen van recrutén ter oplei ding, niet over drie doch over twee com pagnieën der Oct ober-bataljons te* Amers foort en in Limburg, niet de minste 'in breuk maakt op bet beginsel van de reor ganisatie. Verder verdedigde da Minister tegenover den heer Vermeulen de encadrcering, be- toogend, dat door de reorganisatie geen wijziging is gebracht in het beginsel van de encadreering. Bij de infanterie zullen 264 onderofficieren meer noociig zijn dan bij de oude- organisatie. Met klem verdedigde de Minister het behoud van verlofs-officieren. Met den heer Staal was de Minister, wat den geest onder de onderofficieren betreft, van oordeel, dat het gros der onderofficie ren niet doortrokken is van den geest van enkele verkeerde elementen onder hen. We) betreurde spreker, dat ook onder de onderofficieren vak vereenigingen bestaan, omdat het niet kan uitblijven, dat deze. evenals alle vakvereenigingen, zullen ko men ondep sociaal-democratische neigingen en invloeden. Des te meer had de heer Vermeulen moeten toejuichen 's Ministers streven om des te meer kader uit de mili tie te trekken, want daardoor wordt aan het dienen ale onderofficier het karakter ontnomen van een blijvend beroep, waarop de vakorganisatie zich kan werpen. Ten slotte betoogde de Minister, dat we thans, althans organisatorisch, een heel eind op den goeden weg zijn met ons leger. We kunnen nu in het veld brengen 210,000 man en een aanvullingsleger van 160,000 man. De beurt komt thans aan de kwestie van uitrusting van het leger, waaraan nog te veel ontbreekt. Voorts zal de zaak van de verkenningen uit de lucht onder de oogen moeten wor den gezien. Spreker achtte het onnoodig veel be schouwingen te wijden aan de al dan niet wensclielijkheid of mogelijkheid van een volksleger. In het verdubbelingsstelsel zit voor den Minieter veel bekoorlijks, doch slechts in combinatie van leger en land weer. Ten slotte zeide de Minister, in antwoord op de toespeling van den heer Van Voorst tot Voorst, of spreker wellicht zich op zijn pl"aats zou achten in een liberaal concentra tie-kp.binet, dat naar zijn overtuiging als een homogeen politiek kabinet door een po- litieken aanval op dat kabinet t-ot heengaan gedwongen wordt, er slechts één weg voor de ministers van dat kabinet openstaat, n.l. allen heen te gaan, met de leus voor oogen: Samen uit, samen thuis 1 Hierna werden de Oorlogsbegrooting en de Vestingbegrooting z. h. s. aangenomen, waarop in behandeling kwam het Hoofd stuk M a r i n e. De heer Van Wassenaer van ïl o s a n d e, hoewel vóór een Ministerie Defensie zullende stemmen, acht toch naast voordeelen, niet minder nadeelen daaraan verbonden. Verder besprak hij den geest onder het marinepersoneel en betoogde het wenschelijke van overleg tusschen de Departementen van Marine en Justitie omtrent strafbaarstelling van het lidmaat schap van den Marinebond, maar evenzeer omtrent middelen om krachtig te kunnen optreden tegen sommige fatale menschen, die, buiten de marine, het zeemaohbperso- neel opstoken. Verder bepleit spreker o.a. nog de aanschaffing van marine-vliegtui gen en een reduit voor onderzeebooten in de haven van IJmuiden. Min. C o 1 ij n acht de haven van IJmuiden reeds natuurlijk beschermd door de duinen. Maar de Min. zal de zaak nog eens nagaan. Bij de organisatie van de op te richten vhegschool zalf ook aan de belangen van de Marine op dat gebied volle aandacht worden gewijd. Verbod van het lidmaat schap van den Marinehond zal niet veel baten, omdat dit het ontstaan van geheime vereenigingen in de hand zal werken. Ook is het uiterst moeilijk het oprichten van vakvereenigingen afhankelijk te maken van de toestemming van het Marinebestuur. Omtrent maatregelen tegen opruiing zal de Minister nog eens overleggen met den Minister van Justitie. Ten slotte weerlegde spreker de beden kingen van den heer Van Wassenaer tegen een Ministerie van Landsverdediging. Nadruk verboden). £9> Eensklaps vroeg zij echter: Hebben de couranten van Parijs reeds over die treurige zaak geschreven Ja-, moeder, zij zijn er vol van. Wat vertellen zij Alles, cn vrij nauwkeurig ook. Vermelden zj ook de gevangenne ming van Mirador Ja. En Laurent? Is er niets bekend van Laurent Ach, kon men hem slechts waar schuwen 1 De markicö schudde moedeloos bet door zorgen gekwelde hoofd. Hij kon niet ant woorden 1 Ach, zou nu niets de drijfveer kunnen verklaren, die Laurent tot die schandelijke misdaad had gedreven? De markcis verliet heb vertrek, een ge broken man Het onderhoud met den verloren zoon. Na het ontvangen van heb dringend briefje van zijn aangebodene, had Laurent *11© aarzeling overwonnen. Hij was naar huis gesneldZeker, zijn broed'er zou den moed niet hebben hem den toegang tot liet huis te ontzeggen. Het gemoed overkropt door zelfverwij ten en gewete us wroegingen, stond hij nu voor zijn broeder, die hem met een bitte ren trek om do bleek© lippen en een uit drukking van afschuwelijken afkeer in de holle oogen ontving. Michel, zoo sprak hij, spreek, wat is er met- u Waarom weigert mijn moe der, toen ik haar er zooeven om verzocht, mij te ontvangen? Geen antwoord volgde er, on daar Mi ehei hem geen wenk gaf te zwijgen, be greep hij, dat dc marlde zin van alles on derricht was, dat zij bekend was met zijn gedrag, dat mon zijn lichtzinnigheid^ dat men zijn misstappen niet langer voor haar verborgen had gehouden, maar dat men haar wellicht niet had verteld, dat hij berouw had en zijn leven wilde beteren. Hij vouwde smeek end de handen. Vergiffenis, stamelde hij. Zij volhardden bij hun stilzwijgen. Lau- Tent ging voort: Vergeeft mij, dat ik gekomen ben. Ik had ongelijk. Ik had moeten bedenken, dat het hier niet langer mijn plaats is, maar toen ik vernomen had, in welke moeilijkheden mijn broeder verkeerde, toon ik wist, welk onheil hem getroffen bad, toen heb ik mij zei ven gezegd, dat hij in zijn droefheid misschien het kwaad zou vergeten, dat ik bedreven heb, en zich slechts zou herinnreen, hoe hartelijk lief ik hem gehad heb en d'at ik hem wellicht zou kunnen opbeuren en troosten Ik heb ongelijk gehad', ja, ik heb ongelijk gehad. Ik vraag u vergiffenis, broeder, vergiffe nis, moeder. Ik zie wel, dat alles gedaan is. Ik ben een vreemdeling geworden. Ik zal mij nimmer laten weerzien, nimmer meer. De begrooting van Marine wordt z. h. s. aangenomen, evenals nog verschillende an dere ontwerpen na kort debat, waaronder: wijziging der Loterij wet; wijziging der Wet nopens de uitoefening der artsenijbereid- kunst; wijziging der Wet op de personeele belasting, opcenten cp de vermogens- en be drijfsbelastingen. Bij het ontwerp betreffende de personee le betasting, vroegen de heeren Van De venter en H o v y den Minister van Fi nanciën alsnog de mogelijkheid te overwe gen ook de koffiehuishouders te betrekken in deze gunstige regeling. De Minister bleeft dit bestrijden op dezelfde gronden als in de Tweede Kamer, n.l. de financieele bezwaren. De Kamer ging hierna op Paasohreces. De Voorzitter had in den loop der zitting mededeeling gedaan, dat ingekomen waren de geloofsbrieven van het voor Zuid- Holland nieuw gekozen lid jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar. Zij werden gesteld in han den van een commissie, bestaande uit de heeren F^anssen, De Boer en Van Bakten Batenburg. In den Balkan is men nog steeds geen stap verder gekomen tot den vrede. Wel kan men ternauwernood spreken van een actieven en spannenden strijd; integen deel is het nieuws van het oorlogsterrein uiterst mager en dat kan ook moeilijk an ders, omdat alle strijdenden geducht op zwart zaad zitten. Naardien nu het nood zakelijkste van alle ingrediënten, het geld* ontbreekt, kan ook hét einde van den strijd niet zoo heel ver af zijn. Waren nu alleen de oorlogvoerenden bij de zaak be trokken, dan zouden de fondsenmarkten zeker reed6 lang hebben blijk gegeven van grootere levendigheiddoch helaas vreest men maar al te zeer dat de Balkan-bond- genooten, met hun overwegend Slavische bevolking, Rusland achter rich hebben, terwijl als tweede partij op het schaakbord de Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie moet worden genoemd, die in een oostelij ke buurschap van dat allooi heel weinig heil ziet. Daaruit toovert men zich allerlei fantastische vreesdcnkbeelden op, groe peert Busland en Frankrijk, wellicht ook Engeland eenerzijds, den driebond daar tegenover. Met andere woorden zoolang niet de vrede is geteekend cn de vreea voor een groot internationaal conflict op rijde gesteld, blijven ds markten ten prooi aan aanvallen van zenuwachtige opwin ding. De plotselinge uitbreiding van de legers «der groote Mogendheden hebben dat wan trouwen niet weinig versterkt. Niet wei nigen zien daarin een onmiddellijke voor bereiding tot den strijd. Hoe betreurens waardig het ook zijn moge, dat in onze verlichte eeuw, met zijn streven om alles zoo veel mogelijk aan. arbitrage te onder werpen, de vrede slechts houdbaar schijnt te zijn door wederkeerige uitbreiding der defensie-middelen, die de natiën steeds zwaarder doet gebukt gaan onder belas tingen. welke uitsluitend worden geheven tot niebproductieve doeleinden, toch schijnt dit de eenige weg te zijn. Hoe deerniswaardig het gesteld is met de Turksche schatkiGt blijkt wel daaruit, dat een Hollandsch-Belgisch Syndicaat doende is tot het verstrekken van een voor schot voor den tijd van één jaar tegen 10 pCt. rente, plus een Commissie van eenige percenten, ter grootte van 6 mil- licen gulden op onderpand van de Turk sche Krooniuweelen, welke daartoe bij de Nederlandscbe Bank zouden worden gede poneerd, na getaxeerd te zijn door een onzer grootste diamanthandelaars. Dit on derpand zou een dubbele overwaarde aan wijzen en onmiddellijk ten bate der schuld- ©ischers worden verkocht, indien het voor schot met de rente niet op den Hcpaald'en tijd mochten worden terugbetaald. Derge lijke condities spreken boekdeelen over den ©11 endgen toestand der Tuvksche Schat kist. Dat de Turksche staatsleeningen on der invloed daarvan niet gevoelig rijn ge- Hij keerde zich om en vilde heengaan. Zijn hart was gebroken. Die ellendeling, zei Michel luid, die ellendeling. Welnu, daar go hier geko men zijt, vul ik mijn hart voor je openen. Mijn moeder zei mjj een oogenblik gele den, dat men nooit moest aarzelen zijn plicht te doen. Hoe wreed en smartelijk het ook mocht zijn. Ik zal er aan denken. Eensklaps naderde hij zijn broeder. Ongelukkige, sprak hij,hoe durft gij het wagen, hier bij mij, bij onze arme moeder te komen? Hoe hebt gij zooveel laaghartige vermetelheid? Hoe durft gij de nietswaardige huichelarij van kinder lijke liefdte begaan, terwijl je handen met bloed bevlekt zijn? Zijt gij gekomen om te zien, welke verwoestingen gij hebt aange richt, dief? Laurent deinsde terug en zag Michel verschrikt aan. Wat zei hij toch? Wat bedoelde hij met. die woordenTer wijl je handen met bloed bevlekt zijn? Waarom noemde hij hem een dief? Spreekt gij tot mij, Michel?. Falsaris, dief en moordenaarUw tegenwoordigheid is een schande von- ods. Zie je moeder aan. Heb medelijden met haar. Ga heen, ja, ga heen. De markiezin bleef onbeweeglijk, alö dood, in haar stoel zitten. Op haar voorhoofd, door de droevige gebeurtenissen van de laatste dagen met diepe rimpels doorploegd, parelden groote zweetdroppels. Gilberte, die op de knieën bij haar lag, droogde het gelaat van de markiezin met daalc^ vindt zijn oorzaak in de omstandig heid, dat deze leeningen alle speciale on derpanden bezitten, meest onder admini stratie eencr gemengde commissie, en dat na het eindigen van den oorlog de schul denlast zal moeten worden overgenomen door de nieuwe regeeringen. Er is geen reden om aan te nemen, dat dc inkomsten, die tot pand strekken, dan minder ruim zulleh vloeien. Aan voordeelige offertes is en zal voor- loopig geen gebrek zijn en dat verklaart ge redelijk waarom Staatsfondsen zulk een apathische houding aan den dag leggen. Maar niet alfeen de Staten gaan gebukt onder deo hoogen rentestand, ook de in dustrie in de spoorwegen lijden er onder. Zoo moet de Missouri Kansas Texas op 1 Mei a.s. 17^ millioen dollar 6 pCt. notes aflossen en biedt aarvoor in ruil 2-jarige 5 pCt. notes aan tot een bedrag ran 19 millioen dollar. De nemer van die notes maakt 6 pCt. rente; hoeveel betaalt dan wel de Maatschappij? Ie het wonder, dat ondanks den grootcn voorspoed, dien han del en industriè in de geheele wereld de laatste jaren hebben doorgemaakt, de vree9 zich begint te openbaren, dat een tijdperk van reactie aanstaande is? Zulke zware rentelasten moeten zich op den duur doen gelden en dat is dan ook de beste verklaring van het feit, dat Amerikaansche inclustrieele aandeelen, zooals Amalgama- teds en Steels ondanks hun 6 pCt. ©n 5 pCt. dividenden, slechts resp. 70 en 62 ïCt. noteeren. De vraag is maar of in die koer sen een tijdelijke reactie, of mogelijke re ductie der dividenden, niet reeds is verdis conteerd. Nochtans brengt ook de tarief hervorming in Amerika een element van onzekerheid in het spel cn al zal men er ongetwijfeld op den duur in slagen rich aan elke innovatie, die zij brengen kan, aan te passen, zulks eischt tijd. Het geld, we zeiden het reeds, blijft al lerwegen zeer gezocht. In Engeland blijft het privaat-disconto tegen de aan. dus op het niveau van het officieele bankdis- oontodat wijst geenszins op een epoedige verlaging daarvan. In New-York is men geducht bevreesd voor gouduitvoeren naar Europa, nadat men van daar uit reeds vrij aanzienlijke bedragen naar Zuid-Amerika moest verschepen. Bij ons houdt het iet wat duurdere geld den uitvoer van goud naar Engeland en Duit-sohland tegen, an ders zonden de wisselkoersen ongetwijfeld nog wat hooger rijn gegaan en zou goud- uitvoer gevolgd zijn. Over buitenlancfeche saldi van eenig beUang beschikt bijna nie mand meer uitgezonderd dan de Indische Banken, die chèque Londen gaarne tegen dezen koers afgeven, zoodra tij het prove nu tegen eenigszins aanneembare voorwaar den op de open markt kunnen uiteetten. Is dat spaarpotje eenmaal uitgeput, dan zal de Nederlandsche Bank nog een wijle den uitvoer kunnen tegenhouden door aan bod uit haar vreemde wisselportefeuille, doch als ook die bron ie opgedroogd, zal zij moeten scheiden van haar goud. Met belangstelling slaat men gade, hoe, onder de min of meer gespannen verhoudingen op politiek gebied, de gedragslijn ral zijn van onze Centrale Bank. Het reorganisatie-plan van de Sohibaieff Petroleum is ten langen leste verschenen. Het komt daarop neer, dat de bezitter van 100 pd. st. gewone aandeelen in ruil ont vangt 40 pd. st. nieuwe aandeelen, waarop te storten 12 pd. at., terwijll de houder van 100 pd. st. Preferente aandeelen ontvangen zal 80 pd. st. gewone aandeelen, waarop te storten 21 pd. st. Op basis der noteering voor de oude aandeelen van 14 Maart n.l. resp. 16% pCt. en 314 pCt. komen de nieu we aandeelen uit op resp. 714 pCt. en 69% pCt. zoodat de Preferente.aandeelen immer nog wat voordeeliger zijn. De reorganisatie is ongetwijfeld drastisch en vraagt belang rijke offers vah de oude aandeelhouders. Doch nu de leiding in handen komt van de Anglo Saxon Petroleum Company, dus van de Koninklijke Shell-groep, sohijnt het succes der onderneming verzekerd te zijn. De vraag is maar of de deelname in de nieuwe onderneming op een maatstaf van o.a. 70 pCt. voordeelig zal blijken te zijn. haar zakdoek af, kuste de handen der blinde en mompelde: Grootmoeder, ik heb u lief, groot moeder. Onder de vreeselijke beschuldigingen van zijn broeder had Laurent rich in zijn volle lengte opgericht en het hoofd fier omhoog geheven. Miohel, zei hij, nu wil ik niet van hier gaan, alvorens de opheldering ont vangen te hebben, die ik je beveel mij te geven. Gij beveelt, ellendeling? Ja, falsaris, dief en moordenaar hebt ge mij zooeven genoemd. Zijt gij krankzin nig geworden? Heeft het onheil, dat u treft, u het verstand benomen. Spreek, broeder, ik zweer het u Neen, ik ben niet krankzinnig. Neen, mijn verstand ie niet beneveld, hoewel er heel wat moed toe noodig wa-s, om onder zooveel schande het verstand te behouden. Welnu, wanneer ge dan geregeld den ken kunt, wanneer ik niet tot een krank zinnige spreek, antwoord mij dan. Tegen over Gilberte en mijn moeder moet gij mij opheldering geven van de drie afschu welijke namen, waarmee gij mij betiteld hebt, en in haar tegenwoordigheid izult gij zeggen, waarvan gij mij beschuldigt-, welke valschheden ik begaan, welken diefstal en welken moord ik gepleegd heb. Hij sprak zonder toorn, zelfs zonder ver- ontw aardiging. Er was veeleer een teedor, diep mede lijden voor Michel in rijn woorden, want ondanks alles vreesde hij, dat de groote ramp, die zijn broeder had getroffen, rijn "Want de Koninklijke, die zeker een gemid-, deld laag cijfer heeft betaald voor de con trole, kan zeer wel haar voordeel zien bij de aanvaarding van dit nieuwe bezit, zon der dat nochtans de aandeelhouders op den duur groote winsten behoeven te maken.. Immers de Anglo Saxon betaalt 470,000 pd. st. en ontvangt daartegen een gelijk bedrag 5 pCt. Cumulatief Preferente-aandeelen,_ waarmede zij zich van de controle verze-i kert. Deze Preferente aandeelen krijgen,» nadat zij 5 pCt. oploopend dividend hebben' ®gcnoten, 50 pCt. van de overwinst. Het' blijkt, dat onze waarschuwing tegen de dwaze koersopdrijving tot 60 pCt. eenige mna-riden geleden, alleszins gemotiveerd' was. W. JPraces-Steraiekel. Sternlckri, d© msorieoaar die te Frankfort aan de Oder terechtstaat, heeft m do eerste zitting verklaard, dat bij aan d6n dnedubbelen moord te Ortirig niet schuldig is in den zin der dagvaarding. Hy beweerde verder, dat h\) reeds herhaaldelijk onschuldig veroor deeld is. Be kandiet bleef tijdens de zitting geboeid. Z\jn naedebeklaagde Willy Kersten schreide voortdurend. Sternickel loochende zoo brutaal moge- lijk, dat hij van plan was geweest, een moord t-e plegen. Hij had alleen de echte-» lieden Kaliea en de meid, die hem in den weg stond, willen bedwelmen. Aanvankelijk was het evenmin zijn plan geweest om te stelen. De drie jongelui hadden hem daar-* toe aangezet. Het gestolen geld had hij op zijn vlucht weggegooid. De beklaagde Willi Kersten beweerde ook, dat er geen sprake was geweest van een moord. Zij hadden alleen maar „een, grooten slag willen slaan.'Hij had 120 mk< gekregen. Na de daad rijn zij naar Berlijn gegaan en hebben gedaan wat allie boeven na hun misdrijf plegen te doen: rij hebben eerst een nieuw pak kleeren gekocht en zijn toen met meisjes van pleizïer pret gaan maken. Den volgenden dag werden zij in een herberg gepakt. De beklaagde Georg Kersten bevestigde in hoofdzaak de verklaringen van zijn broer., maar gaf, op een vraag van den voorzitter toe, dat hij voor rich den indruk had ge-* had, dat het om een moord te doen was.» Sternickel had ook de twee dochtertjes vatt Kalies met een strik willen wurgen, maar do anderen hadden hem van het plan afge« bracht. Hij, Georg, had toen voorgesteld-, de kinderen in een kast op te sluiten. Hij had de brandkast opengebroken, omdat Sternickel daar geen weg mee wist. Nik de daad had Sternickel voorgesteld, om op de boerderij samen koffie te drinken ei* zioh te goed te doen. Maar daar hadden rij niet van willen weten. Zij waren dade lijk naar Berlijn vertrokken. In de mdddagritting verklaarde de bs-* klaagde Schliewenz, dat hij niet had gewe<» ten, dat hij bij ©en misdrijf moest helpen.- Den Volgenden dag had hij pas gehoord, dat Sternickel den boer ©n zijn vrouw wilde bedwelmen en daarna berooven. Stemickel had alle drie de slachtoffers den strik om den hals gedaan. Sterniokel loochende dit nog eenshij wos bij het geheel© geval alleen maar toesohoU/» wer geweest. D© jongen in het grijze pak, dat was Georg Kersten, had de drie men* eohen de lazzo om den hals gedaan. De drie andere beklaagden ontkenden dtë stijf en strak. Sternickel had den strik niet alleen omgedaan, maar ook toegehaald. Wel had hij gezegdde lui zullen over een uurtje wél weer bijkomen. Sternickel kwam er bij het verdere ver« hoor voor uit, dat hij op twee plaatsen ko« nijnenfokker was geweest, te Adlig-Reetz en bdj rich thuis. "Waar is dat? vroeg de voorzitter. Beklaagde: Dat kan ik niet zeggen. Ik wil alles zeggen, alleen dat niet. Ik kan mijn vrouw niet compromitteeren. Voorzitter: Bent u dan getrouwd? Beklaagde: Ja. Nadat de dochtertjes van Kalies nog ge hoord waren, werd de zaak tot heden ver* daagd. verstand wellioht voor het oogenblik ge krenkt had. Gij wilt het dus? Ja. Het zij zoo. Hij zeide daarop tegen zijn moeder: Moeder, u hadt alles begrepen, niet waar? Ja, mijn zoon. Hetgeen ik zeggen zal, kan u dus geen nieuwe smart veroorzaken! Helaas, in twee dagen heeft mijn hart zooveel moeten lijden, dat ik nu tegen elke smart bestand ben. Spreek, broeder, spreek onbeschroomd, want ik begrijp, dat gij een vreeselijke be schuldiging tegen mij zult uitbrengen, en ik wil die spoedig kennen, om ze zooveel te spoediger van mij af te werpen. Michel zag Laurent met diep verachting aan. Welke leugens zou.hij verzinnen? Michel begon: Moeder zal later wel vernemen, boei gij gaandeweg al dieper en dieper zijt ge zonken, tot gij nu een misdadiger rijt gé worden. Gij zijt begonnen als een speler.- Voordat gij een misdadiger waart, zijt gij een* avonturier geweest. Moeder zal nu! alles vernemen. Het stuit mij tegen (ïe borst haar nog langer met allerlei leugens om den tuin te leiden. Het is gedaanik lieg niet rneer. -f (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 14