i. l. rntim ti- mm, Zeilboot, Verwondering dwingt JAiBLUKSCSE Wordt gevraagd: FriescSi-0 ro n i ii «ïsciie Hypotheekbank, i No. 16250. LEIDSGH DAGBLAB, Dinsdag* 11 Februari. Tweede Sïad. Axmo 1913. Kristal, Porselein, Luxe, Huishoudelijke Artikelen. a. j. mm, Telephoonnummer 1313. HUUR, GROOTE FRANSCHE Haarlwistposder, „SANIfAS", SteensoSiuur 1. Safe-Deposit. Res-srwss ruim f 850,000. de „DOEZA-APOTHEEK Alom bekend. Zeiljacht, Giek of Wherry Zeilboot of Sloep Commissionnairs in effecten en assurantiën, Buitenlandseh Overzicht. GROOIE BPliMli a Contant H. WILLI Co., Botermarkt. -rsw Aangesloten aan de Telepboon 1820 8 Apotheker. togen 1 Mei &.S.: «en Heorenhais met Tuin, Witte Singel 71, a t 650.per jaar, een dito Vree- wijkstraat 5, 375 per jaar, ©t:i dito Heerenstraat 126 a 280.per jaar, een dito Aloë- laait 23 A 4 275.pt»r jaar en ters-ond te huur: een Ueerenhnls met grooten Tuin, Rijn en Sciiiekade 52, 300. per jaar. Te bsvragen by JAN HOTI5R- JMANS, Middelstegracht 26 en Woninggids, Boom markt 11 1609 16 de kwaliteit van de Holl. Thee- verbruik Vereeniging tegen over de zeer lage prysnoUering van f 0.60 -11.IO p. 5 ons. Eeu ieder neme eens proef. AJletn ▼erkrtJebaar by firma J. M. DIJKHUIS, Hoogstraat 5. 1895 10 BEBRs. REINKE, Botermarkt 5, 6. 7, 8. Breestraat 155. OPRUIMING. UESSEN aangeboden door een gediplomeerde Dame. Brieven Bureel -vaa dit Blad onder No 1616. 6 te koop of te huur gevraagd. Hrievan met prjj8-offerten onder No. 59ö aan het Adr. Bur. BOUCHBR, Noordein te 64c, Den Haag. 1904 6 te koop gevraagd, ±0 11. lang. Br. m. pr. en zoo mogeiyk kiek, onder Letters C Q aan Boekhandel „Espero", Don Haag. 1911 6 Te koop gevraagd: een ge bruikte, doen in goeden staat ver- keerendo (boeier, middcoz waard ol klei) met iuventnria. Br. Bur. t«u dit Blad No. 1922 10 om orertollis haarta rsnrijdaranfUO p. pot. 1902 6 S P O K I Ter overneming; aangeboden: een HEElSEAlaUlS op goeden «tand. huur wordt ruimschoots door onderhuur gedekt. Br. Bur. v. d. BI. ohder No. 269a. 6 Gem. Zit- an Slaapkamer met Pension. Br. Bur. v. d. BI. ondsr No. 1918. s Rapenburg 80S108. 6ÖJ 20 Afzonderlijke vertrekjes voor Bewaargevers. gevestigd te GRONINGEN. Geplaatst Maatscii Kapitaal 2,590,000.— De Bank geeft «bans uit 4 pCt. Pandbrieven a 96 pCt. Inlichtingen verstrekt gratia de Heer H. If. SA.SSE, Kaaaier (e Leiden, by wlen terena da Coupons der Pandbrieven betaalbaar z|Jq Be Diractie: Mr. R. P. DORHOÜT MEES. 2996 40 Mr. P. B. J. KEELING BROUWER De revolutie in Mexico ie de laatete da- gen in hevigheid toegenomen. In een tweetal telegrammen in het vorig nummer van ons blad ia daarover reeds Iets meegedeeld. Een Zondagmiddag uit de hoofdstad Mexico verzonden telegram zegt, dat Felix Diaz feitelijk den toestand boheerscht. Wel is de artillerie nog voor een groot deel loyaal; maar overigens sloten de troepen «ich bij hem aan. Hij maakte zich meester Van het arsenaal. In het gevecht om het pa leis zijn veertig man gedood en honderd gewond. Generaal Bernardo Regea is in het hoofd getroffen en gedood. President Madero, de leden van zijn ka binet en eenige aan de regeering trouw gebleven troepen hebben Zondagavond m het paleis stand gehouden. Zij waren blijkbaar optimistisch gestemd. Uit het arsenaal zond Diaz een bood- •ehap naar Madero, met verzoek af te tre den of zich over te geven. Madero wei gerde. De diplomatieke vertegenwoordigers hebben Madero gevraagd of hij in staat was de vreemdelingen te beschermen. Ma dero gaf hun toen geen antwoord! maar deed aan Diaa weten dat hij van hem be scherming der vreemdelingen verwarcktte. De familie van den president heeft een schuilplaats gezocht in de Japansohe legatie. Bij de gevechten van Zondag tegen Diaz voerde Reyes de regeeringstroepen etan. Het eerste gevecht bij het paleis werd Dm halfacht ochtends geleverd. Reyes Vrerd kort na het begin gedood, van de regeeringstroepen zijn velen gedood. Onder de talrijke 1 ij ken die in ïfle straten lagen, waren officieren, vrouwen, kinderen uit de volksklasse en Dok vele toeschouwers. Diaz heeft met 1000 man langs een grooten omweg het arsenaal beslopen. Toen het vechten ophield hebben ambulan ces den gewonden bijstand verleend. Het plein voor het paleis was bezaaid met doode en gewonde licha men van menschen en paar- d e n. In het palcis zijn slechts weinig idooden. Diaz heeft het arsenaal niet kunnen be- teetten dan na een heftigen tegenstand .♦verwonnen te hebben. De regeering zond troepen om het arse naal te hernemen, doch deze zijn met groo te verliezen teruggeslagen door de machi negeweren en het geweervuur. Het aantal dooden wordt op 250 geschat Naar uit Mexico wordt geseind, heeft Diaz zichzelf tot president uitgeroepen en Madero als vijand van de republiek ge kenschetst. Blijkens een later telegram hebben 'Madero en zijn ministers gisteravond te tien "Uren het paleis verlaten. Men vermoedt dat ze zioh naar Chapultepec begaven, op drie mijlen afstand van de hoofdstad gelegen. Generaal Huerta ia met de bewaking van het paleis belast. Er zijn geen versterkingen van bondstroepen gekomen. Volgens een later telegram loopt het ge rucht, dat Madero met zijn gezin in de richting van de oostkust is gevlucht en dat het ministerie is afgetreden. Het gerucht is niet bevestigd. Er is weer een vorstelijke verloving in zicht. Is voor weinige dagen de derde zoon van keizer Wilhelm, verloofd, nu wordt -verzekerd, dat de eenige doohta r van d e n keizer zioh zal engageeren. Te Karlsruhe is Maandag de verloving tot stand gekomen met prins Ernst August, hertog van Brunswijk Lüneberg, den zoon «4ö den hertog yon Cumberland. De Franoche minister van marine heeft een middel uitgedaoht om de eardines-in- dustrie weer tot nieuwen bloei te brengen. Hij zal namelijk de sardines op het menu der schepelingen aan boord van oorlogsbo dems doen plaatsen. De Jantjes profitee- ren dus tegelijk van deze maatregel, want als het niet was om een bedrijf te verbete ren dan zouden ze ongetwijfeld van de lek kernij verstoken zijn gebleven. Er zijn Engekchen die zioh afvragen, wat er van de geordende wereld terecht komt., nu zelfs leden van „our old nobility'1 socia list worden. Van Lord en Lady Warwick is al lang bekend, dat zij zich onder de roode vaan hebben geschaard. Onlangs voeg de zich graaf Russell bij hen, Nu is het de oudste zoon en erfgenaam van L o r d A r m- strong van nieuwen adel wel is waar^ maar een machtig ridder van de nijverheid die in een blad zijn sooialistisoh geloof belijdt. Hij is zelfs revo- lutionnair van zin. Als politieke actie niet baat dan de algemeen© werkstaking, zegt hij. Een dergelijke verklariDg van het toe komstige hoofd van het reusachtige bedrijf van Armstrong, Whitworth en Co. te Els- wick of althans ran een van de groote belanghebbenden in die zaak is niet. zon der gewicht. Een paar jaar geleden hoor den de menschen, die in het doen en laten van den adel belang stellen en wie stelt daar in Engeland geen belang in? op van het nieuws, dat de oudste zoon en erfge naam van Lord Ribbjesdale een oude familie socialist was geworden. Hij was toen nog op do kostschool te Eton. In Zuid-Afrika is aan de politiek van Botha de voorkeur gegeven boven die van Hertzog. Maar die berichten van voor een paar weken schijnen toch wel wat al te rooskleurig voor de Botha-richting de zaak voor te stellen. De Johanneeburgsche cor respondent van de „N. R. Ct.'' schrijft aan zijn blad, dat volgens -de kleine Holland- sche pers betuigingen van gehechtheid aan generaal Hertzog blijven toestroomen. Hij zal alle zelfbeheereching noodig hebben om niet, daardoor medegesleept, een eigen part ij in het-leven te roepen. De gebeurtenissen van -de laat ste weken hebben wel een frisschen geeet wakker geroepen in de nationale partij, bevorderlijk voor de zelfstandigheid van den Hollandsch sprekenden Zuid-Afri kaan en het behoud van de Hollandsche taal. „Volksstem" en „Vriend des Volks" beijveren zich met „Ons Land' om olie op de golven te gieten en de lezers te over tuigen dat 's lands belang medebrengt, ge neraal Botha en diens verregaande verzoe ningspolitiek te steunen. De herhaalde schorsing bij Keizerlijk be sluit van de Kamerzitting, ten einde de oppositiö te verhinderen een motie van wantrouwen tegen de ongrondwettige han delwijze der regeering aan te nemen, heeft in de Japansche hoofdstad tot ern stige onlusten geleid. De menigte deed een aanval op de bu reaux der regeeringsgezinde nieuwsbladen en poogde die in brand te steken. De po litie slaagde er dbor herhaalde charges waarbij tal van personen zijn gekwetst in dit te beletten. De menigte verspreidde zioh daarop en trok in kleine troepen de stad door, brak politiebureaus af, verbrandde tramwagens en beproefde ook een aanval op het huis van den minister-president. Weer sloeg de politie toen de menigte uit elkaar. Er zijn 6 dooden, 70 gewonden. Men verwacht dlat de regeering zal af treden. Het monster-proces der auto* bandieten. De zevende dag! De „Tel." meldt daar van het volgende: Het alibi van Dieudonné. Hoewel de dag niet buitengewoon span nend beloofde te worden, daar men zich slechts zou bezighouden met te trachten het alibi van Dieudonné te ontwarren, had toch een vrij groote menigte op de banken pbjits genomen, welke voor de reeds genoemde getuigen gereserveerd waren, doch van wie er geen enkele het verhoor bijwoonde. Het eerst werd de schrijnwerker Dartois van Nanoy, gehoord, die uitstekende inlich tingen omtrent Dieudonné verschafte. Daar de banklooper Caby verklaard had, dat zijn aanrander zijn revolver met de linkerhand vasthield, werd aan Dartois gevraagd of Dieudonné linkech was. „Daar heb ik nooit acht op geslagen", antwoordde de getuige. Uit de verklaringen van den schrijnwerker Guérin, die met Dieu donné in zijn atelier werkte, wist hij, dat laatstgenoemde op een Zaterdag met een individu, dat hem op de werkplaats was komen halen en in wie hij Bonnot meende te herkennen, vertrokken was. Vervolgens wordt voorlezing gedaan van de verklaringen van mejuffrouw Gullet, ka merverhuurster te Long-la-Vilie, die Bonnot en Dieudonné iets in haar logement heeft zien gebruiken. Hierop worden mejuffrouw Rollet, even eens logementhoudster, en haar knecht ge hoord, waarna voorlezing gedaan wordt van de verklaringen van den heer Rollet. Uit de verklaringen van laatstgenoemden blijkt dat Bonnot onder den naam van Comtesse in de Rue Noliet ten huize van Rollet gewoond heeft. Dieudonné i3 eveneens een kamer komen huren, onder den valschen naam van Aubertin en daarbij opgevend een vriend van Comtesse te ziin Verschillende malen heeft Dieudonné be zoek ontvangen, o.a. van De Boé. De president: „Meent gij, dat Dieudonné den 19den, 20sten en 21 sten December te Nanoy kon zijn?" Mevrouw Drouet: „Ik heb hem een dezer dagen te Nancy gezien, maar ik kan den juisten datum niet noemen." Mevr. Venard, die een winkel heeft te Parijs, was getuige van den aanslag in de rue Ordener. „Ik heb wel gezien", zeide zij, „dat een der bandieten den kantoorloo- per aanviel en eveneens zag ik, dat een medeplichtige zich van zijn portefeuille meesteT maakte. Ik dacht: dergelijke ban dieten. zullen zich wel uit de voeten kunnen maken. Toen verscheen een automobiel, die hen meenam." De president: „Herkent gij die lieden onder de beschuldigden?" Mevrouw Venard (na eenige aarzeling) „Neen, mijnheer. Ik herinner mij alleen, dat een der aanvallers een kleinen baard droeg en dat de andere een grooten zwarten snor, lang haar en een matten gelaatstint had." Joseph Zipp, drukker te Nancy, kan niet met beslistheid zeggen, op welken dag van December hij Dieudonné zag. Joseph Phi- lippe heeft Dieudonné gedurende de Kerst week te Nancy gezien, maar hij kan niets meer verzekeren. Mevr. Agalosthene van Nancv Van evenmin den juisten datum van het verblijf van Dieudonné te Nanoy noe- meD. De moeder van Dieudonné. Er ontstaat groote beweging en de alge meen© aandacht wordt geconcentreerd, als madame Dieudonné, de moede7* van den beklaagde, binnenkomt. „Laat mevrouw Dieudonné", aldus roept haar de advocaat, Moro Giafferi, toe, „die evenals wij slechts de waarheid weoscht, onbevangen spreken. Mijn cliënt vreest de waarheid niet. Dat de«e moeder zegge, wat haar nuttig schijnt voor de verdediging van haar zoon." Madame Dieudonné: „Mijn zoon hield den 19den December op met werken en hij bleef de geheele week bij mij, dat wil zeg- g-n tot den zösten December." De arme vrouw voegt hieraan toe, dat Dieudonné een goede zoon was en een edel moedige jongen. Haar stem, die aanvanke lijk krachtig is, wordt langzamerhand zwakker en ten slotte is haar ontroering zoo groot, dat zij geen woord meer kan uit brengen en de zaal moet verlaten. Ook Dieudonné is zeer bewogen, maar wacht totdat zijn moeder heengegaan is, alvorens hij een traan wegpinkt, Emile Bill verdedigt Di e u d o n n Emile Bill, schrijnwerker te Nancy, zegt, dat hij Dieudonné den 21sten December, om drie uren des namiddags, te Nancy zag. (Dit was het oogenblik, waarop in de rue Ordener de aanslag plaats had). De president: „Was het uw broer, die Blanch et vermoord heeft?" Emile Bill: „Jal" De president: „Waarom werd Blanchet vermoord?" Emile Bill: „Men heeft nooit geweten waarom." De president: „Den 23sten December hadt gij een onderhoud met Volfron en andere vrienden van Dieudonné in het huis van Reinert." Emile Bill: „Dat wa.s geen bijeenkomst; wij waren onder vrienden." De president: „Mademoiselle Bellot zegfc, dat er een formeele bijeenkomst plaats had en dat gij toen een alibi voor Dieudonné voorbereid hebt." Emile Bill: „Er was geen sprake van een alibi of een bijeenkomst." De president: „Men heeft Blanchet ver moord, omdat hij het bestaan en het doel van die bijeenkomst bekend gemaakt zoudt hebben." Emile Bill: „Hoewel ik niet weet, waar om Blanchet vermoord werd, vergist u zich in elk geval." De advocaat Moro Giafferi: „Was Dieu donné linkach?" Emile Bill: „Dieudonné werkte juist als ik, met zijn rechterhand." Andere vrienden v a n Dieudonné aan het woo rd. Henri Yolfron heeft Dieudonné 21 Decem ber omstreeks 5 uren te Nanoy gezien. De president: „Hebt gij geen onderhoud gehad met Blanchet en met de gebroeders Bill, om een alibi voor Dieudonné te con- strueeren V' Volfron: „Daar is geen sprake van." Henri Hell, schrijnwerker te Nancy, zag Dieudonné den 21 sten December, om 6 uur 's avonds. „Dieudonné heeft mij", zeide hij „verteld, welke oneenigheid hij met zijn vrouw heeft gehad. Om hem te troosten, verhaalde ik hem, wat ik met de mijne, van wie ik sindö drie dagen gescheiden was, heb beleefd." Ook Heil verzekert, dat er geen bijeenkomst, om een alibi voor Dieudonné te oreëeren, plaats had. De president: „Was Dieudonné Knkscli?" Henri Hell: „Neen!" Yarier heeft Dieudonné den 18den De cember te Nancy ontmoet en vervolgens den 21sten. Hij sprak hem op het Stanis- lasplein om 1 uur des namiddags aan en beiden begaven zich toen naar een groot café, waar zij een kwartier lang bleven. De president: „Hebt gij geen onder houd gehad met Blanchet, de gebroeders Bill, Volfron en andere personen?" Varier: „Neen De president: „Wist gij, dat er sprake van was, een alibi ten gunste van Dieu donné te scheppen?" Yarier: „Ik heb daar nooit over hooren spreken." D« zitting wordt vervolgens geschorsA Getuige üb charge. Bij het hervatten van het verhoor legt do limonadeverkoopster, madame Sauce, uit Nancy, de verklaring af, dat, naar Blan chet haar medegedeeld heeft, zijn vrienden en hij bij Reinert bijeenkwamen om voor Dieudonné een alibi te scheppen. Men wist, dat Blanchet uit de school zou klap pen en daarom werd hij vermoord. Mademoiselle Bellot, wier binnenkomst groote belangstelling wekt, is zeer coquet gekleed De president: „Heeft Blanchet u ver trouwelijke mededeelingen gedaan ovei een alibi van Dieudonné?" Juffrouw Bellot: „Neen!" De president herinnert er aan, hoe ge durende een wandeling juffrouw Bellot Carouy tot Dieudonné hoorde zeggen: „Vannacht om drie uren zal ik mijn slag slaan." En den volgenden dag vernam zij werkelijk den diefstal van een sohnjf machine en van andere voorwerpen. Juffrouw Bellot erkent <lit feit en voegt hieraan toe, dat zij thans nog van meening is, dat deze diefstal door Carouy' en Dieudonné bedreven werd. De president: „Hebt gij uit een orcWr-» houd, dat Blanchet in uw tegenwoordig heid voerde, begrepen, dat het ging obi een alibi voor Dieudonné?" Juffrouw Bellot: „Blanchet heeft ge zegd, dat hij veel wist, maar dat hij mij niets wilde zeggen, omdat hij bang was voor de anderen." Juffrouw Bellot vertelt, dat aj de an dere aangeklaagden bij Reinert zag, o. a, Carouy, Callemin en Gamier. Callemin ontkent ooit bij Reinert geweest to zijn en er beeft naar aanleiding van, deze verklaring een incident plaats tus- echen de getuige en Callemin. Callemin: „Ik ben nooit bij Reinert ge weest." Juffrouw Bellot: „Toch heb ik u daar gezien." Callemin: „Gij liegt, juffrouw!" De president richt zich dan tot juffrouw Bellot en zegt, dat, naar men haar ver wijt, zij de maitresse is geweest van zeer vele lieden, onder wie Blanchet, de ge broeders Bill en vel anderen. Juffrouw Bellot: „Dat strooit men rond, omdat ik de waarheid gezegd heb. Dezo heden trachten zich te wreken door mijn naam in opspraak te brengen. Ik ben nooit de maitresse van iemand geweest." De schrijnwerker Humblot uit Nancy v/as tegenwoordig bij den moord, op Blan chet gepleegd. Hij schildert de omstandig heden, waaronder de misdaad begaan werd, en zegt: „Toen Charie3 Bill op Blanchet schoot, riep hij uit: „Gij hebt Reinert doen arre-steeren, hier is je loon" 1" De president: „Meende Blanchet, dat Dieudonné schuldig was?" Huhlot: „In het geheel niet-. Hij ge loofde veeleer aan zijn onschuld." De president: „Heeft Blanchet gezegd, dat hij een alibi voor Dieudonné had voor bereid?" Humblot: „Neen Do president; „Was Dieudonné linksch?" Humblot: „Neen." Do inspecteur van politie, Pateer, uit Amsterdam, bevestigt de verklaringen van Humblot. Pateer verklaart, dat Yan der Berg bij de politie ongunstig bekend staat., Daarna wordt een brief van den koop man Yan den Berg, uit Amsterdam, waar in deze samengevat heeft, hetgeen hij van de zaak weet, voorgelezen. Er moeten nog 250 getuigen gehoord worden. De zitting werd om 5 uur 15 min, verdaagd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5