Van Houtcn's J ingezonden. Tweede Kamer. Schaakrubriek van het Schaakgezelschap „Palamedes". De hervatting der Ttfandelijkheden in den Balkan. In den linker bovenhoek het tooneel van den strijd bij Gallipoli. Een maatschappij tot Uitkeering by Werkloosheid. Een tweetaai malen hebben we meege deeld, wat in eemge bladen over de Maat schappij tot Uitkeering bij Werkloosheid, gevestigd te Leiden, werd geschreven. Ook deelden we mede dat de directie zich in een circulaire had verdedagd, namen we een uittreksel op uit een verdediging door den directeur in „Het Volk", en nar men we ten slotte een ingezonden stuk op van den directeur. Dit ingezonden stuk in ons blad, was het laatete woord, in dez© zaak gesproken. De heer J. G. Keesing komt thans in ,,Het Volk" nogmaals op de kwestie te rug. Hij neemt in deze. bestrijding van de Maatschappij eerst op voornoemd inge zonden stuk en meldt dan tevens dat hier van de vertegenwoordigers een gehecto- frafeerden afdruk ontvingen. Ook worden een paar aanhalingen, gedaan uit de cir culaire van 3 Jan. j.I. Daarin zegt de directie o. m. dat zij door tusschenkomst van een aandeelhou der te Londen, chef aldaar eener groote Amsterdamsche firma, in staat is wel haar berekeningen te toetsen aan de Engelsche verzekeringswet van 1911 en dat die ge gevens nog in haar bezit zijn. De heer Keesmg 6chrijft dan ,,De directie verzuimt hier, voor de zoo- veelste maal, een naam te noemen. Mis schien ditmaal uit picteit. Want wie be weren durft dat de tarieven-, en uitkee- mgsgrondslag der Leidsche maatschappij ook maar in de verste verte gelijkt op dien der Engelsche wet, zou toonen dat hij van die wet hoegenaamd geen begrip heeft. Want haar tarieven zijn bijna dubbel zoo hoog als die van de Maatsch. der heer en Gerstel en Van der Mee, haar uitkeerin- gen geschieden volgens een geheel andere schaal, en omtrent „reserves" worden er gansoh andere principes in gehuldigd, dan de Leidsche directie in het belang van haar zaakje poogt te propageeren. Men ziet dus, dat het juist is wat ik vroeger beweerde: Deze directie is niet voor een kleintje vervaard. Tegenover de blufferige dwaasheden der verlegen directie zij uitdrukkelijk gecon stateerd, dat zij in gebreke is gebleven een nadere verklaring te geven van het mis bruiken der namen van bekende personen in de arbeidersbeweging; dat geen ant woord is gegeven op mijn vraag: Wie toch de mannen zijn, die in de fi^anc. wereld 'n goeden naam hebben, en die de financieel© opzet der maatsch., gebaseerd op 2-jarige berekeningen, hebben „nagegaan"; dat het door mij geciteerde stukje ui „Het Verzekeringsblad", omtrent de zegging schap der deelnemers, wel een „verdacht making" ie genoemd, doch niet weerspro ken is kunnen worden; en dat de directie haar oude leugens met nieuwe verrijkt." Over een verklaring van de directie in een circulaire, dat de maatschappij van de loontrekkenden, d. w. z. van de deelnemers is en deze controle kunnen uitoefenen en mee beslisBen, zegt de heer Keesing: „Listigheid en bedrog gaan hier hand aan hand. V'ant er wordt volstrekt niet gezegd dat de verzekerde controle oefent op de handelingen der maatschappij, in al haar zaken mede beslist. Dat kan ook niet gezegd worden, omdat zulks nergens uit de statu ten blijkt. Hier is dus listelijk den schijn gewekt alsof controle en zeggenschap op de daden der maatschappij door de verze kerden mogelijk is. Brutaal bedrog is bo vendien de voorstelling aJ6 zou de Maat schappij den verzekerden, den deelnemers, ioebehooren, dus eigenlijk hun eigen zaak zijn. „Laat ons eens zien volgens welken de- ynocratischen grondslag deze maatschappij georganiseerd is. „Artikel 26 harer Statuten bepaalt, dat een „afcleeling" gevormd wordt, indien méér dan 60 verzekerden in één gemeente wonen. Deze afdeeling kiest uit haar mid den een bestuur, bestaande uit een voorzit ter en drie leden, waaraan door de directie wordt toegevoegd een secretaris-penning meester. Dit bestuur brengt de belangen der leden, (verzekerden)^ter ,kennisse van de directie, en is gehouden te handelen vol gens een „instructie" welke de directie het toezendt. „Nu bepaalt art. 3 der instructie voor het afdeelingsbestuur, dat het gehouden is: „a. de bepalingen der vennootschap voor te 6taan en b. alle voorstellen en vragen, aan de directie te doen, den secretaris-penning meester op te geven." De afdeelingen, dat wil zeggen de verzekerden, kunnen geen besluiten nemen welke de directie verplicht zou zijn uit te voeren. Zij mogen die be sluiten aan de directie mede deel en. „Op de benoeming dier directie hebben de verzekerden absoluut geen invloed. Vol gens art. 13 der „Statuten", wordt de di rectie benoemd, geschorst of ontslagen door de algemeene vergadering van aandeelhou ders, dat zijn menschen, die één of meer aandeeh.i van f 100 in de mlooze Ven nootschap hebben genomen. Deze lieden zijn de eigenaren der maatschappij en niet de verzekerden. „Maar nu komt het boerenbedrog. Bij art. 21 der Statuten wordf bepaald, dat- eens per jaar een algemeene vergadering van deelnemers, d. w. z. der verzekerden, zal worden gehouden. „Voor deze vergadering worden uit iede- re provincie, volgens aan te houden rooster (zoo mogelijk) twee afdeelingen aan- gewezen. Deze afdeelingen zenden twee harer leden als gevolmachtigden. Op deze j Vergadering heeft ieder gemachtigde 1 j stem." „Met deze statuaire bepaling klopt dan ook volkomen art. 6 der instructie voor het afdeelingsbestuur, dat luidt: „Wanneer de afdeeling aangewezen wordt tot het zenden van twee gevolmach tigden, zal het afdelingsbestuur twee ha rer leden der verzekerden aanwijzen." De schrijver wijst dan op den invloed, die het aanwijzen der afdeelingen' kan hebben op de besluiten en ook op het feit, dat de aandeelhouders i. c. de eigenaars der maat- seha.ppii blijkens art. 13 der statuten steeds en onder alle omstandigheden hgt recht hebben de directie te ontslaan. De heer Keeping eindigt dit artikel, dat hij „Nogmaals: ee.n ernstige waarschu wing", heeft getiteld: „Voegt men al deze bedenkingen bij die van financieelen aard, fn ons eerste artikel over deze Maatschappij geuit, dan zal men moeten erkennen, dat er alle aanleiding is voor een ernstige waarschuwing. Een direc tie die met zóóveel valsche voorstellingen moet trachten haar zaakje aan den man te brengen, kan het den arbeiders niet kwa lijk nemen, dat zij haar niet vertrouwen. Brutale verlakkerij wint het niet altijd van deugdelijke waarborgen, vooral niet in ar beiderskringen, waar een gewaarschuwd man voor twee "geldt." Mijnheer de Itedacteurl Lezende het artikel „Verplichte Winkel sluiting" in Uw courant van gisteravond, vroeg ik mij af: Waartoe dient dat stuk? Is dat niet gang- of stemming maken voor een vooropgezette meening, n.l. dat het een algemeen belang is, die verordening op de winkelsluiting t -In de niet voltallige zitting van den Baad van 19 December jL waren toch 13 aanhan gers van het advies van B. en Ws. en al zou men nu, genoemd artikel lezende, in de meening kunnen geraken, dat, in de meeste gemeenten van Nederland die zaak reeds afgedaan was en Leiden wat achteraan komt sukkelen, dan vraag ik mij toch af welke andere plaatsen, behalve Amsterdam, zijn dat wel 1 Hoe is dat in Den Haag, waar Leiden toch wel rekening mee mag houden, in Botter dam en meer andere? In Dordrecht, dat weten we, is nog zeer kort geleden door den Baad besloten geen verordening op de winkelsluiting te maken. Sprekende met voorstanders van V. W. wordt den *tegensbanders zoo ongeveer dui delijk gemaakt, dat zij kortzichtigen zijn, achterlijken, Btumperds en dat ze de zege ningen eens zullen ondervinden als die verordening er maar is. En ook de schrij ver van het artikel „Verplichte Winkelslui- tinc" schrijft; winkeliers en publiek te Am sterdam hebben zich thans reeds verzoend met de verordening op de winkelsluiting. M. de R„ dat kan ik niet voetstoots aan nemen. Nog-bet-rekkelijk kort geleden was ik, met twee stadgenooten, in Amsterdam en hebben wij ons kostelijk geamuseerd met heb kijken naar het verkoopen over het hekje in de buurt van Rembrandtplein en Amstelstraat, en gepasseerden Zondfg ie mij door een, in Amsterdam wonend, heer nog vefteld, dat er buurten zijn daar, waar de politie er geen aanmerking op schijnt te maken, wanneer er nog winkels na ne gen uren geopend zijn. Dat de rechter, in hoogste instantie, dan ook al heeft uitgemaakt, dat het verkoo pen over het hekje strafbaar is, kan ik al evenmin toegevenin een paar gevallen is nog onlangs gepleit en meen ik, dat de uitspraak nog komen moet, die dan zeker voor nog vele andere gevallen beslissend wezen zal. De schrijver van V. W. geeft aan hoe on geveer de verordening in Leiden er uit zal zien, nu in principe besloten is, dat er verplichte winkelsluiting wezen zal, en nu ben ik ook nieuwsgierig en vooral om te weten of een winkelier, aangesloten aan de telefoon, ook na negen uren nog bestel lingen mag aannemen en uitvoeren, en of er mogelijk niet nog wat uitzonderingen in die verordening zullen komen, waardoor de gelijkstelling, voor allen, niet zal wor den verkregen. Mij persoonliik spijt het, dat men den Baad la-stig valt met het maken van een dergelijke verordening, maar nu het toch moet, nu hoop ik, dat de Raad een ver ordening zal maken, zoo consequent, dat niemand zich zal hebben te beklagen. Maar o weeDe tijd zal het leeren. Mijnheer de Redacteur, zoo U het boven staande plaatsen wilt. zult. u verplichten: Uw DV. W. Az. Leiden, 7 Februari 1913. Invaliditeits. en Ouderdoms- verzekering. De heer Troelstra betoogde iü de zitting van gisteren, dat, als het de bedoe ling is, inderdaad aan te toonen, dat de Rijksverzekeringsbank zóó elecht en duur werkt, de Vrijzinnigen behoorden een en quête te vragen en alles af te breken, wat zij zeiven hebben opgebouwd op sociaal ge bied. Hij stelde een motie voor, waarbij de Mi nister wordt uitgenoodigd, een uitvoerig rapport uit te brengen omtrent de werking van de Rijksverzekeringsbank. De heer Troelstra zei, dat het slechts schijn is, dat de socialisten den Mi nister steunen. Zij kunnen dat niet, omdat de Minister hen niet steunt, maar met het politieke heibeltje, dat de vrijzinnigen op touw zetten, wilden de Bocialisten niet mee doen. Heb optreden van de vrijzinnigen bij de motie-Roodhuyzen noemde de spr. demar- gogisch. De motie, door den heer Troelstra voor gesteld, zal worden behandeld op nader te bepalen dag. De vergadering gaat uiteen tot Dinsdag morgen. Nadere nandnidlnc van de feest dagen die In wettelijke voorschrif ten met den Zondag op ééne lijn worden gesteld. Yoorloopig versla g. Terwijl sommige leden verklaarden de bedoeling der Regecring, rechtszekerheid te scheppen, te waardeeren, meenden an deren, dat de woorden „ter wille van de rechtszekerheid" in de beweegreden van uit wetsontwerp niet op hun plaats waren. Naar hun oordeel bestond er, na het bekende arre6t van den Hoogen Raad, geenerlei rechtsonzekerheid en kon ter rechtvaardi ging van het w. o. in die beweegreden slechte worden vermeld, dat het.wensohelijk is de in het ontwerp genoemde dagen met den Zondag gelijk te 6tellen. Hiertegenover werd de beweegreden door eenige leden verdedigd. Een andere opvat ting dan die van den Hoogen Raad blijft verdedigbaar en waar dit ooilege bevoegd is op zijn thans geuit oordeel terug te ko men, meenden deze leden, dat dit wetsont werp inderdaad er toe zal leiden de rechts zekerheid te bevorderen. Vond de strekking van het wetsontwerp vrij algemeen bijval, enkelen konden er zich niet mede vereenigen, wijl rij daarin een inbreuk op de godsdienstvrijheid za gen, immers, men wordt gedwongen te rus ten op dagen, die naar eigen geloofsover tuiging niet eteeds feestdagen zijn. Waar om bepaalt het w. o. zich niet tot de Uitstekende dagelijksche drank, verre te ver kiezen boven koffie en thee. Opwekkend en zenuwsterkend. Vooral voor kinderen zeer aan te bevelen. Machtig wapen in den strijd tegen misbruik van alcoholische dranken. (Opgericht 1818.) Speelavond iederen Maandag in do bovenzaal van „Café 0 a t t a 1", Bree- straat, aauvang 8 uren. Eedactie: D. W. A. Blote, Kruissmk en H. de Nie. Probleem No. 8. (Uil „The White Books".) Zwart. (5) c d Wit. (6) Wit: K. c7; T. gl en h6; b3, b6 en f8. Zwart: K. a8; D. hl; P. g3; b7 en d2. Wit speelt en geeft in 2 setten mat. Oplossing Probleem No. 6: T. c8 ens. Goede oplossingen ontvangen van de Heeren: L. Biermasz, F. Bh, N. A. BlCte, D. Bootsma, G. G. Colin, H. Donkers, K. Fraai, B. S. van Kloeten, J. Kres, R. J. van der Krocht, F. Lafebor, M. J. Lafebor, G. J. van Leeuwen, B. Meyn, J. J. Planjer, J. van R(Jnswou, J. W. Schiiss, 0. Sierag, J»c. C. Sjar- dljn, A. P. Tendeloo, J. Terpstra, J. A. Trouwee, L. M. Valkenburgh, L. Ver- kuyl, P. Yeratraaten, Jr., J. J. Vi», N. B. van Went, te Lelden; E. R. Potems, te Amsterdam; D. J. N. Verboog, Oegst- geeet; Mej. Y., te Zegwaard, W. Cra mer te Ooeterbeek, J. van Os, te Voor schoten, W. A Oudehoorn te 's Graven- hage, F. P. Jansen, te Wassenaar, J. J. Yooys Gzn. te Katwfjk a. d. R(Jn, J. van der Lioden te Alphen a. d. R()n, P.O. van der Tang, te Oudewetering, en B. Wertenbroek te Zosterwouda, Rectificatie: Onder de goede op lossers van Probleem No. behoort □og te worden vermeld de heer L. M. Valkenburgh, te Lelden. Oplossingen, enz. worden in gewacht uiterlUk binnen tien dagen b(j H. de Nie, Ververstraat 10. lJericliten over Rijnland'o boezem, gedurende de week van 29 Jan.1 Febr. 1913. Steed van den boezem te Leiden. Idem te Oudewetering Werking der stoomgemalen Waterloozing langs natuurlijk, weg. Waterinlating Regenval in Mm. 29 Jan 30Jan. 31 Jen. IFebr. 2Febr. SFebr. 4Febr. 05 70 71 60 54 57 53 em— N.A.P. 66 67 66 56 51 49 46 em.—N.A.P. Spaarndam 83tó u., Heilweg57 u., Gouda 71—u. Katwrjk87—o. Spanrndara 10 u., Halfweg 23 u„ Goede 8) u„ Katwgk 441 u. Door de alnie te Gouda 14 o. 858 algemeen erkende christelijke feestdagen f vroegen deze leden. De redactie van het eeniig artikel werd door vele leden aan critiek onderworpeD. Onder meer betwijfelde men, of het artikel, «van toepassing zal zijn te achten op de Zondagswet, waarin toch geen feestdagen met den Zondag ,,op gelijke lijn" worden gesteld, doch een geheel andere omschrij ving wordt gebezigd. Eenige leden voerden als bezwaar tegen het wetsontwerp aan, dot daarbij voor het geheele land gelijkvormig de feestdagen, met den Zondag op gelijke lijn te stellen, worden bepaald. Een zoo algemeene re geling achtten zij vooral met het oog op de arbeidsverhoudingen niet aanbevelens waardig en zij gaven in overweging de vast stelling van feestdagen voor de onderschei dene provinciën te doen geschieden door Ged. Staten. Alsdan zou met de afwijken de opvattingen in verschillende landstreken rekening kunnen worden gehouden. Deze leden wezen er op, dat bijv. in R.-K. stre ken het Driekoningenfeest en het feest van Petrus en Paulus algemeen worden be schouwd als Zondagen; op die dagen wordt daar niet gewerkt, Het denkbeeld van provinciale vaststel ling van de te vieren feestdagen vond be strijding bij andere leden. In de Brievenbus moet men nooit brieven werpen, waarvan de inhoud bestemd is voor het numme? van denzelfden avond. Men geve die af aan het loket. tiet klimaat van Nederland. In een paar uur is men dwars door ons land gespoord. Een wandeling van de Oostelijke provinciën naar Holland kost slechts een paar dagen. En toch, ondank* die geringe afmetingen, hebben de Ooeto- lijke provinciën een heel ander klimaat dan de Westelijke. Meer dan eens gebeurt het, dat het in Groningen hard vriest, cd dat in Drente de sneeuw tientallen een-* timeters dik ligt, terwijl het in Zuid-Hol lands dooit, en in Zeeland zelfs regent. De temperatuur-verschilien zijn in ons kleine landje vaak grooter dan in Enge land, en niet zelden even groot als in Frankrijk of Duitschland. In den zomer merken wij diit zoo spoe dig niet. Bij goed, bestendig weer stijgt de thermometer in Oost-Nederland in den namiddag soms Avel 20 gr. F. hooger dan in Holland of Zeeland. Maar hier is het vochtigheidsgehalte weer grooter, zoodat het veelal in het Westen drukkender is dan in het Oosten. Inmiddels ligt 's zo mers evengoed ate 's winters de nacht- temperatuur in het Oosten beduidend la ger. In Juni en September is nachtvorst in Zeeland een zeldzaamheidin Gronin gen komt nachtvorst in deze maanden echter herhaaldelijk voor. Maar in den wintertijd blijkt het ver schillend klimaat op z'n allerduidelijkst. Hoe dikwijls worden, in het Noord-Oosten van een land niet hardrijderijen gehouden, terwijl in de Zuid-Hollandsohe en Zeeuw- sche wateren geen stukje ijs meer te be kennen is. Gewoonlijk valt niet alleen de dooi in het Zuid-Westen van ons 'and het eerst in, maar begint de lucht in het Zuid-Westen het eerst te werken; in Gro ningen duurt het goede weer het langst, maar is het weer ook daar eenmaal van streek, dan moet de Groninger gewoon lijk het langst op de opklaring wachten, terwijl de Zeeuweche boer veel eerder het zonnetje ziet. Bij een kraohtigen wind znn de tempe ratuursverschillen hier het kleinst. 0 een Wester-storm bedraagt het verschil soms niet meer dan 4 gr. F. Dan mer ken wij, dat ons land klein is. JDe parady«vogel. Op zeer beperkt gebied, voornamelijk op Nieuw-Guinea en omliggende eilanden le ven de paradijsvogels; enkele soorten z.g. onechte paradijsvogels leven in Australië. Geen vogel is in schoonheid met dit dier te vergelijken; nergens vindt men zoo n prach- tigen metaalglans op het gevederte en zoo n gracieuse lijn der veeren op kop, rug en staart. Voor het eerst hoorde men van dezen siervogel na de ontdekkingsreis van Magel- haen. Het heeft langen tijd geduurd voor van alle soorten, die op N.-Guinea voor komen, had leeren kennen. In 1869 kende Wallace 18 soorten; nu kent men er 80. Bij de groote verzameling van paradijsvo gels, die Meyer naar Hamburg meebracht, bevond zich ook een vogel, die zich ken merkt door twee lange veeren, en die naar koning Albert van Saksen, Albert-vogel ge noemd werd. De inboorlingen hebben de gewoonte, om van de huid der dieren de pooten af te snijden. Daardoor heeft men langen tijcl ge meend, dat de paradijsvogels niet loopen konden, en daarom hun heele leven vlogen.. Men dacht, dat het wijfje haar eieren leg de boven op den rug van het mannetje en ze daar uitbroedde. In den paartijd hebben de dieren eigen aardig© gewoonten. Dan voeren de man netjes elegante dansen uit, en trachten op velerlei wijzen de wijfjes te verlokken. De Nieuw-Hollandsche priëel-vogel doet zich dan als een charmant verleider kennen: in de boomen bouwt hij priëel-achtige nes ten, versiert ze met bonte, glanzende voor werpen als mosselschelpen, slakkenhuisjes, enz. Deze nestjes dienen niet om te broeden of als woonplaats van rijn jongen, maar doen dienst als rendez-vous. De handel in paradijsvogelveeren al® mo de-artikel, is zeer belangrijk; in het jaar 1909 werd voor 40,000 en in 1910 voor 91,000» gulden verhandeld. Reeds in 1892 heeft de Duitsche regeering een wet ter bescherming dezer dieren uitgevaardigd. Wanneer aan de reusachtige na-vTaag naar paradijsvogel- ■veeren voldaan was, zou nu reeds dit edele mooie dier uitgestorven rijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 6