No. 16233. LSIBSCH DA&BïiAB, Saterdag1 25 Januari. Eerste Blad. Anno 1913. Land- en Tuinbouw- Ongevallen. PERSOVERZICHT. i. [Wij wenschen. in een viertal artikelen een beschouwing te houden over Land. en Tuin- [bouw-OngovallenveTzekering. Kortheidshalve spreken wij alleen over L'andbouw.Ongevallen, doch wat voor den landbouw geldt is ook' van toepassing op 'den tuinbouw. Waar landbouw staat goliovo men dus te lezen land. en tuinbouw, en waar er merke lijke verschillen bestaan zullen die duidelijk gorden opgegeven. Het .is nog niet zoo lang geleden, dat Irncn hier en daar kon hooren en lezen, dat er in den land. en tuinbouw geen on gevallen gebeurden. Maar ieder, dia in het bedrijf meewerkt, weet thans wel beter. In: elk dorp leent men personen, landbou wers en knechts, die met paarden op hol Jf'ijn geslagen; de een kwam er wel beter 'af dan de ander, maar verscheidene werden, gedood en andere zoodanig gewond cn ver minkt, dat zij hun werk niet goed meer konden .doen cn dus wat de verdienste be- (fcreft, achterop raakten. Ja, die paarden hebben wat op hun ge weten. Menigeen kreeg oen trap tegen do borst-, buik of in hot gelaat eu herstelde nooit volkomen. Ook hebben veel ongevallen plaats door bet vallen van de knechts van lodders, van zolders, van wagens en het struikelen of iuitglijden. Wio van een zolder valt en dat kan gemakkelijk in de stallen, die zuinig ver licht z'ijn is meestal een kind des doods en zoo hij niet sterft, Ss hij gewoonlijk arm het hoofd en de borst zóó gewond, dat b'ij tnooit weer de oude wordt. En er vallen er veel van de donkere zolders, doordat de ladders niet stevig staan, de pla-nken van Iden zoldervloer los liggen, de luiken open staan of de zoldergaten niet voorzien zijn ,van een leuning. In den hooibouw lezen wij herhaaldelijk, 'dat knechts bij liet opsteken, wegrijden of afsteken van een voer hooi hun evenwicht .verliezen en van den wagen vallei^ De hooi bouw kost altijd aan enkele landbouwers fcn knech'ls het leven. Dgot uitglijden gaan er velen te water. .Vooral als de stoepen waaraan geboend of geschrobd wordt, aan diep water gelegen zijn, hebben dikwijls gevallen van verdrinken jdaats. Knechts en dienstboden, die in de donkere najaarsochtenden in het lancl gaan Jmelken en zich moeten vervoeren per schouw of over vlonders moeten loopen, hebben kans 'daarbij een ongeval te krijgen en te water té raken. Wij zouden voort kunnen gaan met ver- molding van de oorzaken waardoor wij land. bouw-ongevallen in onze omgeving zien plaats hebben, maar dan zou ons artikeltje t« lang worden. Genoeg zij liet te ver melden (de verschillende landbouwiongeval- lê'a zijn in do laatste jaren opgeteld) dat jaarlijks meer dan honderd personen in den landbouw werkzaam, worden gedood bij en door ongevallen, die lien in het bedrijf over- komen. Ieder jaar, een honderd dooden! Dat is verschrikkelijk, niet waar? Zeker, niet op ieder dorp vallen icdeH jaar dooden, maai*, zoo door elkaar krijgt ieder dorp toch' van tijd tot tijd zijn beurt. In Friesland werden dezen zomer op één dag twee knechts, die bij denzelfden landbou wer werktea door heb hemelvuur gedood. Gezwegen nu van de dooden. worden véle knechts zoodanig gewond, dat zij hun werk voortaan niet meer of slechts Voor een deol kunnen doen: die worden dan levenslang invalide en dan begint voor hen de lijdens weg, omdat er weinig of geen Verdiensten zijn. Het aantal van deze invaliden is lang niet gering en op ieder dorp kan men zo u aanwijzen, die tengevolge van een land- bouwongeval lichamelijk gebroken zijn en nu door het leven liccns-charrclen. Naast deze zeer ernstige slaan er nog veel meer la ndbouwon ge vallen, die geluk kig niet zulke ernstige gevolgen hebben. Maar al zijn hun gevolgen minder ernstig, hun aantal is des to grooter. Het aantal ongevallen, waarvan de gevolgen enkele we ken, vaak eeniige maanden, duurden, loopt in de duizenden. En geen wonder. Het aantal landarbei ders bedraagt ongeveer een 400,000. Met dit cijfer voor oogen kunnen wij ons best' voorstellen, dat onkelen duizenden hiervan jaarlijks liet een of ander in het bedrijf overkomt. [Wij kunnen dus gerust zeggen: Het land bouwbedrijf is zeer gevaarlijk en wie zegt, dat het met de ongevallen in den land bouw miet zoo erg is, kent het bedrijf niet. Zijn de ongevallen reeds van veel bet©> ken is om het lichamelijk en vaak ook gees telijk lijden, dat zij aan de getroffenen ver oorzaken, niet minder ernstig zijn de fi- nancieelo gevolgen voor de getroffenen en hun gezinnen. Door zoo'n ongeval houden dadelijk of zoo goed als dadelijk de verdiensten op, en dan. begint de ia|?rmoedc voor de gezin nen van de arbeiders. Treedt ten plotte! herstel in, dan komt er ook wel weer een; tiju van verdienen, en kan er soms een beetje worden ingehaald, maar gewoonlijk laat zoo'n gedwongen werkeloosheid zich zeer langen t ijd nog daarna gevoelen. Een arbeidersgezin, dat financieel achterop U, komt niet spoedig weer bij. Erger wordt het nog als de landarbeider komt to sterven of' levenslang invalid© blijft: dan zit het gezin letterlijk aan den grond, want de kostwinner is weg. Zeker, dan komt de liefdadigheid van de mede.menschen ie. hulp, de armbesturen springen ook bij, maar de geregelde verdien sten zijn verdwenen, en zoo'n gezin moet aan drijven op do hulp van anderen. De ervajing zoowel in den landbouw als in de industrie heeft in het binnen- en buitenland geloerd, dat deze hulp meestal ontoereikend is, en .zoo zijn verachtende Iregéeringen er toe gekomen, wett.'n te ma ken, waarbij aan de arbeiders, zoo hun in het bedrijf een. ongeval overkomt, steun van regeeringswege wordt verzekerd. In Februari 1903 trad in ons land in werking de Ongevallenwet, en door die wet worden nu gebaat ./alle arbeiders, die in de industrie wetrken, arbeiders op fabrieken, metselaarsknechts, timmerlieden, arbeiders bij het spoor, enz. enz. Als die knechts nu in het bedrijf een ongeval krijgen, dan wordt hun gratis geneeskundige hulp verleend, en zoo zij niet kunnen .werken, dus ook niets kunnen verdienen, krijgen zij geldelijken steun. Komen zij to sterven tengevolge van het ongeval, dan krijgt de' nagelaten we duwe haar verdere leven (zoo lang zij niet hertrouwt) een pensioen, terwijl voor ieder kind ook een wekelijkscbe bijdrage wordt gegeven tot de kinderen 16 jaar zijn. Deze Ongevallenwet heeft in ha.ar bijna tienjarig bestaan, zeer voel ellende gelenigd onder de arbeiders cn dc 600,000 arbeiders in de industrie zijn dankbaar dat deze wot des tijds is ingevoerd. Toch deden de wetgevers, die deze wet tot .stand brachten, slechts voor een deel goed werk, want de 400,000 landarbeiders wer den uitgesloten. Die landarbeiders werden niet. uitgesloten, omdat in het landbouwbedrijf geen onge vallen geschieden, maar. men wilde nog een paar jaar wachten, om eerst de regeling aan den gang te krijgen, cn als dan alles liep, dan zonden de landarbeiders ook wor den opgenomèn in de wet. Tot heden is dat echter niet geschied. Wel heeft dr. Kuyper, toenmaals minister, 13 April 1905 een Ontwerp Landbouw-on- gevallen-verzekering ingediend, doch dit ont werp is nooit door de Tweede Kamer in behandeling genomen. De landarbeiders komen dus nu bijna al 10 jaar achter bij de arbeiders in de in dustrie. Deze onrechtvaardigheid begon den pa troons van de landarbeiders, den landbou wers, hoe langer hoe meer te grieven, want zij zagen de landbonw.ongcvallen om hen heen voorvallen, de knechts cn hun gezin- hen wien de ongevallen troffen, financieel achteruitgaan, zonder dat er iets werd ge daan. En toen hebben deze landbouwers een hoog zedelijk besluit genomen. Zij hebben gezegd, als de Regeer ing dan niet voort maakt met onze knecht» te helpen, dan zullen wij het zelf deen. Dat besluit is genomen in Juli 1909 te Utrecht. Er kwam nog iets bij. liet geld, waarvan de uitkeeringen aau de knechts in de industrie worden betaald, moet volgens de wet worden opgebracht door de patroons. Zoo betalen de. patroons in dc industrie jaarlijks ccnige millioenen guldens. Als de Regeering nu was gekomen met een Landbouwlongevallenwct, dan zouden de landbouwers enkele millioenen per jaar heb ben moeten opbrengen. Nu zou dit geen bezwaar 2ijn, als dit geld dan ook maar voor het overgreote deel aan dc ongelukkigen ten goede kwam. Doé li als het Rijk voor. de landbouw.ongevallcn.verzekering do administratie moest voeren, dan zou dit aan ambtenaren moeten worden opgedragen en dus duur worden. Het Rijk werkt nu eenmaal duur. De landbouwers wilden nu gaarne cen3 toonen, dat men de knechts afdoende kan helpen, volgens de voorschriften van het Rijk, cn tegelijk een eenvoudige cn goedkcopo administratie kan voeren. De knechts afdoende helpen en dan de verdere administratie, zoo eenvoudig moge- lijk, want ook de kosten van die administra tie komen bij een wettelijke regeling, voor tekening" van de patroons. Twee vliegen in cén klap; met den steun zij,a dan de knechts gebaat, en met de éénvou dige en goedkoopc administratie de landbou. wers. Laten wij in een volgend stukje nu eens zien, hoe de landbouwers in deze stre ken de knechts helpen. De „Nieuwe Rotterdam so h e C ourant" bespreekt het in December ingediende wetsontwerp „tot het verlee- nen van tegemoetkomingen aan onderwij zers bij het lager onderwijs", z g. den ki n- d e r b ij s 1 a g. Het blad brengt in herinnering, dat, na dat met een kinderbijslag voor het lager personeel van de posterijen was ingezet, een dergelijke regeling volgde voor cle veld wachters en weg- en kanaalbeambten, ter wijl dan de onderwijzers volgen. De aanleiding heeft men zegt het blad zeker te zoeken in cle stijging der prij zen en in een verhooging van den levens standaard en vindt het voor het algemeen begrip van den kinderbijslag kenschetsend, dat men er mede is aangevangen bij beamb ten met lage traktementen. En dan schrijft het blad verder o.a. Krijgt A. meer dan B. alleen op grond van het feit, dat hij gehuwd is of kinde ren heeft, dan moet dit etuitend zijn voor A. zelf en onbillijk jegens B.. terwijl de zenuw van het arbeidsleven verslapt. Het verslapt nl. den prikkel van het ma- terieele eigen belang en het beknibbelt ook op de eer, welke aan de praestatie als zoo danig wordt toegekend en welke in de be- Tooniug dier praestatie een zekere uitdruk king vindt. Stuitend, zeiden wij, voor den betrokkene zelf. Het kan dan ook'geen bevreemding wekken, dat deze bijslag o.a. reeds met de kleineerende benaming van „bedeeling" is veroordeeld. Onbillijk voor den niet-bevoor- deelden collega, waar het wetsvoorstel van minister Heemskerk er zelfs toe zal kunnen leiden, dat in bepaalde gevallen het salaris van een hulponderwijzer boven dat van het hoofd der school zal kunnen 6tijgen. Er zouden nog andere bezwaren opge worpen kunnen worden tegen dergelijke re gelingen. Wij willen alleen maar vermelden het niet denkbeeldige bezwaar, dat zij bij het vervullen van vacatures zouden kunnen blijken uadeelig te werken voor do vaders van de talrijke gezinnen zeiven, aangezien ook de Staat en andere openbare lichamen de belangen van den zuinigen huisvader niet uit het oog plegen te verliezen. Ook een geheel ander gezichtspunt kan hier nog terloops in het oog worden gevat, dat men deze .zeer actieve inmenging van de ge meenschap in het particuliere leven we] on derscheiden moet van de ontbinding of ver mindering van belastingheffing door Staat of gemeente in overeenkomstige gevallen, van den kinderaftrek nl. bij een verterings belasting en ook bij een naar draagkracht geheven inkomstenbelasting, waar een af trek voor noodzakelijk levensonderhoud door de wet wordt toegestaan. Op de vraag hoe over de toepassing van het beginsel in een salarisregeling van cle onderwijzers in het bijzonder te oordeeleu is, antwoordt bet blad: Indien men de belooning van dezen ar beid zoo eng wenscht te begrenzen, dat met de ruimere en waarlijk zeer hoogore be hoeften van den onderwijzer weinig of geen rekening wordt gehouden, incVen men een regeling ontwerpt, welke ingevoerd, bo vendien een doeltreffende verbetering zal tegenhouden, dan vreezen wij opnis i v voor ondermijning van de kracht van de.i rngge- graat onzer samenleving, welke doo* onderwijs ^ordt uitgemaakt. Dat is na de binnenleicling van het be ginsel van den kinderbijslag in enkel; loon- regoli igen, meer in het bijzonder bet ge vaar, dat van de zijde van het ontwerp - Heemskerk dreigt. Het zou ons dan ook niet verwonderen, indien deze kinderbijslag bij de behandeling van dat ontwerp den toet? van een nog sohprpere.critiek in het parlement, zal moeten doorstaan, als tot nog toe het geval geweest is. In een zeer uitvoerig betoog in het „H a n cl e 1 s b 1 a d" bespreekt mr. J. Loosjes (Doopsgezind predikant op Ame land) de voorstellen' der Grondwete-com- missie in zake artikel 171, aangaande de financieel© verhouding van den Staat ten opsichte van de verschillende kerkgenoot schappen, in verband ook met cle des betreffende brochure van dr. Kromsigt, d:e dit artikel beschrijft ais een kruidje roe r-me-niet", m. a. w. als iets, waaraan eigenlijk niemand durft raken, en dat daarom bij alle Grondwetsherzieningen, niettegenstaande verschillende bezwaren, toch steeds onveranderd is gebleven. Te genover het afwijkende voorstel der com missie, dab „gelijkmaking van cle fiuan- cieele positie voor alle Kerken" beoogt, wil dc. Kromsigt ten slotte wederom hand haring van het bestaancle artikel; hij is namelijk van meening, clat aan de \ecl.- Hervormde Kerk meer, toekomt dan aan andere. Dit laatste is ds. Loos5es met hem eens, maar op andero gronden. Met een historische toelichting van het ontstaan der verhoudingen tussehen Kerk en Staat in de Middeleeuwen, door de Hervorming zoo ingrijpend gewijzigd, en na het einde der Republiek wederom zoo een geheel nieuw karakter dragend, is de heer L. van meening, dat wel aan alle Kerkgenootschappen een jaarlijksche uit- keering moet gegeven worden, zich daar bij aansluitend aan do woorden van wijlen minister Van Bosse, „dat de Staat bij liun bestaan een groot, ja een allergrootst belang heeft", maar dat de Hervormde Iverk toch aanspraak mag maken op nog iets meer, niet omdat zij d e volkskerk zou zijn (in den zin zooals ds. Kromsigt bedoelt), want nog niet de helft (slechts 4b pCt.) der ingezetenen behooren tot die Kerk; maar als- vergoeding voor eertijds verkregen en haar later ontnomen histo rische rechten. Aan het slot van zijn betoog zegt dan de schrijver: Een en ander ia aanmerking genomen, zou art. 171 der Grondwet ongeveer aldus kunnen worden gewijzigd: /Volgens regelen, bij de wet te stellen, wordt aan alle bij de Regeering bekende Kerkgenootschappen, die minstens lOOO leden tellen, een jaarlijksche uitkeering toegelegd, onverminderd de rechten der Ned.-Herv. Kerk krachtens hetgeen zijl vóór 1815 heeft afgestaan of moeten af staan." In de wet zou dan o. a. de grootte der jaarlijks per 1000 leden uit te betalen som kunnen worden bepaald en tevens na hoe veel jaar verhooging of verlaging daar van naar aanleiding van vermeerdering of vermindering van ledental, zou moeten plaats vinden. Daarenboven op welke wijze bovenbedoelde rechten der Ned.- Herv. Iverk zouden erkend worden: door jaarlijksche toelage of uitkeering ineens. Het vaststellen vau die rechten zou sen nauwkeurig en uitgebreid historisch on derzoek noodig maken. Maar de archieven kunnen voldoende licht verspreiden; en, wil men een waarlijk bevredigende oplos sing vinden, dan moet men voor zulk een onderzoek ook niet terugschrikken. Daar bij zou natuurlijk tevens cle voor dezen tijd geldende waardebepaling der eer tijds afgestane of ontnomen goederen in jrekening gebracht moeten worden en moeilijkheden opleveren, maar voorlioh- ting.van deskundigen zou ook die bezwar ren uit den weg kunnen ruimen. Het Christelijk-sociale weekblad „D e B e u k e 1 a a r" schrijft over de Christe- lijk-Historische Unie en haar „verbond met het „Leugen-régime". De schr. acht heb niet twijfelachtig, dat, hoewel de beslissing nog moet vallen, de Unie de coalitie bij de stembus van 1913 wil voortzetten. Door de beslissing uit-te stellen tot na de concentratie hebben de heeren De Sar- vornin Lobman en De Visser, de leiders der Unie, die de ooalitie met alle kracht voorstaan, als vanzelf hun spel gewonnen. Het zij dan dat dit uitstel zonder opzet was. „Na toch dreigt het spookbeeld der con centratie. Verbreekt men de coalitie aan de Linkerzijde licht de zege. Daarbij kan een groep als cle Cbristelijk-Histori- sohen, clie zoo los samenhangt, die op de meeste punten van practisohe politiek in eigen kring tot geen beljjnclheid k.vam, wel uiterst moeilijk krachtig optreden in isole ment. Conservatief en Nederlandsch-Her- vormd ware clan min of meer cle stembus- erv, waarop zij aangewezen ware. Doch conservatief wil de Unie nu eenmaal r.iet heeten, trouwens col: sociaal-voortdtstre- venden behooren n^g tot haar kring, en bij uitstek Nccierlandsch-Hervormd kin en wil cle partij, wier leJt'er de beer Lobman, wier hoofdorgaan „De Nederlander", toch moeilijk wezen. Bij dat al vaart cle Unie nog wel heb veiligst onder cle ietwat onbe stemde coalitie-vlag, en ligt voor haar in isolement wel weinig heil. „Ware nu het besluit in zake de coalitie een half jaar eerder te nemen geweest, dan had alles anders gestaan. Had men toen tot coalitie-werbreking besloten, dan toch ware bet ook met de concentratie licht anders geloopen. Beklaagt Prof. Van der Vlugb zich in zijn afscheidswoord in „Onze Eeuw" niet uitdrukkelijk, dab de Christelijk-Hist-orischen zich zoo weinig tot toenadering tot cle Vrij-Liberalejg/ bereid toonden." „Hebben nu de voorstanders vafrdë coa litie in cle Unie liet pleit in hun eigen kring gewonnen, daarmede was tegelijk aan dr. Kuyper de zege geschonken, daardoor was. het aan de antirevolutionnaiiren om de voorwaarden van het verbond op te stellen. Aan den vader en de aanhangers dus van het- stelsel, clat door den lieer Biohon van IJsselmohde het regime is genoemd, „dat een deel der natie verleugent", door den- zelfden heer Bichon, wiens redevoering door „D e Nede rlander" als „eenvoudige en oprechte taal" is geroemd." En „De Beukelaar" besluit: „Samen achter cle Kruisbanier, samen ten strijde voor heb Christelijk beginsel, met-den geestelijken doodsvijand z''o im mers werd in „De Nederlander" Rome ge- lieeten en met de mannen der politieke verleugening. Kan het clan anders, of men moet op zijn tellen passen eu zorgeu zooTeel mogelijk voordeel voor eigen zaak te kie nen boeken. En dat niet uit succes-zucht Doch immers uit eisoh van het hoogste Staatsbelang. „Het veelkleurig coalibieleger trekt wak ker op, heilig zijn cle leuzen. Voor of tegen Christus, zoo heet men den strijd. „En de volksverleugening duurt voort." In het „T ij d s c li r i f t voor Vee- ar t s e n ij k ii n cl e" schrijft M. v. cl. Vliet over eenig© gevallen van (vermoede lijk) acute le kzucht b ij koeien. Van cle door hem waargenomen en be handelde gevallen geeft hij een nadere be schrijving, omclat in geen zijner oude en nieuwere handboeken en evenmin in cle hem ten dienste 6taande tijdschriften een enkele mededeeling betreffende deze ziek te te vinden is, en omclat hem was geble ken, dab zij niet vau algemeene bekend heid is ender cle veeartsen. Hij schrijft o. m. „De oorzaak van deze ziekte moet zon der twijfel worden toegeschreven aan overvloedig© voeding met bladeren en af gesneden koppen van suikerbieten, some ook van versche pulp, gepaard gaande volgens mijn meening met een individue.e- le gevoeligheid. Het is hier (Kruiningen) algemeen de gewoonte, dat in het najaar, wanneer met clen oogst der suikerbieten een aan vang is gemaakt, de koeien z.g.n. op cle peeblaren en -koppen worden gejaagd, welke men op het land laat liggen, waar zij dan den ganschen clag met graagte den afval opeten. Worden de dieren om een of andere reden op den etal gehouden, dan worden de bladeren en koppen daarheen gebracht en in groote hoeveelheden gevoerd. Aangezien nu cle ziekte alleen in dezen tijd en bij deze voeding wordt waargeno men, ligt het voor de haucl, de hierboven aangegeven oorzaak voor juist te houden, terwijl het zéér sporadisch karakter der ziekte pleit voor de meening, clat een in- diviclueele gevoeligheid tevens aanwezig moet zijn." Sclir. genas cle koeien door toediening van keukenzout een paar handenvol in den mond. En hij stelt nu de vraag: „Heeft men hier nu te doen met een werkelijk gebrek aan keukenzout in het organisme, of is het een bepaalde vorm van vergiftiging, waartegen heb keuken zout een onfeilbaar antidotum blijkt te zijn?" Waarop dan zijn antwoord luidt: „Voor het laatste lidee is, volgens mijn meening, veel te zeggen, omdat de heftige verschijnselen zoo hoogst acuut zonder prodromi optreden en weer even spoedig verdwijnen zoodra keukenzout is toege diend." Uit Oegsfgeest. Onze oorrespondent schrijft: In het „Leidsoh Dagblad" van jongst leden Zaterdag vroeg- iemand naar den tijd, waarop de sloot langs de Groenesteeg, alhier, zou worden gedempt. De redactie wist daarop uit clen aard der zaak zoo da delijk niet veel te antwoorden,, evenmin als over den minderwaardigen toestand, waarin de bruggetjes aldaar zieh berinden. Hierop lettende, zijn wij op onderzoek uit gegaan en vernamen een en ander, dat wij hier meedeelen. Twee van de drie bruggetjes zijn parti cmlier eigendom, zooclat heb gemeentebe stuur daarover geen zeggen ceft. Wij heb ben al maanden lang onszelven afgevraagd, hoe cle eigenaar der panden, waartoe dié bruggetjes toegang verleenen, zijn huurders zoo aan eventueel© ongelukken heeft hun nen blootstellen, want werkelijk, er dreigt daar gevaar. Ofc zij, die deze huizen bewo nen, bij han huisheer al eens op de Turk- sche trom geslagen Lebben, ten einde ver betering te verkrijgen, is ons niet bekend, Maar zoo niet, dan wordt het daarvoor tijd. Zeker, wanneer de toestand daar nog mocht verslechteren, dan zou het gemeen tebestuur ten laatste wel.moeten ingrijpen, docli dat is tot nu toe niet geschied, mis schien wel, omdat cle demping der sloot; aanstaande wordt geacht, waardoor die bruggen vanzelf zouden vervallen. Het clerde bruggetje ligt in cle Groene steeg over cle Pastoorswatering, en is se dert korten tijd eigendom der burgerlijke gemeente. Die brug is in betere conditie dan de beide andere. Er ontbreekt slechts een leuning aan, doch de vloer is in goe den staat. Daarover kan nog wel een regi ment cavalerie passeeren, ook al was clifc gebracht op oorlogssterkte. Waarom clan die leuning niet wordt hersteld Stellig ook,, omdat wordt verwacht, dat demping der sloot binnen afzienbaren tijd zal geschie den, als wanneer ook verbetering dier brug aan de orde komt. .Bij het gemeentebestuur bestaat al lang do goede 'wil, oui aan den onooglijkeu toestand (laar ter plaatse een einde te maken. Even wel, de gemeente heeft daar niet alléén belang bij, de aangelanden wel degelijk ook. En daarom; wordt verlangd, dat de eigena ren der panden langs liet .bewuste slootje zullen medewerken door financieelen steun als anderszins. Verleden jaar bleek daar wei nig kans op to zijn, maar thans schijnt op d© begeerde medewerking te iiiog.ui worden gerekend. Zoo werd oils medegedeeld, dat één dor voornaamste belanghebbenden zijn verzet tegen het plan had opgegevenen nu voorstander geworden was. In die omstan digheden lijkt het- ons niet onmogelijk, dab den Raad weldra plannen tot demping wor den voorgelegd. t Zou een prachtige verbetering z'ijn» waar' maar één jammer aan verbonden is. Er slaat langs die sloot oen rij vrij mooie hoornen. Die zou, zoo het werk wordt uitgevoerd,- moeten verdwijnen, en dat is te betreuren. Boonien heeft men zoo spoedig niet terug, daar gaat een halve mcnschcnleeft'ijil mee hoenDoch voor het meerdere moet héb mindere wijken. Onder degenen, die demping mede zeer op prijs zoudeu stellen, kan men gerust de wielrijders rekenen. Ihtmers, het ^pad langs de sloot mag niet bereden worden. Velen zondigen tegen dat gebod, en beloopen daardoor een procos.verba al, waarop steeds! veroordeel ing volgt. Maar bovenal uit ecu sanitair oogpunt is het wenschclijk, dat er verandering komt. Laat ons dam hopen, da t wij daar spoedig zien een breade straat, vol licht en lucht,' in stede vau één smal pad, waarlangs vuil water.stilstaat 1 Stoomschepen. V ertrokken: B i 11 i t o *i, thuisreis, 21 Jan. v. Pevini; Wa e h eren, uiirris, 21 Jan. van MaHa; Koning Willem I, uitreis, 22 Jan. van Suez; Prins Willem III 22 Jan. van Paramaribo naar Amsterdam M e a a d o, 22 Jan. v. Padang naar Rot terdam; Bancloeng, uitreis, 23 Jan. v. Suez; D J e b r e s, thuisreis, 23 Jan. van. Gibraltar; Tarn bora, thuisreis, 22 Jan. van Colombo; Lord Sefton, van Rot terdam n. New-Orleans, 22 Jan. v. Tampico; A ms te 11 and, uitreis, 22 Jan. vau Ba- hia; F ris ia, thuisreis, 22 Jan. van Rio Janeiro; At reus, van Japan en Singa pore naar Amsterdam, 21 Jan. v. Port- SaidDuisburg, v. Java- n. Amsterdam 21 Jan. v. Badagara Ru f i d j i, thuisreis, 20 J an. v. Port ElisabethW i n d h u k, n. O.-Afrika, 22 Jan. v. Swakopmund; X i a s, uitreis, 23 Jan. v. Genua; Demo- cl o c us, v. Japan en Penang n. Amsb., 23 Jan. v. Colombo; T a b a na,Ti, uitreis, 23 Jan. v. Marseille; Lint zo wv. Japan en Singapore naar Amsb., 22 Jan. van Ge nua. Gepasseerd: B a n d a, uitreis, 22 Jan Ouessant; Pak Li mg, v. Amst n. Java, 21 Jan. Perim; Vondel, uitreis, 22 Jau. Oues- fiant; Z e el a 11 cl i a, uitreis, 22 Jan. Fer nando Noronha; Elmshorn, v. Java n. Amst., 23 Jan. Malta; P r i n z-lt e- gent, uitreis, 20 Jan. Teneiiffe; Admi ral, v. O.-Afrika, 23 Jan. Perim; O p h i r, thuisreis, 23 Jan. Kaap del ArmL en wordt Zaterdag te Marseille verwacht P y r r h u s, v. Ja\a n. Amst., 23 Jan. Prawlepoint; K a r i m a t a, thuisreis, 23 Jan. Perim. Gearriveerd: Re mbrand t, 22 Jan. v. Amst. te Sabang; Dar dan us, v. Amst. n. Java, 20 Jan. te Leithllh enan ia, n. O. Afrika, 20 Jan. te Marseille; H a ra m, v. Java n. Amst,, 21 Jan. te Marseille; Ambon, 22 Jan. v. Amst. te Batavia; Offenbach, v. Java n. Amst., 21 Jan. te Marseille; Lombok, 23 Jan. v. Amst. te Padang; Arakan, 22 Jan. v Rotterd. te Batavia; W i e ri n g e n, uitreis, 22 Jan. te Port-Said N o o r- d a m, 2-2 Jan. v. Rotterd. te New-York; K h al i f, thuisreis, 20 Jan. te Majunga General, n. O.-Afrika, 23 Jan. to Aden; T e r n a t e, 23 Jan. v. Java t© Rotterd.: G r o t i u s, thuisreis, 23 Janis te Lissabon; O s w a 1 d, uitreis, 22 Jan. te Durban.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5