No. 16233.
LSIBSCH DA&BïiAB, Saterdag1 25 Januari. Eerste Blad.
Anno 1913.
Land- en Tuinbouw-
Ongevallen.
PERSOVERZICHT.
i.
[Wij wenschen. in een viertal artikelen een
beschouwing te houden over Land. en Tuin-
[bouw-OngovallenveTzekering.
Kortheidshalve spreken wij alleen over
L'andbouw.Ongevallen, doch wat voor den
landbouw geldt is ook' van toepassing op
'den tuinbouw.
Waar landbouw staat goliovo men dus te
lezen land. en tuinbouw, en waar er merke
lijke verschillen bestaan zullen die duidelijk
gorden opgegeven.
Het .is nog niet zoo lang geleden, dat
Irncn hier en daar kon hooren en lezen,
dat er in den land. en tuinbouw geen on
gevallen gebeurden. Maar ieder, dia in het
bedrijf meewerkt, weet thans wel beter.
In: elk dorp leent men personen, landbou
wers en knechts, die met paarden op hol
Jf'ijn geslagen; de een kwam er wel beter
'af dan de ander, maar verscheidene werden,
gedood en andere zoodanig gewond cn ver
minkt, dat zij hun werk niet goed meer
konden .doen cn dus wat de verdienste be-
(fcreft, achterop raakten.
Ja, die paarden hebben wat op hun ge
weten. Menigeen kreeg oen trap tegen do
borst-, buik of in hot gelaat eu herstelde
nooit volkomen.
Ook hebben veel ongevallen plaats door
bet vallen van de knechts van lodders, van
zolders, van wagens en het struikelen of
iuitglijden.
Wio van een zolder valt en dat kan
gemakkelijk in de stallen, die zuinig ver
licht z'ijn is meestal een kind des doods
en zoo hij niet sterft, Ss hij gewoonlijk arm
het hoofd en de borst zóó gewond, dat b'ij
tnooit weer de oude wordt. En er vallen
er veel van de donkere zolders, doordat de
ladders niet stevig staan, de pla-nken van
Iden zoldervloer los liggen, de luiken open
staan of de zoldergaten niet voorzien zijn
,van een leuning.
In den hooibouw lezen wij herhaaldelijk,
'dat knechts bij liet opsteken, wegrijden of
afsteken van een voer hooi hun evenwicht
.verliezen en van den wagen vallei^ De hooi
bouw kost altijd aan enkele landbouwers
fcn knech'ls het leven.
Dgot uitglijden gaan er velen te water.
.Vooral als de stoepen waaraan geboend of
geschrobd wordt, aan diep water gelegen
zijn, hebben dikwijls gevallen van verdrinken
jdaats. Knechts en dienstboden, die in de
donkere najaarsochtenden in het lancl gaan
Jmelken en zich moeten vervoeren per schouw
of over vlonders moeten loopen, hebben kans
'daarbij een ongeval te krijgen en te water
té raken.
Wij zouden voort kunnen gaan met ver-
molding van de oorzaken waardoor wij land.
bouw-ongevallen in onze omgeving zien
plaats hebben, maar dan zou ons artikeltje
t« lang worden. Genoeg zij liet te ver
melden (de verschillende landbouwiongeval-
lê'a zijn in do laatste jaren opgeteld) dat
jaarlijks meer dan honderd personen in den
landbouw werkzaam, worden gedood bij en
door ongevallen, die lien in het bedrijf over-
komen.
Ieder jaar, een honderd dooden!
Dat is verschrikkelijk, niet waar?
Zeker, niet op ieder dorp vallen icdeH
jaar dooden, maai*, zoo door elkaar krijgt
ieder dorp toch' van tijd tot tijd zijn beurt.
In Friesland werden dezen zomer op één
dag twee knechts, die bij denzelfden landbou
wer werktea door heb hemelvuur gedood.
Gezwegen nu van de dooden. worden véle
knechts zoodanig gewond, dat zij hun werk
voortaan niet meer of slechts Voor een deol
kunnen doen: die worden dan levenslang
invalide en dan begint voor hen de lijdens
weg, omdat er weinig of geen Verdiensten
zijn.
Het aantal van deze invaliden is lang
niet gering en op ieder dorp kan men zo
u aanwijzen, die tengevolge van een land-
bouwongeval lichamelijk gebroken zijn en
nu door het leven liccns-charrclen.
Naast deze zeer ernstige slaan er nog
veel meer la ndbouwon ge vallen, die geluk
kig niet zulke ernstige gevolgen hebben.
Maar al zijn hun gevolgen minder ernstig,
hun aantal is des to grooter. Het aantal
ongevallen, waarvan de gevolgen enkele we
ken, vaak eeniige maanden, duurden, loopt
in de duizenden.
En geen wonder. Het aantal landarbei
ders bedraagt ongeveer een 400,000. Met
dit cijfer voor oogen kunnen wij ons best'
voorstellen, dat onkelen duizenden hiervan
jaarlijks liet een of ander in het bedrijf
overkomt.
[Wij kunnen dus gerust zeggen: Het land
bouwbedrijf is zeer gevaarlijk en wie zegt,
dat het met de ongevallen in den land
bouw miet zoo erg is, kent het bedrijf niet.
Zijn de ongevallen reeds van veel bet©>
ken is om het lichamelijk en vaak ook gees
telijk lijden, dat zij aan de getroffenen ver
oorzaken, niet minder ernstig zijn de fi-
nancieelo gevolgen voor de getroffenen en
hun gezinnen.
Door zoo'n ongeval houden dadelijk of
zoo goed als dadelijk de verdiensten op,
en dan. begint de ia|?rmoedc voor de gezin
nen van de arbeiders. Treedt ten plotte!
herstel in, dan komt er ook wel weer een;
tiju van verdienen, en kan er soms een
beetje worden ingehaald, maar gewoonlijk
laat zoo'n gedwongen werkeloosheid zich
zeer langen t ijd nog daarna gevoelen.
Een arbeidersgezin, dat financieel achterop
U, komt niet spoedig weer bij.
Erger wordt het nog als de landarbeider
komt to sterven of' levenslang invalid©
blijft: dan zit het gezin letterlijk aan den
grond, want de kostwinner is weg.
Zeker, dan komt de liefdadigheid van
de mede.menschen ie. hulp, de armbesturen
springen ook bij, maar de geregelde verdien
sten zijn verdwenen, en zoo'n gezin moet
aan drijven op do hulp van anderen.
De ervajing zoowel in den landbouw
als in de industrie heeft in het binnen-
en buitenland geloerd, dat deze hulp meestal
ontoereikend is, en .zoo zijn verachtende
Iregéeringen er toe gekomen, wett.'n te ma
ken, waarbij aan de arbeiders, zoo hun in
het bedrijf een. ongeval overkomt, steun
van regeeringswege wordt verzekerd.
In Februari 1903 trad in ons land in
werking de Ongevallenwet, en door die wet
worden nu gebaat ./alle arbeiders, die in
de industrie wetrken, arbeiders op fabrieken,
metselaarsknechts, timmerlieden, arbeiders
bij het spoor, enz. enz. Als die knechts nu
in het bedrijf een ongeval krijgen, dan wordt
hun gratis geneeskundige hulp verleend, en
zoo zij niet kunnen .werken, dus ook niets
kunnen verdienen, krijgen zij geldelijken
steun. Komen zij to sterven tengevolge van
het ongeval, dan krijgt de' nagelaten we
duwe haar verdere leven (zoo lang zij niet
hertrouwt) een pensioen, terwijl voor ieder
kind ook een wekelijkscbe bijdrage wordt
gegeven tot de kinderen 16 jaar zijn. Deze
Ongevallenwet heeft in ha.ar bijna tienjarig
bestaan, zeer voel ellende gelenigd onder
de arbeiders cn dc 600,000 arbeiders in de
industrie zijn dankbaar dat deze wot des
tijds is ingevoerd.
Toch deden de wetgevers, die deze wet tot
.stand brachten, slechts voor een deel goed
werk, want de 400,000 landarbeiders wer
den uitgesloten.
Die landarbeiders werden niet. uitgesloten,
omdat in het landbouwbedrijf geen onge
vallen geschieden, maar. men wilde nog een
paar jaar wachten, om eerst de regeling
aan den gang te krijgen, cn als dan alles
liep, dan zonden de landarbeiders ook wor
den opgenomèn in de wet. Tot heden is dat
echter niet geschied.
Wel heeft dr. Kuyper, toenmaals minister,
13 April 1905 een Ontwerp Landbouw-on-
gevallen-verzekering ingediend, doch dit ont
werp is nooit door de Tweede Kamer in
behandeling genomen.
De landarbeiders komen dus nu bijna al
10 jaar achter bij de arbeiders in de in
dustrie.
Deze onrechtvaardigheid begon den pa
troons van de landarbeiders, den landbou
wers, hoe langer hoe meer te grieven, want
zij zagen de landbonw.ongcvallen om hen
heen voorvallen, de knechts cn hun gezin-
hen wien de ongevallen troffen, financieel
achteruitgaan, zonder dat er iets werd ge
daan.
En toen hebben deze landbouwers een
hoog zedelijk besluit genomen. Zij hebben
gezegd, als de Regeer ing dan niet voort
maakt met onze knecht» te helpen, dan
zullen wij het zelf deen.
Dat besluit is genomen in Juli 1909 te
Utrecht. Er kwam nog iets bij.
liet geld, waarvan de uitkeeringen aau
de knechts in de industrie worden betaald,
moet volgens de wet worden opgebracht door
de patroons. Zoo betalen de. patroons in dc
industrie jaarlijks ccnige millioenen guldens.
Als de Regeering nu was gekomen met een
Landbouwlongevallenwct, dan zouden de
landbouwers enkele millioenen per jaar heb
ben moeten opbrengen. Nu zou dit geen
bezwaar 2ijn, als dit geld dan ook maar
voor het overgreote deel aan dc ongelukkigen
ten goede kwam. Doé li als het Rijk voor.
de landbouw.ongevallcn.verzekering do
administratie moest voeren, dan zou dit
aan ambtenaren moeten worden opgedragen
en dus duur worden.
Het Rijk werkt nu eenmaal duur.
De landbouwers wilden nu gaarne cen3
toonen, dat men de knechts afdoende kan
helpen, volgens de voorschriften van het
Rijk, cn tegelijk een eenvoudige cn goedkcopo
administratie kan voeren.
De knechts afdoende helpen en dan de
verdere administratie, zoo eenvoudig moge-
lijk, want ook de kosten van die administra
tie komen bij een wettelijke regeling, voor
tekening" van de patroons.
Twee vliegen in cén klap; met den steun
zij,a dan de knechts gebaat, en met de éénvou
dige en goedkoopc administratie de landbou.
wers. Laten wij in een volgend stukje nu
eens zien, hoe de landbouwers in deze stre
ken de knechts helpen.
De „Nieuwe Rotterdam so h e
C ourant" bespreekt het in December
ingediende wetsontwerp „tot het verlee-
nen van tegemoetkomingen aan onderwij
zers bij het lager onderwijs", z g. den ki n-
d e r b ij s 1 a g.
Het blad brengt in herinnering, dat, na
dat met een kinderbijslag voor het lager
personeel van de posterijen was ingezet, een
dergelijke regeling volgde voor cle veld
wachters en weg- en kanaalbeambten, ter
wijl dan de onderwijzers volgen.
De aanleiding heeft men zegt het blad
zeker te zoeken in cle stijging der prij
zen en in een verhooging van den levens
standaard en vindt het voor het algemeen
begrip van den kinderbijslag kenschetsend,
dat men er mede is aangevangen bij beamb
ten met lage traktementen.
En dan schrijft het blad verder o.a.
Krijgt A. meer dan B. alleen op grond
van het feit, dat hij gehuwd is of kinde
ren heeft, dan moet dit etuitend zijn voor
A. zelf en onbillijk jegens B.. terwijl de
zenuw van het arbeidsleven verslapt.
Het verslapt nl. den prikkel van het ma-
terieele eigen belang en het beknibbelt ook
op de eer, welke aan de praestatie als zoo
danig wordt toegekend en welke in de be-
Tooniug dier praestatie een zekere uitdruk
king vindt.
Stuitend, zeiden wij, voor den betrokkene
zelf. Het kan dan ook'geen bevreemding
wekken, dat deze bijslag o.a. reeds met de
kleineerende benaming van „bedeeling" is
veroordeeld. Onbillijk voor den niet-bevoor-
deelden collega, waar het wetsvoorstel van
minister Heemskerk er zelfs toe zal kunnen
leiden, dat in bepaalde gevallen het salaris
van een hulponderwijzer boven dat van het
hoofd der school zal kunnen 6tijgen.
Er zouden nog andere bezwaren opge
worpen kunnen worden tegen dergelijke re
gelingen. Wij willen alleen maar vermelden
het niet denkbeeldige bezwaar, dat zij bij
het vervullen van vacatures zouden kunnen
blijken uadeelig te werken voor do vaders
van de talrijke gezinnen zeiven, aangezien
ook de Staat en andere openbare lichamen
de belangen van den zuinigen huisvader niet
uit het oog plegen te verliezen. Ook een
geheel ander gezichtspunt kan hier nog
terloops in het oog worden gevat, dat men
deze .zeer actieve inmenging van de ge
meenschap in het particuliere leven we] on
derscheiden moet van de ontbinding of ver
mindering van belastingheffing door Staat
of gemeente in overeenkomstige gevallen,
van den kinderaftrek nl. bij een verterings
belasting en ook bij een naar draagkracht
geheven inkomstenbelasting, waar een af
trek voor noodzakelijk levensonderhoud door
de wet wordt toegestaan.
Op de vraag hoe over de toepassing van
het beginsel in een salarisregeling van cle
onderwijzers in het bijzonder te oordeeleu
is, antwoordt bet blad:
Indien men de belooning van dezen ar
beid zoo eng wenscht te begrenzen, dat met
de ruimere en waarlijk zeer hoogore be
hoeften van den onderwijzer weinig of geen
rekening wordt gehouden, incVen men
een regeling ontwerpt, welke ingevoerd, bo
vendien een doeltreffende verbetering zal
tegenhouden, dan vreezen wij opnis i v voor
ondermijning van de kracht van de.i rngge-
graat onzer samenleving, welke doo*
onderwijs ^ordt uitgemaakt.
Dat is na de binnenleicling van het be
ginsel van den kinderbijslag in enkel; loon-
regoli igen, meer in het bijzonder bet ge
vaar, dat van de zijde van het ontwerp -
Heemskerk dreigt. Het zou ons dan ook
niet verwonderen, indien deze kinderbijslag
bij de behandeling van dat ontwerp
den toet? van een nog sohprpere.critiek in
het parlement, zal moeten doorstaan, als
tot nog toe het geval geweest is.
In een zeer uitvoerig betoog in het
„H a n cl e 1 s b 1 a d" bespreekt mr. J.
Loosjes (Doopsgezind predikant op Ame
land) de voorstellen' der Grondwete-com-
missie in zake artikel 171, aangaande de
financieel© verhouding van
den Staat ten opsichte van de
verschillende kerkgenoot
schappen, in verband ook met cle des
betreffende brochure van dr. Kromsigt,
d:e dit artikel beschrijft ais een kruidje
roe r-me-niet", m. a. w. als iets, waaraan
eigenlijk niemand durft raken, en dat
daarom bij alle Grondwetsherzieningen,
niettegenstaande verschillende bezwaren,
toch steeds onveranderd is gebleven. Te
genover het afwijkende voorstel der com
missie, dab „gelijkmaking van cle fiuan-
cieele positie voor alle Kerken" beoogt,
wil dc. Kromsigt ten slotte wederom hand
haring van het bestaancle artikel; hij is
namelijk van meening, clat aan de \ecl.-
Hervormde Kerk meer, toekomt dan aan
andere.
Dit laatste is ds. Loos5es met hem eens,
maar op andero gronden.
Met een historische toelichting van het
ontstaan der verhoudingen tussehen Kerk
en Staat in de Middeleeuwen, door de
Hervorming zoo ingrijpend gewijzigd, en
na het einde der Republiek wederom zoo
een geheel nieuw karakter dragend, is de
heer L. van meening, dat wel aan alle
Kerkgenootschappen een jaarlijksche uit-
keering moet gegeven worden, zich daar
bij aansluitend aan do woorden van wijlen
minister Van Bosse, „dat de Staat bij
liun bestaan een groot, ja een allergrootst
belang heeft", maar dat de Hervormde
Iverk toch aanspraak mag maken op nog
iets meer, niet omdat zij d e volkskerk
zou zijn (in den zin zooals ds. Kromsigt
bedoelt), want nog niet de helft (slechts
4b pCt.) der ingezetenen behooren tot die
Kerk; maar als- vergoeding voor eertijds
verkregen en haar later ontnomen histo
rische rechten.
Aan het slot van zijn betoog zegt dan
de schrijver:
Een en ander ia aanmerking genomen,
zou art. 171 der Grondwet ongeveer aldus
kunnen worden gewijzigd:
/Volgens regelen, bij de wet te stellen,
wordt aan alle bij de Regeering bekende
Kerkgenootschappen, die minstens lOOO
leden tellen, een jaarlijksche uitkeering
toegelegd, onverminderd de rechten der
Ned.-Herv. Kerk krachtens hetgeen zijl
vóór 1815 heeft afgestaan of moeten af
staan."
In de wet zou dan o. a. de grootte der
jaarlijks per 1000 leden uit te betalen som
kunnen worden bepaald en tevens na hoe
veel jaar verhooging of verlaging daar
van naar aanleiding van vermeerdering of
vermindering van ledental, zou moeten
plaats vinden. Daarenboven op welke
wijze bovenbedoelde rechten der Ned.-
Herv. Iverk zouden erkend worden: door
jaarlijksche toelage of uitkeering ineens.
Het vaststellen vau die rechten zou sen
nauwkeurig en uitgebreid historisch on
derzoek noodig maken. Maar de archieven
kunnen voldoende licht verspreiden; en,
wil men een waarlijk bevredigende oplos
sing vinden, dan moet men voor zulk een
onderzoek ook niet terugschrikken. Daar
bij zou natuurlijk tevens cle voor dezen
tijd geldende waardebepaling der eer
tijds afgestane of ontnomen goederen in
jrekening gebracht moeten worden en
moeilijkheden opleveren, maar voorlioh-
ting.van deskundigen zou ook die bezwar
ren uit den weg kunnen ruimen.
Het Christelijk-sociale weekblad „D e
B e u k e 1 a a r" schrijft over de Christe-
lijk-Historische Unie en haar „verbond met
het „Leugen-régime". De schr. acht heb
niet twijfelachtig, dat, hoewel de beslissing
nog moet vallen, de Unie de coalitie bij
de stembus van 1913 wil voortzetten.
Door de beslissing uit-te stellen tot na
de concentratie hebben de heeren De Sar-
vornin Lobman en De Visser, de leiders
der Unie, die de ooalitie met alle kracht
voorstaan, als vanzelf hun spel gewonnen.
Het zij dan dat dit uitstel zonder opzet
was.
„Na toch dreigt het spookbeeld der con
centratie. Verbreekt men de coalitie
aan de Linkerzijde licht de zege. Daarbij
kan een groep als cle Cbristelijk-Histori-
sohen, clie zoo los samenhangt, die op de
meeste punten van practisohe politiek in
eigen kring tot geen beljjnclheid k.vam, wel
uiterst moeilijk krachtig optreden in isole
ment. Conservatief en Nederlandsch-Her-
vormd ware clan min of meer cle stembus-
erv, waarop zij aangewezen ware. Doch
conservatief wil de Unie nu eenmaal r.iet
heeten, trouwens col: sociaal-voortdtstre-
venden behooren n^g tot haar kring, en bij
uitstek Nccierlandsch-Hervormd kin en wil
cle partij, wier leJt'er de beer Lobman,
wier hoofdorgaan „De Nederlander", toch
moeilijk wezen. Bij dat al vaart cle Unie
nog wel heb veiligst onder cle ietwat onbe
stemde coalitie-vlag, en ligt voor haar in
isolement wel weinig heil.
„Ware nu het besluit in zake de coalitie
een half jaar eerder te nemen geweest,
dan had alles anders gestaan. Had men
toen tot coalitie-werbreking besloten, dan
toch ware bet ook met de concentratie
licht anders geloopen. Beklaagt Prof. Van
der Vlugb zich in zijn afscheidswoord in
„Onze Eeuw" niet uitdrukkelijk, dab de
Christelijk-Hist-orischen zich zoo weinig tot
toenadering tot cle Vrij-Liberalejg/ bereid
toonden."
„Hebben nu de voorstanders vafrdë coa
litie in cle Unie liet pleit in hun eigen
kring gewonnen, daarmede was tegelijk aan
dr. Kuyper de zege geschonken, daardoor
was. het aan de antirevolutionnaiiren om de
voorwaarden van het verbond op te stellen.
Aan den vader en de aanhangers dus van
het- stelsel, clat door den lieer Biohon van
IJsselmohde het regime is genoemd, „dat
een deel der natie verleugent", door den-
zelfden heer Bichon, wiens redevoering door
„D e Nede rlander" als „eenvoudige en
oprechte taal" is geroemd."
En „De Beukelaar" besluit:
„Samen achter cle Kruisbanier, samen
ten strijde voor heb Christelijk beginsel,
met-den geestelijken doodsvijand z''o im
mers werd in „De Nederlander" Rome ge-
lieeten en met de mannen der politieke
verleugening. Kan het clan anders, of men
moet op zijn tellen passen eu zorgeu zooTeel
mogelijk voordeel voor eigen zaak te kie
nen boeken. En dat niet uit succes-zucht
Doch immers uit eisoh van het hoogste
Staatsbelang.
„Het veelkleurig coalibieleger trekt wak
ker op, heilig zijn cle leuzen. Voor of tegen
Christus, zoo heet men den strijd.
„En de volksverleugening duurt voort."
In het „T ij d s c li r i f t voor Vee-
ar t s e n ij k ii n cl e" schrijft M. v. cl.
Vliet over eenig© gevallen van (vermoede
lijk) acute le kzucht b ij koeien.
Van cle door hem waargenomen en be
handelde gevallen geeft hij een nadere be
schrijving, omclat in geen zijner oude en
nieuwere handboeken en evenmin in cle
hem ten dienste 6taande tijdschriften een
enkele mededeeling betreffende deze ziek
te te vinden is, en omclat hem was geble
ken, dab zij niet vau algemeene bekend
heid is ender cle veeartsen.
Hij schrijft o. m.
„De oorzaak van deze ziekte moet zon
der twijfel worden toegeschreven aan
overvloedig© voeding met bladeren en af
gesneden koppen van suikerbieten, some
ook van versche pulp, gepaard gaande
volgens mijn meening met een individue.e-
le gevoeligheid.
Het is hier (Kruiningen) algemeen de
gewoonte, dat in het najaar, wanneer
met clen oogst der suikerbieten een aan
vang is gemaakt, de koeien z.g.n. op cle
peeblaren en -koppen worden gejaagd,
welke men op het land laat liggen, waar
zij dan den ganschen clag met graagte den
afval opeten.
Worden de dieren om een of andere
reden op den etal gehouden, dan worden
de bladeren en koppen daarheen gebracht
en in groote hoeveelheden gevoerd.
Aangezien nu cle ziekte alleen in dezen
tijd en bij deze voeding wordt waargeno
men, ligt het voor de haucl, de hierboven
aangegeven oorzaak voor juist te houden,
terwijl het zéér sporadisch karakter der
ziekte pleit voor de meening, clat een in-
diviclueele gevoeligheid tevens aanwezig
moet zijn."
Sclir. genas cle koeien door toediening
van keukenzout een paar handenvol
in den mond. En hij stelt nu de vraag:
„Heeft men hier nu te doen met een
werkelijk gebrek aan keukenzout in het
organisme, of is het een bepaalde vorm
van vergiftiging, waartegen heb keuken
zout een onfeilbaar antidotum blijkt te
zijn?"
Waarop dan zijn antwoord luidt:
„Voor het laatste lidee is, volgens mijn
meening, veel te zeggen, omdat de heftige
verschijnselen zoo hoogst acuut zonder
prodromi optreden en weer even spoedig
verdwijnen zoodra keukenzout is toege
diend."
Uit Oegsfgeest.
Onze oorrespondent schrijft:
In het „Leidsoh Dagblad" van jongst
leden Zaterdag vroeg- iemand naar den
tijd, waarop de sloot langs de Groenesteeg,
alhier, zou worden gedempt. De redactie
wist daarop uit clen aard der zaak zoo da
delijk niet veel te antwoorden,, evenmin
als over den minderwaardigen toestand,
waarin de bruggetjes aldaar zieh berinden.
Hierop lettende, zijn wij op onderzoek uit
gegaan en vernamen een en ander, dat wij
hier meedeelen.
Twee van de drie bruggetjes zijn parti
cmlier eigendom, zooclat heb gemeentebe
stuur daarover geen zeggen ceft. Wij heb
ben al maanden lang onszelven afgevraagd,
hoe cle eigenaar der panden, waartoe dié
bruggetjes toegang verleenen, zijn huurders
zoo aan eventueel© ongelukken heeft hun
nen blootstellen, want werkelijk, er dreigt
daar gevaar. Ofc zij, die deze huizen bewo
nen, bij han huisheer al eens op de Turk-
sche trom geslagen Lebben, ten einde ver
betering te verkrijgen, is ons niet bekend,
Maar zoo niet, dan wordt het daarvoor
tijd.
Zeker, wanneer de toestand daar nog
mocht verslechteren, dan zou het gemeen
tebestuur ten laatste wel.moeten ingrijpen,
docli dat is tot nu toe niet geschied, mis
schien wel, omdat cle demping der sloot;
aanstaande wordt geacht, waardoor die
bruggen vanzelf zouden vervallen.
Het clerde bruggetje ligt in cle Groene
steeg over cle Pastoorswatering, en is se
dert korten tijd eigendom der burgerlijke
gemeente. Die brug is in betere conditie
dan de beide andere. Er ontbreekt slechts
een leuning aan, doch de vloer is in goe
den staat. Daarover kan nog wel een regi
ment cavalerie passeeren, ook al was clifc
gebracht op oorlogssterkte. Waarom clan
die leuning niet wordt hersteld Stellig ook,,
omdat wordt verwacht, dat demping der
sloot binnen afzienbaren tijd zal geschie
den, als wanneer ook verbetering dier brug
aan de orde komt.
.Bij het gemeentebestuur bestaat al lang do
goede 'wil, oui aan den onooglijkeu toestand
(laar ter plaatse een einde te maken. Even
wel, de gemeente heeft daar niet alléén
belang bij, de aangelanden wel degelijk ook.
En daarom; wordt verlangd, dat de eigena
ren der panden langs liet .bewuste slootje
zullen medewerken door financieelen steun
als anderszins. Verleden jaar bleek daar wei
nig kans op to zijn, maar thans schijnt op
d© begeerde medewerking te iiiog.ui worden
gerekend. Zoo werd oils medegedeeld, dat
één dor voornaamste belanghebbenden zijn
verzet tegen het plan had opgegevenen nu
voorstander geworden was. In die omstan
digheden lijkt het- ons niet onmogelijk, dab
den Raad weldra plannen tot demping wor
den voorgelegd.
t Zou een prachtige verbetering z'ijn» waar'
maar één jammer aan verbonden is. Er slaat
langs die sloot oen rij vrij mooie hoornen.
Die zou, zoo het werk wordt uitgevoerd,-
moeten verdwijnen, en dat is te betreuren.
Boonien heeft men zoo spoedig niet terug,
daar gaat een halve mcnschcnleeft'ijil mee
hoenDoch voor het meerdere moet héb
mindere wijken. Onder degenen, die demping
mede zeer op prijs zoudeu stellen, kan men
gerust de wielrijders rekenen. Ihtmers, het
^pad langs de sloot mag niet bereden worden.
Velen zondigen tegen dat gebod, en beloopen
daardoor een procos.verba al, waarop steeds!
veroordeel ing volgt. Maar bovenal uit ecu
sanitair oogpunt is het wenschclijk, dat er
verandering komt.
Laat ons dam hopen, da t wij daar spoedig
zien een breade straat, vol licht en lucht,'
in stede vau één smal pad, waarlangs vuil
water.stilstaat 1
Stoomschepen.
V ertrokken:
B i 11 i t o *i, thuisreis, 21 Jan. v. Pevini;
Wa e h eren, uiirris, 21 Jan. van MaHa;
Koning Willem I, uitreis, 22 Jan.
van Suez; Prins Willem III
22 Jan. van Paramaribo naar Amsterdam
M e a a d o, 22 Jan. v. Padang naar Rot
terdam; Bancloeng, uitreis, 23 Jan. v.
Suez; D J e b r e s, thuisreis, 23 Jan. van.
Gibraltar; Tarn bora, thuisreis, 22 Jan.
van Colombo; Lord Sefton, van Rot
terdam n. New-Orleans, 22 Jan. v. Tampico;
A ms te 11 and, uitreis, 22 Jan. vau Ba-
hia; F ris ia, thuisreis, 22 Jan. van Rio
Janeiro; At reus, van Japan en Singa
pore naar Amsterdam, 21 Jan. v. Port-
SaidDuisburg, v. Java- n. Amsterdam
21 Jan. v. Badagara Ru f i d j i, thuisreis,
20 J an. v. Port ElisabethW i n d h u k,
n. O.-Afrika, 22 Jan. v. Swakopmund;
X i a s, uitreis, 23 Jan. v. Genua; Demo-
cl o c us, v. Japan en Penang n. Amsb.,
23 Jan. v. Colombo; T a b a na,Ti, uitreis,
23 Jan. v. Marseille; Lint zo wv. Japan
en Singapore naar Amsb., 22 Jan. van Ge
nua.
Gepasseerd:
B a n d a, uitreis, 22 Jan Ouessant;
Pak Li mg, v. Amst n. Java, 21 Jan.
Perim; Vondel, uitreis, 22 Jau. Oues-
fiant; Z e el a 11 cl i a, uitreis, 22 Jan. Fer
nando Noronha; Elmshorn, v. Java
n. Amst., 23 Jan. Malta; P r i n z-lt e-
gent, uitreis, 20 Jan. Teneiiffe; Admi
ral, v. O.-Afrika, 23 Jan. Perim;
O p h i r, thuisreis, 23 Jan. Kaap del ArmL
en wordt Zaterdag te Marseille verwacht
P y r r h u s, v. Ja\a n. Amst., 23 Jan.
Prawlepoint; K a r i m a t a, thuisreis,
23 Jan. Perim.
Gearriveerd:
Re mbrand t, 22 Jan. v. Amst. te
Sabang; Dar dan us, v. Amst. n. Java,
20 Jan. te Leithllh enan ia, n. O.
Afrika, 20 Jan. te Marseille; H a ra m, v.
Java n. Amst,, 21 Jan. te Marseille;
Ambon, 22 Jan. v. Amst. te Batavia;
Offenbach, v. Java n. Amst., 21 Jan.
te Marseille; Lombok, 23 Jan. v.
Amst. te Padang; Arakan, 22 Jan.
v Rotterd. te Batavia; W i e ri n g e n,
uitreis, 22 Jan. te Port-Said N o o r-
d a m, 2-2 Jan. v. Rotterd. te New-York;
K h al i f, thuisreis, 20 Jan. te Majunga
General, n. O.-Afrika, 23 Jan. to
Aden; T e r n a t e, 23 Jan. v. Java t©
Rotterd.: G r o t i u s, thuisreis, 23 Janis
te Lissabon; O s w a 1 d, uitreis, 22 Jan.
te Durban.