VERBAZEND
Van Houfsn's
RONA Cacao
De Maatschappij tot Verzekering
lij Werkloosheid.
Schaakrubriek van het Schaakgezelschap „Palamedes".
In bet nummer v-an 11 Januari van dit
!>lad maakten wö melding van artikelen
en berichten, die in de pers onder het op
schrift „Een ernstige waar schuw Lng" de
ronde deden. Het betrof hier de N. V.
„liaatschappij tot Verzekering bij Werk
loosheid", gevestigd te Leiden, Hooigracht
4, onder directie van den heer G. P,
lüerstel.
Naar aanleiding hiervan heeft de direc
teur een circulaire gezonden aan haar
i,vertegenwoordigers en belangstel!enden".
I0ok bestrijdt de heer Geratel in „Het
Volk" de artikelen, die daarin zijn ge
schreven door de heoren I. G. Keeeing en
A. W. Jentsch. Waar in deze bestrijding
bok de inhoud van de circulaire is weer
gegeven, zulkn we volstaan met een uit
treksel te geven uit dit antwoord.
De heer Gerstel zegt o.m. in zijn ant
woord:
„In November 1912 ontvingen wij van
jden heer I. G. Keesing te Laren eenige
beleefde brieven om inlichtingen omtrent
pnze maatschappij. Aan de verzoeken, in
de ons toegezonden brieven, welke zoo
'uiterst beleefd waren, meenden wij to
moeten voldoen en zonden de noodige in
lichtingen, statuten, tarieven, voorwaar
den van deelneming enz., onzer maat
schappij. Bereidwillig helderden wij iede
re vraag op, terwijl van genoemden heer
geen enkele op- of aanmerking inkwam.
Ware het niet fairder geweest, aangezien
de heer K. in zijn schrijven van 18 Novem
ber 1912 mededeelt zoo'n groote belang
stelling in onze maatschappij te hebben,
dat hij ons zijn aanmerkingen toen had
Vloen toekomen? Nu valt hij ons aan 1) en
zegt:
lo. „dat wij, met het oog op onzen naam,
onder valsehe vlag varen." Is dit, omdat
■wij ook voor ziekte en ongelukken, zonder
combinatie met werkloosheid, verzekeren?
Wij namen in onze statuten op, het sluiten
va» verzekeringen op ieder gebied, ten ein
de niet genoodzaakt te zijn direct statuten
wijziging aan te vragen, wanneer de eene
of andere branche ons noodig mocht blij
ken, in het belang van den werkman, aan
ons bedrijf toe te voegen. Dit nu is hier
bet geval geweest. Aanvankelijk hadden wij
alleen tarieven voor werkloosheid het-zaj
zonder of met ziekte en ongelukken gecom
bineerd, doch de werklieden hebben ons zelf
gevraagd voor de beide laatste risico's af
zonderlijke tarieven daar te stellen, en al-
zoo deden wij. "Varen wij daardoor onder
„alsche vlag? 2)
„2o. De heer Keesing zegt:
„Tegen een premie van 20 cent per week,
Verschaft de maatschappij hun die 9 maan
den „lid" zijn een uitkeering van f 7 pev
week gedurende drie maanden."
„Dit is absoluut onwaar. Waarom, mijn
heer Keesing, tegen beter weten in zoo iets
dan r gestel d Na 9 maanden lidmaatschap
heeft slechts een uitkeering plaats van gedu
rende 6 weken en dus niet van 13 weken.
Dit Verschil is o.i. nog al groot. 3)
„9o. zegt hij
„dat onze gegevens voor de tarieven op
geen volledige statistieken berusten en de
Boliditeifc der grondslagen met praatjes-voor-
de-vaak moet worden gedekt."
„Volledige statistieken voor werkloos
heid-verzekering konden wij niet verkrij
gen, omdat ze niet bestaan. Maar 2 jaren
lang hebben we uit de meest vertrouwbare
bronnen gegcvens verzameld en uit die ge
gevens een finaueieele (op de meest on
gunstige wijze) opzet daargesteld. Een en
ander is door mannen, die in de financieel©
wereld een goeden naam hebbeD, nage
gaan." 4)
De heer Gerstel geeft dan aan op welke
wijze Van der Mee beweerd heeft over dè
sympathie, die de heeren Henri Polak en
I. G. Keesing voor de maatschappij zou-
€len gevoelen. Hier maakt de heer Kee
sing zich aan overdrijving schuldig.
,,4o. „Geen enkele maatschappij kan liet
stellen zonder een zoogenaamde wiskun
dige reserve en de Maatschappij to'; uit
keering bij werkloosheid heeft hieromtrent
geen enkele bepaling in baar statuten
doen opnemen."
„Maar al geschiedde dit niet (dit is be
slist niet met opzet gedaan), daarom zal
toch vast en zeker bij verschijning van het
eerste jaarverslag een behoorlijke reserve
geboekt worden."
De heer Geratel geeft hierop een paar his
torische gegevens over de^to©passing van
Wiskundige reserves bij verzokeringmaat-
pchappijen.
We h eb hein hiermee dit gedaelte genomen
'hit het antwoord aan den heer Keesing4,
id at wo ook ter sprake brachten in ons vorig
•overzicht vain de critdeken, n.l. wat betreft
^o soliditeit. Wat de heer Geratel verder,
iostrijdt, is ©en deel van het artikel, dat
we hebben achterwege gelaten, waarop we
Bus ook nu niet ingaan.
Over bet artikeltje van den lieer JentscÜ
fcegt de heer Gerstel.
„Zeer zeker zijn er d i am an lbow er kets té
Amsterdam als lid tot onze maatschappij'
toegetreden. Wel nog geen groot aantal,
bi aar zc zijn er. Er is een brief in overge
komen. door ons gericht aan den heer J.
Jlilverda te Leeuwarden. Aan den voet van
dezen brief staat: I
„Volgens dezen brief zijn er dus 17,000
diamantbewerkers, en vergaderen de or
ganisaties voor aansluiting."
„Wij zouden willen vragen: iemand, die
zulk een gevolgtrekking uit onzen brief
maakt, kan die wol lozen? Er slaat toch niet
Sin, dat cr te Amsterdam 17,000 diamantbe
werkers zijn? Zulke nonsens is toch al bo
gok. Waarom iets gezocht in een schrijven,
dat oén kind er nog niet in kan vinden?
Zeieer, en nog eens zeker, wij zijn in onder
handeling met een bond die circa 17,000
leden telt. Daaromtrent willen "wij de be
wijzen ten onzen kantore laten inzien. Of
de onderlan.de!ingen tob een voor ons gun
stig resultaat zullcin leiden, kunnen wij nog
giiefc verzekeren." k i
Op i icn punten antwoordt de heer K-cc-
jnng in oen ondenschrift op dit verweer.
Do eerste vier plaatsen zijn aangeduid als
in „liet Volk" geschiedde. Hier zegt de
heer Hocsing:
„1) Tor voorkoming van het vormen van
legenden, dien© het volgende: Naar aanlei
ding vak oen berichtje in de pers op 15 No
vember 1912, verzocht ik den volgenden dag
den heer Gerstel om nadere inlichtingen no
pens zijn maatschappij. Op 17 November
ontving ik een schrijven waarin mij ge
vraagd werd naar het doel mijner belang
stelling, „daar heb misschien vcor ons van
groot belang i», en zijn dan gaarne bereid".
Per 18 November antwoordde ik, dat ik
„sinds lang belang stel in het vraagstuk
der werkloosheid" en dus „ook in het doel
en streven uwer maatschappij." Op 20 Novem
ber ontving ik een btrief en een aantal ge
drukte stukhen, dio mij aanleiding gaven,
per schrijven van 23 November, tot hot
vragen van nadere inlichtingen op enkele
punten. Daarop kreeg ik 25 Nov. een ant
woord, dat mij niet bevredigde. Ik kon
echter toen niet verder op de zaak ingaan,
omdat ander noodzakelijk werk vóórging.
Op 18 December vernam Henri Polak, dat
de maatschappij ons "beider naam misbruikte
voor haar doeleinden, en deelde möj dit
mede, waarop wij 19 Dec. een korte waar
schuwing in dit blad plaatsten. Ziedaar mijn
„greoie" belangstelling. Over wat „fair" is,
zal ik met- den inzender niet twisten.
„2) Na de talrijke leugenachtige voorstel
lingen, waarmede deze maatschappij, blijkens
verschillende pubhkalles, werkt, ben ik zco
vrij het oordeel omtrent „het belang van
den werkman" bij deze maatschappij niet
veilig te achten.
„3) Het volledige „recht" op uitkeering
boj werkloosheid „na 9 maanden" lidmaat
schap omschrijft de maatschappij in haar
tarieven als volgt: 1ste jaar 6 'weken, 2do
jaar 7 weken, 3de jaar 8 weken, 4de jaar
10 weken, 5de jaar 12 wekeD, 6de jaar 16
weken en na het Gde jaar zes maanden. Ik
had betoogd, dat een wiskundig adviseur,
dio prijs stelt op zijn reputatie, zich niet kan
1 oenen tot het berekenen van pnomiën uit
gebrekkige en voor verzekeringsdoeleinden
waardelooze gegevens. Men lette nu wel op
het listiglijk verzwijgen van die zes maan
den uitkeering na zesjarige deelname. Daar
bij zinkt mijn te gunstig gemiddelde in het
niet.
„4) "Wie zijn die mannen? Het publiek
belang vordert publikatie hunner namen. De
heer Gerstel vergeve het mij, dat ik n
vertrouwen in zijn beweringen heb."
Over do kwestie-Van der Mee zegt dn$
heer Keesing nog dat hij, per Schrijven van
20 December van den heer J. P. B. de
Bruine vernam: „Wel weet ik, dat de heer
in het gebruik is.
Ge maakt er meer koppen cacao van dan van
dezelfde hoeveelheid van welke andere soort ook.
Daarbij is de smaak zoo heerlijk.
(Opgericht 1846.)
Speelavond iederen Maandag in de bovenzaal van
straat, aanvang 8 uren.
RedactieD. W. A. Blote, D. Krui3SÏDk en H. de Nie.,
Probleem No. 6.
(E. L'hermet.)
Zwart. (8)
„Café Central", Bree-
8
Oplossing Probleem No. 8 D. §7.
Goede oplossingen ontvangen van de
Heeren: L. Biormasz, F.BI. D. Bootsma,
G. G. Colin, P. van Daalen, H. Donkers,
K. Fraai, B. 3. van Kloeten, J. Kres,
R. J. van der Krogt, F. Lafeber, M. J.
Lafeber, G. J. van Leeuwen, B. Ifeyn,
J. J. Planjor, J. van HtJnawou, J. W.
Schüss, J. W. Segaar, 0. Sierag, Jao.
C. Sjardtyn, Z. A. Smit, J. Terpatra,
L, M. Valkenburgh, P. Veratraaten. Jr.,
J. J. Via te Leiden, H. H, Brockhaus
en F. P. Jansen te Wassenaar, P. G.
van der Tang te Oudewetering. W. A.
Oudahoorn te 'a-Gravenhage, M. Baara
te Rflnsburg, J. v. Os, te Voorschoten,
E. R. Postma, te Amsterdam, W.
Cramer, te Ooaterbeek, G. Vooys Gzn.
te Katwijk a/d. RJJn> D. J. N. Verboog
te Oegetgeest en van Mejuffrouw V. te
Zegwaard.
Oplossingen, enz. worden In*
gewacht uiterlijk binnen tien dagen b\j
H. de Nie, Ververstraat 10.
a bede ffh
"Wit. (6)
Wit: K. f6; D. bS; P. c2. en té; «8.
Zwart: K. c5ci en d7.
Wit speelt en geeft in 2 zetten mat.
CORRESPONDENTIE.
A. J. J. S. en J. 0. te L.: D. gö is niet goed, daar zwart dan o.a. kan antwoorden,
met T. x c3.
0. 8. te L.Wellicht komen wU later op Uw voorstel tejug. Het was one inmiddels
aangenaam uit Uw schrijven te vernemen, dat onze Jonge aohaakrubriek reeds Uw probleem-
kennis ten goede is gekomen.
P. 8. Het doet ons genoegen ook een dame onder onze oplossers te zien en wy hopen
dat vele dames dit goede voorbeeld zullen volgen.
Berichten orer Rijnland'.^ boezem,
gedurende de week van 8—14 Jan. 1918.
Stand van den boezem te Leiden.
Idem te Oudewetering
Werking der stoomgemalen
Waterloozing langs natuurlijk, weg.
Waterinlating
Regenval in Ma.
8Jan. 9Jan. 10Jan. 11 Jan. 12Jan. 13Jan. 14Jan.
58 58 61 65 71 76 75 era.-N.A.P.
57 56 58 65 71 71 71 em.N.A.P.
Spaarndam u.. Halfweg46,Q o„ Gouda u. Katwijk u.
Spaarndam o., Halfweg u., Gouda 34* n., Katwijk 76 a.
Door de «luis te Geada 16 u.
1*
Van der Moe meedeelde, dat de h-Jör Henri
Pol alt zeer veel ophad met deze verzekering
en dat de heer Keesjes1 hun de noodiga
gegevens heeft verschaft en dat zij steeds op
zijn volle medewerking kehben kunnen bo
gen." „De heer S. W- Coltof berichtte mij
23 Dcc. schriftelijk, aldus gaat 't antwoord
voort-, dat Van der Mee beweerd had, dat
„Polak en Kecsing.de zaak nauwkeurig had
den cd der zocht en er hun hooge ingenomen
heid ine-o hadden betuigd. Ik kon het ge
rust onderzoeken, voegde hij er aan toe." Do
heer G. C. Kruis, penningmeester van het
N. A. S. schreef mij 27 Dec.„In )dit ander-
houd beriep zich de heer Van der Mee op
uw gunstige meenmg ten opzichte van be
doelde maatschappij".„Bovendien beriep
zich deze heer op Henri Polak, welke persoon,
mede ook uw persoon, hem eigenlijk (vol
gons zijn nueening) ontraden waren in opze
kringen te noemen.
„Ieder onbevooroordeelde kan nu zien lioe
schaamteloos-brutaal ook weer deze beschul
diging van overdrijving is. De heeren zijn
biet voor oen kleintje vervaard, te klemmen
der raden ara! hun beweringen ie betwijfelen.
Men zie daaromtrent overigens hetgeen de
heer S. W. Coltof in „Do Arbeid" van
28 Dee. publiceerde."
„De historische bijzonderheden, omtrent het
vormen van „wiskundige reserves" geef ik
den inzender kadeau, doch handhaaf wat ik
dienaangaande in mijn „Ernstige waarschu
wing" heb gezegd", in deze woorden geeft
de heea* Keesing zijn opinie te kennen oven
het verweer van den heer Gerstel inzake de
wiskundige reserves.
Hij eindigt zijn antwoord aldus:
„Ten slotte: ik houd woord voor Woord
vol hetgeen ik in mijn „Ernstige waarschu
wing" schreef. Een maatschappij, die met
hecle en halve leugens werkt en bovendien
niet op soldden grondslag gebaseerd is, is
niet te vertrouwen. Arbeiders, die hun be
lang' begrijpen, dienen ©r verre van te blij
ven."
Den hoer Gerstel was 't bekend, dat wij,
waar we (deze kwestie onder de aandacht
onzer lezers hebben gebracht, hen ook met
het verdere verloop der zaak op de hoogte
zouden stellen. Hij zendt ons nu het volgende
als bestrijding van het antwoord van den
heer Keesing met verzoek tot plaatsing.
Hoewel de lieer Gerstel, volgens zijn ver
zekering, in „Heb Volk" de polemiek niet
wenschto voort te zetten, zullen we hier
voor dat antwoord bij uitzondering een
plaatsje inruimen.
De hoer Gerstel Schrijft:
Ons antwoord op de 10 punten van den
heer Keesing, op ons artikel kan kort zijn.
Het „neen" van den heer K. staat tegen
over ons „neen" gelijk. Zijn partijgenoot
zullen natuurlijk gelooven, dat hij waar
heid spreekt en zij die aan onze zijde
staan, zullen niet aan ons twijfelen.
„Dat de heer K. zijn leugen, dat wij ra
9 maanden een ter niju van 3 maanden (13
weken) zouden uibkeeien, nu tracht goed
te praten, door te zeggen, dat deze uit
keering (die eerst na 6 jaren kan plaats
hebben) een gunstig gemiddelde ia, zal
een ieder lezer zeker als een gewild on
juiste berekening kwalifioeeren.
„Of er al dan niet geeegd .is, dat de
heer Polak of de heer Keesing, of beiden,
hun hooge ingenomenheid met onze maat
schappij hebben betuigd, dit alles zijn
b ij z a k e n 1 De hoofdzaak is, voor
iedereen, en vooral voor den werkman: de
aantijging, dat onze tarieven zouden be
rusten op waardelooze en gebrekkige ge
gevens en deze niet getoetst zouden
zijn aan de Engelsdbe verzekeringswet
van 1911, met een gemis van iederen w i s-
kundigen grondslag, enz. Ware dit
zoo, dan zou de werkman, en allen, aan
de deugdelijkheid kunnen twijfelen. D<wh
dit punt weerlegt hij niet. Hiervan
maakt hij zich af met de woorden: „De
historische bijzonderheden omtreait heb
vormen van „wiskundige reserves" geef
ik den inzender cadeau." Dit doet hij, om
dat hij zich hier op ee<n terrein beweegt,
hetwelk voor hem t e glad is. In het door
ons uitgegeven blaadje, hebben wij dit
punt, dat alleen eeraig gewicht, in de
schaal kan leggen, duidelijk uiteengezet,
en aangetoond, dat ook de heer K., din
gen vertelt, welke door hem met bewe
zen kunnen worden.
„Dat de directie de baas is om de
instructie van den voorzitter van een
afdeelingsbestuur „ten v o or d e e 1 e
v a n d e leden" te wijzigen, is volko
men juist, want andere wijzigingen
kunnen niet plaats vinden.
„Deze zouden natuurlijk door de aige-
meene ledenvergadering veroordeeld wor
den.
„Wij zijn dankbaar, dat juist door de
zen strijd, wij de hulp en medewerking
mogen ontvangen van alle weidenkenden iu
den lande en do verstandige werklieden
niet aarzelen tot onze maatschappij toe te
treden."
D© drievoudig© moord t© Ortwfg.
De gevreesde roofmoordenaar Sternickel
bevindt zich 6edert Dinsdagavond in de ste
vigste cel van de gevangenis te Frankfort,
in de z.g. „moordenaareoel", die op de
tweede verdieping der gevangenis aan den
kant van de binnenplaats is gelegen. Eerst
had de misdadiger in een gewone cel ge
zeten.
In de moordenaarscel ie Sternickel met
zijn rechtervoet aan een in den oementvloer
ingelaten ring geketend, en wel zoo krap,
dat hij noch tot bij de celdeur, noch tot
aan het stevig getraliede venster kan ko
men, en de ketting hem nog juist genoeg
speling laat, dat hij zich op de etroozak, die
naast hem is uitgespreid kan neerleggen-
Een kachel, die van het portaal uit kan
worden gestookt, zorgt voor eén zwakke
verwarming van de cel Des nachts houdt
een opzichter de wacht in de onmiddellijke
nabijheid van de oei en overtuigt zich van
tijd tot tijd door de judas in de celdeur van
wat Sternickel in de steeds verlichte oei
uitricht. De drie medeplichtigen van den
moordenaar zijn in gewone cellen opgeslo*
ten.
Omtrent de tot dusverre bereikte resulta
ten van het onderzoek, is lkan6 het volgen
de bekend:
Bij het nogmaals zorgvuldig doorzoeken
van de boerenhofstede van Kalies, werden
</p den graanzolder acht met koren gevuh
de zakken gevonden, voorzien van het merk
van den landbouwer Hampe, den vader
van Sternickel's laatste meisje. Vermoede
lijk zijn deze zakken eerst door Sternickel
gevuld, die, misschien van plan was het
graan te stelen.
In de mestvaalt vrerden laat in den mid
dag van Dinsdag tenslotte twee zakdoeken
gevonden, een roode en een witte, die door
de misdadigers als mondproppen gebruikt
zjjai. Men zal zich herinneren dat Sternickel
bij zijn verhoor slechts van één xooden zak
doek gewaagde, cue een zijner rueóepliehti
gen in Ka-lies' mond zou hebben gestopt.
Later werd nog een stuk van de paarde-
lijn gevonden, waarmee Kalies gewurgd
werd. Bovendien werden in Sternickel'a
slaapkamertje nog versolieidene touwen ge
vonden.
Onder het bed van het vermoorde echt
paar lag een revolver, die ongetwijfeld
door een der moordenaars is achtergela*
ten. Het is n. 1. uitgemaakt, dat dit wa
pen niet aan Kalie3 heeft toebehoord.
In de kamer van vrouw Kalies bevonden
zich blocdspatten op de deur, benevens
sleepsporen, waaruit zou blijken, dat de
ongelukkige reeds in haar kamer is
overvallen en later naar een ander vertrek
is gesleept. Het met bloed bespatte deur
stuk is door een timmerman uit het pa
neel gezaagd en door de politie tot nader
onderzoek in beslag genomen. Ook de klee-
ren van het vermoorde dienstmeisje, die
het arme kinu op den noodlottigen nacht
droeg zijn in beslag genomen om chemisch
te woTden onderzocht.
Het grootst© slagschip der wereld.
Het Amerikaansche slagschip „Pennsyl
vania", met welks bouw men dezer dagvt»
een aanvang genomen heeft, sal volgens
berichten uit Washington „de grootste en
meest volmaakte oorlogsmachine, die ooit op
eenige werf gebouwd werd", worden. Zonder
pantsering of kanonnen zal de „Pennayl-
vaniê", die een omvang van 81,400 ton
hebben, 1,8 mlllioen gulden kosten, terwijl de
gezamenlijke koeten op 27 tot 30 mill, worden
geschat.
De lengte zal zyn 183 M. en de breedte
80 M. en een snelheid van 21 knoopen loopen.
Aan zwaargeschut bevat het twaalf kanonnon
van 14 duim kaliber, vier torpedobuizen eil
een batlerU van 22 kanonnen van 6 duim
kaliber, die dienen voor een afweer vaa
torpedo aanvalleD. De pantsering van het schip
zal 40 cM. dik word6n.
D© Knmerverkie*ing©a en de
Christ ei ij fe>llistori8Cli©n.
ft.fi.ri een verslag, dat de „Nieuwe Gron«
'Ct." geeft van een gisteravond door mr<
H. Verkou teren, secretaris van de Chrifr
telijk-Historische Unie, te Groningen g<*
houd'en rede, onleenen we het volgende:
Aanstonds komen wij te staan voor een
strijd, die het hoofd en hart warm maken
zal. Wat zullen de Chr.-Historischen in
dien strijd doen? Zullen zij zich weer veis
©enigen met de coalitie? Daarop kon 6pr<
nog geen beslist antwoord geven. Bespre*
kingen dienaangaande worden reeds ge*
voerd.
Veel is er, wat spr. betreurt ten opzich
te van de regeeringswijze der coalitie. Al
huldigde spr. minister Talma, die goede
bedoelingen koesterde, al erkendö spr.*
dat er voor dezen vele moeilijke oogen*
blikken geweest zijn, hij kan niet meegaan
met 's ministers streven naar sociale wet*
ten. Er wordt te wéinig aan particulier
initiatief gedaan.
Veel is er gesproken over de positie
van de Herv. kerk bij een coalitie-regeC
ring. Doch spr. vroeg, wat haar te wach)
ten staat bij een vrijzinnige concentrati
De linkerzijde zou er geen bezwaar in zienfc
art. 171 te schrappen.
Spr. wees op de gebeurtenissen iü Edf,
Hilversum en Ommen. Over Ommen wil
hij nog geen oordeel uitspreken. Een
enquête-commissie is ingesteld, en zij zal
over deze- gebeurtenis binnenkort het vol-»
le licht doen schijnen.
Spr. hoopt, mocht men er toe overgaaö
weer een coalitie te vormen, dat er daa
ook Chr.-Historischen in het Kabinet zul.-
len komen. De Chr.-Historischen hebben
thans vele wenschen geformuleerd.
willen zekerheid omtrent art. 179, rij wil*
len minder sociale wetgeving, meer parti
culier initiatief. Zij hebben ook ten op*
zichte van het openbaar onderwijs hun
lijn gesteld. Ook op deze scholen moet,
tenminste eenige Christelijke geest komen.:
Nu zou men va-n socialistische zijde kun*
nen zeggen:
„Ook wij willen rijkssubsidie voor on«
ze scholen!" Maar men zou dat weigerefl
kunnen op grond van de motie te Zwolle^
door de socialisten aangenomen^ waarin
gezegd woerdt, dat rij desnoods ook met
„onwettige middelen" voor hun progran*
zullen strijden.
Nadat spr. duidelijk had doen uitkomen^
dat de Ohr. Hist. Unie wel weer de coa*
litie zal willen, nadat hij ook aan do
katholieken hulde gebracht had voor hun
trouw bondsgenootschap en den heer
Troelstra als ook de vrijz. concentratie
aan felle critiek onderworpen had, besloot
spr. met de trouw der kiezers "'oor liet
hoofdbestuur te vragen.
Er komt een algemeene vergadering,
waarin de kiezers voldoende gelegenheid
sullen hebben om zich uit te spreken.