No. 16224, LEIBSGH DAGBLAD, Zaterdag* 11 Januari. Eerste Blad. Anno 1913. Officieele Kennisgeving. PERSOVERZICHT. Gemengd Nieuws. Kamers van Ai-beid voor de Bouw bedrijven, de Texxielnijveilieid, de Voediugs- en Genotmiddelen en de Winkel- en Grossiersbe* drijven. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien de wet op de Hamers van Arbeid •n het Koninklijk Besluit van 6 Januari lftÖQ iStaatsblad No. 20) tot vaststelling yan een kiesreglement voor die Kamers; Herinneren de hoofden of bestuurders yan do navolgende bedrijven: A. vertegenwoordigd in de Kamer via Arbeid voor de Bouwbedrijven: lo. tiet bewerken van hout, 6teen of me talen; het leggen van electnsche geleidingen of van gas- of waterleidingen; het schilders-, stoffeerders-, behangers-, beiers-, stukadoors-, mandenmakers-, aardwerkers- en straatmakersbeurijf het ontwerpen' van en het houden van toezicht bij h'efc uitvoeren van bouw plannen; too. de boek-, couranten-, steen- en plaat- drukkerijen en de lettergieterijen; de boekbinderijen; de cartonnage- en de photographie- inrichtingen B. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Textiel n ij verheid: de spinnerijen, weverijen, ververijen, bleekerijen en drukkerijen van wol, katoen of linnen; de kat.oenvlechte rijen, de nettenmake- ïijen, de breienjen, de watten-, kapok-, of veerenbereiderijen, de zadelmakerijen, de vellenblooterijen, de leerlooierijen en de zeemleder fabrieken; het vervaardigen van kleederen, hoeden of schoenen; de wase'-i- en strijkinrichtiiigen en de kleederververgen; O. vertegenwoordigd in de Kamer van (Arbeid voor de Voeding#- en Genot middelen: lo. de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen de cacao- en de chocolade-, de meel- en de zuivelfabrieken; de tabak- en sigarenfabrieken; de bierbrouwerijen, de jenever- en de likeurstokerijen benevens de mineraal- waterfabrieken; de slagerijen; de zeepfabrieken; too. de fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen; D. vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de W inkel- en Gros- iersbedrijven: de winkel en de grossiersbedrijven, voor zoover die niet zijn of zullen worden ver tegenwoordigd in een andere Kamer van Arbeid, waarvan het gebied zich over do gemeente Leiden uitstrekt; aan hun verpliohting om vóór 15 Januari k. een lijst of zoo noodig lijsten op te maken van de namen en de voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen, die m hun bedrijf binnen het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid, welk gebied zich alleen over de gemeente Leiden uit strekt, als patroons of in hun dienst ais werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatst verloopen kalender jaar, voor zooveel de onder A 2o., B, C lo. en D genoemde bedrijven betreft, of ge durende het laatste tijdvak van 7 maanden, Waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd onder A lo. en 0 2o. en om die 1 ij s t of l ij s t e n v ór 15 (Januari e. k. aan hun College i n te (zenden. Onder p a t r o o ns verstaat de wet de hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ten minste één persoon boven de twintig jaar tegen genot van loon werk zaam io, en allen, die op het beheer der hoofden of bestuurders toezicht houden, be nevens hen, die door het hoofd of den be- etuurder van een bedrijf in den regel belast worden met het ontwerpen van wetenschap pelijke plannen en modellen of met het doen van wetenschappelijke proeven, de procu ratiehouders, alsmede de person3n, die bij ontstentenis van het hoofd of den bestuur der van het bedrijft dat hoofd of dien be- •tuurder vervangen. Onder werklieden verstaat de wet alle anderen, die tegen genot van loon tn een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over en-deren uitoefenen. Op dio lijsten mogen niet ver meld worden zij,- die gedurende net laatst verloopen kalenderjaar, waarin in de onder A 2o, B, C lo. en D. genoemde be drijven is gewerkt of, voor zooveel de onder A lo en C 2o vermelde bedrijven betreft, die gedurende het laatste tijdvak van 7 maan den, niet binnen het gebied der bovenge noemde Kamers van Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam lijn geweest. Op die lijsten behoeven niet ver meld te worden zij, die geen ingeze tenen des Rijks, of geen Nederlanders zijn of die op den 15den Februari e.k. den leef tijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Zij, dio gedurende het laatstverloopen ka lenderjaar, waarin de onder A 2o, B, C lo en D genoemde bedrijven is gewerkt, of voor zooveel de onder A lo en 0 2o vermelde be drijven betreft, gedurende het laatste tijd vak van 7 maanden, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder rijn werkzaam geweest, en die aanspraak kunnen maken om geplaatst te worden op een kiezerslijst voor bovengenoemde Ka mers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Ja nuari e.k. aangifte te doen bij Burgemees ter en Wethouders voornoemd. Do formulieren dezer aan gif- t-on, zoomede die dor l ij sten zijn kosteloos voor belanghebben den ter Gemeente-Secretarie Terkrijgbaar. koorts worden do hoofden en bestuur ders van de hierboven genoemde bedrijven er, voor zooveel noodig, aan herinnerd, dat heb opmaken en inzenden der lijsten een verplichting is, tégen wier niet-nakoming straf is bedreigd bij artikel 43 der wet op de Kamers van Arbeid, lüidende als volgt: „Hij, die wederrechtelijk niet voldoet aan een hem in eenigen krachtens deze Wet uitgevaar* digden algemconon maatregel van bestuur opgelegde ver plichting, wordt gestraft mot heohtenis van ton hoogste v jr* tien dagen of geldboete vau een hoogstevijfen zoventiggulde n'\ Burgemeester-on Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 11 Januari 1913. Het „Nieuws van den Da#" hekelt den naam van one nieuwe departement en schrijft: „Dédió a S. Exc. M. H. Colin, ministre de la Defense Nationale. „Het is er dus, het nieuwe departement: de „St.Ct." kondigt de samenstelling aan van Oorlog en Marine tot één ministerie, het departement van defensie... ,,Dat we ons over de zaak zelf verheu gen, de samenvoeging, waardoor de zorg voor 'b lands verdediging in één hand wordt gebracht, de lezer kan het weten. De dwaasheid om, naar den naam, het depar tement van het leger alleen aansprakelijk te stellen voor „oorlog" (welke toch ook wel door de zeemacht gevoerd zou worden) behoort nu meteen tot het verledene. „Maar de nieuwe naam van het nieuwe ministerie 1 „Toen wij eenige maanden geleden de troonrede bespraken, waarin de samenvoe ging der twee bedoelde departementen werd aangekondigd, uitten we, zoo ter loops, den wensch dat niet defensie maar landsverdediging de naam zou worden. „Tot onze aangename verrassing vonden wij '3 avonds dezelfde opmerking, denzelf- den wensch in het „Handelsblad", de „Nieu we Rotterd. Courant", „Het Vaderland" en „De Standaard" misschien zijn het er nog meer geweest. „Hier mocht dus wel gesproken worden van een „communis opinio!" „Maar wat beteekent de openbare mee- niog voor een Nederlandsclie „autoriteit"! Deze gaat haar gang, „ze doet maar." „Wij voor ons achten purisme een dwaas heid en niet bevorderlijk voor de goede zaak dér taalzuivering. In de spreektaal, in de schrijftaal zelfs, zij men niet kitfce- loorig tegenover gasten uit den vreemde. Men zij echter voorzichtig, aan die gasten niet te gauw het burgerrecht te verleenen. „De administratieve taal is vol vreemde woorden, en in vroeger eeuwen was dat nog veel eiger.- Wie de ond-vaderlandsclie re soluties en instructies ooit ingezien heeft, weet dat onze vaderen nog kwistiger dan wij met uitheemsche deftigheden hun taal plachten te verbasteren. Niettemin ook nu gewen de ministers van justitie en van financiën hun „resoluties", nadat ze „ten fine van advies" enz., enz. „In de ambtelijke (officieele) taal al thans worde het gebruik van vreemde woor den, waarvoor ongedwongen en ongewron gen gelijkwaardige HolLandsche woorden te vinden zijn, vermeden en beperkt. In elk geval voere men geen nieuwe in l „Dat gaat anders in Zuid-Nederland t Zoodra een Vlaamsch tentoonstel!ingsba- stuur (om welllicht zeer begrijpelijke en geldige redenen) het tweetalen-voorschrift aantast, hoe gaan er de poppen aan het dansen 1 De wijze van optreden van het „Ylaamsoh comiteit voor de Tentoonste1- Ifing van Gent" is indertijd in dit blad over dreven genoemd en afgekeurd; dat moge zoo zijn, doch de Vlamingen hebben toch maar gelijk gekregen, minister De Broque- villo heeft ten minste gedaan wat cle regee ring nog kón doen. „En bij ons! „Neerlandia" heeft in haar Januari nummer een hoofdartikel over de ambte lijke taal, do.t moet gelezen worden. Het hoofdbestuur van het A. N. V. had zich tot de ministers gewend met het verzoek, het Nederlandsch te gebruiken in de diplo matieke betrekkingen met die landen, waar onze taal als officieele taal erkend is (Bel gië en de Unie van Zuid-Afrika verkeeren in dat geval). De minister van buitenland- sche zaken gaf nul op het rekest, en hield vol, toen hij in de Kamer ter verantwoor ding was geroepen door den heer De Kan ter. „De redactie van „Neerlandia" paait zich nog met de hoop dat „onze regeering het zich tot een eer zal stellen, ook in de zen metterdaad te bewijzen, dat zij voor onze taal tegenover gelijktalige landen plichten heeft te vervullen en rechten te handhaven." „Het antwoord is: een departement van „defensie"." „Het geval zou zioh tot allerlei grappig heid leenen. Dr. v. Vloten heeft vroeger eens voorgesteld, de namen -rechtswezen, zeewezen, geldmiddelen enz. in te voeren. Zullen wij nu de regeering liever in over weging geven, de rest ook maar te ver- franschen en departementen van agricul tuur en industrie te scheppen? Een leelijk geval is het onvertaalbare „waterstaat". Wat dunkt u van „departement van hy- drauliek" Flink koeterwaalsch, zulle! „Trad nu nog maar iemand met een naam alö Regout of Talma als de eerste minister van defensie op. Maar een zoo echt, oerecht Hollander als de tegenwoordige minister van oorlog!" In de doopsgezinde „Zondagsbode" schrijft de. predikant A. C. Buijs van Aals meer over 't congres der sooioal-ds nocra- ten te Bazel: „Het was op den dag des Heeren, den 26aten November 1912, dat duizenden en duizenden onder plechtstatig klokkengelui optrokken naar den Bazeler Munster. Heb reusachtige kerkgebouw kon de menigte die to eamen gekomen was weldra niet be vatten, de kerkpleinen werden met buiten- stoanden gevuld en ook toegesproken, on der anderen door onzen landgenoot f J. Troelstra. De indruk yan dit verheven schouwspel was overweldigend. Het doet denken aan den eersten Pinkster dag te Jeruzalem, Vele talen uit éónen geest: den geest der internationale verbroedering. „Dit nieuwe en toch zoo oude geluid, zoo oud als het Christendom zelf, gaat niet uit van het offioleele christendom: de Kerk. De diplomaten, zij die do macht over oorlog of vrede in handen hebben, hooren het geluid niet. Het doet denken aan heb verstokte hart van Farao var. vóór bijna 4000 jaren. „Christus heeft eenmaal gezegd: „Ik zeg u, dat, zoo deze zwijgen, de steenen haast zullen roepen." „De eeuwig levende Geest van Christus is niet gebonden. Die geest werkt- ook in hen die zeggen, niet te kunnen gelooven. Dat niet kunnen gelooven is een dwaling des versbands, en daarom van voorbijgaan- den aard. Zooale boven reeds is gezegd: de Kerk zwijgt. Dat zwijgen teekent een diep zedelijk verval. Het spijt m°, dat ik het zeggen moet. Het is treurig. De „Nieuwe Rotterdamsche Courant" vestigt de aandacht op de meer en meer gebruikelijke wijze van wetsui tl egging waarbij men g rooter gewicht hecht aan eèn woord, door eeo of ander commies in een memorie neergeschreven, of aan een opmerking van een of ander Kamerlid» uit de Handelingen opgediept, dan aan de wet zelve. Op deze wijze wordt 6oms een wet zoodanig geïnterpreteerd, dat juist het tegendeel uit de wet te voorschijn wordt getooverd als er met duidelijke be woordingen in uitgedrukt is. Met vrije wetsinterpretatie in wetenschappelijken zin heeft dat niets te maken. „Wie zich aanhanger verklaren van vrije wetsinterpretatie verdedigen een weten- schapplijk systeem, een stelsel, uitgaand van de gedachte, dat het leven te rijk is om in wetsteksten te worden omschreven, zoodat bet noodzakelijk is, de wet aan te passen aan steeds veranderde omstandig heden en nieuwe verhoudingen, wil men niet het gevaar loopen, dat de wet, in si>ee van den basis voor verdere rechtsontwikke ling te zijn, vooruitgang zal afsnijden en versteenend zal werken. Wanneer een wet telijk voorschrift van tientallen jaren her, omtrent het afleggen van een eed, uitgaat van de, bij haar tot-stand-koming zeer juiöte veronderstelling, dat alleen tot een kerkelijke gezindte bekoopt, en haar bepa lingen daarnaar zijn opgesteld, dan wordt het, naar de meening van hen, die voeleü voor moderne -praotuur, een dwaasheid, in tijden, waarin zeer velen niet to-t eenig kerkgenootschap behooren, nog altijd maar te doen, en de wet uit te leggen, alsof de bestaande toestand een fictie is. Zij eischen dan voor den wetsuitlegger de vrijheid op, om de oude wet, aan welke de werkelijk heid niet langer ten grondslag ligt, over eenkomstig do in de wet zelve neergelegde beginselen en hun strekking te verklaren, en haar aan te passen aan de nieuwe, vroe ger niet voorziene, verhoudingen." Dit is een wetenschappelijk systeem, waarin de wet toch altijd blijft uitgelegd uit haar zelvewaar het blad tegen op komt is tegen de zuiver dilettantische wetsverklaring, waarbij de wet wordt ver klaard niet uit haar beginselen en bewoor dingen, doch uit de invallende, neerge schreven of uitgesproken gedachten van ministers, Kamerleden, rijp en groen. Te gen dit geliefhebber met de wet wenschb het blad met nadruk verzet aan te tee kenen: „Deze „vrije" wijze van wetsinterpretatie is toch inderdaad heel wat gevaarlijker, dan wat wetenschappelijk vrije interpreta- tie heet, omdat door haar aan de wet elke vastheid op den duur gaat ontbreken. Het moge begrijpelijk zijn, dat een persoon, die heb ruimste aandeel gehad heeft in de voorbereiding van een wetsontwerp, in den waan geraakt, dat zijn uitlegging van een bepaling als een paal boven water staat, maar daarmede is niets voor de juistheid van die meening gezegd. Voor anderen, die afkeerig zijn van het jurare in verba magistri, is er allerminst reden de minis- terieele uitlegging of de verklaring van een voorsteller van een amendement als een axioma te aanvaarden. We mogen in dit verband nog wel eens aan een uitspraak van Thorbecke herinneren, die den vol- ijverigsten minister tot bescheidenheid moet stemmen: „Welke is de gedachte, in de wet uitgedrukt? Ik zou niet durven be weren, dat de maker, wanneer hij hiervan, buiten de wet, een verklaring geeft, in den regel meer is dan een ander uitlegger of dezen eeuigszins kan binden." Aan duide lijkheid laat dit niets te wenschen over. Het zijn vanzelf sprekende dingen, en men moet zoo wel het gevoel hebben, open deu ren in te loopen, wanneer men er de aan dacht nog eer.6 op vestigt." Het „A lgemeen Handelsblad" legt er den nadruk op, dat het Kamerlid Marchant geen enkel bewijs of aanwijzing heeft bijgebracht voor zijn beschuldiging dat de hulp van het gouvernement ten be hoeve van de Nederl. Ind. Boschproducten- Mij. onder den invloed van den heer Yan Heutsz als commissaris dezer Mij. eou zijn verkregen. Over de meer algemeene kwes tie, door hetzelfde Kamerlid gesteld, schrijft het blad o. m. „Een gewezen hooge ambtenaar, die yroeger ola ambtenaar voordeetea toe te staan of te weigeren had aan handelson dernemingen, oultuur-maatschappijon, stoomvaartlijnen enz. en dikwijls alsdus den bloei dier maatschappijen en te gelijk het algemeen belang heeft kunnen bevorderen zal door een goed bezoldigd baantje aan dergelijke maatschappijen aan te negien, ook al weet hij zeker steeds eerlijk niet dan zijn plicht gedaan te hebben, het zijn opvolgers minder gemakkelijk maken bij hun beslissingen uitsluitend met het alge meen belang rekening te houden. „Maar er is meer. „Vau de vrouw van Caesar mag zelfs geen kwaad gedacht worden. En zeer hoo ge ambtenaren moeten riiefc aanmerkelijk minder goed op him reputatie passen dan de vrouw van Caesar. Zeer velen in den lande, die, naar rnr. Marchant ons me dedeelt, ergernis gevoelen, gevoeleQ dan die ergernis, omdat zij denken „voor wat, hoort wat"; die meneer zou de belooiiing in den vorm van dat commissariaat niet gekregen hebben, indien hij zich als ambte naar niet buitengewoon verdienstelijk voor dio maatschappij had gemaakt. Een ge woon hooge ambtenaar moet eenigszins met het feit rekening houden, dat er te veel menschen zijn, die klaar staan iemand op eenige zwakke aanwijzingen van de groot ste 6churkachtigheden te beschuldigen. Do heer Marchant heeft vele verwante zielen en geesten. „Wij zeggen „eenigszins" met dat feit rekening houden. Eenigszins, omdat heb prestige van het hooge ambt, vroeger door hem bekleed, dat eischt. „Doch wij beweren allerminst dat de vrees voor lasteraars en voor kwade ton gen die nooit geheel zwijgen gewe zen ambtenaren moet dwingen, door ont slag of pensionneering, tot werkloosheid gedoemd, zich te houden buiten alle parti culiere zaken, waarvan zij in ambtelijke loopbaan kennis, waarvoor zij belangstel ling hebben opgedaan. Dat is noch in het algemeen belang, noch redelijkerwijs van die ambtenaren te eischen. En het is dwaasheid zulk een eiscli bijv. te stellen aan een man in de kracht van zijn leven, aan een energiek figuur als Van Heutsz, die tijdens zijn goheele officieele loopbaan gezegd heeft tot de kolonistenwerkt, exploiteert de rijkdommen van Indië, ont wikkelt zijn industrie en cultures, daarme de maakt gij den inlander rijker en onzo kolonie krachtigor. Iemand als de oud- gouverneur-generaal Van Heutsz, op be trekkelijk jongen leeftijd reeds gepension- neerd hooge ambtenaar, leeft met zijn ge dachten nog in het land, waar hij zooveel jaren gewerkt heeft. Men kan niet eischen dat hij zich vergenoegt met het werk dat b.v. een hoenderfokkerij op de Veluwe hem zou kunnen geven. En dat. zulk een man bezig blijft met Indië en Indische zaken, dat hij zijn groöte gaven, zijn groote ken nis voor Indische zaken beschikbaar -blijft stellen heb is nooh verbazingwekkend, noch o-fkeu ringswaardig. Onder het opschrift „Geen soh ei da ge r e c h t!" schrijft A. H. in het Or gaan" der Necl. Ver. van Spoor- en Tram wegpersoneel: „Wanneer minister Regout bezig is de Nederlandsclie Verecnigin# te bestrijden in de Tweede Kamer, een werkje, waarbij de liberale cn vrijzinnig-democratische heeren Roodhuijzen en Ketelaar even glunder lachen als de coalitie-vrienden des minis ters; wanneer deze excellentie de verdor venheid onzer organisatie weer eeüs voor de zooveelste maal aan de kaak wil stelien, dan weten wij nu wel, dat hij het met de waarheid nu niet zoo erg nauw neemt. „In den regel gaat hij daarbij echter handiger te werk dan de laatste maal, toen hij in de vergadering van de Tweede Ka mer op 21 Deo. j.l. beweerde, dat Snee vliet, zelfs zonder eenigen vorm vao scheidsgerecht, eenvoudig zou aan den dijk gezet zijn. „Natuurlijk weet deze excellentie «eer goed, dat dit onwaar is; dat wij in onze vereeniging wel degelijk een hooger be roep kennen, namelijk op de Algemeene Vergadering, die na hoor en wederhoor haar beslissing neemt. „De heer De Stuers zei in de Tweede Kamer, dat hij zeer verwonderd was „ov9.* het zonderlinge begrip, dat de minister van Waterstaat blijkt te hebben omtrent de eenvoudigste elementen van eergevoel „Als de heer De Stuers dezen minister zoo go >'1 kende, als wij, zou hij niet meer 'verwondert! zijn." Toen de kapitein van de Harwich- boot „Clacton", liggende, aan de Parkkade te Rotterdam, gietermorgen in z(jn hut kwam, werd hy door een inbreker tegen het lyf ge- loopen, dio, door den kapitein achtervolgd, den wal opvluchtte. In de Parklaan slaagdon twee politie agenten, die op het geroep van „houd den dief!" toeschoten, er in, den dief te grij pen. Het bleek do 19-jirige zwerver J. A. S. HU «tond gesignaleerd: lo. tot het ondergaan van 6 maanden gevangenisstraf, waartoe hy te Amsterdam wegens Inbraak was veroor deeld; voorts als gedeserteerd van het korps genie te Utrecht en als ontvlucht uit het Ryksopvoedingagesticht te Leidon. Uit de hut van den kapitein bleek gestolen: een porte feuille met Engelsch bankpapier, een regen jas en een gouden horlogo met ketting. Twee medeplichtigen wiston to ontvluchten. Te Zuidbroek is giste rmor- gen de locomotief van een goederentreia van Nieuweschans naar Groningen ont spoord, ten gevolge waarvan de reizigers van den personentrein uit Groningen, cJ:e om 7.48 te Winschoten aankomt, moesten overstappen, /eel vertraging was van een en nder het gevolg. Een aardappelhandelaar to, Groningen tracht handelsbetrekking in veler-; !oi talen aan to knoopen. Zoo o a. met zyn( Vlaamsche gtaragonooten ln hst volgend#' Fransch Monsieur, Nous avoir l'honr.eur tous nos prixcouraot^ présenter, et garander nous Importation de promicr qualitó. Nous démandez Ie payment da la montant du facturo choz Exportation contre tfélivrancho dos documents, payab'o chez la baisque. «&Co. G. Ou, cóla voua Targent d'abord au noa comptoirs désiror euvoyor. Votres estime ordres attenda Avec nos salutations X Do landbouwer T i o k e, ran het landgoed Reuenberg te Losser ia door het op hol siiaan van zijn paard on van een wagon gevallen en bleef op de plaats dood. Te Elet werden uit de gang van do O. L. school, tijdens de avond school een tweetal jassen ontvreemd, een, waarin nogal geld was. Uit eeD direct in gesteld onderzoek bloek, d* dader een 11-jarige jongen, genaamd v. R., de ont vreemde kleedingstukken werden thuis uit een bedstede door de politic opge diept. Do districts besturen in Beieren hebben groote boete opgelegd aan kerkelijke stichtingen en arme gemeenten, die zich niet sne) genoeg op de „Bavri- sohe Staatszeitung, het nieuwe orgaan van de Beiersche regeering, geabonneerd hebben. De directies van de spoorwegen hebbei» een oekase uitgevaardigd, die be veelt om de nieuwe krant in alle wacht-» kamers van stations ter lozing te leggen. Het schijnt, dat men een beslissing van het administratief hooggerechtshof over de wettigheid van liet optreden van de ro- geering zal uitlokken. De weduwe Dartois wonen-» de in de rue de Rome te Parijs, kreeg dezer dagen bezoek van vier goedgeklee- de heeren, die zich bekend maakten als de politiecommissaris van de wijk, diens secretaris en twee rechercheurs. Op het verlangen van do dame vertoonden zij een oogenschijnlijk volkomen in orde zijnd be vel tot huiszoeking. De beambten verzocht ten de weduwe een in de kamer aanwezig geldkistje te openen, daar het hier een diefstal van juweelen gold en men me vrouw Dartois voor de heelster hield. Deze kreeg argwaan, vooral toen de bezoekers onrustig werden bij het overgaan van de huisbel. Hoewel de politie-commissaris haar waarschuwde, dat verzet haar niets zou baten, ja zelfs de ergste gevolgen kon hebben wist zij op een gegeven oogenblifc de deur uit te glippen en de straat te bereiken. Hierop verlieten de mannen door een achterdeur ook het huis. Me vrouw Dartois ijlde naai* een politiepost en spoedig waren eenige werkelijke politie-» beambten het viertal op do hielen, dat korten tijd later in een kroeg werd gear resteerd. Het bleken oude bekenden van de politie te zijn. De Hambui* gsohe politic heeft een 63-jarigen gewezen opticien en fotograaf, die 6edert geruimen tijd ver pleegde was in het stedelijk werk- en armenhuis, wegens het vervaardigen van valsche munt, gearresteerd. Eenige dagen geleden vond rnen onder zijn bed een valsch tweemarkstuk. De politie hield het oog op liern gedurendo zijn uitgangsdagen en con stateerde dat hij in een afgelegen stadsge deelte oen kamer gehuurd had, waar hij een complete valsche munterswerkplaata ingerioht had. Do politie nam een aantal gereedschappen en valsch geld in beslag. De munten waren vervaardigd van tin en gemakkelijk van echte munten te onder scheiden. Meestal gaf hij de door hem vor- vaardigde munten uit aan straatventers in donkere hoeken waar zij slechts oppervlak* kig konden bekeken worden. Het bleek, dat de gearreeteerdc vroeger reeds twin-» tig jaar wegens valsche muuterij in de ge vangenis heeft gezeten. Do Londensche rochters sch Ij- non niet bepaald zachtaardig om to springen meb luie vrouwen, dio haar huishouden op schromeiyke wyze verwaarloosen. Do magistra ten van het district Exeter kregen Woensdag te doen met eon zekere Margaret Whatley, die, volgens haar man, „met geen tien paar den uit haar be l. was te krygon" en do twee kinderen schandelijk verwaarloosde, voor welk# feiten z.y dan oo'c terecht moest staan De man van de slaapzieke dame verklaard® als getuige, dat zU op 28 December naar bed was gegaan en dat hy haar niet eer op de been had gezien dan op dat oogenblik. voor do gestrenge heeren reeh ors. Men had hem aan geraden om haar eenvoudig geen eten te go* ven, maar dat kon hij niet over zUn hart ver: krijgen. Voorzoorer hU wist, mankeerde zya ▼rouw ln 't geheel niets. Ze was 3alleen maar verschrikkelijk lui." En daarop velden de Edelstrengon vonnis en stuurden de vrouw voor vier maanden naar een gevangenis, om daar dwangarbeid te ver. richten. Aan een dokter zal worden verzocht, haar goed waar te nemen en te vorzoigen, in de hoop, dat geregeld werk de blijkbaar niet recht w(jze vrouw weder in 't bezit harer gees* telyke en lichamelyke vermogens zal stellen. Een nieuwe lekkerny. Voor menschen, die altoos xitton te peinzen wat z(j nu weer eens voor nieuw gerecht zullen genieten komt een terblydende tyding uit Austrahö. Namelyk dat de bekende blikjes* flrina Armour, uit Chicago, een groote kan goeroe-fok kerU hoeft aangekocht te Broome, West-Auetraliö, en daar zal overgaan tot het fokken dier beesten op groote schaal, zoowel met hot oog op de huidon, als tot het ver krijgen van de hooggeroemde kango«roe- etaarten, volgons die het konoen oen ultgo* sochte lekkernij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1913 | | pagina 5