XcHBSCËT DACFSIIA1), Dinsdag 24 December. Tweede Blad. Asmol912.
1621!.
'i, I Ofiïcieele Kennisgeving.
I lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan-
PERSOVERZICHT.
KENNISGEVING.
AANGIFTE
ter Inschrijving; voor de Militie.
I pc BURGEMEESTER der Gemeente Leï-
I 0en brengt ter kennis van belanghcbbcn-
19 den, inzonderheid van de in het jaar 1894
geboren mannelijke personen, of van hnn
vader, moeder, voogd of curator, dat bij de
yilitiowet (Staatsblad 1912, No. 21) hot
jülgênde is bepaald.
Artikel 12.
I. Behoudens het bepaalde in art. 13 wordt
I tcor de militie ingeschreven
der, die op 1 Januari van het jaar, vol-
I gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar
beeft volbracht, binnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaats heeft, of wiens vader, moeder
I of voogd op genoemd tijdstip in oen dier
Bijken woonplaats heeft;
2o. ieder meerderjarig mannelijk Nexler-
fender, die op genoemd tijdstip in oen der
genoemde Rijken vroonplaats hoeft;
3o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die
op genoemd tijdstip ingezetene van het
Bijk is.
2. Voor ingozebepo in den zin dezer wot
I wordt gehouden:
A. de minderjarige niet-Nederlander, die
I binnen het Rijk woonplaats heeft:
lo. indien zijn vader, moeder of voogd
1 binnen hot Rijk woonplaats heeft en ge-
I durende de voorafgaande achttien maanden
I fn het Rijk of in de koloniën of bezittin-
I gen des Rijks in andere werelddeelen woom-
I plaats gehad hoeift;
2o. indien hijzelf gedurende de vooraf-
I gaande achttien maanden in het Rijk of
I in de koloniën of bezittingen des Rijks in
I andere werelddeelen woonplaats gehad heeft,
I tenzij hij in den zin dezer wet een vader
I of moeder heeft en deze elders dan binnen
I bel Rijk woonplaats heeft;
B. de moer der jarige niet-Nederlander, die
I binnen het Rijk woonplaats heeft en ge-
I durende de voorafgaande achttien maanden
I in het Rijk of in de koloniën of bezittingen
I des Rijks in andere werelddeelen woonplaats
I gehad heeft.
3. Voor de toepassing van het bepaalde
I in het vorig lid wordt gehouden:
voor minderjarig hij1, die minderjarig is
i in den zin dor Noderlandsche wet;
voor meerderjarig hij, die meerderjarig is
I in den zin der Noderlandsche wet.
Artikel 13.
Voor de militie wordt niet ingeschreven:
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die
blijkt to Jjehooren tot een Staat, waar de
Nederlanders niet aan den verplichten krijgs
dienst zijn onderworpen of waar ten aan
zien van den dienstplichfc het beginsel van
Wederkeerigheïd is aangenomen;
2o. hij, die blijkt in de koloniën of bezit
tingen des Rijks in andere werelddeelen woon
plaats te hebben, mits dat niet rij ter zake
van krijgsdienst.
Artikel 14.
1. De inschrijving geschiedt:
lo. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
Bd, onder lo.
a. zoo zijn vader, moeder of voogd bin-
fien het Rijk woonplaats heeft, in de ge
meente der woonplaats - van vader, moeder
of voogd
b. zoo hij binnen het Rijk woonplaatte
heeft, in de gemeente zijner woonplaats, ten-
rij hij in den zin dezer wet oen vader,
moeder of voogd heeft en deze in een andere
gemeente binnen het Rijk woonplaats heeft;
c. zoo zijn vader, moeder of voogd in
het Duitsche Rijk ©n hij niet binnen het
Rijk. woon plaats hooft, in de gemeente Am-
Iter dam
d. zoo zijn vader, moeder of voogd in
het Koninkrijk België en hij niet binnen
het Rijk woonplaats hooft, in de gemeente
Rotterdam
c. zco hij in het Duabschie Rijk cn zijn
Vader, moeder of voogd binnen het Rijk
Cf in hot Koninkrijk België woonplaats heeft,
in do gemeente Amsterdam;
f. zoo hij in het Koninkrijk België on
'rijn vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk of in het Duitsche Rijk woon
plaats heeft, in de gemeente Rotterdam;
2o. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, Qnder 2o.
a. zco l^ij woonplaats heeft binnen het
Rijk,' in de gemeente zijner woonplaats;
te zco hij woonplaats beeft in het Duitsche
Rijk, in de gemeente Amsterdam;
e. zoo hij woonplaats heeft in het Konink
rijk 'België, in de gemeente Rotterdam;
oo. A. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 3o., indien hij minderjarig is;
a, zoo zijn vader, moeder of voogd bin-
tlen het Rijk woonplaats heeft, in de ge-
toeente der woonplaats van vader, moeder of
Voogd
b. zoo hij in den rin dezer wet geen
Vader, moeder of voogd beeft of zoo zijn
Voogd niet binnen bob Rijk woonplaats heeft,
in de gemeente, waar hij zalf woonplaats
heeft;
B. van hom, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 3o., indien hij meerderjarig is;
Sn do gemeente, waar hij woonplaats hooft.
2. De in het vorig lid als plaats van
inschrijving aangewezen gemeente is die,
toaar de woonplaats geVestigd is of was op
1 Januari Van het jaar, volgende op dat,
toaarin do in te schrijven persoon hot 18de
teVensjaar volbracht. Ten aanzien van hem,
toiens inschrijving te Amsterdam of to Rot
terdam moet gescliioden wegens woonplaats
Vnderscheidenlijk in heb Duitsche Rijk of in
Ifet Koninkrijk België, wordt de gemeente,
fraar de inschrijving moet plaats hebben,
'bepaald naar het Rijk, waar do woonplaats
fevestigd jq of wa^ op I J.annari vtvq hot
jaar, volgende op dat, waarin de in te
schrijven persoon het 18de levensjaar vol
brachte
Artikel 15.
1. Hij, die volgens art. 12 moet worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe aan
te geven bij den burgemeester der gemomte,
waar de inschrijving moet geschieden.
2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rust
de verplichting tot hot doen van de aan
gifte:
a. indien het een minderjarige betreft, op
zijn vader, moeder of voogd, mits de vader,
moeder of voogd binnen het Rijk, in het-
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Bel
gië woonplaats heeft-, of indien de voogdij
is opgedragen aan een rochtsparsoon 1 ijkheid
bezittende verecniging, aan een stichting of
aan een instelling van weldadigheid op
de bestuurders
b. indien hot oen meerderjarige betreft,
die onder ouratoele staat, op zijn curator.
3. Do minderjarige, die in den zin dezer
wet geen vader, moeder of voogd heeft, of
wiens vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk. in hot Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België woonplaats heeft, is, be
houdens het bepaalde in het volgende lid,
steeds zelf tot het doen van de aangifte
verplicht.
4. Hjj, die is opgenomen in een der in
art. 16 vermelde gestichten en inrichtin
gen of behoort t-ot de iii het tweede lid
van genoemd artikel bedoelde personen dan
wel in dienst is bij de zeemacht, bij het
leger hier te lande of bij de koloniale troe
pen, behoeft niet ter inschrijving te wor
den aangegeven.
5. De aangifte gesoliicdt in de maand
Januari van het jaar, volgende op dat, waar
in dein to schrijven persoon het 18de levens
jaar volbracht.
6. Voor hem of haar, die tot het doen
van do aangifte verplicht is, kan dc aangifte
geschieden door een ander, daartoe schrif
telijk gemachtigd.
Artikel 16.
1. De bestuurders van krankzinnigen-,
idioten-, doofstommen- cn blindemgestichten,
van gevangenissen, vau rijkswerkinrichtin
gen, van rijksopvoedingsgestichten en van
tuchtscholen zenden jaarlijks vóór 10 Januari
een opgave, ingericht in den door Ons te
bepalen vorm, van de daarin opgenomen
mannelijke personen, die alsdan voor do mi
litie moeten worden ingeschreven, aan Onzen
commissaris in de provincie, binnen welke
de inschrijving moet plaats hebben.
2. Ten aanzien van de mannelijko perso
nen, die ingevolge art. 39 van het "Wetboek
van Strafrecht ter beschikking van de Re
geering zijn gesteld en niet in een Rijks-
opvoodingsgeatioht zijn opgenomen, geschiedt
gelijke opgave vanwege Onzen Minister van
Justitie.
3. De inschrijving van-de in het eerste en
het tweede lid bedoeldo jiersonen, zoomede
van die, welke in dienst zijn bij de zee
macht, bij het leger hier te lande of brij de
koloniale troepen, geschiedt overeenkomstig
door Ops te geven voorschriften.
Artikel 17.
1. Voor de militie wordt ook ingescltre-
o£ wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannol ijk Nederlan
der, die na 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin hij hot 18de levensjaar
volbracht en vóór het intreden van het 21ste
levensjaar zijn woonplaats binnen liet Rijk,
in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
België gevestigd heeft en wiens vader, moe
der of voogd niet reeds in oen dier Rijken
woonplaats had
2o. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die niet in oen der genoemde Rijken
woonplaats hoeft, doch wiens vader, moeder
of voogd na 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, Waarin dc minderjarig© het
18de levensjaar volbracht, en vóór het intre
den van dions 21ste levensjaar zijn c-f haar
woonplaats binnen een- dier Rijken gevestigd
hoeft;
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na
1 Januari van het jaar, volgende op dat,
Waarin hij het lSde levensjaar volbracht, en
vóór hot intreden van het 21ste levensjaar
Nederlander of opnieuw Nederlander is ge
worden, zoo hij of zijn vader, moeder of
voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk
of in het Koninkrijk België woonplaats hoeft
4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die na 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar volbraoht, en vóór het introden van het
21ste levensjaar zijn Woonplaats binnen het
Rijk, in hot Duitsche Rijk of in het Ko
ninkrijk België gevestigd heeft;
5o. ieder mannelijk meerderjarige, dio na
1 Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, cn
vóór het intreden van het 21ste levensjaar
Nederlander of opnieuw Nederlander is ge
worden, zoo hij binnen het Rijk, in het Duit
sche Rijk of in hot Koninkrijk België woon
plaats heeft;
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na
1 Januari van liet jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van hot 21ste levensjaar
ingezetene of opnieuw ingezetene is gewor
den in den zin van art. 12, tweede lid;
7o. hij, die vóór liet intredon van het
21ste levensjaar ophoudt te verkeeren in een
der gevallen, bedoeld in art. 13, indien hij
overigens, hetzij volgens art. 12, hetzij vol
gens het hiervoren onder lo.6o. bepaalde
ingeschreven zou moeten Worden.
2; Met betrekking tot het bepaalde onder
lo—6o. gelden art. 12, laatste lid, en art. 13.
3. Ton aanzien van de gemeente, waar
de inschrijving of de inschrijving opnieuw
moet geschieden, geldt art. 14, eerste lid,
met dien verstande, dat de plaats van in-
schrijving Wordt bepaald naar de gemeente of
het Rijk, Waar de woonplaats gevestigd id
of Was op den dag, waarop de in te schry-
ven persoon of zijn vader, moeder of voogd
is geraakt in een der in het eerste lid
van dit artikel omschreven gevallen.
4. Teil aanzien van do aangifte of opgave
te? in^lirijyinj[ pf ter inschrijving oj^ieiiw
gelden de artt. 15 e<n 16, met dien ver
stande, dat de aangifte geschiedt binnen
dertig en de opgave binnen tien dagen na
den dag, Waarop de in be schrijven persoon
of zijn vader, moeder of voogd is geraakt in
een der in het eerste lid van dit artikel
omschreven, gevallen.
Artikel 102.
1. Met hechtenis van. ten hoogste veer
tien dagen of geldboete van ten hoogste
honderd vijftig gulden wordt gestraft
le. de in art. 15, eerste of tweede lid,
bedoelde persoon of diegeneder in laatst
genoemd lid bedoeld© bestuurders, die niet
voldoet aan een hem bij dat artikel of bij
art. 17 vierde lid, opgelegde verplichting;
2e. Met gevangenisstraf van ten hoogste
twee maanden of geldboete van ten hoogste
zeshonderd gulden wordt gestraft hij, die op
zettelijk oen der in het eerste lid bedoelde
feiten ploegt.
De bijzondere aandacht wordt er op ge
vestigd, dat bij do 'in art. 15 vermelde aan
gifte. ter inschrijving gelegenheid bestaat om
op te geven de reden va.n vrijstelling, die
de in te schrijven persoon vermoedelijk zal
kunnen doen gelden.
"Waar in het bovenstaand© sprake is van
vader, moeder of voogd, heeft zulks be
trekking op minderjarigen en strekt de uit
drukking „vader" voor het geval, dat d<e|
vader de ouderlijke macht of de voogdij
uitoefent; de uitdrukking „moeder" voor het
geval, dat de moeder de- ouderlijke macht
of voogdij uitoefent; en die uitdrukking
„voogd" voor het geval, dat over den min
derjarige voogdij wordt uitgeoefend door
een ander dan den vader of de moeder. Do
uitdrukking „curator" heeft betrekking op
meerderjarigen en strekt voor het geval,
dat deze onder curateele staan.
Waar in het bovenstaande sprak© is van
woonplaats, wordt ten aanzien van hen,
die geen vrijwillige woonplaats hebben, daar
onder verstaan de plaats, waar zij werkelijk
wonen, zoo deze ontbreekt, de plaats van
verblijf.
Voorts worden belanghebbenden verwittigd
dat tot de bovenbedoelde inschrijving meer
bepaald zitting zal worden gehouden in hot
Raadhuis (Kamer No. 9) alhier van
des voormiddags tien uren tot des na
middags twee uren;
op Donderdag 2 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met do letter
A of B tot cn mot BI;
op V r 'ij d a g 3 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter
B van Bo af, of C;
op Zaterdag 4 Januari voor lien,
wier familienaam aanvangt met de letter
D, E, F of G;
op Maandag 6 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter
H, I of J;
op Dinsdag 7 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter K;
op Woensdag 8 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter
L of M;
op Donderdag 9 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met do letter
N. O of P;
op V r ij d a g 10 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter
Q, 11 of S;
op Zaterdag 11 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter
T, U of V;
op Maandag 13 Januari voor hen,
wier familienaam aanvangt met de letter
W, X, Y of Z;
zullende van elkeen, die tot de aangifte
verplicht is, een uittreksel uit het geboorte
register betreffende den in te schrijven per
soon of de overlegging van het huwelijks-
boekje van diens ouders worden gevorderd.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 24 December 1912.
Kamers van Arbeid voor de Boaw-
bedrij veil, de 'Vextielnij vos held,
de Voediuga- eu Genotmiddelen
en de Winkel- en tiroisiersbe*
drijven.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid
en Let Koninklijk Besluit van 6 Januari
189S (Staatsblad No. 20) tot vaststelliug
van een kiesreglement voor die Kamers;
Herinneren de hoofden of bestuurders
van de navolgende bedrijven:
A. vertegenwoordigd m de Kamer v-m
Arbeid voor de Bouwbedrijven:
lo. het bewerken van hout, steen oi me
talen;
het leggen van electrische geleidingen
of van gas- cf waterleidingen;
het schilders-, stoffeerders-, behanger»-,
beiers-, stukadoors-, mandenmakers-,
aardwerkers- en straatmakersbedrijf
het ontwerpen van en het houden van
toezicht bijliet uitvoeren van bouw
plannen;
2o. de boek-, couranten-, steen- en plaat-
drukkerijen en de lettergieterijen;
de boekbinderijen
de cartonnage- en de photographie-
inrichtingcn
B. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de Textielnijverheid:
de spinnerijen, weverijen, ververijen,
bleekerijen en drukkerijen van wol, katoen
of linnen;
de katoonvlechterijen, de neteenmake-
rijen, de breierijen, de watten-, kapok-,
of veerenbereiderijen, de zadelmakerijen,
de vellenblooterijen, de leerlooierijen en
de zeemlederfaJbrieken;
het vervaardigen van kleedoren, hoeden
of schoeneiiA
de waseh- en strijkinrichtingen en de
kleederververijen;
C. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor deVoedings- enGenot-
middelen:
lo. de brood-, koek-, beschuit-, suiker- en
banketbakkerijen
de cacao- en de chocolade-, de meel- en
de zuivelfabrieken;
de tabak- en sigarenfabrieken;
de bierbrouwerijen, de jenever- en de
likeurstokerijen benevens de mineraal-
waterf abrieken;
de slagerijen;
de zeepfabrieken;
io. de fabrieken van verduurzaamde
levensmiddelen;
D. vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de W i n k e 1- e n G r o s-
iersbedrijven:
de winkel en de grossiersbedrijven, voor
zoover die niet zijn of zullen worden ver
tegenwoordigd in een andere Kamer van
Arbeid, waarvan het gebied zich over do
gemeente Leiden uitstrekt;
aan hun verplichting om vóór 15 Januari
e. k. een lijst of zoo noodig lijsten op te
maken van de namen en do voornamen der
mannelijke en vrouwelijke personen, die in
hun bedrijf binnen het gebied der bovenge
noemde Kamers van Arbeid, welk gebied
zich' alleen over de gemeente Leiden uit
strekt, als patroonsofin hun dienst
als werklieden werkzaam zijn geweest
gedurende het laatst verloopen kalender
jaar, voor zooveel de onder A 2o., B, C lo.
en D genoemde bedrijven betreft, of ge
durende het laatste tijdvak van 7 maanden,
waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd
onder A lo. en C 2o.
en om die 1 ij s t of 1 ij s t e n v ór 15
'Januari s. k. aan hun College i n te
zenden.
Onder p a t r o o ns verstaat de wet do
hoofden of bestuurders van een bedrijf,
waarin ten minate één persoon boven de
twintig jaar tegen genot van loon werk
zaam is, en allen, die op het beheer der
lioofdcn of bestuurders toezicht houden, be
nevens hen, die door het hoofd of den be
stuurder van een bedrijf in den regel belast
worden met het ontwerpen van wetenschap
pelijke plannen en modellen of met het doen
van wetenschappelijke proeven, de procu
ratiehouders, alsmede de persondie Dij
ontstentenis van het Loofd of den bestuur
der van het bedrijf, dat hoofd of dien oe-
8tuurder vervangen.
Onder werklieden verstaat de wet
alle anderen, die tegen genot van loon n
een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege
nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over
anderen uitoefenen.
Op die lijsten mogen niet ver
meld worden zij, dio gedurende aet
laatst verloopen kalenderjaar, waarin in do
onder A 2o, B, C lo. en D. genoemde be
drijven is gewerkt of, voor zooveel de onder
A lo en C 2o vermelde bedrijven betreft, die
gedurende het laatste tijdvak van 7 maan
den, niet binnen het gebied der bovenge
noemde Kamers van Arbeid bij hetzelfde
hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam
zijn geweest.
Op die lijsten behoeven niet ver
meld te worden zij, die geen ingeze
tenen des Rijks, cf geen Nederlanders zijn
of die op den 15den Februari e.k. den leef
tijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt.
Zij, die gedurende het laatstverloopen ka
lend er jaar, waann de onder A 2o, B, C lo
en D genoemde hedrijven is gewerkt, of voor
zooveel de onder A lo én C 2o vermelde be
drijven betreft, gedurende het laatste tijd
vak van 7 maanden, niet in. heb bedrijf van
hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder
zijn werkzaam geweest, en die aanspraak
kannen maken om geplaatst te worden op
een kiezerslijst voor bovengenoemde Ka
mers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Ja
nuari e.k. aangifte te doen bij Burgemees
ter en Wethouders voornoemd.
Do formulieren dezer aangif
ten, zoomed© dio der 1 ij sten zijn
kosteloos voor belanghebben
den ter Gemeente-Sccre tarie
verkrijgbaar.
Voorts worden de hoofden en bestuur
ders van de hierboven genoemde bedrijven
er, vcor zooveel noodig, aan herinnerd, dat
het opmaken en inzenden der lijsten een
verplichting is, tegen wier niet-nakoming
straf is bedreigd bij artikel 43 der wet op de
Kamers van Arbeid, luidende als volgt:
,,H ij, die wederrechtelijk niet
voldoet aan oen hom in ©o - igon
krachtens dvs Wpt uitgevaar-
digden algemeenon maatregel
van bestuur opgelegde ver
plichting, wordt gestraft mol
hechtenis van ten hoogste veer
tien dagen of geldboete van ten
hoogstevijfen zeventig gu Ide n".
Bu r Ti Wftenml"n K>rnoemd,
N. C. DE GIJSELAAR
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden, 24 December 1912.
In een driestar Nauw verband zegt
„H etCent r u ra":
In het merkwaardige o n d e r w ij s r a p-
p o r t der commissie van den Algemeenen
Bond van R.-<K. Kiesvereenigingen komt ook
het nauwe verband tusschen de oplossing
van het onderwijs-vraagstuk en de salarieo-
ring der onderwijzers behoorlijk tot zijn
recht.
Het rapport brengt in herinnering, hoe
in vroegere jaren de onderwijzers bij het
bijzonder onderwijs aan den lijve ondervon
den hebben, wat zij voor hun overtuiging
over hadden.
Het zijn inderdaad vooral die onderwij
zers geweest, die den schoolstrijd niet
slechts hebben gestreden, maar ook gele
den, ©n wier beginselvastheid en opoffe
ringen niet hoog genoeg kan worden aan
geslagen.
Gelukkig hebben de latere jaron in dien
toestand verbetering gebracht, maar het is
overbodig te zeggen dat er nog veel te
wenschen overblijft.
De financieele gelijkstelling van openbaar
en bijzonder onderwijs moet ook de gelijk
stelling brengen van de salarieering der on
derwijzers.
Het is niet meer dan billijk.
De commissie wijst in het rapport den
weg aan, waarlangs die naar haar oordeel
zal kunnen geschieden, en de wijze, waar
op zij de bezoldiging wenscht geregeld te
zien, lijkt alleszins rationeel.
Het rapport omvat aldus de school-kwes-
tie in haar geheel, want het is duidelijk,
dat zonder een behoorlijk gesalarieerd
en gelijkelijk behandeld onderwijzerskorpa
op den duur ook het onderwijs, of althans
een deel van het onderwijs, daarvan de wu
deelige gevolgen zal ondervinden.
Wanneer men zich hiervan onder ons goed
overtuigt en van de», anderen kant niet zteh
overgeve aan den waan, dat de salaris-re
geling geheel afzonderlijk in definitieven
zin kan worden opgelost, zal de eensgezind
optredende katholieke partij bij de regeling
dezer belangrijke materie een kraebtigen
invloed ten goede kunnen uitoefenen
De „Nieuwe Rotterdainsoh©
Courant" maakte enkele kantteek e-
ningen'' op het begrootingsd ebat
in de Tweede Kamer.
Op de waag wat het heeft opgeleverd,
antwoordt zij o. a.
Voor de Regeering niet veel; te weinig,
naar wij meenen, voor een regeering, die
met zoo grootoch program binnenkort
-meer dan vijf jaren aan het bewind is ge
weest. Van de zijde der naaste geestver
wanten, de anti-revolutionnairen en
Roomsch-Katholiekon, zijn slechts flauwe
klanken gehoord: verontschuldiging, ver
goelijking van het tekort; geen enkel
woord, waaruit eenige bezieling sprak.
Heeft men het ooit meer gezien in ons
land, dat een kabinet aan don vooravond
van de algemeen© verkiezingen door rijm
aHernaaste geestverwanten zoo nuchter
werd toegesproken, als ditmaal het geval
is geweest?
Zeer zeker; maar dan waren het kabi
netten, die zei ven wel wisten, dat de tijd
van heengaan voor hen was gekomen.
Minister Heemskerk daarentegen ontplooi
de verleden week een nieuw uitgewerkt
Regeeringsprogram, omvangrijk genoeg
om over de afwerking twaalf jaren te doen.
Hij leeft op de toekomst. Men bewondert
zijn volharding en zijn moed, en vooral ook,
dat hij nog opgewektheid gevoelde, om in
tweeden termijn aan de discussie deel te
nemen, nadat van de zijde der partijen,
waarop zjjin kabinet steunt, geen schijn van
weerklank op zijn verkiezingsprogram was
vernomen, geen teeken van bijval, geen
aanmoediging volstrekt niets. Men liet
den Minister met zijn tweede troonrede"
het pooverst figuur slaan dat denkbaar is.
De arme.
_Over de coalitie:
Verwacht men nog, dat in den lande voor
zulk een coalitie cie fakkels zullen worden
ontbrand
Intusschen, de coalitie z a 1 op vast ac-
coord worden hernieuwd. Daar is geen
twijfelen aan. Nu de man, die sinds jaren
trouw het loflied aanhief van het hooge
ideaal en de gemeenschap des harten, die,
naar het heette, de coalitiepartijen ver
bomden, met de rondborstige erkentenis
voor den dag is gekomen, dat de vraag,
omtrent de verdeeling van de zetels d o
vraag is, die over het al of niet bersten"
van de coalitie heslist; nu deze man ten
aan/zien van zijn platvloersche opvatting
ondervindt van de coalitie nog slechts
tegenspraak van den, tegen den zin van zijn
eigen hoofdbestuur in verkozen nieuwen
afgevaardigde voor Ommen, nu is, om
zoo te zeggen, het accoord er. Een ieder
die som maken. Reken maar uit, wat
om enkele voorbeelden te noemen
Leiden, Bodegraven, Gorinohem, Enkhui
zen en zoovele meer, waard zijn... zonder
coalitie.
Wij durven verder gaan. Bedriegen do
voorteekenen, en de beminnelijke wijizo,
waarop minister Heemskerk den afgevaar
digde voor Ommen te gomoet is getreden,
niet zeer, dan zal óók de heer Bichon van
IJsselmonde, als hij zich andermaal candi-
daat wil laten stellen ziju maiden
speech gaf waarlijk geen reden, hem daar
van af te schrikken mede in het ac
coord worden begrepen. Wie, verwedt er
wat om?
D© New-Yorksch© politie.
Uit New-Yoik wordt gemeld, dat wederom
onthullingen oror de politie zeer roei sonsai 10
wekken Er zijn weer vorBchillpnde nieuwe
g9vall6n van omkooping aan het licht gok. mon.
En do stodelfjke commissie, dio thans een
onderzoek naar de toestanden in 't politiekorps
instelt, kreeg varklaringen dat tal van eige
naars van verdachte hotels aan boogero politie-
boambton belangrijke sommen betaalden, het
geen ten gevolgo had dat zo door do politie
ongemoeid werden geiateD.
Men verwacht tal van inhechtenisnemingen.
Becker, de New-Yorksche politie-commis-
saris, die in verband met den moord, ge
pleegd op den speelhuishouder Rosenthal
ter dood veroordeeld was, zou volgens
het vonnis geëlectrocuteerd worden „in
de week, aanvangende 9 December". Daar
Becker eohter van het -vonnis in appèl 13
giekomen, is de voltrekking der doodstraf
voor onbepaalden tijd uitgesteld. Becker
houdt zich thans bezig met de bestudeering
Vaji het dossier, ten einde een bezwaar
schrift op te stellen. Het zal nog wel zes
maanden duren voor de zaak in hoogers
instantie voorkomt.