Ijfo. 162Ö5.
IiEEDSCK DAGBLABj Èmsdagf 17 SJecember. Tweede Bïad.
Anno 1912.
Offieioele Kennisgeving.
LANDWEER.
Nader Onderzoek.
Tweede Kamer.
Buitenlandsch Overzicht.
FE UILLETON.
Ken oud Devies
Burgemeester ©n Wethouders dor gemeente Lelden;
Oetlen de eenschrÜTlng ren den Commandant in het 28ste Landweerdietrict van den
I juDecember 19li, No. 247 omtrent NADER ONDERZOEK van verlofgangers ran de
Brongen by deae ter epenHare kennis, dat de hieronder genoemde verlofgangere der
Ltidireer op den achter hunnea naam vermelden tyd ea plaats moeten verschenen tot het
JJJer onderzeek bedoeld by art. 84 der Lsudweertret;
Namen en Voornamen.
Zich aan te melden
Datum en Uur. PI a ate. By wien
1911
1912
1104
1109
Kok, Hendricus Johannes
Scbrieke, Jacobus Johannes
8iera, Gsrardua
Zwart, Leonardus
Woensdag den
18den December
1912 om 10 u. v.m.
Maandag den 24en
December 1912 om
10 uur v.m.
idem
idem
Magaztyn der Land
weer by de Wapen
kamer van bet 4de
Reg. Inf. te Leiden.
Idem
Idem
idem
den Commandant
in het 28e Land
weerdistrict.
idem
idem
idem
Do verlofgangers moeten verschijnen in
^form gekleed, en voorzien van de in hun
borifc gestelde wapenen, voorwerpen van
ledergoed, kleeding en uitrustingstukken
en van het zakboekje met daarin gehechten
mlofpas, zoomede van de hun eventueel
uitgereikte reglementen en dienstvoorschrif
ten. De aandacht wordt er op gevestigd,
dal ',J verlofgangers niet alleen tijdens den
duur van het onderzoek, maar in het alge
meen wanneer zij iu uniform gekleed zijn,
worden geacht onder de wapenen te zijn,
zoodat zij, die on ge r egelheden plegen of
aicb aan een strafbaar feit schuldig ma
ken, hetzij bij het gaan naar de plaats van
onderzoek, hetzij tijdens het onderzoek of
bij het huiswaarts keeren, zullen worden
gestraft volgens heb Crimineel Wetboek cn
het Reglement van Krijgstucht voor het
Krijgsvolk te lande.
Indien aan deze oproeping niet wordt
voldaan, wordt de nalatige, krachtens arti
kel 35 van voornoemde wet, in werkelijken
dienst, geroepen en daarin gedurende ten
hoogste drie maauden. gehouden. De duur
y&jl dezen dienst wordt door den Mimst' r
van Oorlog bepaald, die tevens het korps
?An bet leger aanwijst waarbij de werke
lijke dienst moet worden vervuld.
Dezelfde straf wordt opgelegd:
1. Indien de verlofganger bij herha
ling wapenen en ledergoed, kleeding- of
uitrustingstukken, reglementen of dienst
voorschriften, aan een ander behoorende,
SI» de zijn© vertoont;
8. Wanneer hij, zonder geldige reden,
niet voorzien lg van de Vereischte voorwer
pen;
S. Wanneer de in zijn bezit zijnde wa
penen, voorwerpen van ledergoed, klee
ding- en uitrustingstukken, reglementen of
dienstvoorschriften bij dit onderzoek niet
in voldoenden staat worden bevonden.
Ten slotte wordt den verlofgangers uit
drukkelijk herinnerd, dat zij zich in geen
geval kunnen beroepen op het niet ontvan
gen eener hoofdelijke oproeping, maar
dat deze openbare kennisgeving e e n 1 g
en ft 11 e e n als bewijs geldt, dat de ver
lofgangers behoorlijk zijn opgeroepen;
terwijl, ingeval een verlofganger door
ziekte of gebreken mocht verhinderd zijn
op den tijd en de plaats hiervoren vermeld
voor het onderzoek aanwezig te zijn, daar
van zoodra mogelijk ter Gemeente-secre
tarie, Afdeeling Militaire Zaken, (Kamer
No. 9), zal moeten worden overgelegd »en
gelegaliseerde geneeskundige verklaring
welke op ongezegeld papier kan worden
gesteld, welke verklaring, voor zooveel be
treft den verlofganger, die zich buitens
lands ophoudt, in het bijzonder moet zijn
een behoorlijk gelegaliseerde verklaring»,
afgegeven door een ter verblijfplaats van
dién verlofganger tot uitoefening van de
genees- en heelkunde bevoegd geneeskun
dige, inhoudende dat de in die verklaring
met naam en Toorn amen «van te duiden
persoon door hem ongeschikt geoordeeld
wordt om bij bedoeld onderzoek te ver
schijnen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd'
N. C. DE GIJ SELA AR,
Burgemeester.
WAN STRTJEN,
Secretaris.
Leiden, den 14den December 1012.
eenige aangrenzende straten relletje» uit
gebroken. Politie, kurassiers, en gendar
men trachtten de dichte. groepen te ver
strooien. Er vielen gewonnen. Een gendar
me en zeven agenten zijn gewond. Van de
laatsten twee ernstig. De betoogers gooi
den met 6tr£atkeien. Een inspecteur van
politie werd gewond. Ijlings sloten de win
kels hun vensters. Men haalde versterkin
gen, waarop een twintigtal pèrsonen wer
den opgebracht.
Ook in de Rue Paul Bert zijn relletjes
uitgebroken. Men. had d© lantaarns uitge
draaid; e ^ontstond eens botsing met infan-
t ene soldaten: Een onderofficier en een der
betoogors werden gewond; een vijftal tan-
houdingen hebben plaats gehad.
Aan de universiteit te Kalle zijn de kli
nieken en colleges van do genees
kundige faculteit gesloten,, omdat de
Duitsche studenten staken. Zij verlangen,
dat aan buitenlandsche studenten de
zelfde eischen ten opzichte van de voorbe
reiding voor de stud4© gesteld zullen wor
den als aan Duitschers.
We zullen in dit overzicht maar niet spro
k®u over den internationalen to eet and. Bij
d© Balkan-kwestie ia daarvoor een goed©
plaats, wijl de geheel© internationale toe-
ji&nd ten nauwste samenhangt met dat
conflict. Da-ar zouden we toch onwillekeu
rig op dit terrein komen en ons aan her
haling schuldig maken.
De Belgische koning zal persoonlijk de
begrafenis gaan hij wonen van den Bei cr
ashen prins-regent. Daarbij zal hij dan in
do gelegenheid zijn don keizer te ontmoe
ten.
De Amerikaansohe gezant te Londen,
Whitelaw Reid, is overleden. Deze diplo
maat was geheel een selfmade man en
stond hoog in aanzien.
Asquith heeft in heb Lagerhuis de nage
dachtenis van Whitelaw Reid meiwarm
te herdachten daarbij den nadruk ge
legd op de bijzondere positie door den
Amerikaanschen gezant t« Londen ingeno
men. Hij deelde mede, dat do regeering
der Amerikaansohe regeering heb aanbod
had gedaan, het lijk van Reid op een oor
logsschip naar Amerika te voeren.
Over de staking in Frankrijk,
die als vred®sbetooging bedoeld is, hebben
we reeds gisteren iets vermeld onder onze
telegrammen.
Nog zijn er eenige meerdere bijzonderhe
den.
Te Levallois hebben stakers getracht een
tram om te werpen. Hierdoor ontstond een
vechtpartij, waarbij een agent ernstig ;s ge
kneusd. Tien mensohen zijn opgebracht.
Te Parijs heeft tegen den avond een
reeks huiszoekingen plaats gehad in ver
band met de staking. Een groot aantal
brieven en lijsten is in beslag genomen.
Te Lyon zijn op de Place du Pont en in
Zitting van Maandag namiddag.
Algemeoü Begro ot i n g s d e b at.
Dc heer VanDedera repliceert en be
strijdt de financieel© beschouwingen van de
heoren Patijn en Vliegen en de Berekenin
gen van minis* er Kolkman nopens de ver
houding tusöóhen directe en indirecte be
lastingen.
De heer Vliegen, repliceerend, sluit
zich aan bij de oritiek van den heer De
Stuers op do houding van de Regeering in
zake de Paleis-Raadhuis-kwestie te Amster
dam. Deze houding, welke de oplossing van
Pet vraagstuk tot in lengte van jaren ver
traagt, doordien de Regeering opwerpt de
kwestie of Amsterdam dan wel het Rijk
eigenaar is van het gebouw op den Dam.
Hierna bestrijdt spreker de rede van den
heer De Visser, die thans de antithese en
de politiek als iets zeer onschuldigs voor
stelt. Dit deed hij vroeger niet.
Daarna bestreed hij den heer Brum mei
kamp,'die de linkerzdjde van obstructie be
schuldigde en daartoe notabene ook reken
de het stemming maken tegen de tariefwet.
Vervolgeus besprak hij nader de kwestie
van regeling der gemeente-financiën en be
toogde daarbij, dat niet o-pgfaat het beroep
van den Minister op onwetendheid bij zijn
optreden omtrent den waren toestand der
Rijksfinanciën en wel omdat bij heb wets
ontwerp, dat de Minister verder liet rusten,
van de Rijksfinanciën niets gevergd wordt.
Hij drong er met nadruk bij Jen Minister
nader op aan de regeling der gemeente-
financiën ter hand te neménvooral 'Am
sterdam heeft tföt zeer noo'dig.
Ten slotte beschouwt hij hog eens nader
de Rijksfinanciën en verdedigt daarbty op-
nieuw verhooging der siiceessicbelasting.
Het financieele beleid van minister Kolk
man verder bestrijdende, wijst hij er oca.
op, dat menig arbeider, door de stijging
van woninghuur, enz. in belastingen is be
trokken, waar hij vroeger buiten viel, zon
der dat echter zijn levenstoestand 3s ver
hoog.'..
Hij beveelt aan meer te halen uit de
grondbelasting.
De heer R o o d h u y z e n, repliceer end,
houdt vol, dat de rechtsohe partijen den
heer Duys medehielpen aan zijn Kamer
zetel, wat door den heer Brummelkamp
,,een legende" was genoemd, bestrijdt het
weder n&ar-voren brengen, o.a. door hoog
staande mannen als De Savornin Lobman,
van de antithese en het door dezen beschul
digen van de liberalen als zijnde tegen
Christus en aanhangers van Belial. Verder
critiseerde hij nader :s heeren Lohmans ter
wille van het coalitie-belang telkens ver
anderende inzichten en ontzegde hij de
rechterzijde het recht om de linkerzijde
obstructie te verwijten, waar eensdeels de
rechterzijde de obstructie had uitgelokt en
anderdeels gebleken is, ook uit de verzoe
nende houdiug, toenmaals door den heer
Drucker aangenomen, dat de linkerzijde
geen gebruik heeft willen maken van den
toestand. Ook herinnerde spreker aan de
loyale medewerking der linkerzijde, aan
de voorbereiding der invaliditeits- en
ouderdomsverzekering, toen de voorberei
dingscommissie in do 8nikhitte van den zo
mer van 's morgens tot 's middags verga
derde eu men zóó zenuwachtig was, ook
minister Talrna, dat er betreurenswaardige
tooneelen zouden zijn voorgevallen, ware
de voorzitter, de heer Nolens, niet zulk
een bezadigd en gemoedelijk man geweest.
Niet in obstructie moet daarom gezocht
worden de oorzaak van trage werkzaam
heid, maar aan een gebrek in de parlemen
taire machine.
Het ia dan ook een-poover, armzalig ar
gument der rechterzijde, dat obstructie-ar
gument, om den schralen oogst te beman
telen.
Spreker hield voorts zijn overtuiging
staande, dat minister Heemskerk er niet in
geslaagd is zijn beleid goed te praten,' en
noemde do li jet van zaken en wetsontwer
pen, die de Minister ten slotte beloofde,
toekomstmuziek, waarmede men zich op het
ocgenblik nog niet heeft bezig t© houden.
Treffend weinig heeft de Minister intus-
sohen medegedeeld over een gewichtige
zaak als de kiesrechtregeling.
Spreker verdedigd© ten slotte nader het
concentratie-program en zei, dat als do
liberalen bij het verkrijgen van een niet
zuiver linksche meerderheid niet geroepen
zijn de regiering te aanvaarden, zij wél
aanvaarden do verantwoordelijkheid van
den toestand, welke in het leven zal zijn
gcroeipen. Tegenover het beeld, dat de
Minister gaf van de concentratie van een
roode vaan in den mist, stelde spr. het
beeld, dat de coa-litietrein in den nevel
rijdt en dat het roode, dat de Minister zag,
slechte waa een rood sein aan de vrijzinni
gen, dat op onveilig staat om hen te waar
schuwen een anderen weg te kiezen.
Hierna repliceerde de heer Van Vee n,
die zijn beweringen omtrent de belemme
ring der werkzaamheden door de linker
zijde volhield.
Te vier uren ging de Kamer afdeelings-
arbeid verrichten.
Heden voortzetting van het debat.
Avondvergadering.
De motie-Duymacr van Twist inzake de
nestvisscherij wordt aangenomen met 33
tegen 3*2 stemmen.
Daarna besprak de heer Hels dingen
het ontwerp-bestuursmaatregel ter uitvoe
ring van de Steenhouwerswet. Hij ver
klaarde zich ingenomen o. a. met cle be
paling, waarbij een minimum-ruim te voor
I eiken werkman wordt geeisehb en verboden j
I wordt het gebruik van bouchard-hamer en I
I grendel. De Min. Late zich niet van de wijs j
brengen door het gejammer van de steen-
houwerspatroons.
De heer Scha p e r critiseerde het K R
van G~ Dec. 1912 tot uitvoering van een
deel der Arbeidswet, waardoor de vrouw
j in steenbakkerijen er slechter op wordt,
I ovenals beschermde personen in winkels,
j di© tevens werkplaats zijn, en de arbedds- j
I tijd van vrouwen tuaschen 7 en 9 wordt
j toegelaten. De uitzondering, wat den vrijen
Zaterdagmiddag betreft, voor wasch- en
strijkin richtingen had tot d© strijkinrich.
tingen beperkt moeten worden.
Hij dringt aan op aoo streng mogelijk
toepassing van het Veiligheidsbesluit.
De heer Do V 1 u g t critiseerde dit be
sluit, waarvan de resultaten niet evenredig
zullen zijn de nieuwe losten, welke aon de
nijverheid zullen worden opgelegd. Spr.
hoopte, dat rekening zal worden gehouden
met de bezwaren, die eventueel door de
Kamers van Koophandel zullen worden in
gebracht.
De heer Teenstra, 's Ministers plan.
nen overigens toejuichende, stelde eenige
bezwaren in het lioht tegen de voorge
schreven ruimte in de zwendelarij, die tot
het bouwen van nieuwe schuren of heb op-
I heffen van het bedrijf zou leiden.
Ook bracht spr. eenige bezwaren tegen
de bepalingen ter bestrijding van de stof-
plaag in bedoelde werkplaatsen onder
j 'a Min. aandacht.
I De heer Ketelaar wees er op, dat
schoolopzieners de uitzonderingsbepaling
betreffende het verrichten van arbeid door
kindesen, die den leerplichtigen leeftijd
bereikt hebben, doch dien, waarop zi) ar-
be.d mogen verrichten, nog niet, zóó uit
leggen, dat de vrijstelling van het arbeids-
verbod vervalt, wanneer er gelegenheid is
om nog eens in dezelfde klasse van d®
lagere school het niet meer leerplicht/g©
kind te laten. Door die uitlegging wordt
het verbeiden van een 7de leerjaar oa-a d©
lagere school uitgesteld.
De Minister van Laadbour,
enz., we~s er op, dat de uitlegging, h:er-
ho ven bed -eld, ook de zijne is, wff? hij d®
bepalingen, die vrouwen en kinderen be
schermen, steeds zóó uit-Lgt, dat zij het
gunstigst voor hen werk-n.
Handhaving der bepaJ-ngen voor d®
steenbakkerijen zou de betrokkenen bena
deeld hebben.
De Minister komt er voorts tegen
op, dat men over bepalingen van bestuurs
maatregelen, waarvan do bespreking niet
in do Kamer thuis hoort, gaat aehjttee-
i-en. Beriiss'ngen omtrent do bezwaren van
deskundigen zullen alleen geaomen wor
den op zuiver zakelijke gronden. Wanneer
de Kamer er over discussieert, bestaat het
gevaar, dat ook anders argumenten daar
toe zullen medewerken.
Bij do replieken deelde de Minister
mede, dat do in-werking-treding van het
K. B. inzake de Steenhouwerswet in het
voorjaar kan worden verwacht. Wanneer
het regel werd, ontwerp bcetuursmaa.trege_
len in de Kamer te b spreken, zou hij niet
kunnen voortgaan met het raadplegen van
deskundigen vóór de tot-stand-koming.
De heeren Elhorst enJaönink
pleitten voor hulp van regeer:ngswego aan
Enschedé inzake maatregelen tegen water
verontreiniging door afval-loozcnde fabrie
ken, waarop de Minister verwees naar
de krachtige en belangstellende medewer
king, die van het departement steeds is ge
bleken, maar. de tijd voor proefinstallaties
is voorbij eri daarvoor kan do Regeering
geen steun geven uit 's Rijks kas.
De heer Hels dingen juichte het
subsidie voor de verbetering van vlas-
braakhokken toe, maar vond het bedrag
van f 2000 te laag.
De M i n i a t e r, bet-pogend®,dat het
bedrag voldoende is, voor het cogenblik,
zeide, dat eventueel later meer kan wor
den gevraagd.
Bij „arbeidsvet-zekering,'critieeorde de
heer D u y s, dat do Minister heefb toege
geven aan de eischen der doctoren tot ver
andering van de weistandsgrens in ie
Ziektewet. Dc arbeiders, dio dezé grens
overschrijden, kunnen bij* liun ziekenfond
sen niet meer terecht. En zij krijgen geen
uitkeering, volgens het ontwerp, ale zij zich
geen geneeskundige hulp verschaffen. Nvt
de .Minister op zoo'n. goeden voet staat
met de doctoren, brenge lnj de geneeskun
dige behandeling meer in het ontwerp,
j vroeg spreker.
Ook vond spreker, dat de «Minister zich
al te gemakkelijk afmaakt van de beroeps-
ziektewet en vraagt hij, of het rapport
over de Landbouw Onderlinge niet wordt
gepubliceerd, omdat dit wellicht vernieti-,
gend i».
De Minis t e r heeft met de doctoren
onderhandeld juistt uit eerbied voor het
particulier initiatie f- Welke die besprekin
gen waren, kan hij niet aan de Kamer
med'edeelen. Het rapport in zako Land- en
Tuinbouw-Onderlinge was alleen tot 'a Min.
voorlichting.
De heer De Vlug t pleitte voor een
drietal wenschen van ambtenaren aan de
Rijksverzekeringsbank ju zake pensioen, een
voor klerken, dio het ambtenaarsexamen
willen afleggen, en den vrijen Zaterdag
middag.
De heer Duys betoogde, dat de Minister
"niet heeft geantwoord aan de verwachting,
die de ambtenaren dor Rijksverzekerings
bank van hem koesterden. Spreker trad
daarna in een opsomming van grieven van
schrijvers, enz. om vervolgens te pleiten
voor afschaffing van het ambtcnarenexa-
men, betere promotie, aanstelling van ad-
DOOR
LOUISE B.
(Nadruk verboden).
8)
Ik ben eena door kennissen medege
nomen, toen Sarah Bernhardt „La Dame
AUx Camélias" speelde. Wij zaten op do
achterste rij van het parterre, ik tusschen
mevrouw en mijnheer in. Gelukkig dat ik
klein ben, nu kon ik mij zoo wat verbergen
achter den rug van dengene, die voor mij
zat-, want een tranen dat ik stortte bij e*k
bedrijf!... Ik had een nieuw zijden zak
doekje bij mij, een St.-Nicolaas-cadeautje
van diezelfde goede mevrouw, die mij zoo
genieten deed; aan dat zakdoekje waren
roode randjes en al het rood is door het
wit gcloopen, door mijn zilte tranen voor
goed bedorven. En toen Sarah ik bedoel
Marguerite stierf, snikte ik... mijzelve
overstuur. Ik kon dien nacht va-n r.enuw-
Aohtigheid niet slapen../'
„Maar toch pleizier gehad?"
»,0. riep ze, en daar was een boekdeel
vol gcnotsbeschrijring in dien enkelen uit
roep.
„En verschaft een blijspel u hetzelfde...
«onderlinge genot?"
„La Dame aux Camélias" 16 het eenige
oomediestuk, dat ik ooit gezien heb en ik
ben heel blij, dat dit was om te schreien
®n niet om te lachen."
„In uw plaats zou ik toch liever lachen.,
t» Ujkt mij heel vroohjk."
,,0, voor mijzelve, maar ik hel> bet ook
zoo goed in het leven, ik ben een geluKS-
kind." Zij keek hem glimlachend aan, torn
zij zoo sprak, maar daar was toch nog altijd
een schaduw van droefheid in haar groote
donkere oogen en na eenig nadenken ging
zij voort: „Het leed is echter zoo veel
gemakkelijker te begrijpen dau de vreugde.
Ge ontmoet d© smart op uw levensweg eer.
der dan de blijdschap, niet waar, dab zal
ieder mensch wel ondervinden."
Maar aarzelend antwoordde hij: „Dat.,,
dat weet ik niet recht. Daar heb ik nog
nooit over gedacht... Neen, wel beschouwd,
ben ik heb toch volstrekt niet met u eens.
Nu ja, er is wel leed in ieder menschen-
levcn, maar toch alleen maar zoo nu en
dan, het- normale is toch vreugde vroo-
lijkheid."
Het meisje zag hem aan, met groote
oogen. Zij nam hem op, van het hoofd let
de voeten, zooals hij daar naast haar zit
tend, beschenen werd door do jonge, vroo-
lijke zomerzon en zij wijdde een blik aan
zijn keurige, moderne zomerkleeding, iio
een vaag parfum, half lavendelgeur, half
cigarettenlucht., van zich ga-f; naar zijn ge
zond, blozend, blond gezicht; toen sloeg
zij even, tersluiks, een blik op zlchzolvs
en de uitdrukking op haar golaat veran
derde. De zorgclooze, naïve vriendelijk
heid, waarmede zij een gesprek met hem
begonnen was, mankte nu plaat© voor een
gevoel van medelijdende minachting. Zij
voelde een oogenbhk heel scherp hei(i ver
schil tusschen haar en zijn loven, en bitter
zeide zij
„O pardon ik vergat., geheel onder den
indruk van Multatuli's geeat, met wfen ik
qigenlijk sprak. Ik zag in u... een mensen,
en ik vergat, dat u behoort tot de poppen-
omgeving van mevrouw Sayernius."
Hij genoot van haar boosheid, die zij zoo
aardig levendig uitte, haar mooie oogen
schitterden, daardoor zoo pittig. «,Ea,
vroeg hij ondeugend, „wie is "uit die om
geving de grootste pop, mevrouw Saver-
niua soms?"
Zij kleurde van schrik over haar onvoor
zichtige uitlating, maar gevat antwoordde
zij: „Ik sprak alleen van de omgeving van
mevrouw Savernius. Mevrouw zelve is ^oa
mensch, en een heel gul mensoh zelfs, mijn
bost© werkgeefster. Ik verbied u kwiad
van haar te spreken!"
Hij had het genoegen eindelijk denzelf
den schalksclien blik op te vangen, die h^m
hij hun eerste ontmoeting dadelijk belang
in haar had doen stellen.
„Dan rust op mij heel het gewioht van
uw minachting over de „poppenomgeving"
van tante Savernius?"
„Tante? Is mevrouw Savernius dan oi©t
uw®...?" Zij zweeg met een blosje. Toch
scheen zij, naar de vroolijkcr uitdrukking
op haar geriehtje te oordeelen, geen treu
rige ontdekking gedaan te hebben.
„Tante Savernius was de vrouw van mijn
oudsten oom." Gelukkig voor Tante" Sa
vernius, di®, zoo gaarne een heel jongen in
druk maakte, hoorde zij den nadruk niet,
dfen haar liefste neef legde op «dazsn
graad van bloedverwantschap. „Wist u hot
nio b, j uffrouw Helmond
„Hoe zou ik het hebben moeten weitan 1
Mevrouw Savernius ®n ik spreken óver
muziek, ten minste gewoonlijk, maar nooit
over Fa mille-relaties. Bn als men hog
niet in den vorm aan elkander is voorge
steld..." Zij zag hem weer spottend aan.
„Pardon!" riep hij, werkelijk onthutst.
Dit kleine verwijt hinderde hem; hij died
zoo zijn best altijd een beleefd man te zijn,
hij vond dat zoo... aristocratisch. „Ik ver
onderstelde, dat u reeds al lang wist, wie
ik was. En... daar u zoo gemakkelijk met
mij begon te praten..."
„O," riep zij lachend: „Draai de dingen
nu maar niet om en houd vooral op .net
al di® conventioneel® beleefdheidsfrasen.
Ik ben zóó arm, zóó weinig voornaam, zoo
alléén op do wereld, dat ik geheel noven
of beneden de vormen van uw omge
ving sta. Doe vooral geen moeite u uit t>3
sloven in excuses, dat zou bespottelijk
zijn
Zij schuddo nog even lachend het hootcl,
heel vroolijk gestemd over „zulke blees,"
en haalda toon uit de plooien van haar
rose katoenen japonlijfj®, een groot oud
zilveren heerenhorloge te voorschijn, -.vaar
ze op keek.
Hij. lachte: „Draagt u expres dat.leolij-
ke, groote ding?"
„Ik begrijp u niet?"
„Ik bedoel dat horloge, of u het draagt
om het contrast, dat het lompe ding moet
maken in uw fijn© vingertjes."
Zij laohte niet, rij zag nog minder gevleid
en da levendige, vroolijke trek in iiaar
donker® oogen word vervangen door een
kouden glans.
Hij was zoo dom het niet to zien: „Hoe
komt zulk een gracieus persoontje aan den
aleohten smaak, zulk een horloge te dra
gen. Pardon, dab ik zoo durf te spreken,
maar ik houd te veel van een smaakvol
harmonisch geheel, om zulke... onregelma
tigheden onopgemerkt te kunnen laten 1"
En ironisch vroeg hij nog: „ïs bet soms
een erfstuk V'
Zij was opgestaan en zeide strak: „Ze
ker, juist daarom heb ik er zwak op. Dit'
leelijke horloge werd gevonden op het lijk
van mijn vader en wees ons liet uur aan
van rijn dood. Papa was kapiteinhij sneu
velde hij het overtrekken van een rivier,
tij-dons de expeditie in de XXII Moekim®.
Aan beide beeuen gewond, moet hij achter
over in het water zijn gevallen en op die
manier verdronken. Eerst veel later spoel,
do zijn lijk dicht bij het hoofdkwartier aan
wal. Dit horloge was nog het eenige wat
goed op hem gebleven was. Men zond heb
mijn moeder en die gaf heb mij later, om
dat ik geboren werd op den eereten dag
van haar droevig weduwschap. Nu zult u
begrijpen, waarom ik meer vatbaar Pen
voor het leed dan voor de vreugde. Mijn
eerste spaarpenningen gebruikte :k om
dit horloge weer iu orde te laten brengen
en juist omdat ik mijn vader nooit gekend
heb, luister ik zoo gaarne naar dit tikken,
dat eens verstomde te gelijk met zijn
hart..."
Zij haalde het horloge nog eens te voor
schijn en keek er weer op: „Werkelijk, Pet
is mijn tijd, ik moet weg!" En zij strekt®
haar hand uit naar de parasol, dio hij nog
«altijd in zijn hand hield.
(Wordt vervolgd)-