Ijfo. 162Ö5. IiEEDSCK DAGBLABj Èmsdagf 17 SJecember. Tweede Bïad. Anno 1912. Offieioele Kennisgeving. LANDWEER. Nader Onderzoek. Tweede Kamer. Buitenlandsch Overzicht. FE UILLETON. Ken oud Devies Burgemeester ©n Wethouders dor gemeente Lelden; Oetlen de eenschrÜTlng ren den Commandant in het 28ste Landweerdietrict van den I juDecember 19li, No. 247 omtrent NADER ONDERZOEK van verlofgangers ran de Brongen by deae ter epenHare kennis, dat de hieronder genoemde verlofgangere der Ltidireer op den achter hunnea naam vermelden tyd ea plaats moeten verschenen tot het JJJer onderzeek bedoeld by art. 84 der Lsudweertret; Namen en Voornamen. Zich aan te melden Datum en Uur. PI a ate. By wien 1911 1912 1104 1109 Kok, Hendricus Johannes Scbrieke, Jacobus Johannes 8iera, Gsrardua Zwart, Leonardus Woensdag den 18den December 1912 om 10 u. v.m. Maandag den 24en December 1912 om 10 uur v.m. idem idem Magaztyn der Land weer by de Wapen kamer van bet 4de Reg. Inf. te Leiden. Idem Idem idem den Commandant in het 28e Land weerdistrict. idem idem idem Do verlofgangers moeten verschijnen in ^form gekleed, en voorzien van de in hun borifc gestelde wapenen, voorwerpen van ledergoed, kleeding en uitrustingstukken en van het zakboekje met daarin gehechten mlofpas, zoomede van de hun eventueel uitgereikte reglementen en dienstvoorschrif ten. De aandacht wordt er op gevestigd, dal ',J verlofgangers niet alleen tijdens den duur van het onderzoek, maar in het alge meen wanneer zij iu uniform gekleed zijn, worden geacht onder de wapenen te zijn, zoodat zij, die on ge r egelheden plegen of aicb aan een strafbaar feit schuldig ma ken, hetzij bij het gaan naar de plaats van onderzoek, hetzij tijdens het onderzoek of bij het huiswaarts keeren, zullen worden gestraft volgens heb Crimineel Wetboek cn het Reglement van Krijgstucht voor het Krijgsvolk te lande. Indien aan deze oproeping niet wordt voldaan, wordt de nalatige, krachtens arti kel 35 van voornoemde wet, in werkelijken dienst, geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maauden. gehouden. De duur y&jl dezen dienst wordt door den Mimst' r van Oorlog bepaald, die tevens het korps ?An bet leger aanwijst waarbij de werke lijke dienst moet worden vervuld. Dezelfde straf wordt opgelegd: 1. Indien de verlofganger bij herha ling wapenen en ledergoed, kleeding- of uitrustingstukken, reglementen of dienst voorschriften, aan een ander behoorende, SI» de zijn© vertoont; 8. Wanneer hij, zonder geldige reden, niet voorzien lg van de Vereischte voorwer pen; S. Wanneer de in zijn bezit zijnde wa penen, voorwerpen van ledergoed, klee ding- en uitrustingstukken, reglementen of dienstvoorschriften bij dit onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden. Ten slotte wordt den verlofgangers uit drukkelijk herinnerd, dat zij zich in geen geval kunnen beroepen op het niet ontvan gen eener hoofdelijke oproeping, maar dat deze openbare kennisgeving e e n 1 g en ft 11 e e n als bewijs geldt, dat de ver lofgangers behoorlijk zijn opgeroepen; terwijl, ingeval een verlofganger door ziekte of gebreken mocht verhinderd zijn op den tijd en de plaats hiervoren vermeld voor het onderzoek aanwezig te zijn, daar van zoodra mogelijk ter Gemeente-secre tarie, Afdeeling Militaire Zaken, (Kamer No. 9), zal moeten worden overgelegd »en gelegaliseerde geneeskundige verklaring welke op ongezegeld papier kan worden gesteld, welke verklaring, voor zooveel be treft den verlofganger, die zich buitens lands ophoudt, in het bijzonder moet zijn een behoorlijk gelegaliseerde verklaring», afgegeven door een ter verblijfplaats van dién verlofganger tot uitoefening van de genees- en heelkunde bevoegd geneeskun dige, inhoudende dat de in die verklaring met naam en Toorn amen «van te duiden persoon door hem ongeschikt geoordeeld wordt om bij bedoeld onderzoek te ver schijnen. Burgemeester en Wethouders voornoemd' N. C. DE GIJ SELA AR, Burgemeester. WAN STRTJEN, Secretaris. Leiden, den 14den December 1012. eenige aangrenzende straten relletje» uit gebroken. Politie, kurassiers, en gendar men trachtten de dichte. groepen te ver strooien. Er vielen gewonnen. Een gendar me en zeven agenten zijn gewond. Van de laatsten twee ernstig. De betoogers gooi den met 6tr£atkeien. Een inspecteur van politie werd gewond. Ijlings sloten de win kels hun vensters. Men haalde versterkin gen, waarop een twintigtal pèrsonen wer den opgebracht. Ook in de Rue Paul Bert zijn relletjes uitgebroken. Men. had d© lantaarns uitge draaid; e ^ontstond eens botsing met infan- t ene soldaten: Een onderofficier en een der betoogors werden gewond; een vijftal tan- houdingen hebben plaats gehad. Aan de universiteit te Kalle zijn de kli nieken en colleges van do genees kundige faculteit gesloten,, omdat de Duitsche studenten staken. Zij verlangen, dat aan buitenlandsche studenten de zelfde eischen ten opzichte van de voorbe reiding voor de stud4© gesteld zullen wor den als aan Duitschers. We zullen in dit overzicht maar niet spro k®u over den internationalen to eet and. Bij d© Balkan-kwestie ia daarvoor een goed© plaats, wijl de geheel© internationale toe- ji&nd ten nauwste samenhangt met dat conflict. Da-ar zouden we toch onwillekeu rig op dit terrein komen en ons aan her haling schuldig maken. De Belgische koning zal persoonlijk de begrafenis gaan hij wonen van den Bei cr ashen prins-regent. Daarbij zal hij dan in do gelegenheid zijn don keizer te ontmoe ten. De Amerikaansohe gezant te Londen, Whitelaw Reid, is overleden. Deze diplo maat was geheel een selfmade man en stond hoog in aanzien. Asquith heeft in heb Lagerhuis de nage dachtenis van Whitelaw Reid meiwarm te herdachten daarbij den nadruk ge legd op de bijzondere positie door den Amerikaanschen gezant t« Londen ingeno men. Hij deelde mede, dat do regeering der Amerikaansohe regeering heb aanbod had gedaan, het lijk van Reid op een oor logsschip naar Amerika te voeren. Over de staking in Frankrijk, die als vred®sbetooging bedoeld is, hebben we reeds gisteren iets vermeld onder onze telegrammen. Nog zijn er eenige meerdere bijzonderhe den. Te Levallois hebben stakers getracht een tram om te werpen. Hierdoor ontstond een vechtpartij, waarbij een agent ernstig ;s ge kneusd. Tien mensohen zijn opgebracht. Te Parijs heeft tegen den avond een reeks huiszoekingen plaats gehad in ver band met de staking. Een groot aantal brieven en lijsten is in beslag genomen. Te Lyon zijn op de Place du Pont en in Zitting van Maandag namiddag. Algemeoü Begro ot i n g s d e b at. Dc heer VanDedera repliceert en be strijdt de financieel© beschouwingen van de heoren Patijn en Vliegen en de Berekenin gen van minis* er Kolkman nopens de ver houding tusöóhen directe en indirecte be lastingen. De heer Vliegen, repliceerend, sluit zich aan bij de oritiek van den heer De Stuers op do houding van de Regeering in zake de Paleis-Raadhuis-kwestie te Amster dam. Deze houding, welke de oplossing van Pet vraagstuk tot in lengte van jaren ver traagt, doordien de Regeering opwerpt de kwestie of Amsterdam dan wel het Rijk eigenaar is van het gebouw op den Dam. Hierna bestrijdt spreker de rede van den heer De Visser, die thans de antithese en de politiek als iets zeer onschuldigs voor stelt. Dit deed hij vroeger niet. Daarna bestreed hij den heer Brum mei kamp,'die de linkerzdjde van obstructie be schuldigde en daartoe notabene ook reken de het stemming maken tegen de tariefwet. Vervolgeus besprak hij nader de kwestie van regeling der gemeente-financiën en be toogde daarbij, dat niet o-pgfaat het beroep van den Minister op onwetendheid bij zijn optreden omtrent den waren toestand der Rijksfinanciën en wel omdat bij heb wets ontwerp, dat de Minister verder liet rusten, van de Rijksfinanciën niets gevergd wordt. Hij drong er met nadruk bij Jen Minister nader op aan de regeling der gemeente- financiën ter hand te neménvooral 'Am sterdam heeft tföt zeer noo'dig. Ten slotte beschouwt hij hog eens nader de Rijksfinanciën en verdedigt daarbty op- nieuw verhooging der siiceessicbelasting. Het financieele beleid van minister Kolk man verder bestrijdende, wijst hij er oca. op, dat menig arbeider, door de stijging van woninghuur, enz. in belastingen is be trokken, waar hij vroeger buiten viel, zon der dat echter zijn levenstoestand 3s ver hoog.'.. Hij beveelt aan meer te halen uit de grondbelasting. De heer R o o d h u y z e n, repliceer end, houdt vol, dat de rechtsohe partijen den heer Duys medehielpen aan zijn Kamer zetel, wat door den heer Brummelkamp ,,een legende" was genoemd, bestrijdt het weder n&ar-voren brengen, o.a. door hoog staande mannen als De Savornin Lobman, van de antithese en het door dezen beschul digen van de liberalen als zijnde tegen Christus en aanhangers van Belial. Verder critiseerde hij nader :s heeren Lohmans ter wille van het coalitie-belang telkens ver anderende inzichten en ontzegde hij de rechterzijde het recht om de linkerzijde obstructie te verwijten, waar eensdeels de rechterzijde de obstructie had uitgelokt en anderdeels gebleken is, ook uit de verzoe nende houdiug, toenmaals door den heer Drucker aangenomen, dat de linkerzijde geen gebruik heeft willen maken van den toestand. Ook herinnerde spreker aan de loyale medewerking der linkerzijde, aan de voorbereiding der invaliditeits- en ouderdomsverzekering, toen de voorberei dingscommissie in do 8nikhitte van den zo mer van 's morgens tot 's middags verga derde eu men zóó zenuwachtig was, ook minister Talrna, dat er betreurenswaardige tooneelen zouden zijn voorgevallen, ware de voorzitter, de heer Nolens, niet zulk een bezadigd en gemoedelijk man geweest. Niet in obstructie moet daarom gezocht worden de oorzaak van trage werkzaam heid, maar aan een gebrek in de parlemen taire machine. Het ia dan ook een-poover, armzalig ar gument der rechterzijde, dat obstructie-ar gument, om den schralen oogst te beman telen. Spreker hield voorts zijn overtuiging staande, dat minister Heemskerk er niet in geslaagd is zijn beleid goed te praten,' en noemde do li jet van zaken en wetsontwer pen, die de Minister ten slotte beloofde, toekomstmuziek, waarmede men zich op het ocgenblik nog niet heeft bezig t© houden. Treffend weinig heeft de Minister intus- sohen medegedeeld over een gewichtige zaak als de kiesrechtregeling. Spreker verdedigd© ten slotte nader het concentratie-program en zei, dat als do liberalen bij het verkrijgen van een niet zuiver linksche meerderheid niet geroepen zijn de regiering te aanvaarden, zij wél aanvaarden do verantwoordelijkheid van den toestand, welke in het leven zal zijn gcroeipen. Tegenover het beeld, dat de Minister gaf van de concentratie van een roode vaan in den mist, stelde spr. het beeld, dat de coa-litietrein in den nevel rijdt en dat het roode, dat de Minister zag, slechte waa een rood sein aan de vrijzinni gen, dat op onveilig staat om hen te waar schuwen een anderen weg te kiezen. Hierna repliceerde de heer Van Vee n, die zijn beweringen omtrent de belemme ring der werkzaamheden door de linker zijde volhield. Te vier uren ging de Kamer afdeelings- arbeid verrichten. Heden voortzetting van het debat. Avondvergadering. De motie-Duymacr van Twist inzake de nestvisscherij wordt aangenomen met 33 tegen 3*2 stemmen. Daarna besprak de heer Hels dingen het ontwerp-bestuursmaatregel ter uitvoe ring van de Steenhouwerswet. Hij ver klaarde zich ingenomen o. a. met cle be paling, waarbij een minimum-ruim te voor I eiken werkman wordt geeisehb en verboden j I wordt het gebruik van bouchard-hamer en I I grendel. De Min. Late zich niet van de wijs j brengen door het gejammer van de steen- houwerspatroons. De heer Scha p e r critiseerde het K R van G~ Dec. 1912 tot uitvoering van een deel der Arbeidswet, waardoor de vrouw j in steenbakkerijen er slechter op wordt, I ovenals beschermde personen in winkels, j di© tevens werkplaats zijn, en de arbedds- j I tijd van vrouwen tuaschen 7 en 9 wordt j toegelaten. De uitzondering, wat den vrijen Zaterdagmiddag betreft, voor wasch- en strijkin richtingen had tot d© strijkinrich. tingen beperkt moeten worden. Hij dringt aan op aoo streng mogelijk toepassing van het Veiligheidsbesluit. De heer Do V 1 u g t critiseerde dit be sluit, waarvan de resultaten niet evenredig zullen zijn de nieuwe losten, welke aon de nijverheid zullen worden opgelegd. Spr. hoopte, dat rekening zal worden gehouden met de bezwaren, die eventueel door de Kamers van Koophandel zullen worden in gebracht. De heer Teenstra, 's Ministers plan. nen overigens toejuichende, stelde eenige bezwaren in het lioht tegen de voorge schreven ruimte in de zwendelarij, die tot het bouwen van nieuwe schuren of heb op- I heffen van het bedrijf zou leiden. Ook bracht spr. eenige bezwaren tegen de bepalingen ter bestrijding van de stof- plaag in bedoelde werkplaatsen onder j 'a Min. aandacht. I De heer Ketelaar wees er op, dat schoolopzieners de uitzonderingsbepaling betreffende het verrichten van arbeid door kindesen, die den leerplichtigen leeftijd bereikt hebben, doch dien, waarop zi) ar- be.d mogen verrichten, nog niet, zóó uit leggen, dat de vrijstelling van het arbeids- verbod vervalt, wanneer er gelegenheid is om nog eens in dezelfde klasse van d® lagere school het niet meer leerplicht/g© kind te laten. Door die uitlegging wordt het verbeiden van een 7de leerjaar oa-a d© lagere school uitgesteld. De Minister van Laadbour, enz., we~s er op, dat de uitlegging, h:er- ho ven bed -eld, ook de zijne is, wff? hij d® bepalingen, die vrouwen en kinderen be schermen, steeds zóó uit-Lgt, dat zij het gunstigst voor hen werk-n. Handhaving der bepaJ-ngen voor d® steenbakkerijen zou de betrokkenen bena deeld hebben. De Minister komt er voorts tegen op, dat men over bepalingen van bestuurs maatregelen, waarvan do bespreking niet in do Kamer thuis hoort, gaat aehjttee- i-en. Beriiss'ngen omtrent do bezwaren van deskundigen zullen alleen geaomen wor den op zuiver zakelijke gronden. Wanneer de Kamer er over discussieert, bestaat het gevaar, dat ook anders argumenten daar toe zullen medewerken. Bij do replieken deelde de Minister mede, dat do in-werking-treding van het K. B. inzake de Steenhouwerswet in het voorjaar kan worden verwacht. Wanneer het regel werd, ontwerp bcetuursmaa.trege_ len in de Kamer te b spreken, zou hij niet kunnen voortgaan met het raadplegen van deskundigen vóór de tot-stand-koming. De heeren Elhorst enJaönink pleitten voor hulp van regeer:ngswego aan Enschedé inzake maatregelen tegen water verontreiniging door afval-loozcnde fabrie ken, waarop de Minister verwees naar de krachtige en belangstellende medewer king, die van het departement steeds is ge bleken, maar. de tijd voor proefinstallaties is voorbij eri daarvoor kan do Regeering geen steun geven uit 's Rijks kas. De heer Hels dingen juichte het subsidie voor de verbetering van vlas- braakhokken toe, maar vond het bedrag van f 2000 te laag. De M i n i a t e r, bet-pogend®,dat het bedrag voldoende is, voor het cogenblik, zeide, dat eventueel later meer kan wor den gevraagd. Bij „arbeidsvet-zekering,'critieeorde de heer D u y s, dat do Minister heefb toege geven aan de eischen der doctoren tot ver andering van de weistandsgrens in ie Ziektewet. Dc arbeiders, dio dezé grens overschrijden, kunnen bij* liun ziekenfond sen niet meer terecht. En zij krijgen geen uitkeering, volgens het ontwerp, ale zij zich geen geneeskundige hulp verschaffen. Nvt de .Minister op zoo'n. goeden voet staat met de doctoren, brenge lnj de geneeskun dige behandeling meer in het ontwerp, j vroeg spreker. Ook vond spreker, dat de «Minister zich al te gemakkelijk afmaakt van de beroeps- ziektewet en vraagt hij, of het rapport over de Landbouw Onderlinge niet wordt gepubliceerd, omdat dit wellicht vernieti-, gend i». De Minis t e r heeft met de doctoren onderhandeld juistt uit eerbied voor het particulier initiatie f- Welke die besprekin gen waren, kan hij niet aan de Kamer med'edeelen. Het rapport in zako Land- en Tuinbouw-Onderlinge was alleen tot 'a Min. voorlichting. De heer De Vlug t pleitte voor een drietal wenschen van ambtenaren aan de Rijksverzekeringsbank ju zake pensioen, een voor klerken, dio het ambtenaarsexamen willen afleggen, en den vrijen Zaterdag middag. De heer Duys betoogde, dat de Minister "niet heeft geantwoord aan de verwachting, die de ambtenaren dor Rijksverzekerings bank van hem koesterden. Spreker trad daarna in een opsomming van grieven van schrijvers, enz. om vervolgens te pleiten voor afschaffing van het ambtcnarenexa- men, betere promotie, aanstelling van ad- DOOR LOUISE B. (Nadruk verboden). 8) Ik ben eena door kennissen medege nomen, toen Sarah Bernhardt „La Dame AUx Camélias" speelde. Wij zaten op do achterste rij van het parterre, ik tusschen mevrouw en mijnheer in. Gelukkig dat ik klein ben, nu kon ik mij zoo wat verbergen achter den rug van dengene, die voor mij zat-, want een tranen dat ik stortte bij e*k bedrijf!... Ik had een nieuw zijden zak doekje bij mij, een St.-Nicolaas-cadeautje van diezelfde goede mevrouw, die mij zoo genieten deed; aan dat zakdoekje waren roode randjes en al het rood is door het wit gcloopen, door mijn zilte tranen voor goed bedorven. En toen Sarah ik bedoel Marguerite stierf, snikte ik... mijzelve overstuur. Ik kon dien nacht va-n r.enuw- Aohtigheid niet slapen../' „Maar toch pleizier gehad?" »,0. riep ze, en daar was een boekdeel vol gcnotsbeschrijring in dien enkelen uit roep. „En verschaft een blijspel u hetzelfde... «onderlinge genot?" „La Dame aux Camélias" 16 het eenige oomediestuk, dat ik ooit gezien heb en ik ben heel blij, dat dit was om te schreien ®n niet om te lachen." „In uw plaats zou ik toch liever lachen., t» Ujkt mij heel vroohjk." ,,0, voor mijzelve, maar ik hel> bet ook zoo goed in het leven, ik ben een geluKS- kind." Zij keek hem glimlachend aan, torn zij zoo sprak, maar daar was toch nog altijd een schaduw van droefheid in haar groote donkere oogen en na eenig nadenken ging zij voort: „Het leed is echter zoo veel gemakkelijker te begrijpen dau de vreugde. Ge ontmoet d© smart op uw levensweg eer. der dan de blijdschap, niet waar, dab zal ieder mensch wel ondervinden." Maar aarzelend antwoordde hij: „Dat.,, dat weet ik niet recht. Daar heb ik nog nooit over gedacht... Neen, wel beschouwd, ben ik heb toch volstrekt niet met u eens. Nu ja, er is wel leed in ieder menschen- levcn, maar toch alleen maar zoo nu en dan, het- normale is toch vreugde vroo- lijkheid." Het meisje zag hem aan, met groote oogen. Zij nam hem op, van het hoofd let de voeten, zooals hij daar naast haar zit tend, beschenen werd door do jonge, vroo- lijke zomerzon en zij wijdde een blik aan zijn keurige, moderne zomerkleeding, iio een vaag parfum, half lavendelgeur, half cigarettenlucht., van zich ga-f; naar zijn ge zond, blozend, blond gezicht; toen sloeg zij even, tersluiks, een blik op zlchzolvs en de uitdrukking op haar golaat veran derde. De zorgclooze, naïve vriendelijk heid, waarmede zij een gesprek met hem begonnen was, mankte nu plaat© voor een gevoel van medelijdende minachting. Zij voelde een oogenbhk heel scherp hei(i ver schil tusschen haar en zijn loven, en bitter zeide zij „O pardon ik vergat., geheel onder den indruk van Multatuli's geeat, met wfen ik qigenlijk sprak. Ik zag in u... een mensen, en ik vergat, dat u behoort tot de poppen- omgeving van mevrouw Sayernius." Hij genoot van haar boosheid, die zij zoo aardig levendig uitte, haar mooie oogen schitterden, daardoor zoo pittig. «,Ea, vroeg hij ondeugend, „wie is "uit die om geving de grootste pop, mevrouw Saver- niua soms?" Zij kleurde van schrik over haar onvoor zichtige uitlating, maar gevat antwoordde zij: „Ik sprak alleen van de omgeving van mevrouw Savernius. Mevrouw zelve is ^oa mensch, en een heel gul mensoh zelfs, mijn bost© werkgeefster. Ik verbied u kwiad van haar te spreken!" Hij had het genoegen eindelijk denzelf den schalksclien blik op te vangen, die h^m hij hun eerste ontmoeting dadelijk belang in haar had doen stellen. „Dan rust op mij heel het gewioht van uw minachting over de „poppenomgeving" van tante Savernius?" „Tante? Is mevrouw Savernius dan oi©t uw®...?" Zij zweeg met een blosje. Toch scheen zij, naar de vroolijkcr uitdrukking op haar geriehtje te oordeelen, geen treu rige ontdekking gedaan te hebben. „Tante Savernius was de vrouw van mijn oudsten oom." Gelukkig voor Tante" Sa vernius, di®, zoo gaarne een heel jongen in druk maakte, hoorde zij den nadruk niet, dfen haar liefste neef legde op «dazsn graad van bloedverwantschap. „Wist u hot nio b, j uffrouw Helmond „Hoe zou ik het hebben moeten weitan 1 Mevrouw Savernius ®n ik spreken óver muziek, ten minste gewoonlijk, maar nooit over Fa mille-relaties. Bn als men hog niet in den vorm aan elkander is voorge steld..." Zij zag hem weer spottend aan. „Pardon!" riep hij, werkelijk onthutst. Dit kleine verwijt hinderde hem; hij died zoo zijn best altijd een beleefd man te zijn, hij vond dat zoo... aristocratisch. „Ik ver onderstelde, dat u reeds al lang wist, wie ik was. En... daar u zoo gemakkelijk met mij begon te praten..." „O," riep zij lachend: „Draai de dingen nu maar niet om en houd vooral op .net al di® conventioneel® beleefdheidsfrasen. Ik ben zóó arm, zóó weinig voornaam, zoo alléén op do wereld, dat ik geheel noven of beneden de vormen van uw omge ving sta. Doe vooral geen moeite u uit t>3 sloven in excuses, dat zou bespottelijk zijn Zij schuddo nog even lachend het hootcl, heel vroolijk gestemd over „zulke blees," en haalda toon uit de plooien van haar rose katoenen japonlijfj®, een groot oud zilveren heerenhorloge te voorschijn, -.vaar ze op keek. Hij. lachte: „Draagt u expres dat.leolij- ke, groote ding?" „Ik begrijp u niet?" „Ik bedoel dat horloge, of u het draagt om het contrast, dat het lompe ding moet maken in uw fijn© vingertjes." Zij laohte niet, rij zag nog minder gevleid en da levendige, vroolijke trek in iiaar donker® oogen word vervangen door een kouden glans. Hij was zoo dom het niet to zien: „Hoe komt zulk een gracieus persoontje aan den aleohten smaak, zulk een horloge te dra gen. Pardon, dab ik zoo durf te spreken, maar ik houd te veel van een smaakvol harmonisch geheel, om zulke... onregelma tigheden onopgemerkt te kunnen laten 1" En ironisch vroeg hij nog: „ïs bet soms een erfstuk V' Zij was opgestaan en zeide strak: „Ze ker, juist daarom heb ik er zwak op. Dit' leelijke horloge werd gevonden op het lijk van mijn vader en wees ons liet uur aan van rijn dood. Papa was kapiteinhij sneu velde hij het overtrekken van een rivier, tij-dons de expeditie in de XXII Moekim®. Aan beide beeuen gewond, moet hij achter over in het water zijn gevallen en op die manier verdronken. Eerst veel later spoel, do zijn lijk dicht bij het hoofdkwartier aan wal. Dit horloge was nog het eenige wat goed op hem gebleven was. Men zond heb mijn moeder en die gaf heb mij later, om dat ik geboren werd op den eereten dag van haar droevig weduwschap. Nu zult u begrijpen, waarom ik meer vatbaar Pen voor het leed dan voor de vreugde. Mijn eerste spaarpenningen gebruikte :k om dit horloge weer iu orde te laten brengen en juist omdat ik mijn vader nooit gekend heb, luister ik zoo gaarne naar dit tikken, dat eens verstomde te gelijk met zijn hart..." Zij haalde het horloge nog eens te voor schijn en keek er weer op: „Werkelijk, Pet is mijn tijd, ik moet weg!" En zij strekt® haar hand uit naar de parasol, dio hij nog «altijd in zijn hand hield. (Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5