I.ÊXDSCH DAOBI.AD, Vrijdag* 13 December. Tweede Blad.
Anno 1312.
00meenteraad van Leiden.
I f Donderdagmiddag twee uur vergaderde de
FEUILLETO N.
l@202i
Jraad der gemeente Leiden.
I Voorzitter de burgemeester,- jhr. mr. 'dr.
1K C. de Gijselaar.
'Aanweziff 30 leden; 'afwezig de heer
^Dc notulen der vorige vergadering wor-
I jjen onveranderd vastgesteld*
jngekomen is:
.Verzoek van de Lcidsche Duinwater-
I Maatschappij om goedkeuring van een plan
«n uitbreiding van het bcsiaaude machine-,
I gebouw.
I Verzoek van D. Kruissink om 2 boomen
I te doen rooien, staande vóór zijn perceel
I Zwingel 6.
Verzoek van mcj. E. M. M. Landzaat
ujn eervol ontslag als onderwijzeres aan
I school der 3c klasse No. 3.
Verzoek van den Chr. Leidschen Be-
stuurdersbond om niet aan tc nemen het
voorstel tot wederinvoering' van de kermis.
Do V.oorzi bfaer doelt hierop raoe, dat
B. en Ws. tot de bestaande instellin-
I gen van weldadigheid de vraag is gesteld,
of zij de instelling van een armenraad in
deze gemeente wenschelijk zouden a oh ten. 19
rërecaiffingen antwoordden in bevredigenden
zonden geen antwoord, terwijl 2
I de Biakonie der Chr. Garof. Gemeente en
I |.4 College van Vrouwenlcraaounoedera
I 'de instelling niet wenschelijk achtten.
B. en Ws. hebben in dit feit aanleiding
gevonden aan den Minister van Binnenland-
tobe Zaken te verzoeken de ingtelling van
P?a armenraad in deze gemeente te bevor
deren.
Aan dc orde is:
1. Voortzetting van de behandeling van
het voorstel tot onderhandsche opdracht
van het baggerwerk en do uitvoering van
bijkomende werkzaamheden in do gemeen
te Leiden aan P. van Ulden. (260).
De heer C a r p e n t ic r Ailing vraagt,
wat ui art. 3 wordt verstaan onder do
pachters. Is dat de gemeente?
De Voorzitter antwoordt dat dit B.
en Ws. zijn namens da gemeente.
De heer Vergouwen vraagt bij art.
'4, wie beoordeelt welke fabrieken helder
water noodig hebben, dit is wat vaag.
De Voorzitter zegt, dat bij geschil
van opvatting in dezen arbiters uitspraak
doen.
De heer Vergouwen zou hier willen
bijvoegen, „ter beoordeeling van den ver
pachter."
De Voorzitter gelooft, dat wanneer
öe gemeente bij alle'artikelen die clausule
ïou plaatsen, er geen pachters zouden ko
men.
De heer Vergouwen zou dit willen
bepalen om moeilijkheden tc voorkomen.
Dc Voorzitter acht dit oagewenscht
Be tegenwoordige bepalingen hebben den
toets doorstaan.
De heer Fokker wil van de vergoe
ding, die aan den pachter wordt toege
kend voor het ophalen van klinkers een
gedeelte doen toekomen aan de werklie-
kien.
De heer V.an der Lip, wethouder,
óórdeelt dat do gemeente met do loonre
geling niets te maken heeft.
De heer Fokker acht dit een over
wonnen standpunt; hij zou 40 cents aan
den pachter willen toekennen en 10 cents
aan de werklieden.
Dc heer Van der Lip zegt, dat dit
fiüancieelc veranderingen zal geven. De in
schrijving is geschied naar de liier gemelde
bepaling.
De heer Botermans is het met den
beer Fokker eens. Wanneer die werkman,
een kleine vergoeding krijgt, is dit pen
aanmoediging om de klinkers in de schuit
te gooien.
De heer Bosch is pok van oordeel,
'dat de gemeente recht van meespreking
beeft bij de loonregeling. B. cn Ws. er
kennen dit trouwens zclfi door hun voor
stel inzake Icon cn arbeidstijd. Doch dit
>s een kwestie, die jde pachter moet rege
len.
Dc Voorzitter is ook van mcening,
dat de gemeente zich hier buiten moet
kouden. Voor den pachter is 'fc van belang,
dat er zooveel mogelijk steenen worden j
opgehaald.
De heer Botermans gelooft dat dc
steenen dan aan den anderen kant van 'de
schuit weer in 't water zullen vallen.
De heer Fischer, wethouder, zegt dat
dit bij verordening verboden is.
Dc heer Bosch wil in art. 6 ook het
riool onder het Kort Rapenburg genoemd
zien.
De heer Fischer acht dit niet noo
dig, idat is als 't ware een overwelfde gracht
en geen riool als de Laugebrug. 't Is stroo-
mend water.
De heer Fokker wil ook Het Kort Ra
penburg er in opnemen. Dan weet de
man, waar hij zich aan te houden heeft,
anders laat hij 't kalm achterwege.
De heer Korevaar wijst op een groot
verschil. Het triool aan de Langebrug
wordt gevuld met rioolstoffen, het Kort
Rapenburg niet. De schoonmaak van het
Kort Rapenburg is een kostbaar werk,
want het moet drooggemaakt. Men mag"
zich wel tweemaal bedenken dit te bepalen.
De heer Fokker stelt bij motie voor
om eens in dó vijf jaren het Kort Rapenburg
te deen reinigen. Deze bepaling meet aan
art. 6 toegevoegd.
Het voorstel wordt ondersteund.
De heer A al be r se vindt 't niet ge-
wcnscht. dat hier een zeker aantal malen
vcor reiniging wordt vastgesteld. En ook
kan dit niet onbepaald werden gelaten. Het
voorstel echter acht spr. verkeerd. Moet
het KoTt-Rapenburg worden schoongemaakt,
dan is 'fc beter om voor zoo'n enkele maal
afzonderlijk te confcraoteeren.
De lieer Korevaar is ook tegen het
voorstel. Men slaat een ga.t in de lucht en
weet niet, of hat weL noodig is, dat dit
ëens in de 5 jaren moet geschieden. Reet
mogelijk is eens in do tien jaar voldoende.
Het vecrstel wordt verworpen met 21
legen 9 stemmen en het artikel zonder hoof
delijke stemming aangenomen. 1
Bij art. 7 wil do heer Fokker een maxi
mum prijs bepalen voor het te verkoopen
strco en zaagsel, dat op de markt gebruikt
wordt.
Dc heer Fischer oordeelt, dat de ge
meente zich hiermee niet heeft in to laten.
Do heer Vergouwen acht in art. 11 to
vaag aangegeven, op welken afstand fabrie
ken van heb water gelegen mogen zijn. Dat
kan aanleiding geven tot moeilijkheden.
De Voorzitter onderschrijft dit piet,
is <1 aai1 cn legen van meening dat een vastge
stelde maat m-eer last zal geven.
Bij art. 12 zou do heer Fokker meer aan
do gemeente willen hebben het recht om
plaatsen van aflevering aan to geven, waar
tegen zich de lieer Fischer verklaart, om
dat bovendien, het niet te voorzien ia, dat
er een ander rioolstelsel zal komen.
De lieer S ij ts ma geeft bij art. 13 zijn
voldoening tc kennen over tegemoetkoming
van B. en Wa. inzake arbeidsduur cn Icon.
Voldaan is hij "niet. Do pachter zal nu losse
werklieden nomen cn bovendien is 't vffl-
keerd, dat de werklieden buiten de gemeente
niet beschermd zijn.
Do lieer Vergouwen' onderschrijft dezo
mcening. Het belt.terroin b.v. ligt juist bui
ten de gemeente en daar is men dus niet
beschermd.
Dc heer B r i e t wil alsnog bepaald zien,
dat art. 1638 c eii d. van het Burg. Wet
boek door den pachter niet mogen worden
uitgeschakeld.
De heer'Korevaar acht toepassing van
deze bepalingen in dit geval zeer moeilijk.
De controle b.v. is z. i. niet uit te voeren.
Waar dit mc-gelijk is, heeft de'gemeente in
bestekken dit reeds bepaald.
De heer B ri et acht opname gewensoht,
waar deze bepalingen ten behoeve der
werklieden van rijkswege zijn gemaakt.
De heer Fischer bestrijdt de opmer
kingen over de gemaakte bepalingen in
zake het aannemen van losse werklieden
en het niet-beschermen der werklieden 1 ui
ten de gemeente.
De heer Fokker verdedigt in den
breede liet voorstel van den heer Briet, dat
niet mag worden afgeweken van art. 1638
c en d. Ook maakt spr. een opmerking over
het voorstel van B. en Ws. inzake het
minimum-loon.
De lieer Korevaar bestrijdt de opi
nies der heeren Briëfc en Fokker. Hij '.vijst
daarbij op het feit, dat de aannemers er
niet op in willen gaan.- Zooveel mogelijk
heeft de gemeente nog in de richting der
wet gewerkt. De aannemers en de Aannemors-
bend, die zich met hen homogeen heeft ver
klaard. echter achten de- bepalingen te be
zwaarlijk en te elastisch. Ze. kunnen er geen
berekening naar maken.
De heer Fischer zegt, dat. de praktik-
heeft aangewezen in welke richting met
het loon moest worden gegaan. Het- mini
mum loon is genomen naar dat van op
perlieden en losse werklieden, waarmee de
baggerlieden kunnen wórden gelijk gesteld.
De heer S ij t 8 m a kan genoegen nemen
met de opvatting omtrent vaste werklie
den, mits vastgesteld wordt, dab na een
week dienst iemand als vast wordt be
schouwd.
Wat het niet beschermen buiten de ge
meente aangaat, merkt 6pr. op, dat de
bagger eerst naar de baggèrstaal gaat
Deze lig-t juist buiten de gemeente en daar
om moet de beperking van B. en Ws. ver
vallen.
Baggerlieden moeten volgens spreker wor
den gerangschikt onder grondwerkers en
daarom dient het loon bepaald op 19 cent.
Spr. is het in dezen niet. eens mét den
v ethouder.
De heer F i s c be y. y^"dëdi£t"lïet $Óor"
stel van B. en ife 'BïieS^ordt een aaide re
•wijze van verkoop toegepast, n.l. nieb
alleen vervoer naar de baggèrstaal, maar
ook verderop, aooals naar Roelof arends
veen.
De heer Fokker zegt, dat het voorstel
van B. en Ws. niet geheel:in den geest i»
van de motie van sprekeren anderen.
Het vooretel-Briet, opname in de voor
waarden, dat artt. 1638 c. en d. Burg.
Wefcb. niet mogen worden uitgeschakeld,
-wordt aangenomen met 25 tegen 5 stem
men. Tegen de heeren Fischer, Van Ha
mel, Korevaar, Van-der Lip en Roem.
Het voorstel-Sijtsma. om geen verschil ts
maken tussehe-n arbeiders, werkzaam in en
buiten de gemeente en hen, die een week
werkzaam zijn als vaste werklieden re
beschouwen, wordt eveneens aangenomen
met 25 tegen 5 stemmen. Tegen de heeren
Dricesen. Fischer, Van Hamel, Korevaar
en Van der Lip.
Bij art. 19 heeft 't den heer Heeres
gefrappeerd dat wel de pachter recht heeft
tot verlengen en de gemeente niet. llij
vraagt of dit met opzet is geschied
De" Voorzit ter beaamt dit. De pach
ter wilde niet zonder optiejaren. Hij'
wenschte eerst een pacht v|in tien jaar.
De heer Korevaar verbetert deze in-
lichting. De aannemer w:gnsehte geen tien
jaar pacht, doch was wel geneigd tot opl'e-
jaren. Bezwaren van den kant van den
pachter hebben tot dit contract geleid.
De heer Vergouwen vraagt over dit
zelfde punt een inlichting, waarop de heer
K o r e v a a r antwoordt. De pachter heeft
het recht met vijf jaar te continueeren, de
gemeente echter niet. Aanvankelijk wilde
het gemeentebestuur hierop niet ingaan.
De lieer Fokker wijst hier weer op.
een verschil met de voorwaarden van Gebr.
Blok. Hij ontraadt een aanneemtermijn van
tien jaar.
De heer A. Mulder acht dit artikel
juist, want wil Van Ulden niet continuee
ren, dan zou juist door verplichte verlen
ging de ellende niet te overzien zijn. Wil
hij niet continueeren, dan heeft, de gemeen
te elk jaar die 5 pCt. verdiend.
De heer Pera zegt, dat men de hel an
gien van den aannemer niet uit het oog
mag verliezen, waarin hem de heer F o k-
_k e r bestrijdt.
De heer A al Lef se brengt art. 23 ter
sprake. Hij heeft, het anders gelezen dan B.
on Vs. lliet uitleggen. Zcoals B- cn Ws'.
dit ver-klare is Het artikel waardeloos, lean
men liet schrappen, want arbitrage heeft
niets te beteêkenen, omdat B. en "Ws- bij
voorbaat al gezegd hebben: Zoo is 't. Spr.
wil, om misverstand te voorkomen, gaarne
Keu oud iüeviesa»
door
LOUISE B. B.
{Nadruk verboden).
Robert, die haar terdegó opnam,
glimlachte over haar ooquetterie, toen
hij zag, lioe uit den voetvrijen rok tel
kens een paar allerliefste voetjes te voor
schijn kwamen. Zij waren «zoo opvallend
mooi en vlug, dat hij niet meer naar het
meisje keek, alléén maar naar die beeldige
voetjes, die in vreemde tegenstelling met
hefc meer dan eenvoudige toilet van het
persoontje, keurig geschoeid waren door
paar verlakte schoontjea met hooge
hakken, Louis XV. Op de hooge wreef ».ag
men een paar strikken van zwart lint, die
ouder het vlugge loopen levendig heen en
weder zwiepten, en daardoor veei geleken
°P een paar fladderende vroolijke vo
lkjes...
Zoolang de voetjes in het gezicht bleven,
kon Robert zijn oogen niet afwenden van
dio 6trikjes, die in hun vroolijke beweeg
lijkheid varen als de levengevende ziel van
«kn voet.
t kerst toen er niets meer te zien was in
de stille straat, ging hij weer zitten in den
Rrooten fauteuil over tante Savernius.
•.Waar keek je toch zoo naar, Robert,
*rocg <ze: „Je vergat me te antwoorden."
"0, zeide hij: ,,ik zag naar een paar
'|aidigp. vogeltjes, die vlogen vlak over
''e straatstenenHij liet een kort* ver-
rfRenoegd lachje hooren.
Tante Savernius begreep hem niet, maar
zijn opmerking over vogels, die laag bij den
grond vlogen, bracht haar in herinnering
een volksuitdrukking, die zij vroeger wel
eeii6 van boeien gehoord had, toen zij nog
buiten woonde, in den tijd vóór haar huwe
lijk: „Zij zeggen wel eens," merkte zij op,
droomend: „Als de vogels scheren over
den grond, voorspelt dat storm... Maar de
lucht ziet er niet naar uit, of vooreerst liet
weer veranderen zal, wel?"
„Wel neen," zeide hij lachend: ,,Het is
het mooiste, bestendagste weer van, de
wereld. Waar zou de storm vandaan moe
ten waaien...!"
Hiermede was alle6 gezegd, wat er va-n
dit onderwerp gezegd kon worden. Robert
was nieuwsgierig naar lieel andere dingen.
„Tante.. ik heb toch geen gewichtige
afspraak van u in de war gestuurd, dat zou
mij spijten. "Was die...juffrouw van zooeven.
een... modiste soms, en had u eigenlijk een
gewichtige conferentie over toiletzaken?"
„O neen," was het nonchalante ant
woord: „Ze is geen mocliste, ze is... ooh
eigenlijk is ze niets."
„Niets is al heel weinig; u scheen haar
toch besteld te hebben V'
,,-Ja zeker, ze komt hier geregeld twee
maal in de week. Ik zocht indertijd iemand,
een beschaafd, ontwikkeld jong meisje,
dat genegen was een paar maal in de week
muziek met mij te maken. Een mijner ken
nissen recommandeerde mij dit juffertje
Helmond en zoo komt ze nu hier in huis."
„Twreemaal in de week, dus 's "Woensdags
zooals vandaag?"
„Ja, en 's Zaterdags van drie tot vijef."
„Maar dat zijn juist uw receptiedagen?"
„Zeker, juist daarom. Ik blijf dio dagen
immers toch. thuis, andere middagen zou
den mij kunnen hinderen in in.jn uitgaans-
plannen."
,,Du6 is clat meisje piano-onderwijzeres?"
„Och neen, dat zelfs met. Zij komt alleen
maar wat muziek met mij maken uit... ge
zelligheid. Het is zoo vervelend altijd alleen
piano te spelen. Nu accompagneert zij mij.
bij mijn zang, of wij spelen quatre-mains.
En als ik geen lust heb, laat ik haar spe
len en luister ik; zij heeft werkelijk een
aardig talent."
„In elk geval heb ik u beroofd van een
paar aangename uren?"
„Stel je gerust, miju conscientious© neef,
zelfs dat niet. Ik kan best eens een nul-
dagje overslaan en juffrouw Helmond
och die is waarlijk ook niet te beklagen
door je bezoek. Zij heeft voor een wande
lingetje van de Sumatr,astraat naar hier,
gemakkelijk haar loon verdiend. Want ik
salarieer haar heel ruim: vijf-en-twintig
gulden in de maancl voor vier uren speten
in de week; en dat een juffertje zonder
diploma."
Het was een eigenschap van mevrouw
Savernius altijd den prijs te noemen van al
de dure liefhebberijen, die haar ruime mid
delen haar veroorloofden. Dat gaf haar
nog altijd een zeker genot; zij had zoo bit
ter zuinig moeten zijn vóór haar trouwen.
Maar er was nu genoeg over zoo iets
eenvoudigs als een juffrouw Helmond, uit
geweid en tante Savernius maakte de op
merking: „Maar Robèr, je bent stellig niet
hier gekomen, om over mijn pianofactotum
ingelicht te worden, hé? Kom, ik verveel
I je, laten wij over iets anders praten..
weten of hij B. en "Ws. goed begrepen heeft.
De Voorzitter zegt, dat dc verpach
ters eerst hun opvat!lag over do uitvoering
te kennen, geven, zij hebben de prae tot
uitlegging van het contract.
De lieer A a 1 b e r s e ie door deze ver
klaring tevreden gesteld.
De heer Vergouwen wil iu art. 24
het bedrag der boete, f 25, verheogen. Een
ontduiking kan wel eens voordeeliger zijn
dan de boete. Daarom most, voor goede uit
voering van het werk, de boete verhoogd
worden.
De Voorzitter verklaart, dat difc be
drag in vorige contracten stond en nooit aan
leiding gaf {ofc een verlangen o:n te wijzigen.
De heer Fokker vraagt of deze contrao-
tanfc vroeger niet veel boete, f 1800, heeft
gehad. Is dit. juist, dan blijkt, dat voor
dezen contraotant ecu hoo.ge boete gewensoht
is. Hierop wil hij gaarne antwoord. De boete
heeft toon niet geholpen.
De Voorzitter west niet of dat. juist is.
De heer Korevaar heeft indertijd ook
een tijdje met Gebr. Van Ulden gewerkt,
maai' weet niet of er zoo'n groot bedrag aan
bcete is geweest. Hoe is de heer Fokker ge
komen aan dat praatje?
De hoer Fokker: Van een derde bui
ten den Raad en van den heer Vergouwen
in den Raad.
De heer Van der Lip heeft geen bo-
-7-Waar dit maximum te veiiioógen. B. cn
W-Sv* bepalen toch in elk concreet geval hot
Lecbag.. Vroeger bleek nooit, dat f 25 to
laag was. Spr. gelooft niet, dat liet bedrag
van elke boete op zichzelf genomen een kwes
tie vcor arbitrage kan zijn. De bepaling
van do grootte van het bedrag is aan B.
on Vs.
Do heer Vergouwen bespreekt ook dc
kwestie van de f1800 bcete cn bepleit nog
maals de verhooging van het maximum boete
bedrag. Spr. stelt vcor dit t-e brengen op f 50.
B. cn Ws. neme li liet voorstel over.
Het g'clieele contract werd hierop aan
genomen. i
De heer Van der Eist vraagt naar
aanleiding dezer zaak of B. cn Ws. niet
te ver zijn gegaan. Art. 179 der Gemeente
wet draagt hun een goede voorbereiding der
to behandelen zaken op. Spr. demonstreert,
dat dit hier niet is geschied. B. en Va.
kunnen nog wel 't vertrouwen van den Raad
hebben, maar zij dienen wol te beseffen,
dat bij deze wijze van handelen op hun
schouders de verantwoordelijkheid neerkomt.
De heer Fok leer onderschrijft deze opinio
cn constateert, dat B. cn Vs- hier den Raad
slechts hebben gesteld voor een fait-accompli.
De heer Vergouwen maakt ook can
opmerking cn oordeelt, dat men or nu inaar
niet meer op terug moot komen.
Dé hoer A a 1 b e r s o is he t niet met dio
heeren eens, die- het beleid van 11. en Vs.
afkeuren. Hij" heeft daarvoor alle hulde. Do
zaak is z. i. uitstekend voorbereid.
Verplicht© wimkcZ.sliiitifig.
2. Praeadvics op de verzoeken van do
afd. Leiden van den Neder], Bond van
Confectiebedienden e. a., om liet sluitings
uur van winkels en magazijnen bij verorde
ning te regelen. (226).
Hierbij is ook aan de orde de motie-Fok
ker c.s., waarbij B. cn Vs. wordt verzocht
do commissie voor de strafverordeningen op
ie dragen oen verordening op de verplichte
winkelsluiting te ontwerpen.
De motie-Fokker c.s. behoeft hier, volgens
de meenilig van den voorzitter, niet be
handeld tc werden, want verwerping van
het prac adviês brengt moe, dat aan helt
verzoek in die motie zal worden voldaan.
De lieer S ij t s m a constateert, dat, bij de
vorige behandeling in 1907 vergeleken, men
vooruitgegaan is. Toen was liet een open
vraag cf do Raad de bevoegdheid heeft, nu
is dat oen feit. Spr. wijst op Amsterdam,
Vorm ervoer, enz.
In Leiden is de sympathie vcor sluiting ge
groeid. Het aantal van hen, die vrijwillig
sluiten, is toegenomenis reeds ruim 300.
Alleen R. en Vs. zijn niet van meening
veranderd. De vrijheid, die B. cn Vs. ver
langen, bcteekent een dwang van een kleine
minderheid op een meerderheid. De enquête
nogaando, komt spr. tot de conclusie, dat-
do corporaties in groote mcerclorliead vóóij
sluiting zjju.
Do enquête onder do winkeliers waré bete*}
in handen geweest van een Raadscommissie
van vóór- ca tegenstanders. Alen hoeft 1709
winkeliers biljetten gezonden. Vinkelicra!
hebben spr. gezegd, dat het hun niet mogo^
lijk is to begrijpen, hoe men tot dit getal
komt. Daarbij zijn natuurlijk ook kleinei
snoepwinkeltjes. Men dient echter ook del
waarde va.n elk winkelier op zichzelf tq
beschouwen.
Spr. is van meening, dat de tegenstanden
zich genoeg goroerd heb bon. De niot-ingHyi
zonden bi-I je; ten kunnen niet van tegenstand
ders zijn, die zich niet durven uiten. Viej
liior als tegenstander wordt aangemerkt^
ia het nog niet, gezien dat zij1 het zijn om]
een of ander ondergeschikt punt. Er zijn er,'
dio zelf sluiten, maar nu tegenstandetr zija^
omdat zij ook van anderen vrijwillige sluii
ting verlangen.
Spr. critiseert, dat een groote groep be*
langhebbenden is vergetendat zijn de wind
ke-1 bedien den. Do heer Rodenburg heeft hier;
indertijd gezegd, dab hot gemakkelijk is oraj
te verhinderen, dat de bedienden na sluis
ting worden aan het werk gehouden om'
dezo noemdo toen een artikel der Am9tew
damsche verordening.
Spr. sluit, zich aan bij de, verdediging van;
.den dwang door mr. Aalbcrse in 1907. D«j
oppositie is zoo groot niet als wordt gezegd^
In Amsterdam is dio reeds geluwd. Het rm>i
lief, dat do werklieden na negen uren dam'
niet kunnen keepen, gaat nieit op, de arbcd,*
dors zelf zijn juist de sterkste vcorstahdord^
en evenmin is er gevaar, dat men in audefoi
gemeenten zal keepen. Spr. zal tegen heïti
prac-advies stemmeu.
Do heer IIeer os is het mot 'de rede ètïj
de conclusie van den heer Sijtsma eens. Hijj
zou dezelfde punten ter sprake hebben
bracht. Eén punt wil hij nog naar vorei^
brengen; dat is de forrauleering der vragen*
Da samenkoppeling van sluitingsr- cn open
ningsuui' is onjuist geweest.
Spr. brengt thans de individueels vrijh'ed)'dl
ter sprake. Die heeft niets te beteckeoion h!w&
te lando. Dat is op hot oogenblik niots andera
dan een dwang van enkeion op allen.
Ook do medewerking van. het publiek mootj
in aanmerking genomen worden. De winko*
liers zullen wel bemerken, dat die verplichte!
sluiting .m g zoo slecht niet is.
De heer Rcimoringor zegt, 'dat moft
deze Staatsbemoeiing terugvindt in do mid-t
deleeuwen. Dit punt, dat als vooruitsteek
vend wordt aangemerkt, is reactionair. Men!
mag vcor do bedienden hot winkelbedrijf
niet ontwrichten. Dan moet vm Rijkswet den;
arbeidsduur der winkelbedienden me-ar regov
Ion. Spr. geeft too, dat hot hinderlijk ia,-
wanneer een persoon verhindert om vocü*
een gohe-elc groep lob sluiting te komen*
Dan wordt als correctief do Staatsinmenging!
gevraagd. Alen mag niot allo graepon ovor.
cén kam scheren.
Spr. geeft hiervan voorbeelden., i i- 1
De zaak is vertroebeld door do zaak- 'doft)
winkelbedienden saam te vatten met dié
dor winkeliers.
De heer A. Mulder nchb do enquête'
niet gehouden, zooals dit had moeten geschied
den. Spr. wcnscht zich daaraan dan ook
niot te houden. Ilij wil echter terugkomen'
op do aanranding der individueelo vrijheid^
Hij -ondorsclirijft in zekor opzicht do rnétk
ning van professor Heeres. Hier L' ,kct een
noodzakelijke dwang om don winkelier te
beschermen tegen den dwang van een var-
waterde ccncuiTenlic. Do zaak dor vrijheid
wordt niet bevorderd door do winkelierai
maar vrij te laten. Al heeft do Raad ïiioi
in do eorste plaats vcor do belangen doi*
bedienden to zórgen, toch moet men miotj
deze categorie .rekening houden.
Spr. vreest cok niot do concurrcntio dec;
kleine winkeltjes iu omliggende gemeenten*
Dat, B. en AVs. zco medelijdend zijn meti
do burgers betreffende de processen, kart
niet ernstig gemeend zijn, aldus spr. Dart
zouden e.r meer verordeningen moeten ver-.'
dwijnen. Hebben B en Ws. dan geen medo-<
lijden met do dienstboden, dio proces krijgen;
omdat ze na negen uur een kleedje uitklop-
rcjï
"Do winkelier*, die thans reeds sluiten, zijrt
zeer beangst, dat h>t door hen .verkregené
weer verloren zal gaan, als er geen vor-;
Ofschoon zij beweerde dat heb eigenlijk
nog te vroeg was, schonk zij hem toch fn
geurig kopje thee. Robert kwam onder
haar charme, het was heel gezellig -lien
middag, tante Savernius was op haar dreef
en het sloeg vijf uren op de Empire-pen-
dule vóór hij, er om dacht. Toen stond hn
op, want nu behoorde zijn veelbesproken
tijd aan den huzaren luitenant, of liever
aan dien3 nieuw race-paard en het was lang
over zessen, toen hij weer vrij was en on
der de nog kale ic-pen rooi* de cavalerio-
kazerne in de Laan Cope3 wachtte op de
tram, die hem naar de „Witte" moest
brengen, waar zijn vriendenclub hem
wachtte.
Aan het kleine juffertje, tante Saver
nius' „pianofaototum", dacht hij natuur
lijk heelemaal niet meer, daartoa was hij
een te schitterend jongmensch en zij een te
eenvoudig zieltje. Maar onder de booaien
langzaam heen en weder drentelend, wach
tend op de tram, zog hij van dc Timer
straat een klein, vlug loopend, vrouwelijk
persoontje naderen. Hij herkende haar da
delijk aan haar levendigen gang Zij scheen
haar onverwachte vrijheid gebruikt te heb
ben voor een wandeling, althans als buit
van haar hui ten zijn, droeg zij iu de handen
eenige dunne, dorre twijgjes.
„Alsof zii aan het sprokkelen is geweest,
hoe. maldacht Robert.
Hij was het niet met zichzelf eens, of
hij wel verplicht was haar te groeten en
zij scheen van plan te zijn het hem weer
niet lastig te maken in de opvatting van
zijn hcleefdheidsplichten, want zij lien,
schijnbaar niemand ziende, recht voor zich
mt te kijken,.
Bijna was zij hem voorbij, toen hij, als
met een plotselinge ingeving, naa-r beneden
zag, naar haar voetjes. De pittige strikje»
waren nu grijs \an do stof en telkens, bij
eiken pas dien het nette voetje maakte,
kwarn zoo'n levendig grijs puntje even bui
ten den rok gluren en trok zich weer haas
tig terug, als een nieuwsgierig muisje 1
Dat geestige spelletje van die aardige
strikjes besliste over zijn herinneringsver
mogen en over zijn beleefdheid. Juist bij
tijds kon hij nog den hoed afnemen, heel
diep en hoffelijk. En nu zag ook zij dade
lijk op, aio had zij alleen op dien groet ge
wacht om clat te kunnen doeu, en zij
groette hem terug, heel beleefd, gracieus
en waardig.
Zij waren elkaar voorbij. Hij had nrg
juist den tijd haar na te kijken. Zij liep
vlug door, geen enkele maal zag zij om.
En haar correct binnenkomen bij tante
Savernius, haar onberispelijko groet, dati
niet omkijken, gaven aan dat eenvoudige,
bijna armoedige figuurtje zooiets dames
achtigs, dat clit hem werkelijk nicuwagte-
rig maakte. Als /ij er niet zoo aardig had
uitgezien, zou Robert Savernius haar loch
nog vergeten hebben misschien, maar nu
moest hij telkens aan haar denken, aan die
guitige, levendige oogen, dab mooie haar in
Tooral aan die geest ge voetjes. Zijn be
langstelling in haar was opgewekt en bij
begon „Juffrouw Helmond langzamer
hand een grappig levend raadsel te vindon,
waarvan naar de oplossing te zoeken liern
wel prikkelde.
En hij had zoo den tijd, zoo niets dego-
lijkers om zich mede te amuseeren.
(Wordt vervolgd.