I.ÊXDSCH DAOBI.AD, Vrijdag* 13 December. Tweede Blad. Anno 1312. 00meenteraad van Leiden. I f Donderdagmiddag twee uur vergaderde de FEUILLETO N. l@202i Jraad der gemeente Leiden. I Voorzitter de burgemeester,- jhr. mr. 'dr. 1K C. de Gijselaar. 'Aanweziff 30 leden; 'afwezig de heer ^Dc notulen der vorige vergadering wor- I jjen onveranderd vastgesteld* jngekomen is: .Verzoek van de Lcidsche Duinwater- I Maatschappij om goedkeuring van een plan «n uitbreiding van het bcsiaaude machine-, I gebouw. I Verzoek van D. Kruissink om 2 boomen I te doen rooien, staande vóór zijn perceel I Zwingel 6. Verzoek van mcj. E. M. M. Landzaat ujn eervol ontslag als onderwijzeres aan I school der 3c klasse No. 3. Verzoek van den Chr. Leidschen Be- stuurdersbond om niet aan tc nemen het voorstel tot wederinvoering' van de kermis. Do V.oorzi bfaer doelt hierop raoe, dat B. en Ws. tot de bestaande instellin- I gen van weldadigheid de vraag is gesteld, of zij de instelling van een armenraad in deze gemeente wenschelijk zouden a oh ten. 19 rërecaiffingen antwoordden in bevredigenden zonden geen antwoord, terwijl 2 I de Biakonie der Chr. Garof. Gemeente en I |.4 College van Vrouwenlcraaounoedera I 'de instelling niet wenschelijk achtten. B. en Ws. hebben in dit feit aanleiding gevonden aan den Minister van Binnenland- tobe Zaken te verzoeken de ingtelling van P?a armenraad in deze gemeente te bevor deren. Aan dc orde is: 1. Voortzetting van de behandeling van het voorstel tot onderhandsche opdracht van het baggerwerk en do uitvoering van bijkomende werkzaamheden in do gemeen te Leiden aan P. van Ulden. (260). De heer C a r p e n t ic r Ailing vraagt, wat ui art. 3 wordt verstaan onder do pachters. Is dat de gemeente? De Voorzitter antwoordt dat dit B. en Ws. zijn namens da gemeente. De heer Vergouwen vraagt bij art. '4, wie beoordeelt welke fabrieken helder water noodig hebben, dit is wat vaag. De Voorzitter zegt, dat bij geschil van opvatting in dezen arbiters uitspraak doen. De heer Vergouwen zou hier willen bijvoegen, „ter beoordeeling van den ver pachter." De Voorzitter gelooft, dat wanneer öe gemeente bij alle'artikelen die clausule ïou plaatsen, er geen pachters zouden ko men. De heer Vergouwen zou dit willen bepalen om moeilijkheden tc voorkomen. Dc Voorzitter acht dit oagewenscht Be tegenwoordige bepalingen hebben den toets doorstaan. De heer Fokker wil van de vergoe ding, die aan den pachter wordt toege kend voor het ophalen van klinkers een gedeelte doen toekomen aan de werklie- kien. De heer V.an der Lip, wethouder, óórdeelt dat do gemeente met do loonre geling niets te maken heeft. De heer Fokker acht dit een over wonnen standpunt; hij zou 40 cents aan den pachter willen toekennen en 10 cents aan de werklieden. Dc heer Van der Lip zegt, dat dit fiüancieelc veranderingen zal geven. De in schrijving is geschied naar de liier gemelde bepaling. De heer Botermans is het met den beer Fokker eens. Wanneer die werkman, een kleine vergoeding krijgt, is dit pen aanmoediging om de klinkers in de schuit te gooien. De heer Bosch is pok van oordeel, 'dat de gemeente recht van meespreking beeft bij de loonregeling. B. cn Ws. er kennen dit trouwens zclfi door hun voor stel inzake Icon cn arbeidstijd. Doch dit >s een kwestie, die jde pachter moet rege len. Dc Voorzitter is ook van mcening, dat de gemeente zich hier buiten moet kouden. Voor den pachter is 'fc van belang, dat er zooveel mogelijk steenen worden j opgehaald. De heer Botermans gelooft dat dc steenen dan aan den anderen kant van 'de schuit weer in 't water zullen vallen. De heer Fischer, wethouder, zegt dat dit bij verordening verboden is. Dc heer Bosch wil in art. 6 ook het riool onder het Kort Rapenburg genoemd zien. De heer Fischer acht dit niet noo dig, idat is als 't ware een overwelfde gracht en geen riool als de Laugebrug. 't Is stroo- mend water. De heer Fokker wil ook Het Kort Ra penburg er in opnemen. Dan weet de man, waar hij zich aan te houden heeft, anders laat hij 't kalm achterwege. De heer Korevaar wijst op een groot verschil. Het triool aan de Langebrug wordt gevuld met rioolstoffen, het Kort Rapenburg niet. De schoonmaak van het Kort Rapenburg is een kostbaar werk, want het moet drooggemaakt. Men mag" zich wel tweemaal bedenken dit te bepalen. De heer Fokker stelt bij motie voor om eens in dó vijf jaren het Kort Rapenburg te deen reinigen. Deze bepaling meet aan art. 6 toegevoegd. Het voorstel wordt ondersteund. De heer A al be r se vindt 't niet ge- wcnscht. dat hier een zeker aantal malen vcor reiniging wordt vastgesteld. En ook kan dit niet onbepaald werden gelaten. Het voorstel echter acht spr. verkeerd. Moet het KoTt-Rapenburg worden schoongemaakt, dan is 'fc beter om voor zoo'n enkele maal afzonderlijk te confcraoteeren. De lieer Korevaar is ook tegen het voorstel. Men slaat een ga.t in de lucht en weet niet, of hat weL noodig is, dat dit ëens in de 5 jaren moet geschieden. Reet mogelijk is eens in do tien jaar voldoende. Het vecrstel wordt verworpen met 21 legen 9 stemmen en het artikel zonder hoof delijke stemming aangenomen. 1 Bij art. 7 wil do heer Fokker een maxi mum prijs bepalen voor het te verkoopen strco en zaagsel, dat op de markt gebruikt wordt. Dc heer Fischer oordeelt, dat de ge meente zich hiermee niet heeft in to laten. Do heer Vergouwen acht in art. 11 to vaag aangegeven, op welken afstand fabrie ken van heb water gelegen mogen zijn. Dat kan aanleiding geven tot moeilijkheden. De Voorzitter onderschrijft dit piet, is <1 aai1 cn legen van meening dat een vastge stelde maat m-eer last zal geven. Bij art. 12 zou do heer Fokker meer aan do gemeente willen hebben het recht om plaatsen van aflevering aan to geven, waar tegen zich de lieer Fischer verklaart, om dat bovendien, het niet te voorzien ia, dat er een ander rioolstelsel zal komen. De lieer S ij ts ma geeft bij art. 13 zijn voldoening tc kennen over tegemoetkoming van B. en Wa. inzake arbeidsduur cn Icon. Voldaan is hij "niet. Do pachter zal nu losse werklieden nomen cn bovendien is 't vffl- keerd, dat de werklieden buiten de gemeente niet beschermd zijn. Do lieer Vergouwen' onderschrijft dezo mcening. Het belt.terroin b.v. ligt juist bui ten de gemeente en daar is men dus niet beschermd. Dc heer B r i e t wil alsnog bepaald zien, dat art. 1638 c eii d. van het Burg. Wet boek door den pachter niet mogen worden uitgeschakeld. De heer'Korevaar acht toepassing van deze bepalingen in dit geval zeer moeilijk. De controle b.v. is z. i. niet uit te voeren. Waar dit mc-gelijk is, heeft de'gemeente in bestekken dit reeds bepaald. De heer B ri et acht opname gewensoht, waar deze bepalingen ten behoeve der werklieden van rijkswege zijn gemaakt. De heer Fischer bestrijdt de opmer kingen over de gemaakte bepalingen in zake het aannemen van losse werklieden en het niet-beschermen der werklieden 1 ui ten de gemeente. De heer Fokker verdedigt in den breede liet voorstel van den heer Briet, dat niet mag worden afgeweken van art. 1638 c en d. Ook maakt spr. een opmerking over het voorstel van B. en Ws. inzake het minimum-loon. De lieer Korevaar bestrijdt de opi nies der heeren Briëfc en Fokker. Hij '.vijst daarbij op het feit, dat de aannemers er niet op in willen gaan.- Zooveel mogelijk heeft de gemeente nog in de richting der wet gewerkt. De aannemers en de Aannemors- bend, die zich met hen homogeen heeft ver klaard. echter achten de- bepalingen te be zwaarlijk en te elastisch. Ze. kunnen er geen berekening naar maken. De heer Fischer zegt, dat. de praktik- heeft aangewezen in welke richting met het loon moest worden gegaan. Het- mini mum loon is genomen naar dat van op perlieden en losse werklieden, waarmee de baggerlieden kunnen wórden gelijk gesteld. De heer S ij t 8 m a kan genoegen nemen met de opvatting omtrent vaste werklie den, mits vastgesteld wordt, dab na een week dienst iemand als vast wordt be schouwd. Wat het niet beschermen buiten de ge meente aangaat, merkt 6pr. op, dat de bagger eerst naar de baggèrstaal gaat Deze lig-t juist buiten de gemeente en daar om moet de beperking van B. en Ws. ver vallen. Baggerlieden moeten volgens spreker wor den gerangschikt onder grondwerkers en daarom dient het loon bepaald op 19 cent. Spr. is het in dezen niet. eens mét den v ethouder. De heer F i s c be y. y^"dëdi£t"lïet $Óor" stel van B. en ife 'BïieS^ordt een aaide re •wijze van verkoop toegepast, n.l. nieb alleen vervoer naar de baggèrstaal, maar ook verderop, aooals naar Roelof arends veen. De heer Fokker zegt, dat het voorstel van B. en Ws. niet geheel:in den geest i» van de motie van sprekeren anderen. Het vooretel-Briet, opname in de voor waarden, dat artt. 1638 c. en d. Burg. Wefcb. niet mogen worden uitgeschakeld, -wordt aangenomen met 25 tegen 5 stem men. Tegen de heeren Fischer, Van Ha mel, Korevaar, Van-der Lip en Roem. Het voorstel-Sijtsma. om geen verschil ts maken tussehe-n arbeiders, werkzaam in en buiten de gemeente en hen, die een week werkzaam zijn als vaste werklieden re beschouwen, wordt eveneens aangenomen met 25 tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Dricesen. Fischer, Van Hamel, Korevaar en Van der Lip. Bij art. 19 heeft 't den heer Heeres gefrappeerd dat wel de pachter recht heeft tot verlengen en de gemeente niet. llij vraagt of dit met opzet is geschied De" Voorzit ter beaamt dit. De pach ter wilde niet zonder optiejaren. Hij' wenschte eerst een pacht v|in tien jaar. De heer Korevaar verbetert deze in- lichting. De aannemer w:gnsehte geen tien jaar pacht, doch was wel geneigd tot opl'e- jaren. Bezwaren van den kant van den pachter hebben tot dit contract geleid. De heer Vergouwen vraagt over dit zelfde punt een inlichting, waarop de heer K o r e v a a r antwoordt. De pachter heeft het recht met vijf jaar te continueeren, de gemeente echter niet. Aanvankelijk wilde het gemeentebestuur hierop niet ingaan. De lieer Fokker wijst hier weer op. een verschil met de voorwaarden van Gebr. Blok. Hij ontraadt een aanneemtermijn van tien jaar. De heer A. Mulder acht dit artikel juist, want wil Van Ulden niet continuee ren, dan zou juist door verplichte verlen ging de ellende niet te overzien zijn. Wil hij niet continueeren, dan heeft, de gemeen te elk jaar die 5 pCt. verdiend. De heer Pera zegt, dat men de hel an gien van den aannemer niet uit het oog mag verliezen, waarin hem de heer F o k- _k e r bestrijdt. De heer A al Lef se brengt art. 23 ter sprake. Hij heeft, het anders gelezen dan B. on Vs. lliet uitleggen. Zcoals B- cn Ws'. dit ver-klare is Het artikel waardeloos, lean men liet schrappen, want arbitrage heeft niets te beteêkenen, omdat B. en "Ws- bij voorbaat al gezegd hebben: Zoo is 't. Spr. wil, om misverstand te voorkomen, gaarne Keu oud iüeviesa» door LOUISE B. B. {Nadruk verboden). Robert, die haar terdegó opnam, glimlachte over haar ooquetterie, toen hij zag, lioe uit den voetvrijen rok tel kens een paar allerliefste voetjes te voor schijn kwamen. Zij waren «zoo opvallend mooi en vlug, dat hij niet meer naar het meisje keek, alléén maar naar die beeldige voetjes, die in vreemde tegenstelling met hefc meer dan eenvoudige toilet van het persoontje, keurig geschoeid waren door paar verlakte schoontjea met hooge hakken, Louis XV. Op de hooge wreef ».ag men een paar strikken van zwart lint, die ouder het vlugge loopen levendig heen en weder zwiepten, en daardoor veei geleken °P een paar fladderende vroolijke vo lkjes... Zoolang de voetjes in het gezicht bleven, kon Robert zijn oogen niet afwenden van dio 6trikjes, die in hun vroolijke beweeg lijkheid varen als de levengevende ziel van «kn voet. t kerst toen er niets meer te zien was in de stille straat, ging hij weer zitten in den Rrooten fauteuil over tante Savernius. •.Waar keek je toch zoo naar, Robert, *rocg <ze: „Je vergat me te antwoorden." "0, zeide hij: ,,ik zag naar een paar '|aidigp. vogeltjes, die vlogen vlak over ''e straatstenenHij liet een kort* ver- rfRenoegd lachje hooren. Tante Savernius begreep hem niet, maar zijn opmerking over vogels, die laag bij den grond vlogen, bracht haar in herinnering een volksuitdrukking, die zij vroeger wel eeii6 van boeien gehoord had, toen zij nog buiten woonde, in den tijd vóór haar huwe lijk: „Zij zeggen wel eens," merkte zij op, droomend: „Als de vogels scheren over den grond, voorspelt dat storm... Maar de lucht ziet er niet naar uit, of vooreerst liet weer veranderen zal, wel?" „Wel neen," zeide hij lachend: ,,Het is het mooiste, bestendagste weer van, de wereld. Waar zou de storm vandaan moe ten waaien...!" Hiermede was alle6 gezegd, wat er va-n dit onderwerp gezegd kon worden. Robert was nieuwsgierig naar lieel andere dingen. „Tante.. ik heb toch geen gewichtige afspraak van u in de war gestuurd, dat zou mij spijten. "Was die...juffrouw van zooeven. een... modiste soms, en had u eigenlijk een gewichtige conferentie over toiletzaken?" „O neen," was het nonchalante ant woord: „Ze is geen mocliste, ze is... ooh eigenlijk is ze niets." „Niets is al heel weinig; u scheen haar toch besteld te hebben V' ,,-Ja zeker, ze komt hier geregeld twee maal in de week. Ik zocht indertijd iemand, een beschaafd, ontwikkeld jong meisje, dat genegen was een paar maal in de week muziek met mij te maken. Een mijner ken nissen recommandeerde mij dit juffertje Helmond en zoo komt ze nu hier in huis." „Twreemaal in de week, dus 's "Woensdags zooals vandaag?" „Ja, en 's Zaterdags van drie tot vijef." „Maar dat zijn juist uw receptiedagen?" „Zeker, juist daarom. Ik blijf dio dagen immers toch. thuis, andere middagen zou den mij kunnen hinderen in in.jn uitgaans- plannen." ,,Du6 is clat meisje piano-onderwijzeres?" „Och neen, dat zelfs met. Zij komt alleen maar wat muziek met mij maken uit... ge zelligheid. Het is zoo vervelend altijd alleen piano te spelen. Nu accompagneert zij mij. bij mijn zang, of wij spelen quatre-mains. En als ik geen lust heb, laat ik haar spe len en luister ik; zij heeft werkelijk een aardig talent." „In elk geval heb ik u beroofd van een paar aangename uren?" „Stel je gerust, miju conscientious© neef, zelfs dat niet. Ik kan best eens een nul- dagje overslaan en juffrouw Helmond och die is waarlijk ook niet te beklagen door je bezoek. Zij heeft voor een wande lingetje van de Sumatr,astraat naar hier, gemakkelijk haar loon verdiend. Want ik salarieer haar heel ruim: vijf-en-twintig gulden in de maancl voor vier uren speten in de week; en dat een juffertje zonder diploma." Het was een eigenschap van mevrouw Savernius altijd den prijs te noemen van al de dure liefhebberijen, die haar ruime mid delen haar veroorloofden. Dat gaf haar nog altijd een zeker genot; zij had zoo bit ter zuinig moeten zijn vóór haar trouwen. Maar er was nu genoeg over zoo iets eenvoudigs als een juffrouw Helmond, uit geweid en tante Savernius maakte de op merking: „Maar Robèr, je bent stellig niet hier gekomen, om over mijn pianofactotum ingelicht te worden, hé? Kom, ik verveel I je, laten wij over iets anders praten.. weten of hij B. en "Ws. goed begrepen heeft. De Voorzitter zegt, dat dc verpach ters eerst hun opvat!lag over do uitvoering te kennen, geven, zij hebben de prae tot uitlegging van het contract. De lieer A a 1 b e r s e ie door deze ver klaring tevreden gesteld. De heer Vergouwen wil iu art. 24 het bedrag der boete, f 25, verheogen. Een ontduiking kan wel eens voordeeliger zijn dan de boete. Daarom most, voor goede uit voering van het werk, de boete verhoogd worden. De Voorzitter verklaart, dat difc be drag in vorige contracten stond en nooit aan leiding gaf {ofc een verlangen o:n te wijzigen. De heer Fokker vraagt of deze contrao- tanfc vroeger niet veel boete, f 1800, heeft gehad. Is dit. juist, dan blijkt, dat voor dezen contraotant ecu hoo.ge boete gewensoht is. Hierop wil hij gaarne antwoord. De boete heeft toon niet geholpen. De Voorzitter west niet of dat. juist is. De heer Korevaar heeft indertijd ook een tijdje met Gebr. Van Ulden gewerkt, maai' weet niet of er zoo'n groot bedrag aan bcete is geweest. Hoe is de heer Fokker ge komen aan dat praatje? De hoer Fokker: Van een derde bui ten den Raad en van den heer Vergouwen in den Raad. De heer Van der Lip heeft geen bo- -7-Waar dit maximum te veiiioógen. B. cn W-Sv* bepalen toch in elk concreet geval hot Lecbag.. Vroeger bleek nooit, dat f 25 to laag was. Spr. gelooft niet, dat liet bedrag van elke boete op zichzelf genomen een kwes tie vcor arbitrage kan zijn. De bepaling van do grootte van het bedrag is aan B. on Vs. Do heer Vergouwen bespreekt ook dc kwestie van de f1800 bcete cn bepleit nog maals de verhooging van het maximum boete bedrag. Spr. stelt vcor dit t-e brengen op f 50. B. cn Ws. neme li liet voorstel over. Het g'clieele contract werd hierop aan genomen. i De heer Van der Eist vraagt naar aanleiding dezer zaak of B. cn Ws. niet te ver zijn gegaan. Art. 179 der Gemeente wet draagt hun een goede voorbereiding der to behandelen zaken op. Spr. demonstreert, dat dit hier niet is geschied. B. en Va. kunnen nog wel 't vertrouwen van den Raad hebben, maar zij dienen wol te beseffen, dat bij deze wijze van handelen op hun schouders de verantwoordelijkheid neerkomt. De heer Fok leer onderschrijft deze opinio cn constateert, dat B. cn Vs- hier den Raad slechts hebben gesteld voor een fait-accompli. De heer Vergouwen maakt ook can opmerking cn oordeelt, dat men or nu inaar niet meer op terug moot komen. Dé hoer A a 1 b e r s o is he t niet met dio heeren eens, die- het beleid van 11. en Vs. afkeuren. Hij" heeft daarvoor alle hulde. Do zaak is z. i. uitstekend voorbereid. Verplicht© wimkcZ.sliiitifig. 2. Praeadvics op de verzoeken van do afd. Leiden van den Neder], Bond van Confectiebedienden e. a., om liet sluitings uur van winkels en magazijnen bij verorde ning te regelen. (226). Hierbij is ook aan de orde de motie-Fok ker c.s., waarbij B. cn Vs. wordt verzocht do commissie voor de strafverordeningen op ie dragen oen verordening op de verplichte winkelsluiting te ontwerpen. De motie-Fokker c.s. behoeft hier, volgens de meenilig van den voorzitter, niet be handeld tc werden, want verwerping van het prac adviês brengt moe, dat aan helt verzoek in die motie zal worden voldaan. De lieer S ij t s m a constateert, dat, bij de vorige behandeling in 1907 vergeleken, men vooruitgegaan is. Toen was liet een open vraag cf do Raad de bevoegdheid heeft, nu is dat oen feit. Spr. wijst op Amsterdam, Vorm ervoer, enz. In Leiden is de sympathie vcor sluiting ge groeid. Het aantal van hen, die vrijwillig sluiten, is toegenomenis reeds ruim 300. Alleen R. en Vs. zijn niet van meening veranderd. De vrijheid, die B. cn Vs. ver langen, bcteekent een dwang van een kleine minderheid op een meerderheid. De enquête nogaando, komt spr. tot de conclusie, dat- do corporaties in groote mcerclorliead vóóij sluiting zjju. Do enquête onder do winkeliers waré bete*} in handen geweest van een Raadscommissie van vóór- ca tegenstanders. Alen hoeft 1709 winkeliers biljetten gezonden. Vinkelicra! hebben spr. gezegd, dat het hun niet mogo^ lijk is to begrijpen, hoe men tot dit getal komt. Daarbij zijn natuurlijk ook kleinei snoepwinkeltjes. Men dient echter ook del waarde va.n elk winkelier op zichzelf tq beschouwen. Spr. is van meening, dat de tegenstanden zich genoeg goroerd heb bon. De niot-ingHyi zonden bi-I je; ten kunnen niet van tegenstand ders zijn, die zich niet durven uiten. Viej liior als tegenstander wordt aangemerkt^ ia het nog niet, gezien dat zij1 het zijn om] een of ander ondergeschikt punt. Er zijn er,' dio zelf sluiten, maar nu tegenstandetr zija^ omdat zij ook van anderen vrijwillige sluii ting verlangen. Spr. critiseert, dat een groote groep be* langhebbenden is vergetendat zijn de wind ke-1 bedien den. Do heer Rodenburg heeft hier; indertijd gezegd, dab hot gemakkelijk is oraj te verhinderen, dat de bedienden na sluis ting worden aan het werk gehouden om' dezo noemdo toen een artikel der Am9tew damsche verordening. Spr. sluit, zich aan bij de, verdediging van; .den dwang door mr. Aalbcrse in 1907. D«j oppositie is zoo groot niet als wordt gezegd^ In Amsterdam is dio reeds geluwd. Het rm>i lief, dat do werklieden na negen uren dam' niet kunnen keepen, gaat nieit op, de arbcd,* dors zelf zijn juist de sterkste vcorstahdord^ en evenmin is er gevaar, dat men in audefoi gemeenten zal keepen. Spr. zal tegen heïti prac-advies stemmeu. Do heer IIeer os is het mot 'de rede ètïj de conclusie van den heer Sijtsma eens. Hijj zou dezelfde punten ter sprake hebben bracht. Eén punt wil hij nog naar vorei^ brengen; dat is de forrauleering der vragen* Da samenkoppeling van sluitingsr- cn open ningsuui' is onjuist geweest. Spr. brengt thans de individueels vrijh'ed)'dl ter sprake. Die heeft niets te beteckeoion h!w& te lando. Dat is op hot oogenblik niots andera dan een dwang van enkeion op allen. Ook do medewerking van. het publiek mootj in aanmerking genomen worden. De winko* liers zullen wel bemerken, dat die verplichte! sluiting .m g zoo slecht niet is. De heer Rcimoringor zegt, 'dat moft deze Staatsbemoeiing terugvindt in do mid-t deleeuwen. Dit punt, dat als vooruitsteek vend wordt aangemerkt, is reactionair. Men! mag vcor do bedienden hot winkelbedrijf niet ontwrichten. Dan moet vm Rijkswet den; arbeidsduur der winkelbedienden me-ar regov Ion. Spr. geeft too, dat hot hinderlijk ia,- wanneer een persoon verhindert om vocü* een gohe-elc groep lob sluiting te komen* Dan wordt als correctief do Staatsinmenging! gevraagd. Alen mag niot allo graepon ovor. cén kam scheren. Spr. geeft hiervan voorbeelden., i i- 1 De zaak is vertroebeld door do zaak- 'doft) winkelbedienden saam te vatten met dié dor winkeliers. De heer A. Mulder nchb do enquête' niet gehouden, zooals dit had moeten geschied den. Spr. wcnscht zich daaraan dan ook niot te houden. Ilij wil echter terugkomen' op do aanranding der individueelo vrijheid^ Hij -ondorsclirijft in zekor opzicht do rnétk ning van professor Heeres. Hier L' ,kct een noodzakelijke dwang om don winkelier te beschermen tegen den dwang van een var- waterde ccncuiTenlic. Do zaak dor vrijheid wordt niet bevorderd door do winkelierai maar vrij te laten. Al heeft do Raad ïiioi in do eorste plaats vcor do belangen doi* bedienden to zórgen, toch moet men miotj deze categorie .rekening houden. Spr. vreest cok niot do concurrcntio dec; kleine winkeltjes iu omliggende gemeenten* Dat, B. en AVs. zco medelijdend zijn meti do burgers betreffende de processen, kart niet ernstig gemeend zijn, aldus spr. Dart zouden e.r meer verordeningen moeten ver-.' dwijnen. Hebben B en Ws. dan geen medo-< lijden met do dienstboden, dio proces krijgen; omdat ze na negen uur een kleedje uitklop- rcjï "Do winkelier*, die thans reeds sluiten, zijrt zeer beangst, dat h>t door hen .verkregené weer verloren zal gaan, als er geen vor-; Ofschoon zij beweerde dat heb eigenlijk nog te vroeg was, schonk zij hem toch fn geurig kopje thee. Robert kwam onder haar charme, het was heel gezellig -lien middag, tante Savernius was op haar dreef en het sloeg vijf uren op de Empire-pen- dule vóór hij, er om dacht. Toen stond hn op, want nu behoorde zijn veelbesproken tijd aan den huzaren luitenant, of liever aan dien3 nieuw race-paard en het was lang over zessen, toen hij weer vrij was en on der de nog kale ic-pen rooi* de cavalerio- kazerne in de Laan Cope3 wachtte op de tram, die hem naar de „Witte" moest brengen, waar zijn vriendenclub hem wachtte. Aan het kleine juffertje, tante Saver nius' „pianofaototum", dacht hij natuur lijk heelemaal niet meer, daartoa was hij een te schitterend jongmensch en zij een te eenvoudig zieltje. Maar onder de booaien langzaam heen en weder drentelend, wach tend op de tram, zog hij van dc Timer straat een klein, vlug loopend, vrouwelijk persoontje naderen. Hij herkende haar da delijk aan haar levendigen gang Zij scheen haar onverwachte vrijheid gebruikt te heb ben voor een wandeling, althans als buit van haar hui ten zijn, droeg zij iu de handen eenige dunne, dorre twijgjes. „Alsof zii aan het sprokkelen is geweest, hoe. maldacht Robert. Hij was het niet met zichzelf eens, of hij wel verplicht was haar te groeten en zij scheen van plan te zijn het hem weer niet lastig te maken in de opvatting van zijn hcleefdheidsplichten, want zij lien, schijnbaar niemand ziende, recht voor zich mt te kijken,. Bijna was zij hem voorbij, toen hij, als met een plotselinge ingeving, naa-r beneden zag, naar haar voetjes. De pittige strikje» waren nu grijs \an do stof en telkens, bij eiken pas dien het nette voetje maakte, kwarn zoo'n levendig grijs puntje even bui ten den rok gluren en trok zich weer haas tig terug, als een nieuwsgierig muisje 1 Dat geestige spelletje van die aardige strikjes besliste over zijn herinneringsver mogen en over zijn beleefdheid. Juist bij tijds kon hij nog den hoed afnemen, heel diep en hoffelijk. En nu zag ook zij dade lijk op, aio had zij alleen op dien groet ge wacht om clat te kunnen doeu, en zij groette hem terug, heel beleefd, gracieus en waardig. Zij waren elkaar voorbij. Hij had nrg juist den tijd haar na te kijken. Zij liep vlug door, geen enkele maal zag zij om. En haar correct binnenkomen bij tante Savernius, haar onberispelijko groet, dati niet omkijken, gaven aan dat eenvoudige, bijna armoedige figuurtje zooiets dames achtigs, dat clit hem werkelijk nicuwagte- rig maakte. Als /ij er niet zoo aardig had uitgezien, zou Robert Savernius haar loch nog vergeten hebben misschien, maar nu moest hij telkens aan haar denken, aan die guitige, levendige oogen, dab mooie haar in Tooral aan die geest ge voetjes. Zijn be langstelling in haar was opgewekt en bij begon „Juffrouw Helmond langzamer hand een grappig levend raadsel te vindon, waarvan naar de oplossing te zoeken liern wel prikkelde. En hij had zoo den tijd, zoo niets dego- lijkers om zich mede te amuseeren. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5