tfo. 16200. LEIDSOH DAGBLAD, Woensdag: 11 December. Tweede Blad. Anno 1912.
Buitenlandseh Overzicht.
Tweede Kamer.
De nieuwe Veiligheidswet,
die men met 1 Jan. 1913
wil invoeren.
FEUILLETON.
Een oud Devies
t-igen, weg, met dien veirst ande dat dëSë
weg, wanneer de belendingen geen goedie
gelegenheid tot) ontvluchting aanbieden,
moet geleiden langs een nood trap, wolkei
in fabrieken en werkplaatsen, opgericht opj
of na 1 Januari 1897 moet zijn ingesloten
door wanden van onbrandbaar en vuur koe
rend materiaal, of bulten het gebouw moot
sfe gelegen.
De deuren of hekken in dé hoofd.uitgan
gen van een gebouw, waai- meer dan 60
personen verblijven, moeten van buiten
draaibaar, of, indien dit niet mogelijk
zijwaarts inschuifbaar zijn, tenzij het ge
bouw ia in werking gebracht vóór 1 Ja
nuari 1897, en daarin geen licht brandbom
stoffen worden bewerkt of aanwezig zijn.
Er moeten in fabrieken en werkplaatsen,
waar 10 of meer personen arbeiden, dot al-
matig gelegen ruimten zijn, door een op
schrift aangewezen, bestemd en doelmatig
ingericht voor berging- van de kleedetren
der arbeiders, welke zij afleggen of ver
wisselen of bij hpa arbeid gebruiken.
Deze ruimten mogen geen deel uitmaken
vanr werklokalen, noch van sohaftlokalen,
In iedere fabriek of werkplaats moot tan
minste één privaat voor de arbeiders en èm
voldoend aantal urinoirs voor de mannen
beschikbaar zijn.
Op elke waschplaats moet schoon en zoo
noodig verwarmd water kunnen toevlaaien
in voldoende hoeveelheid. Hot gebruikte
water moet kunnen wegvloeien. Voor lalke
waschplaats moeten zeep en, zoo noodig,
nagelborstels beschikbaar zijn.
Eindelijk moeten de doorgangen tussohen
rde werktuigen ön de standplaatsen dsar ar-
heiders bij werk tuigden voldoende bnaed
'zijn. De doorgangen moeten vrij woeden
gehouden van alles, wat voor het veïkexr
gevaar kan verooraaken. De broedt? van de
doorgangen, waarlangs geenvervoer van
groote voorwerpen plaats heeft, en di? dor
standplaatsen wordt in ieder geval voldoen
de geacht, indien zij ten minste 0.60 M'.
bedraagt; die va:n de doorgangen, waar
langs vervoer van groote voorwerpen plaats
heeft, indien zij t en minste 1 M. bedraagt.
Uit Berlijn komt een bericht, dat hier
te lande veel opzien zal bareu. De eigen
lijke ooi-sprong zit te Brussel. Een corres
pondent van de „Deutsche Tagesztg."
heeft daar het hoogst belangwekkende
nieuws gehoord.
Men weet, dat in Berlijn de niilitiewet
gewijzigd wordt. Daardoor zal het leger
330,009 man sterk worden. Hier te lande is
ook dé milit-iewet gewijzigd, zoo als men
weet, en het- gevolg hiervan is ook oen ster
ke toename geweest-van de levende strijd
middelen. Het contingent werd verhoogd
van 17,000 tot 23,000. In beide landen dus
een afspiegeling van wat de groote mogende
heden doen.
Belgis echter lïèeifc nog te makéri met
neutraliteitsverdrag. Het geniet daardoor
de bescherming der groote mogendheden,
maar mag ook geen bondgenootschappen
sluiten. Of nu de 1 egervergrooting in de
beide rijken de oorzaak is, kan niet wor
den gezegdv-mia-ar de voornoemde corres
pondent heeft wereldkundig gemaakt, dat
België zal verzoeken aan de mogendheden
opheffing-van het neutraliteitsverdrag en
wanneer het dit heeft gedaan gekregen,
wenscht België een bondgenoot
schap aan te gaan met N e der-
land.
Dit zou geen andere bedoeling hebben,
dan om te verhinderen, dat de beide lan
den het tooneel van een mogelijkcn strijd
zullen worden tusschen de groote mogend
heden. Het is de vraag of het verzoek
van België, indien dit bericht eens waar
heid bevatte, zal worden ingewilligd. Twee
kleintjes zijn. zoo lastig niet, als een, die
wat grooter maoht. ontwikkelt ,al is dit
dan niet zoo enorm in vergelijking tot de
reusachtige kracht, die de naburen kunnen
ontwikkelen Dooh mocht het zoover ko
men, dan 7.ou daardoor meteen op een ge
makkelijke wijze een einde zijn gemaakt aan
de kwestie van het fort te Ylissingen.
Iri Frankrijk is men weer wat kanonnen
w iw ia. «mu ■.'„'mg wrv rr terv
gaan koopen. Naar we in de Matin" le
zen, cal eerlang het plan van Millerandy
den minister van oorlog, om de Fransche
oavalerie met een bijzonder soort kanon uit
te rusten, ten uitvoer worden gelegd. Dit
kanon moet met affuit slechts 1350 K.G.
wegen. Het ministerie van oorlog heeft
reeds 20 batter ij en Van 4 zulke
stukke n gesohut elk be
steld Men denkt, dat het nieuwe ka
non reeds het volgende jaar bij de herfst-
manoeuvree zal worden gebruikt.
In Oostenrijk-Hongarije wordt druk ge
sproken over de ontslag-kwestie aan de
leiders van het leger. Men is niet erg ge
rust en besohouwt dit als de laatste toebe
reidselen van een oorlog.
Het is te hopen, dat de regeering het
verstand niet zal verliezen. Al is bij haar
de zucht tot vechten groot, de reden is
thans wel erg gezocht.
De Fransche Kamer heeft de wet betref
fende de encadreering der infanterie in
haar geheel aangenomen.
Eveneens is dus het artikel aangenomen,
waarbij 'taantal infanterie-r eg i-
menten op 173 wordt be
paald.
De rubriek bewapeningsberiohten is hier
na afgewerkt-.
De Belgische Kamer is op het moment
in een pijnlijke kwestie gewikkeld. Zij be
handelt namelijk een interpellatie over do
bloedige onderdruk king van
de troebelen te Luik op 3 Juni.
Het debat is zeer levendig, er doen zich
tal van incidenten voor. De minister van
binnentandechs zaken zegt, dat het gerech
telijk onderzoek geëindigd is op hut van
de raadskamer, waarbij uitgemaakt ia, dat
de zaak beschouwd moet worden als een
poging tot moord op de gend\rraeri ge
pleegd, waardoor het geweervuur gemoti
veerd was. De daders zijn echter niet ont-
dekt.
Een andere zaak, die de aandacht zal
vragen is de drank accijns.
De regeering heeft bij de Kamor een
ontwerp van wet neergelegd, waarbij het
recht van vergunning voor 6lijters van al
coholhoudende dranken wordt opgeheven
en vervangen door een bijzondere belasting
ten bedrage van de rechten van invoer op
brandewijn, likeuren en met alcohol bereide
parfums geheven.
De Koning van Zweden heeft in een
plechtige bijeenkomst te Stockholm de N o-
belprijzen uitgereikt aan de
winnaars, die allen versohenen waren, be
halve de ingenieur Dalen. Deze was door
een ongeval bij een proefneming verhin
derd.
S ta atsbe g) ro o ti ng 191S,
Algemeen Debat.
De heer Van Veen besprak gisteren
de wijze, waarop de Kamer aan de werk
zaamheden deelneemt en verdedigde daar
bij de rechterzijde tegen het verwijt v6n
herhaalde afwezigheid. Met oijfers tracht
spr. aan te toonen, dat ter linkerzijde <le
afwezigheid het grootst is en dat het ver-
eischte aantal leden om te kunnen verga
deren het meest geleverd is door de leden
van de rechterzijde.
Na de pauze komen in stemming de ver
schillende mot.iën, in de avondzitting van
jl. Vrijdag aangehouden.
Ten eerste de. motie-Ter Laan, waarbij de
Kamer uitspreekt, van oordeel te zijn, clat
de aangekondigde maatregelen tot wijzi
ging van den Departementalen Dienst niet
tot gevolg mogen hebben, dat de finan-
oieele positie der subalterne ambtenaren
wordt verslechterd, en dat deze ambtena
ren bij gebleken bekwaamheid, geschikt
heid en dienstijver, evenals tot dusver, be-
hooren aanspraak te hebben op het maxi
mum-traktement, dat aan den rang van
commies is verbonden. Deze wordt verwor
pen met 49 tegen 29 stemmen.
De motie-Ter Laan, uitsprekende, dat
Het aan den rang van adjunct-commies bij'
de Departementen verbonden maximum
traktement behoort te worden gesteld' op
Euorme onkosten voor fabrieken,
werkplaatsen, ateliers, ens.
Fabrieken en werkplaatsen, na 1897
opgericht, moeten geheel
verbonwd worden.
Men moet de bakens verzetten als het
tijd is. En zoo schijnt dan ook de nood
zakelijkheid gebleken de maatregelen van
bestuur van 1896 en 1909, nopens de Vei
ligheidswet, aan de veranderde omstandig
heden aan te poasen. Maar het is waarlijk
geen kleinigheid, zooals de Minister dat
thans bij algemeenen maatregel van be
stuur, dus op eigen gelegenheid, en voor
eigen verantwoordelijkheid, doen wil!
Zijn nieuwe voorschriften zijn, naar hier
onder kan blijke»n, van dien aard, dat fa
brieken en werkplaatsen, na 1897 gebouwd,
een geheel gewijzigde inrichting zullen
moeten krijgen.
De bepalingen zijn véél te bezwarend. Er
gouden, bij wezenlijke invoering van den
maatregel, heelwat industrieels onderne
mingen blijken te zijn, die een dusdanige
verbouwing eenvoudig, financieel niet zou
den kunnen dragen... Liet o.m. ook de
Kamer van Koophandel voor Eindhoven
c a. zich onlangs niet in dien geoso uit,
toen ze in een adre3 aan den Minister be
toogde, dat de nieuwe voorschriften een zóó
zwaren dm1- zouden leggen op verschillen
de industrieën, speciaal op de tabaks- cn
de textiel-industrie, dat, indien dit ont
werp als Algemeene Maatregel wordt vast
gesteld, het voortbestaan van Vele bedrij
ven zoo niet onmogelijk ge-
maak t, dan toch zeer bezwaarlijk zal
worden.
Van verschillende zijden zijn reeds pro
testen bij de Regeering ingediend tegen
de7.è nieuwe bepalingen, die men met 1
Januari 1913 wil invoeren.
Wij laten hieronder een overzicht uit het
nieuw voorgestelde volgen:
De herziening wordt gegrond op de om
standigheid, dat sedert de invoering van
de Veiligheidswet niet geringe veranderin
gen. in de industrie hebben plaats gehad
door toepassing van nieuwe vindingen en
andere werk wij aon.
De werklokalen in fabrieken en werk
plaatsen worden in het nieuwe ministerieele
be&luit onderscheiden in en aangeduid als
onsohadelijke en sohad el ij ke,
ondeT de laatste zijn:
werklokalen, waar in den regel wordt
gewerkt met lood, loodlegeeringen of lood-
verbindingen; ajusteerderijen van gewich
ten,; capsulef abri eken; drukkerijen; glas-
in-lood-zetterijenhagelgieterijenletter
gieterijen; letterzetten jen, ook die waar
in een zetmachine wordt gebruikt; loo-
den buizen-fabriekenloodpletterijen:
loodsmelterïj enmetaalwaren-fabrieken
imiziekinstrumentenmakerijen; orgelpijp-
makerijen; stereotype-inrichtingen; vijlen-
kappe rijen.
De schadelijke werklokalen, alsme
de de o n 8 c h a d e 1 ij k e werklokalen,
moeten, voor eiken arbeider hebben zoowel
een vrije luchtruimte van ten minste 7
bib. Meter, als een vrije luchtruimte boven
een hoogte van 1.80 Meter van ten minste
2.8 kub. Meter.
In fabrieken en werkplaatsen, in wor
king gebracht op of na 1 Januari 1897, %al
een werklokaal, waarvan de lichtopenin
gen, welke direot daglicht toelaten, een
gezamenlijk oppervlak bezitten van min
der dan een tiende van het vloeroppervlak
van het werklokaal, in elk geval onvoldoen
de verlicht worden geacht, tenzij de aard
van het bedrijf zich tegen voldoende ver
lichting verzet, of bijzondere, omstandighe
den of -inrichtingen een voldoende dagver-
lichting waarborgen ter plaatse, waar ge
werkt wordt.
De privaten, gangen, trappen, fabrieks
terreinen en overige aanhoorigheden van
DOOR
LOUISE B. B.
{Nadruk verboden).
1)
Daar straalde van den blauwen hemel
een klare heldere gloed, die aan dezen
zonnigen Februari-namiddag een warmte
gaf, als ware het reeds een zoele voor
jaarsdag!
Robert Saverniu8 had zijn déjeuner in
de Witte", met een luitenant van de hu
zaren, een halfuurtje gerekt. Toen zij van
elkander gingen voor de trappen van de
sociëteit, zag Robert Savernius op zijn hor
loge: by half drie Dus twee volle uren,'
waarvoor hij nog een bestemming moest
vinden, want Robert Savernius was een van
die... gelukkige Haagsche jongelui, die hun
tijd uitsluitend gebruiken met... nietsdoen.
Op het Plein heen en weder drentelend,
nam hij in ernstige overweging hoe hij van
die twee uren 't meeste... nut kon trekken.
Toen viel hem in, dat hij wel in geen
maand zijn aangetrouwde tante, mevrouw
de weduwe Savernius had bezocht. Het
viel hem ook in, dat zijne, nog zeer op haar
jeugdig uiterlijk gestelde tante er niet van
hield verwaarloosd te worden vooral
niet door hem, haar jongeren neef, van
"wieu zulk een roep van éléganoe uitging.
Een en ander deed hem besluiten met een
koenen sprong op het balkonnetje te sprin
gen van de tram die hem naar „den Arohi-
een fabriek of werkplaat» moeten, voor
zoover de toegang tot dae plaatsen niet ia
afgesloten, van een halfuur vóór het be
gin tot een halfuur na het einde van den
werktijd voldoende zijn verlicht.
In fabrieken en werkplaatsen, waar meer
dan 100 personen plegen te verblijven, en
die door middel van gas of electriciheit
worden verlicht, moeten, zoolang dit kunst
licht brandt, bij de uitgangen van de werk
lokalen en op trappen, gangen en porta
len, die bijj het verlaten van de fabriek of
werkplaats gebruikt kunnen worden, een
voldoend aantal doelmatige brandende
noodlampen zijn geplaatst, of electnsoiie
noodlampen, die automatisoh ontstoken
worden bij een storing in de elèctrischa
verlichting.
Behalve in electrische en afgesloten eleo-
trische bedrijfsruimten mogen binnen ge
bouwen blanke, niet met de aarde verbon
den leidingen, niet voorkomen.
Deze bepaling geldt niet voor sleep- en
contactleidingen, indien deze door haar
ligging, de wijze van aanleg of op andere
doelmatige wijze, tegen aanraking zijn be
schermd.
De kleinste doorgangsbreedbe van den
weg, gevormd door de deuropeningen, gan
gen, trappen enz., waarlangs de arbeiders
hun werkplaatsen moeten bereiken, binnen
gaan of verlaten, moet ten-minste bedra
gen:
a. wanneer meer dan 25, doch niet meer
dan 60 personen in den regel daarvan ge
bruik maken, in fabrieken en werkplaat
sen, in werking gebracht op of na 1 Ja
nuari 1897, 1 M.in fabrieken én werk
plaatsen, in werking gebraoht vóór 1 Ja
nuari 1897: 0.7ö M.;
b. wanneer meer dan 50, dgch niet meer
dan 100 personen in den regel daarvan ge
bruik maken, in fabrieken en werkplaat-
pen, in werking gebracht op of na 1 Januari
1S97, 1.20 M.. in fabrieken en werkplaat
sen, in werking gebracht vóór 1 Januari
1897, 1 M.
c. wanneer meer dan 100, doch niet meer
'dan 200 personen in den regöl daarvan ge
bruik maken, in fabrieken en werkplaatsen,
in werking gebracht od of na 1 Januari
1897, 1.50 M., in fabrieken en werkplaat
sen, in werking gebracht vóór 1 Januari
1897, 1.25 M.t
cl. wanneer meer dan 200 personen in
'den Tegel daarvangebruik maken, in fa
brieken en werkplaatsen, in werking ge
bracht op of na 1 Januari 1897. 2 M., in
fabrieken of werkplaatsen, in werking ge
bracht vóór 1 Januari 1897, 1.50 M.
Iii een werklokaal, waarvan de. vloer 3
M. of meer boven, of 1.5 M. of ïueer be
neden den boganen grond is gelagen, moet,
indietL mógelijk, behalve da voor gewoon
gebruik dienende toegang of uitgang osn
tweede uitgang, z'coveol mogelijk aan de
andere zijde van liet lokaal, aanwezig zijn,
■die gelegenheid biedt, tot ontkoming. Het
zelfde geldt voor een werklokaal, waavvaju
ide vloerhoogte deze grenzen niet over
schrijdt, indien daar geen buitendeur aan
wezig is, of indien in of onder dat lokaal
licht brandbare plóffen aanwezig zijn of
ontstaan. Wanneer een gelegenheid tot ont
koming niet aangebracht kan worden, moet
een gelegenheid tot redding aanwezig zijn.
In 'elk gebouw moeten de trappen, doel
uitmakende Van den daar bedoelden wig,
ziin ingesloten door wanden van onbrand
baar en vuur koerend materiaal of buiten
liet gebouw in de openlucht zijn aange
bracht,' wanneer de werklokalen in dat ge
bouw in gebruik zijn genomen op of na
1 Januari 1897 en meer dan 50 personen
van denzelfden weg gebruik maken om do
werklokalen- te bereiken of te verlaten. Do
overige gedeelten van dien weg moeien vol
doende waarborgen bieden voor het veilig
verlaten van het gebouw.
In een fabriek of workxdaats, waar in
den regel rneev dan 50 personen van den-
zelfden weg gebruik moeten maken, om'
liun werklokalen, waarvan de vloer moer
'dan 3 M. boven den beganen grond is go-
legen, te bereiken of te verlaten, moet do
begane grond van uit die werklokalen oolc
te bereiken zijn langs een tweeden doelma-
pel'.' moest brengen, waar, in een der
mooiste huizen van de Surinam est ra-at,
tante Savernius haar aardsche, tijdelijke,
maar zeer weelderige, woning had betrok
ken.
Het was halfdric, toen Robert Savernius
daar aanbelde, eigenlijk veel te vroeg nog
voor een deftig visite-uur; de tante liet
hem dan ook, nadat hij was aangediend,
meer dan een kwartier wachten in heb
ealon.
Robert Savernius was juist van plan zich
iri ernst boos te maken, omdat zijn „kost
bare tijd zoo achteloos werd misbruikt,
toen „tante" Savernius binnenkwam, schit
terend van schoonheid als cle stralende zon
daar buiten, wier helder schijnsel zoo zorg
vuldig werd afgesloten in dit weelderig
salon door gekleurde vitrages en een dub
bel etel overgordijnen. Tante Savernius
was het jaar alvast een paar maanden
vooruitgesneld en had het sombere winber-
kleed verwisseld met een fraai, elegant
voorjaarstoilet van een mauve tint als heb
paars van rhododendron-bloemen, een
kleed dat haar statige sohoonheid bijzonder
ten goede kwam. Haar neef vergat op dit
gezicht zijn opkomend slecht humeur. Tante
Savernius die de smaak van haar neef ken
de, wi6t, dat hij van vrouwen Meld, die zioh
artistiek goed kleedden, en om den be-
wonderenden blik, dien ze nu opmerkte in
zijn oogen, op te vangen, had zij hem zoo
lang laten wachten...
„Tante hoe vaart u, ik wanhoopte reeds
aan uw komst. Preoies negentien minuten
hebt u mij van uw kostbaar gezelschap be
roofd. Hefc zou wreed en liefdeloos zijn,
zoo u door uw vereohïjning dit wachten
niet beloonde. Ik maak u mijn compliment
over de keuze van uw volmaakt elegant
toilet. Het fraaie kleed van een bevallige
vrouw is als de kostbare vaas voor een
mooie bloem. Het prikkelt altijd mijn hu
meur, als ik bemerk, hoe bloemen bedor
ven kunnen worden door een onhandige
schikking. Zoo kunnen vrouwen even on
bevallig zijn door de slechte keuze van een
toilet. En dan kan ik ze bijna niet aanzien,
al zijn ze nog zoo mooi, deze wreede zonda
ressen tegen den goeden smaak. Maar u,
lieve tante, u bent altijd één harmonisch
geheel, de kostbare bloem in de elegante
vaas, waarop heb oog met verrukking
rust..."
Tante Savernius glimlachte gevleid; zij
had haar doel bereikt, voor zijn waardee
ring immers haalde zij dit nieuwe mode
snufje uit zyn kartonnen doos. Toch zei ze
afwerend: „Kalmeer je extase, mijn waar
de... neef e/i kom hier over mij «zitten. Het
spijt mij, dat ik niet zoo hoffelijk gezind
kan rijn tegenover jou O, zie, maar niet
tersluiks in dien spiegel; je. toilet is altijd
impeccable. Daar is iets andersna veel
te lang te zijn weggebleven, kies je nu een
allerongelukkigst uur voor je visite, zoo
mal vroeg 1"
„Bij drieën, vindt u dat zoo vroeg?" ant
woordde hij, handig haar eerste grief over
het hoofd ziende.
„Even over half kwam je, en mijn „after-
noon-tea'' is eeret om vijf uur."
Zelfs aan dat geregelde receptie-uur op
dezen dag had hij niet gedacht. De waar
heid was, dab hij den huzareu-luitenant,
waarmede hij in de „Witte" déjeuneerde,
beloofde om vijf uur diene nieuw race
paard te komen bewonderen. Tegen tante
Savernius zeide hij echter: „O... vijf uur,
zeker, ik was het nieb vergeten, maar dan
vullen zich uw salons met een „va-eb-vient"
van dames..."
„Hm, sinds wanneer is mijn neefje rnen-
schenschuw geworden? Vele dames, ja,
maar allen mooi en jong en die jou ado-
reeren, op de handen dragen. Ocli, dat is
wel vreeselijk, hë?"
Zoo viel ze hem spottend in de rede. Het
was een gewoonte van beiden, steeds tegen
over elkander dien schertsenden, luchtigen
toon aan te slaan in hun conversatie. Da-ar
door wisten zij nooit van elkander, of zij
slechts schertsen of... over ernstiger ge
voelens een sluier wierpen. Heb gaf een
pikanb tintje aan de meest alledaagsohe
gezegden, en zulk een railleerend woord,
gevolgd door een sprekend gebaar of door
een ondoor dachten, on bewaakt-en blik gaf
veel te denken dikwijls. Zij waren als epi
curisten, die gaarne van een goed gerecht
een stukje bewaren, om later nog eens te
kunnen proeven, hoe goed het toch was ge.
weest... En daarom antwoordde hij haar
op denzelfden, raadselachtigen toon: „Wel
neen, ik ontmoet immers altijd bijzonder
gaarne mooie, jonge vrouwen, maar daar
zijn ook momenten in liet leven, dat de
massa verveelt, dab men zich heb meest
aangetrokken gevoelt tot het enkele
vooral als die éóne do mooiste, de aantrek
kelijkste is uit die massa.
Hij scheen in een galante bui te >.ijn
vandaag, ten minste „tante" Savernius
vond noodig hem met den vinger te drei
gen: Vergeet niet-, Robert, dat ik je tante
ben, te wereldwijs en te oud al, om j«
f 1900, wordt verworpen met 55 tegen 24
stemmen.
De motie-Ter Laan, uitsprekend, dat een
vaste formatie voor de Departement^
ambtenaren is af te keuren en, ter bevor
dering van bezuiniging en van verbetering
en vereenvoudiging der Departements-or*
ganisatie, daarvoor in de plaats behoort to
komen een vaste inter-departementale oom*
missie, waarin naast hoofd-ambtenaren sub
alterne ambtenaren zullen zitting hebben,
wordt verworpen met 71 tegen 6 stemmen.
De motie-Ter Laan, uitsprekend, dat cle
periodieke salaris-regeling, welke voor cle
Departementsambtenaren zal gelden,
eveneens van toepassing behoort te zijn op
de aan de Departementen analoge instel
lingen, wordt verworpen met 41 tegen 36
stemmen.
De motie-Patijn, waarbij wordt uitge
sproken, dat de verhooging van de trakte-,
menten der Departements-ambtenaren bo
ven den rang van hoofdcommies niet wen-
schelijk is, vóór dat een reorganisatie van
den Departementalen arbeid in den geesa
als voorgesteld door de Staatscommissie is
tot stand gekomen, wordt verworpen met
45 tegen 32 stemmen.
Zonder stemming worden daarop aange
nomen de artikelen van de hoofdstukken
Landbouw, Buitenlandsche Zaken en Justi-
tie, die op deze ambtenaren-kwestie betrek
king hebben.
Op verzoek van den heer Hugenholtz
wordt Hoofdstuk Buitenlandsohe Zaken in
stemming gebracht en aangenomen met 71
tegen 5 stemmen.
(Dit Hoofdstuk bevat cle positie-verbete
ring der gezanten).
Hoofdstuk Justitie werd aangenomen zon-:
der hoofdelijke stemming.
Hierna werd het algemeen debat over de
Staatsbegrooting voortgezet.
De heer Van Karnebeek besprak
de houding der overheid tekeuover de
vakbonden van ambtenaren, die zijns in-
riens door de overheid niet dienen erkend
te worden als organen van het dienstper
soneel. Spreker vijst op den geest van ver
zet onder het vloot personeel. Het gaat piet
om verbetering van grieven, maar om
sell ending van ger.ag. Bezet men de Vloot
met zeemilitie, dan zal de macht dier bon
den daar althans gefnuikt worden.
De heer Middelberg schrijft den
niet gunstigen oogst op wetgevend gebied
alleen toe aan het feit, dat cle Regeering
haar tijd niet goed genoeg heeft weten te
berekenen, waardoor verschillende belang
rijke werkzaamheden over dit jaar heen
loopon; een fout, die hopelijk niet meer
zal voorkomen.
Spreker betoogt verder, dat wij met
tariefswijziging gaan in de lijn van bijna
alle landen in en buiten Europa en wijst
er verder op, dat door een .coalitiekabinet
niet alle wenschen van elke daarbij betrok
ken partij kunnen bevredigd worden.
Wat door het Kabinet op on^erwijnge
bied tot stand ia gebraoht, stemt spreker
dankbaar. Hij hoop, dat de komende
Grondwetsherziening geheel tot oplossing
brenge het vraagstuk bijzonder onderwijs
regel, openbaar onderwijs bijkomstig; en
in zake kfiesrecht. hoopt hij dat een oplos
sing zal komen in den anti-revolutionnai-
Ten geest. Spreker ontkent partijdigheid
bij de benoemingen, getuige het feit, dab
men zich van rechts nog steeds beklaagt
over verongelijking bij heb geven van be
trekkingen door de regeering.
Spreker wijst op den gunstigen toestand
der financiën en wil meer geld besteed zien
voor de verdediging des lands.
Tegenover de tot stand gekomen vrijzin
nige concentratie zal de coalitie stand hou
den. Door het gebeurde te Ommen is wel
een wonde toegebracht, maar er is tijd ge
noeg gelukkig om die wonde te heelen.
Ten slotte beveelt spreker een betere
werkwijze der Kamer aan, in het belang
eener vlugge afdoening van zaken.
De heer Duymier van Twist 1*>-
strijdt de klacht der onvruchtbaarheid ran
het regeerboleid, waarover de linkerzijde
zich heeft te schamen, waar toch verschil
lende groepen der linkerzijde min of meer
mooie praatjes voor zuivere munt op te.
nemen 1"
Hij schrikte heel natuurlijk: „O tante,
lieve tante, „te oud," hoe kunt u zoo
wreed zijn wegens uzelveEn vlug hare
hand vattend, zeer hoffelijk, mattr altijd
met dat spottende licht ïn zijn oogen, dab
hem nooit ernstig deed schijnen, boog hij
zich en kuste haar hand: „Vergun mij",
zeide hij, „tot 6traf het vingertje te kus
sen, dab zoo boos dreigen kan...!"
Zij liet hem begaan, het ging hem zoo
goed af, die ouderwetsche galanterie, zij
lachte zelfs en daardoor aangemoedigd,;
kuste hij niet alleen hare blanke vinger
toppen, maar liet een oogenblik zijflQ lip
pen, met veel warnier druk, rusten op
haar molligen arm, een plekje uitzoekend
iets boven den pols.
Zij was de eerste, die haar hand, of
schoon nieb dadelijk terugtrok, en, om
hare verwarring te verbergen, ietwat al te
ernstig vermaande: „Neefje, je gaat to
ver; vergeet niet, dat ik de vrouw ge
weest ben van je oudGten oom..."
„Die goddank een dertig jaar ouder was
dan u," viel hij haar vlug Ln de rede: „Het
is zelfs dwaas, dat ik de gewoonte moest
volgen en u „tante" noemen. Maar oomi
wilcle dab zoo, indertijd, ik begreep hem
heel goed, uit... jaloezie..."
„Robèr!" Zij sprak dien naai* altijd
Franscb uit en nu zelfs zee.r stroDg.
(Wordt vervolgd.