tfo. 16200. LEIDSOH DAGBLAD, Woensdag: 11 December. Tweede Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. Tweede Kamer. De nieuwe Veiligheidswet, die men met 1 Jan. 1913 wil invoeren. FEUILLETON. Een oud Devies t-igen, weg, met dien veirst ande dat dëSë weg, wanneer de belendingen geen goedie gelegenheid tot) ontvluchting aanbieden, moet geleiden langs een nood trap, wolkei in fabrieken en werkplaatsen, opgericht opj of na 1 Januari 1897 moet zijn ingesloten door wanden van onbrandbaar en vuur koe rend materiaal, of bulten het gebouw moot sfe gelegen. De deuren of hekken in dé hoofd.uitgan gen van een gebouw, waai- meer dan 60 personen verblijven, moeten van buiten draaibaar, of, indien dit niet mogelijk zijwaarts inschuifbaar zijn, tenzij het ge bouw ia in werking gebracht vóór 1 Ja nuari 1897, en daarin geen licht brandbom stoffen worden bewerkt of aanwezig zijn. Er moeten in fabrieken en werkplaatsen, waar 10 of meer personen arbeiden, dot al- matig gelegen ruimten zijn, door een op schrift aangewezen, bestemd en doelmatig ingericht voor berging- van de kleedetren der arbeiders, welke zij afleggen of ver wisselen of bij hpa arbeid gebruiken. Deze ruimten mogen geen deel uitmaken vanr werklokalen, noch van sohaftlokalen, In iedere fabriek of werkplaats moot tan minste één privaat voor de arbeiders en èm voldoend aantal urinoirs voor de mannen beschikbaar zijn. Op elke waschplaats moet schoon en zoo noodig verwarmd water kunnen toevlaaien in voldoende hoeveelheid. Hot gebruikte water moet kunnen wegvloeien. Voor lalke waschplaats moeten zeep en, zoo noodig, nagelborstels beschikbaar zijn. Eindelijk moeten de doorgangen tussohen rde werktuigen ön de standplaatsen dsar ar- heiders bij werk tuigden voldoende bnaed 'zijn. De doorgangen moeten vrij woeden gehouden van alles, wat voor het veïkexr gevaar kan verooraaken. De broedt? van de doorgangen, waarlangs geenvervoer van groote voorwerpen plaats heeft, en di? dor standplaatsen wordt in ieder geval voldoen de geacht, indien zij ten minste 0.60 M'. bedraagt; die va:n de doorgangen, waar langs vervoer van groote voorwerpen plaats heeft, indien zij t en minste 1 M. bedraagt. Uit Berlijn komt een bericht, dat hier te lande veel opzien zal bareu. De eigen lijke ooi-sprong zit te Brussel. Een corres pondent van de „Deutsche Tagesztg." heeft daar het hoogst belangwekkende nieuws gehoord. Men weet, dat in Berlijn de niilitiewet gewijzigd wordt. Daardoor zal het leger 330,009 man sterk worden. Hier te lande is ook dé milit-iewet gewijzigd, zoo als men weet, en het- gevolg hiervan is ook oen ster ke toename geweest-van de levende strijd middelen. Het contingent werd verhoogd van 17,000 tot 23,000. In beide landen dus een afspiegeling van wat de groote mogende heden doen. Belgis echter lïèeifc nog te makéri met neutraliteitsverdrag. Het geniet daardoor de bescherming der groote mogendheden, maar mag ook geen bondgenootschappen sluiten. Of nu de 1 egervergrooting in de beide rijken de oorzaak is, kan niet wor den gezegdv-mia-ar de voornoemde corres pondent heeft wereldkundig gemaakt, dat België zal verzoeken aan de mogendheden opheffing-van het neutraliteitsverdrag en wanneer het dit heeft gedaan gekregen, wenscht België een bondgenoot schap aan te gaan met N e der- land. Dit zou geen andere bedoeling hebben, dan om te verhinderen, dat de beide lan den het tooneel van een mogelijkcn strijd zullen worden tusschen de groote mogend heden. Het is de vraag of het verzoek van België, indien dit bericht eens waar heid bevatte, zal worden ingewilligd. Twee kleintjes zijn. zoo lastig niet, als een, die wat grooter maoht. ontwikkelt ,al is dit dan niet zoo enorm in vergelijking tot de reusachtige kracht, die de naburen kunnen ontwikkelen Dooh mocht het zoover ko men, dan 7.ou daardoor meteen op een ge makkelijke wijze een einde zijn gemaakt aan de kwestie van het fort te Ylissingen. Iri Frankrijk is men weer wat kanonnen w iw ia. «mu ■.'„'mg wrv rr terv gaan koopen. Naar we in de Matin" le zen, cal eerlang het plan van Millerandy den minister van oorlog, om de Fransche oavalerie met een bijzonder soort kanon uit te rusten, ten uitvoer worden gelegd. Dit kanon moet met affuit slechts 1350 K.G. wegen. Het ministerie van oorlog heeft reeds 20 batter ij en Van 4 zulke stukke n gesohut elk be steld Men denkt, dat het nieuwe ka non reeds het volgende jaar bij de herfst- manoeuvree zal worden gebruikt. In Oostenrijk-Hongarije wordt druk ge sproken over de ontslag-kwestie aan de leiders van het leger. Men is niet erg ge rust en besohouwt dit als de laatste toebe reidselen van een oorlog. Het is te hopen, dat de regeering het verstand niet zal verliezen. Al is bij haar de zucht tot vechten groot, de reden is thans wel erg gezocht. De Fransche Kamer heeft de wet betref fende de encadreering der infanterie in haar geheel aangenomen. Eveneens is dus het artikel aangenomen, waarbij 'taantal infanterie-r eg i- menten op 173 wordt be paald. De rubriek bewapeningsberiohten is hier na afgewerkt-. De Belgische Kamer is op het moment in een pijnlijke kwestie gewikkeld. Zij be handelt namelijk een interpellatie over do bloedige onderdruk king van de troebelen te Luik op 3 Juni. Het debat is zeer levendig, er doen zich tal van incidenten voor. De minister van binnentandechs zaken zegt, dat het gerech telijk onderzoek geëindigd is op hut van de raadskamer, waarbij uitgemaakt ia, dat de zaak beschouwd moet worden als een poging tot moord op de gend\rraeri ge pleegd, waardoor het geweervuur gemoti veerd was. De daders zijn echter niet ont- dekt. Een andere zaak, die de aandacht zal vragen is de drank accijns. De regeering heeft bij de Kamor een ontwerp van wet neergelegd, waarbij het recht van vergunning voor 6lijters van al coholhoudende dranken wordt opgeheven en vervangen door een bijzondere belasting ten bedrage van de rechten van invoer op brandewijn, likeuren en met alcohol bereide parfums geheven. De Koning van Zweden heeft in een plechtige bijeenkomst te Stockholm de N o- belprijzen uitgereikt aan de winnaars, die allen versohenen waren, be halve de ingenieur Dalen. Deze was door een ongeval bij een proefneming verhin derd. S ta atsbe g) ro o ti ng 191S, Algemeen Debat. De heer Van Veen besprak gisteren de wijze, waarop de Kamer aan de werk zaamheden deelneemt en verdedigde daar bij de rechterzijde tegen het verwijt v6n herhaalde afwezigheid. Met oijfers tracht spr. aan te toonen, dat ter linkerzijde <le afwezigheid het grootst is en dat het ver- eischte aantal leden om te kunnen verga deren het meest geleverd is door de leden van de rechterzijde. Na de pauze komen in stemming de ver schillende mot.iën, in de avondzitting van jl. Vrijdag aangehouden. Ten eerste de. motie-Ter Laan, waarbij de Kamer uitspreekt, van oordeel te zijn, clat de aangekondigde maatregelen tot wijzi ging van den Departementalen Dienst niet tot gevolg mogen hebben, dat de finan- oieele positie der subalterne ambtenaren wordt verslechterd, en dat deze ambtena ren bij gebleken bekwaamheid, geschikt heid en dienstijver, evenals tot dusver, be- hooren aanspraak te hebben op het maxi mum-traktement, dat aan den rang van commies is verbonden. Deze wordt verwor pen met 49 tegen 29 stemmen. De motie-Ter Laan, uitsprekende, dat Het aan den rang van adjunct-commies bij' de Departementen verbonden maximum traktement behoort te worden gesteld' op Euorme onkosten voor fabrieken, werkplaatsen, ateliers, ens. Fabrieken en werkplaatsen, na 1897 opgericht, moeten geheel verbonwd worden. Men moet de bakens verzetten als het tijd is. En zoo schijnt dan ook de nood zakelijkheid gebleken de maatregelen van bestuur van 1896 en 1909, nopens de Vei ligheidswet, aan de veranderde omstandig heden aan te poasen. Maar het is waarlijk geen kleinigheid, zooals de Minister dat thans bij algemeenen maatregel van be stuur, dus op eigen gelegenheid, en voor eigen verantwoordelijkheid, doen wil! Zijn nieuwe voorschriften zijn, naar hier onder kan blijke»n, van dien aard, dat fa brieken en werkplaatsen, na 1897 gebouwd, een geheel gewijzigde inrichting zullen moeten krijgen. De bepalingen zijn véél te bezwarend. Er gouden, bij wezenlijke invoering van den maatregel, heelwat industrieels onderne mingen blijken te zijn, die een dusdanige verbouwing eenvoudig, financieel niet zou den kunnen dragen... Liet o.m. ook de Kamer van Koophandel voor Eindhoven c a. zich onlangs niet in dien geoso uit, toen ze in een adre3 aan den Minister be toogde, dat de nieuwe voorschriften een zóó zwaren dm1- zouden leggen op verschillen de industrieën, speciaal op de tabaks- cn de textiel-industrie, dat, indien dit ont werp als Algemeene Maatregel wordt vast gesteld, het voortbestaan van Vele bedrij ven zoo niet onmogelijk ge- maak t, dan toch zeer bezwaarlijk zal worden. Van verschillende zijden zijn reeds pro testen bij de Regeering ingediend tegen de7.è nieuwe bepalingen, die men met 1 Januari 1913 wil invoeren. Wij laten hieronder een overzicht uit het nieuw voorgestelde volgen: De herziening wordt gegrond op de om standigheid, dat sedert de invoering van de Veiligheidswet niet geringe veranderin gen. in de industrie hebben plaats gehad door toepassing van nieuwe vindingen en andere werk wij aon. De werklokalen in fabrieken en werk plaatsen worden in het nieuwe ministerieele be&luit onderscheiden in en aangeduid als onsohadelijke en sohad el ij ke, ondeT de laatste zijn: werklokalen, waar in den regel wordt gewerkt met lood, loodlegeeringen of lood- verbindingen; ajusteerderijen van gewich ten,; capsulef abri eken; drukkerijen; glas- in-lood-zetterijenhagelgieterijenletter gieterijen; letterzetten jen, ook die waar in een zetmachine wordt gebruikt; loo- den buizen-fabriekenloodpletterijen: loodsmelterïj enmetaalwaren-fabrieken imiziekinstrumentenmakerijen; orgelpijp- makerijen; stereotype-inrichtingen; vijlen- kappe rijen. De schadelijke werklokalen, alsme de de o n 8 c h a d e 1 ij k e werklokalen, moeten, voor eiken arbeider hebben zoowel een vrije luchtruimte van ten minste 7 bib. Meter, als een vrije luchtruimte boven een hoogte van 1.80 Meter van ten minste 2.8 kub. Meter. In fabrieken en werkplaatsen, in wor king gebracht op of na 1 Januari 1897, %al een werklokaal, waarvan de lichtopenin gen, welke direot daglicht toelaten, een gezamenlijk oppervlak bezitten van min der dan een tiende van het vloeroppervlak van het werklokaal, in elk geval onvoldoen de verlicht worden geacht, tenzij de aard van het bedrijf zich tegen voldoende ver lichting verzet, of bijzondere, omstandighe den of -inrichtingen een voldoende dagver- lichting waarborgen ter plaatse, waar ge werkt wordt. De privaten, gangen, trappen, fabrieks terreinen en overige aanhoorigheden van DOOR LOUISE B. B. {Nadruk verboden). 1) Daar straalde van den blauwen hemel een klare heldere gloed, die aan dezen zonnigen Februari-namiddag een warmte gaf, als ware het reeds een zoele voor jaarsdag! Robert Saverniu8 had zijn déjeuner in de Witte", met een luitenant van de hu zaren, een halfuurtje gerekt. Toen zij van elkander gingen voor de trappen van de sociëteit, zag Robert Savernius op zijn hor loge: by half drie Dus twee volle uren,' waarvoor hij nog een bestemming moest vinden, want Robert Savernius was een van die... gelukkige Haagsche jongelui, die hun tijd uitsluitend gebruiken met... nietsdoen. Op het Plein heen en weder drentelend, nam hij in ernstige overweging hoe hij van die twee uren 't meeste... nut kon trekken. Toen viel hem in, dat hij wel in geen maand zijn aangetrouwde tante, mevrouw de weduwe Savernius had bezocht. Het viel hem ook in, dat zijne, nog zeer op haar jeugdig uiterlijk gestelde tante er niet van hield verwaarloosd te worden vooral niet door hem, haar jongeren neef, van "wieu zulk een roep van éléganoe uitging. Een en ander deed hem besluiten met een koenen sprong op het balkonnetje te sprin gen van de tram die hem naar „den Arohi- een fabriek of werkplaat» moeten, voor zoover de toegang tot dae plaatsen niet ia afgesloten, van een halfuur vóór het be gin tot een halfuur na het einde van den werktijd voldoende zijn verlicht. In fabrieken en werkplaatsen, waar meer dan 100 personen plegen te verblijven, en die door middel van gas of electriciheit worden verlicht, moeten, zoolang dit kunst licht brandt, bij de uitgangen van de werk lokalen en op trappen, gangen en porta len, die bijj het verlaten van de fabriek of werkplaats gebruikt kunnen worden, een voldoend aantal doelmatige brandende noodlampen zijn geplaatst, of electnsoiie noodlampen, die automatisoh ontstoken worden bij een storing in de elèctrischa verlichting. Behalve in electrische en afgesloten eleo- trische bedrijfsruimten mogen binnen ge bouwen blanke, niet met de aarde verbon den leidingen, niet voorkomen. Deze bepaling geldt niet voor sleep- en contactleidingen, indien deze door haar ligging, de wijze van aanleg of op andere doelmatige wijze, tegen aanraking zijn be schermd. De kleinste doorgangsbreedbe van den weg, gevormd door de deuropeningen, gan gen, trappen enz., waarlangs de arbeiders hun werkplaatsen moeten bereiken, binnen gaan of verlaten, moet ten-minste bedra gen: a. wanneer meer dan 25, doch niet meer dan 60 personen in den regel daarvan ge bruik maken, in fabrieken en werkplaat sen, in werking gebracht op of na 1 Ja nuari 1897, 1 M.in fabrieken én werk plaatsen, in werking gebraoht vóór 1 Ja nuari 1897: 0.7ö M.; b. wanneer meer dan 50, dgch niet meer dan 100 personen in den regel daarvan ge bruik maken, in fabrieken en werkplaat- pen, in werking gebracht op of na 1 Januari 1S97, 1.20 M.. in fabrieken en werkplaat sen, in werking gebracht vóór 1 Januari 1897, 1 M. c. wanneer meer dan 100, doch niet meer 'dan 200 personen in den regöl daarvan ge bruik maken, in fabrieken en werkplaatsen, in werking gebracht od of na 1 Januari 1897, 1.50 M., in fabrieken en werkplaat sen, in werking gebracht vóór 1 Januari 1897, 1.25 M.t cl. wanneer meer dan 200 personen in 'den Tegel daarvangebruik maken, in fa brieken en werkplaatsen, in werking ge bracht op of na 1 Januari 1897. 2 M., in fabrieken of werkplaatsen, in werking ge bracht vóór 1 Januari 1897, 1.50 M. Iii een werklokaal, waarvan de. vloer 3 M. of meer boven, of 1.5 M. of ïueer be neden den boganen grond is gelagen, moet, indietL mógelijk, behalve da voor gewoon gebruik dienende toegang of uitgang osn tweede uitgang, z'coveol mogelijk aan de andere zijde van liet lokaal, aanwezig zijn, ■die gelegenheid biedt, tot ontkoming. Het zelfde geldt voor een werklokaal, waavvaju ide vloerhoogte deze grenzen niet over schrijdt, indien daar geen buitendeur aan wezig is, of indien in of onder dat lokaal licht brandbare plóffen aanwezig zijn of ontstaan. Wanneer een gelegenheid tot ont koming niet aangebracht kan worden, moet een gelegenheid tot redding aanwezig zijn. In 'elk gebouw moeten de trappen, doel uitmakende Van den daar bedoelden wig, ziin ingesloten door wanden van onbrand baar en vuur koerend materiaal of buiten liet gebouw in de openlucht zijn aange bracht,' wanneer de werklokalen in dat ge bouw in gebruik zijn genomen op of na 1 Januari 1897 en meer dan 50 personen van denzelfden weg gebruik maken om do werklokalen- te bereiken of te verlaten. Do overige gedeelten van dien weg moeien vol doende waarborgen bieden voor het veilig verlaten van het gebouw. In een fabriek of workxdaats, waar in den regel rneev dan 50 personen van den- zelfden weg gebruik moeten maken, om' liun werklokalen, waarvan de vloer moer 'dan 3 M. boven den beganen grond is go- legen, te bereiken of te verlaten, moet do begane grond van uit die werklokalen oolc te bereiken zijn langs een tweeden doelma- pel'.' moest brengen, waar, in een der mooiste huizen van de Surinam est ra-at, tante Savernius haar aardsche, tijdelijke, maar zeer weelderige, woning had betrok ken. Het was halfdric, toen Robert Savernius daar aanbelde, eigenlijk veel te vroeg nog voor een deftig visite-uur; de tante liet hem dan ook, nadat hij was aangediend, meer dan een kwartier wachten in heb ealon. Robert Savernius was juist van plan zich iri ernst boos te maken, omdat zijn „kost bare tijd zoo achteloos werd misbruikt, toen „tante" Savernius binnenkwam, schit terend van schoonheid als cle stralende zon daar buiten, wier helder schijnsel zoo zorg vuldig werd afgesloten in dit weelderig salon door gekleurde vitrages en een dub bel etel overgordijnen. Tante Savernius was het jaar alvast een paar maanden vooruitgesneld en had het sombere winber- kleed verwisseld met een fraai, elegant voorjaarstoilet van een mauve tint als heb paars van rhododendron-bloemen, een kleed dat haar statige sohoonheid bijzonder ten goede kwam. Haar neef vergat op dit gezicht zijn opkomend slecht humeur. Tante Savernius die de smaak van haar neef ken de, wi6t, dat hij van vrouwen Meld, die zioh artistiek goed kleedden, en om den be- wonderenden blik, dien ze nu opmerkte in zijn oogen, op te vangen, had zij hem zoo lang laten wachten... „Tante hoe vaart u, ik wanhoopte reeds aan uw komst. Preoies negentien minuten hebt u mij van uw kostbaar gezelschap be roofd. Hefc zou wreed en liefdeloos zijn, zoo u door uw vereohïjning dit wachten niet beloonde. Ik maak u mijn compliment over de keuze van uw volmaakt elegant toilet. Het fraaie kleed van een bevallige vrouw is als de kostbare vaas voor een mooie bloem. Het prikkelt altijd mijn hu meur, als ik bemerk, hoe bloemen bedor ven kunnen worden door een onhandige schikking. Zoo kunnen vrouwen even on bevallig zijn door de slechte keuze van een toilet. En dan kan ik ze bijna niet aanzien, al zijn ze nog zoo mooi, deze wreede zonda ressen tegen den goeden smaak. Maar u, lieve tante, u bent altijd één harmonisch geheel, de kostbare bloem in de elegante vaas, waarop heb oog met verrukking rust..." Tante Savernius glimlachte gevleid; zij had haar doel bereikt, voor zijn waardee ring immers haalde zij dit nieuwe mode snufje uit zyn kartonnen doos. Toch zei ze afwerend: „Kalmeer je extase, mijn waar de... neef e/i kom hier over mij «zitten. Het spijt mij, dat ik niet zoo hoffelijk gezind kan rijn tegenover jou O, zie, maar niet tersluiks in dien spiegel; je. toilet is altijd impeccable. Daar is iets andersna veel te lang te zijn weggebleven, kies je nu een allerongelukkigst uur voor je visite, zoo mal vroeg 1" „Bij drieën, vindt u dat zoo vroeg?" ant woordde hij, handig haar eerste grief over het hoofd ziende. „Even over half kwam je, en mijn „after- noon-tea'' is eeret om vijf uur." Zelfs aan dat geregelde receptie-uur op dezen dag had hij niet gedacht. De waar heid was, dab hij den huzareu-luitenant, waarmede hij in de „Witte" déjeuneerde, beloofde om vijf uur diene nieuw race paard te komen bewonderen. Tegen tante Savernius zeide hij echter: „O... vijf uur, zeker, ik was het nieb vergeten, maar dan vullen zich uw salons met een „va-eb-vient" van dames..." „Hm, sinds wanneer is mijn neefje rnen- schenschuw geworden? Vele dames, ja, maar allen mooi en jong en die jou ado- reeren, op de handen dragen. Ocli, dat is wel vreeselijk, hë?" Zoo viel ze hem spottend in de rede. Het was een gewoonte van beiden, steeds tegen over elkander dien schertsenden, luchtigen toon aan te slaan in hun conversatie. Da-ar door wisten zij nooit van elkander, of zij slechts schertsen of... over ernstiger ge voelens een sluier wierpen. Heb gaf een pikanb tintje aan de meest alledaagsohe gezegden, en zulk een railleerend woord, gevolgd door een sprekend gebaar of door een ondoor dachten, on bewaakt-en blik gaf veel te denken dikwijls. Zij waren als epi curisten, die gaarne van een goed gerecht een stukje bewaren, om later nog eens te kunnen proeven, hoe goed het toch was ge. weest... En daarom antwoordde hij haar op denzelfden, raadselachtigen toon: „Wel neen, ik ontmoet immers altijd bijzonder gaarne mooie, jonge vrouwen, maar daar zijn ook momenten in liet leven, dat de massa verveelt, dab men zich heb meest aangetrokken gevoelt tot het enkele vooral als die éóne do mooiste, de aantrek kelijkste is uit die massa. Hij scheen in een galante bui te >.ijn vandaag, ten minste „tante" Savernius vond noodig hem met den vinger te drei gen: Vergeet niet-, Robert, dat ik je tante ben, te wereldwijs en te oud al, om j« f 1900, wordt verworpen met 55 tegen 24 stemmen. De motie-Ter Laan, uitsprekend, dat een vaste formatie voor de Departement^ ambtenaren is af te keuren en, ter bevor dering van bezuiniging en van verbetering en vereenvoudiging der Departements-or* ganisatie, daarvoor in de plaats behoort to komen een vaste inter-departementale oom* missie, waarin naast hoofd-ambtenaren sub alterne ambtenaren zullen zitting hebben, wordt verworpen met 71 tegen 6 stemmen. De motie-Ter Laan, uitsprekend, dat cle periodieke salaris-regeling, welke voor cle Departementsambtenaren zal gelden, eveneens van toepassing behoort te zijn op de aan de Departementen analoge instel lingen, wordt verworpen met 41 tegen 36 stemmen. De motie-Patijn, waarbij wordt uitge sproken, dat de verhooging van de trakte-, menten der Departements-ambtenaren bo ven den rang van hoofdcommies niet wen- schelijk is, vóór dat een reorganisatie van den Departementalen arbeid in den geesa als voorgesteld door de Staatscommissie is tot stand gekomen, wordt verworpen met 45 tegen 32 stemmen. Zonder stemming worden daarop aange nomen de artikelen van de hoofdstukken Landbouw, Buitenlandsche Zaken en Justi- tie, die op deze ambtenaren-kwestie betrek king hebben. Op verzoek van den heer Hugenholtz wordt Hoofdstuk Buitenlandsohe Zaken in stemming gebracht en aangenomen met 71 tegen 5 stemmen. (Dit Hoofdstuk bevat cle positie-verbete ring der gezanten). Hoofdstuk Justitie werd aangenomen zon-: der hoofdelijke stemming. Hierna werd het algemeen debat over de Staatsbegrooting voortgezet. De heer Van Karnebeek besprak de houding der overheid tekeuover de vakbonden van ambtenaren, die zijns in- riens door de overheid niet dienen erkend te worden als organen van het dienstper soneel. Spreker vijst op den geest van ver zet onder het vloot personeel. Het gaat piet om verbetering van grieven, maar om sell ending van ger.ag. Bezet men de Vloot met zeemilitie, dan zal de macht dier bon den daar althans gefnuikt worden. De heer Middelberg schrijft den niet gunstigen oogst op wetgevend gebied alleen toe aan het feit, dat cle Regeering haar tijd niet goed genoeg heeft weten te berekenen, waardoor verschillende belang rijke werkzaamheden over dit jaar heen loopon; een fout, die hopelijk niet meer zal voorkomen. Spreker betoogt verder, dat wij met tariefswijziging gaan in de lijn van bijna alle landen in en buiten Europa en wijst er verder op, dat door een .coalitiekabinet niet alle wenschen van elke daarbij betrok ken partij kunnen bevredigd worden. Wat door het Kabinet op on^erwijnge bied tot stand ia gebraoht, stemt spreker dankbaar. Hij hoop, dat de komende Grondwetsherziening geheel tot oplossing brenge het vraagstuk bijzonder onderwijs regel, openbaar onderwijs bijkomstig; en in zake kfiesrecht. hoopt hij dat een oplos sing zal komen in den anti-revolutionnai- Ten geest. Spreker ontkent partijdigheid bij de benoemingen, getuige het feit, dab men zich van rechts nog steeds beklaagt over verongelijking bij heb geven van be trekkingen door de regeering. Spreker wijst op den gunstigen toestand der financiën en wil meer geld besteed zien voor de verdediging des lands. Tegenover de tot stand gekomen vrijzin nige concentratie zal de coalitie stand hou den. Door het gebeurde te Ommen is wel een wonde toegebracht, maar er is tijd ge noeg gelukkig om die wonde te heelen. Ten slotte beveelt spreker een betere werkwijze der Kamer aan, in het belang eener vlugge afdoening van zaken. De heer Duymier van Twist 1*>- strijdt de klacht der onvruchtbaarheid ran het regeerboleid, waarover de linkerzijde zich heeft te schamen, waar toch verschil lende groepen der linkerzijde min of meer mooie praatjes voor zuivere munt op te. nemen 1" Hij schrikte heel natuurlijk: „O tante, lieve tante, „te oud," hoe kunt u zoo wreed zijn wegens uzelveEn vlug hare hand vattend, zeer hoffelijk, mattr altijd met dat spottende licht ïn zijn oogen, dab hem nooit ernstig deed schijnen, boog hij zich en kuste haar hand: „Vergun mij", zeide hij, „tot 6traf het vingertje te kus sen, dab zoo boos dreigen kan...!" Zij liet hem begaan, het ging hem zoo goed af, die ouderwetsche galanterie, zij lachte zelfs en daardoor aangemoedigd,; kuste hij niet alleen hare blanke vinger toppen, maar liet een oogenblik zijflQ lip pen, met veel warnier druk, rusten op haar molligen arm, een plekje uitzoekend iets boven den pols. Zij was de eerste, die haar hand, of schoon nieb dadelijk terugtrok, en, om hare verwarring te verbergen, ietwat al te ernstig vermaande: „Neefje, je gaat to ver; vergeet niet, dat ik de vrouw ge weest ben van je oudGten oom..." „Die goddank een dertig jaar ouder was dan u," viel hij haar vlug Ln de rede: „Het is zelfs dwaas, dat ik de gewoonte moest volgen en u „tante" noemen. Maar oomi wilcle dab zoo, indertijd, ik begreep hem heel goed, uit... jaloezie..." „Robèr!" Zij sprak dien naai* altijd Franscb uit en nu zelfs zee.r stroDg. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5