LEIDSÖH BACrBLAD, Zaterdag* 23 November. Berde Blad.
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzicht.
Gemeentezaken.
Ingezonden.
FEUILLETON.
De zegen van het huwelijk,
i)
jfo. 16185.
pa Duitsolie Rijksdag komt
kinneulcorfc bijeen, ten einde het begroo-
gswerk aan te vangen. De begroo-
*g Voor 1913 is thans versohenen. Het
duizelt iemand bij het zien van die reus
achtige bedragen. Van Duitschland is het
pet meer te verwonderen, dat het milita
risme steed3 enorme bedragen eischt. Deze
begroéting sluit voor de gewone ontvang-
iteo en uitgaven met een bedrag van 3049
pillioen mark, zijnde 191 millioen meer dan
terleden jaar. Voor aflossing van schuld
p] in'het geheel 82 millioen mark besteed
worden (tegen 79 millioen mark in het vo-
j^ge jaar). De schuld van het rijk zal vol
gens de begrooting met 33J millioen mark
toenemen en dientengevolge do nog niet
roorgekomen hoogte van 5269 millioen mark
te reiken.
Voor aanleg en uitrusting van vestingwer
ken wordt M. 12.7 (v. j. 16.7) gevraagd.
Bovendien vraagt de regeering aanvullen
de bedragen voo>r den bouw van oorlogs
kepen. Op de oorlogsbegrooting is uitge
trokken voor den alge meen en dienst van
het leger M. 726.8 millioen. zijnde M. 38
millioen meer dan verleden jaar, voorts
poor niet wederkeerende uitgaven M. 160.8
millioen of 18 millioen meer. Volgens deze
begrooting zullen in 1913 93 compagnieën,
yoorzien van machinegeweren, en een re
giment cavalerie nieuw opgericht worden.
De begrooting voor de marine raamt de
blijvende uitgaven op 192.2 millioen marlc
of 16.1 millioen mark meer dan verleden
jaar eu de niet wederkeerende uitgaven op
828.7 millioen mark of 21.5 millioen mark
meer.
Met de schepen, die nog gebouwd worden
inbegrepen ^al de vl-oot de uitbreiding ver
krijgen bij de vlootwet toegestaan op tweo
linieschepen en drie kleine kruisers na.
De manschappen zullen van den rang van
'den officier naar beneden met 6125 koppen
.worden vermeerderd.
Voor onderzeesche schepen wordt gelijk in
het vorige jaar 20 millioen mark uitge
trokken.
De geruchten over de ziekte van den
Oöslenrijkschen keizer zijn tegengesproken.
Er heeft den grijzen vorst niets ge-
cheeld. De beste tegenspraak is wel,
dat hij gisteren van Boedapest terugge
reisd is naar 'Weenen.
Er schijnt sprake van te zijn geweest,
Üafe ook Engelsch-Indië een of meer dread
noughts aan de vloot zou geven. Een afge
vaardigde vroeg in het Lagerhuis of een
'dergelijk r voorstel niet eerst voor heb mi
nisterie van Indië in Engeland of voor de
regeering van Indië moest komen.
Asquittf antwoordde, dat. het aanbod niet
buiten den minister van Indië om kon ge
schieden^ maar dat het. departement niet
over deze zaak te bellissen heeft gehad.
De Indische regeering is -van meening, dat
wat Indië reeds tot de verdediging van het
rijk bijdraagt voldoende is.
Op deze woorden volgde toejuiching.
Indië draagt zoo zware oorlogslasten, dat
het op de bevolking daar een zeer pijnlij
ken indruk zou maken, als zij nu ook voor
de Engelsche vloot moest bloeden.
In het Lagerhuis is ook nog een andere
kwestie aangevoerd, namelijk het cho-
1 e r a-g evaa r, dat van uit het oosten
dreigt. Veel is er niet over'gezegd, want
tainister Burns kwam direct met de ge
ruststellende verklaring, dat alle voor
zorgsmaatregelen zullen worden genomen.
Er dreigen een paar arbeidsconflicten.
Bet eene is in Amerika Daar eischen
00,000 arbeiders in de weefindustrie in de
'Kieuw-Engeland-Staben, de noordoostelijke
Staten aan den Atlantischen Oceaan 10
percent loonsverhooging.
Het andere conflict, in Frankrijk, is van
%&nsch anderen aard.
Te C'reusot is een werkstaking uitgebro
ken onder grondwerkers, omdat- de aan
nemer een Fransch arbeider gedaan bad
gegeven. Tijdens een onderhoud met den
burgemeester beklaagden de stakers zich
.er over, dat de aannemer 10 pCt. buiten-
landische arbeiders in zijn dienst heeft,
's Avonds trokken de werklieden met de
Fransche vlag voorop door de straten.
Populariseerins van de ElectHel»
teitsfabrlek.
Bij schrijven van den 7den October 1912
hebben Commissariseen der Sted. Fabrieken
van Gas en Eiectrioiteit zich tot B. en
"Ws. gewend met een uitvoerig schrijven,
waarin zij in verband met'dén groei en van
de veranderde omstandigheden, waaronder de
E loc tr i öitei ts f abr iek werkt, verschillende ver
anderingen voortellen in de verordening be
treffende de leveringen van electricdteit. B.
en "Wa. kunnen zich met de voorgestelde
wijzigingen wel vereenigen, zoodat zij can
in dien geest veranderde verordening ter
vaststelling den Raad aanbieden.
De voorgestelde wijzigingen spruiten voor
namelijk nit de onderstaande overwegingen
voort:
lo. door de uitbreiding van de elecLici-
teitslevering naar buitengemeenten is het
wenschelijk enkele voorwaarden scherper te
formuleer en, waar de dwingende macht dei'
gemeente om zoo noodig op andere wijze
dan tot nu toe in de verordening vermeld,
in te grijpen, ontbreekt;
2o. door de voorziening met electriciteit
van gemeenten, waai* geeu gasfabriek be
staat, is de behoef ie gebleken een tarief
in te voeren, analoog aan de muntgastarie-
ven, dat het ook den kleinen man mogelijk
maakt, aan ie sluiten, zonder dat hierbij,
de rentabiliteit van de Elect ri ci te i ts f abr ick
uit het oog' verloren wordt; het voorgestelde
abonnementstarief, dat reeds op verschillende
plaatsen heeft getoond aan boveu bedoelde
voorwaarden te voldoen, is het resultaat van
een onderzoek in die richting;
3o. ten einde de aansluiting der klein-
industrie tc bevorderen en om bij tijdelijke
werkzaamheden de aansluiting op het ka
belnet in de hand te werken wordt voor
geslagen eleetromotoren in huur en op af
betaling beschikbaar te stellen
do. door het toenemen van het aantal aan
sluitingen en door de verbeterde construc
tie der electrioiteitsmeter3 is liet mogelijk
de huur daarvan te verlagen.
Wij laten hieronder in het kort de voor
gestelde wijzigingen volgen.
Ten einde in de nabijheid van gemeenten,
waarmede Leiden contracten voor stroom-
levering afgesloten heeft, aansluitingen te
kurinen maken, zonder, telkens den Gemeen
teraad over gevallen van weinig principieel
belang met oen aanvrage lastig te vallen,
wordt voorgesteld om ook in buitengemeen
ten, evenals in Leiden geschiedt, eerst dan
do beslissing van den Gemeenteraad té
eischen. wanneer de afstand der aansluiting
mcêr dan iÖ00 Meter bedraagt eii voor
overige gevallen deze aan Commissarissen
over te laten.
Een andere wijziging betreft de abonne
mentstarieven. Evenals bijv.' te Delft, Bloj?
men da al en VeTzen geschiedt, is hot de be
doeling een abonnements-installatie slechts te
doen gelden voor zuiver lichtvcrbruik. Ten
einde voor dit lichtverbruik ook de groote
categorie van de bevolking te trekken, die
tot nu toe al naar de tarieven met meer
of minder recht als ,,to duur" weerde, is
het noodig, dat aan de navolgende voor
waarden worde voldaan
lo. aanleg van de binnenleiding vanwege
de gemeente Leiden evenals bij de rnuut-
gasi,nstallaties;
2o. wegvallen vain de meterliuiir, die on
evenredig zwaar moet drukken op den klei
nen man met gering jaarlijksch eleotriciteits-
yerbruik
3o. opstelling van een tarief, dat den
meter overbodig maakt en den verbruiker
van te voren het juiste bedrag van het
door hem verschuldigde doet kennen;
do. wckelijksche inning van het door hem
verschuldigde, ten einde het aangroeien tot
groote bedragen op ongelegen oogenblikken
en daarmede last met de inning der gdden
te voorkomen.
Aan de eerste dezer voorwaarden is een
voudig te voldoen, daar hiervoor reeds een
antecedent bestaat. De z.g. huurinstallaties,
waarvan het aantal op 1 September 1912
reeds 153 bedroeg, hebben getoond, dat aan
leg van gemeentewege zeer goed mogelijk is.
Wat de installaties van aboiinenventsleidtn-
gen betreft, wil men een geméngd systeem
volgen, n.l. aanleg zoowel door de gemeente
als door particulieren, in het laatste geval
echter steeds in naam en voor rekening van
do gemeente, en over elke installatie, die
door een particulieren ins tal late ui' wordt
aangevraagd te mogen uitvoeren, afzonder
lijk te beslissen met het oog op prijs, soliditeit'
der uitvoering, enz.
Het wegvallen van de meterhuur is moge-
gelijk door het invoeren van liet ia Duitsch
land als „Pausohaltarif" bekende systeem
van berekening'. Hierbij wordt nagegaan wat
de aansluiting, de in-beslag-neming van het
machinevermogen der eleotrieiteitsfabriek, de
productiekosten van den verbruikten elec-
trischen stroom en de verdere exploitatie
kosten per lamp voor de betreffende aan
sluitingen over een bepaald tijdsverloop ba-
dragen en deze vau te voren vaststaande
koeten aan den verbruiker in rekening ge
bracht. Deze totale kosten veranderen, zoo
als vanzelf spreekt, met den duur van het
gebruik der lampen in een aansluiting. Dit
gebruik wordt niet gecontroleerd, wanneer
geen meter wordt geplaatst, zooditt het ver
moeden voor de hand ligt, dat de consu
ment uit gemak zucht en omda t het hem niets
kost, deze steeds laat doorbranden. De on
dervinding heeft eobter geleerd, dat- dit niet
geheel opgaat, en de bepaling, dat de be
trekkelijk kostbare -vernieuwing der opge
brande lampen voor rekening vau den ver
bruiker komt, is wel het krachtigste rem-
middel legen overdadig electrioiteitsverbruik.
De ervaring wijst dan pok uit, dat het
verbruik per lamp en per jaar voor
,Pau3Ghal'-aansluitóngen betrekkelijk weinig
meer bedraagt dan volgens meteraanwijzing,
terwijl dit meerdere verbruik alleen van in
vloed ii op de d i re a te pr o d u c t i e-k o s-
tc'u van den eleetrisohem stroom, die slechts
een onderdeel van de totale jaarlijksoho
kosten per laïhp uitmaken. Bovendien is hij
do bepaling dei* tarieven .voor .de aboiino-
mentsaansluitingen iy>g met een ruimen jaar-
lijkschen brandduur gerekend, zoodat met
cekerheid voorspeld kam worden, dat de ge
meente met doze tarieven zal uitkomen.
Het omslaan van de totale jaarlijksclie
kosten per geïnstalleerde lamp heeft nu hot
greoto voprdeel, dat ieder verbruiker te voron
weet waar hij aan toe is. en zijn berekening
tegenover petroleum en andere verlichtings-
nuddelen kan maken
De betaling ie gesplitst in een betaling
per lichtpunt en een betaling per beschik
baar vermogen. Dit heeft ten doel een een
voudig tarief te verkrijgen, dat rekening
houdt met de verschillende door de ge
meente te maken k,osteq.
Het eerste lichtpunt prordt per jaar op
f 5.20 gesteld.
Direct in het perceel .onmiddellijk na de
aansluitkast, wordt, in elke binnenleiding
een toestelletje ingebouwd, een z.g. stromi-
begrenzer, dat den stroom automatisch
verbreekt zoodra deze een va.n te voren op
het apparaat ingesteld bedrag over
schrijdt. Wordt dus een lamp meer of een
grootere lamp waarvoor wordt betaald,
ontstoken, dan gaan alle lichten uit, tot
dat weer het totaal der ingeschakelde toe
stellen niet .meer capaciteit bezet, dan
waarvoor geregeld betaald wordt.
Deze stroombegrenzers zijn eenvoudige
electromagneti6ohe toestelletjes, die wei
nig ruimte innemen en weinig kosten
(f 4 af 5 per stuk).
Wat. het gebruik vau eleetromotoren be
treft, is het wenschelijk gebleken deze aan
particulieren te kunnen verhuren. Het kan
voorkomen, dat een aannemer tijdelijk
gaarne van het electrisoh bedrijf gebruik
zou willen maken, doch dat aanschaffing
hem te duur komt. Door van gemeente
wege eleetromotoren tijdelijk beschikbaar
te stellen, kan men in deze en andere ge
vallen voorzien.
Ten 6lotte kan aan weinig kapitaal
krachtige kleine industrieelen de gelegen
heid worden geschonken tegen afbetaling
motoren te verkrijgen, die eveneens door
het stroomgebruik weer een bron van in
komsten voor de gemeente vormen.
Dit laatste stelsel is o. a. hier te. lande
in Arnhem toegepast. Nadat in Mei 1911
hiertoe door den Gemeenteraad van Arn- j
hem een crediet is toegestaan van f 2500,-1
is in den aanvang van dit jaar besloten
nog f 6000 vóór uit Moei"te 'voteër&.n-;- een j
bewijs, dat behoefteen dit opricht bestaat,
en dat beide partijen zich-bij deze handel
wijze wèl berinden.
Het is dè bedoeling de kosten voor bo
venbedoelde motoren uit het Yernieuwings-
en Uitbreidingsfonds der Elektriciteits
fabriek te voldoen, tenzij dit ontoereikend
mocht blijken te zijn, in welk geval een
afzonderlijk crediet voor bovenstaand doei
zou worden aangevraagd.
Ten slotte wordt voorgesteld de meter-
huur te verlagen.
Bij het ontwerp van de Eleotriciteits-
fabriek is gerekend op een aantal van 175
aan te schaffen electriciteitsmeters.
Op 31 December 1911 waren totaal in het
net. geplaatst 859 meters; dit aantal neemt
nog steeds geregeld toe.
De kosten van onderzoek, van de ijkin-
richting en van het in voorraad houden van
meters, zijn dus jaarlijks per meter gemid
deld lager dan oorspronkelijk kon wor
den geraamd.
Bovendien zijn de meters deugdelijker
geworden dan in het jaar 1907 met. reden
kon worden verwacht, zoodat weinig ver
nieuwingen en reparaties noodig zijn ge
bleken, en zijn mede door de groote con
currentie en de meerdere productie op dit
gebied vooral de meters van kleiner type
belangrijk goedkooper geworden
Al deze omstandigheden hebben geleid
tot een onderzoek of de meterhuur niet
eenige verlaging kon ondergaan, waar dit
vooral de klein-verbruikerft vaak oneven
redig zwaar drukt. Bij dit onderzoek is
aangenomen, dat na betaling van rente en
voldoende afschrijving en dekking van do
speciaal voor de meterafdeeling te maken
sxploitatiekosten, de Electrioiteitsfabriek
op de meterhuur geen winst behoeft te
maken.
Aan deze voorwaarden voldoet het ge
wijzigde tarief, waarbij is gerekend op een
aantal meters tueschen 1000 en 2030, zoo
dat gedurende een termijn, waarvoor te
overzien is wat de omstandigheden en kos
ten in deze zullen eischen, dit tarief kan
worden aangehouden.
Zooals blijkt, ondergaat de huur van
groote meters geen wijziging, terwijl van
de kleinste enkeltarief meters de huurkoe
ten tot op de helft worden teruggebracht.
Een verhoogd voetpad aan de
Hoogewoerd.
Ten gevolge vau de verbouwing van do
fabriek van de firma Yan Wijk en Co. op
de Hoogewoerd zijn de stoepen, gelegen
aan de oneven zijde der straat, tussohen de
Rijnstraat en de Bolwerkstraafc, bijna alle
weggenomen en bestaat er gelegenheid, om
aldaar een verhoogd voetpad van tegels te
maken, evenals aan de overzijde der Hoo
gewoerd reeds aanwezig is.
De kosten van dit voetpad, met inbegrip
van het verbreeden der keibestrating tot
aan den hardsteenen rand van het trottoir,
zullen pl.m. f 1100 bedragen, welke kosten
echter dalen tot f 6CO, indien de benoo-
digde keien genomen worden van den op de
Stadswerf aanwezigen voorraad.
Aangezien dit bedrag van f GCO niet uit
de voor den loopenden dienst toegestane
gelden kan worden bestreden, geven B. en
Ws. in overweging een bedrag van f 600 uit
den post voor Onvoorziene Uitgaven'',
waarop thans nog f 791 beschikbaar is, voor
het genoemde doel te onzer beschikking te
stellen.
Benoeming van een kenriugsvee-
art», teven» adjunct directeur van
- het Openbaar Slachthuis.
Ingevolge de desbetreffende verordening
moet voor de benoeming van een keurings-
veearts, tevens adjunct-directeur van het
Openbaar Slachthuis een voordracht van
twee personen bij den Raad worden inge
diend.
Aan dit voorschrift meerien B. en Ws.
evenwel, bij de vervulling der vacature,
welke is ontstaan door het aan dr. J. Eg-
gink. vërleend eervol ontslag, tot hun leed
wezen niet te kunnen voldoen, op grond van
het in het ter visie liggende rapport der
Commissie voor het Openbaar Slachthuis
medegedeelde.
Zij dragen den Raad mitsdien alleen den
heer J. Goedhart, veearts-keurmeester aan
het Openbaar Slachthuis te Groningen, voor
ter benoeming lot keuringsveearts, tevens
adjunct-directeur, van het Openbaar Slachte
huis.
Eervol ontslag Rückert.
Door den heer J. II. E. Rückert is met
ingang van 1 Januari 1913, wegens zijn be
noeming van ingenieur-directeur, hoofd van
den technisclien dienst der gemeente Til
burg, eervol ontslag gevraagd uit zijn be
trekking van ingenieur der gemeentewer
ken, alhier
B. en Ws. stellen den Raad voor dit eer
vol ontslag op genoemden datum te verlec-
Postpakketten St.-Xicolaaa.
De directeur Generaal der Pcsterijea
en Telegrafie brengt ter algcme.ene kennis
Lij gelegenheid un het aanstaande Sint-
Nicolaasfeest wordt de vergunning oni
meerdere pakket-ten.ivui hetzelfde» adres
van slechts één enkele adreskaart te doen
vergezeld gaan, voor den tijd van 2 tot 6
December ingetrokken en zal derhalve bij
elk gedurende dit tijd\ak ter verzending
aangeboden pakket een adreskaart behoo-
ren te woiden gevoegd.
Voorts woedt ter verzekering van een
goede overkomst van de pakketten aan
bevelen:
lo. zorg te dragen voor een doelmatige
eu stevige verpakking van de vco werpen,
in dier voege, dat deze op afdoende wijze
tegen breken en beschadigen gevrijwaard
zijn
2o. zoo mogelijk de adressen op de pak
ketten te schrijven en, waar opplakking
of aanhechting van een adres onvermijde
lijk is, dit zoodanig vaat te hechten, dat
voor het verloren gaan daarvan, tijdens
het vervoer geen vrees behoeft te beslaan:
3o. in de pakketten een tweede -■
te sluiten,
Ten slotte wordt de aandacht gevestigd'
op de gelegenheid tot aangifte van waard a
van pakketten, hetgeen voor pakketten,
met kostbaarheden is aan te bevelen en
ten gevolge waarvan, bij_eventueel verlo
ren geraken gedurende het vervoer met
de post, het volle hedrag der aangegeven,
waarde van dé pakketten kan worden ver
goed.
,,I>e oorlog wordt voortgezet!''
Wie heeft niet met vernieuwde ontvet
ting deze mededeeling der bulletins ge
lezen, die immers slechte bcteekent, 1103
weer zooveel meer dui .enden, neen tien
duizenden slachtoffers lan de oorlogs-ver-
nielingen, waaronder granaat, kogel en
bajonet nu niet eens meer het grootste
deel voor zich opeischen.
Die uitroeiing der volkeren te keeren,
wie zou nog aan de mogelijkheid daarvan
gelooven? En protesten er tegen uitspre
ken hier, wat wordt daarmee aan de lio-
pelooze ellende daar veranderd
Doch wordt overal, waar men tot dus
verre met al grootere belangstelling en
medelijden deze berichten geregeld heeft
gelezen en bepraat, en misschien al pro
test-betoogingen gehouden, nu ook al ge
geven het eenige antwoord der in vrede
levende Christelijke wereld), dat c'oarop
vóór alles moet worden gegeven: de na
volging van het voorbeeld van tien alom
bekenden Samaritaan'?
Er is opmerkzaam gemaakt op den tijd,
die er nu is, tot internationale aaneen
sluiting, in de te verleenen hulp der
Christenheid in dezen inteiliatdoinfieui
jammer.
Heeft men in uw huis, in uw omgeving,
reeds genoeg gedaan daarvoorLaat ieder
zich deze vraag eens stellen.
N.
Men was aan de stamtafel in de groote
Bocietait nogal luidruchtig. De oude en
eeuwig nieuwe vraag, of men moet trou
wen, was door een der stamgasten weer
eens op 't tapijt gebraoht, en nu kwamen
•de tongen los, en de meest bij den weg loo-
pende en ook de meest gezochte argumen
ten vóór en tegen het huweiijk werden be
sproken.
Alleen de oude professor met den bril
'op den adelaarsneus zweeg achter zijn
bittertje en trok medelijdend met de glad
geschoren lippen.
„U zegt in 't geheel niet3 professor", in
terpelleerde hem een jong advocaat, die tot
Du toe heftig tegen het huwelijk uitgevar
en was; ,,h"oudt u het vraagstuk voor op
gelost en niet meer de moeite waard be
sproken te worden?"
De oude heer zag den jongen man aan
met een blik, alsof hij wilde zeggen: „Wat
heeft mijn ervaring met jouw groene on
kunde te maken?"
Maar opeens veranderde de uitdrukking
bi rijn gezicht en fijn glimlachend ant-
l^oordde hijt
>iU is een voorvechter van het intellec
tueel overwicht van het mannelijk geslacht
ftö toch hebt u er misschien nog nooit aan
jpdacht, dat juist het vraagst.uk van het
huwelijk meestal alleen nog door mannen
jwhandeld wordt; de vrouwen liebhen het
taog opgelost.
»Hoesoo? Ik begijp u niet.'*
„Wel, 11 zult haast geen vrouw meer vin
den, die het huwelijk verwerpt. Dat doenj
alleen de mannen, de heeren der schep
ping, de erfpachters der menschelijke wijs
heid."
„Zeer begrijpelijk, omdat de vrouwen
van het huwelijk meer voordeel hebben dan
de mannen. Zij krijgen de vrijheid, een
verzekerde maatschappelijke positie, ter
wijl zij van stoffelijke zorg bevrijd wor
den. De man daarentegen offert zijn vrij
heid op, als hij trouwt, terwijl hij zich bo
vendien stoffelijke zorgen voor vrouw en
kinderen op den hals haalt."
„Zoo? Dunkt u?'' klonk het glimlachend
antwoord van den ouden lieer. „Ik beweer
het tegendeel. De getrouwde man ver
hoogt rijn vrijheid, want hij alleen is bur
ger in den vollen zin van het woord en
vrij van de slavernij der vrijgezellen, u
zult begrijpen, wat ik bedoel in de sa
menleving wordt hij meer geacht, want hij
beteekent meer, en hij is de rijkere, want
juist vrouw en kinderen, voor wie hij te
zorgen heeft, leeren hem de kunst van zui
nig en spaarzaam te zijn, waarvan een
vrijgezel meestal geen notie heeft."
„O", meende de jonge advocaat, ,,met
zulke paradoxen verslaat u mij niet. Waar
zijn de bewijzen voor uw vermetele bewe
ringen?"
„De bewijzen ziet u in mijzelf. Ik wa-a
als privaat-docent, niettegenstaande de
aanzienlijke toelagen mijner ouders, altijd
een arme duivel; ik verkwistte mijn geld
met amourettes, ik verbrastte mijn geld in
oaféV en allerlei "kroegen. In de samen
leving hield men mij niet voor vol, zag men
in mij alleen den lichtvaardigen Don Juan.
Toen ik eindelijk een arm, maar zeer be
schaafd en door mij aangebeden meisje tot
vrouw genomen had, haar eenige ontrouw
heeft hierin bestaan, dat zij mij voorge
gaan is en mij, ouden man, als weduwnaar
achtergelaten heeft veranderde mijn
positie opeens. Ik begon een geregeld,
menschwaardig levenik leerde liet zegen
rijke geheim der tijdverdeeling kennenik
werd langzamerhand welgesteld, en ik
rees bij vriend en vijand in achting. Toen
eerst geveelde ik mij waarlijk vrij en ge
lukkig, en het beste voor het laatst ik
droeg in heb hart een schat, waarvan ik de
oneindig groote waarde tot nu toe nooit
vermeed had: de onbaatzuchtige, offer
vaardige liefde voor een wezen, dat mij in
wendig steeds rijker maakte en mij een
steeds dlcperen blik in het mysterie van
het leven gunde."
De ander trok de schouders op.
„Nu ja", meende hij, „ik twijfel er geen
oogenblik aan dat wie liefheeft alles door
een rozenrooden bril zietmaar wat be
wijst dat voor het huwelijk? Men kan toch
ook en passant een roos plukken en van
haar geur genieten; men behoeft zich toeh
niet aan een doornigen rozenstruik te laten
vastbinden."
„Beête vriend, ik zal u een korte geschie
denis vertellen; zij betreft een mijner stu
dievrienden, die al dood is; misschien zult
u mij dan beter begrijpen.
De heer Otto ik ken hem alleen bij
rijn voornaam was als vijand van het
huwelijk ongetrouwd gebleven. Aanvanke
lijk leefde hij, evenals ik, in oafé's. Toen
hï). ouder werd, nam hij een huishoudster
en at thuis. Als ik hem eens bezocht, zette
hij mij altijd een gced bereid maal voor
en prees het geluk zijner vrijgezellen-
vrijheid, terwijl hij mij, „ouden pantoffel
held", beklaagde. Dat ging zoo vele jaren
door. Mettertijd echter was hij stiller ge
worden; hij ging alleen nog voor ambts
zaken uit, anders zat hij altijd in huis, en
niemand wist recht, hoe het hem eigenlijk
ging.
Toen ik hem weer eens bezocht, ontving
hij mij neerslacht.g en zag mij zoo eigen
aardig aan, alsof hij mij iets benijdde.
„Wat scheelt je, vriend?" vroeg ik hem
deelnemend.
Hij zuchtte: „Ach ik zie, dat jij steeds
frissoher en jonger wordt, terwijl mij de
jaren als een last op den rug liggen".
Ik ontstelde.
„Ben je lijdend?" vroeg ik verrast.
Iijj keek voorzichtig in 't rond, of wij
ook beluisterd zouden worden; toen bukte
hij zich wat voorover en fluisterde: „Ik
lijd aan mijn huishoudster."
„Jaag haar dan weg en neem een an
dere."
Hij glimlachte weemoedig.
„Alsof dat zoo eenvoudig ging! Zij kent
mijn gewoonten; zij verpleegt mij, als ik
aanvallen van jicht heb; -zij kookt mijn lie
velingsgerechten. Het zou toch ondankbaar
zijn, als ik het tafellaken tussohen haar en
mij doorsneed. Het zou ook geen doel heb
ben; zij zou toch blijven."
Ik floot door de tanden.
„Staat het al zoo met jullie beiden?"
„Inderdaad!" bekende hij, terwijl hij alle
terughouding liet varen. „Zij is mijn huia-
tyran. En omdat zij onmisbaar geworden
la, wordt zij met den dag despotischer.
Maar wat zal men doen? Zij is mijn uni-
verseele erfgenaam, en ik heb den moed
niet meer, het testament, dat zij kent, te
veranderen."
„Maar, ouwe jongen," merkte ik op,
„dat \e veel erger dan ik vermoed had.
Dat zijn onwaardige boeien, die je verbre
ken moet."
Hij wilde iets antwoorden, maar in het
zijvertrek ging de deur. Hij trilde, ging
rechtop zitten en zeide luid en schijnbaar
onbevangen: „Het was aardig van je, dat
je gekomen bent, nu is mijn huishoudster
er weer, nu ben ik niet meer alleen."
Ik begreep, hij wilde elke verdenking,
dat hij over haar gesproken had, wegne
men.
Ik ging heen.
Bij het heengaan knikte ik zijn huishoud
ster toe, een magere vrouw van misschien,
vijftig jaar, met spitse kin, langen neus,
vlekken op de wangen en een loerende uit
drukking in de staalgrauwe, listige oogen.
Onwillekeurig huiverde ilc en dankte in
stilte den Hemel, dat ik niet onder do
hoede en het toezicht van zulk een wezen
abond.
Op een namiddag van den volgenden
winter vernam ik toevallig, dat mijn vriend
Otto ernstig ziek was. Ik besloot, hem on
middellijk te bezoeken. Ik schelde aan; do
oude heks deed de deur open.
„Hoe gaat het met meneer Otto?"
„Dank u; het gaat, helaas, niet goe<L
Meneer moet zware kou gevat hebben; hij
wil ook nooit naar mij luisteren.-'
r- (Slot volgt.)]