Moet een bond geslagen worden? Dure dames en een dure heer. STOFGOUD. RECEPT, ALLERLEI. ducten af te voeren, in goeden staat ver- keeren. Behalve een goed trekkende schoor steen is het ook noodig, dat daartoe de af voerpijp ruim en vrij zij, zoodat de, gebrui kelijke sleutel"1 achterwege blijv'e of '.met in gebruik genomen wórde. Het is duidelijk dat hierdoor ook'vóór behoorlijke ventila tie van het vertrek kan worden gezorgd. Vraagt men nu, welke soort van kachels het best aan deze eischen voldoet, dan moet erkend, zegt „Moleschott," dat het ondoenlijk is, uit de bijna ontelbare soor ten en vormen, die in gebruik zijn, een bepaalde aanwijzing te doen. Trouwen^, vertrouwde kachelfabrikanten en smeden sullen, desgevraagd, gaarne bereid worden bevonden, waren te leveren, die in hoofd zaak aan het besprokene beantwoorden, te meer, daar de te stellen eischen mede af hangen yan en in overeenstemming moeten worden gebracht met heb te verwarmen lokaal, de te gebruiken brandstof, den tijd dien men voor hét bedienen wenscht, den meerderen of minderen prijs, dien men wil besteden, .de- mate van sierlijkheid, die men .verlangt-, enz. Bekend zijn de voordéelen van centrale verwarming on van verschillende andere systemen, waarbij de zoogenaamd© vul kachels of haarden een eerste plaats inne men. Daar iedere winter verscheidene berichten brengt van! sterfgevallen door inademing van kolendamp (dat reukloos is}, zij er nog eens op gewezen, dat men de kleppen in de pijpen niet geheel mag afsluiten; in vulkachels en volbaarden inogens zelfs dergelijke kleppen niet aan gebracht worden. vraagt een correspondent van „L'Eleveur beige" in het laatste nummer van dat blad, en hij beantwoordt die vraag als volgt: Een hond, die voor het een of ander werk gedresseerd wordt, moet minstens een3 in zijn leven een pak ransel hebben om op de cellen zijner hersens een blijvenden. die pen indruk, te maken, en die indruk zal juist te dieper zijn, naarmate hij sterker geweest is: de pijn, die hem de zweepstrie men veroorzaken, moeten den blijvenden indruk brengen... Den hond moet vrees voor zijn meester worden ingeprent, en wan neer hij ook maar éénmaal een pak slaag gehad heeft, dan zal) hij zich blijven herin neren, dat, wanneer hij een hem gegeven bevel njet goed uitvoert, hij hetzelfde zal voelen wat hij reeds gevoeld heeft; is de toon, waarop het bevel gegeven wordt, niet voldoende, laat hem dan maar even- de zweep zien, en helpt ook dat niet, geef liem dan maar een nieuw pak slaag. Hon den zijn gelijk menschen; de een vergeet spoediger dan dc ander. En toch beweren wij, dat niet alle hon den een pak ransel noodig hebben om iet-a te leeren. De eene hond leert gemakkelij ker en is vlijtiger dan de andere; zoo gaat het ook bij kinderen. („Ned. Sport"). Een nieuw Russisch weefsel. In een officieel Fransch tijdschrift wordt melding gemaakt van eeïi nieuw scfcrt weefsel, uit vlasvezels bereid. De uitvinder, ingenieur Tsjeveline, zou een procédé voor de bewerking van vlas hebben gevonden, waardoor een veel fij nere vezel verkregen wórdt dan bij de ge wone rotting mogelijk ia Bovendien zou daardoor het voordeel verkregen worden van minder afval, doordat men ook de korte vezels zou kunnén verwerken. In korte en algèmeene trekken zou de be werkingsmethode bestaan in een behande ling met alcohol, en vervolgens met zeke re minerale oliën en stoóm. Dit procédé is in 1902 in Ruslanci en in het buitenland gepatenteerd. In 1911 is een maatschappij (opgericht, onder den naam „Tsjeveline-ve- zel", die te Orickowo, bij Moskou, een groote fabriek bouwde Voor de vervaardi- diging van een weefsel uit- linnen en ka- tonnen garens, dat minder fijn is dan 1 in- non batist, maar dal daarentegen in plaats Sgn eet* roebei ai echts twi o£g kopeken per arsjien (70 c.M.) zal kosten. Men denkt dit artikel reeds in den komenden herfst ter markt te kunnen brengen. Naar verluidt, leggen het Min. van Handel en Nijverheid en dat van Landbouw een groote belang stelling voor deze uitvinding aan den dag. Handelsbelangen.") Een Duitsch geleerde publiceerde on langs zegt „Van onzen Tijd'" een stu die over de mode van hof- en hooge gezel schapskringen en noemt daarin onder de pronklievendste dames van het laatst der 17de eeuw de Fransche koningin Marie An toinette. In 1773, toen zij nog kroonprinses was, bedroeg haar garderobegeld het ron de sommetje van 120,000 livres; ieder vol-, gend jaar had de vorstelijke dame meer noodig, tot in 1780 de toiletuitgaven begon nen te minderen. Zoo kosten haar toilet ten in 1780: 194,118 livres 17 shilling, in I 'SI: 151,290 1. 3 s.in '82: 199,509 1. 4 s.; in '87: 217,187 1. De kleedingweeMe in dien tijd is onder de hoogere standen buitensporig. Keizerin Elisabeth van Rusland, de dochter van Pe ter den Grooten, bezit niet minder dan 8700 volledige toiletten, de „ongekleede" ja ponnen niet meegerekend; de kleerkasten van H. M. bevatten bovendien nog een groot aantal stukken onverwerkte stoffen van allerlei soort en de meeste van onge kende waarde. De ontwerpsters van hof ja ponnen zijn, wat vorm en versiering be treft, aan strenge etikette gehouden. Een eerste-klas-modiste rekent alléén voor het garneeren van een hof japon 1382 livrea 4 s., daarbij komt dan nog het „naailoon" en de prijs van den zeer kostbaren staat, siesleep. Voor de vervaardiging van zulb een japon wordt van 20 tot 22 ellen stof gebruikt. Merkwaardig is ook wat dezelfde schrij ver van een duren heer vertelt. Bassom pière, een fat uit die dagen, draagt een kostuum van goudlaken, bedekt met pal men en versierd met paarlen, waarvan bij zelf het gewicht op 50 pond schat. Dat mooie pakje kostte hem 14,000 pond, waar van 700 voor de „coupe". Toen hij het bij zijn kleermaker kwam bestellen, eischte de voorzichtige snijder 4000 pond handgeld, waarin de klant berustte. Deze gewichtige zaak goed en wel afgedaan, ging monsieur Bassompière soupeeren en spelen; met do 700 pond, die hij op zak had, won hij 5000 taler, waarmee hij den volgenden morgen in een opwelling van rechtvaardigheidszin zijn snijder voldeed. De volgende avonden heeft hij wéér geluk: hij wint de heele som, die de mooie jas moet kosten en nog 11,000 taler bovendien. De helft daarvan besteedt hij aan een met diamanten bezetten degen, de rest voor zijn „menus plaisirs." Wat het hart tegenstaat, laat het hoofd niet binnen. Schopenhauer., De eigenliefde is bekwamer dan de be kwaamst© man der wereld. La Rochefoucauld. Chocoladecake Twee ons boter roert men tot rcom en x'< r-gt er vier groote lepels suiker bij Een ons poederchocolade, vermengd met een paar lepels melk, doet men bij de boter, en vervolgens, één voor één, drie eieren. Nu zeeft men drie groote lepels bloem, één grooten lepel gemalen rijst, en een theelepel gistpoeder; clan voegt men dit, al roerende, bij cle boter en de chocolade. Men besmeert een vuurvasten schotel of taartvorm met boter, doet liet deeg er in, en laat het een .uur bakken in niet al te beeten oven.. Gevaarlijk© handigheid. De trein zou zoo het groote station be reiken. Een juffrouw; heeft haar kaartj* verloren en is deswege buiten haar zelf van schrik. „Ik zal u wel helpen, juffrouw," zegt een joDgmensoh met een meer dan ondeu gend gezicht. jyAls je blieft", en hij geeft haar zijn kaartje, na daarvan te voren een boekje te hebben afgescheurd. Er is een enorm gedrang aan de Hekken. De juffrouw komt er goed door. Doch de jongeling wordt tegengehouden.; „Hei, hei, uw kaartje I" „Dat heb ik u al gegeven I'2 „Niet waar." „Wellis." „Neen, neen, ik moet procesverbaal laten opmaken"., De chef komt toeloopen: „Meneer, pas- sag;er zonder kaartje." De zaak wordt onderzocht en juist zal de jongeling beboet worden of daar glijdt een verheugde glimlach over zijn gelaat, terwijl hij in zijn vestzak vo'lt,, „Hat kaartje is in m'n zak kapot gegaan. Als ik dus een kaartje heb gehad, moet cr een bij zijn, waarin dit hoekje past." Het kaartje wordt natuurlijk gevonden. D? controleur is perplex. De jongen triom fantelijk af., Nietgeschiktj., Oude heer (met kaal hoofd): „Wel, kin deren, mag ik met jullie meespelen?" Jantje: „O, neen! We spelen Indiaantje, en daarbij kunnen we u niet gebruiken. U is al gescalpeerd." Gevaarlijke weddenschap. Mooie steen toch, zoo'n Turkoois." „Turkoois, Turkoois zoo'n ding heet 'a Turquois." „Gekheid: Turkoois." „Geen idee: Turquois." „Nou, wij komen zoo meteen langs Ci troen, laten wij het daar eens vragen, die weet het toch zeker. Zoo gedacht, zoo ge daan. Do vrienden komen bij den grooten juwelier, laten hem den steen zien en vra gen: „Hoe spreekt u dat nu uit, meneer?" Even stilte. De juwelier onderzoekt en spreekt: „Glas, G-lra-s..., glas." Bij den kruidenier. Dienstmeisje; „Mag ik een pakje thee?" Winkelieü: „Welke soort wenscht u, zwarte of groene?" Dienstmeisje: „O, 't hindert niet, me neer, m'n mevrouw is kleurenblind." J uist daarom. „Zoo, meisje, is juffrouw Marie thuis?" „Neen, meneer."- „Maar ik heb ze toch zooeYen aan het venster zien staan." „Nou„ Misschien heeft ze u toen ook ge zien." Zonderlinge afw ij zing. „Pardon, professor",, zeide een student tot den juist in zijn werk verdiepten ge leerde, „ik wilde u vragen, of de herséns van den mensch...." „Mijn waarde," viel de professor hem in de rede, „u ziet, dat ik thans heel wat andtrs in mijn hoofd heb." Oneerlijkeklante n. Eerate restaurantbezoeker: „Waarom huil je, piccolo?" Pioecio; „Ik heb een presenteerblad met eten 'aten vallen en nu is .er een biefstuk wegl" Geproefde liefde. Pietje (die door Bruno gelikt wordt)' „Hé, ma, de hond houdt van mij." Ma: „Hoe weet je dat?" Pietje: „Hij heeft van mij geproefd en toen begon hij met zijn staart te kwispe len.''-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 22