bbuis Mantels, Kostumes, Rokken en Pelterijen Van onzen Oorlogscorrespondent. Mantelmagazijnen Leiden. Maarsmanssteeg.—Hoekhuis. Uit da Rechtzaal Het optrekken der Balgaren tegen liet Oostelijke Tarksche leger. (Blijkens onze telegrammen is nu ook Luie Boergas in handen der Bulgaren). Tan Badapestli naar Sofia. Sofia, 26 October 1912. In 3 dagen van Utrecht naar Sofia, m erkelijk het is me nog al meegevallen. In Budapest was ik een oogenblik bang, dat het niet zoo glaa zou gaan, men wilde daar eerst de Orient Express doen ophouden, doch gelukkig hl eek het aan tal passagiers groot genoeg om de reis voort te kunnen zetten. Wc waren met ons vieren, twee Eransche journalisten, een Russische gezantschaps-attaché uit Sofia en mijn persoontje. Vooral de Rus, die het traject pi eenige malen had af gelegd in de laatste weken, en die niet •alleen een kenner fier Servische en Bul- .gaarsche talen, maar ook een zeer be minnelijk reisgenoot bleek, bewees ous groote diensten bij verschillende onder handelingen met militaire autoriteiten, enz. We kwamen den 25sten al heel rroeg in Belgrado aan en konden daar nog net den gercedstaanden trein voor, Sotia halen. Het was vol op 't station, vol met Servische boeren in hun bruine kleeren, het hoofd gedekt door een drie kante muts van schapevellen. Hier en daar stond er een op post met een oud model achterlaad-gswcer. In de wachtka mer kreeg men even 't idee van dicht bij een oorlogstooneel te zijn: daar zat n.l. een Oostenrijksche ambulance. De zustertjes kalm op een rijtje, allen stem mig in het zwart, in een hoekje wat luidruchtiger de officieren van gezond heid in hun correcte Oostenrijksche uni form, heftig de laatste oorlogsberichten besprekend. Dan waren er nog vuile in join pen gehulde krantenjongetjes, die goede zaken maakten. Om 7 uur precies vertrokken we naar Sofia, met het vooruitzicht 2i uur aan een stuk in die oude, vieze wagens te' moeten doorbrengen, 0, die ellendige Servische trein, hoe heb ik het durven .wagen, het diner in den restauratiewagen yan den O.-E. middelmatig te noemen. Bij elk station hielden we halt, kwa men er in den toch alreeds vollen trein ïiog meer mensehen bij. Meest ten oorlog geroepen reservisten. Opgewekt en monter vertrokken zij, maar ook hier weer zoo nu en dan een treurig too- neeltje: een vrouwtje met eenige kin deren, die man en vader den laatsten groet brachten, soms ook een oud moe dertje, heel leelijk en vuil, maar nog op 't laatste oogenblik een stuk brood voor den zoon onder haar kleeren vandaan krijgend. De menigte, een schilderachtig geheel van in s chapevellen gehulde boe ien, fantastische uniformen, waartus- schen de meest ïoode hoofddoeken der vrouwen een aardig effect maakten, hiet steeds bil 't vertrek 't Servische volkslied aan, dat met dreunende, snelle klanken gezongen, door den grooten ernst .waarmee 't geschiedde, steeds diepen in druk maakte. In Palanka zou ik voor 't eerst van mijn leven met de verschrik kingen van den oorlog kennis maken: daar kwamen achter elkaar twee trei nen met gewonden binnen. In goederenwagens, ingericht voor het transport van gewonden, lagen de arme kerels in met bloed bevlekte uniformen onder dekens of brancards uitgestrekt. Bruine gezichten, waarin heel 'diep weg gezonken de oogen. Sommigen lagen rustig te kijken, anderen wentelden steeds heen en weer, waardoor de de kens verschoven, en men de bloedig verbonden ledematen te zien kreeg. Meer achteraan in de treinen kwamen de lichtgewonden, bij elkaar gestopt in goederenwagens, hier' en daar zelfs nog hangend op de treeplank. Het waren meest aan hand en hoofd verwonden, vermoedelijk door 't vechten in loopgraven. Zij vertelden hnn ervaringen, en toen ze mededeelden, dat de Serven overwon nen, klonk weer dreunend het volkslied, en zij, die teruggingen, beurden de hoof den op en staarden met holle oogen naar lien, die het lot, dat hen reeds nad getroffen, te gemoet gingen. •Na uren sporens, tegen 't vallen van den avond, kwamen we in Nisj, een groot station. Hier waren we om zoo te zeggen leeds midden in 't krijgsgewoel: troe pen, die aankwamen en vertrokken, hoo- gere officieren, druk bevelen gevend, gewonden-transporten. De wachtkamer, ingericht als ambulan ce, waar de gewonden op stroo lagen te wachten op de operateurs, die in een ander lokaal druk bezig waren. Voor ons, reizigers, was er geen den ken aan eenig eten te bemachtigen, en hoogst gelukkig waren we met een flesch brandewijn, van oen boer overgenomen met wat chocolade en wat brood, dat we dien morgen in Belgrado gekocht hadden, konden we toen toch met ons vieren een aardig avondmaal samenstel len. Het landschap, dat den geheelen dag eentonig geweest was, veranderde nh in een woest bergland, met bruisende bergs troomen. We klommen boven op den wagen en genoten van 't wild, fantastisch berg land, waarbgven de maan in vollen glans prijkte. Langs heel de lijn zag men de wachtvuren van de wachtpos ten, kleine, flikkerende houtvuurtjes, waaromheem de woest-uitziende boeren in hun schapevachten. Eerst laat gingen we slapen, zoo goed en kwaad als 't ging, en toen we heden morgen om 6 uur wakker werden, za gen we bloedrood de zon boven Sofia opgaan. Gemeenteraad van Voorschoten. Dg Raadsvergadering dezer gemeente van gisteravond, gepresideerd door den voorzitter, denbeer Vemèdc, burgemeester, die op den heer Kwak na geheel voltallig was, was, na een kleine wijziging in de ge- meentebcgrooting 1913, noodig geworden door een administratieve opmerking van Ged. Staten en na de benoeming van een keurmeester, waartoe met algemeene stem men voor delt tijd van een jaar werd be noemd tde heer K. Waal gemeente-veearts, geheel gewijd aan de behandeling van een adres van J. Roos, uit Den Haag, houden de. het verzoek een schadevergoeding van f 200 uit de gemeentekas te mogen ontvan gen Wegens vernieling en brandschade in zijn draaimolen ter gelegenheid van het jVVilhelminafeest, wat door de politie niet was verhinderd. Tot goted verstand van deze ampel en breed en niet altijd bijzonder parlementair bediscussieerde kwestie, dietoe dat het be stuur der j.Kon. IWiihelmmavereen." den draaimolen had gehuurd. Om aan de ;,Chr. Oratojeveneenigkig," die samenwerking met de ;,KoH. iWil'hehninavereenigmg" had ge zocht,- te voldoen, was besloten den draai molen, die op gemeenteterrein stond, des avonds te 7 uren te sluiten. De carousstelhotlder wilde dit ook, maar eten deel der feestvierenden was dit niet naar den zin en op eigen houtje en tegen iden wil van den eigenaar bleef men er in zitten; Idiajaide den molen zelf rond en stak de petroleumlampen aan,- met het gevolg, dat de linnen bekapping in brand geraakte. De politie kwam niet tusschenbeide, om-: dat .zij geten instructie had, zooals zij zeide, pn toen later, door oen paar bestuursleden gewaarschuwd, de burgemeester op het ter rein verscheen, gelastte ook deze niet de baldadigen tie verwijderen. Eerst to.en de brand ontstond; werd deze, nadat een par ticulier, de heer Van Kol, had getracht hem te blusschen deze mfet een slang op do waterleiding gebluscht en toen Eindig den ook de relletjes. Het verzoek, dat den 9den September was ingekomen, werd om praeadvies ge steld in handen van B. jen Ws.,- en dit praeadvies luidde nu, er afwijzend op te beschikken. Noch op juridische noch op billijkhcidsgronden, meenen B. en Ws.,kon een vergoeding uit de gemeentekas wor den verleend. Meent adressant van wel, dan staat hem dei weg ojten een civiele actie tegen de gemeente in te stellen. Voorts wordt in het praeadvies overwo gen, dat noch het college van B. en Ws. nog de Raad in dezen recht heeft op den burgemeester als hoofd der politie critiek uit te oefenen. Dr. Moll van Charante is niet bij de feestviering geweest en kan dus jicrsoon- lijk de zaak niet beoordeelen. Maar poover- der dan dit praeadvies is kan hij het zich moeilijk denken, hoewel hij wel verwacht had, dat de wethouders met den burge meester zouden meegaan. Hij kan en mag zich niet neerleggen bij de meening, dat B. en .Ws. noch de Raad het beleid van het hoofd der politie mag beoordeelen. Hij zal zich daaraan als Raadslid niet sto ren en vindiceert dit recht voor elk bur ger. En .dan is bij het niet eens met het praeadvies, dat de man, al was hij geroe- j>en door de ,,Kon. Willi.vereen.", geen recht op de bescherming der politie had, waar hij nog wel f15 staangeld betaald heeft. De burgemeester moge dan geen verant woording schuldig zijn, zeker heeft de Raad recht op medcdeeling der feiten. De heer Sclimall sluir zich aan bij de critiek van den heer M. v. C. en meent,, dat althans op billijkheidsgronden adres sant vergoeding toekomt. Op de zaak zelf zal hij niet ingaan, het is een rare zaak; maar hij wil verzekeilen, dat belhamels den boel hebben vernield, zonder dat de politie iets heeft gedaan om het te beletten, omdat zij ergeen or der voor had. Hij deelt verder een geval mee uit Leeu warden, waar in 1892 een vaartuig top een paal, die onder water stond, stootte, waar voor de Raad wel een schadevergoeding aan den eigenaar toekende. De heer M. v. Ch. vraagt nu: ;,Wat is er dan eigenlijk wel gebeurd?" Hij meent, dat de heer Schmall de zaak wel moet mededeelen en wanneer werkelijk blijkt, dat de schade had kunnen worden voorkomen, dan moet de Raad consequent zijn en deze vergoeden. De heer Schoor wil ook uitgemaakt zien of de politie haar plicht niet heeft gedaan. De heer Schmall acht zich tot zijn leed wezen nu genoodzaakt de onaangename ge-: schiedenis op te halen. Om te zorgen, dat alle partijen aan het feest zouden kunnen deelnemen,- wierd be sloten den draaimolen om 7 uur te sluiten. De jongens .yonden dit niet prettig en brachten rAnl draaimolen weer pan den .gang. Eqn .vajt de agenten bad needs ggj zegd, dat het orgel niet mocht si>elen en de carousselhouder hield er mee op, maar de jongens brachten het weer op gang, zoodat dit orgel stuk ging. De brooddron ken menschen namen de lampen af en vul den die met joetroleum en zwaaiden daar mede in den draaienden molen. Twee bestuursleden gingen naar den bur gemeester, om dezen dc toedracht mee te deelen; ook buren kwamen bij hem, doch de burgemeester zeide er niets aan te kun nen doen. De politie liep er om heen en liet ook oogluikend de baldadigheid toe. Zoo meende spr. ten slotte, dat zoo de wet hier niet een schadevergoeding eischt, toch in ieder geval billijkheid en morali teit daartoe den Gemeenteraad moeten nopen. De Voorz. zegt dat de zaak hier tot dusver kalm en gematigd is behandeld, wat gun stig afsteekt bij de wijze, waarop er hier en daar buiten den Raad over gesproken is. Wat de kwestie der verantwoordelijkheid betreft, dat werd niet zoo bedoeld, dat de Raad geen critiek mocht uitoefenen, maar wel dat die critiek geen gevolgen lean heb ben. Het oordeel van den Raad kon den burgemeester niet treffen. Zelfs al wilde de Raad een motie aannemen, dan zou hij deze naast zich kunnen neerleggen. Hij wenscht zich daar echter niet achter te ver schuilen, al heeft om die reden het college van B. en Ws. zich niet over de zaak zelf willen uitlaten. Hij ideelde nu 'mede, dat hij ook nu, zooals bij vorige ;,Kon. Wilhelmina"-feesten, geen bijzondere versterking der politie noodig had geoordeeld. Hij had dus te beschikken over twee gem.-veldwachters, een rijkst veldwachter en den brigadier-majoor der Rijksveldwacht. Altijd liepen ,deze feesten ordelijk af, En hij constateert met nadruk, dat dit ook nu werd verwacht. Indien het bestuur er an ders over gedacht had, ware het zijn zede lijke (Slicht geweest hem te waarschuwen. Twee leden van het bestuur, de heer Mens en Overkleef, komen bij hem en de laatste raadt hem, dat hij hen nog maar wat moet laten door draaien. Toch is hij er toen heengegaan en hij zag, dat de toestand vrij ernstig was. Hij pleegde overleg met ,den brigadier-majoor en deze in het politie-vak vergrijsde man, ried op dit moment pr niets aan te doen, pprï erger te voorkomen. Er zou dan een formeel gevecht gejrroi- voceerd zijn en als daaruit droeve gevolgen waren voortgekomen, zou men nog wel eens andere critiek hebben gehoord. Hij oordeelde beter niet in te grijpen en de jjolitic even te doen verwijderen, omdat vele menschen juist bleven, daar zij een ge vecht tusschen politie en burgers verwacht ten. Ilij is toen haar Deurloo gegaan cn heeft, toen er brand ontstond, onmiddel lijk maatregelen tot blusschen genomen. Toen hij vernam, dat de gemoederen nog niet waren gesust, heeft hij nog een tien tal veldwachters uit Wassenaar en elders laten komen en deze in het Raadhuis ge borgen, om hen zoo noodig te laten op treden. De herbergen zijn echter op tijd ge sloten en er is later mets bijzonders ge beurd. Hij herhaalt nog eens, dat, als de politie wel ware opgetreden, er dooden waren ge vallen of er gewond waren geworden. Dan zou men nog wat anders hebben gehoord. Een schade van f 200 heeft de man waar schijnlijk ook niet geleden. Trouwens, er ware een andere uitweg geweest. De heer Overkleef is bij hem geweest met de vraag of hij vergunning zou willen geven aan Roos om met een lijst te loopen bij de bur gerij, wat hij gaarne wilde doen. Waarom is die weg niet ingeslagen? De heer Van Santen vraagt: ,,Is de draaimolen wel in brand gestoken?" Dat moet nog worden bewezen. De heer Van Kempen antwoordt, mede namens den wethouder Van Wis9en, aan den heer Moll van Ch., dat zij als zelf standige menschen hebben geoordeeld; maar dat zij niet anders dan het beleid van den burgemeester in dezen kunnen prijzen. De heer Schmall zal, hoopt hij, nog wel meer ervaring krijgen. Hij, als groot-werk gever, zou ook dikwijls last hebben, als hij te voortvarend optrad. Hij brengt hulde aan den burgemeester. De heer Eggink meent ook, dat het op treden van den burgemeester eer hulde dan critiek verdient. De heer Moll van Charante meent, dat de burgemeester van meer activiteit had blijk gegeven, wanneer hij fe 7 uren, toen de draaimolen moest worden gesloten, op het terrein ware geweest. Hij hoopt; dat de burgemeester later beter adviseurs zal hebben dan iemand, die reeds eenmaal in T,Endegeest" is verpleegd. De Voorzitter: ?,Dat is geen compliment yan het bestuur." De lieer Moll van Charante: ;,De leden kiezen hef bestuur." Als de zaak op tjjd ware aangepakt; haid alles kunnen worden voorkomen, pn wapneer de politie uit Trees voor erger de höeff hfrni flair» k er alle reden een vergoeding te geven en voor een precedent behoeft dan niet te wol- den gevreesd. De heer Schmall zegt, dat er zeker wel aanleiding ware geweest om meer politie te doen aanrukken. De heer De Groen: heeft den burgemeester meermalen voor uit gewaarschuwd. De heer De Groen, aan de perstafel: Éénmaal!" Het spijt hem ook; dat de burgemeester thuis is gebleven en niet te 7 uren op het terrein is geweest. Hij bad niet advies moeten vragen bij den brigadier,- die Voor schoten niet kent, maar zelf het initiatief moeten nemen. Hij acht den voorzitter wel den man, om den Gemeenteraad te leiden, maar niet ge schikt om soldaatachtig op te; treden bij gelegenheden als toen. Hij spreekt,- als bij dit zegt, namens honderden burgers en blijft daarom bij zijn voorstel. De Voorzitter zégt nog, na nog eens een cn ander te hebben verduidelijkt, waar om het bestuur dan menschen naar hem toe stuurt die het niet vertrouwt. Waarom is de heer Schmall als voorzitter zelf niet gekomen en heeft hem gewaarschuwd De heer Schmall is nog jong en zal nog heel wat moeten lecren. Hij is buiten den Raad over deze zaak opgetreden op een wijze, die zijn prestige als Raadslid niet verhoogt. De heer Schmall: „Bewijzen!" Hij moge niet soldaatachtig optreden, hij wil ook niet vechten, maar tot tweemaal toe heeft hij hier in ernstige gevallen moe ten ojkreden. Eenmaal, toen hij militaire hulp moest inroepen voor het verwijderen van een 60-tal woonwagens, en later bij een werkstaking. Hij laat zich niet door een jong lid zeg gen, hoe hij moet handelen. Ik ben 17 jaar hoofd van een gemeente en als bet noodig is zal ik de orde weten te handhaven. En om te bewijzen, dat de heer Schmall zijn prestige als Raadslid niet hoog houdt, voert de Voorzitter aan dat deze in het café van den heer Nouwens aan een becedigd persoon, Piet van Leeuwen, gezegd heeft „Jullie politiemannen zijn sch De heer Schmall: „Een leugen, absoluut een leugen!" Het spijt hem, dat de burge- gemeester met zoo iets ter tafel komt. Hij is bij Nouwens geweest om een rijwiel te repareeren. De heer M. v. Ch.„Dien een klacht tegen Van Leeuwen in," Do heer Schoor weet nog niet hoe bij stemmen zal en wil zich liefst van stem men onthouden. Hij wil met voor te stem men, althans geen afkeuring uitspreken over het beleid der politie, die is niet zoo slecht als Er wel eens van wordt gezegd. Hij gelooft, dat de Voorzitter nu wel zoo veel sympathie meer voor de ;,Kon. Wil- helminavereenjging" heeft als toen hij zelf er voorzitter van was. Dat is menschelijk, maar dit beeft misschien ook wel aanlei ding gegeven dat hij niet zoo spwedig op het terrein was. Het afwijzend praeadvies wordt ten slotte in stemming gebracht en aangenomen met 7 tegen 3 stemmen, de hééren Schmall, Moll v. Charante en Mens (allen leden van het bestuur der ;,Wjlhelminavereeniging.") Bij de rondvraag pleit de heer Schoor voor een politiehond. Had men dien gehad, zeker waren de dieven, die bij hem wilden inbreken, gevat geworden. Dq Voorzitter voelt er wel wat voor. Men zal er later op terug komen. De heer Schmall vraagt nog of hij bij den burgemeester een' klacht tegen Van Leeuwen moet indienen. De Voorzitter antwoordt; dat dit een zaak is, die niet in den Raad thuis hoort. De vergadering werd daarna gesloten. Er was ook van de publieke tribune, die niet veel menschen kon bergen groote be langstelling, zoodat er door den boide-veld- wachter onder de liefhebbers moest worden geloot. BECGAaiES, 5452 16 a 10 Cent per regel. Groote sorteering in vindt men steeds in de Ilaagacli Gerechtshof. Diefstal van palmen te Boskoop. Yoor eenigen tijd stond voor de Haagsche rechtbank terecht W. R., koopman te Bos koop, ter zake, dat hij in April van dit jaar uit den tuin van den boomkweeker J. van Gemeren, aldaar, een 14-tal palmplan ten had "weggenomen, die hij met andere planten in Den Haag had verkocht, waar zïj dn beslag waren genomen. BekL ontkende toen deze palmen te heb ben gestolen. Hij had ze met andere plan ten gekocht. De heer Yan Gemeren herkende echter de planten als de zijne. De rechtbank achtte het ten laste gelegde ook bewezen en veroordeelde hem tot zes maanden. Beklaagde kwam in hooger beroep en zoo werd de zaak heden voor het Hof behan deld. De adv.-gen, vraagt bevestiging. Mishandeling te Alphen. 'Joh. de W. en Hendrik v. M., beiden grondwerkers van Made en Drimmelen, die grondwerk verrichtten te Alphen, had den, naar hun ten laste was gelegd, J Paeters, aldaar die zijn izoon die met hea in de kroeg was geweest, uit hun ge^, schap wilde verwijderen, met een schern voorwerp een steek of snede in den ana toegebracht, waardoor P. ernstig was ver wond. Ook hadden zij hem op andere wijze mie handeld, zooals de man zeide, en andere getuigen bevestigden. Ook dez-e beklaagden ontkenden. Zij werden echter door de rechtbank U 's-Gravenhage op 23 Sept. veroordeeld, ieder tot een jaar gevangenisstraf. Deze zaak kwam heden ook in hooger beroep voor het "Hof. Als verdedigers traden, nadat bevesti. ging van het vonnis was gevraagd, op mrs. Wolterbéek Muller en Micheels, die beiden vermindering van straf pleitten mi veroordteeling overeenkomstig den eisoh van den officier (drie maanden). Uitspraak over acht dagen. Rotterdanische Rechtbank. Juffr. K. had 23 Mei van dit jaar ruzie gehad met den schuitenvoerder H. H., te Gouda, over het verdeelen van een erfe* nis. Bekl. H., haar zwager, had gewild, dat zij een stuk teekende. Toen zij dit niet wilde doen, en de deur uitging, trok hij haar bij de haren naar binnen. Bekl. beweerde, dat zijn schoonzuster door de ruit van de tochtdeur was gevallen. Hij had haar toen op de been geholpen; dat hij haar daarbij aan de haren zou hebben getrokken, was niet onmogelijk, maar hij wist het niet. De tweede getuige bevestigde de verkla ring van juffrouw K. Eisoh. wegens mishandeling f 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. De koopman K. Vermeulen, verklaarde, dat de niet verschenen beklaagde D. M., hem op 4 September te WaddÖnxveen in een herberg twee hevige slagen in het ge zicht had toegebracht. Een tweede getuige bevestigde dit, Eisch wegens mishandeling f 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. De rechtbank veroordeelde: A. v. d. F., 36 jaar, arbeider te Wad- dinxveen, wegens mishandeling, tot f 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. M. T., 50 jaar, zonder beroex?, huia< vrouw van L. B., te Gouda, wegens rois< handeling, tot f 5 boete subs. 5 dagen hechtenis. Bevestigd, bij verstek, werd een vonnis dd. 11 Sept. van den kantonrechter te Gouda, bevestigend een vonnis dd. lo Juli, waarbij J. in 't H. te Waddinxveen, ter zake van overtreding van de Drankwet, bij verstek werd. veroordeeld tot- twintig dagen hechtenis. Kantongerecht te Amiterdam. Verboden loterij. De kantonrechter, mr. A. J. Car sten, veroordeelde W. J. de Mooy, commission* nair in effecten, wonende te Amsterdam, tot een geldboete van duizend gulden we* geus het zonder toestemming van B. en Ws. van Amsterdam en zonder Koninklijke goedkeuring, aanleggen van een loteirij. Hij heeft n.1. in Juni j.L, handelende ondier den naam Nationale Renten- en C re diet* bank aan bezitters van een z.g. „mitglieds- contract" de gelegenheid opengesteld, om zich tegen betaling van een bedrag in geld in het bezit te stellen van een aandeel, tot opschrift voerende: „Anteilschedn gültig für die Gewinnziehung von 30 Juni 1912",: van welke aandeelen hij ongeveer 500, althans meerdere, ter mtdeeling in voor raad had. Met zoo'n aandeel kon dan meeged'ongen worden naar prijzen in geld, uitgeloofd ten behoeve van de deelnemers, die als winners werden aangewezen dooï het lot, althans door de trekking van dé Braunsohwedger 20 Thaler-leening op 3Öi Juni 1918?' waarop de deelnemers geenei* lei overwegenden invloed konden uit oefenen. Arnhemsche rechtbank. Inbraken in de ge me e n t e A R h e d e n. Voor deze rechtbank hebben terecht ge* staan 5 leden van de bende inbrekers uit Velp, op wier rekening niet minder dan 72 inbraken staan. De kapitein der bende, Rartje Beerendsen, zal afzonderlijk op 12 November terecht staan. De belangstelling van het publiek, ook uit Yelp, Rheden en Ellecom, was zeer groot. Eerst 6tond terecht H. F. W. V., ble'é- kersknecht te Yelp. Term hem werd: ge- ei scht vier jaar. Tegen den tweeden beklaagde, J. J* arbeider te Yelp, werd geëiseht 3 jaar met) aftrek van de voorloopig© hechtenis. Daarna stonden terecht J. W. R. en A-> G., arbeiders te Yelp, tegen wi© geëiseht werd vijf en vier jaar met aftrek van vooff- loopdge hechtenis. Ten slotte A. v. d. S., arbeider te Velp« Easch: 4 jaar met aftrek. Marie Hartjes. De rechter-commissaris te Arnhem heeffi eenige personen gehoord inzake den moord op de zevenjarige Marie Hartjes, te' 's-Heerenberg, waarvan zekere B. destijds werd vrijgesproken. Zulks staat in ver* band met uitlatingen op de kennis he Yengel. Nader meldt men ons: Het verhoor moet niet veel opgeleverd hebben. Men schijnt te doen te hebben met praatjes, dde maar in het wilde weg uitgestrooid wor* den. Althans eenig nieuw licht schijnt hét' ondeuzoek in deze zaak nog niet te hebbed' opgeleverd. Of het onderzoek nog in eelt' bepaalde richting wordt voortgezet, konden we niet te weten komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6