Ho, leisï,
LËICSÜH DA&BLAB, Eins dag* 22 ö'ótióho r. T woede Blad.
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzieht.
Uit do Rechtzaal
FEUILLETON.
In S lollii'inyen.
Te Brussel is de internationale
conferentie ter bestrijding
van den handel in blanke sla
vinnen gisteren geopend.
X>e conferentie heeft besloten in het pro
gram van het congres te Londen in het vol
gende jaar op te nemen de wenechelijkheid
van een officieele, internationale confe
rentie, die door Frankrijk zal worden bij
eengeroepen en aan welke zal worden op
gedragen een uitgebreid onderzoek in te
stellen naar de grootte van het euvel, en
tevens om daarop te brengen, de kwestie
van het Nederlancboh comité, de werking
der regeeringsbureaux ter onderdrukking
en hun samenwerking met de nationale co-
mité's en de particuliere vereenigingen.
Van bevoegde zijde wordt uit Weenen
aan den „Berl. Börsen Courier" geseind,
dat sedert eenig-en tijd onderhandeld wordt
over verlenging van het Drie
voudig Verbond. Graaf Berchtold
zal tijdens zijn bezoek aan Italië hierover
beraadslagen met den Italiaanschen minis
ter van buitenlandsohe zaken, die in den
loop van de volgende maand naar Berlijn
20,1 komen om het bezoek van den Rijkskan
selier te beantwoorden. Men -vermoedt,
dat niet alleen onderhandeld zal worden
over een vernieuwing, doch ook over een
uitbreiding van bét Drievoudig Verbond.
Leger en vlootHet ia ha-ast de spil waar
alles om draait. In bijna alle landen is bij
de regeering leger- en vlootuitbreiding aan
de orde.
In Oostenrijk heerscht tegenwoordig,
naar men weet. groote geestdrift voor de
eloot. Verscheiden jongelui, die dienen
moeten, verkiezen de vloot boven het
leger, ofschoon de dienst zwaarder is.
Prins Liechtenstein heeft een beroep ge
daan op de leden van de Oostenrijksche
vlootvereeniging, waarvan hij voorzitter is,
om geld te geven voor het aanschaffen van
twee dreadnoughts en het vervangen van
de verouderde schepen van het Habsburg-
typê voor schepen van 30,000 ton.
Veel vaderlandlievende burgers hebben
reeds groote sommen gestort.
De prins beweert in ziin oproep, dat de
oredieten, onlangs door de delegaties toe
gestaan, geheel onvoldoende zijn.
In politieke kringen denkt men, dat in
de volgende zitting van de delegaties, die
den vijfden November te Boedapest begint,
de regeering drie nieuwe dreadnoughts zal
aanvragen.
Er is ook weer een vorstelijke ontmoeting
aanstaande. De broer van den Duitscheti
keizer, prins ILemrich', die de vertegen-;
woordiger van keizer Wilhelm was bij de
begrafenis van den mikado, zal op zijn
terugreis van Japan den tsaar fe Spala
ontmoeten.
Turkije is reeds zoekend naar een
nieuwen gezant ?e Rome. Als zoo
danig moet zijn aangezocht Resjid pes ja,
de minister van landbouw, die ook bij de
vredesonderhandelingen zoo'n belangrijke
rol heeft gespeeld.
Volgens den j.Intransigeant", die verze-:
kert deze inlichting uit de beste bron te
hebben, zouden de Italianen in den Tripo-
litaanschen veldtocht 9500 man verlo
ren hebben, van wie slechts 2500 man
door het vijandelijk vuur. Zes honderd mi
litairen stierv-en aan cholera, de overigen,
aan typheuze koortsen.
De spoorwegstaking in Spanje is voor
de arbeiders niet geheel zonder resultaat
geweest. De Raad van Beheer van de
Spoorwegmaatschappij Saragossa-Alicante
heeft besloten tegen 1 Januari 1913 vijf
millioen te besteden voor verhooging
van de salarissen, lager dan 3000
peseta's, en vier millioen voor pensioenen.
Volgens een bericht uit Chicago zou
Roosevelt gisterochtend met zijn gezin
en zijn cerewacht naar Oysterbay zijn ver
trokken.
De „World" beweert van gezaghebbende
zijde uit Washington te hebben vernomen,
dat een afdeeling van 750 mariniers naar
San Domingo wordt gezonden en dat
dit de eerste s:ap is naar de inlijving
der republiek bij de Vereenigde Sia-
ten, waarop reeds lang van de zijde van
verschillende financiers, die in San Domin
go belangen hebben, is aangedrongen.
Kantongerecht te Leiden.
(Vervolg).
O. W., van Noordwijkerhout, was er niet.
Op den openbaren weg aldaar had hij een
pistooltje bij zich. Hij liet het zien aan den
arbeider C. van Steyn. Het ging af, een
schot trof de hand van Van Steyn.
Eisch: drie gulden of twee dagen met
verbeurdverklaring van het wapen.
H. v. Z. en J. Ph. moesten terechtstaan
wegens samen en in vereenigdng op 14 Sept.
loopen op tuingrond, onder die gemeente,
van de firma Baartman en Koning, bloe
misten te Sa©9enheim, voor wie verscheen
de firmant J. W. Koning.
Geen der bekl. was verschenen. Als ge
machtigde trad op mr. De Jong, alhier.
Deze vergeleek deze zaak, breed opgezet,
maar uitgaande uls een nachtkaars, met de
Balkan-ruzie. Te voren was de vaart door
een gemeen slootje voor bckl. vrij, tot zij
er een schuitje vonden, dat de vaart be
lemmerde, waaraan zij de hand sloegen, en
waarover groote ruzie ontstond. Steunen
de o. a. op den grond, dat er is een ven
nootschapsvermogen en een particulierver
mogen, kwam het pi. voor, dat vrijspraak
moest volgen.
Als gemaohtigde voor den bekl. G. J. G.
van P., te Koord wijk, trad op mr. Fokker,
van hier. 't Ging om een overtreding der
bouwverordening aangaande vier nieuwe
woningen aan den Offemweg, meer in het
bijzonder over kelders, trappen en leunin
gen, welke volgens B. en Ws. niet zoo wa
ren ingericht, dat vergunning tot bewoning
kon gegeven worden.
De architect, de heer E. Laefferinck, te
Noordwijk, gaf uitlegging van de inrich
ting; ook de bouwkundige der gemeente,
de heer A. J. Overmeer.
Als resultaat dier besprekingen viel vast
te stellen, dat afgeweken was van het aan
vankelijk van gemeentewege goedgekeur
de bouwplan.
De vraag of andere woningen, gebouwd
op de wijze als deze, wel waren goedge
keurd, beantwoordt de get. Overmeer
ontkennend.
De ten-laste-legging omtrent losse trap
pen achtte de ambtenaar niet bewezen.
Voor het. overige eischte hij tweemaal tien
gulden of tweemaal twee dagen.
Mr. Fokker oordeelde hier niet te doen
te hebben met strafbare feiten, en vroeg
ontslag van rechtsvervolging. Bekl. heeft
niet zelf gebouwd, maar doen bouwen vol
gens goedgekeurde plannen.
Het O. M. bleef van oordeel, dat de eige
naar aansprakelijk is voor de uitvoering,
welke meening gemachtigde nader be
streed.
A. van L., bloemkweeker te Noordwijker.
hout, liep onder Noordwijk op voor hem
verboden grond. Hij had een kaart bij zich
om te laten .zien waar hij geloop en had.
Want hij ontkende te hebben geloopen
waar dit niet mocht.
De zaak werd aangehouden tot 4 Nov.
om den verbalisant te hooren.
Joh. L., opperman, te Leiden, had op
18 Sept. puin gestort op den openbaren
weg in de Roodenburgerstraat. 't Was niet
op den openbaren weg, zei hij, maar op
een stuk land.
Opk deze zaak werd uitgesteld tot 4 No
vember.
J. v. d. L., van Katwijk, had zich te ver
antwoorden wegens fietsen in de Groene-
steeg, onder Oegstgeest. Hij had geen erg
in het bord gehad.
Eisch: een gulden of een dag,
W. de W., van Rijnsburg, had een onge
merkt gewicht van 5 H.G. op een wagen
met fruit gehad. Hij had het verkeerde
meegenomen.
Eisch: een gulden of een dag en ver
beurdverklaring van het gewicht.
D. v. B., schipper te Leiden, heeft op 25
Sept. te Katwijk-Binnen gevaren in het
additioneele Kanaal, zonder vergunning,
met een petroleummotor.
Hij had vergunning, zei bekl., en had
die, op naam van zijn patroon, getoond.
De patroon, W. de B., warmoezier, was
aanwezig, en zei vergunning te hebben.
De veldwachter had gezegd, dat bekl.'niet
mocht varen op naam van zijn patroon, en
proces Terbaai opgemaakt.
Het O. M. vroeg, omdat bekl. te hard ge
varen had en zich niet gehouden aan de
vergunning, twee gulden of een dag.
Tegen den chauffeur W. Z wiens zaak te
voren reeds werd behandeld omtrent het
niet geven van een signaal bij een bocht on
der Noordwijk, werd thans gëëischt vier gul
den of twee dagen.
Uitspraak over veertien dagen.
Hangsehe Reclitbauk.
Deze rechtbank behandelde nog de vol
gende zaken:
Diefstal van een r ij wie 1 t e
Soheveningen.
Een jonge, teringachtige man uit Den
Haag, D. L. II. VI.stond als recidivist voor
wegens rijwieldiefstal. De getuigenverkla
ring waren zeer bezwarend voor beklaagde,
doch hij zelf zeide, dat hij onschuldig was
De off, achtte het feit echter wel bewe
zen en den persoon zeer geyaarlijk en
eischte daarom twee en een half jaar.
Beklaagde zeide, dat defce straf, met het
oog op zijn gezondheid, met een doodvonnis
gelijk staat.
Bekl.'s verdediger, mr. Casuto, uit Den
Haag, vroeg wegens gebrek aan bewijs vrij
spraak, subsidiair een veel lichtere straf.
Diefstal van een r ij wiel te Was
senaar.
Josepbus Ferdinand van den B., uit Den
Haag, wasten laste gelegd, diefstal van een
rijwiel te Wassenaar. Kuchend en hoes
tend nam hij met de hand op de borst in
de bank der beschuldigden plaats. De dief
stal, die hem ten laste was gelegd, bleek
gepleegd in den nacht van 1 op 2 Aug.
Daar was niets van waar, snikte beklaagde.
Hij was eiken avond prompt bij zijn meisje
en ging om elf uren naar bed.
Anders vertelde het de veldwachter C.
W. Hoogteyling, te Voorschoten. Deze was
dien nacht in burgerkleeding op surveil
lance en loopende tusschen de fabriek van
Van Kempen en De Vink, zag hij, dat
twee personen met hengels zich daar be
wogen. Zij begaven zich naar den waterkant
voor „Beresteyn" naar dé plaats, waar de
politie den vorigen dag twee rijwielen had
opgevischt. Wat zjj er deden, kon getuige
niet zien, omdat juist op dat moment de
straatlantaarns automatisch uitgingen.
Hij volgde het tweetal, dat nu weer in de
richting Voorschoten zich bewoog, en zag,
dat zij blijkbaar poogden de deur van het
rijwielmagazijn van Zonneveld te openen.
Het bleek den veldwachter, dat er een
zware ijzeren bout voor de deuren was
aangebracht.
Nog volgde hij hen en knoopte, waar hij
in burgerkleeren was, met de mannen een
praatje aan, toen zij met hun hengels bij
't café Kokxhoom, even voor ,,Den Deyl,"
waren. Hij nam het tweetal toen goed op;
één dat was beklaagde had een witten
doek om. Hij vertelde dat hij steenpuisten
in den nek had. De andere droeg ee*n
broodzak je. Het begon nu al te lichten en
daarom liet hij ze loopen. Toen echter de
gToentenboer Van der Lee met zijn wagen
hem voorbij reed, zei hij dezen; ,,let nog
eens op twee mannen, als ze misschien
vragen mee te rijden, dan moet je aan de
Haagsehe politie zeggen, dat het verdachte
individuen zijn.
Van der Lee ontmoette de mannen, doch!
toen reden zij elk op een r: ij wiel en het
bleek later, dat den volgenden morgen
twee rijwielen waren ontvreemd uit de ga
rage van den heer De Ridder, die op een
villa bij ,,Den Deyl" woonde.
Een werkman, Pieter Oosiermecr, te
Voorschoten, had de twee mannen ook ge
zien en meende ze later te herkennen, ook
al door den witten doek en het broodzakje.
De rechercheur De Poorte, die later be
klaagde zou arresteeren, deelde mede, dat
de man hem toen ontvluchtte en dat hij
liem in geen drie weken weer kon vinden.
Als getuige k décharge werden gehoord
het vroeger meisje van beklaagde en de
moeder en broeder, die verklaarden, dat
beklaagde altijd 's nachts thuis slaapt; ook
den bewusten avond thuis is gekomen.
Het O. M., de bovengenoemde feiten na
gaande, achtte het ten laste gelegde bewe
zen en vroeg een jaar gevangenisstraf. Zijn
ziek-zijn in de gevangenis achtte hij voor
gewend.
De verdediger, mr. A. de Groot, van
Den Haag, daarentegen poogde aan te ton
nen, dat beklaagde die goed ter naam en
faam bekend staat, onschuldig is en vroeg
daarom vrijspraak.
Nog eens diefstalvaneenrijwiel
nu te Leiderdorp.
Hiervoor stond terecht Petrus V., een be
kend Haagsch persoon, wien ten laste was
gelegd diefstal van een rijwiel ten nadeele
van den landbouwer Van der Geest, onder
Leiderdorp.
Beklaagde reed op deze damesfiets zonder
licht onder Zoëterwoudc en werd aangehou
den door de politió aldaar. Hij wilde toen
eerst doorrijden, maar toen hem dit niet
gelukte, gaf hij een valschen naam op,
sprong in de sloot en vluchtte. De gemeente,
veldwachters Van der Stel en Degenaars
en de rijksveldwachter Monna pakten hem
weer en brachten hem naar het arrestanten.
hoek, waarvan hij echter de deur stuksloeg
met liet deksel van eon privaat.
Beklaagde zeide liet rijwiel te Leiden te
hebben gekocht van een kellner te Leiden,
Johan ter Court, voor f 17.50.
Uit het getuigenverhoor van den veldwach.
ter Pieter van der Stel bleek, echter, dat
hij, na te zijn aangehouden, had verklaard,
dat het een rijwiel van zijn meisje was, dat
in Den Haag woonde.
Hij gaf verder een omstandig verhaal van
die arrestatie, zooals deze boven is omschre
ven, en waaruit bleek, dat beklaagde een ge.
routineerd en niet gemakkelijk te hanteeran
misdadiger is.
Mej. Geertje van der Geest, aan wie hot
rijwiel toebehoorde, deelde mede, dat het
rijwiel des avonds nog in den stal stond en
de veldw. A. Oudslioorn.tc Leiderdorp, ver
klaarde de voetstappon te hebben gemeten in
den omtrek der woning van den landbou
wer Van der Geest, waarin de schoenen van
beklaagde volkomen pasten.
De brigadier Letschert, te Leiderdorp, ver.
klaarde dat hij denzelfden persoon een dag
te voren in Leiderdorp heeft gezien.
De Officier eischte, nadat hij had uiteen
gezet, waarom hij het ton laste gelegde be
wezen achtte, twee jaar en zes maanden.
Da verdediger plaitte vrijspraak.
Verduistering van een sohaaf
te Leiden.
W. V., te Leiden, was na de pauze opge
roepen om zich te verantwoorden voor het
feit dat hij op 11 Juli van dit jaar een
schaaf, dien hij geleend had van zijn kame
raad Jacob Montenberg aldaar, had ver
kocht bij Van Haasteren aan de Oude Vest.
Beklaagde, was niet verschenen, doch na
dat genoemde Montenberg waa gehoord,
werd bij verstek tegen hem gevraagd drie
weken gevangenisstraf.
Diefstal van drie planken te
Leiden.
Hiervoor moest terechtstaan de 20-jarige
houtwerker Antonius B., in dienst bij de
Firma Gebr. Van Hoeken, aan de Haven
kade te Leiden, wien ten laste was gelegd
diefstal ten nadeele van zijn patroons. Op
24 Juni had hij drie planken weggenomen
en deze door zekeren Devilee naar huis
laten brengen.
Beklaagde bekende, doch voerde ter ver
ontschuldiging aan dat hij, pas getrouwd,
eenige planken voor kast en schoorsteen
noodig had, en zijn loon was niet groot ge-
nog om ze te koopen. De president merkte
hem op dat dit nog geen reden was om ze
te stelen.
Als getuige wérd gehoord de oudste fir
mant, de heer P. J, van Hoeken, d*e ver
klaarde dat de man als hij er om gevraagd
had de planken, wel niet voor niemendal,
maar wel voor een minderen prijs had ge
kregen.
Cecischt werd twee w\.ken gevangenis
straf.
Mr. Gerbrandy, te Leiden, riep voor
dezen beklaagde clementie in, lettende op
het milieu waarin deze jonge man ver
keert. Er heerschen in Leiden, vooral in
de fabriekswijken droevige sociale toestan
den, door slechte rrbeicLvoorwaarden ver
oorzaakt, waardoor geen sterk rechtsbe
wustzijn omtrent het mijn en dijn, voorna
melijk onder de fabrieksbevolking bestaat.
Zooals getuige Van H. mededeelde wilde
hij voor het vervolg een voorbeeld stellen,
doch daarvan mag de beklaagde niet het
slachtoffer worden, zoodat hij op een geld
boete aandringt.
Mishandeling onder Zoeter-
wo u d e.
Hiervoor moest terechtstaan Teunis B.,
39 jaar, bloembollenhandelaar te Leiden.
Hem was ten laste gelegd, dat hij zijv
knecht Corn. Slechtennorst op 17 Juni ge
welddadig in de borst heeft gegrepen, zoo
dat de borst kwam opzetten en de man er
ge pijn had.
Beklaagde bekende, maar hij was daar
toe gebracht door bekl. die hem met een
vork had gedreigd, toen hij enkele aanmer
kingen maakte over diens werk, bollen
rooien. Hij meende het anders zoo goed
met dezen knecht en had hem in de»»
laatsben tijd nog een gulden loon per
weck meer gegeven. De aanmerkingen be-
teekenden ook niet veel. De 38-jarige knecht
verklaarde dat hij niet met de mestvork
had gedreigd. De greep was nog al aan
gekomen, want de nagels zaten in het
vleeseh.
Als getuigen werden gehoord de werk
lieden Ant. de Groot en Hendrik Barendse,
die het geval hadden bijgewoond en ver
zekerden, dat inderdaad de vingerindruk
ken zichtbaar waren.
Het O. M. eischte f 5 of 10 dagen.
Beklaagde zeide nog eens, dat hij het
niet verkeerd met den werkman meende en
dat hij uit zelfverdediging heeft gehandeld.
Beleediging te Leiden.
Joh. D., 30 jaar, kleermaker, wonende
in de Magdalena-Moonsstraat was gedag
vaard, omdat hij op 21 Juni den recher
cheur A. Lucasse had uitgescholden voor iets
heel leelijks, waardoor deze zieb beleedigd
aohtte.
Beklaagde hing het raam van zijn kamer
uit en de beleedigde die aan de overzijde
woont, eveneens.
Beklaagde zeide in zenuwopwinding te
hebben gehandeld. L. bewees volgens hem
zijn vrouw allerlei attenties gaf haar ca
deautjes en zijn vrouw was ook dien dag
weer bij hem in huis geweest en met L.
had zij zelfs de stadstuintjes bezichtigd.
Getuige Lucasse verklaarde zich door de
hem toegevoegde woorden beleedigd te ge
voelen, doch ontkende, dat er tusschen be-
klaagdes vrouw en hem eenige intieme ver
houding bestond. Zij kwam wel eens bij
zijn vrouw, die ze dan aan het huiswerk
hielp.
Daarvoor ha-d zij eens van zijn vrouw een
bloempot gekregen.
Nadat de politie-agent Binnenkamp, die
ook in deze straat woonde en de beleedi-
gendc woorden had gehoord getuigenis had
afgelegd, kwam de subat.-officier mr. Van
Kleffens aan het woord.
Hij constateerde, dat de klacht wegens
afwezigheid van den Commissaris van Po
litie door den hoofdinspecteur, den heer
Pronlc was opgenomen en, hoewel spr. van
oordeel is, dat de klacht nog wel wet
tig is, wordt dit echter door andere juris
ten betwist. Hij vestigde er daarom de aan
dacht van de Rechtbank op, doch eischto
f 5 of 10 dagen.
De verdediger, mr. Casuto, Den Haag,
refereerde zich omtrent de wettigheid of
onwettigheid der klacht aan het oordeel
69,
Lydia had haar stem iets verheven in
het idee, dat haar echtgenoot misschien
6liep. Maar er kwam geen antwoord en
zij hoorde niets dan het geschreeuw van
een vogel, die opgeschrikt was.
Toen liep zij naar de deur. Achter die
deur, in dat heiligdom, zat de man, dien
zij zoo vaak en zoo besiist miskend had en
die haar na een wonde had toegebraoht
xnet zooveel vastheid en wreedheid, dat
zij er geheel door versuft en gebroken was.
Zij legde haar hand op den knop van de
deur.. Er bewoog niets, misschien zat my-
lord te schrijven. Misschien was hij in slaap
gevallen! En intu6schen maakte Gaston
-zijn toebereidselen om naar Havre te rij
den en het vlugste schip uit te sturen op
zijn verraderlijken tocht.
Neen, neen! Alles liever dan dat!
Zij verzamelde al haar moed om elke
weigering te doorstaan, om elke vernede
ring te ondergaan, om zich aan de voeten
van haar echtgenoot te werpen, zoo noodig
zijn knieën te omvatten, en te smeeken, te
bidden om geld, om hulp, om datgene,
"wat dat ontzettende ongeluk nog zou kun
nen vermijden.
Zij klopte nu stoutmoedig aan de deur.
„Mylord, mylord Doe openik ben
hét... Lydia
Eu toen er geen antwoord kwam, klopte
zij nog luider.
Mylord, mylord! Word wakker! My
lord, ik srneek u in 's hemelsnaam om mij
even te spreken
Zij had eerst gedacht, dat hij sliep en
toen, dat koppige ergernis hem er toe
dreef haar den toegang te weigeren. Zij
deed een poging om den knop om te
draaden maar het ging niet.
Mylord, mylord!" riep zij 6teeds weer.
Niets dan de stalte antwoordde haar.
De opwinding maakte zich nu van haar
meester, een koortsige zenuwachtigheid
dreef er haar toe om aan het slot te trek
ken, om haar vingers kapot te slaan te
gen de vergulde versierselen der paneelen,
terwijl haar Jieesche en door snakken on
derbroken stem de plechtige stilte van
den nacht verstoorde.
Mylord, mylord!"
Zij was op haar knieën gevallen, geeste
lijk en lichamelijk uitgeput. Het bloed
klopte in haar slapen, totd'at zij de duis
ternis óm zich heen vuurrood zag. In
haar ooren klonk het gebruis van een woe
dende zee, die tegen reusachtige rotsblok
ken aan slaat, terwijl zoo nu en dan stem
men zich verhieven en haar luid1 beticht
ten van verraad.
De minuten verstreken. Weldra zou de
schemering aanbreken en dan zou Gaston
te paard stijgen om de afschuwelijke bood
schap over te brengen, die haar levens
lange schande en den dood van degenen
die op haar vertrouwd hadden zou Stee
kenen.
„Mjdor, ra3'lord wordt wakker
Zij bracht haar lippen nu aan het sleutel
gat en blies de woorden er door heen, ho
pend dat hij het zou hoeren. Gaston ver
trekt bij het aannreken van clen dag...
Zij willen de „Monarch" zenden en die
kan elk oogenblik zee kiezen Mylord,
uw vriend verkeert in doocisgevaarJk
smeek u om mij er in te laten!1'
Zij 6loeg met haar handen tegen de deur
en deed zichzelf pijn. Zij wist zelf niet,
wat zij deed. Een geheimzinnige sluier
scheia'de haar verstand van het afschuwe
lijk tooneel dat zij in de bloedroode duis
ternis voor zich zag. Het eenzame strand
do woedende zee en het Fransche schip de
Monarch" uet de verradersvlag in top I
Toen hoorde zij op eens een verbaasde
en diep ontstelde stem.
„Maüame 1a marquiseIn s hemels
naam madame la marquise V'
Zij hoorde vlugge voetstappen achter
zich en hield op met hameren op de deuvj
zij gilde en smeekte ook niet meer, maar
zij had de kracht niet om zioh te verheffen
uit hare knielende houaing.
„Madame la marquise," hoorde zij nu
op eerbiedigen doch ontstelden toon l g
gen, „wil madame la marquise mij toestaan
haar op te helpen ik vrees dat madame
marquise ziek is."
Zij herkende de stem van Achilles, den
kamerdienaar van mylord, maar het kwam
niet in haar op om er zich over te 6chamen
dat een lakei haar aldus knielende voor
de deur van haar echtgenoot zou vinden.
De deftige Achilles was erg van streek. De
etikette verbood het madame, la marquise
aan te raken, maar kon hij haar daar
laten, in die houding? Hij kwam met
schuchtere 6ohreden nader. Zijn gedrag
was volmaakt correct, zelfs in die lastige
omstandigheden en er sprak uit zijn eer
biedige houding absoluut niets dat kon
vermoeden, dat or in zijn oog iets abnor
maal was gebeurd.
„Ik dacht, dat ik madame la marquise
hoorde roepen," zei hij „en nu dacht ik
dait madame la marquise mylord gaarne
zou willen spreken..."
Zij viel liem op eens in de rede en stond
al sprekende op.
„Ja jamylord I ik moet hem
spreken... doe de deur open, Achilles...
gauw..."
„De deur is aan den buitenkant geslo
ten, madame la marquise, maar ik heb
den sleutel bij me," zei M. Achilles plech
tig. „Ik had er gelukkig aa.n gedacht dat
mylord wellicht vergeten zou de lichten uit
te doen of alles in orde was... als madame
la marquise mij wil toestaan..."
Het was moeilijk om een uiterste beleefd
heid in houding en gedrag te bewaren en
toch de deur open te doen, waartegen ma
dame la marquise nog aanleunde. Alles
wat echter passend en nauwkeurig was,
bleek mpgelijk voor mijnheer Achilles te
zijn, hij stak den sleutel in het slot en da
delijk daarop vloog dc deur open, terwijl
hij ter zijde ging staan om mevrouw de
Markiezin te kunnen laten binnen gaan.
Er brandden vier kaarsen in een van de
kandelabres mylord had ze zeker vergeten
uit te blaizen. Alles was overigens in vol
maakte orde in de kamer. Op de secretaire
lagen twee of drie dikke boeken, net
lijkende op die, welke Du rand gewoonlijk
meebracht, als hij een onderhoud met my
lord hebben moest, verder een inktpot en
zandstrooier, met twee of drie veeren
pennen op een zilveren schaaltje. Er was
achter de gordijnen een raam open blijven
staan, want de zware, damasten gordijnen
werden zachtjes heen en weer bewogen
door het tochtje, dat door de geopende
deur naar binnen was gekomen. Ook de
kaarsen flikkerden door den tocht. Midden
in de kanier stond de armstoel, waarop
Lydia even te voren gezeten had, evenals
het roode geborduurde kussen, dat utylovd
haar achter den rug geschoven had en op
den grond het voetenbankje met gouden
borduursel bedekt, waarop haar voeten,
een oogenblik geleden, gerust hadden.
En naast de secretaire zijn eigen nu ledige
st-oel, en op de tafel, het plekje waarop
zijn hand gerust had, wit en een beetje
beverig, toen zij haar zelfbeheersching uit
sprak.
„Mylord," fluisterde Lydia onderzoe
kend cn keek met brandende oogen om
zich heen; door groote teleurstelling en
wanhoop vestigde zij ze wijd open gezet op
het weinig zeggende geacht van Achilles.
„Mylord? waar is mylord?"
„Mylord is cenigen tijd geleden uitge
gaan mevrouw de markiezin," antwoordde
Achilles.
Uitge ga an Waarheen 1
„Dat weet ik niet, mevrouw de Markie
zin... Mylord heeft het mij niet gezegd...
Omstreeks tien uren zijn er twee edellieden
hem komen opzoeken: 70cdra zij weg waren
vroeg mylord om zijn jas en werden hem
door Hektor zijn laarzen en sporen aange
daan, terwijl ik zijn haar opmaakte en zijn
das vaststrikte... Mylord is, naar ik meen,
een halfuur geleden uitgegaan!"
„Genoeg... Nu weet ik het."
(Wordt vervolgd.)