No. 16149,
LEIDSGH DAGBLAD, Zaterdag* 12 October. Tweede Blad.
Anno 1912
Uit de „Staatscourant".
Brieven van een Leidenaar.
FEUILLETON.
Ill I I oSki'iiigen.
Kunst, letteren, enz.
N o b e 1 p ij s geneeskunde.
Kaan uit Stockholm aan de buiienland-
sche bladen gemeld wordt, zal de Nobel
prijs veer geneeskunde dit- jaar worden toe.
gekend aan den Franschcn geleorde dr.
Alexis Carrel, die verbonden is aan het-
Rockefeller Instituut tc New .York.
Carrel heeft zich bekend gom aak t door
zijn buitengewoon belangwekkende proevon
over de transplantatie van organen en over
het buiten het lichaam gcruimen tijd in het
leven houden en doen groeien van levendo
weefsels, dio door operatie bij dieTen of
mcnschen waren weggenomen.
Wij ontvingen ter recensie:
De Faedagcgische Revue, October.
Rapport over de mogelijkheid invoering
Mannheimer Stelsel in Nederland.
J. iP'. F, A. Noorduyn Nerveusileit v. h.
kind.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot verte
genwoordigers der Regeering op de in Oc
tober te Parijs te houden interna'Zonale
conferentie tot unificatie der methoden van
onderzoek van voedingsmiddelen, D. ba
ron van Asbeek, Hr. Ms. tijdelijk zaakge
lastigde te Parijs, en dr. P. van Ham
burgh", hoogleeraar te Utrecht;
is met ingang van 16 October benoemd
tot commies bij het Departement van Oor
log, de adjunct-commies bij dat Departe
ment, O. Baron;
is met ingang van 1 November aan de
kolonels J. P. Koolemans Beynen en P. C.
J. Noorduyn, commandanten resp. van het
regiment genietroepen en in het 2de ge-
nie-commandement, op hun aanvrage ter
zake van langdurigen dienst, onder toe
kenning van pensioen, een-vol ontslag uit
den militairen dienst verleend;- het be
drag van het pensioen vastgesteld voor den.
kolonel Koolemans Beynen op f 2325 's
jaars en voor den kolonel Noorduyn op
2100 's jaars;
is Hr. Ms. adjudant de luit.-kolonel van
den groot-en staf, J. W. P. van Hoogstra-
ten, onder eervolle ontheffing uit zijn ge-
1 melde betrekking, teruggeplaatst bij het
wapen der art. en benoemd tot comman
dant van het 2de reg. veld.-art.de luit.-
kolonel Yan Hoogstraten voornoemd, be
noemd tot adjudant i.b.d. van H. M. de
j Koningin;
I is met ingang van 16 November benoemd
tot directeur van liet post- en' telegraaf-
kantoor te Overschic, A. Kwak, thans
i commies-titulair der posterijen en telegra-
- lie.
Bij Kon. besluit is aan G. W. de Jonge,
op verzoek, eervol ontslag verleend als
lete-luit.-kwartiermeester van het korps,
gevormd uit de afd. Amsterdam van de
te Utrecht gevestigde Koninklijke Neder-
j landsche Weerbaarheidsvereeniging;
j is aan A. P. Kuber, op verzoek, met in-
I gang van 1 Januari eervol ontslag verleend
als administrateur bij liet Dep. van Bin-
1 nenl. Zaken, onder dankbetuiging
j is met ingang van 16 November be-
i nocm.d tot directeur vail bet post- en tele-
j graafkantoor te Wblvega, A. Boot, thans
j in gelijke betrekking te Workum; is met
j ingang van 7 October de commies der pos
terijen 1ste kl. J. Bouwman uit 's Rijks
dienst ontslagen;
is aan de na te noemen personen verlof
verleed tot het aannemen der onderschei
ding-steekenen, achter hun namen vermeld:
J. II. Ccllignon, koopman en directeur der
Holland-China 'Handelscompagnie, te Rot
terdam, wonende te 's-Gravenhagegroot-
of fioierskruis tweede- klasse in de Orde
van den Leeuw en de Zon, hem door Z. M.
den Sjah van Perzië geschonken H. F. J.
Fastrc, oplichter van 't office bij het de
partement van den Hofmaarschalk van
H. M. de Koningin, to Het Loo; eere
medaille in zilver, hem door den president
der Fransche republiek geschonken; is aan
A. W. Kymmell, inspecteur der posterijen
en telegrafie in algemeencn dienst te
's-Gravenha-ge, verlof verleend tot het aan
nemen van het Ordeteeken van officier van
de Orde van de Êikekroon, hem door
H. K. II. de Groothertogin van Luxem
burg geschonken.
Nieuwe politie voorscliriiten te
Amsterdam.
Naar „Het" Volk" verneemt, is aan de
beambten van politie een nieuwe ambtsin
structie verstrekt in ruil voor de oude.
Verschillende bepalingen zijn daarin ver
scherpt.
Zoo is nu bepaald, dat voortaan slechts
de in do wachtkamers aanwezige spelen,
door de administratie verstrekt, namelijk:
een damspel en een dominospel, gebruikt
mogen worden.
Voorts is een scherpere, overigens toe t«
juichen bepaling opgenomen, om te voorko
men, dat agenten in diensttijd alcoholhou
dende dranken gebruiken.
Dan is bij de straffen en belooningen ge
voegd, dat een agent ook geschorst kan
worden, terwijl vermeld wordt dat de die
naren van politie zijn onderworpen aan
een bij alge me ene instructie vast te stel
len stelsel van belooningen en straffen. De
ze instructie zal ook vernieuwd worden.
Eindelijk is in bet ^eerbewijs'-' een wij
ziging gebracht. Moesten dc agenten tot
cp heden voor burgemeester, hoofdcom
missaris en commisarisseu op zes pas af-
5\ands, halt houden en front maken, in de
n'ouwe instructie is het-gewone saluut, voor
allen hetzelfde, er voor in dc Dlaats go-
bracht.
tteëlec'riseerde boulevard.
Tc Parijs «Va zich op den Boulevard dc la
Pastille een eigenaardig verschijnsel voor.
Paarden welke met hun hoeven de bestra
ting aanraakten vielen als verlamd neer.Men
heeft vastgespeld, dat dit het gevolg is van
olectrische out ladingen ontstaan wegens een
gebrek aan dc MétropoLitain. De politie licefb
oc-gcnblikkclijk den boulevard afgezet ter
voorkoming van ongelukken.
K.auierverkiexiiigeu In lUI.'t.
Naar men mededeelt, zj|n de hoofdbesturen
der drie vrijzinnige part yen (Vry-liberalen,
Liberale U;iie en Vrjjzinnig-Dem. Bond), tot
overeenstemming gekomen omtrent den grond
slag, waarop samenwerking zou kunnen plaats
hebben bfj de Karaerveikiezingen in 19'!.
Het daartoe strekkende vooislel za! in djn
loop van November door de hoofd best ui on
aan de algomeene vergadering van de geuoemdo
Yereenigingen worden onderworpen.
Ter aanvulling van dit bericht ontleenon
wy aan hot „Hbl" nog de volgende bizonder-
heden:
By do onderhandelingen, tusschen de hoofl
besturen gevoerd, waren hootJpuntenGrórni»
wetsherziening om te komen tot algemeen
kiesrecht, zonder zoogenaamde correctieven,
en Staatspensioen voor allen bei.eden een
zeker inkomen, ondor het beding, dat de
kesten dier pensionneesing niet mochten
gevonden worden uit verhooging van het
tarief van invoerrechten.
Is tiet „Hblgoed in gelicht, dan hebben
de hoofdbesturen zich onderling verbonden,
om, na goedkeuring van de samenwerking
door de betrokken Voreenigingen, de hoofd-
punten van de overeenkomst by eon over
winning der linkerzijde a s itegeeringsprogram
aan te nemen.
We Tarieiwet.
In een te Grave gehouden vorgadering van
een veroeniging van schaponhoudeia, waarin
aanwezig waren leden uit Grave, Boxmeer.
Lemen en Lange!, l'eesch, Gassel, Beers,
Cuyk, St. Agatha, Hill, St. Hubert en Wanroy.
is besloten do bemiddeling van het lid dor
Tweede Kauior voor het dislrici Grave in te
roepen om wjjziging to verkrygen van het
ontwerp Tariefwet ten guns'e van do schapen-
houdeiy. Men kon or zich niet mee vereenigen,
dat de invoer van schapen, van ruwe wol,
afval van wol en gebleekte wol, vry zou biy-
von. Voorts zou de vergadering schaponhuiden
en vellen, vorsch en gozouten of gedroogd,
met een recht van 10 a 20 percent belast
willen zien.
Mr. O. Vissering.
De nieuwe president dor Nederlandscha
Bank, zal zich waarschijniyk als financieel
raadsman dorCbneesche regoei ing nog eerstnaar
Peking begoven, alvorens op reis naar liet
moederland te gaan ter aanvaarding van zyo
nieuwe betrekking.
CCCCXXI.
Het ie voor de sportvrienden Id enzo
stad een goede tijd geweest. De middag-
feestviering op den aden October was ge
heel aan openluchtspelen gewijd en menig
een die anders weinig voor sport voelt werd
nu er onwillekeurig toe gebracht er eens een
kijkje te nemen en allicht heeft dit er toe
geleid, dat sommigen meer waardeoring
koesteren voor de liohaa-msbweging op
sportterrein dan vroeger. En dat is voor
onze stad dringend ncodig. "Waar het aan
ligt zal ik nu niet trachten uit te zoeken,
maar het is een feit. dat het gros der be
volking iu Leiden niet veel voor sport
voelt. In vele andere plaatsen, niet groo
ter dan onze gemeente, komen bij voetbal
en korfbal wedstrijden voor het minst zoo
veel honderdtallen als hier tientallen toe
schouwers
En waar de belangstelling er niet is,
daar komen de beoefenaars ook niet. Goe-d
geleide, niet overdreven lichaamsoefenin
gen zijn voor het jonge geslacht toch zoo
uitnemend, vooral voor onze jongens en
meisjes uit dc fabriekswijken, die zoo wei
nig in de buitenlucht komen cn wier arbeid
in de fabrieken voor het grootste deel niet
meewerkt tot het krijgen van krachtige
•pieren en stevige botten.
En daarom is het goed, -dat eens voor het
algemeen op een dag als 3 October de be-
teekenis van verschillende takken, van
sport in het licht wordt gesteld. Maar dat
moet niet te veel komen. Als middel om
een feestelijke, opgewekte stemming, waar-
ieder in deelt, is zoo'u sportbstooging niet
aan te bevelen. AJs men echter doorgaat
met propaganda maken voor de sport, zal
dat over een tiental jaren misschien ?oo
wezen cu daartoe kan ons nieuw sportter
rein, aan den Zoeterwoud-schen Singel, dat
verleden Zondag geopend is, zeker veel
bijdragen. De gemeente heeft een goed
werk gedaan, met dit stuk land voor dit
doel te bestemmen. Toen voor een jaar of
vier met het oog op het lustrumfeest van
1910 een deel vaji het tegenover dë Van-
Diflselbrug gelegen weiland werd opgehoogd
werd daarover door sommigen steen en been
geklaagd. Ik heb er toen al op gewezen,
dat heb geheel© stuk weiland opgehoogd
moest worden om het voor sportterrein
te bestemmen. Men zou dan misschien een
beetje aan pacht derven, doch daardoor
in een voor Leiden lang gevoelde behoefte
voorzien. Die wensch is nu tot vervulling
gekomen. Het sportterrein is er, de lief-
nebbers zijn er ook al voor en wat de kos
ten betreft, die zullen, afgezien van de toe
neming van volkskracht, die er het ge
volg van zal zijn, een voordeel, dat niet
in cijfers valt uit te drukken, op den duur
gemakkelijk worden vergoed. En mocht
door uitbreiding van dc stad aan dezen
kant, het sportterrein nog eens voor" andere
■doeleinden worden afgestaan, dan zal de
ophooging van den grond nog altijd te
sta'do komen en de kosten, er aan besteed,
niet tevergeefs zijn gemaakt. Maar wij
willen hopen, dat het veld nog langen tijd
sportterrein zal kunnen blijven.
Daar is door sportmenscheiï over geklaagd
dat. het op slot van rekening toch nog weer
te klein is, omdat groote competitie-voet
balwedstrijden er niet zonder behelpen op
gespeeld kunnen worden.
Nu, ik zou met deze sportlui eek wen
sch en, dat het nog ruimer en grooter was.
Maar dat is het nu eenmaal niet en eigen
lijk is het ook niet in de voornaamste plaats
bestemd voor groote wedstrijden, doch meer
voor onze aankomende jongens en meisjes,
di® nu niet weten, waar ze terrein zullen
vinden en voornamelijk voor hen, die een
particulier terrein niet kunnen betalen.
Voor dezulken wil de afdeelling Leiden
van den Bond voor Lichamelijke Opvoe
ding het veld liefst wijd open zetten en ik
hoop, dat de toevloed zoo groot zal wor
den, dat men over jaren weer naar meer
en grooter terrein moet uitzien. Waarom
zou men het Schuttersveld, dat voor mili
taire -oefeningen wordt gebruikt, ook niet
voor sportterrein beschikbaar stellen!
Daar is .tèn minste ruimte genoeg. En
dan zou men er clubs en vereenigingen
op kunnen toelaten, die den kostenden
69)
Lydia stond bijna alleen; alleen mijnheer
De Louvois kwam naar haar toe en sprak
haar aan over een offioieele zaak en daar
op kwam de hertog d'Aumont naar haar
toe.
„Mag ik u naar huis geleiden, Lydia!"
vroeg d® hertog dringend. ,,Ik vrees, dat
de opwinding u kwaad heeft gedaan."
„Gij meent zeker, beste vader, dat ik
berispt moet worden V' vroeg zij zachtjes.
„Och", antwoordde hij flauwtjes.
„U hebt niet voor mij gesproken, toen
<ue vrouw mij beschuldigde..."
beste kind", zei hij ontwijkend.
♦i€rij had mij niet in het vertrouwen ge
nomen. ik dacht..."
„N denkt nog," hield zij vol, „dat wat
mevrouw De Stainville zei, de waarheid
waa?" 1
njè«^S niet zoo!" vroeg hij flauw-
Hij begreep haar volstrekt niet, zou zij
wj len ontkennen! Onmogelijk natuurlijk.
waa een bekwame vrouw, en met die
tftarb en haar eigen brief, gezegeld en ge-
wekend.waarom zou zij ontkennen!
J* v^en 6a kaart, mijn kind",
Jtoegd® hij er zachtjes verwijtend aan toe,
m het idee, dat zij hem niet geheel durfde
ft vertrouwen.
mijn eigen brief", mompelde zij,
»>0n de kaart... dat had ik vergeten!"
NeenZij was niet van plan 't te looche-
prijs zeer zeker gaarne zouden willen en
kunnen vergoeden.
Daarover kunnen B. en Ws. nog wel eens
nadenken. In ieder geval hebben de sport
vrienden reden tot verheuging dat het
nieuwe terrein nu klaar ie en in gebruik
genomen, waarmede ook aan een wensch
van den aftredenden wethouder van Fa
bricage den heer Korevaar is voldaan, die
aan do tot-stand-koming als wethouder
zulk een belangrijk aandeel heeft gehad.
Misschien is er in het feit dat ongeveer
tegelijk het tijdstip der opening samenviel
met het bedanken van den heer Korevaar
als wethouder, aanleiding om zijn naam
aan dit sportterrein tc verbinden. Laat
men er eens over denken!
Nauw verwant aan de openlucht-oefenin
gen is de zwemsport, en noodzakelijker nog
-dan een sportterrein is voor Leiden een
goede zweminrichting. Deze twee vullen
elkander aan, als er voor het een belang
stelling is, kan de andere niet worden ont
beerd. Ook over de- oprichting van een
zweminrichting door de gemeente is dikwijls
gedacht, maar dit stuitte vaak af op het
tevergeefs zoeken naar zuiver stroomend
water. Ook de kosten kwamen daarbij in
aanmerking, maar die behoeven echter,
evenmin als bij het sportterrein overwe
gend bezwaar op te leveren. Wanneer de
gemeente de exploitatie van een zwemin
richting overdraagt aan de Leidsche Zwom-
elub zal deze, evenals de afdeeling Leiden
van den Bond van L. O. voor het sportter
rein wel een behoorlijke vergoeding kunnen
betalen.
Een goede gelegenheid er voor, daar
komt het op aan. Welnu, die kan nu, als
ik mij niet bedrieg, gevonden worden bij
het nieuw gegraven verbindingskanaal tus-
schen Rijn en Scbie, aan den Oostkant der
gemeente. Men zal daar van de provincie
op gemakkelijke voorwaarden wel een in
ham kunnen krijgen en het water zal er
zeker zuiver wezen.
Ik meende daarop in verband met mijn
praaje over sport de aandacht weer eens
te moeten vestigen. Als B. en Ws. al met
de provincie er over in onderhandeling
zijn is, het een overbodigs aansporing, die
trouwens niet schaadt, mocht het weer een
beetje in het vergeetboek geraakt zijn, dan
is deze opwekking zeker 'op zijn plaats.
Het is een aardig zaakje voor den nieuwen
Wethouder van Fabricage om mee te be
ginnen. Hij staat bekend als een sport
vriend en een zweminrichting, waarvan de
noodzakelijkheid meermalen ls erkend, zal
zeker ook zijn sympathie hebben. Hij is nu
in staat met. medewerking van zijn mede
leden in het Dag. Bestuur een voorstel dien
aangaande voor te bereiden en bij clen
Raad te breDgen, waar het ongetwijfeld een
waardig onthaal zal vinden.
Een van de laatste werken, die de heer
Korevaar als Wethouder van Fabrioage
mede tot stand heeft weten te brengen,
is het sportterrein aan den Zoeterwoud-
schen Singel, een werk, in liet belang van
de volksgezondheid en volksontwikkeling
in den goeden zin.
Laat een der eerste werken van zijn op
volger zijn het tot stand brengen van oen
zweminrichting, waaraan niet minder groo
te behoefte is.
Do H a a g s c li o Schouwburg.
Naar do „N. R. C." verneemt, is de meer.
derheid in do commissie van fabricage togen
het bouwen van esn nieuwen schouwburg op
do plaats van den ouden.
In haar aan B. en Ws. uit te brengen
advies zal dö commissie dan ook in over
weging geven het plan Fellner en Helmcr
niet te doen uitvoeren.
Een oordeel over Nederland-
sc h e musea,
In de Kunstchronik schrijft M. D. Hen-
kei het volgende aangaande de Haarlem-
sche museum-kwestie: „Tot directeur van
het Hals-museum te Haarlem, dat ingrij
pende veranderingen tegemoet gaat, daar
men het uit het eerwaardige, maar niet
brandvrije en voor museum ongeschikte
stadhuis naar een a-part, vrijstaand ge
nen. Zij kón het niet loochenenI... Haar
eigen vader achtte haar schuldig... en al
les wat zij er aan had kunnen doen was
aandringen op de reinheid barer beweeg
redenen. Gaston had haar bevelen aan
den commandant van de „Monarch" na
tuurlijk verscheurd en nu was er niets dan
de kaart... en die afschuwelijke ellendige
brief.
Monsieur le due wond, dat zijn dochter
erg onverstandig was geweest. Nadat zij
Gaston vertrouwd had en zichzelf als het
ware aan hem had overgegeven, was het
dom van haar om zijn woede op te wekken.
Geen enkele man als hij ook maar het
flauwste recht wilde doen gelden op den
naam van heer zal toestaan, dat zijn
vrouw in het publiek beleedigd worde door
haar mededingster, al is hij ook nog zoo
onder den indruk van de bekoorlijkheden
van die andere vrouw. Lydia was zeker
jaloersch geweest op Irene, wier wel wat
onbescheiden vriendelijkheden tegenover
mylord Eglington druk besproken waren
geworden.
Maar Lydia nam niet eens den schijn
aan van iet-s om haar eigen echtgenoot te
gewen en zij had haar kostbaarste geheim
aan Gaston de Stainville prijs gegeven. En
dus had zij zich nu stil moeten houden en
niet de woede van Irene moeten opwekken,
want daardoor was er misschien een der
gelijk gevoel in Gaston ontwaakt.
De hertog van d'Aumont keurde het niet
goed, dat de naam zijner dochter betrok
ken zou worden in het verraderlijk plan
waarvan hij weliswaar gaarne geldelijk
wilde profiteer en, ofschoon hij het in het
binnenste zijner ziel afkeurde. Hij kende
zijn koninklijken meester goed genoeg om
te weten, dat wanneer de heele gemeen®
bouw, een oud hofje, wil overbrengen,
heeft men den Haagsen en schilder G. D.
Gratama benoemd. Door deze benoeming
heeft men zich weer geplaatst op een
standpunt, dat in de meeste andere be
schaafde landen reeds lang is opgegeven,
want deze keus was geen keus, wegens ge
brek aan beschikbare krachten gedaan.
Men bleek in Haarlem nog de meening toe
gedaan te zijn, dat een schilder als zooda-
ning meer weet van oude schilderijen, hun
verzorging en restauratie dan een kunst
historicus. Naar de vacante betrekking
solliciteerde ook iemand, die een jarenlan
ge museumervaring en wetenschappelijke
vorming achter zich heeft, Hij stelde echter
de voorwaarde, dat bij de bepaling van het
traktement rekening gehouden zou wor
den met de wetenschappelijke en maat
schappelijke positie van een museumdirec
teur. In plaats van het door den gemeen
teraad op f 1500 bepaalde aanvangssalaris
vroeg hij f 2000, wat men met het oog op
de kostbaarheid der verzameling en in ver
gelijking met de traktementen van buiten-
landsehe museumdirecteuren een billijken
eiscli mag noemen.
Het besluit van den Haarlemschen1 ge
meenteraad is des te ergerlijker, waar
burgemeester en wethouders den genoem
den kunsthistoricus nummer één op de
voordracht plaatsten en wel op aanraden
van de museuiucommissie. Het is werke
lijk beschamend, dab in zulk een „Kult-ur-
frage" een luttele paar honderd gulden den
doorslag moesten "ge-yen. Dat een zoo
waardevolle erfenis, als d<Twerken van den
grootsten Haarlemschen meester, verplich
tingen oplegt, schijnt tot de Haarlemmers
nog niet doorgedrongen te zijn. Maar per
slot van rekening is het in andere Holland-
sclie steden met de verzorging van de open
bare verzamelingen niét veel beter gesteld,
frielfs misschien slechter. Men denke slecht6
aan het Stedelijk museum in de Holland-
sche residentiestad Den Haag, dat in vol
komen ontoereikende ruimten is samenge
pakt, of aan het Aartsbisschoppelijk mu
seum te Utrecht, dat maar één vertrek be-
\at, waar gestookt kan worden, terwijl het
op da bovenste verdieping inregent en ge
lijkvloers dé verlichting zóó slecht is, dat
slechts een klein déél der daar tentoonge
stelde schilderijen goed te zien is. De kos-
bare verzameling middeleeuwsoh in hout
gesneden beelhouwwerk is ér onderge
bracht in een gebouw, dat men eerder een
pakhuis dan een museum kan noemen. Voor
museumdoeleinden beeft een der rijkste
landen van Europa geen geld disponibel!
Het zijn niet alleen de steden, d:e hun
verzamelingen zoo stiefmoederlijk bejege
nen, ook de staat behandelt, verscheidene
zijner collecties niet beter. De oude, don
kere, nauwe particuliere huizen in Leiden,
die het cbhnographisóh museum en het mu
seum van oudheden hérbergen, spotten met
alle moderne eischen van licht-, ruimte en
veiligheid en het is ondoenlijk een over
zicht van deze verzamelingen te verkrijgen.
Als men zich d'oor deze ..musea" heen-
werkt, heeft men een gevoel als was men
verplaatst naar de particuliere verzamelin
gen van geleerden uit lang vervlogen tij
den, die met bescheiden middelen en de
beperkte ruimte van hun woonhuis reke
ning moesten houden. Dat men zich
weegt in een rijksmuseum van een be
schaafd land, kan men zioh niet begrij
pen."
Gerard Keiler,
In het Rijksmuseum is het borstbeeld
van den letterkundigen Gerard Keller ge
plaatst, als een geschenk van zijn kinde
ren aan het Rijk. Het is vervaardigd dcor
den beeldhouwer Johan Keiler, een zoon
van den literator, te Glasgow, en draagt
het volgende inschrift:
„Gera-rd Keiler, 1829—1-909."
Geschenk van zijn Kinderen»
J. Keller, Sculp."
Het borstbeeld is geplaatst aan de Oost
zijde van de voorhal, dicht bij d® trap,
tussdhen de borstbeelden van BiJ'derdijk
en Hofdijk. Het is op de Vierjaarlijksche
tentoongesteld.
zaak aan het daglicht kwam, Lodewijk
wel de middelen zou vinden om voor het
publiek te poseeren als liet onwillige werk
tuig iu handen van een troep geldwolven.
En als dat gebeurde dan zouden alle vin
gers denkend aan de gebeurenissen van
dezen avond Lydia aanwijzen en waar
schijnlijk ook haar vader als degsnen die
het plan op touw hadden gezet.
Het zou "^eel beter geweest zijn om zich
met Irene te verzoenen en niet do woede van
Gaston op ie wekken.
Maar vrouwen waren vreemde schepselen
en de jaloezie was hun meest autocratische
meester. Zelfs zijn dochter, die hij zoo'n uit
zondering geacht-, die hij als zóó knap cn
zoo helder van hoofd beschouwd had, was
niet vrij van de zwakheden harer 6ckse.
„Het komt me voor, dat ge niet zoo ver
standig gehandeld hebt, als ik verwacht
zou hebben," zei hij vriendelijk. „Madame
de Stainville hoaft je niet too'n onrecht
aangedaan om e:n publiek© belediging te
verdienen en Gaston zelf wilde niols als
je van dienst zijn." i
Monsieur lo due had zijn stem waarschijn
lijk wat meer verheven dan zijn bedoeling
was, of misschien was er in den. kring van
vrienden, die nu in dichten getale om me-,
vrouw de Stainville geschaard stond, een
van die onvermijdelijke oogenblikkan van
diepe stille ontstaan, waarop men zegt dat
er „een engel door do kamer vliegt". Zeker
is het, dat «de woorden van monsieur le
due nogal luid klonken en opgevangen wer
den door degenen wier namen liij had uit
gesproken.
„Neen, ik verzeker u, monsieur le due,"
zei Gaston dc Stainville op luchtigen schert
senden toon, „berisp uw sclioone dochter
niet. Gelcof ine, wij die er het moest onder
geleden hebben, wij zijn niet geneigd om
streng to zijn. "Wat mij betreft, mij is dc
physiologic van de gemoedsstemming van
madame la marquise buitengewoon interes
sant geweest-, aangezien daardoor aan haar
talrijke bewonderaars tot hun verbazing is
gebleken, dat zij toch sommige van do
zwakheden harer aanbiddelijke, sekse bezit.
Waarom zouden we ons beklagen over die
bekoorlijke zwakheden? Want al zijn wc
eir hard door getroffen, toch is liet vleiend
voor onzen trots."
De menigte was wat uiteengegaan terwijl
hij sprak en liij stond nu vlak tegenover
Lydia en liep naar haar toe met een ge-
maakten gang en heel kleine schreden en
keek haar spottend aan, terwijl hij elegant
met het breed© zwarte lint speelde waaraan
zijn lorgnet bevestigd was.
Maar Gaston was niet de eenige, die Lydia
spotachtige blikken toewierp. Zijn zei f-in
genomen dlieid zat er dik op cn was het be
wijs voor de grootera cn beschamender be
schuldiging door Irene uitgespuwd. Ly dia's
houding, al haar daden van dien avond
en do uitdrukking op haar gezicht sche
nen to bewijzen dat die aantijging waar
was. Zij deed een paar stappen achteruit
naar mate hij naderda en hief daarbij haar
hoofd op, met die Irolsche beweging, dio
haar eigen was.
Zij liet haar blik snel de zaal doordwalen
en zag haar echtgenoot op cenigen afstand
staan. Zij verbaasd© er zich evenals koning
Lodewijk over, hoeveel hij gehoord had en
hoeveel hij er van wist cn, in geval hij alles
wist, wat hij dan van plan was te doon. Toen
zij li cm daar* zag staan en Gaston de Slaiavillo
herinnerd® zij zich onwillekeurig de waar
schuwing, die mylord haar dien morgen had
gegeven cn die zij zoo mal had gevonden,
de waarschuwing betreffende het walging
inboezemend dier, dat, eenmaal aangeraakt*
steeds zou blijven bezoedelen.
„Madame,zei Gaston nu, terwijl hij haar
brutaal aansprak, „mijn vrienden hier zouden
mij zeer zeker zeggen, dat 't volgens heb
wetboek der eer mijn plicht is u of den-
geen dio u iu deze zaak zou veitegenwoor.
digeu to straffen voor de bcleediging mijn
vrouw aangedaan. Maar lioe kan ik dat
doen, daar waar do bclcedigende partij even
schoon als zwak is? Het is mijn verlangen,
(niet om u to straffen, maar u op mijn
knieën t© danken voor liet fijne compliment,
dat uw handelingen van vanavond inhouden.
Ik wist, dat u mij een eer aandeed door mij
te vertrouwen," vocgdo hij er met in heb
ocg loopendo dubbelzinnigheid bij, „maar ik
had niet durven liopen zulk een vleiend®!
jaloezie op te wekken in het hart van d®
koelste vrouw in heel Frankrijk."
Er ging een gelach door de zaal. Heti
was alsof door de -houding van Gaston dé
spanning verbroken was. die in het laatst©
ha Ivo uur bovon het schitterende gezelschap;
gehangen had. Monsieur le comic was oen.
ontzettend mauvuis sujet, maar hij had zulk®
alleraardigste, .verfijnd.sleclitc manieren. Hij
had groot gelijk, dat iiij de zaak luchtig
opvatte cn dus volgde er een gemompel
van goedkeuring over de liandigo wijze,-
waarop hij don last der onrust van dc ziel
der aanwezigen had afgewenteld. i
(Wordt vervolgd).