N°. 16148
Vrijdag 11 October.
A0. 1912.
<§es8 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
In Hofkrinsen.
LEIDSCH
DAGBLAD
FEIJS DEE ADYEBTENTIKN:
Y»n 1—6 regel» /'1.06, Ieiore regal meer 0.17J. - Grootere letter» naar
pla»t« ruimte. - Kleine idvertentiën van 30 woorden *0 Oeate oeatantelk
tiental woorden meer 10 Oents. - Voor het incaeseeren wordt fO.Oö berekend.
PBIJS DEZEE COURANT:
fooi Lelden per week 9 Oentij per 3 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1 1.30.
Franco per poit .21, 1.65.
Benoeming Wethouder.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeen© kennis dat dioor
Öen Gemeenteraad, in zajn zitting van 10
October jl. tot wethouder der ge-
1 meente is benoemd de heer
H. W. FISOHER,
lx Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 11 October 1912.
NATIONALE MILITIE.
Be mi lioien-verlof ganger MAARTEN
(VAN POELGEEST, ingelijfd voor de
(gemeente Aarlanderveen voor de lichting
1910 en behoorende tot de 1ste Compagnie
Wielrijders, wordt verzocht ten s p o e-
jd i g s t e zijn tegenwoordige woonplaats
op te geven of zich onverwijld te ver
joegen op het MUatiebureau ten Raad-
huize (Kamer No. 9) alhier.
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAR.
Ledden, 11 October 1912.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algemeen e kennis dat
öoor hen op heden vergunning is verleend
aan J. P. VAN NOORD, en rechtverkrij
genden tot hot uitbreiden van de Brood-
bakkerij in het perceel Magdalena-Moons-
straat No. 33, Sectie M No. 2793.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 10 October 1912;
De agenda \oor do' Raadszitting was
1 (Donderdag allerminst belangrijk en toch
1.waren alle Raadsleden aanwezig. Wij schrij-
'iVen dit voornamelijk toe aan het eerste
punt der agenda: benoeming van een wet-
.fcouder in de plaats van den heer Kore
vaar. Bij de tegenwoordige partij-verhou
ding in den Raad lag het voor de hand,
,!dafc de zetel weder door een vrijzinnige
zou worden ingenomen. De partij-verhou-
,dmg, welke er in het college van B. en Ws.
ifcestaat, maakte die nog meer waarschijn-
jlijk. Maar men weet nooit wie er op het
'laatste uur nog kan worden verhinderd en
'daarom aoht men aan weerskanten het
■:een plioht bij zoo'n gelegenheid op het
.appèl te zijn. Bovendien mocht hier de
■Vraag worden gedaan: Zullen de vrijzinni
gen met een gemeenachappelijkeh candi-
daat komen 1 Het is door vooruitstrevende
vrijzinnigen reeds eenage malen opge
merkt, dat het college van B. en Ws. niet
een juiste weerspiegeling is van de ströo
n.ingen in den Raad, in dien zin, dat de
meer democratische elementen niet in die
College vertegenwoordigd zijn.
Het was voor de meeste linksehe fracties
dus een opoffering weer een man te kiezen,
die tot de behoudende vrijzinnigen mag ge
rekend -worden. Men heeft echter blijkbaar
het partij- en het algemeen gemeentebe
lang, zooaJs men het daar inziet, ditmaal
opgeofferd aan het belang van de af dee
ling Fabricage, aan de gemeente in bijzon-
deren zin alzoo.
Van beide kanten heeft men een candi-
daat aangewezen, die technisch onderlegd is.
De heer Mulder zoowel als de heer Fischer
staan niet vreemd tegenover Publieke Wer
ken. Wij gelooven, dat men daarmede ver
standig deed, ook ai zijn er voorbeelden van
plaatsen, waar een niet-deskundige in den
enge ren zin deze af deeling beheert. Wij
wijzen, om van zeer groote gemeenten
niet te spreken, op Utrecht, waar een advo
caat wethouder van Publieke Werken is.
Het geldt daar echter een man, die als
gemeente-ambtenaar speciaal met zaken, de
afdeeling Fabricage betreffend, een goe
de leerschool heeft doorloop en, zoodat
dit voorbeeld feitelijk niets bewijst.
Wij zijn er van overtuigd, dat n;en goed
deed een deskundig man aan te wijzen. De
ervaring, met den heer Korevaar opge
daan, moet die leden trouwens wel in dat
gevoelen hebben versterkt. En zoo bleven
ais aangewezen candidaat-wethouder over
de heeren Fischer en A. Mulder. De eerste
werd, zooals men weet, met 20 stemmen
tegen 10 op den heer Mulder, gekozen.
Vermoedelijk hebben dus de Chr.-Histori-
eche leden ook op den heer Fiecher ge
stemd. De heer H. W. Fischer is oud-genic-
officier en ontving zijn opleiding te Breda;
hij heeft een vrij langen en zeker eervol
len 9taat van dienst in Indië achter zich.
Thans is hij conservator aan het Rijks-
Ethnograpliisch Museum, en heeft zich
daarbij, naar wij uit vertrouwbare bron
vernemen, een man van initiatief doorzicht
en werkkracht getoond. Hij is nauwelijks
een j aar lid van den Raad, zoodat hij daar
nog niet een bijzondere plaats heeft kun
nen innemen, al liet hij er zdch bij sommige
gelegenheden - wij denken hier o. a. aan
die bespreking van het voorstel over de
plaats der nieuwe Hoogere Burgerschool
niet onbetuigd. Pas 48 j'aar, is hij derhalve
nog vrijwel in de kracht van het leven.
Wij hopen, dat hij een waardig opvolger
van den heer Korevaar zal blijken te zijn.
Deze ie gasteren op sympathieke wijze ge
huldigd, en het was den Raad blijkbaar
aangenaam, uit den mond van den Voor
zitter te vernemen, dat de heer K. als
Raadslid zitting blijft hou dien.
Even sympathiek als de huldiging van
den Voorzitter was het afscheidswoord van
den heer Korevaar zelf. Naar waarheid
kon hij getuigen, dat hij niet enkel heeft
kunnen rekenen op den steun en de mede
werking van zijai medeleden van het Dag.
Bestuur en van den Raad, maar dat hij bij
zijn arbeid in het belong der gemeente ook
werd gedragen door het vertrouwen en de
sympathie der burgerij.
Dit iö voor eiken bewindsman, en voor
namelijk voor een Wethouder van Fabrica
ge, wiens bemoeiingen zoo herhaaldelijk
ingrijpen in die belangen der burgerij, van
onschatbare waarde,, en wij wenschen den
nieuwen wethouder van harte deze zelfde
ervaring toe.
Moge ook hij het vertrouwen der burgerij
winnen I Zijn taak is allesbehalve gemak
kelijk waar hij al dadelijk 'staat voor de
uitvoering van een geheel nieuw systeem
van gemeente-reiniging, dat heel wat in
spanning en doorzicht zal vorderen.
Do heer Fischer heeft zeker den ernst
van deze benoeming beseft, waar hij ge
bruik maakte van. den hem bij do wet
toegestanen termijn van beraad. Wij kun
nen thans echter mededeelen, dat hij de
benoeming heeft aanvaard.
Vóór de Raad tot de behandeling der
agenda kon overgaan, passeerden ouder ge
woonte eenigo ingekomen stukken de revue,
waarvan wij er een paar willen noemen. Zco
de adressen van den Gereformeerden Kcrke-
raad en van „Patrimonium", om aan do
Schouwburgcommissie voortaan de jaarlijk.
scho subsjdie vain f1500 te onthouden. Be
gronden, die adressanten voor hun verzoek
aanvoeren, zijn, dat hier gelden uit de ge
meentekas worden gegeven, waarvan slechts
vrienden van het tooneel kunnen profitee-
ren. Zij plaatsen zich op het standpunt, dat
door uitvoeringen op Zondag de dag des
Heeren wordt ontheiligd pn dat er stuk
ken worden vertoond in strijd met de goede
zeden. Do Schouwburgcommissie zal hun dit
laatste vooral allerminst toegeven.
In ieder geval kunnen wij uit deze adres
sen, waarvan er een mede door het Raads
lid den lieer Bosch is onderteekend, reeds
opmaken, dat bij den betrokken post op de
begrooting fel zal worden gestreden. Of
het subsidie zal blijven gehandhaafd, daar.
over wagen wij niet een voorspelling te
doen, te meer, omdat wij hoorden verlui
den, dat ook van andere zijde er op andere
gronden bezwaar tegen deze subsidie kan
worden verwacht.
Een ander adres, dat onze bijzondere aan
dacht trok, is dat van de Gebroeders Stork,
machinèfabrikaiitcn uit Hengelo, die hun
bevreemding uitspreken, dat het gemeente
bestuur met voorbijgang van de Nederland-
sche fabrikanten uit bet buitenland een
turbino generator ten behoeve van d!e
Electriciteitsfabriek hebben betrokken, ter
wijl het kon weten, dat de adresseerende
firma deze machines heeft geleverd zelfs
aan den Ned. Staat.
Zoo oppervlakkig gezien, lijkt ook ons
in een gedeelte der gemeente Leiderdorp,
dit vreemd. Maar wij willen ons oordeel op
schorten, totdat het praeadries over dit
adres is versohenen.
Het verzoek van de Leidsohe Duinwater-
Mij., om waterleidingsbuizen a-^i te leggen
in een gedeelte der gemeente Leiderdorp,
gaf eenige aanleiding tot discussie. Het
geldt hier een nog onbebouwd terrein,
waarop nog huizen moeten verrijzen, waar
van de bouw afhankelijk is van aansluiting
aan de waterleiding. Maar de Maatschap
pij kon nu nog niet precies omschrijven
hoe en waar de buizen zullen worden ge
legd, wat anders volgens de concessie-voor
waarden van haar kan worden verlangd.
De heer Fokker wilde, voor dat zij dit niet
kon doen, ook de vergunning niet geven.
De heer Botermans had een ander be
zwaar. Op deze wijze bevordert de ge
meente den aanbouw van huizen aan den
zelfkant van Leiden in een andere ge
meente.
Leidenaars zullen deze huizen gaan be
wonen en uit de stad trekken, tot veler
67)
Met die aanmatigende woorden, afkom
stig uit het boek der etiket-te van haar
eigen autocratisch geslacht, zette de doch-
Iter van den onttroonden koning van Polen
het voorval op zij, alsof het nooit gebeurd
[was. Een snel onderdrukt gemompel ging
Hoor de zaal. Lydia maakte een diepe eer
biedige nijging voor de Koningin en toon
de daarmee aan dat voor zoover het haar
aanging het voorval op koninklijk bevel
gesloten was.
Maar Irene de Stainville was niet iemand
.om een dergelijke zaak zoo over haar kant
te laten gaan. Welke houding de Koningin
ook mocht aannemen, zij voelde duidelijk,
dat in elk geval de mannen op haar hand
waren en ofschoon Koning Lodewïjk zelf
•he indolent en te egoïstisoh was om voor
haar in de bres te springen en haar echt
genoot niets beters kon dan een twist be
ginnen met een onschuldig persoon, was zij
(er toch bepaald zeker van dat zij goedkeu
ring en aanmoediging ontdekte in de blik
ten vol ongeveinsde bewondering, dio het
mannelijke element er tegenwoordig haar
[Vrijgevig schonk. M. Ie duo d''Aumont keek
«njn achter beslist afkeurend aan, terwijl
e Louvois zichtbaar verlegen was.
et wos dus maar een geval van twee
vrouwen als vijanden, waarvan de een wel
«e waar de Koningin van Frankrijk was
en bevooroordeelde, eigenzinnige auto-
craa binnen de nauwe grenzen van haar
eigen inticmen kring en de ander 2eer
hoog geplaatst, zoowel in de gunst van
het hof als in officieele dingen.
Maar Irene de StainviU© voelde wel dat
liaa-r eigen schoonheid een minstens even
machtige troef was, als de politieke in
vloed van haar voornaamste tegenstand
ster.
Toen de Koningin van Frankrijk dus ver
koos te spreken alsof madame la oouitesse
de Stainville niet bestond en Monsieur dJe
Louvois haar beleefd doch beslist verzocht
om op zij te gaan, weigerde zij dat brutaal
weg.
,,Neen, de Koningin zal mij aanhooren,"
zei zij en haar stem trilde nu een weinig
van onderdrukten hartstocht, „Hare Ma
jesteit zal zeker niet toestaan dat door de
gril van een jaloersche vrouw..."
„Stilte vrouw," zei Maria Leszcynska
met al het gezag, de trots en den eigen
dunk, die zij van haar Poolsche voorvade
ren had geërfd, „ge vergeet dat ge u in
de tegenwoordigheid! van uwe Koningin be
vindt.
„Neen, mevrouw, dat vergeet ik niet,"
zei Irene, volstrekt niet bedeesd en de
izoak niet opgevend. ,,Ik herinner het me
met elk woord dat ik uitspreek, omidat ik
weet dat de naam onzer Koningin de rein
heid en de rechtvaardigheid beduidt. Uwe
Majesteit," voegde zij er bij, want zij
merkte den ietwat zoehteren blik op in de
oogenvan Maria Leèczynska bij het aan
hooren van haar handig gekozen woorden,
„wilt u zoo goed zijn van mij aan te hoo-
renl" (Al sprekend liet zij zich gratie-lijk
op haar knieën neer op de treden van den
troonzetel). ,,Ik ben misschien niet waar
dig Uwe Majesteit de hand te kussen; ik
neem aan dat we dat geen van allen zijn,
want u staat oneindig ver boven ons dloor
uw deugden en uw waardigheid, maar ik
zweer de Koningin van Frankrijk dat ik
niets gedaan heb, waarmee ik deze publie
ke beleediging verdiend heb."
Zij wachtte een oogenblik om er zeker
van te zijn dat zij de aandacht der Ko-
nigin en van al de aanwezigen in de zaal
nog bezig hield toen richtte zij haar
donkere oogen strak op Lydia en zei luid,
zoodat haar heldere jonge 6tem triomfan
telijk door de zaal klonk:
„Mijn echtgenoot is door madame la
marquise d'Eglinton als het werktuig ge
bruikt om den Stuart aan Engeland te ver-
koopen."
Er ontstond weer een doodelijke stilte in
de groote receptiezaal; het duurde maar
een paar seconden, maar in één hart duur
den die seconden wel honderden uren, te
rekenen naar al de smart, die zij mee
brachten.
Het was alsof Lydia in een eteen ver
anderd was. Ofschoon zij Gastons verraad
had ingezien, had zij toch niet gedacht dat
het zóóveel beteekend'e. Zij was er geheel
verlamd' en hulpeloos door. Zij had haar
ziel, haar geest, haar eer overgegeven aan
den gemeen sten verrader, die ooit het aan
gezicht dier aarde verdonkerd had. Alö zij
hem een jaar geleden vernederd had, als
zij vandaag getracht had, al zijn eerzucht
voor de toekomst te vernietigen, dan was
hij nu geheel en al gewroken.
Zij hoorde zelfs niet het protest der eer
lijke Koningin:
„Dat ia niet waar."Want Maria Lesz
cynska^ wilde geen geloof hechten aan die
aantijging tegen de vrouw, die zij steeds
nadeel. Eerst moeten wij dit gedeelte
annexeeren en dan het bouwen bevorderen.
De Voorzitter en de heer Korevaar acht
ten beide bezwaren allerminst overwegend.
Het bezwaar van mr. Fokker noemde de
Voorzitter slechts theoretisch en het stand
punt van den heer Botermans werd door
•Jen heer Korevaar als te eng gekwalifi
ceerd. Beiden vinden het uit een gezond
heidsoogpunt van veel meer beteekenis,
dat in den omtrek ook goed drinkwater
aanwezig is.
Een practisch bezwaar ontwikkelde de
heer Roem, die de vrees uitsprak, dat door
uitbreiding de druk van het water in Leiden
wel eens te gering kon worden.
De Voorzitter achtte deze vrees echter
met gemotiveerd. Het verzoek werd dan
ook zonder hoofdelijke stemming ingewil
ligd.
Het verzoek van de afd. Leiden van den
Bond van Ned. Onderwijzers, om de kos
ten van het geneeskundig attest ten behoe
ve van onderwijzers, die wegens ongesteld
heid van langer dan drie dage>n verzuimen,
voor rekening van de gemeente te nemen,
werd warm verdedigd door mr. Van der
Pot en den heer Sijt-sma, door den eerste
voornamelijk, op gronden, aan de verorde
ningen ontleend; door den laatste uit
practische overwegingen. Hij achtte den
maatregel in het geheel niet noodfig.
De Voorzitter vond den maatregel geheel
conform de verordeningen en de door den
heer Sijt-sma bestreden circulaire was
slechts een herinnering aan iets, wat nog
altijd, op enkele uitzondering na, geschied
de n.l. de verplichting om een attest over
te leggen, wat in den laatsten tijd wel eens
in de slof was gebleven. B. en Ws. kregen
nog steun van den heer Vergouwen, waar
na- het verzoek met groote meerderheid
werd) verworpen.
Het oude heerenhuis naast de H. B.-S.
voor Jongens aan de Pieterskerkgraoht zal
nu ook gedeeltelijk een bestemming krij
gen. „Mathesis", wien© lessen steeds uit
breiden, krijgt er een lokaal van in ge
bruik, waarop straks wellicht meerdere
zullen volgen. De heer Hoogenboom, die
lid van het bestuur van het Genootschap is,
sprak er zijn voldoening over uit. De heer
Bosch vroeg en verkreeg dIe verzekering,
dat het huis niet ongeschikt werd gemaakt
voor een andere bestemming, en de heer
Botermans poogde, hoewel tevergeefs, die
toezegging te verkrijgen, dat de zoo ont
sierende planken voor de ramen wordlen
verwijderd.
Het besluit tot oprichting eener vetsmel-
terij op het terrein van het Openbaar
Slachthuis en tot verhuring van het op te
richten gebouw aan de Leidsche Varkens-
slacht ersvereenigdng voor den tijd van
tien jaar is een bewijs te meer van de
goede verstandhouding, die er tusschen
de directie van het Slachthuis en de sla
gers heerscht, en het bewijst tevens, dat
onze slagers de controle van het Slacht
huis niet vreezen. Dit besluit heeft onze
volle sympathie.
Eindelijk werd nog besloten het salaris
van den adjunct-directeur van 't Openbaar
Slachthuis met f 300 te verhoogen en te
brengen op f 1500, met vier twee-jaariijk-
sche verhoogingen van f 100, onverminderd
een toelage van f 500 als keurings-veearts.
Tot deze verhooging was men wel genood
zaakt, aangezien er zich geen voldoend
aantal sollicitanten aanbood voor deze be
trekking en men de functionnarissen, een-»
maal benoemd, ook niet kan houden.
Dit verwondert ons niet. Een aanvangs-.
salaris van f 1200 plus f 500, voor een ge
diplomeerd reearts, lijkt ons in dezen tijd
bepaald onvoldoende en wil men goede
ambtenaren, die met lust hun plicht ver
vullen, dan behoort men hun ook goed te
beloonen.
Nadat bij rondvraag de heer Zwiers de
aandacht van den burgemeester had ge
vestigd op het snelle rijden van auto's
door de stad, en hij beloofd had op zijn
beurt de klaoht bij de politie te zullen
overbrengen, werden de deuren gesloten,
en bibven de Raadsleden in geheime verga
dering bijeen.
Leiden, tl October.
Bij besluit van Ged. Staten van Zuid-
Holland van 7/10 October j. 1. is naar
aanleiding van het hooger beroep, van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Leiden, bepaald, dat- de naam van den
heer J. H. Jansse, Breestraat te Leiden,
ten onrechte door den Gemeenteraad van
Leiden op de kiezerslijst is gebracht en be-
volen, dat deze daarvan zal worden afge-
voerd, en-wel op grond, dat de heer Jansse
noch ia bestuuraër noch medebestuurder,
doch uitsluitend een aan het bestuur on
dergeschikte betrekking heeft.
De heer H. W. Fischer heeft de be
noeming tot wethouder van fabricage al
hier aangenomen.
Ds. A. Rolloos, voorheen Gerof. pred,
in Argentinië, ia hier te lande oangeko-
meD en verblijft tijdelijk te Leiden.
Den heer L. P. Haring, hoofd eener
lagere school te Leidmuiden, en gedurende
25 jaar, leeraar aan de Rijks-Normaalles
sen te Voorschoten, is op zijm verzoek uit
laatstgenoemde betrekking' eervol ontslag
verleend. In zijn plaats is benoemd de
heer J. Broeze, hoofd der school 4de kl.
No. 2, alhier.
Bij Kon. besluit is vrijstelling van den
dienst bij de militie verleend voor één jaar
aan W. Uittenbogaord, te Boskoop.
Beroepen is bij de Gercf. Kerk to
Velp ds R, M Westerink, te Voorburg.
Door de benoeming van jhr. mr. W.
B. Sandberg, burgemeester van Abcoude
Ba am brugge en AbcoudeProostdij, tot
burgemeester van Haarlem, ontstaat een
vacature in de Provinciale Staten van
Utrecht. Jhr. Sandberg had sedert 1909
zitting voor het district Kreukelen.
B. en We. van Amsterdam stellen den
Raad voor hen te machtigen op een terrein
aan de Elisabeth-Wolffstraat een tweede
werk- en leerschool te bouwen en in te
richten. De bouwkosten van de nieuwe
echool, waarin tevens een conciërgewoning
zal werden gemaakt, worden geraamd op
f 157,000, terwijl gerekend wordt, dat voor
meubilair noodig zal zijn een bedrag van
f 21,900, dus in totaal f 179,400.
De nieuwe school zal kunnen bevatten
een maximum-sohooibevolking van 180 leer
lingen, verdeeld in 15 klassen van twaalf,
waardoor van keukens, strijk- en huishoud-
lokalen het grootst mogelijke gebruik zal
worden gemaakt.
Dr. A. Kuyper zal, naar „De Rott:"
meldt, Woensdagmiddag den eereten steen
haar vertrouwen en haar vriendschap had
geschonken.
„Het is de waarheid, Uwe Majesteit,"
zei Irene vastberaden, intusschen opnieuw
opstaande. „Wees zoo goed om mevrouw
de markiezin d'Eglinton te vragen of zij
vandaag in het eenzame bosoh van Versail
les niet dien graaf de Stainville het gehei
me stuk van het toevluchtsoord van den
Stuart, ter hand stelde, opdat liij voor een
groote som gelds den Engelschen in han
den zou gespeeld worden. Mevrouw ia
mooi, rijk en invloedrijk, daar Monsieur de
Stainville een man is, durfde hij haar be
velen niet te negeeren, maar Monsieur de
Stainville is ook knap en jong, Madame
vereerde hem met haar aandacht, terwijl
ik, de echtgenoote, eenvou-dlig werd achter
af gezet, want ik stond hen in den weg
en mocht mijn tong soms eens misbruiken.
Dit is de waarheid, Uwe Majesteit," zei
Irene met waardige kalmte, „wees zoo
goed ons bedden eens aan te zien, wie of
er bleeker uitziet, zij of ik."
Marie Leeczynska had stilzwijgend naar
dio beschuldiging geluisterd, die door de
eene vrouw de andere naar het hoofd werd
geslingerd. Bij de laatste woorden van
Irene keerde, zij zich om en keek Lydia
aan, zij zag de marmerbleeke gelaatskleur,
«de stijfheid van de jeugdig© gedaante, de
ontzaglijke wanhoop uit die half gesloten
oogen spreken. Het is niet noodig te zeg
gen, dat de Koningin het verhaal van ma
dame de Stainville niet volkomen geloof
de, door instinkt gedreven vergeleek zij de
bontopgedirkte pop met haar schelle stem
en de onbetamelijk bloote schouders, mot
de trotsch© bevallige vrouw in liet maag
delijk wit gehuld, over wie onbescheiden
tongen in al die jaren van haar publiek
leven alleen wisten te zeggen dat zij koud,
gestreng, misschien niet genoegzaam inte
ressant was, maar wier maagdelijk kleed
nooit door den adem van een openbaar
schandaal was bezoedeld geworden. De
Koningin voelde niet dat er nu schuld op
dat ernstige, reine gelaat te lezen was,
maar zij had een onoverkomelijkcn afkesi'
van ieder schandaal dat in haar tegen
woordigheid of op een van haar recepties
mocht voorkomen. Daarenboven had Irene
een 9naar aangeraakt, die hevig op do
Puriteinsche zenuwen van do Koningin
werkte, en ongelukkig op hetzelfde oogen
blik dat madame de Stainville die laatste
gifbige uitdrukking bezigde, rustten de
blikken van Marie Lesczynska op het ge
laat van den Koning. In de gelaatsuit
drukking van Lodewijk vond Zij den half
spottenden, half onverschilligen glimlach,
dién hij gewoonlijk vertoonde als de deugd
der vrouw werd behandeld en al haar
trots kwam tegen die eeuwigdurende schan
dalen in opstand, die het hof te Versailles
berucht maakten, en die zij met inspanning
van al haar krachten uit haar omgeving
trachtte te verbannen.
Daarom voelde zij zich nu jegens ieder
een ontstemd. Voor ettelijke jaren zou
haar rechtvaardigheidsbegrip er haar toe
gedreven hebben om die zaak te onderzoe
ken, om zelve het ware of het schijnbare
van een herig geschil op te sporen;, maar
later was dat rechtvaardigheidsgevoel ver
doofd door de massa beleedigingen tot
haar persoonlijk waardigh'eidsgevoel ala
Koningin en als vrouw.
(Wordt vervolgd).