RECEPT.
ALLERLEI.
onevenredig toenemende Vetlaag is, dat zich.
in de omgeving van het hart of tusschen de
spierlagen er van vet aanzet, waardoor de
functie van het hart aanzienlijk belemmerd
wordt. Ook kortademigheid kan liet gevolg
zijn van overmatige vetaanzetting, daar de
longen door de slechte werking van het
•hart niet op voldoende wijze van zuurstof
worden voorzien. En, daar de ademhalings
bewegingen van de borstkas, de activiteit
van het hart -ondersteunen, wordt, door de
belemmering van die beweging, het hart
in de tweede hand benadeeld.
Een ander gevaar voor de dikkerds
schuilt in de bloedvaten, daar zwaarlijvi-
gen bijna altijd aanleg hebben tot ontaar
ding en verkalking dier vaten. Op sommige
plaatsen worden ze brozer en dunner en als
de personen dan volbloedig zijn, loopen ze
de kans, dat er op de zwakke plaatsen een
doorbraak komt, die tot een uiterst gevaar
lijke bloeding lean leiden. Heeft bijv. die
bloeduitstorting in de hersenen plaats, dan
ontstaat, wat men noemt, een beroerte, en
niet ten onrechte dus zegt men, dat het
Voor dikke meinschen gevaarlijk is zich kwaad
te maken. Be groote bloeds aandrang naar
'de hersenen, ten gevolge dier boos makerij,
kail leedijke gevolgen hebben.
Bij die zwaarden ,van Damocles liangen
er nog eenige dolken boven het hoofd van
den dikken menscli, die zijn vetmassa on
gestoord laat voortwoekeren. De onvoldoende
edemhalingsbewegingen geven onvoldoende
lucht voc<r de longen en dientengevolge kun
nen catanxhen ontstaan van de ademhalings
wegen. De broze bloedvaten kunnen ader
gezwellen geven aan de beenen (aderspatten)
en QA-n de anus (aambeien)dan kan zwaar
lijvigheid aanleiding zijn tot nierziekte, tot
Buikerziekte, zwelling van de lever, jicht
en lastige uitslagen in de huidplooien, pl-
tegaar vain die bijkomende afwijkingen, waar-
iop de dikke mag rekenen, zoo hij zich niet
intijds tegen de zeer. onaangename in vele
gevallen; hoogst gevaarlijke gevolgen van
zijn ^bnormalen omvang wapent. .Wapent
ïnet de deskundige voorlichting van zijn
'dokter.
Tegen paddenstoelenvergiftiging.
In ©en Belgisch blad vond een onzer
lezers onderstaand recept tegen padden-
stoelenvergiftiging. Hoewel een Hollander
daar niet licht aan bezwijken zal, zegt hij,
Vind ik het toch raadzaam het doodeenvou
dige recept mee te deelen:
Een Italiaansch dokter dan geeft het vol
gende middel aan tegen vergiftiging door
paddenstoelen:
Zoodra. de eerste verschijnselen van be
dwelming zich voordoen, ie het voldoende
twee eetlepels fijngewreven houtskool in te
nemen, of wel dezelfde hoeveelheid been
zwart. Beide middelen hebben een dade
lijke uitwerking: zij neutraliseeden den in
vloed van de muscarine en de phalline,
die zich in de vergiftige paddenstoelen be
vinden.
STOFGOUD.
Het einde der wijsbegeerte is te weten,
dat men gelooven moet.
G e i b e 1.
9 9 \j
Er zijn drie dingen, die men moet over
wegen vóór men spreekt: wijze, tijd en
plaats.
Sou t h e y.
Aardappelschotel metham-
resten.
1 KG. gekookte aardappelen, 200 gram
hamreöten, 40 gram boter, 1 ui, 2 a d-L.
melk, wat zout en peper, paneermeel,
1 a 2 eieren.
Bereiding. De gekookte aardappelen
in plakken snijden. De hamresten fijnhak-
Ken en de fijngesnipperde ui goudbruin
fruiten met een gedeelte yan de boter. In
een vuurvasten schotel een stukje boter
laten smelten en daarin laag om laag de
plakjes aardappel, de gefruite ui en de
ham leggen. De bovenste laag moet uit
aardappel bestaan. De eieren kloppen met
een weinig zout eïi nootmuskaat, de melk
er bij voegen en dat mengsel over de aard
appelen gieten. Over alles een dun laagje
paneermeel strooien, eenige kleine stukjes
boter er op leggen en het schoteltje in den
oven licht-bruin laten worden. Deze schotel
is heel geschikt te maken van de laatste
resten van een ham.
Rouw in Dahomey.
Als in Dahomey een inlander sterft, maakt
de heele familie een kabaal van belang. Men
schreeuwt en huilt en wentelt, zich op den
grond en wringt zich in duizenderlei bochten
'maar dat houdt toch spoedig op en dé na
bestaanden beginnen oen gesprek over koe
tjes en kalfjes. Maar niet zoodra nadert een
ander, of het zonderlinge geweeklaag begint
opniouw, nu vermeerderd met de stem van
den nieuw aangekomene.
Doch ook nu luwt het weldra; maar tel
kens, als het gezelschap door den een of
ander wordt verrast, vangt het barb aar sch
touwbedrijf weer aan.
Het lieele dorp volgt de begrafenis en
maakt daarbij natuurlijk een leven als een
oordeel, waarna een geweldige zwelgpartij be
gint. Hierna is de doode volstrekt vergeten,
het gewone leven herneemt zijn rechten, be
halve voor de weduwe, die gedoemd, is; cLem
heelen dag en gedurende twaalf maanden
den naam des gestorvenen naar alle wind.
richtingen uit te roepen, het haar geschoren
te houden en in lompen gekleed té gaan.
Dit beeld vertoont op verschillende punten
ten treffende gelijkenis met zeden en gebrui
ken ia hetzelfde geval bij volkeren, die voor
hoogst beschaafd doorgaan.
iWij vergaten nog te melden, dat na dien
gedwongen rouw ook de weduwe al haar
droefheid spoorloos .Verliest en meest spoedig
hetrtrouyvt.
Hij kreeg het benauwd
Mrs. Van. Gigch en Kappeyne van de
Coppello zitten samen in een bodega en
hebben 't druk over de kwestie of de stad
Amsterdam wel gerechtelijk te verplichten
vzal zijn, financieele schadevergoeding uit
te keeren aan de menschen, dlie ze bij de
dokwerkersstaking verleden jaar, min of
meer heeft laten aanschieten.
Beide advocaten zijn het natuurlijk niet
eens. Dan laat Kappeyne door den kellner
vragen of hij ook èen wetboek bij de hand
heeft.
Het duurt lang vóór er antwoord komt.
Eindelijk nadert schoorvoetend de kell
ner en verklaart den beiden juristen op be-
dremmelden toon: „Compliment van den
chef en hij is ook zóó wel bereid om de ge
leverde port terug te nemen.
(„Het Leven.")
Geen schoolmeester.,
Yoor een rechtbank werd' gepleit en de
advocaat, die gaarne zijn Latijn luchtte,
gaf heel wat aanhalingen ten beste. De pre.
sident, zelf goed ervaren in de oude talen,
volgde die rede met oplettendheid,nu en
dan glimlachende, als 't hem bleek, dat de
pleiter zich vergistte.
Bij een aanhaling werd het hem te mach
tig en hij zeide:
„Is u wel zeker, meneer, dat u hier
correct is in uw aanhaling"
De jonge advocaat wilde each door bru- I.
taliteit redden en zeide; j
„Ik ben geen schoolmeester."
„Neen, dat begrijp ik," zei de ander,
,,'t komt er maar op aan hoe u als leerling
geweest is."
Dat hielp!
Een winkeliertje hing eens het volgende
biljet in ziin winkel: „Men wordt verzocht
ni.et om uitstel van betaling te vragen, i
want een weigering schijnt dikwijls belet»
digend."
Hij ondervond hiervan begrijpelijk wed-»
nig succes: het aantal openstaande posten
in zijn boek werd ho© langer hoe grooter,-
Toen bedacht hij wat anders en hing deze,
aankondiging op: „Vóór'drie stuivers kan'
men hier inzage krijgen van de lijst dér'
elechte betalers.'
Dit hielp. Niet alleen offerden heel wat.
nieuwsgierigen hun drie stuivers, om die
lijst in te zien, maar het grootste deel der-
slechte betalers voldeden hun schuld ter
stond, en al heel spoedig behoefde deze lijs*
niét meer te worden bijgehouden.
Afgeluisterd.
Juffrouw, in een eonfiseuxs winkel„Ja,
en dan had ik graag nog wat fijne choco
lade hebt u nog die huzaren-chocolade?"
„Huzaren? Neenl Ik geloof 't nietI Ik
zal mijn dochter eens roepen
Dochter komt. „U w©nacht?"
„Van die huzaren-chocolade I" zegt de
juffrouw, zelf weifelend nu.
En de dochter met bewonderenswaardige
vlugheid van begrip: „O, u bedoelt zeker
SuohardH"
Niet voor u.
Een predikant zou onlangs 's Zondag»(
ergens buiten preeken. De boer, bij wien
hij gelogeerd was, liet voor dominee in
spannen wamt de kerk lag een uur ver
en do-minee stapte in. De boer zelf nam op
den bok plaats, dé zoon zou bij dominee
gaan ritten, maar toen deze dat zag, rioeg
hiji het portier voor den neus van den jonk
man dicht, en zei: „Broeder, voor u zou
het zonden zijn!... Vooruit, koetsier 1"
V n i-V d i.
Bezoeker: „Zeg eens, amice, bij jou is
alles verzegeld. Hoe komt dat zoo opeens?"
Student: „O, dat ging heel eenvoudig.
De deurwaarder kwam, zag en ver*
regelde."
Aardappelen alt voeding».
mi d<Fe L
Bramsen (de zwaarlijvige waard van
„De Vergulde Engel"): „Zie je, ik leef^
énkel van aardappelen, 't Komt er maar
op aan hoe men ze toebereidt. De aardap
pelen geef ik mijn varkens te eten en de
varkens eet ik."
De reden!
Schoolmeester: „Waarom kom je zoo
laat, Jan?"
Jan: „Ik was op weg naar school,
meester, en toen kwam er een stoomwals;
aan op den weg en toen zei een poKtie- -
agent tegen me: „Pas op de stoomwal*1"
En toen heb ik er op gepast, tot de agent
terugkwam."
V erachit
Klant; „De phobografie bevalt mij aeer
goed. Ziet de dame er nu werkelijk zoo
uit?"
Huwelijksmakelaar (weifelend)„Nu,
geheel nieuw is het portret niet meer,'
maar ondertusschen is het vermogen van
de dame ook door de rente verdubbeld."
Geluk bij een onge 1 uk.
„Heb je het gehoord: ze hebben giste
ren op straat een man om zijn geld ver
moord!"
„Ja, maar gelukkig had hij zijn geld niet
bij zich.";
Z ij n standpunt
Landlooper: „Neen maar, wat wonen er
in deze stad luie menschen! Overal, waar
je komt, bieden zij je werk aan."
Boven.
Een kleine jongen tegen een buitenge
woon langen heer; „Ia koud boveny
meneer V-