Kelizi er-titulatuur.
Deze drankgelegenheid te Schöneborg by Beriyn, Ib hoofdzakelijk opgericht met het doel
den telen kinderen, die daar spolon, friech water te verschaffen. Zy kunnen het, eenigen t*
geiyic, met den mond opvangen. Vermeden wordt alzoo de gemeenechappeiylee beker, üi|
gezondheidsoogpunt af te keuren.
kundigea en schriftgeleerden, is juister dan
liet uwe, en onze geleerden verklaren, dat
de koffie een schade loozo drank is, waar
van het gebruik is toegestaan en geen Mu
zelman zal verhinderen de zaligheid deel
achtig t© worden". Zoo werd -de koffie
koninklijke gépriviligeerd*' en nam hier
door haar verbreiding onder de Moham
medanen Voortdurend toe. Twintig jaar
later ontstond tb fëairo nogmaals één kof-
fiekrijg, aangevuurd door een overspannen
monnik, eh lioéwel het hierbij tót Zeer on
aangename toonèefen kwam, in koffiehui-
een menige kop en ander drinkgereedschap
vernield wérd en .zelfs koffiedrinkers door
fanatieke Zeloten werden mishandeld, be
haalde de koffie tón slotte toch de over
winning eh wel van «dien tijd af in Arabië
voorgoed.
Ongeveer 1502 werd de koffie te Konstaü-
tirtopel Békend. In 1554 wérd daar het éef-
ete koffiehuis opgericht maar óók hiér
werd haar het voorrecht niet gegund1,
bonder strijd het terrein te behouden.
Sultan Aclimed Clian bedreigde dfe dood
straf tegen het gebruik van koffie en tegen
het rookeh van tabak.
Maar de koffie behaalde toch dé overwin
ning; zij was er nu eenmaal, en haar ge
bruik werd meer tot een behoefte ja zelfs
gaf een latere wet aan de Turksche vrou
wen een recht op echt-scheiding, wanneer
haar mannen haar niet voldoende van kof
fie voorzagen. Ëe'n dergelijke wet zou zich
ongetwijfeld ook in de sympathie onzer
vrouwen verheugen.
In Frankrijk werd de koffie in 1660 inge
voerd en wel te Marsaüle, waar in 1671 het
eerste koffiehuis verrees. Hetzelfde gé-
beurde in 1672 te Parijs, en in 1683 kwam
de koffie naar Weenen. Toen in Pruisen
de koffie meer algemeen bekend begon te
wolden, regeerde F rede rik de Groote, die
haar ais éen zeer Welkom belasting-object
behandelde. Bijna terzelfder tijd werd de
koffie in Engeland bekend. In Denemar
ken verkreeg zij voor ongeveer honderd
jaar de algemeène gunst.
Zoo hield de koffie langzamerhand haar
ïegetoóht door dé gèheele we-reldl en er is
behalve de thee wel geen enkel genotmiddel
te vinden, dat zoo groote verbreiding en
atfoveel aanhangers heeft gevonden.
't Is de laatste toevlucht. Ala het fruit
Met dmzèndea kilo*B wordt neeigezweept
«n particulieren geen lust töonen om een
redelijk prijsjfe voor afval te besteden,
staat de kroetpers in Limburg klaar om
den heelen boel te ontvangen en te ver-
Iwerken tot atroóp, donkerioruine appel-
Stroop.
Kroetpersen vindt Uien nog op tal van
Ïimbuïgsche dorpen. Maar zij verdwijnen
toch al meer en meer. 't Gaat, er mee
met de oude pottenbakkerijen^ de hand
weverijen, de watermolens. Ze zijn, er als
laatste herinneringen aan liet vroegere
kléin-bedrijfzij zullen ook voortwerken
zoolang zij kunnen, maar er verrijst geen
pieuwe werkplaats naar het óud'e type.
De kroetpers op het dorp vindt meest
alleen wat werk voor de dorpsgetiooten.
Nu het aantal persen vermindert, komen
ër ook klanten van elders, en dit maakt
wel, dat de oYerblijvenden nog een taai
keven hebben eïi de oonourrèntië volhouden
tegen het gröot-bedrijf
Het gebouwtje, waarin de bewerking
pl&ate heeft, is, als bij die andere oude
bedrijfjes wat slordig primitief ingerioht.
Aan weerskanten langs de zijmuren staan
de twee plompe persende middenruim
te is ingenomen door twee groote koperen
ketels, in den vorm Van wasckketels, doch
met een middellijn van lA k 2 meter.
Bij karrevrachten te gelijk worden de
vruchten aangevoerd. Zakken vol donker
rood en Ücht-rose gekleurde appels, onrij
pe en onvolgroeide groene krielappeltjes,
grauwe en lichtgroene peren, 't Is alles
door elkaar gemengd. Fijn fruit met stoof-
goed, zuur met zoet, wat doet het er toe,
het gaat toch alles in één pers en het geeft
juist lekkerder stroop, zoo althans ver
telt men. Er zijn zendingen bij, die er nog
fleurig frisch uitzien. Er komen echter ock
klanten, die enkele weken 't gevallen fruit
hebben opgezameld. Dan worden wel de
appelen, die beter tegen een stootje kun
nen, in zakken aangebracht; maar de pe
ren, die gevoeliger zijn voor kwetsuren,
liggen tot een onherkenbare massa ineen-
gedrukt in vaten en tonnen*
Mén zou ze eerder willen bestemmen
voor de vaalt dan voor de menschelijke
maag. Het ziet er inderdaad onsmakelijk
Uit, maar de kroetpers is niet kieskeu
rig.. Alles wordt verwerkt, ook de bezen
ding voerbiëten, die de een of andere zui
nige boer er bijvoegt, om wat grooter
voorraad stroop te kunnen krijgen. Gevaar
voor de gezondheid is ér wel niet van te
duchten, want het wordt allés immers dub
bel en dwars gekookt, uren lang, en de
stroop bedérft niet licht, maar houdt zich
twee drie jaren lang goed.
Zoo'n geheele belending, een 500, 700 of
900 pond, wordt, zooals zij reilt en zeilt,
in een van de groote ketels gestort en,
na toevoeging van water, tot koken ge
bracht. Twee of twee en een half uur duurt
dit afhankelijk van de qualiteit der vruch
ten. Dan wordt de gekookte massa op de
persen geschept. Afwisselend komt daar
in telkens 'n lasg stroo en 'n laag vruch
ten. Het stroo dient om het uitpersen te
bevorderen. Een zware houten deksel, uit
twee helften bestaande, dient tot afdek
king, DAarop komen wat zware blokken
en éindelijk het groote steunblok, dat door
een zés a aalit meter langen hefboom met
behulp van een soort windas wordt aange
drukt. Om de tien minuten wordt deze
hefboom strakker aajigezet. Het sap, dat
uit de vruchten dringt, loopt door een
smallen goot in een in den grond geplaatst
vat.
Na het persen pompt men het duhne
sap op een koperen zeef, die boven den
tweedén ketel hangt. In dezen ketel moet
het aldus gefilterde sap vier a vijf uur on
der gestadig roei'en doorkoken, totdat de
waterdeelen grootendeels verdampt zijn en
de massa strooperig dik is geworden. Nog
warm wordt de slrcop dan overgeschept
in de Eeulsche potten of houten vaten
van de klanten en de partij staat ter afle
ring gereed. De uitgeperste vruchten die
nen voor veevoeder.
In een overvloedig fruitjaar ale dit eq
als er daarenboven door stormweer véej
afval is, is de kroetpers voor den Limburj
ger wel de goedkoopste gelegenheid oiq
een portie appelstroop te verkrijgen, dii
bij de ochtend- en vier-uur-böterham kad
dienen. Op de veilingen kan bij den reuzen-,
aanvoer de prijs terugloopen tot 90, ja tot}
60 cents de 100 pond. Honderd pond Vl'Uch-*
ten kunnen vijftien, veertien, dertien
pond stroop opleverên, al naar gelang da
qualiteit der grondstof is. De kroetpetq
rekent als kosten vier cents per poü4
stroop. Honderd pond appelen van eéc(
gulden kunnen dus vijftien pond stroop
leveren, die in totaal één gulden zestig
kost of ruim 10 cent per pond. In den win-,
kei betaalt men achttien cents. Is het won.
der, dat een Limburger er niet tegen ops
ziet, om een 600 pond vruchten te Intoöl
verwerken in een overvloedig jaar, zoödat
hij een kleine honderd pond .kró-tstrcyip1'
in voorraad heeft 1
Te Weenen schijnt een beweging gaand^
te zijn om de kellners in de café'é'
aldaar niet meer bij hun voor*
naam of cafénaom, maar bij hun „van"
ian te spreken onder toevoeging van het
praedicaat: meneer.
Althans in het „Neue Wiener Tagblatt")
leest de redactie van Nederland" onder
den titel „Jean oder Herr Huber?" het*
volgende:
De gaat, dio tusöohen het avondblad en
de „aehwarzeinwat aandacht schenkt*
aan de gewone koffiehuisgeluiden, kan ikj
eenige van onze café'a een zeldzame waar
neming doen. De Jans, Hendriks, Fran-;
sen, Kareis, Leo's zijn daar verdwenen;
in plaats van aan hen, bestelt men nu'
aan meneer Hüber een pot bier; roept'
men meneer Boreke om af te rekenen en
laat men meneer Bauer den gast, die al-1
tijd beslag op de tijdschriften legt, Vra
gen, of er al een Witzblatt vrij is.
Reeds lkng wan het de wensch van een
deel Van het bedienend personeel in de
koffiehuizen, niet bij hun Voornaam te
worden aangesproken. 2ij willen aid