Het normale gewicht van kinderen.
Prijzen van levensmiddelen.
als er een panne of zoo iets gebeurde. "Voör
het. overige zagen, zij de .auto's in vlie
gende vaart door haar straten rennen, wol
ken stof opgooiend. Schadeloos stellen voor
ettelijke daaruit voortvloeiende nadéelen kufc-
fcen zij zich niet, want zij hebben niet zoo-
als vele Zwitsersche kantons het recht tol-
boomen te plaatsen en tol te haffen.
Gendarmerie, enz., kan natuurlijk niets
uitrichten, er zijn veel te weinig politie
mannen in do dorpskes, om na te kunnen
gaan of het rijtempo overtreden wordt, enz.,
■enz. Daar komt nu nog bij, dat door liet
auto-verkeer de vreemdelingen, die vroeger
do kleine plaatsjes voor Sommarfrische op
zochten en daardoor geld onder de menschen
brachten, wegblijven, 'tls voor voetgangers
geen plezier heel den lieven dag op de
eenige straat, welke zoo'n iiiiniatuürdórp of
stad heeft, autogetoeter té hooren, .auto
stank te ruiken, benzine.damp in te ademen
in plaats van frissche berglucht, en op de
smalle wegen om den" haverklap op zij te
moeten springen vcor zoo'n snorrende «auto.
Vooral op den Dolemietenwég, die imeest
doer smallo kloven loopt, langs steile rots
wanden etn voor alle andere soort voertuigen
cok de eenige weg is, bleek dit euvel spoe
dig en werd het van week tot week erger.
De liefde der Tirolers voor het auto.ver-
keer slonk dan cok weldra en nu ook de
Rijkspostautcdienst, de verdienste dér bevol
king wegneemt, welke zij tot <nog toe had.
door hét personenvervoer per diligence, rij
tuig, enz hebben de afgevaardigden in. den
Rijksraad zich de zaak aangetrokken. De
zaak wordt daar ter sprake gebracht. Heel
TiTol wacht in ^panning, wat -er de uit
slag van zal zijn.
Automatische aanneming van aange*
teekeniie stukken.
Bij de Duitsche rijkspesterij en zijn sedert
eenigen tijd toestellen ingevoerd, die op
zekere wijze de aanneming van aangetee-
kende stukken automatisch verrichten.
Het offlcieele tijdschrift \&n het Duit^
ache postbe6tuur „Archiv iur fost und ïe-
legraphie" deelt omtrent dëze toestéllen
het volgende niede:
De eerste proeven met zulke toestellen
werden reed» eenige jaren geleden geno
men; zij waren echter weinig bemoedigend
omdat de verschillende vorm en sterkte der
in aanmerking komende briefzendingen
aan de vervaardiging van éen zeker ff erkend
en door iederen leek zonder bijzondere
aanwijzing te behandelen toestel groote
moeilijkheden stelden. Verschillende uitvin
ders gaven daarom de verdere uitwerking
van deze taak op. Ten gevolge van de bp
moeiïngen van de rijkspost-adminlstratie
gelukte het echter ten slotte, een voor den
dienst bruikbaar toestel te vervaardigen.
Daarvan zijn ongeveer twintig toestellen
aan de loketten van postkantoren waar \ele
aangeteekende stukken worden aangebo
den, in gebruik genomen. Het gebruik van
de toes bellen die meestal in den loketmuur
zijn ingemetseld, is zeer eenvoudig: door
het openen van een kleine deur aan de
naar het publiek gerichte zijde van het toe
stel wordt een kleine opening vrij, waar
in men het aan te teekenen stuk schuift.
Vervolgens wordt het deurtje weder ge
sloten en aan een kruk gedraaid. Dit be
werkt, dat de brief, in roode kleur met
den daturfi der aanbieding, de aanduiding
van het postkantoor, evenals met een loo»
pend nummer en het R-teeken voor aon-
geteekende zendingen bedrukt wordt. Den-
zelfden opdruk draagt het door het toestel
afgegeven regu.
De brieven komen vervolgens automa
tisch in een gesloten bus, die alleen van
uit het inwendige van het postkantoor ge
ledigd kan worden. Daar, wear in enkele
gevallen deze toestellen ook na de sluiting
van het kantoor gebruikt kunnen worden,
kunnen zij met behulp van een bijzondere
inrichting zóó gesteld worden, dat het ge
bruik alleen na inwerping van dc zooge
naamde Spatlingsgebuehr van twintig pfen-
nige mogelijk is.
Alle toestellen kunnen overigens slechts
gebruikt worden, nadat er een brief inge
schoven is en de deur aan de opening ge
sloten is. Deze deur kan niet geopend
worden vóór de kruk is omgedraaid, waar
aan de achterWaartsche beweging even
eens verhinderd wordt. Storingen aan de
toestellen worden automatisch door een
electrisch belletje aangekondigd.
Het aanteekenen van oen brief op zulk
een wijfce vordert slechts enkele seconden.
Algemeen wordt aangenomen, dat het nor.
male gewicht van den mensch in kilogram
men gelijk is attn het aantal oentimetard
hoven 100 van do hoogte, zoodat bijv. aan
een man van 1.70 M. hoogte een gewicht
van 70 K.G. toekomt.
Bij vaststelling van het normale gewicht
van kinderen heeft men aan bovenstaande
opgave niets; ook Vierordt's methode om
lengte maal borstomvang door 240 te doe
len, geeft geheel onbetrouwbare uitkomsten.
Te meer is zulks het geval, daar gedu-
Tendo den groei hoogte en gewicht naar den
leeftijd schommelen. Zoo bestaan er twee
perioden van versterkten groei in de lengte,
en wel van 57 en van 1115 jaar; de
hoogte neemt dan sterker toe dan het ge
wicht. Daarentegen neemt op den leeftijd
van 24 en van 810 de hoogte in min
der sterke mate toa dan het gewicht.
De tweede periode van rokking vah
1115 jaar is bovendien nog hierdoor
gekenschetst, dat in dien tijd de meisjed
in hoogte en gewicht absoluut boven de
jongens van denzelfden leeftijd staan.
Om nu tot een normale verhouding van
de hoogte tot bet gewicht, om tot een
standaard te komen, zou men voor elk levens,
jaar, en wel voor jongens en meisjes af
zonderlijk, de normaalcijfers moeten b?Te-
keDcn en daaruit een index bepalen.
Van de langs dezen weg verkregen ge
gevens doet dr. C. H. Stratz in het ,,Ne-
derlandseh Maandschrift voor Verloskunde
en Vrouwenziekten en voor Kindergenees
kunde" mededeeling. In de volgende tabel
zijn die gegevens saamgevat:
Normale index Hoogte: Gewicht.
LeeftUd
Hoogte iü cil.
Gewicht
ln Kg.
Op 1 cM.
komen gram
Jonj.
meisje
Jong.
meisje
Jong.
meisje
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
20
50
75
85
93
97
50
75
85
93
97
3.5 3.25
9 9
12.5 12.5
103 103
111 111
121 121
125 125
128 128
130 130
135 138
140 143
14G 155
151 158
160 160
162 162
165 163
170 166
175 168
180 170
ISO 170
14
16
14
16
17.5 17.5
19
22
24
19
22
24
26.5 27.5
30.5 32.5
33
37
40
47
55
60
64
67
69
70
35.5
40
46
52
53
55
56
57
67.5
60
70 64
120 120
147 147
150 150
165 165
170 170
171 171
181 181
192 192
203 203
204 211
226 235
236 248
253 258
265 285
294 325
340 328
364 337
376 339
382 339
383 338
390 362
Uit deze cijfers blijkt allereerst, dat de toe.
name in hoogte en gewicht bij jongens en
meisjes tot het 10de jaar ongeveer gelijk
verloopt. Is er eenlg verschil, dan is liet
dit, dat de meisjes iets lager staan. Met
het tiende jaar nemen daarentegen do meisjes
aan gewicht, met het olfdo ook aan hoogte
de eerste plaats in, om pas in het 15(1? en
16de jaar door de jongens achterhaald te
worden, d! i van dan f de haas blijven.
Wat nu den wasdom index betreft, deze
wordt, go'.ijk reeds i' aangegeven, verkre
gen door het gewicht in grammen te dea
len door de lengte in centimeters. Is een
pasgeboren kind bijv. 50 c.M. lang en weegt
het 3500 gram, dan komt op eiken c.M.
hoogte 3500:50 70 gram, «?n daarmede is
70 de wasdomundex voor den pasgeborene.
Vergelijkt men tkans de index.cijfers der
bovenstaande tabel, dan ziet men, dat de.
index met ieder jaar toeneemt en dat, eyen-'
als hoogte en gewioht., ook de index van
af het 10de tot het 15de jaar bij de meisjes
grooter is dan bij de jongens.
In ronde cijfers bedraagt hij tegen het
einde van het eerste levensjaar 100; einde
van het derde 150, tusEchen het achtste en
tiende 200, twaalfde en dertiende 250, waar-
hij echter aan te merken is, dat in dien
tijd, afgescheiden van de superioriteit der
meisjes, individueel door meer of minder go.
concentreerde wasdoms.energie sterke schom
melingen voorkomen.
Tegen het einde dar tweede puberteitsrek-
king bereiken beide geslachten met onge
veer 14 a 15 jaar een index van 350.
Deze blijft zoowat globaal de normale
index voor de volwassen vrouw; voor den
man wordt het cijfer nog verhoogd tot 390.
iWil men dus in een gegeven geval het
normale gewicht van een kind bepalen, dan
beeft men slechts de hoogte in centimeter»
te vermenigvuldigen met den voor die»
leeftijd berekenden normaal.index.
Een jongen van 130 c.M. hoogte bijv.,
die acht jaar oud is, geeft met index van
200 een normaalgewicht van 130 X 200 is
26 K.G Wordt hij te licht bevonden, dap
is dat een bewijs, dat hij niet aan normale
eischen voldoet.
Aan te merken is nog, dat de hierboven
aangegeven normaalgewichten, waarnaar de
index niet bepaald is, genomen zijn van het
ongekleede lichaam.
Om vooral op scholen op ruime schaal
proeven te nemen, zou m'en van het dn
kleederen gewogen kind 10 pOt. van het
gewioht kunnen aftrekken, om het netto-
lichaamsgewicht te verkrijgen.
In Bijdragen en Mededeelingen" der
vereeniging „Gelre," schreef de bekenda
Nijmeegsehe archivaris, de heer H. D. J.
van Schevichaven, een belangrijk opstel
onder den titel „Eer Gelre was" (van
d© achtste tot de elfde eeuw.) Uit dat
opstel lichten wij de volgende wetens
waardigheid':
Karei de Groote, overal zij'n gezag befc
ven dat der locale machten stellende,
trachtte, ten behoeve der door de fortuin
minder begunstigden, den prijs der levens
middelen ..vast te stellen. Doch die, welke
hij daarvoor bepaalde, kunnen ons weinig
leeren, daar wij met die van andere be
hoeften en de hoogte der loonen niet be-,
kend zijn. Alleen tót vergelijking hunner
onderlinge verhouding mogen zij van eeni
gen dienst zijn. Op een synode, te Frank-
fort in 794 gehouden, werd bepaald, dat'
niemand noch in tijd van overvloed, noch
van sohaarschte graan verkoopen mocht
boven de volgende vaste maten en prijzen!
een mud haver 1 denarius (40 cents) een
mud garst 2 den., een mud rogge 3 den,
een mud weit of tarwe 4 den. Bij den
verkoop van brood mochten 12 taTwebroo-
den van twee pond niet meer kosten dan
1 den., 15 roggebrooden van datzelfde ge
wicht 1 den., 20 garstebrcoden 1 den.,
25 haverbrooden 1 den. Werd er graan uit
des Konings hoeven verkocht dan zou dit
gelden: 2 mud haver 1 den., garst 1 den.,
rogge 2 den., een mud tarwe 3 den. En
wie een koninklijk leengoed bezat, moest
onder Gods hoede, zooveel mogelijk zor
gen, dat niemand der lijfeigenen die tot
dat goed behoorden, van i. rurer stierf. Al
wat er overbleef van do levensmiddelen,
na aftrek van het noodige voor onderhoud
zijner lijfeigenen (familia), behoorde hij
vrijgevig tlibere) tegen bovengenoemd©
prijzen te verkoopen.
Dergelijke bepalingen verhinderen na
tuurlijk handel en speculatie; de Keizer
bad dienaangaande zeer eigenaardige,
onpractische inzichten en opvattingen. In
een Rijksdag in de groote vasten van 806,
op den burcht te Nijmegen gehouden, ver-
kcnaigde hij: Indien iemor" ten tijde van
den oogst niet voor zijn behoeften, doch
uit hebzucht graan koopt, bijv. een mud