K©. 13129. LEIBSOH DAGBLAD, Donderdag 19 September. Tweede Blad. Anno 1912. Uit de Rechtzaal. Uit de „Staatscourant". Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. In Hofkringen. basar, Oostenrijk-Hongarije van den Bal kan afsnijden. Ieder, die in de.ze drie kwesties liet be lang van Oostenrijk-Hongarije niet wil die nen, moet er op rekenen met de monarchie in strijd te geraken, schrijft het -blad. Wanneer de verdeel ïng van Euro. peesch Turk ij e eenmaal zal plaats vinden, mag Oostenrijk-Hongarije niet met leege handen naar huis gestuurd worden., Daarom is het in het belang van Turkije, <Dat het zoo vlug mogelijk op het voorstel van graaf Berchtold ingaat. Doet het dit niet, ontstaat er opnieuw revolutie in Oud- Servië en Albanië, dan zou het best kunnen gebeuren, dat de monarchie haar troepen tot aan Mitrowitza vooruitschuift en de Albaneesohe kust bezet. Voor Servië en Montenegro ligt hierin weer de wenk om voorzichtig te zijn. Trou wens ze zijn reeds eerder gewaarschuwd. Merkwaardig is, dat reeds gedacht wordt aan verdeeling van Europeesch Turkije. In afwachting van den vrede hebben Tur ken en Italianen nog eens flink gevochten. Het bericht komt uit Italiaansche bron, wat we echter niet behoeven te vertellen, want na lezing zal het ieder duidelijk zijn. Generaal Reisoli maakt melding van een aanval der Turken en. Arabieren op de be zette stellingen bij Kasser el Leben en in de Burues-vallei. Hij meldt, dat de twee aanvallen spoe dig werden teruggeslagen. Tegen acht uren was de vijand afgetrokken; een aantal vijandelijke troepen sloten zich echter we der aaneen en werden eerst door een krach- tigen aanval op den linkervleugel uiteen gejaagd en daarop met zware verliezen teruggeslagen. Aan Italiaansche zijde vielen 61 dooden en 113 gewonden. Achthonderd vijanden hieven op het slagveld. Wanneer men de medegevoerde lijken meetelt, kan het to taal der gesneuvelden van den vijand op meer dan 1000 worden geschat, terwijl bo vendien nog een zeer groot aantal ge kwetst werden. De Italianen maakten 41 gevangenen, waaronder één hoofd der Berbers. Na wat we gisteren meldden, is er geen nieuws van e enige beteekenis over de vredesonderhandelingen. In Home zal de ministerraad vergaderen over verschillende punten, zooals het terugroe pen der Turksohe troepen, de eilanden in de Aegeïsohe Zee, de godsdienst, enz. Maar vooral ook zal worden beraadslaagd over de volkomen suzereiniteit in Lybië. Inzake godsdienst is men van plan vol komen vrijheid te geven. Men weet, dat de Russische minister van buitenlandsche zaken, Sa s s a n o f naar E ngeland zou gaan. Hij is nu met den directeur van zijn kanselarij vertrokken. Uit Posen seint men, dat de minister van Landbouw den 'regeeringsp resident van Po sen volmacht heeft gegeven, om slacht vee uit Oostenrijk-Hongarije in te voe ren. Het besluit door Spaansche spoorweg mannen in Catelonië genomen om den arbeid neer te leggen hebben we reeds vermeld. De spoorweg'-maatschappij te Saragossa heeft verklaard geen conces sies meer te doen en de afgevaardigden der stakers zijn daarom naar huis gegaan. Het centraal bestuur van den Bond heeft aan de leiders in Catelonië verzocht te wil len zorgen dat de staking tot dat district beperkt blijft. Gisteren melden we de belegering der Amerikaansohe school door opstandelingen in Nicaragua te Granada. De meisjes zijn thans ontzet. Het ontzet isnietzondermoeite in zijn werk gegaan, want generaal Mena, de vroegere minister van oorlog, die aan het hoofd van de opstandelingen staat, weigerde eerst om de meisjes door te laten. Schout-bij-nacht Southerland, de bevel hebber van de Amerikaansohe vloot, zond daarop een ultimatum aan generaal Mena, waarin,hij. eischte dat de meisjes Granada zouden mogen verlaten en dreigde, dak hij anders zijn heele strijdmacht van Ameri kaansohe matrozen en mariniers op hem af zou zenden. Toen pas gaf Mena toe «n liet hij de meisjes met hun onderwijzeres sen en bedienden door. Uitspraken Kantongerecht te Leiden. (Vervolg). De kantonrechter heeft nog veroordeeld: (Wegens rijden met em rijwiel zonder licht: G. N. B. tot f 2 of 2 d.; A, Q. v. R. tot f 2 of 2 d.J. C. M. D. tot f 2 of 2 d.J. G. tot f 1 of 1 w. t.L. A. v. d. B. tot f 1 of 1 w. t., allen, te Noordwijk; A. G. tot f 2 of 2 d.T. K. tot f2 of 2 d.; J. H. Hzai. tot f 2 of *2 d., allen te Rijnsburg; P. J. P. te Warmond tot f 1 of 1 w. t.; J. Th. B. te Leiden tot f 2 of 2 d.J. v. E. te Noordwijkerhout tot i- 2 of 2 d.G. J. v. D. te Lisso tot f 2 of 2 d.; A. M. H. tot f2 of 2 d.; J. V. tot f2 of 2 d.beiden te Sassenhoim; K. K. to Katwijk.aan-Zee tot f 1 of 1 d. Wegens te snel varen": P. R. te Leiden tot f 2 of 2 d. •Wegens zonder vergunning stooraen in Rijnlands boezemwater: A. P. te Broek-op hangend ijk, tot f 2 of 2 d.W- V. te Rot. terdam tot f 3 of 2 d. Wegens in onvrije duinen do harde korst vernielen: _J. v. D. Azn. tot f 1 of 1 w. t.G. \V. Ezn. tot f 1 of 1 w. t., beiden te Noordwijk-aati-Zee. Wegens te Warmond in het openbare wa ter zwemmen: F. v. W- te Leiden tot f 0.50 of 1 dag. Wegens te Zoeterwoude een rijwiel be rijden op het voetpad: dr. J. D. K. te 's-Gravenhage tot f 1 of 1 d.K. K. te Rijswijk tot f 1 pf 1 d., C. B. te Vrijenban tot f 1 of 1 d.A. v. d. B. te idem tot f 1 of ld. Wegens te Katwijk den mot helm beplan ten duinglrond beloopenA. v. d. O. te| Katwijk.aan-Zee tot f 1 of 1 d. Wagens te Katwijk met een wagen een vaste, standplaats innemen.: A. B. tot f 1 of 1 dag. WagenS te Katwijk zonder kennisgeving venten: J. v. R. tot f0.50 of l d.; beiden te Leiden. ^Wegens to Katwijk niet zorgen dat een op een openbaren weg geplaatst voorwerp niet behoorlijk verlicht is: D.:. M. v. jd.' G to Katwijk ,aan don Rijn tot f 0.50 of 1 dag. Wagens te Katwijk met een wagen oen vaste standplaats innemen: J. 0. tot f 1 of 1 dag. Wagons to Katwijk.aan-Zee "op het strand venten: J. S. tot tweemaal f0.50 of twee maal 1 d.J. D. tot tweemaal f 0.50 of tweemaal 1 d., allen te Leiden. Wagons te Noordwijk-aan-Zee zonder ver gunning van B. en Ws. een rijdier ter ver huring op het strand laten staan: C. v. d. N. tot f 1 of l d.G. v. d. N. Gzn. tot f 1 of 1 cl Wegens te Noord wijk-aan-Zee den Boule vard met een kar zonder veeren berijden: H. v. d. P. tot f 1 of 1 d.allen te Noord- wijk aan Zee». Wegens te Noord wijk-aan-Zee zonder ver gunning van B. en Ws. met koopwaar langs de huizen venten: D. T. zonder domicilie tot f 0.50 of 1 d. Wegens te Ocgstgeest een rijwiel berijden door de Groenesteeg: H. B. te Leiden tot f 3 of 2 d. Wagens overtreding der verordening van Voorschoten regelende de volkshuisvesting A. A. v. N., te Voorschoten, tot f 2 of 2 d. Wegens te Leiden een rijwiel berijden door de Maarsmanssteeg. A. S., te Koude kerk tot f 0.50 of 1 w. t. Voor idem op de helling der Vischbrug H. I. J. F. W. tot f 0.50 of 1 d. Wegiens te Leiden een schuit aan een boom Vastleggen zonder een kleed om dien boom te doen: G. B. tot f 1 of 1 d. Wegens te Leiden toelaten dat een 13-ja- rige jongen eên paard leidt: J. L. A. M. tot f 1 of 1 d. Wegens te Leiden op een éen-persoons rijwiel nog een persoon vervoeren: A. H. v. d. L. tot f 0.50 of 1 d. De 46-jarige visscker J. A. R-, van Gou da, was in appèl gekomen van een vonnis van den kantonrechter aldaar, waarbij hij ter zake van overtreding der Visscherijwet werd veroordeeld tot f 25 boete subs. 14 dagen hechtenis. Den 7den Mei zou bekl. eenige baarzen, kleiner dan 18 c.M., en eenige palingen, kleiner dan 25 c.M., kleiner derhalve dan geoorloofd is, in zijn boot hebben vervoerd en ter zake van vervoer van visch, van kleiner afmeting dan bepaald is bij alge- meenen maatregel van bestuur, bedoeld bij art. 10 der Visscherijwet, had bekl. voor den kantonrechter terecht gestaan. Bekl. gaf toe baarzen van kleiner dan vereisohte afmeting in zijn boot te hebben gehad. Paling had hij er slechts één, van 26 c.M. lengte. Ook het vorige jaar is bekl. wegens ge lijke overreding veroordeeld1, tot boete, subs. 4 dagen hechtenis. Bekl. is arm, voor elk ander werk dan vïsschen onge schikt. Hij lijdt aan een borstziekte, kan slechts heel weinig verdienen en heeft een groot gezin. Bekl. kon de boete niet beta len en had toen van de Koningin gratie gekregen. De reden, waarom bekl. thans in appèl kwam, is, dat hij de f 25 onmogelijk beta- Bij Kon. besluit zijn benoemd tot ontvan ger der successierechten (kantoor No. 2) to 's-Gliavenhage, J. W. Maassen, thans in specteur der registratie cn domeinen in do 10de divisie te 's-Gravenhagetot ontvanger der registratie en domeinen te Enkhuizen, G. H. Dorrestoin, thans surnumerair der regis tratie en domeinen is benoemd tot kant onreeh ter. plaats vervan ger in liet kanton 's-Gravenliage, met in gang vanj 1 October, mr. G. A. van Haeftcn, advocaat en procureur te 's.Gravcnhage is benoemd tot griffier bij den Raad van. Beroep (Ongevallenverzekering) te Gronin gen, mr. G. W. Sannes, thans griffier bij den Raad van Beroep (Ongevallenverzeke ring) te Almelo; is met ingang van 1 October de kolonel W. F. Pop, commandant van het 2de reg. vold-artïllerie, in zijn rang cn ouderdom van rang overgeplaatst bij den Genera Ion Staf en benoemd tot sous.chef van dien staf; is aan den officier van .gezondheid 2de kl. op non-activiteit J. W. Bjjleveld, vau heb personeel van den Geneeskundigen Dienst der landmacht, op het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ontslag uit den mi litairen dienst verleend. De toestand ia Europa is g c- g p a n n e n. Niet door de kwesties iu den Balkan, die verdwijnen reeds in het niet„ vergeleken bij die andere, die thans aan den politieken horizon is opgekomen. De oor zaak is de concentraties der Fransche vloot in de Middellandsche Zee en het terugtrek ken van het Engelsche eskader uit die om geving. Die Staten van den Driebond en ie van de Triple Entente zijn daardoor met elkaar in botsing gekomen. En hoe ernstig de toestand is, bewijzen de kalmee- Tende woorden in sommige bladen. Maar het is ook weer eens voor -de zoo- veelste maal bewezen, dat het niet de vol keren zijn, die elkaar den oorlog verkla ren, dat het niet de wil, het verlangen is der groote massa, maar dat men in de Ka binetten over dergelijke, het geheele volk rakende, zaken beslist. Noch Engelscbman, noch Fransohman, noch Italiaan, noch Duitscher gevoelen iets voor oorlog, maar er wordt stemming gemaakt om te doen zien, hoe slecht toch wel die Engelschen en Fransehen zijn, dit het Europeesch even wicht verstoren. De Franschen met hun levendig tempe rament gebruiken wel-eens te dikke woor den, maar dan komen onze vorstelijke naburen en die doen het dan nog dikker over en zijn oogenblikkelijdc klaar met hun beschuldigingen. Daar spreekt men direct yan vijandelijke politiek, die door Poincaré en Delcassé ingeleid is. En in verschillende officieuze uitlatingen in Duitsehland wordt hun optreden scherp veroordeeld. D e Franse h-D uitsche betrekkin gen zijn op dit oogenblik ge- spannen. In Duitsche regeeringskringen ziet men, in weerwil van allo bemantelingen, klaar en helder in de nieuw ingeleide manoeuvre het doel van Frankrijk en Engeland, om Italië van den Driebond los te scheuren. Wanneer de Fransche regeeringspersonen niet inzien, dat hun streven een zeer be denkelijke zijd© heeft voor den Europee- echen vrede, dan worden zij thans voldoen de door de bewuste officieuze artikelen ge waarschuwd, om niet met vuur te spelen, aldus de meening, die in Duitsehland in regeeringskringen heerscht. De Engelsche pers is nu gaan sussen, tracht de gemoederen weer tot rust te brengen. Dooh veel resultaat zal het niet hebben, want, al slaagt ze voor ditmaal, over eenige maanden krijgen we, zij het dan ook op andere gronden, een herha ling van dit spelletje. Dan zal weer de toestand, tusschen Duitsehland en Frank rijk gespannen zijn, totdat „Op het oogenblik heerscht inzake de buitenlandsche staatkunde in uitgebreide kringen een e enigszins gedrukte en bezorg de stemming," zegt de „Kölnische Zeit." Dat die drukking nu maar beperkt mag blijven tot die uitgebreide kringen" en de volkeren er niet in gemoeid worden. Dat in den Balkan de zaakjes noglang niet in orde zijn, behoeven we niet meer te vertellen. Nu rijn de Malissoren Weer in opstand gekomen. Ze moeten van plan zijn Scutari en Durazzo aan te val len. De Regeering zegt wel dat de toestand niet zoo ernstig is maar het neemt toch niet weg, dat Riza B-e-y versterking van rijn troepenmacht heeft moeten vragen. Gendarmen die naar Waskowa, waren vertrokken om een moordenaar aan te hou den, rijn door de Christelijke boeren aan gevallen en twee gendarmen hebben het leven moeten laten. Yan de Arnauten vier hunner werden gedood waren velen dronken. De „Oesterreichische Rundechau" doet Dok al vechtlustig, geeft ook blijk van land- hanger. De Balkankwestie is volgens dit blad voor Oostenrijk-Hongarije een levens kwestie. Voor deze monarchie is van ge wicht de waarborg, dat Albanië een afzetge bied blijft voor den Oostenrijksclien handel, een open handelsweg naar Saloniki en de verhindering dat Servië en Montenegro door een verdeeling van het Sandjah Novi- S3) Er was al op eens een idee in hem opge komen, dat de plotselinge verandering in de houding van mylord want het was een verandering, daar twijfelde Zijne Majesteit niet aan het gevolg was van een gevoel van angst, waardoor hiji zich het bijzijn van zijn vrouw bewust was ge- Worden, ofschoon hij haar van zijn plaats af onmogelijk had kunnen ziien naderen.Dat maakte dat hij zich nog meer ergerde aan Lydia en aangezien zij kalm op een ver klaring scheen te blijven wachten, ant woordde hij norsch: „Wel neen, mevrouw, u vergist u; ik Verzeker u, dat mylord en wij het volmaakt eens zijn we waren dat tot vóór een bogcnblik." „Totdat ik er bij kwam," zei zij kalm- „Dat doet me genoegen, want ik hoop dat het gemakelijk genoeg zal rijn om er Uwe Majesteit van te overtuigen, dat er door mijne tegenwoordigheid geen verandering kómt in de diep-eerbiedige houding van meneer den controleur-generaal." „Pardi, wij hopen dat ook," zei me vrouw de Pompadour scherp, ,,maar wij hopen ook, dat mylord eindelijk zijn tong ^'eer te zijner beschikking heeft en dat ^lf zal zeggen." Maar Lodewijk XV had geen zin om den Redetwist heropenen in de tegenwoor digheid van Lydia. Hij wist, evenals de hertog van Aumont, dat zij niets als min achting en afschuw zou ten toon spreiden voor dab gomeene voorstel, dat hij meer dan ooit geneigd was om aan te nemen. Het was natuurlijk vervelend om de me dewerking van lord Eglinton te moeten missen; die zwakke dwaas zou natuurlijk overheersoht worden door zijn vrouw. Maar er waren nog wel /indere middelen om den persoon van Karei Eduard Stuart in rijn macht te krijgen dan het rechtstreëk- sche middel dat hij mylord een oogenblik geleden had voorgeteld. De jonge preten dent moest de kust van Schotland tooh eens verlaten. Zonder dat koning Lodewijk er iets van afwist zou er door zijn vrienden een schip kunnen gestuurd worden om den vluchteling te redden, maar dat schip kon aangehouden worden en alles wel bezien Ecu Karei Eduard Stuart toch ook eens in Frankrijk aan wal moeten gaanen dan..." Er waren ook nog meer middelen om die verleidelijke millioenen te verdienen. Maar die middelen moesten overdacht en uitge werkt worden; zij waren veel lastiger en lang niet zoo vast en dat was wel een lee- lijk ding, daar de Koninklijke schatkist dringend behoefte had' aan nieuwe vulling. Maar het was toch beslist te ontraden om het onderwerp met mevrouw Eglinton aan te roerenhet was ook onnoodig vernede rend, aangezien hij op een weigering kon rekenen. Toen lord Englinton als in kalme uit daging van de scherpe woorden van Pom- padbur den brief van den hertog van Cumberland dus zwijgend teruggaf aan den Koning, stak deze hem in rijn zak met een gebaar van in het oogloopende onverschil ligheid. „We behoeven het „madame la mar quise" nu niet lastig te maken met de kwestie," zei hij; ,,zij is niet op de hoogte van het onderwerp van het gesprek en het zou vervelend zijn om het nog eens te herhalen." „Ik vraag u wel om excuus, Sire," zei Lydia, „als ik mezelf heb ingedrongen, maar mijn ijver voor den dienst van Frank rijk en dien van Uwe Majesteit heeft mijn zintuigen overmatig scherp gemaakt. Mijn oogen zien in de duisternis, mijn ooren hooren op onbegrensden afstand:'' „Met andere woorden, madame la mar quise heeft geluisterd," zei Pompadour met een hoonlach. „Ik heb niet geluisterd," zei Lydia „Ik hoorde het van zelf." „Dus u weet het?" zei Lodewijk met goed voorgevende onverschilligheid. „O, ja." Zij glimlachte terwijl zij dat zei. Het waa klaarblijkelijk een dag vol verrassingen, want die glimlach was bepaald aanmoedi gend.; „En 'en wat zegt u er van?" vroeg Zijn Majesteit ietwat zenuwachtig, dooh wel wat aanmoedigend door dien glimlach. Zou hij nu heusch een bondgenoot gaan •vonden, daar waar hij den hevigsten tegen stand verwacht had? „Het komt me voor, dat mylord wat voorbarig was," antwoordde Lydia kalm. „Zoo Het waa een zucht van diepgevoelde, in tense voldoening, een zucht,- geuit door Lo-. Wegens te Leiden ongekeurd vleescK ver- voereai: A. A. V. tot f 3 of 2 d. Wegens te Leiden ingevoerd vleesch niet onmiddellijk naar het Slachthuis brengen: A. H. F. tot f 3 of 2 d. Wegens te Leiden zich niet aan een bevel der politie onderwerpen: M. v. dl. W. tot f 3 of 1 dag. Wegens te Leiden een kleedje uitklop pen: M. M. P. tot f Ó.50 of 1 d.; A. v. d. L. vrouw van D. T. en E. v. d. L. tot f 0.50 of 1 dag. Wegens te Leiden op een door een hond voortbewogen voertuig zitten: 0. D. Z. tot f 1 of 1 dag. Wegens te Leiden rijden in verboden richting: J. v. d. L. tot f 1 of 1 d., allen te Leiden. Wegens overtreding IJkwet: A. O., te Katwijk-aan-Zee, tob 4 maal f 0.50 of 4 maal l dag. De kantonrechter sprak vrij A. O., te Warmond, beklaagd van overtreding der Jachtwet. G. B., te Vogelenzang, beklaagd van te Sassenheim met een motorrijtuig te snel rijden; H. H., te Sassenheim, beklaagd van te Sassenheim zonder noodzaak op het rijwielpad rijden. Teruggegeven werd aan de ouders D. v. di. V., te Rijnsburg, beklaagd van rijden met een rijwiel zonder licht. ilaagsch Gerechtshof. Adv.-gcneraal bij dit Gerechtshof eischte ontslag van rechtsvervolging in de zaak tegen A. van B., beheerder der Commandi taire Yennootschap voor landbouw- en vee- teeltbelangen te Rotterdam, door de recht bank aldaar tot zes maanden gevangenis straf veroordeeld wegens oplichting. De Verdediger, mr. Yan Gigch, conclu deerde tot vrijspraak. Uitspraak over veertien dagen. Het Gerechtshof te 's-Gravenhajgo sprak vrij G. T., houtcontroleur te Rotterdam, die door de rechtbank aldaar was veroor deeld wegens verduistering. Rotéerdamsche Rechtbank. De losse werkman Tj. Ossenga, van Ze venhuizen, verklaarde 7 Juli ruzie te heb ben gekregen met zijn dorpsgenoot, den niet-verschenen bekl. J. J. v.®H. Deze zou hem met een bierflesch op het hoofd ge slagen hebben, waardoor getuige bloedend verwond werd. Getuig© D. v. Wijk verklaarde, dat de ruzie op zijn erf plaats vond en volgens dezen getuige was de oorzaak er van „minnenijd", ofschoon zoowel bekl. als de mishandelde boven de vijftig jaar zijn. Te zake van mishandeling eischte het O. M. één maand gevangenisstraf. dewijk, en van harte herhaald door mine. de Pompadour. „Dat voorstel komt uit Engeland als ik het goed begrijp, niet waar, Sire?" ver volgde Lydia. „Het komt van Zijn Genade den her tog van Cumberland in persoon, madame," antwoordde de Koning, terwijl hij den brief weer uit zijn zak haalde. ,.Mag ik hem eens inzien?" vroeg zij. Lodewijk aarzelde een oogenblik en gaf hem haar toen. Er was geen gevaar bij, aan gezien zij had toegegeven dat zij er den in houd van kende. En de heele zaak zou zooveel gemakke lijker zijn en vlugger gaan als de Eglim tons hun medewerking verleenden. Lydia lae den heelen brief door en was schijnbaar zeer verdiept in den inhoud er van. Zij keek niet eens op om te zien hoe de anderen haar gadesloegen. Zij wist heel goéd, dat de Koning zijn blik strak op haar gelaat gevestigd hield en dat de hebzucht en het verlangen naar de in de lucht han gende millioenen duidelijk op het gezicht van de Pompadour te lezen waren. Maar zij had geen enkele maal naar haar echtgenoot gekeken. En rij keek ook nu niet naar hem. Hij had niets meer gaegd sedert die plot selinge uitbarsting van verontwaardiging, toen hij met zijn slanke band het gemeene bewijsstuk had ineengekreukeld, dat zij na met zooveel aandacht bestudeerde en dat hij het liefst in stukken had willen scheu ren. Toen rij het eerste oogenblik tuöscKen beiden kwam, had hij zich omgekeerd en haar aangekeken. Zij wist, dat zijn blik van af dat oogenblik op haar gezicht was len kan en te ziek is om hechtenis te on.-» der gaan. Een agent van politie verklaarde, dat hij bekl. gelast had met zijn boot aan wal te komen. In plaats daarvan, begon bekl., de gevangen visch in het water te gooien. Toen hij- eindelijk aan wal kwam, had ge tuige nog eenige baarzen, kleiner dan 18 c.M. en één paling, van 15 tot 18 c.M. groot, in de boot gevonden. Getuige beaamde, dat bekl. te arm is om een boete van f 25 te betalen. Het O. M. eischte bevestiging. De rechtbank heeft veroordeeld: J.; A. K„ los werkman te Reeuwijk, we gens diefstal en verduistering in dienstbe trekking, tweemaal gepleegd, bij recidive, tot drie maanden gevangenisstraf; J. Y., 38 jaar, huisvrouw van J. de B., te Nieuwerkerk aan den IJsel, wegens mi* handeling, tot f 10 boete, subs. 10 dagen hechtenis; F. J. N-, hondenkoopman te Gouda, we gens het niet voldoen van hondenbelasting, tot f 10 boete subs. 2 dagen hechtenis. Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft uit spraak gedaan in zake het ongeval, dat. op 2 Juni j.l. in de Noordzee op den stoomlogger „Johanna Adriana", MA 55, uit Maassluis, is geschied. De 13-jango reepschieter Jan den Duik had) toen plot seling uit de lenspomp een straal stoom en kokend water tegen het lichaam gekre gen, waardoor hij hevige brandwonden had opgeloopen; eerst na elf weken ver pleging in het hospitaal te Lerwick was de jongen genezen. Naar 's Raads meening is het ongeval, aan Jan den Duik overkomen, gevolg van de nalatigheid van den machinist Pietcr Stam, die, zonder aan dek te waarschu wen, de kraan van de dekleiding had ge opend), om water naar het dek te pompen, en de kraan van den ketel niet had geslo ten in verband met de omstandigheid, dat de klep in de klepkast niet behoorlijk af sloot, zoodat ketelwater in de dekleiding kon komen en bij opening van de kraan van die leiding een uitweg kon vinden naar het dek. Ter zake van deze nalatigheid strafte de Raad Pieter Stam voornoemd met dc straf van berisping. Rechtbank te Zntpheu. Deze rechtbank heeft F. E., assistent der posterijen te Rozendaal (N.-B.), tot voor korten tijd werkzaam aan het post kantoor te Zutphen, die beschuldigd werd van verduistering in zijn betrekking van ongeveer f 164, vrijgesproken. De eisch was drie maanden gevangenis straf. blijven rusten. Zij voelde dien blik, maar had geen zin om hem te beantwoorden. Hij was te zwak en te eenvoudig om het te be grijpen en zij wilde baas zijn over haar eigen handelingen; dat was hst voornaamst© punt in het contract geweest toen zij hem haar hand schonk. Haar intuïtieve kennis van den hofkring waarin zij zich bewoog, haar achterdocht tegenover dien zwakken vorst, die in den beginne zelf had gebloosd over de daden waartoe zijn veeleischende grillen hem leidden, haar vrees, voor verraad en intri gues, dat alles had haar tot voorzichtigheid gemaand en haar devies was dan ook tijd winnen. Het heele gemeene plan was Lydia door haar bovennatuurlijk scherpe zintuigen ge openbaard, die zij met. haar sterke over- heerschende. natuur had gedrild, totdat zij haar wil slaafs gehoorzaamden. Haar ele gant lichaam had zich een oogenblik gele den nog te midden van de hovelingen be vonden, maar haar brein toefde bij do groep om het bed. Zij had het gezicht van den Koning zien veranderen terwijl hij met mylord in gesprek was; zij had zijn buiten gewone bonhomie, zijn vertrouwelijkheid en zijn gefluister gadegeslagen en gezien hoe Pompadour hem in alles hielp en steun de. *Zij vormde nog wel een geheel met de rest van het gezelscha.p, maar was toch met voorzichtige bewegingen langzamerhand dichterbij gekomen, totdat zij het gebaar Tan haar echtgenoot zag, zijn bijna onmerk bare verandering van houding, toon hij den brief vasthield, dien de Koning hem gege-» ven had.. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5