ZONDAG5BIAD
1§ID5CH DAGBIAD
i
(To. 16125.
14 September.
Anno 1912.
,,-<^!vriti:r*»iia:!i?n *öniii»iifiKiifii:r
I)E TYPISTE.
•v VAN HET
"*41 i;*
Hurton Fardey was een der grootste
bankiers van New-York. Millioenen gingen
hem door de handen en al zijn ondernemin
gen slaagdén voortreffelijk, dank zij zijn
ijver, zijn doorzicht en zijn geluk in zaken.
Voor hem scheen niets meer onbereikbaar.
Van 's morgens tot 's avonds zat hij op
zijn kantoor, teekende wissels, telefoneer
de orders, dicteerde brieven, sloot leenin
gen en administreerde Maatschappijen van
'allerlei aard, want hij was een onvermoei
bare werker en wist een geheel leger van
kantoorbedienden op zijn wenken te doen
gehoorzamen.
Hij had voor niets belangstelling dan
voor zijni zaken, lette zelfs op niéts andérs
en had aan de typiste, wie" hij 'smor^ns de
brieven dioteerde, nog nooit eenige aan-
'daeht geschonken. Op zekeren dag evenwel,
'toen hij de brieven onderteekend had, die
'zij hem voorlegde, keek hij haar onwille
keurig aan.
Zij had prachtig blond haar, donkerblau
we oogen, een fijnbesneden gelaat en een
'slanke gestalte.
Voor verliefdheddl had Hurton Fardey
nog nooit tijd gehad; maar toen hij de
typiste aanzag, dacht hij:
,,Dat is een mooi meisje."
Een uur later wist hij, dat zij braaf en
'ieerlijk was, tot een arme, maar achtens
waardige familie behoordé en bescheiden
leefde van het traktement, dat zij verdien
de. Zij was drie jaren op het kantoor werk-
:zaam en men had haar nog nooit het ge
ringste plichtsverzuim te verwijten gehadL
Den bankier verveelde sedert eenigen
'tijd het vrijgezellenlevenhet dineeren in
een restaurant; de avonden, doorgebracht
|op de club. Hij vond, dat zijn leven daar-
;mee vrij eenzaam en doelloos was ge-wor-
^den; begon zich af te vragen, waarvoor hij
(eigenlijk zooveel geld verdiendé en kwam
'tot de overtuiging, dat een gezellig thuis en
'een lieve vrouw zijn leven heel wat aange
namer zouden maken.
„Waarom zou ik verder zoeken vroeg
hij zich af en toen de typiste hem den vol-
.genden dag weer de brieven bracht, die hij
moest teèkenen, vroeg hij zonder eenige
•inleiding:
„Miss Rose, zoudt ge mijn vrouw wil-
'len worden!"
I Zij kon geen antwoord geven, het duizei-
'de haar voor de oogen, en zij zou zijn neer-
gevallen, wanneer Hurton Fardey haar
,niet in zijn armen had opgevangen.
Een maand later trouwden zij en ^maak-
ten daarop een huwelijksreis naar Europa,
langs de kusten van de Middellandsche Zee,
waar zij een geheelen winter doorbrachten;
een tijd, waarin Rose haar echtgenoot op
recht had liefgekregen.
In New-York teruggekeerd, nam zij haar
•intrek in een vorstelijk ingericht huis, dat
'Hurton Eardey nieuw had laten meubilee-
ienA ea vo$r haar begon een leven, waarin
zij. al haar wenschen kon bevredigen, aan
elke gril voldoen. Niéts ontbrak aan haar
geluk en soms vroeg zij zich wel eens ang
stig af, of dit altijd zoo duren zou.
Waarom zou het niet altijd kunnen
duren!
Nog geen twee jaar was Rose getrouwd,
toen haar geluk al begon te verminderen.
Hurton Fardey was zijn vrouw langzamer
hand gaan verwaarloozen, sleet zijn gehee-
le dagen weer op het kantoor en had
's avonds den weg naar zijn club en zijn
vrienden teruggevonden.
Eerst trachtte Rose daarop besciheiden:
aanmerkingen te maken; maar bij de eer
ste woorden, die zij er over sprak, riep hij
verwonderd uit:
„Wat verlangt ge dan! Hebt ge niet
alles, dat ge wenscht Gij kunt zooveel geld
uitgeven als 't u goeddunkt; geen genoegen
behoeft ge u te ontzeggem, Wat .wilt ge
nog meer?"
„Maar het is niet je rijkdom en de ge
noegens, die ik bemin, maar jezelf, en gij
zijt het juist, die mij meer en meer ont
breekt."
„Komaan, nu moet ge eenB verstandig
zijn. Gij zijt toch een Amerikaansche, niet
waar, zooals ik een Amerikaan ben. Wel
nu, Amerikanen houden van vrijheid; wij
moeten dus elkaar wederkeerig de vrijheid
laten."
Toen zij daarop begon te schreien, riep
hij kwaad:
„Als ge met dergelijke kinderachtighe
den denkt mij te kunnen beheerschen, dan
vergist ge n!"
En driftig liep hij de kamer uit.
Vruchteloos poogde Rose haar echtge
noot weer voor zich te winnen door liefde
en teederheid. Hurton Fardey was niet ge
woon, dat men met hem redetwistte; hij
wist te bevelen en zich te doen gehooizar
men.
De toestand tusschen beide echtgenooten
werd aldoor slechter. Er vielen twisten
voor en het gebeurde meermalen, dat Hur
ton Fardey dagenlang van huis bleef, i er-
wijl de arme Rose weende over haar ver
vlogen geluk en tot de overtuiging kwam,
dat rijkdom niet altijd gelukkig maast.
Aan zijn schrijfbureau gezeten, teekende
Hurton Fardey de brieven, die zijn typiste
hem voorlegde, na ze vluchtig te hebben
doorgelezen. Op,een dier brieven hal hij
een aanmerking te maken, zoodH hij het
hoofd ophief en haar aankeek. Eensklaps
sprong hij op van verbazing: Rose stond
voor hem, in haar eenvoudig zwart japon
netje van weleer, het haar bescheiden op
gemaakt. Hij fronste de wenkbrauwen en
vroeg
„Wat moet dat beteekenen?"
„Al veertien dagen bekleed ik weer de
plaats, waarmee ik drie jaren lang zoo ge
lukkig ben geweest," antwoordde zij een
voudig.
uMaar dat is toch geen ernstV'
„Integendeel. De rijkdom heeft mif
slechts teleurstelling gebracht. Ik heb be-(
grepen hoe onvoorzichtig ik was, mij dvét,
te geven aan een droom, die niet .voor mij
was. Al wat ik thans vraag..
Haar- stem beefde, maar met eenige üfr
spanning ging zij voort:
„Is dat het mij wordt toegestaan, de
bestheiden typiste te blijven, die ik vroe
ger was. Zóó kan ik je ten minste alle da
gen zien en je stem hooren."-
Hoe Hurton Fardey zich ook altijd meei-
ter was, nu kon hij toch een hevige ont
roering niet bedwingen. Het was hem alsof
er eensklaps een blinddoek van 2ijn oogen
vieL Hij begreep, dat hij bij alle schatten,
die hij najaagde, een grooten schat had;
verwaarloosd, welken hij reeds bezat: dd
liefde van zijn vrouw.
Hij 6tond op, sloot haar in zijn armen
en op hederigen toon fluisterde hij:
„Vergeef 't mij."
Vleeschverbruik in Nederland, vergele
ken met dat in eenige andere landen.
De vergelijking is opgemaakt door den
heer I', B. Lóhnis, inspecteur van den
Landbouw, en ziet er uit als volgt:
Vleeschverbruik per hoofd en per jaar
in K. G.
Dultscli-
Jand.
18.1
32. S
1.3
0.5
Enge-
land.
25.74
16.69
Amfl.
liKa.
39.4
38.28
12.53 6-47
Neder
land.
18.38
11.51
0.0
2.54
Kündvleësch
Varkensvleesch
Schapen- en
geiten vleesch
Paardenvleesch
Totaal 52.7 54.96 84.15 33.03
Nederland maakt volgens den heer Löh
nis, geen. schitterend figuur. Het lage cij
fer van het vleeschgebruik voor ons land
vindt zijD oorzaak vooral in het geringe
gebruik van varkensvleesch. Ook is do
consumptie van schap en vleesch gering;'
maar in dit opzicht pf-r- wij niet zoo
heel veel bij Duitschland achter. Daarbij
dient opgemerkt, dat voor Nederland het
cijfer nog eer te hoog dan te laag is.
Verder blijkt u! de statistiek het aan
zienlijk gebruik van paardenvleesch, waar
in Nederland bovenaan staat. Men kan wel
aannemen, dat, behalve de dieren, welke
voor het gebruik worden afgekeurd, alle
paarden hier te lande hun loopbaan eindi
gen bij den slager, terwijl een aanzienlijk
aantal slachtpaarden uit Engeland wordt
ingevoerd (in 1910 totaal 19,222 stuks paar
den, waarvan 18,768 uit Engeland).
Nederland heeft slechts 216 varkens per
1000 bewoners en Duitschland 354 en toch
voert Nederland in Duitschland (in 1910:
1,808,000 K.G.) en in Engeland (in 1910:
24,682,000 K.G.) veel varkensvleesch in.
Dit 16 een gevolg van het geringe gebruik
van varkensvleesch in ons land, terwijl
paardenvleesch meer verbruikt wordt.