N°. 16123 I3oii<lei'dag; 13 September. A0. 1912. i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. De bestrijding van een misbruik FEUILLETON. In Hofkringen. LEIDSCH DA&BLAB FRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels /1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letten naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant; elk f tiental woorden meer 10 Oents.Voor het incasseeren wordt/" 0.05 berekend# PRIJS DEZËR COURANT; Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1.10. Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post1.65. Een woord naar aanleiding van bet echtscheidingsontwerp. (Slot). [Men' zou gedacht hebben, dat, op het Joetspóor van vele buitenlandsche wetge vingen en in overeenstemming met het ge-, [(voelen van alle sociologen van naam, ook iJen onzent wel eens iets zou gedaan zijn, [pm de verbreking van den huwelijksband jeenigszins te vergemakkelijken. Daartoe I jzou het volstrekt niet noodig zijn geweest Ipm een echtscheiding met onderlinge toc- [gtemming in te voeren. De Minister vanJustitie denkt er cch- [fer anders over en meent zelfs, dit is ten punt, dat voor veel bestrijding vat- [baar is dat in geen enkelen Staat een j huwelijk door echtscheiding kan worden I pntbonden op zóó gemakkelijke wijze als I hb ons en zonder eenigen deugdelijken I svaarborg tegen overijling en ondoordacht' I handelen. De Minister meent dan ook, dat I j>ij ons wel degelijk, feitelijk althans, echt- I Scheiding met onderlinge toestemming, be- I (staat. Een fraai compliment voor onze rech- I ferlijke macht is dit zeker nietmaar het is bovendien de vraag, of deze opmerking I yvel zoo heel menschkundig is Zeker, de [Echtgenoot en, door hun advocaat ingelicht, I [weten in vele gevallen, dat zij hun doel, [hoor een soort yan schijnproces kunnen J bereikenwanneer ten minste de zaak niet |£l te doorzichtig is, want anders wordt de Eisch wel degelijk ontzegd. Maar zou men [Ban waarlijk meenen, dat de echtgenooten Ifctilk een schijnproces zullen aanvangen, (wanneer er absoluut niets .tusschenhen S* voorgevallen, de toestand inderdaad is fcooals bij behoort te zijn ÏWii zouden dan ook onmogelijk de mee-: I ning van den Minister kunnen deelen.' Hat Be toestand zóó onhoudbaargeworden is, Bat ingrijpen van den wetgever plicht is. [Welnu, het voorstel óm in te grijpen is $jans gedaan en bestaat in het volgende De ontbinding des huwelijks na scheiding [Van tafel en bed wordt ©enigszins gemak- keiijker gemaakt. Het is voldoende, wan neer de scheiding drie (geen vijf) jaren I heeft voortgeduurd. Daarna kan de eene Echtgenoot tegen den anderen tot ontbin- I Bing procedeeren. Wat de vordering tot e c h t s c h e id i n g betreft, deze zal niet kunnen worden toege- Rvezen,. zoo de rechter niet door wettelijke bewijsmiddelen is overtuigd van het besten [Ber gronden, uit hoofde waarvan de echt scheiding wordt gevorderd. In zijn vordering tot echtscheiding zal de Echtgenoot niet ontvankelijk zijn, indien de ïeiten, welke grond er toe hadden kunnen Opleveren, met zijn uitdrukkelijke of stil zwijgende toestemming hebben plaats ge had. Het Openbaar Ministerie moet dan Vorderen, dat de eohtgenoot in zijn eisch niet ontvankelijk worde verklaard; terwijl Ook de rechter den eischenden echtgenoot Ambtshalve niet ontvankelijk zal kunnen Verklaren. Ziedaar alles; althans wat de. hoofdzaak betreft. Hebben wij in het bovenstaande reeds genoeg laten doorschemeren, dat, naar onze meening, hier van een eigenlijk gezegd misbruik tegen de rechterlijke macht geen sprake is en dat de voorgestelde bepalingen onze instemming niet zouden wegdragen, de groote vraag is hier slechts of de Minister er z ij n doel mee bereiken zal, en dit mee nen wjj erilstig ,te moeten betwijfelen. i\Vat vooreerst betreft de .verkorting van den termijn, na welker huwelijksontbinding na scheiding van tafel en bed kan worden verkregen, vergeet de Minister dan toch in ieder geval, dat huwelijksontbinding geen echtscheiding is en omgekeerd. .Men kan die gevallen niet op één lijn stellen. Schei ding yan tafel en bed kan worden uitge sproken op minder ernstige gronden en is in zooverre slechts een tijdelijke maatre gel, dat de echtgenooten, desverkiezende, later weer met elkander kunnen trouwen. 't Is waarlijk geen klein verschil! Als de Minister aan de maatschappij een dienst had- willen bewijzen, dan had hij een einde moeten maken aan de hatelijke bepaling van art. 256 van het Burgerlijk .Wetboek, volgens welke de eisch tot huwe lijksontbinding na scheiding van tafel en bed dadelijk zal worden ontzegd, indien de gedagvaarde partij zich tegen den eisch ver zet of er zich eenvoudig niet mee bemoeit. Met zulke hatelijke wetsartikelen streeft men het doel voorbij, dat den wetgever altijd voor óogen behoort te staan, en be vordert men direct de onzedelijkheid. En wat nu betreft de bepalingen, die ten doel moeten hebben om te voorkomen, dat fetielijk geen echtscheiding met onderlinge toestemming zal plaats hebben, het is voor den Minister te hopen, dat de rechterlijke macht en de advocaten er over zullen den ken als hü, wat wij zoo vrij zijn te betwijfe len. Hoe zal het blijken of de feiten, die grond tot scheiding hadden kunnen opleve ren, hebben plaats gehad met uitdr ukkelijke of stilzwijgende tóestemming yan den eischenden echtgenoot? Indien men daar van nu eens nietwi 1 laten blijken? En hoe zal het Openbaar Ministerie dan in het geding tussohenbeide komen? En is het wel te eerwachten, dat de rechter veel vuldig gebruik zal maken van zijn bevoegd heid om ambtshalve niet ontvankelijk te verklaren Over die kwestie van toestemming kan de rechter zijn eigen meening hebben. En nu zegt een nieuw artikel wel, dat de vordering tot echtscheiding niet wordt toe gewezen, als de rechter niet door wettelijke bewijsmiddelen overtuigd is van het bestaan der gronden, uithoofde waarvan de echt scheiding wordt gevorderd; maar dit voor schrift is eigenlijk totaal overbodig, want het "bestaat reeds in ons geheele recht en in alle gevallen, hetgeen niet wegneemt, dat de Minister de overtuiging des rech ters niet in zijn macht heeft en die rechter zeer "wel door wettelijke bewijsmiddelen overtuigd kan wezen, als de Minister meent, dat hij het niet had moeten zijn. Zal het ontwerp wet worden?! Hier liggen vele voetangels en klemmen! Leiden, 12 September. Wederom is het groote aantal jubilaris- Ben in de zaak van A. W. Sijthoff's Uitge vers-Maatschappij alhier met één vermeer derd. daar het heden vijf en twintig jaren geleden is, dat de in de afd. boekbinderij werkzame P. H. Montfoort bij den heer A. W. Sijthoff in betrekking kwam. Zooals door den regel gebruikelijk is. werd ook deze jubilaris hedenmorgen harte lijk gelukgewenscht door en namens pa troons, afdeelings-ohefs en het verdere per soneel en gingen de felicitaties vergezeld van geschenken, waarmede Montfoort, die heden niet behoefde te werken, zich zeer ingenomen betoonde. De „Sts.-Crt." bevat de gewijzigde statuten van ,,Het Groene Kruis", te Voor schoten, en dé Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen, al hier. Het provinciaal kerkbestuur van Gel derland heeft tot de evangeliebediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten den heer J. Dijikshooni Azn.oandidaat aan de Rijks universiteit alhier. Tot onderwijzer aan de Ned.-Herv. school te Maasland is benoemd de heer G. dë Kwaasteniet, van Aarlanderveen. De zesde lijst van de 34ste jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel vermeldt o. m.Benthuizen, met f 80; Nieuwveen, met f 65-82$; Rijswijk, met f 242.12$. In het Sanatorium „Sonnevanck", bij Harderwijk, had> de offioieele installatie plaats van den nieuwbenoemden genees heer-directeur dr. H. Blanken^ voorheen arts te Waddinxveen. De vaste keuringscommissie der Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plant kunde heeft te Amsterdam een eervolle vermelding toegokend aan een verzame ling witte Ciclamen van den heer Aid. Maarse Czm, te Aalsmeer en een bronzen medaille aan een verzameling rozen van den heer K. Bol Jzn., aldaar. De Delftsche Raad benoemde tot wethouder den heer J. van Aggelen. ,,De Tijd" schrijft: „Niet dan met de grootste reserve én het bericht latend voor rekening der bladen, die het in het buiten land verepfeiden, d'eelen wij mede, wat we vernamen over het nuchteren zijn vóór de H. Communie. Reed»-meermalen is in de laatste jaren de kwestie over dat nuchte ren zijn ter sprake gebracht. Het ia een kerkelijk en geen goddelijk gebod. De Kerk kan er dus, zoo zij het noodig en nuttig oordeelt, verandering in brengen. Nog kort-geleden moet Z. H. de Paus zich ech ter weinig gunstig over die verandering hebben uitgelaten. Er is nochtans reden om aan te nemen, dat de H. Congregatie der Sacramenten meermalen de vraag be sproken heeft, of het niet wensohelijk zou zijn, de wet op het nuchteren zijn, van twaalf uren 's naohts af, te wijzigen. Zoo het daartoe komt, zou de onthouding tot eenige uren vóór de H. Communie terug gebracht worden. Afwachten is hier zeker geraden, of schoon niet ontkend kan worden, dat door het verlof van Z. H. aan langdurige bed legerige zieken, die nog niet ten volle be diend zijn, om de H. Communie te ontvan gen na eenige vloeistof genomen te heb ben, wel eenigszins reeds een bres gemaakt is in het eeuwenoude gebruik der Kerk." Te Apeldoorn heeft de Heide-Maar schappij vergaderd. Z. K. H. de Prio3 was o. a. tijdens bet uitspreken van d} openingsrede door den voorzitter, jiir. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck, Commissaris der Koningin in Limburg, tegenwoordig. Na afloop van de vergadering begaven de ruim tweehonderd bezoekers zich naar het park van bet Koninklijk lustslot Het Loo, om een wandeling te maken Uoo- dit fraaie landgoed. Bij de wandeling was de Prins ook aan wezig, die mede voornemens was de groote excursie naar het Yan der Huent- bosch en het Spelderholt mee te makeiL Toen ruim een jaar gieledon de boek houder bij bet Burgerlijk Armbestuur van Schoterland zijn eervol ontslag gekregen had, ging al spoedig het gerucht, dat een tekort in de kas ontdekt was. De een noemde eeD bedrag van drie, een ander van rijf mille. De boekhouder vertrok- metterwoon uit de gemeente en sinds hoorde men er niets meer van. Thans is men begonnen met een onderzoek naar de administratie in te stellen; beide partijen hebben zich daarbij de hulp van een rechts geleerde verzekerd. Men meldt om uit Brielle dd. II dezer: Heden heeft alhier de verkiezing plaats voor tien leden van het kiescollege der Ned.-Her. Gem. wat thans geheel door rechtzinnlgen wordt ingenomen. Da vrijzinnigen traohten nu hun oandidaten ook een plaats te doen innemen, en als een bij zonderheid mag daarby zeker worden vermeld, dat ook de heer 0. Hagers, de oudste inwoner, aan de verkiezing heeft deelgenomen, de heer Hagers wordt binnenkort 101 jaar. Gisteren was het 26 jaar geleden, dat da. J* Brandama te Haarlem het predikambt aan vaardde by de Ned.-Herv. Qem. te Haarloo. Naar ,Het Centrum" meldt, heeft Z. H« de Paus tot kanunnik van het metropolitaan- kapittel van Utrecht benoemd den heer B. de Wit, pastoor to Utrecht. Het bestuur van de Vereeniging tot ondersteuning van Burgerlijke ambtenaren en Beambten in 's R|jks dienst heeft een onder houd gehad met den burgemeester van Woen- sel (N. Br.) op het Raadhals aldaar, teneinde te geraken tot aankoop van 20 H.A. dennen bosch en helde, om daarop het Herstellings oord van ds Vereeniging te stichten. Het ge ploegde overleg en de daarop gevolgde in spectie van de terreinen zullen er toe leiden, dat, behoudens goedkeuring van de algemeens vergadering eenerzyds, en van den Raad der gemeente Woensel en God. Staten van Noord- Brabant anderzijds tot definitieven aankoop van de terreinen zal worden overgegaan, wel ke ongeveer 20 minuteo van Eindhoven gelegen zijn. Te Utrecht werd de goed'oczochto vijftigste alg. vergadering gehouden van Chr.-Nat. Onderwijs. Zij werd gepresi deerd door prof. dr. Woltjer, uit Amster dam. Het jaarverslag, dat spreekt van voor uitgang ruim 350 scholen zijn thans aangesloten werd goedgekeurd. Ook de financieele rekening, die sluit op f 16,097 aan ontvangsten en uitgaven met een batig saldo van f 1819 tegen het vorig jaar f414. In de middagvergadering werden in de hoofdcommissies gekozen de heeren jhr. Van Citters, uit Arnhem; Weisz uit Zeist, en ds. Posthumus Meijos, uit Den Haag, deze laatste in de vacature-dr. Van Gheel Gildemeester die heeft bedankt. Er werd een motie aangenomen, voor gesteld door den heer Bijleveld, waarin instemming wordt betuigd met de wijzi gingsvoorstellen der Grondwetscommissie incmke art 192. De Duitsohe Keizer heeft den oud hoofdingenieur der Ned'erlandsoh-Indisohe Staatsspoorwegen, den heer Paul Richter, benoemd tot ridder 3de klasse in de orde van den Rooden Adelaar. Op het adres der afd. Dordrecht van den Algem. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden in zake winkelsluiting ia door B. en We. van DordTeoht advies uifc- gebraoht. Dit luidt, na overweging der motieven, in het adres vervat, en onder verwijzing naar hetgeen in dezen reed's in 1907 in den Raad was gedaan door het in stellen eener commissie ter mtbrenging vaii rapport en verwerping der motie- Roeet, strekkende om B. en Ws. of de com missie uit te noodigen tob het samenstel len eener ontwerp-verordening op de win kelsluiting, afwijzend. B. en Ws. wijzen nog op de bezwaren, ontleend) aan de eigenaardige positie der gemeente als haven- en aanlegplaats van schepen, waardoor het voorschrift van winkelsluiting minder gewenscht is. Het politie-diploma is te Utrecht ver worven door den heer P. de Jong, te Waa senaar. Het tweeduizendste diploma werd gró teren afgegeven. Da- J. van Duivenbooden, te Vlaardin- gen, is beroepen bij de Ned.-Herv. Gem.; te Rhenen. Uit Vlaardingen wordt gemeld dat de toestand van heb lid van Gedep. Staten den (heer A. H. C. M. J. IJzermans, die wegens [ziekte sedert eenigen tijd zijn ambtsbezig heden niet heeft, kunnen waarnemen en in den laatsten tijd belangrijk achteruitgaan de wae, sinds een paar dagen mind'er zorg wekkend is. De toestand van den Amsterdamsoken wethouder voor het openbaar onderwijn, mr. 8. de Vries Czn.is langzaam vooruit- Van het aanvankelijk voornemen, om op rijn bureau ten Stadhuize zijn werkzaam heden, zij het ook niet in vollen omvang, te gaan verrichten, heeft de heer De Vries naar „De Tel." meldt, moeten afzien. Hij bepaalt zich er toe de meest spoed- eïschende onderwijszaken op zijn privé- kantoor af te doen. In den te Middelburg gehouden Zeeuw- oohen landdag van de Vereeniging van Christelijk Volksonderwijs besprak het Kamerlid dr. De Visser de voorstellen der Grondwetscommissie inzake het onderwijs. Hij juichte o. a. toe, dat ook de minder heid toenadering toont en het openbaar onderwijs als aanvulling wil beschouwd zien. Naar aanleiding van een gestelde vraag bepleitte dr. De Visser aanneming van de voorstellen der meerderheid, omdat déze z. i. langer aan de eischen van den volks geest zullen te gemoet komen. De 33ste jaarvergadering van de Nat. Ohr. Geheel-Onth.-Vereeniging, te Leeuw- »7) „Maar de Engelschen kunnen de „Mo narch" onderscheppen!" „Wij moeten dat wagen,' antwoordde zij. „Als zij eenmaal de kust van Engeland voorbij, zijn, dan is Schotland dicht genoeg bij. De „Monarch" zal geen andere sche ipen tégen komen, en kapitein Barre kent de geheimen van zijn eigen beroep, hij heeft er vroeger reeds een lading heen ge bracht." „Dat is kinderachtige koppigheid, Lydia, ik herken den staatsman niet in dit senti menteel gepraat, die onzin verkoopt even als een schoolmeisje, dat no velletjes gé- lezen heeft," zei de hertog nu met heime lijk ongeduld, „en verbeeld je, dat Zijne Majesteit ereis een onderzoek zou instel len, omdat gij een van zijn schepen ge bruikt had voor die bijzondere expeditie1?" „Ik ben van plan om de „Monarch" mor gen uit te zenden," hernam Lydia rustig. Kapitein Barre zal zijn bevelen direct van den minister van financiën ontvangen; en dan zullen wij de toestemming van Zijne Majesteit den volgenden dag vragen." j,Maar dat is zotteklap, mijn kind!" riep de hertog uit. „Ge kunt niet openlijk de (Wenschen dee Konings negeeren." ,,De wenschen van den Koning?" riep zij uit, met plotselingen drift. „Maar, mijn beste, allerbest© vadJer, u kunt niet mee- Ben wat u zegt. Denk eens och denk eens, maar een kort oogenblik, aan dien armen jongen man, die onze gast was hij brak het brood met ons in ons eigen huis, in ons mooi kasteel de la Tour d'Aumont, dat nooit door verraad is be- tzoedeld geworden! En nu spreekt u er over om hem in dat verwijderd land te laten, dat zoo ongastvrij voor hem is gé- bleken tf ''jn. Hem daar ellendig te laten omkomen an gebrek of in banden van dien Hannoveraanschen slager te laten val len, wier.s naam een voorbeeld is geworden voor ongeëvenaarde wreedheden I" Zij hield even op, en vervolgde toen kal mer „Neen, beste vacfoer, ik bid u, laten wij dat. argument achterwege laten; voor een enkele keer in ons gelukkig leven, bezien, gij en ik de eer van tegenovergestelde zijden." „Ja, mijn kind, dat zie ik ook in," ant woordde hij, zonder de minste aarzeling. „Ik wenschte wel je te kunnen overhalen om dat denkbeeld te laten varen." „Gij bedoelt om den ongelukkigen jon- pen prins aan zijn lot over te laten, om iedere belofte, die wij ooit deden, te ver breken om op onze beurt den naam van verraad ©n lafhartigheid in ieder land van Europa te krijgen en waarom?" voegde zij er bij, met hulpeloos ongeduld; zij trachtte te begrijpen en vreesde bijna om een vraag te doen. „Waarom? Waarom?" Toen haar vader bleef zwijgen, zijn oogen onafgewend op het een of andere .voorwerp in de verte gevestigd, zei zij, als of haar in eens een voorbijgaande gedachte te. binnen schoot: „Vader, beste vader, is bet alleen een kwestie van geld?" „Gedeeltelijk," antwoordde hij merk baar aarzelendl. „Gedeeltelijk? Welnu dan kunnen wij één reden voor uw onverklaarbare oppo sitie te niet doen. U kunt Zijne Majesteit verzekeren uit mijn naam dat de reis van de „Monarch" de schatkist geen duit kosten zal." Toen haar vader dtaar niets op antwoord de, vervolgde zij met vuur: „Lord Eglinton zal mij niet in den steek laten; zooals u wel weet is hij rijk en is Karei Eduard Stuart zijn vriend. Hetgené de „Monarch" aam proviandeering gekost heeft, zullen wij onmiddellijk bétalen. Wij willen voor het oogenblik het schip van Zijner Majesteit vloot alleen leenen. Dat kan hij niet weigeren, en ik geef u en Zijne Majesteit mijn eerewoord, dat 'de „Mo narch" geen enkelen sou aan de schatkist kosten zal. Zelfs de soldij van het scheeps volk zal door ons bekostigd worden vanaf het oogenblik dat hij te Havre uitzeilt tot aan het gelukkige oogenblik dat het met prins Karei Eduard Stuart en zijn vrien den hier behouden aanlandt." Er werd een oogenblik geen woord tus schen hen gewisseld. De oogen van den hertog d'Aubaont waren strak op een punt in de verte gevestigd, maar de oogen van Lj'dia werden geen oogenblik van het ge laat haars vaders afgewend. „Zou de „Monarch" een lange reis moe ten maken?" vroeg de hertog luchtig. „Jal" antwoordde zij. „Naar dc kust van SchotlandV- „Ja." ,,De westkust zeker?" „Waarom vraagt u dat, vader?" Zij deed hem die vraag geheel toevallig, maar toen hij niet antwoordde, herhaalde zij haar vraag en nu met een vreeselijke spanning. Opeens herinnerde zij zich haar vermoe dens, toen zij zich dien veelbeteekenenden blik te binnen bracht, die er tusschen hem en myladly was gewisseld geworden. Met een vlug gebaar van innerlijke aandoening nam zij zijn hand bij den pols vast. „Vader 1" zei zij met bijna onhoorbaar stemgeluid. „Ja, mijn kind. Wat iö het?" „Ik weet het niet. Ik ik ben in den laatsten tijd een weinig verward. Ik denk dat mijn opvattingen misschien niet zóó zijn als vroeger en zoo als u wel merken zult, ligt die zaak van den Stuart mij na aan het hart. Wilt u mij daarom vergeven, als als ik u een vraag doe, die misschien ongepast in uw ooren klinkt?" „Zeker, ik zal het je wel vergeven, lieve," antwoordde hij, na een oogenblik aarzelens. „Wat is het?" Hij zette zich schrap, en ontmoette den blik van zijn dochter met de noodige vast heid, schijnbaar om haar wat gerust te stel len, want zij zei' rustiger: „Wilt u mij uw eerewoord geven dat u persoonlijk van geen verraderlijken toeleg afweet, in betrekking tot den man, die op de eer van Frankrijk vertrouwt?" Zij hield haar gloeiende oogen op hem gevestigd; zij schenen in het diepst zijner ziel te willen lezen. De hertog d'Aumont trachtte dat onder zoek zonder aarzelen te doorstaan: maar hij was geen groot acteur, ook was hij in het algemeen genomen geen oneerlijke man. Maar hij vond zijn dochter overdre ven ridderlijk; daarenboven vond hij, dat politieke beschouwingen buiten den gewo nen standaard van eer en zedelijkheid konden geacht worden te staan. Hij kon het evenwel niet over zich verkrijgen om haar een beslissend antwoord te geven; haar hand hield nog steeds zijn pols vast hij nam ze in de zijne en bracht ze aan -zijn lippen. „Vader!" vleide zij met trillende stern en met haar oogen stak op hem gericht, „wilt u mijn vraag niet beantwoorden?" „Die is al beantwoord, lieve," antwoord de hij ontwijkend. „Vindt ge dat het mijner waardig is, dat ik uw vader mijn eer lijkheid tegenover mijn eigen kind zou ver dedigen V' Zij keek hem niet langer aan, en trok haar hand zachtjes uit de zijne. Zij begreep dat hij haar vraag inderdaad beantwoord had. XIII. Het gewicht van de etikette. Misschien veroorzaakten eenige karakter trekken, die mylord de markies van Eglin ton van zijn Engelschen voorvader geërfd had, dat hij een vrijer kostuum voor zijn petit lever hadl aangedaan dan de strenge etikette aan het hof in dien tijd had voor geschreven. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1