N°. 16123
I3oii<lei'dag; 13 September.
A0. 1912.
i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
De bestrijding van een misbruik
FEUILLETON.
In Hofkringen.
LEIDSCH
DA&BLAB
FRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels /1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letten naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant; elk
f tiental woorden meer 10 Oents.Voor het incasseeren wordt/" 0.05 berekend#
PRIJS DEZËR COURANT;
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden f 1.10.
Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post1.65.
Een woord naar aanleiding van bet
echtscheidingsontwerp.
(Slot).
[Men' zou gedacht hebben, dat, op het
Joetspóor van vele buitenlandsche wetge
vingen en in overeenstemming met het ge-,
[(voelen van alle sociologen van naam, ook
iJen onzent wel eens iets zou gedaan zijn,
[pm de verbreking van den huwelijksband
jeenigszins te vergemakkelijken. Daartoe
I jzou het volstrekt niet noodig zijn geweest
Ipm een echtscheiding met onderlinge toc-
[gtemming in te voeren.
De Minister vanJustitie denkt er cch-
[fer anders over en meent zelfs, dit is
ten punt, dat voor veel bestrijding vat-
[baar is dat in geen enkelen Staat een
j huwelijk door echtscheiding kan worden
I pntbonden op zóó gemakkelijke wijze als
I hb ons en zonder eenigen deugdelijken
I svaarborg tegen overijling en ondoordacht'
I handelen. De Minister meent dan ook, dat
I j>ij ons wel degelijk, feitelijk althans, echt-
I Scheiding met onderlinge toestemming, be-
I (staat. Een fraai compliment voor onze rech-
I ferlijke macht is dit zeker nietmaar het
is bovendien de vraag, of deze opmerking
I yvel zoo heel menschkundig is Zeker, de
[Echtgenoot en, door hun advocaat ingelicht,
I [weten in vele gevallen, dat zij hun doel,
[hoor een soort yan schijnproces kunnen
J bereikenwanneer ten minste de zaak niet
|£l te doorzichtig is, want anders wordt de
Eisch wel degelijk ontzegd. Maar zou men
[Ban waarlijk meenen, dat de echtgenooten
Ifctilk een schijnproces zullen aanvangen,
(wanneer er absoluut niets .tusschenhen
S* voorgevallen, de toestand inderdaad is
fcooals bij behoort te zijn
ÏWii zouden dan ook onmogelijk de mee-:
I ning van den Minister kunnen deelen.' Hat
Be toestand zóó onhoudbaargeworden is,
Bat ingrijpen van den wetgever plicht is.
[Welnu, het voorstel óm in te grijpen is
$jans gedaan en bestaat in het volgende
De ontbinding des huwelijks na scheiding
[Van tafel en bed wordt ©enigszins gemak-
keiijker gemaakt. Het is voldoende, wan
neer de scheiding drie (geen vijf) jaren
I heeft voortgeduurd. Daarna kan de eene
Echtgenoot tegen den anderen tot ontbin-
I Bing procedeeren.
Wat de vordering tot e c h t s c h e id i n g
betreft, deze zal niet kunnen worden toege-
Rvezen,. zoo de rechter niet door wettelijke
bewijsmiddelen is overtuigd van het besten
[Ber gronden, uit hoofde waarvan de echt
scheiding wordt gevorderd.
In zijn vordering tot echtscheiding zal de
Echtgenoot niet ontvankelijk zijn, indien de
ïeiten, welke grond er toe hadden kunnen
Opleveren, met zijn uitdrukkelijke of stil
zwijgende toestemming hebben plaats ge
had. Het Openbaar Ministerie moet dan
Vorderen, dat de eohtgenoot in zijn eisch
niet ontvankelijk worde verklaard; terwijl
Ook de rechter den eischenden echtgenoot
Ambtshalve niet ontvankelijk zal kunnen
Verklaren. Ziedaar alles; althans wat de.
hoofdzaak betreft.
Hebben wij in het bovenstaande reeds
genoeg laten doorschemeren, dat, naar onze
meening, hier van een eigenlijk gezegd
misbruik tegen de rechterlijke macht geen
sprake is en dat de voorgestelde bepalingen
onze instemming niet zouden wegdragen, de
groote vraag is hier slechts of de Minister
er z ij n doel mee bereiken zal, en dit mee
nen wjj erilstig ,te moeten betwijfelen.
i\Vat vooreerst betreft de .verkorting van
den termijn, na welker huwelijksontbinding
na scheiding van tafel en bed kan worden
verkregen, vergeet de Minister dan toch
in ieder geval, dat huwelijksontbinding geen
echtscheiding is en omgekeerd. .Men kan
die gevallen niet op één lijn stellen. Schei
ding yan tafel en bed kan worden uitge
sproken op minder ernstige gronden en is
in zooverre slechts een tijdelijke maatre
gel, dat de echtgenooten, desverkiezende,
later weer met elkander kunnen trouwen.
't Is waarlijk geen klein verschil!
Als de Minister aan de maatschappij een
dienst had- willen bewijzen, dan had hij
een einde moeten maken aan de hatelijke
bepaling van art. 256 van het Burgerlijk
.Wetboek, volgens welke de eisch tot huwe
lijksontbinding na scheiding van tafel en
bed dadelijk zal worden ontzegd, indien de
gedagvaarde partij zich tegen den eisch ver
zet of er zich eenvoudig niet mee bemoeit.
Met zulke hatelijke wetsartikelen streeft
men het doel voorbij, dat den wetgever
altijd voor óogen behoort te staan, en be
vordert men direct de onzedelijkheid.
En wat nu betreft de bepalingen, die ten
doel moeten hebben om te voorkomen, dat
fetielijk geen echtscheiding met onderlinge
toestemming zal plaats hebben, het is voor
den Minister te hopen, dat de rechterlijke
macht en de advocaten er over zullen den
ken als hü, wat wij zoo vrij zijn te betwijfe
len. Hoe zal het blijken of de feiten, die
grond tot scheiding hadden kunnen opleve
ren, hebben plaats gehad met uitdr ukkelijke
of stilzwijgende tóestemming yan den
eischenden echtgenoot? Indien men daar
van nu eens nietwi 1 laten blijken? En
hoe zal het Openbaar Ministerie dan in het
geding tussohenbeide komen? En is het
wel te eerwachten, dat de rechter veel
vuldig gebruik zal maken van zijn bevoegd
heid om ambtshalve niet ontvankelijk te
verklaren
Over die kwestie van toestemming
kan de rechter zijn eigen meening hebben.
En nu zegt een nieuw artikel wel, dat de
vordering tot echtscheiding niet wordt toe
gewezen, als de rechter niet door wettelijke
bewijsmiddelen overtuigd is van het bestaan
der gronden, uithoofde waarvan de echt
scheiding wordt gevorderd; maar dit voor
schrift is eigenlijk totaal overbodig, want
het "bestaat reeds in ons geheele recht
en in alle gevallen, hetgeen niet wegneemt,
dat de Minister de overtuiging des rech
ters niet in zijn macht heeft en die rechter
zeer "wel door wettelijke bewijsmiddelen
overtuigd kan wezen, als de Minister meent,
dat hij het niet had moeten zijn.
Zal het ontwerp wet worden?! Hier liggen
vele voetangels en klemmen!
Leiden, 12 September.
Wederom is het groote aantal jubilaris-
Ben in de zaak van A. W. Sijthoff's Uitge
vers-Maatschappij alhier met één vermeer
derd. daar het heden vijf en twintig jaren
geleden is, dat de in de afd. boekbinderij
werkzame P. H. Montfoort bij den heer A.
W. Sijthoff in betrekking kwam.
Zooals door den regel gebruikelijk is.
werd ook deze jubilaris hedenmorgen harte
lijk gelukgewenscht door en namens pa
troons, afdeelings-ohefs en het verdere per
soneel en gingen de felicitaties vergezeld
van geschenken, waarmede Montfoort, die
heden niet behoefde te werken, zich zeer
ingenomen betoonde.
De „Sts.-Crt." bevat de gewijzigde
statuten van ,,Het Groene Kruis", te Voor
schoten, en dé Vereeniging tot bevordering
van den bouw van Werkmanswoningen, al
hier.
Het provinciaal kerkbestuur van Gel
derland heeft tot de evangeliebediening in
de Ned.-Herv. Kerk toegelaten den heer J.
Dijikshooni Azn.oandidaat aan de Rijks
universiteit alhier.
Tot onderwijzer aan de Ned.-Herv.
school te Maasland is benoemd de heer G.
dë Kwaasteniet, van Aarlanderveen.
De zesde lijst van de 34ste jaarcollecte
voor de Scholen met den Bijbel vermeldt
o. m.Benthuizen, met f 80; Nieuwveen,
met f 65-82$; Rijswijk, met f 242.12$.
In het Sanatorium „Sonnevanck", bij
Harderwijk, had> de offioieele installatie
plaats van den nieuwbenoemden genees
heer-directeur dr. H. Blanken^ voorheen
arts te Waddinxveen.
De vaste keuringscommissie der Ned.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plant
kunde heeft te Amsterdam een eervolle
vermelding toegokend aan een verzame
ling witte Ciclamen van den heer Aid.
Maarse Czm, te Aalsmeer en een bronzen
medaille aan een verzameling rozen van
den heer K. Bol Jzn., aldaar.
De Delftsche Raad benoemde tot
wethouder den heer J. van Aggelen.
,,De Tijd" schrijft: „Niet dan met de
grootste reserve én het bericht latend voor
rekening der bladen, die het in het buiten
land verepfeiden, d'eelen wij mede, wat we
vernamen over het nuchteren zijn vóór de
H. Communie. Reed»-meermalen is in de
laatste jaren de kwestie over dat nuchte
ren zijn ter sprake gebracht. Het ia een
kerkelijk en geen goddelijk gebod. De Kerk
kan er dus, zoo zij het noodig en nuttig
oordeelt, verandering in brengen. Nog
kort-geleden moet Z. H. de Paus zich ech
ter weinig gunstig over die verandering
hebben uitgelaten. Er is nochtans reden
om aan te nemen, dat de H. Congregatie
der Sacramenten meermalen de vraag be
sproken heeft, of het niet wensohelijk zou
zijn, de wet op het nuchteren zijn, van
twaalf uren 's naohts af, te wijzigen. Zoo
het daartoe komt, zou de onthouding tot
eenige uren vóór de H. Communie terug
gebracht worden.
Afwachten is hier zeker geraden, of
schoon niet ontkend kan worden, dat door
het verlof van Z. H. aan langdurige bed
legerige zieken, die nog niet ten volle be
diend zijn, om de H. Communie te ontvan
gen na eenige vloeistof genomen te heb
ben, wel eenigszins reeds een bres gemaakt
is in het eeuwenoude gebruik der Kerk."
Te Apeldoorn heeft de Heide-Maar
schappij vergaderd. Z. K. H. de Prio3
was o. a. tijdens bet uitspreken van d}
openingsrede door den voorzitter, jiir.
mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck,
Commissaris der Koningin in Limburg,
tegenwoordig.
Na afloop van de vergadering begaven
de ruim tweehonderd bezoekers zich naar
het park van bet Koninklijk lustslot Het
Loo, om een wandeling te maken Uoo- dit
fraaie landgoed.
Bij de wandeling was de Prins ook aan
wezig, die mede voornemens was de
groote excursie naar het Yan der Huent-
bosch en het Spelderholt mee te makeiL
Toen ruim een jaar gieledon de boek
houder bij bet Burgerlijk Armbestuur van
Schoterland zijn eervol ontslag gekregen
had, ging al spoedig het gerucht, dat een
tekort in de kas ontdekt was. De een
noemde eeD bedrag van drie, een ander
van rijf mille. De boekhouder vertrok-
metterwoon uit de gemeente en sinds
hoorde men er niets meer van. Thans is
men begonnen met een onderzoek naar de
administratie in te stellen; beide partijen
hebben zich daarbij de hulp van een rechts
geleerde verzekerd.
Men meldt om uit Brielle dd. II dezer:
Heden heeft alhier de verkiezing plaats voor
tien leden van het kiescollege der Ned.-Her.
Gem. wat thans geheel door rechtzinnlgen
wordt ingenomen.
Da vrijzinnigen traohten nu hun oandidaten
ook een plaats te doen innemen, en als een bij
zonderheid mag daarby zeker worden vermeld,
dat ook de heer 0. Hagers, de oudste inwoner,
aan de verkiezing heeft deelgenomen, de heer
Hagers wordt binnenkort 101 jaar.
Gisteren was het 26 jaar geleden, dat da. J*
Brandama te Haarlem het predikambt aan
vaardde by de Ned.-Herv. Qem. te Haarloo.
Naar ,Het Centrum" meldt, heeft Z. H«
de Paus tot kanunnik van het metropolitaan-
kapittel van Utrecht benoemd den heer B.
de Wit, pastoor to Utrecht.
Het bestuur van de Vereeniging tot
ondersteuning van Burgerlijke ambtenaren
en Beambten in 's R|jks dienst heeft een onder
houd gehad met den burgemeester van Woen-
sel (N. Br.) op het Raadhals aldaar, teneinde
te geraken tot aankoop van 20 H.A. dennen
bosch en helde, om daarop het Herstellings
oord van ds Vereeniging te stichten. Het ge
ploegde overleg en de daarop gevolgde in
spectie van de terreinen zullen er toe leiden,
dat, behoudens goedkeuring van de algemeens
vergadering eenerzyds, en van den Raad der
gemeente Woensel en God. Staten van Noord-
Brabant anderzijds tot definitieven aankoop
van de terreinen zal worden overgegaan, wel
ke ongeveer 20 minuteo van Eindhoven
gelegen zijn.
Te Utrecht werd de goed'oczochto
vijftigste alg. vergadering gehouden van
Chr.-Nat. Onderwijs. Zij werd gepresi
deerd door prof. dr. Woltjer, uit Amster
dam.
Het jaarverslag, dat spreekt van voor
uitgang ruim 350 scholen zijn thans
aangesloten werd goedgekeurd. Ook
de financieele rekening, die sluit op
f 16,097 aan ontvangsten en uitgaven met
een batig saldo van f 1819 tegen het vorig
jaar f414.
In de middagvergadering werden in de
hoofdcommissies gekozen de heeren jhr.
Van Citters, uit Arnhem; Weisz uit Zeist,
en ds. Posthumus Meijos, uit Den Haag,
deze laatste in de vacature-dr. Van Gheel
Gildemeester die heeft bedankt.
Er werd een motie aangenomen, voor
gesteld door den heer Bijleveld, waarin
instemming wordt betuigd met de wijzi
gingsvoorstellen der Grondwetscommissie
incmke art 192.
De Duitsohe Keizer heeft den oud
hoofdingenieur der Ned'erlandsoh-Indisohe
Staatsspoorwegen, den heer Paul Richter,
benoemd tot ridder 3de klasse in de orde
van den Rooden Adelaar.
Op het adres der afd. Dordrecht van
den Algem. Ned. Bond van Handels- en
Kantoorbedienden in zake winkelsluiting
ia door B. en We. van DordTeoht advies uifc-
gebraoht. Dit luidt, na overweging der
motieven, in het adres vervat, en onder
verwijzing naar hetgeen in dezen reed's in
1907 in den Raad was gedaan door het in
stellen eener commissie ter mtbrenging
vaii rapport en verwerping der motie-
Roeet, strekkende om B. en Ws. of de com
missie uit te noodigen tob het samenstel
len eener ontwerp-verordening op de win
kelsluiting, afwijzend.
B. en Ws. wijzen nog op de bezwaren,
ontleend) aan de eigenaardige positie der
gemeente als haven- en aanlegplaats van
schepen, waardoor het voorschrift van
winkelsluiting minder gewenscht is.
Het politie-diploma is te Utrecht ver
worven door den heer P. de Jong, te Waa
senaar.
Het tweeduizendste diploma werd gró
teren afgegeven.
Da- J. van Duivenbooden, te Vlaardin-
gen, is beroepen bij de Ned.-Herv. Gem.;
te Rhenen.
Uit Vlaardingen wordt gemeld dat de
toestand van heb lid van Gedep. Staten den
(heer A. H. C. M. J. IJzermans, die wegens
[ziekte sedert eenigen tijd zijn ambtsbezig
heden niet heeft, kunnen waarnemen en in
den laatsten tijd belangrijk achteruitgaan
de wae, sinds een paar dagen mind'er zorg
wekkend is.
De toestand van den Amsterdamsoken
wethouder voor het openbaar onderwijn,
mr. 8. de Vries Czn.is langzaam vooruit-
Van het aanvankelijk voornemen, om op
rijn bureau ten Stadhuize zijn werkzaam
heden, zij het ook niet in vollen omvang,
te gaan verrichten, heeft de heer De Vries
naar „De Tel." meldt, moeten afzien.
Hij bepaalt zich er toe de meest spoed-
eïschende onderwijszaken op zijn privé-
kantoor af te doen.
In den te Middelburg gehouden Zeeuw-
oohen landdag van de Vereeniging van
Christelijk Volksonderwijs besprak het
Kamerlid dr. De Visser de voorstellen der
Grondwetscommissie inzake het onderwijs.
Hij juichte o. a. toe, dat ook de minder
heid toenadering toont en het openbaar
onderwijs als aanvulling wil beschouwd
zien.
Naar aanleiding van een gestelde vraag
bepleitte dr. De Visser aanneming van de
voorstellen der meerderheid, omdat déze
z. i. langer aan de eischen van den volks
geest zullen te gemoet komen.
De 33ste jaarvergadering van de Nat.
Ohr. Geheel-Onth.-Vereeniging, te Leeuw-
»7)
„Maar de Engelschen kunnen de „Mo
narch" onderscheppen!"
„Wij moeten dat wagen,' antwoordde zij.
„Als zij eenmaal de kust van Engeland
voorbij, zijn, dan is Schotland dicht genoeg
bij. De „Monarch" zal geen andere sche
ipen tégen komen, en kapitein Barre kent
de geheimen van zijn eigen beroep, hij heeft
er vroeger reeds een lading heen ge
bracht."
„Dat is kinderachtige koppigheid, Lydia,
ik herken den staatsman niet in dit senti
menteel gepraat, die onzin verkoopt even
als een schoolmeisje, dat no velletjes gé-
lezen heeft," zei de hertog nu met heime
lijk ongeduld, „en verbeeld je, dat Zijne
Majesteit ereis een onderzoek zou instel
len, omdat gij een van zijn schepen ge
bruikt had voor die bijzondere expeditie1?"
„Ik ben van plan om de „Monarch" mor
gen uit te zenden," hernam Lydia rustig.
Kapitein Barre zal zijn bevelen direct
van den minister van financiën ontvangen;
en dan zullen wij de toestemming van Zijne
Majesteit den volgenden dag vragen."
j,Maar dat is zotteklap, mijn kind!" riep
de hertog uit. „Ge kunt niet openlijk de
(Wenschen dee Konings negeeren."
,,De wenschen van den Koning?" riep
zij uit, met plotselingen drift. „Maar, mijn
beste, allerbest© vadJer, u kunt niet mee-
Ben wat u zegt. Denk eens och denk
eens, maar een kort oogenblik, aan dien
armen jongen man, die onze gast was
hij brak het brood met ons in ons eigen
huis, in ons mooi kasteel de la Tour
d'Aumont, dat nooit door verraad is be-
tzoedeld geworden! En nu spreekt u er
over om hem in dat verwijderd land te
laten, dat zoo ongastvrij voor hem is gé-
bleken tf ''jn. Hem daar ellendig te laten
omkomen an gebrek of in banden van
dien Hannoveraanschen slager te laten val
len, wier.s naam een voorbeeld is geworden
voor ongeëvenaarde wreedheden I"
Zij hield even op, en vervolgde toen kal
mer
„Neen, beste vacfoer, ik bid u, laten wij
dat. argument achterwege laten; voor een
enkele keer in ons gelukkig leven, bezien,
gij en ik de eer van tegenovergestelde
zijden."
„Ja, mijn kind, dat zie ik ook in," ant
woordde hij, zonder de minste aarzeling.
„Ik wenschte wel je te kunnen overhalen
om dat denkbeeld te laten varen."
„Gij bedoelt om den ongelukkigen jon-
pen prins aan zijn lot over te laten, om
iedere belofte, die wij ooit deden, te ver
breken om op onze beurt den naam van
verraad ©n lafhartigheid in ieder land van
Europa te krijgen en waarom?" voegde
zij er bij, met hulpeloos ongeduld; zij
trachtte te begrijpen en vreesde bijna om
een vraag te doen.
„Waarom? Waarom?"
Toen haar vader bleef zwijgen, zijn
oogen onafgewend op het een of andere
.voorwerp in de verte gevestigd, zei zij, als
of haar in eens een voorbijgaande gedachte
te. binnen schoot:
„Vader, beste vader, is bet alleen een
kwestie van geld?"
„Gedeeltelijk," antwoordde hij merk
baar aarzelendl.
„Gedeeltelijk? Welnu dan kunnen wij
één reden voor uw onverklaarbare oppo
sitie te niet doen. U kunt Zijne Majesteit
verzekeren uit mijn naam dat de reis
van de „Monarch" de schatkist geen duit
kosten zal."
Toen haar vader dtaar niets op antwoord
de, vervolgde zij met vuur:
„Lord Eglinton zal mij niet in den steek
laten; zooals u wel weet is hij rijk en is
Karei Eduard Stuart zijn vriend. Hetgené
de „Monarch" aam proviandeering gekost
heeft, zullen wij onmiddellijk bétalen. Wij
willen voor het oogenblik het schip van
Zijner Majesteit vloot alleen leenen. Dat
kan hij niet weigeren, en ik geef u en Zijne
Majesteit mijn eerewoord, dat 'de „Mo
narch" geen enkelen sou aan de schatkist
kosten zal. Zelfs de soldij van het scheeps
volk zal door ons bekostigd worden vanaf
het oogenblik dat hij te Havre uitzeilt tot
aan het gelukkige oogenblik dat het met
prins Karei Eduard Stuart en zijn vrien
den hier behouden aanlandt."
Er werd een oogenblik geen woord tus
schen hen gewisseld. De oogen van den
hertog d'Aubaont waren strak op een punt
in de verte gevestigd, maar de oogen van
Lj'dia werden geen oogenblik van het ge
laat haars vaders afgewend.
„Zou de „Monarch" een lange reis moe
ten maken?" vroeg de hertog luchtig.
„Jal" antwoordde zij.
„Naar dc kust van SchotlandV-
„Ja."
,,De westkust zeker?"
„Waarom vraagt u dat, vader?"
Zij deed hem die vraag geheel toevallig,
maar toen hij niet antwoordde, herhaalde
zij haar vraag en nu met een vreeselijke
spanning.
Opeens herinnerde zij zich haar vermoe
dens, toen zij zich dien veelbeteekenenden
blik te binnen bracht, die er tusschen hem
en myladly was gewisseld geworden. Met
een vlug gebaar van innerlijke aandoening
nam zij zijn hand bij den pols vast.
„Vader 1" zei zij met bijna onhoorbaar
stemgeluid.
„Ja, mijn kind. Wat iö het?"
„Ik weet het niet. Ik ik ben in den
laatsten tijd een weinig verward. Ik denk
dat mijn opvattingen misschien niet zóó
zijn als vroeger en zoo als u wel merken
zult, ligt die zaak van den Stuart mij na
aan het hart. Wilt u mij daarom vergeven,
als als ik u een vraag doe, die misschien
ongepast in uw ooren klinkt?"
„Zeker, ik zal het je wel vergeven,
lieve," antwoordde hij, na een oogenblik
aarzelens. „Wat is het?"
Hij zette zich schrap, en ontmoette den
blik van zijn dochter met de noodige vast
heid, schijnbaar om haar wat gerust te stel
len, want zij zei' rustiger:
„Wilt u mij uw eerewoord geven dat u
persoonlijk van geen verraderlijken toeleg
afweet, in betrekking tot den man, die op
de eer van Frankrijk vertrouwt?"
Zij hield haar gloeiende oogen op hem
gevestigd; zij schenen in het diepst zijner
ziel te willen lezen.
De hertog d'Aumont trachtte dat onder
zoek zonder aarzelen te doorstaan: maar
hij was geen groot acteur, ook was hij in
het algemeen genomen geen oneerlijke
man. Maar hij vond zijn dochter overdre
ven ridderlijk; daarenboven vond hij, dat
politieke beschouwingen buiten den gewo
nen standaard van eer en zedelijkheid
konden geacht worden te staan. Hij kon
het evenwel niet over zich verkrijgen om
haar een beslissend antwoord te geven;
haar hand hield nog steeds zijn pols vast
hij nam ze in de zijne en bracht ze aan
-zijn lippen.
„Vader!" vleide zij met trillende stern
en met haar oogen stak op hem gericht,
„wilt u mijn vraag niet beantwoorden?"
„Die is al beantwoord, lieve," antwoord
de hij ontwijkend. „Vindt ge dat het mijner
waardig is, dat ik uw vader mijn eer
lijkheid tegenover mijn eigen kind zou ver
dedigen V'
Zij keek hem niet langer aan, en trok
haar hand zachtjes uit de zijne. Zij begreep
dat hij haar vraag inderdaad beantwoord
had.
XIII.
Het gewicht van de etikette.
Misschien veroorzaakten eenige karakter
trekken, die mylord de markies van Eglin
ton van zijn Engelschen voorvader geërfd
had, dat hij een vrijer kostuum voor zijn
petit lever hadl aangedaan dan de strenge
etikette aan het hof in dien tijd had voor
geschreven.
(Wordt vervolgd).