DE KINKHOEST. IBBOSIROOPs ANCTASP A U L O Brieven van een Leidenaar. Burgerlijke Stand. Finanoieela medsdeelingen toch de urgentie staande houden van een ingrijpen der overheid en sociale wet geving, waarbij dan toch, hoe dan ook, naar het een of ander systeem zal moeten wor den gehandeld. Het komt er slechts op aan, of het systeem goed is. De Fransche re- ivolutionnairen gingen uit van verkeer- d e beginselen en kwamen toen ook tot v e r- k e e rde stelsels. En het eigenaardige daarbij was, dat zij in naam van de v r ij- h e i d het grootste onrecht pleegden. Het is waar, dat ook verouderde vormen on systemen door hen werden afgeschaft, maar 't is ook wiaar, dat zij, juist door hun vrij- heidsprediking, den grondslag legden voor 'n systeem, clat als 't individualisme bekend is en op sociaal gebied groote ellende, ver warring en tyrannic heeft ten gev dg 3 ge had. Het betoog van den bekwamen en wel- iprekenden afgevaardigde voor Leiden zou o.i. in kracht hebben gewonnen, wanneer op d e z e zijde der kwestie even de nadruk ware gelegd en het onderscheid gemaakt, dat ook hier te maken valt. CCCCXVI. „Wde het kleine niet eertMen weet wat er vorder volgt. En wat is er in het leven en in de maatschappij -eigenlijk klein en groot? Daarover ware een wijsgeerige beschouwing te leveren, waarvoor het hier techter de plaats niet is, en ik, die maar1 ééns in mijn leven een collage van plof. "^eiland bijwoonde, waarschijnlijk de man niet voor ben. Ik wil alleen maar zeggen, dat ik het vandaag "eens hebben zal over fiets, waarvoor misschien menig lezer in fi guurlijken zin den neus zal ophalen en ter yan zeggen: „Is dat hu de moeite waard?" Do of een vuilnisman, van wiens letter kundig-dichterlijke producten wij anders al leen tegen Nieuwjaar kunnen genieten, heeft een beroep gedaan op mijn arbeiders gezind hart, en waar de zaak, die hij onder mijn .aandacht bracht, eigenlijk ook het geheel-e Led dsclie publiek aangaat, zcodat ik niet alleen hem, maar ook den ovengen gemeen tenaren een dienst doe, wanneer ik er een en andter van mededeel, zoo vraag ik dan vandaag eens de aandacht voorden vuil nisman. Ik laat eenige gedeelten uit het schrij den, door mij ontvangen, volgen, precies zoo- als ik het kreeg, omdat het ons een eigen- aardigen blik gunt op personen en zaken. „De vuilnis.man," aldus begint het, „is wel de .©enigste, die nog nooit in bescher ming genomen is van de zijde der burgerrij het is niet anders dan bedreiging met: Ik zal je wel krijgen met de Nieuwjaar,-wacht maar! Maar een bedreiging, die ik de vorige week ontmoette, is mij nog nooit gebeurd, het waa nl. deze: Als je dat vuil niet mee neemt (tuinvuil), dan ga ik niet naar je baua, maar direct, naar den Directeur Gern.- [Werken ©n dan zal ik zorgen, dat de Ge meente je niet overneemt. Of die man het gedaan heeft? Ik weet het niet, maaT ik geloof het wel." En na een niet malsche karakterisering Van dezen „ontwikkelde meneer" vervolgt de sphrijvcr: „Neen, ik was ter vol van den geheelen dag en, omdat ik weet, dat -u niet v ij oh dig staat tegenover een werkman wde zon dat nu wel? De Briefschr. is mijn be leefd verzoek of n eens ha-et zoo goed zou willen zijn bij een of andere gelegenheid eens -pen gedeelte van een uwer Brieven van een Leidenaar hierover wijden Het is toch al geen rooskleurige betrek king, want No. 1 komt maar niet om ver hooging van loon in deze slechte tijdön'i daar komt een pachter niet aan toe ('t is meer dan eens gevraagd) afwijzend beschikt. No. 2. Zoo als u wel weet, neemt oen vuil nisman geen tuinvuil mede, dat hoeft niet, dat mag niet, zegt de baas, (de baas mag daar immers iets voor in rekening brengen), maar het publiek vat dat anders op, diej denkt dat zco'n vuilnisman zoo iets <£p z n eigen handje dcet, en wordt dus gestraft met inhouding van de nieuwjaarsfooi, of met de bedreiging uit zijn brood ges toet ten te voorden." Tot zoover de vuilnisman, uit wiens schrij ven ik de gevolgtrekking maak, dat hij het geval naai' waarheid heeft weergegeven, al vermoed ik, dat hij „den netten meneer" ook niet met fluweelen handschoenen zal hebben aangepakt. En nu komt het mij in het algemeen voor, dat wij, burgers, wanneer wij door menschen van publieken dienst naar onze meening niet behoorlijk worden bediend of behandeld, niet dadelijk moeten komen met bedreigin gen hen in hun verdiensten en in hun be trekking te benadeeleu, evenmin als dat men door het geven van fooien, feitelijk dus door omkooperij méér van hen gedaan tracht to krijgen, dan waartoe zij uit den aardj van hun betrekking verplicht zijn. En om bij het onderhavige geval te blijven, de vuil nisman was hfèr volkomen in zijn recht, toen hij het „tuinvuil" weigerde mee to nemen. Daarover zijn wel eens vragen ter beantwoording tot de lied-act ie van het „L. D." gekomen en ook uit dit geval blijkt weer, dat daaromtrent nog altijd misverstand bestaat. En nu mogen wij het hier wel -eens voor goed vaststellen, dat de vuilnisman van don pachter der stadsreiniging geen opdracht heeft, het tuinvuil en afval moe te nemen. [Wanneer het betreft wat afgesneden gras, een paar verwelkte bloemen, of gebroken bloempotten,-uit een stadstuintje, dan wordt daartegen geen bezwaar gemaakt; maar als het betreft een tamelijke hoeveelheid tak ken, door den storm afgerukt of door enoeie.il verkregen, uitgegraven aarde, enz., dan zou de vuilnisman zich voor het minst een berisping, misschien zelfs straf van zijn baas op den hals halen, als Jiij daaraan ge- yolg gaf. Men kan zoo iets dus allerminst van hem eischen en men doet reeds verkeerd,, door middel van een fooi hem daartoe ovér te halen, hoeveel te meer door een bedrei ging, zooals in dit bijzonder geval schijnt gebeurd te zijn Daar zijn de waterschuimers voor. Wan neer men bij gelegenheid zoo iets heeft, dan kan pien bet hier of daar aan den waterkant bezorgenhet wordt dan door de water schuimers, die geregeld met twee of drie schuiten in de stadsgrachten werk zaam zijn, meegenomen. Men doet in zoo'n geval verstandig zich te wenden tot den ambtenaar, door do gemeente met het toe zicht op de stadsreiniging belast, den heer Grijzen, die_ook telefonisch te bereiken is, en die dan zeker order op de zaken stelt. Zeer groote hoeveelheden en andere voor werpen, hout, ijzer, steen en, worden ook weer niet door de watersehuimers gratis mee genomen. Men moet, evenals voor sfce-enen en puin, bij afbraak of herstelling van ge bouwen, of van ascli en sintels van fabrie ken voor de opruiming, die wel door den pachter der Stadsreiniging bewerkstelligd kan worden, daarvoor extra! betalen. Hetds wel eens goed., dat de burgerij d-eze zaken weet en er bij de beoordeeling van de werklieden in .dienst der Stadsreiniging rekening mede houdt. Ik ben er van overtuigd, dat een zelf standig en rechtschapen man als onze Di recteur van Gemeentewerken zijn oor niet zal leenen aan klachten, als waarmede onze vuilnisman schijnt bedreigd te zijnmaar het dcet een werkman of beambte toch nooit goed, wanneer particulieren zich over hem bij de superieuren beklagen. En waarom onverdiend een man, die niets minder deed dan zijn plicht, onaangenaam te bejegenen e.n te ontstemmen, zoodat hij, zooals hij bet in zijn eenvoudige taal uitdrukt, er den ge heelen dag „vol" van was? Het lot vanj den karig bezoldigden vuilnisman is op zich zelf reeds niet te benijdon en als ik, door op dit gebied inzicht te geven, kan voor komen, dat men door hem met onthouding van zijn nieuwjaarsfooi, waarop hij zich als een éxtratje vcor zijn gezin reeds maanden te voren vergaapt, het leven veronaange naamt en ontstemt., dan doe ik dat graag. Dat men hem zou willen treffen in zijn brood door te> trachten hun, omdat hij niet dcet wat men terecht of ten onrechte van hem begeert uit zijn betrekking te 'stooten, komt mij zoo onwaarschijnlijk voor, dat ik dit als een greote uitzondering beschouw, waartegen ik niet eens wensck te waar schuwen. - Dat de toestand bij de Stadsreiniging dan eigenlijk niet is zooals het behoort, daar over laat ik mij nu niet uit. In 1914, wanneer het systeem van vuil verbranding zal worden toegepast, en de gemeente het reinigingsbedrijf zelf in han den zal nemen, komt er allicht verande ring; maar tot dien tijd hebben wij ons neer te leggen bij de bepalingen van het contract, zooals het tusschen de gemeente en den pachter is vastgesteld, en waarvan ik, voor zoover ik het nooddg achtte, een en ander heb medegedeeld. RECLAMES, h 40 Cents per regel. 2784 28 Welke moeder kent niet hetp\inlyk schouw- spel van een kind dat de Kinkhoest heeft; i het gezicht ziet Mauw, de oogen, angstig J om hulp smeekend en uit het hoofd puuend. Het stumperdje tracht, stuiptrekkend van benauwdheid, maar vruchteloos een beetje adem te halen, terwijl de hoest het arme keeltje toeschrocft. Het. is strikt noodzake lijk deze gevaarlijke ziekte zoo spoedig mo gelijk te genezen en het lijden van het kind te verzachten, door het te geven do Dit- krachtig, versterkend en onlamet- I tend geneesmiddel, heeft reeds duizenden kinderen en vol- I wassenen gered, dfelijdende waren aan Kinkhoest, j Bronchitis, Asihma, en 1 alle Borst-en Longaan- j doeningen. Per Üacon f 1,f2.- :n f 3.50. Eischt rooden hand methandteckening L. LAKKER, Rotter» dam. Alom verkrijgbaar Schipbreuk. Gedurende uren in de tegen Avoordigheid van den dooi op een zinkend /schip, den horizon als in wanhoop onderzoekende in ademlcoze verwachting of er zich op [het laatste oogenblik nog een rookpluim of zeil zal vertconen en eindelijk niet meer dan eenige minuten nog verwijderd van een .wis sen dood in de golveü van den Oceaan ziedaar een verschrikkelijke, zielschokkende toestand voor een mensch. Dat is de vreeselijke ervaring van kapi tein Bosselaar van Oude.Pekela, reedter en gezagvoerder van den Ncderlandschen schoe ner „Agda Eleonora", met zijn vtouw en 2 kleine kinderen, benevens 5 schepelingen. Zij werden gered van liun zinkend /schip «toor de tijdige aankomst van een ander vaar tuig, nauwelijks eenige minuten voordat, de schoener omsloeg en in. de Oo&aan.diepte voor altijd verdween. Hun redding werd volbracht door het s.s. „Modesta", hetwelk op het laatste oogenblik te hulp kwam. De gezagvoerder der „Modesta" nam hen aan boord, vervolgde zijn reis en bracht de schipbreukelingen veilig en gezond in de haven van Aïdrossan (Schotland) aan. land. Een vertegenwoordiger van do „People's Journal", van Glasgow, bracht eenige uren door in gezelschap van den Hollandschen; gezagvoerder en zijn schepelingen ©n uit hun mond teekende hij een verhaal van hun reis en redding op, waarvan de „N. Gr. Ct." de volgende vertaling geeft: De gezagvoerder van de „Agda Eleonora" is een forsch en gezet type ,van een Hol lander met vrije en open gelaatstrekken ten eenvoudige manieren. Het kleine schip was zijn eigendom en hij neemt zijn vtouw en kleine kinderen altijd mee op zijn reizen. De „Agda" vertrok van Llanelly (South [Wa les) met een lading kolen aan boord van 245 ton en bestemd voor Oporto (Portugal). Alles ging goed, alhoewel het steeds ruw en slecht weer wa9 met hoog© zee. Tot mten in de Golf van Biscay© kwam. Men zette, na de Scilly.eilanden gepasseerd te zijn, di rect koers naar Portugal en men was ver van het naaste land verwijderd. In den nacht van Maandag trof men zeer slecht weer. Het kleine, van staal gebouwde schip rolde en werkte in verbazend hoog dooreenloopend© zeeen, die tegen de* scheepszijden sloegen en het schip heen en weer wierpen. Het. schip werd soms zoo erg op zijde geworpen, dat een groot deel van het onder water liggende gedeelte boven kwam. Deze buitengewone werking veroorzaakte, dat de lading- over ging. Bij het innemen der lading was het schip goed vol, doch gedurende de reis zakte de lading eenigermate in en kwam er eenige ruimte, zoodat de kolen heen'en weer konden rollen. De meeste lading sloeg over naar bakboordzijde, hetgeen het schip zware slagzijde gaf. Zoo goed mogelijk trachtte men de kolen weder over te werken en wer den allen „naar beneden" gezonden voor dit doel, doch omstreeks 10 uren gaf de gezag voerder order, om het schip over stuur boord te doen liggen, daar men geen resul taat bereikte van liet overwerken der la ding. De zeeën sloegen steeds over het schip heen en sommige brekers kwamen in het Tuim. Den geheelen nacht werkten allen on ophoudelijk door, zonder eenig voedsel te ge bruiken, om de steenkolen over te werken, zonder resultaat evenwel. De morgen brak aan over de sombere grijze golven, terwijl het schip zich nog in zijn gevaarlijke positie bevond. Met het krieken van den dageraad had den de gofcuen iets van het wilde der voor gaande dagen verloren. Opnieuw zag men uit, of er ook hulp aan den horizon zou opdagen. De gezagvoerder had ontdekt, dat het schip lek was geworden, ^et water vloeide langzaam in het Tuim van het schip en de toestand der opvarenden werd steeds wanhopiger. Te erger nog, daar de overko mende zeeën de boot hadden weggeslagen. Het eenige hulpmiddel, om zich van het gevaar lijke schip te redden, was dus afgesneden. Beneden in de kajuit was de toestand niét minder tragisch. De jonge vrouw van den gezagvoerder zat daar met haar twee kleine kinderen, de eene een aardig bloncb harig, blauwcogig klein meisje van twee jaar de andere een kleine jongen van S maanden. De wanhoop van de moeder gaat de beschrijving te boven. Omstreeks half- acht des morgens, teen het schip dieper en dieper zonk en de vooruitzichten van red ding meer en meer verdwenen, bemerkte de gezagvoerder een stoomschip in de verte en bracht terstond het bericht aan zijn vrouw. Het internationaal noodsein werd gelieschen en de naderende stoomer stuurde onmiddol- lijk koers naar het zinkende schip. Het was een strijd tusschen leven 'en dood. Kapt.. Westervik van het Noorweegsche stoomschip overzag den toestand onmiddel lijk en beval zijn mannen een boot te water to laten. De eerste stuurman met een paar anderen gingen naar het schip. De „Agda" was nu diep in het water en één van de mannen sprong in de boot. Toen werden de twee kinderen met de moeder in de boot gelaten en de anderen volgden. De boot ver. wijdeïde zich snel met de geredden en was nauwelijks op korten afstand, of do „Agda Eleonora" zonk. Aan boord van het stoomschip werd men' met vriendelijkheid ontvangen. Opmerkelijk was het, dat de gezagvoerder van het stoom schip en do vrouw, van Bosselaar van een zelfde geboorteplaats zijn. Na vier dagen werd de bemanning te Ardrossan aan wal gezet, en verder door de zorgen van den Hollandschen consul naar Holland gezonden. Verkooptng ran wat ei' in den trein blij fit liggen. 't Is onze gewoonte niet, verslag te ge ven van een verkoopiug. Maar ditmaal is er reden, van die gewoonte af te wijken. De veiling nl. heeft plaats gehad van wat heb publiek in cle laatste zes maanden van 1911 alzoo in de treinen van de S.S. heeft laten liggen. Dat ie geen kleinigheid De kolossale collectie is in 't Yerkooplokaal achter St.Pieter te zien geweest, den dag daarop is de zaak van de hand gedaan. Wat een mengelmoesDaar zijn dan ook de bestelde, doch onafgehaalde goederen bij. Maar toch staat men verbaasd, als men ziet lwat de mensch en in de spoorwagens achterlaten. Dat er parapluies en wandel stokken bij zijn... soit! Dat men een boek vergeet, 't is te begrijpen. Maar dat de reizigers zoo nonchalant zijn, hoeden en petten te laten liggen, dat er jassen en mantels bij tientallen in de coupé's gevon den worden, andere kleeren tot klompen toe... dat lijkt haast ongelooflijk. En toch is 't- zoo. Wie vergeet zijn gouden ringen? Wie laat zijn gouden ketting, gouden broche of armband achter? Wie in 's hemelsnaam geeft, in verstrooidheid,-zijn tweede paar oogen en nog wel van 't edelst me* taal aan de hand dés vinders prijsl? En wie vraag ik u toch hecht zoo weinig aan zijn... harmonica, dat lieflijke instru ment, waarmede men verbroken huiselij- ken vrede herstelt, wie laat 't aldus ver slingeren, tot het ten einde raad tusschen den verkoopingsrommel verzeild raakt? Vragen, die altijd vragen blijven. Ze liggen erdat men zulks weet, i's vol doende. Ze liggen er: de jassen, de man tels, dé klompen. Ze zijn op 't appèl: de ringen, de armbanden, de kettingen, de... harmonica. En ze worden' aan de menigte verkocht, voor een appel en een ei. 't Duurde bijna twee uur, voor alle spuiten en rottings weg waren. Ze gingen bij tientallen of dozijnen tegelijk. Er was animo. De kooplustigen waren velen in ge tal. En de prijzen van een stelletje para pluies en parasols door elkaar schommelden tusschen 3 én 4 gld. De wan-; delstokken gingen tuaeohen f 1.60 en f 2.50., Om tien uur begonnen, was de veiling van deze eerste nuttige zaken, waarvan er ruim 1500 te zanten aanwezig waren, tegen twaalven afgeloopen. De strijd was warm geweest. Getuige de gloeiende hoofden van 't personeel, dat af- en aansleepte. Getuige de rook, die om te snijden was zoo dik. Bij niet koud weer is het alleen voor een geroutineerde in 't vak een da« lang in het Verkooplokaal te harden. Een gewoon mensch wordt wee in zijn maag van den zoeten tabakswalm, vermengd met de lauwe lucht uit vochtige kleeren. Maar de „echte" koopers, de mensch en di© vooraan om de tafel zitten, kunnen er tegen. Die nemen zelf niet eens de moeite, om naar huis te gaan koffiedrin ken. Dat slikken ze, onderwijl ze zaken doen. Ze hebben hun puntbroodjes bij zich en happen er van, nadat ze een bod ge daan hebben. En sommigen hebben fles- sohen bij zich waaruit ze melk drinken, 't Gaat er fideel toe 1 Als een eteHetje verkocht is, wordt het in een afgeschoten deel van het lokaal neergelegd, en met een brok krijt teekent een juffrouw er den naam van den koo- per voor, op den vloer. Later komt de man het halen, als hij in het voorste deel der zaal, in de houten tent, waar de lieeren verkoopers zitten, betaald heeft. Eén voor één trekken de menschen met hun parapluutjes onder den arm weg. Ze kunnen dc bui afwachten 1 De hoé den en petten stonden no. 2 op t programma. Manden vol. Strooien hoeden, geel en bruin, nog stevig in den vorm, en slap Aan rand, garibaldi's, met duizend-en-één deuk, en een beddeplank stof. Voor 70 ets., voor f 1, AToor f 1.60 per mand. Al naar gelang de inhoud er uit zag. Volgden: de regenjassen, capes, man tels, enz. enz. Toen de boeken en 's mid dags ov a. de gouden en zilveren sieraden. Als er een in zee ging, dan staken direct handen van. alle kanten uit, om ;t gewicht te monsteren. En dan begon 't bieden, 't Hoogste, dat we hoorden, was A^oor een gouden halsketting met kruis: 24 gulden. De verkooping duurde 's middags half- drie nog. En de belangstelling Avas nog onverflauAvd. De opbrengst zal vermoede lijk niet gering zijn! >j(U. D.") ALPHEN. B e v a 11 e n: J. vaa Donk geb. Broere D. D. Stamper geb. SpruijtD. G. llaspergeb. De Pea Z. J. van 't Wout geb. Oskam D. E d. Woensel geb. Hoogendoorn leveol. D. HAZERSWOUDE. Bevallen: A. AI. van der Vaart geb. Rijlaarsd mi Z. N. van Dodeweerd geb. De Vries Z. G. Koot geb. Uljee Z. Overleden: G. J. van Meuis Z. 6 m. - M. van den Akker, Aved. van Joh. Slingeilaud, 59 j. G. P. Li. van 8a zen, gehuwd met H. J. van Leeuwen, 61 j. UlbLEGOM. Getrouwd: T. C. Kool en J. H. Valkhoff. Bevallen: C. de Jong geb. Neuzelaar D. N. Zandbergen geb. Bouwman Z. A. Muller geb. Schrisr Z. J. O. Laogeveld geb Duijndam Z. J. M. Glis geb. Van Dongen Z. G. van Liorop geb. Phdippi D. J. van Werkhoven geb. Tuinstra D. Overleden: T. Spaans 34 j. G. Kadee 12 d. KOUDEKERK. Bevallen: J. Peters geb. Kool J). N. van Veen geb. Vonk Z Gehuwd: K. van Staveren '/7 j. en M. van der Velden 22 j. SAS3ENHEIM. Geboren: Egberrus, Z. van G. Posthumus en A. v. d. Noord Johannes Tjieodo us, Z. van J. v. Rui'en en M. J. v. Djjfc. Ondertrouwd: W. Spek 29 j. en A. v. Vuren 32 j. D. Beyk 24 j. en M. v. Diemen. W. A. Zuiderwijk 23 en J J. Brama 23 j. WASSENAAR. Geboren: Theodoras Frederikus Hubertus, van 0. C. vaa der Kroften C. van der Aa. Dirk, Z van 0. van L)eltt en M. Wingelaar. Ondertrouwd: P. W. Vogels en M. van den Berg. ZEGWAARD. Geboren: Margaretha, D. van A. Brandhorst en C. A. van Leeuwen Wilhelmus Godefridus, Z. v.in ld. Windmeijer en C. J. Kool. Martiuus Johannes, Z. vau J. J. v. Staveren en G. van Zoelen. Z0E1ERMEER. Ondertrouwd: A. J. F. Reichholdt 26 j., van Pijnacker, en P. M. Sebel 20 j. J. P. Boonekamp 34 j. en C. M.v. Winden 28 van Hof vau Delft. Gehuwd: J. J. de Hoog 28 j., van Delft, en J. Noppe 23 j. Canclidaat-iiotarisseii en zaak- >va ar nemerSj. Het hoofdbestuur der Broederschap van Candidaat-Notarissen heeft zijn meaning gezegd over het feit, dat candidaat-r.ofaris- seA vaak pandbrieven van hypotheekban ken plaatsen tegen vergoeding en op deze wijze bijverdienste maken. Het bestuur heeft te kennen gegeven, dat in het algemeen deze Avijze van doen afkeu ring verdient. Wanneer een candidaat-no- taris geroepen wordt om bij het beredde ren van een nalatenschap advies uit te brengen over de wijze van belegging, dan moot hij dit doen zonder dat hij van de door hem aangeraden belegging, buiten Aveten van zijn cliënt, voordeel geniet. De Broederschap heeft steeds don strijd gevoerd tegen het zich beAvegen op eens an ders terrein, tegen de zaakwaarnemerij maar dan is de candiclaat-notaris ook ver plicht ten opzichte van nevenwerkzaamhe den, ook vallende onder het beroep van anderen, de sterkst mogelijke zelf-critiek te oefenen. Wanneer niet openlijk het beroep van kassier als bij-betrekking wordt uitge oefend, meent Eet bestuur deze handelin gen op bovenvermelde gronden te moeten ontraden en afkeuren. (,,N. v. d. D.") Toezicht op de Tisscherij. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft op uitnoodiging daartoe van zijn ambtgenoot van Justitie aan de Commis sarissen der Koningin in de onderscheide ne provinciën een uitnoodiging gericht om den burgemeesters van de \rerschillende ge meenten mede te deelen, dat hij het wen- sehelijk acht, dat voor het toezicht Op de naleving der Visscherijwet volgens gegeven voorschriften samenwerking plaats vindt tusschen de Visscherij-inspectie en de ge. meente-politie. Tot dusver bestond de samenwerking sedert de invoering van de nieuwe Vis- scherijAvet alleen tusschen de visscherij- inspectie en de rijkspolitie. Waar thans ge bleken is, dat de voorschriften omtrent die samenwerking aan de venvachting vol doen, acht de Minister den tijd gekomen om de-ze thans uit te breiden tot de ge meentepolitie en de marechaussee. Oesters. Men meldt uit Zeeland aan de „N. R. Ct.": „Wanneer de r in de maand komt", zegt men, „is men verzekerd, dat de oesters goed zijn"; in zeker opzicht is dit waar en reeds vele malen heeft men de doorgaande A-erzendingeiL van voorheen ten sterksae veroordeeld, omdat het Zeeuwsche goed er mee in discrediet kwam. Nu zijn reeds cle verzendingen in de maand Aug. begonnen en hoewel er firma's zijn, die blijA'en volharden, eerst half September te openen met de campagne, is men thans wel genegen wat vroeger te beginnen, deels omdat het zeer koele weer de verzending best mogelijk maakt, deel ook wel, omdat de oesters over het algemeen uitstekend gegroeid en uitmuntend gevischt zijn. De qualiteit belooft dan ook voor het aange vangen seizoen een goede reclame te zullen zijn." Volgens het Weekblad van de Oom- mlssiehank te Amsterdam, zijn in de week, geëindigd 3 Sept., door tus- sohenkomst dier Bank verhandeld de navolgende incourante en minder cou rante fondsen: Aand. Amsterdamsche Hypotheekbank (20 pCt. gostort) ,125 Aand. Assurantie-Maatschappij togen Brand schade en op het Loven Fde Neder landen" Yan 1845 .F 510 Aand. Bourakluizon Sates onder de Nieuwe Koopmansbeurs.15 6 pCt Obl. Biscuitiabriok Patria 93 Aand. Cultuur Maatschappij Pangledjar 1130 pCt Obl Gemeouto Arnhem 1859 9L»a —91 S pCt. Obl Gemeente Groniugon 1393 84 4 pCt. Obl. Gomeento Maastricht 93 3K pCt. Obl. Gomeento Utrecht 1890 91Jf 4 pCt. Obl Gemeente Voendam 1909 99 S>S pCt. ObL Gemeente Zwolle 1S97 91 Aand. 's Gravenhaagsche Passage-Maatsch. 27 Aand. Haagscho Assurautio C'oaipagnio van 1505 (volgestort aand). 113 Aand. „Uollandia" Holljj |abr. van Molk- producten. .275 Aand. Java Caoutchouc Compagnie 103—106 108 Aand. Koninklijke Nederlandsche Locaal- spoorweg-Maatschappij Willoru IN. 120 Aand Koninkl. Tabak-Sigarenfabr. v|h G. Jtibbius Peletior Jr. 115 Aand Landbouw-Maalsch. Pasir Kananga 100—105 o pCt. Obl. Landbouw-Maatsch. Rongga 99 Aand Maatschappij Een Nationaal Bolang 45 Aand. Maatschappij Nederland tot oxpl. v. ónr goedoicn .101 Aand. Mjjnbouw-MaatschapplJ Salida .80 Aand. Nederlandsche Veem G2 Aand. Neder Betuwsche Beetwortelsuikor- fabriek .150 Aand. Nederlandscho Bankinstelling voor AYaarden Bolast mot Vruchtgebruik Poriodieke Uitkcoringon 175 Aand Nieuw Prauwenveer to Soerabaja 15) Aand Passago- Maatschappij te Rotterdam 25 pCt. Obl. Provincie Overijssel 189J Aand. Rljnlandscbo Hypotheekbank 60 Gew aand. Suikerfabriek Poerwokerto '200 4 pCt. aand. Zekorhoidstonds van do Onder linge Levens vorzekeriug-Maatsch. van Eigen Hulp (kl. Cbupuro3) 83 Opr. aand. In torna tionalo Rumeenscho Petroloum-Maatsch (Ine bedrag) F 65 Opr. aand Landbouw-Maaischappy Rongga F 325 Opr. aaud. Suikerfabriek Kalibagor F 245 Opr. aand Nedorlandsch Panopticum F 45-59—53 Bew. A'an deolgor. Noderlandsch-Indische Landbouw-Maatschappü F 230 "Winstaand Seno A^Nedoilandscho Maatsch. voor Kunstmatige Oe.sterteelt v|h onder de Firma C L. de Meule- meostor Co. F 55 TVinstbew. Soiie B Oost Borneo-Maatsch. F 25 Winstbew. Suiker Cultuur-ilaatschappy F 4J Opr. aand. Suikerfabnok Kaliredjo F 2) AVInstbew. Suikerfabriek Poerwokerto F 175 Opr. aand Sulkcrouderncming Poorworodjo F 34 4 Re tuberculose iai Frarakryk. pot. Men heeft in Frankrijk lang geklaagd over de afneming van het bevolkingscij fer en deze geweten aan het lager geboor tecijfer, maar thans komt de Matin", met een ander argument. Het kwaad zit niet in heb afnemend ge boortecijfer, maar in de zuigelingensterfte, ten gevolge van het gebruik van tuber culose-houdende melk. Zoo sterven jaar lijks 400,000 zuigelingen, omdat er ia Frankrijk niet minder dan 1.200,000 tu- berculeuse koeien zijn. Behalve cl© 400,000 kinderen, die sterven aan maag- en inge- Avandzieken, sterven jaarlijks 12?-,C0J p-t- ©onen aan tuberculose, en daartegen wordt niets gedaan. Het blad wenseht, dat eindelijk voorzorgsmaatregelen zullen Avorden genomen, door koken van melk,, enz. Aan het Ministerievan Lanclbouvz is men bezig met een wet tot bestrijding van de tuberculose bij koeien, o. a. door cle volkomen afscheiding Aan de zieke diereu. Frankrijk bezit ongeveer 2 millioen stuks, vee, waarvan 120,000, dus 60 p(Jt., tuber culeus zijn. Het kAvaad dient dus kraenüg te worden bestreden, meent het blad, ten einde dagelijks honderden kinderen iu hefc leven te houden. Berichten over Rijnland'^ boeze n gedurende de week van 27. Aug.—3 Sopt. 1912. Stand van den boezem te Leiden. Idem te Ondewetering Werking der stoomgemalen Waterloozing langs natuurlijk, weg. Waterinlating Regenval in Mm 27 Aug. 28 Aug. 29 Aug. 30 Au?. 31 Aug. 1 Sept. 2 Sept. 3 Sept. 45 41 46 47 49 52 48 45 en.-4.P. 41 41 46 48 52 55 53 45 cm.—A.f. Spaarndam 16711 u., HaUwegl41M u., Gouda 16230 u.. Kat\v,!kJ75 u* Spaarndam u., Halfweg u., Gouda u., Katw jk 15 u. Door de sluis te Gouda 36 u. 508

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6